229 Samenwerking Huisarts En Specialist Mislukt Vaak
2
zorg 96 2-2007 > zorg & financiering 227 lhv wijst informateur op regierol huisarts De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) vraagt in een brief aan informateur Wijffels aan- dacht voor de positie van de huisarts als essen- tiële spil in de eerstelijnszorg. In de brief wijst de LHV op de regierol van de huisarts als zorgcoördinator en het behoud van een breed aanbod van zorg dicht in de buurt van de patiënt. Doordat de tweedelijnszorg steeds verder gedecentraliseerd wordt, neemt het be- lang van wijkgebonden zorg volgens de LHV juist toe. Daar zijn echter wel investeringen in menskracht voor nodig. Ook investeren in ICT ten behoeve van het elektronisch medicatiedos- sier (EMD) is van belang. De LHV vraagt de informateur van CDA, PvdA en CU daarnaast aandacht te besteden aan enkele veranderingen in de praktijk zoals de toename van geweld in de spreekkamer en toename van administratieve lasten en bureaucratie. Bron: www.mednet.nl, 26 januari 2007< 228 arts vindt kennisniveau zorgverzekeraars onvoldoende Huisartsen en medisch specialisten beoordelen het medisch kennisniveau van zorgverzekeraars met een onvoldoende. Huisartsen geven voor het kennisniveau van verzekeraars een 4,8 als rapportcijfer en specialisten een 5. Dit blijkt uit een onderzoek van MedNet Magazine dat bureau PASA onder ruim driehonderd huis- artsen en medisch specialisten heeft uitgevoerd naar aanleiding van één jaar Zorgverzekerings- wet. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) reageert teleurgesteld en verbaasd op de uitkomsten van het onderzoek en kan zich niet herkennen in de bevindingen over het kennisniveau. In een reactie laat ZN-directeur Zorg Chiel Bos weten dat zorgverzekeraars de afgelopen jaren juist heel veel hebben geïnvesteerd in het vergroten van zorgexpertise en daarbij nauw samenwerken met artsenverenigingen en patiëntenorganisa- ties. ZN vraagt zich wel af op basis waarvan de lage rapportcijfers te verklaren zijn. Bos: ‘Speelt hier onvrede op basis van daadwerkelijk slechte erva- ringen of speelt er onvrede bij een groep artsen op basis van ongegronde beeldvorming?’ Ook de Orde van Medisch Specialisten en de Lande- lijke Huisartsen Vereniging laten in een reactie op de onderzoeksresultaten weten dat geen con- clusies getrokken kunnen worden over de ach- tergrond en de oorzaken van de cijfers. De Orde vindt het wel beangstigend dat de macht is toe- genomen maar het kennisniveau kennelijk is achtergebleven. Zowel de Orde als de LHV vindt het een signaal voor alle partijen om te bekijken wat de oorzaken zijn en wat eraan te doen is. Bron: www.mednet.nl, 5 januari 2007< 229 samenwerking huisarts en specialist mislukt vaak De samenwerking tussen specialist en huisarts loopt regelmatig op niets uit. Dat blijkt uit een studie van de onderzoekers Annette Berendsen en Wim Bennekers van het UMC Groningen. Uit de studie blijkt dat het specialisten ontbreekt aan tijd en geld en ze vinden de protocollen voor overleg te complex. Ze voelen zich niet gesteund door hun collega’s als ze de tijd nemen voor overleg met huisartsen. Ook schuiven specialis- ten en huisartsen elkaar vaak de zwartepiet toe.
Transcript of 229 Samenwerking Huisarts En Specialist Mislukt Vaak
zorg
96 2-2007 > zorg & financiering
227 lhv wijst informateur op regierol huisarts
De Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV)vraagt in een brief aan informateur Wijffels aan-dacht voor de positie van de huisarts als essen-tiële spil in de eerstelijnszorg.
In de brief wijst de LHV op de regierol van dehuisarts als zorgcoördinator en het behoud vaneen breed aanbod van zorg dicht in de buurt vande patiënt. Doordat de tweedelijnszorg steedsverder gedecentraliseerd wordt, neemt het be-lang van wijkgebonden zorg volgens de LHV
juist toe. Daar zijn echter wel investeringen inmenskracht voor nodig. Ook investeren in ICTten behoeve van het elektronisch medicatiedos-sier (EMD) is van belang.De LHV vraagt de informateur van CDA, PvdA enCU daarnaast aandacht te besteden aan enkeleveranderingen in de praktijk zoals de toenamevan geweld in de spreekkamer en toename vanadministratieve lasten en bureaucratie. Bron: www.mednet.nl, 26 januari 2007<
228 arts vindt kennisniveau zorgverzekeraars onvoldoende
Huisartsen en medisch specialisten beoordelenhet medisch kennisniveau van zorgverzekeraarsmet een onvoldoende. Huisartsen geven voorhet kennisniveau van verzekeraars een 4,8 alsrapportcijfer en specialisten een 5.
Dit blijkt uit een onderzoek van MedNet Magazinedat bureau PASA onder ruim driehonderd huis-artsen en medisch specialisten heeft uitgevoerdnaar aanleiding van één jaar Zorgverzekerings-wet. Zorgverzekeraars Nederland (ZN) reageertteleurgesteld en verbaasd op de uitkomsten vanhet onderzoek en kan zich niet herkennen inde bevindingen over het kennisniveau. In eenreactie laat ZN-directeur Zorg Chiel Bos wetendat zorgverzekeraars de afgelopen jaren juistheel veel hebben geïnvesteerd in het vergrotenvan zorgexpertise en daarbij nauw samenwerken
met artsenverenigingen en patiëntenorganisa-ties.ZN vraagt zich wel af op basis waarvan de lagerapportcijfers te verklaren zijn. Bos: ‘Speelt hieronvrede op basis van daadwerkelijk slechte erva-ringen of speelt er onvrede bij een groep artsenop basis van ongegronde beeldvorming?’ Ookde Orde van Medisch Specialisten en de Lande-lijke Huisartsen Vereniging laten in een reactieop de onderzoeksresultaten weten dat geen con-clusies getrokken kunnen worden over de ach-tergrond en de oorzaken van de cijfers. De Ordevindt het wel beangstigend dat de macht is toe-genomen maar het kennisniveau kennelijk isachtergebleven. Zowel de Orde als de LHV vindthet een signaal voor alle partijen om te bekijkenwat de oorzaken zijn en wat eraan te doen is.Bron: www.mednet.nl, 5 januari 2007<
229 samenwerking huisarts en specialist mislukt vaak
De samenwerking tussen specialist en huisartsloopt regelmatig op niets uit. Dat blijkt uit eenstudie van de onderzoekers Annette Berendsenen Wim Bennekers van het UMC Groningen.
Uit de studie blijkt dat het specialisten ontbreektaan tijd en geld en ze vinden de protocollen vooroverleg te complex. Ze voelen zich niet gesteunddoor hun collega’s als ze de tijd nemen vooroverleg met huisartsen. Ook schuiven specialis-ten en huisartsen elkaar vaak de zwartepiet toe.
huisartsen/apothekers
97zorg & financiering > 2-2007
Verder blijkt dat specialisten met name geïnte-resseerd zijn in huisartsen als poortwachtersvan de zorg naar de tweede lijn. Ze hebben hetidee huisartsen wel iets te kunnen leren, maar zedenken niets van huisartsen te kunnen leren.Dat de samenwerkingsprojecten mislukken,komt volgens de specialisten ook omdat huisart-sen op den duur weer een ander speeltje gevon-den hebben. Huisartsen vinden specialisten tecynisch.
Beide partijen hebben het gevoel dat specialistenhoger op de ladder staan. Dat kan volgens deonderzoekers een barrière zijn. De specialistheeft het gevoel dat hij een hele kliniek aan-stuurt en de huisarts alleen zijn eigen praktijk.Daarnaast doen specialisten bij voorkeur watanders met hun tijd dan overleggen. Bron: www.mednet.nl, 5 januari 2007<
> apothekers
230 groei apotheekvestigingen zet door
Ook in 2006 is het aantal openbare apothekenin Nederland fors toegenomen. Het aantal apo-theken is gestegen met 41 tot 1825 vestigingen.Het aandeel apotheken in eigendom van apo-thekers, is gezakt van zeventig naar 66 procent,zo constateert de Stichting FarmaceutischeKengetallen (SFK). Vooral apotheekketens dieonderdeel zijn van een farmaceutische groot-handel, breiden hun marktaandeel uit.
Tot de 1825 openbare apotheken behoren vol-gens de KNMP-administratie ook 28 dienstapo-theken, apotheken die specifiek gericht zijn opdienstverlening in de avonden en weekeinden.Tevens zijn vier apotheken meegeteld die hundienstverlening via internet en post of bezorg-dienst afhandelen. Overigens biedt ook eengroot aantal reguliere openbare apothekendienstverlening via het internet aan.
Ketenvorming
Liberalisering van de apotheekmarkt maakte hetvanaf 1999 mogelijk dat niet-apothekers apothe-ken bezitten. Het opkopen van bestaande apo-theken door met name farmaceutische groot-handels is er de voornaamste reden van dat hetpercentage apotheken in bezit van apothekers isafgenomen tot 66 procent. De Nederlandse
Apotheek Coöperatie (NApCo) heeft als missiehet scheppen van voorwaarden tot behoud vande zelfstandig ondernemende apotheker. Hetaantal leden van NApCo is het afgelopen jaaropgelopen van 225 tot 266.Farmaceutische groothandel OPG en apotheek-ketens LLOYDS Apotheken en de Vier Vijzelszijn – een enkele uitzondering daargelaten –honderd procent eigenaar van de apotheken diezij in bezit hebben. Begin dit jaar had OPG 220openbare apotheken in eigendom die zijnondergebracht in de Mediveen-groep. LLOYDSApotheken heeft in 2006 tien apotheken aange-kocht en komt nu op 56 apotheken. Het aantalapotheken in bezit van de Vier Vijzels is hetafgelopen jaar gegroeid van 71 naar 75 apothe-ken. Groothandel Brocacef heeft de apothekendie voorheen onderdeel uitmaakten van deFarmassure-groep, ondergebracht in de infebruari 2006 geïntroduceerde formule EscuraApotheek. Het aantal eigen apotheken in EscuraApotheek bedraagt ruim tachtig. Daarnaastnemen ook zelfstandige apotheken deel aandeze formule. Op initiatief van deze vier apo-theekorganisaties is in 2005 de Associatie vanKetenapotheken (ASKA) opgericht, met als doelhet behartigen van de belangen van centraalgeleide apotheekbedrijven. Inmiddels is het aan-tal ASKA-leden uitgebreid naar zes apotheekbe-
