221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

7
algemeen 35 zorg & financiering > 2-2006 AWBZ-zorg in Nederland is duur, inefficiënt, en niet gericht op de wensen en behoeften van de patiënten. Mensen met een beperking worden door de huidige inrichting van de zorg vooral aangesproken op hun zorgbehoefte in plaats van op hun maatschappelijke mogelijkheden. Zorgverleners worden niet uitgedaagd om zelf initiatief te nemen. In zijn advies Mensen met een beperking in Nederland: de AWBZ in perspectief, dat de Raad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) op 19 januari 2006 publiceerde, pleit de Raad dan ook voor rigoureuze maatregelen: de AWBZ moet verdwijnen om plaats te maken voor ener- zijds een medische verzekering – dus de basis- verzekering inclusief de langdurige zorg – anderzijds door gemeenten georganiseerde maatschappelijke ondersteuning van mensen die op deze langdurige zorg zijn aangewezen. Langdurige zorg zal worden aangeboden vanuit cliëntgerichte wijkcentra. Het advies is aangebo- den aan de Minister en de Staatssecretaris van VWS. AWBZ: goed in verzorgen, slecht in participatie Het gebruik van AWBZ-zorg zal de komende jaren dramatisch stijgen. In de geestelijke gezondheidszorg bijvoorbeeld met meer dan dertig procent. Omdat deze zorg in Nederland vooral wordt geboden in dure instellingen, bete- kent dit dat de kosten navenant zullen toene- men. Nederlands is dan ook niet goed voorbe- reid op de naderende vergrijzing. Mensen met een beperking die op AWBZ-zorg zijn aangewe- zen hebben een zwakke positie op de arbeids- markt, in het onderwijs, en op de woningmarkt. Veel meer dan in andere landen die de Raad heeft vergeleken, staan deze mensen in Neder- land ‘aan de kant’. Bovendien kenmerkt de zorg voor mensen met een bespreking zich door een bureaucratische en versnipperde aanpak, en een groot aantal ‘loketten’. Twee systemen De AWBZ moet dus snel verdwijnen. In plaats daarvan bepleit de RVZ twee systemen: een medisch systeem, waarvoor de huidige basisver- zekering voor de curatieve zorg wordt uitgebreid met de medische AWBZ-zorg. En een wettelijk geregeld systeem voor maatschappelijk onder- steuning. Dit is de Wet maatschappelijke onder- steuning (WMO). De Raad pleit voor een sterke, autonome positie van gemeenten in deze maat- schappelijke ondersteuning, met een bredere taak, meer vrijheid voor eigen lokaal beleid, en een daarbij horend eigen belastinggebied. Dit is in andere landen in de EU een gebruikelijke opzet, blijkt uit een internationale vergelijking van de RVZ. Geldstromen Het RVZ-voorstel zal zeer grote gevolgen heb- ben voor de geldstromen. Het AWBZ-budget – twintig miljard euro – komt voor zestig procent terecht bij de basisverzekering, voor dertig procent bij de WMO en voor tien procent bij de burger. Dit betekent bijvoorbeeld dat het WMO- budget van één miljard (kabinetsplan) stijgt naar zo’n zes à zeven miljard euro. Cliëntgerichte wijkcentra De huisarts, de thuiszorg, en het maatschappe- lijk werk moeten volledig anders worden inge- richt. Er moeten laagdrempelige, cliëntgerichte wijkcentra komen, die zowel de medisch-ver- pleegkundige als de maatschappelijke zorg en ondersteuning bieden. Zij richten zich op de patiënten die ze al hebben, en daarnaast vooral op mensen met een beperking die door een laag inkomen of onvoldoende opleiding in de pro- blemen komen. Vanuit deze centra begeleiden ook verpleeghuisartsen, artsen voor verstande- lijk gehandicapten en psychiatrisch verpleeg- 221 rvz-advies ‘mensen met een beperking in nederland’

Transcript of 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

Page 1: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

algemeen

35zorg & financiering > 2-2006

AWBZ-zorg in Nederland is duur, inefficiënt, enniet gericht op de wensen en behoeften van depatiënten. Mensen met een beperking wordendoor de huidige inrichting van de zorg vooralaangesproken op hun zorgbehoefte in plaatsvan op hun maatschappelijke mogelijkheden.Zorgverleners worden niet uitgedaagd om zelfinitiatief te nemen. In zijn advies Mensen met eenbeperking in Nederland: de AWBZ in perspectief, dat deRaad voor de Volksgezondheid en Zorg (RVZ) op19 januari 2006 publiceerde, pleit de Raad danook voor rigoureuze maatregelen: de AWBZmoet verdwijnen om plaats te maken voor ener-zijds een medische verzekering – dus de basis-verzekering inclusief de langdurige zorg –anderzijds door gemeenten georganiseerdemaatschappelijke ondersteuning van mensendie op deze langdurige zorg zijn aangewezen.Langdurige zorg zal worden aangeboden vanuitcliëntgerichte wijkcentra. Het advies is aangebo-den aan de Minister en de Staatssecretaris vanVWS.

AWBZ: goed in verzorgen, slecht inparticipatie

Het gebruik van AWBZ-zorg zal de komendejaren dramatisch stijgen. In de geestelijkegezondheidszorg bijvoorbeeld met meer dandertig procent. Omdat deze zorg in Nederlandvooral wordt geboden in dure instellingen, bete-kent dit dat de kosten navenant zullen toene-men. Nederlands is dan ook niet goed voorbe-reid op de naderende vergrijzing. Mensen meteen beperking die op AWBZ-zorg zijn aangewe-zen hebben een zwakke positie op de arbeids-markt, in het onderwijs, en op de woningmarkt.Veel meer dan in andere landen die de Raadheeft vergeleken, staan deze mensen in Neder-land ‘aan de kant’. Bovendien kenmerkt de zorgvoor mensen met een bespreking zich door eenbureaucratische en versnipperde aanpak, en eengroot aantal ‘loketten’.

Twee systemen

De AWBZ moet dus snel verdwijnen. In plaatsdaarvan bepleit de RVZ twee systemen: eenmedisch systeem, waarvoor de huidige basisver-zekering voor de curatieve zorg wordt uitgebreidmet de medische AWBZ-zorg. En een wettelijkgeregeld systeem voor maatschappelijk onder-steuning. Dit is de Wet maatschappelijke onder-steuning (WMO). De Raad pleit voor een sterke,autonome positie van gemeenten in deze maat-schappelijke ondersteuning, met een brederetaak, meer vrijheid voor eigen lokaal beleid, eneen daarbij horend eigen belastinggebied. Dit isin andere landen in de EU een gebruikelijkeopzet, blijkt uit een internationale vergelijkingvan de RVZ.

Geldstromen

Het RVZ-voorstel zal zeer grote gevolgen heb-ben voor de geldstromen. Het AWBZ-budget –twintig miljard euro – komt voor zestig procentterecht bij de basisverzekering, voor dertigprocent bij de WMO en voor tien procent bij deburger. Dit betekent bijvoorbeeld dat het WMO-budget van één miljard (kabinetsplan) stijgt naarzo’n zes à zeven miljard euro.

Cliëntgerichte wijkcentra

De huisarts, de thuiszorg, en het maatschappe-lijk werk moeten volledig anders worden inge-richt. Er moeten laagdrempelige, cliëntgerichtewijkcentra komen, die zowel de medisch-ver-pleegkundige als de maatschappelijke zorg enondersteuning bieden. Zij richten zich op depatiënten die ze al hebben, en daarnaast vooralop mensen met een beperking die door een laaginkomen of onvoldoende opleiding in de pro-blemen komen. Vanuit deze centra begeleidenook verpleeghuisartsen, artsen voor verstande-lijk gehandicapten en psychiatrisch verpleeg-

221 rvz-advies ‘mensen met een beperking in nederland’

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 35

Page 2: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

stelsel

36 2-2006 > zorg & financiering

kundigen de zelfstandig wonende gehandicap-ten en ouderen. Maar ook zullen er mensenwerken die gespecialiseerd zijn in bijvoorbeeldarbeidsintegratie. Gemeenten zijn verantwoor-delijk voor de oprichting van de wijkcentra.Zorgverzekeraars en gemeenten financierendeze centra gezamenlijk.

Tezamen met het advies, verschijnen achter-grondstudies over onder meer de internationalevergelijking van langdurige zorg en over infor-mele zorg (mantelzorg en vrijwilligerswerk).

Samenvatting van het rapport

De Minister en de Staatssecretaris van VWS leg-den de RVZ drie vragen voor:1. Hoe is ‘AWBZ-zorg’ in andere landen georga-

niseerd?2. Hoe presteert Nederland op dit terrein in ver-

gelijking met andere landen?3. Hoe kunnen organisatie en financiering van

de AWBZ-zorg worden verbeterd?

De ‘AWBZ-zorg’ is op dit moment vanuit deAWBZ gefinancierde zorg- en dienstverlening.In dit advies ziet de RVZ ‘AWBZ-zorg’ als allevormen van langdurige zorg en ondersteuning(long term care in brede zin). Dit brengt mee datdit advies ook betrekking moet hebben op eer-stelijnszorg, op informele zorg en op zorg voorchronisch zieken. En het doet dan ook nietalleen uitspraken over de AWBZ, maar ook overde Zorgverzekeringwet (ZVW) en de Wet maat-schappelijke ondersteuning (WMO).De RVZ heeft een intensieve internationale stu-die laten uitvoeren, waarin Nederland is verge-leken met vijf andere EU-landen. Deze vergelij-king leert dat de beschikbare informatie het niettoelaat de eerste twee vragen zó te beantwoor-den dat het antwoord op de derde vraag daaruitrechtstreeks voortvloeit. Dit advies bestaat omdie reden uit het antwoord op vraag drie. De ant-woorden op de eerste twee vragen gebruikt deRaad als adstructie en illustratie van het advies.

De kern van dit advies vindt overigens steun inde internationale vergelijking.

Basis voor dit advies is een oordeel over deAWBZ. Deze heeft drie tekortkomingen:– na de realisatie van de ZVW en de WMO zal de

plaats van de AWBZ onduidelijk zijn. Dit leidttot een versnipperd aanbod van langdurigezorg en ondersteuning;

– zij kan niet de kwaliteit van leven en wonen énde maatschappelijke participatie bieden diemensen met een beperking wensen;

– aan de voorkant is het AWBZ-systeem nietgoed af te grenzen en dus niet goed beheers-baar: zorg en dagelijks leven zijn vervlochten,de eigen en de collectieve verantwoordelijk-heid zijn niet goed uit elkaar te houden.Bovendien voelt niemand buiten de rijks-overheid zich verantwoordelijk voor dekostenbeheersing.

Tel bij dit alles op dat de echte vergrijzing inNederland nog moet komen én dat de vraagnaar het bestaande aanbod binnen tien jaar nietmeer beantwoord zal kunnen worden met debeschikbare zorgverleners.

Visie en oplossingsrichtingen

Dit advies leunt op een paar principes:– mensen met een beperking behoren te kun-

nen meedoen aan het normale maatschappe-lijke verkeer;

– dit meedoen moet men wettelijk kunnenafdwingen over een breed terrein (wonen,werken, communiceren, bewegen) met deWet gelijke behandeling;

– naar hun oorzaak, kan men drie soortenbeperkingen onderscheiden: de aangeborenof erfelijke, de door een ziekte ontstane en degevolgen van normale veroudering. In finan-ciering en organisatie van zorg moet men ditonderscheid aanleggen. De AWBZ-zorg vol-doet niet aan deze principes.

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 36

Page 3: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

algemeen

37zorg & financiering > 2-2006

Begin, ook voor mensen met een beperking, bijhet begin, zegt de Raad, en dat is: regie over heteigen leven, individuele verantwoordelijkheid enautonomie in een kader van gelijke behandeling.Slagen mensen er door buiten hun invloedssfeerliggende redenen, niet in de regie over hun levente voeren, dan moet de gemeente inspringenmet een gericht aanbod van individuele onder-steuning van wonen, werken, communiceren enbewegen. In eerste instantie in de reguliere soci-ale kaders, in tweede instantie op grond van deWMO. De verplichte zorgverzekering (ZVW) iser voor de medische en verpleegkundige dienst-verlening die vaak instrumenteel van aard zalzijn voor mensen met een beperking.De Raad trekt hieruit vier conclusies, tegelijker-tijd oplossingsrichtingen:1. De AWBZ is niet meer te verbeteren. De AWBZ kan

de eisen die deze tijd stelt aan de kwaliteit vanleven respectievelijk zorg niet meer inwilligen,de grenzen van de aanpassing zijn bereikt.Wij moeten op zoek naar een wezenlijk anderconcept van sturing, financiering en uitvoe-ring van langdurige zorg en ondersteuning;

2. Naar een nieuw, drieledig sturingsconcept. Datconcept moet zijn gebaseerd op:– burgerschap en ondernemerschap op een

vrije markt als de startpositie ten behoevevan wonen en welzijn;

– verzwaring taken en uitbreiding autonomielokaal bestuur ten behoeve van participatie;

– een flankerende zorgverzekering voor cureén care.

3. Begin met de keuze tussen individueel en collectief.Men kan de bestaande AWBZ-aansprakenherverkavelen over deze drie sturingsprinci-pes door te starten bij de keuze tussen indivi-duele en collectieve verantwoordelijkheid(individueel, tenzij), daarna te kiezen voorbegroting of verzekering en daarbinnen tenslotte voor rijk of gemeente respectievelijkprivate of publieke verzekering.

4. Andere beroepen nodig. Een nieuw concept voorlangdurige zorg en ondersteuning vereist ookeen andere inzet van menselijk kapitaal:

andere beroepen én een andere mix van for-mele en informele zorg.

De antwoorden op de vragen: het advies

De RVZ stelt voor de AWBZ op te heffen en deaanspraken op langdurige zorg en ondersteu-ning op drie manieren te financieren:– voor eigen rekening kunnen komen: wonen,

welzijn en (een groot deel van de) verzorging;– naar de WMO kunnen onder meer: huishou-

delijke en persoonlijke verzorging, ondersteu-nende begeleiding, vervoer en kleine onder-delen van activerende begeleiding, verblijf enverpleegartikelen;

– naar de ZVW kunnen onder meer wordenovergeheveld: behandeling, verpleging, dieet-advisering en onderdelen van activerendebegeleiding en verblijf.

De Raad stelt voor van het persoonsgebondenbudget (PGB) in de WMO én (na 6-12 maanden)in de ZVW een onderdeel te maken van een‘participatiebudget’ en dit zo breed mogelijkvoor langdurige zorg en ondersteuning aan tebieden.De knip tussen ‘zorg’ (ZVW) en ‘ondersteuning’(WMO) creëert een onderscheid tussen medi-sche en maatschappelijke dienstverlening.Daarvan mag de cliënt geen hinder ondervindenen dus zal in de organisatie van de dienstverle-ning op vier fronten een brug tussen de tweesystemen moeten worden geslagen:– een krachtige rol van eerstelijnscentra in de

coördinatie van zorg en ondersteuning (eencoproductie van ZVW en WMO aan de basis);

– een in samenhang organiseren van formele eninformele zorg;

– de ontwikkeling van nieuwe beroepen, deelsbuiten de zorg, op en rond de knip;

– samenhang tussen medische care en cure inde ZVW.

De Raad heeft in zijn internationale vergelijkingsteun gevonden voor deze herverkaveling van

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 37

Page 4: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

stelsel

38 2-2006 > zorg & financiering

AWBZ-zorg. In veel EU-landen onderscheidtmen de medische van de maatschappelijk zorg,maar combineert men care en cure, speelt hetlokaal bestuur een belangrijke rol ten aanzienvan de maatschappelijke zorg (die over het alge-meen gebudgetteerd en inkomensafhankelijk is)en zoekt men ten behoeve van samenhang naarliaisonfuncties tussen de twee systemen. De eer-ste lijn staat daarbij centraal. Daarin ziet mennieuwe beroepen ontstaan, die gericht zijn opondersteuning van de cliënt. Verder bevorderteen aantal landen de keuze voor mantelzorgactief. De meeste landen kiezen voor decentraleaansturing van langdurige zorg en ondersteu-ning. De OECD (Organisation for EconomicCooperation and Development) stelt voor denoodzakelijke zorg te verankeren in een socialeverzekering. In veel landen heroverweegt mende breedte en de diepte van het collectief gefi-nancierd pakket.

De Nederlandse langdurige zorg vergelijkenmet andere landen is op dit moment vrijwel nietmogelijk. Er is geen uniformiteit van indicato-ren en definities. Toch is er wel iets te zeggenover de Nederlandse prestaties. Nederlandscoort beter in ‘zorg’ dan in ‘ondersteuning’.In Nederland participeren mensen met eenbeperking relatief weinig in de samenleving.De intramurale AWBZ-zorg is omvangrijk invergelijking met andere landen, de extramuralezorg is niet minder groot. Dit wordt niet ver-klaard door vergrijzing: Nederland is mindervergrijsd. De kwaliteit van zorg, personeel engebouwen in Nederland is goed. De zorguitga-ven liggen in Nederland op een gemiddeldniveau als men de verzorgingshuizen niet mee-rekent. Het ‘zorgbereik’ is in Nederland relatiefhoog. Alleen Nederland kent met zijn AWBZ decombinatie van zorg, wonen en welzijn in éénsysteem en de scheiding van cure en care.Het AWBZ-pakket is internationaal gezien ruimbemeten en voor iedereen toegankelijk. De taakvan het lokaal bestuur en diens financiële moge-lijkheden zijn in Nederland relatief klein.

De realisatie van het advies

Aan vier randvoorwaarden moet zijn voldaan,wil dit advies gerealiseerd kunnen worden.1. Onder meer met behulp van een brede toe-

passing van de Wet gelijke behandeling,gekoppeld aan de door de RVZ bepleite com-pensatieplicht van de WMO én een partici-patiebudget, zal de inclusieve samenlevingvoor mensen met een beperking dichterbijmoeten komen. Alleen zo zullen zij regieover hun leven kunnen voeren. Nederlandgaat hiermee in de pas lopen met andere EU-landen

2. De rol van het lokaal bestuur zal verzwaardmoeten worden, de financiële mogelijkhedenmoeten worden uitgebreid en de positie vande cliënt ten opzichte van de gemeente moetworden versterkt. Verder zullen bepaaldetaken op regioniveau moeten worden uitge-voerd.

3. De ZVW moet dekking bieden voor de medi-sche cure en care die veel meer in samenhangmoeten worden uitgevoerd. Bij overhevelingvan AWBZ-zorg naar de ZVW dient het verze-keringskarakter en diens dynamiek leidendbeginsel te zijn.

4. Tussen WMO en ZVW moeten bruggen wor-den gebouwd, in het bijzonder met behulpvan een centrum voor eerstelijnszorg, doorde informele zorg te versterken en door nieu-we beroepen te creëren (het advies bevat con-crete voorbeelden).

De Raad beveelt aan al in deze kabinetsperiodeeen transitiefase te starten op weg naar de nieu-we situatie. Dit kabinet zou een langetermijn-strategie moeten presenteren die richting geeftaan een uitvoeringsprogramma voor de periode2006-2010:– stapsgewijze verdere overheveling van delen

van de AWBZ naar de ZVW;– onderzoek naar private spaar- en verzeke-

ringsvormen voor wonen, verzorging en wel-zijn voor ouderen;

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 38

Page 5: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

algemeen

39zorg & financiering > 2-2006

– gefaseerde uitbreiding van de WMO enbesluitvorming over een eigen belasting-gebied van de gemeente;

– verdere ondersteuning van de mantelzorg;– de ontwikkeling van nieuwe beroepen;– een visie op de reorganisatie, lees: verster-

king, van de eerstelijnszorg;– een publieksdiscussie over de plaats van men-

sen met een beperking in de samenleving.De Raad gaat ervan uit dat in deze kabinetsperi-ode geen verdere uitbreiding van ZVW en WMOplaats zal vinden. Hij vindt het echter wel nood-zakelijk dat het kabinet de langetermijnstrategiepresenteert. Deze kan dan in het volgend regeer-akkoord haar beslag krijgen.

Aanbevelingen

1. Het kabinet zal een aantal voorwaarden vooreen succesvolle WMO moeten creëren: eencompensatieplicht, een eigen belasting-gebied voor gemeenten (in plaats van eendeel van de AWBZ-premieheffing), regio-vorming, sterke rol GGD’en, inspraak bur-gers met een beperking. In het algemeen: eensterkere decentralisatie én brede invoeringWet gelijke behandeling.

2. In de desbetreffende wet- en regelgeving toe-passen van een doelgroepenbenadering(ouderen, psychiatrische patiënten (onder-deel van de groep chronisch zieken) engehandicapten).

3. Ook voor de ‘langdurige zorg’ afstappen vanhet (AWBZ-)idee ‘alles voor iedereen’.Introductie in de WMO van een inkomens- envermogenstoets in ieder geval voor wonen,welzijn en verzorging is noodzakelijk.

4. De aanspraken op AWBZ-zorg kunnen vooreen deel voor eigen rekening komen, bijvoor-beeld de verzorgingshuizen. Een ander deelkan worden ondergebracht bij de ZVW (circa2/3), een derde deel bij de WMO (circa 1/3).Het advies bevat een concreet voorstel. DeAWBZ kan worden opgeheven; er resterentwee wettelijke regimes: de ZVW en de WMO.

Deze zullen dan wel aan een aantal randvoor-waarden moeten voldoen, die deels afwijkenvan lopend beleid.

5. De medische care en cure, in één financie-ringskader, namelijk de ZVW, met zo minmogelijk onderlinge regimeverschillen.Het karakter van de ZVW dient behouden teblijven.

6. De door de Raad aanbevolen herverdeling vanAWBZ-aanspraken impliceert een uiteenrafe-ling van de AWBZ-functies (zie ook punt 4).

7. Nederland moet actie ondernemen in EU enOECD om de vergelijkbaarheid van zorgstel-sels te vergroten.

8. Na overheveling van een groot deel van deAWBZ-zorg naar de ZVW, zullen care (demedische AWBZ-zorg) en cure (de curatievezorg) in samenhang in één zorgketen moetenworden gecontracteerd en aangeboden.Tussen care en cure moet een aantal liaison-functies ontstaan, op professioneel en opinstitutioneel niveau (het advies bevat voor-beelden). De ZWV zal te zijner tijd geen cura-tieve zorg verzekeren, maar zorg. Care moeteen integraal onderdeel zijn van de kwali-teitsindicatoren voor het ziekenhuis.

9. De eerstelijnszorg gaat een beslissende rolspelen in de toekomstige keten van langduri-ge zorg en ondersteuning. Zij wordt enerzijdsde drager van alle medische en verpleegkun-dige zorg voor mensen met een beperking enin die rol een noodzakelijk complement vande community care. Anderzijds biedt zij eenloket- en ondersteuningsfunctie aan voordeze mensen. Deze dubbelrol veronderstelt:– een stevige infrastructuur voor de eerste

lijn in de vorm van wijk- of dorpsgebondencentra voor zorg en ondersteuning;

– een laagdrempelige brugfunctie tussenZVW en WMO die door zorgverzekeraarsen gemeenten wordt gefinancierd.

De extra kosten voor deze centra kunnenworden gefinancierd uit de opheffing van debestaande indicatieorganen en uit anderebesparingen in de uitvoering van de AWBZ.

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 39

Page 6: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

stelsel

40 2-2006 > zorg & financiering

10. De indicatiestelling in de keten van langduri-ge zorg en ondersteuning vindt plaats op degebruikelijke manier: de professionele indi-catiestelling in de ZVW; onder verantwoor-delijkheid van de gemeente in de WMO (enwel bij voorkeur regionaal).

11. De informele zorg (mantelzorg en vrijwilli-gerswerk) moet actiever worden bevorderddoor de rijksoverheid. De Raad beschouwt ditals een conditio sine qua non voor het func-tioneren van de zorgketen in de toekomst.Dit kan op ten minste zes manieren:– gemeenten in de WMO verplichten vol-

doende respijtzorg in te kopen bij zorg-aanbieders of vrijwilligerswerk;

– de totstandkoming van de eerstelijns-centra bevorderen, in samenwerking metzorgverzekeraars en gemeenten, en dezetot taak te geven de mantelzorg te onder-steunen;

– onderzoeken of de WTZi aangewend kanworden om de samenhang van formele eninformele zorg te bevorderen;

– zorgaanbieders verzoeken ondersteuningvan de mantelzorger (als medecliënt) in dediagnosebehandelingcombinaties (DBC’s)op te nemen;

– de keuze voor mantelzorg belonen doorvrijstellingen, tegemoetkomingen, ver-voersfaciliteiten, een vouchersysteem voorrespijtzorg en een iets hogere PGB-uitke-ring;

– sociale partners vragen de combinatie vanbetaalde arbeid en informele zorg te facili-teren in de CAO’s.

12. In de keten van langdurige zorg en onder-steuning zijn nieuwe beroepen en opleidin-gen nodig. Deze liggen onder meer op deovergang van ZVW en WMO. Zij hebbenvooral betrekking op coaching, zorgmake-laarschap en ondersteuning van maatschap-pelijke participatie. Buitenlandse voor-beelden kunnen richtinggevend zijn. VWSzou een concreet plan de campagne moetenlaten ontwikkelen.

13. Het PGB zou onderdeel moeten worden vaneen ‘participatiebudget’. De mogelijkhedenhiervoor dienen vergroot te worden, ook inde ZVW (bijv. na 6 of 12 maanden voor chro-nisch zieken). De overheid dient beleid teontwikkelen dat erop is gericht de bekosti-ging van de zorg en de ondersteuning waarmogelijk te laten plaatsvinden via participa-tiebudgetten. Deze budgetten dienen dan,om concurrerend te zijn met de zorginkoopdoor verzekeraars, kostendekkend te zijn.

14. Het kabinet zou op basis van onder meer ditadvies zo spoedig mogelijk met een plan decampagne moeten komen voor de AWBZ.Dit zou een langetermijnstrategie moetenbevatten en een visie op de plaats van men-sen met een beperking in de Nederlandsesamenleving. Het plan omvat ZVW, AWBZen WMO. Het geeft in stappen aan hoe deontmanteling van de AWBZ in de komendejaren moet verlopen (het RVZ-advies bevateen stappenplan).

15. De Raad beveelt ten slotte aan dit kabinetover de plaats in de samenleving van mensenmet een beperking een publiekspanel telaten houden. Dit zou maatschappelijkdraagvlak moeten opleveren voor eenbeleidsvisie op de zorg en de ondersteuningvan mensen met een beperking. Het volgen-de kabinet moet dan de definitieve beslis-sing over de ‘romp-AWBZ’ nemen.

Het hele rapport is te downloaden vanwww.rvz.net/data/download/publ05-15.pdf.

Reactie Staatssecretaris

Op dit moment vindt een InterdepartementaalBeleidsonderzoek (IBO) plaats naar de moge-lijkheden voor de toekomstige uitvoering van deAWBZ. Staatssecretaris Ross zal een standpuntdaarop op hoofdlijnen voor het zomerrecesinnemen en het advies van de RVZ daarbijbetrekken.Het blad ZorgVisie weet al te melden dat in het

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 40

Page 7: 221 RVZ-Advies ‘Mensen Met Een Beperking In Nederland’

algemeen

41zorg & financiering > 2-2006

conceptrapport van de IBO-werkgroep staat datde AWBZ moet worden afgeschaft. Doorgaanmet de AWBZ is op lange termijn niet zinvol,volgens de IBO-werkgroep. De uitvoering vandeze wet is steeds duurder geworden, zonderdat de kwaliteit van zorg navenant verbeterde.Verder blijkt geen van de partijen in de AWBZ-zorg belang te hebben bij kostenbeheersing.Volgens het rapport zou de zorg voor ouderenen chronisch zieken de verantwoordelijkheidvan zorgverzekeraars kunnen worden. Die zijnook verantwoordelijk voor de ziekenhuiszorg enkunnen efficiëntievoordelen behalen doorketenzorg te stimuleren. Door een goed systeemvan risicoverevening op te zetten, kunnen deverzekeraars voorkomen dat het onaantrekkelijkwordt chronische zorgvragers te verzekeren.Gehandicapten en chronisch psychiatrische pa-tiënten zijn moeilijker privaat te verzekeren. Zijdoen een relatief groot beroep op zorg en onder-

steuning en vormen daarom een groot verzeke-ringsrisico, waarbij niet uit te sluiten valt dat ver-zekeraars risicoselectie zullen toepassen. HetIBO-rapport maakt onderscheid tussen jongge-handicapten en volwassen gehandicapten. Jong-gehandicapten hebben veel te maken met ge-meentelijk beleid (onderwijs en welzijn) en zou-den daarom onder de verantwoordelijkheid vande gemeente kunnen vallen. Volwassen gehandi-capten hebben volgens het rapport wellicht meermet de curatieve zorg te maken, waardoor voorhen de verzekeraars meer voor de hand liggen.Ook de psychiatrie moet onder regie van de zorg-verzekeraars komen, mede omdat de verzeke-raars ook de op genezing gerichte geestelijkegezondheidszorg gaan inkopen.Bronnen: persbericht Raad voor de Volksgezondheid enZorg, 19 januari 2006, brief van de Staatssecretarisvan VWS, 16 februari 2006 en Nieuwsbrief ZorgVisie,2006, nr. 5<

Het Wet maatschappelijke ondersteuning(WMO) is op 14 februari jl. met een grote meer-derheid van stemmen aangenomen door deTweede Kamer.

Een week eerder stemde de Tweede Kamer overde amendementen die zij indienden bij het wets-voorstel WMO.De invoeringsdatum van de WMO verschuift van1 juli 2006 naar 1 januari 2007. Hier volgt eenoverzicht van de belangrijkste wijzigingen.

Tijdelijke zorgplicht wordt structureelcompensatiebeginsel

De tijdelijke zorgplicht van drie jaar wordt in hetwetsvoorstel vervangen door een structureelcompensatiebeginsel. Het compensatiebeginselverplicht gemeenten om voorzieningen te tref-fen voor mensen die zich door hun beperkingenniet zelf kunnen redden of die moeite hebben

met het meedoen aan de maatschappij. Hetcompensatiebeginsel is flexibeler in te vullendan de zorgplicht.In het oorspronkelijke wetsvoorstel was een tij-delijke zorgplicht opgenomen. Deze zorgplichtgold alleen voor: scootmobielen, rolstoelen ende huishoudelijke verzorging.

PGB voor alle individuele voorzieningen

Gemeenten zijn verplicht om burgers de keuzete bieden tussen een voorziening in natura, eenfinanciële tegemoetkoming of een persoons-gebonden budget (PGB). Dit geldt dan voor alleindividuele voorzieningen. In het oorspronke-lijke wetsvoorstel waren gemeenten alleen ver-plicht om een persoonsgebonden budget aan tebieden voor de voorzieningen waarvoor de zorg-plicht gold. Dat waren scootmobielen, rolstoe-len en huishoudelijke verzorging.

222 wmo aangenomen

ZenF-0206 cyaan.qxd 13-3-2006 21:37 Pagina 41