Musea en mensen met een beperking Praktische ...
Transcript of Musea en mensen met een beperking Praktische ...
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad +32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be
Document confidentiel © CBM
Musea en mensen met een beperking
Praktische toegankelijkheidsgids
Conceptie, redactie en coordinatie:
Pierre Hériard
Bondgenotenstraat, 174 - B1190 Bruxelles GSM: +32 495 79 88 93 www.atout-culture.com
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
2
Inhoudstafel
1 Inleiding .......................................................................................................................... 3
2 Instellingen en regelgeving ............................................................................................. 6
3 Het verenigingsleven .....................................................................................................10
4 Beperkingen, stoornis, handicaps ..................................................................................21
5 Aanbevelingen ..............................................................................................................29
6 Financies .......................................................................................................................83
7 Bronnen ........................................................................................................................96
8 Dankwoord ....................................................................................................................99
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
3
1 Inleiding
Mensen met een handicap het leven zo makkelijk en aangenaam mogelijk maken, dat is een
van de grote maatschappelijke uitdagingen van onze tijd. Kosten noch moeite worden
gespaard om deze bevolkingsgroep toegang te geven tot een stijgend aantal diensten,
beroepen en zaken in de vrijetijdssfeer.
De voorbije jaren vond er een betekenisvolle semantische evolutie plaats. Voorheen sprak
men vooral over de ‘integratie’ van mensen met een beperking, terwijl men het nu veeleer
heeft over de ‘inclusie’. In het geval van de eerste woordkeuze, dient het individu zich aan te
passen aan zijn omgeving. En dat in tegenstelling tot het recente discours, waarbij de
omgeving verwacht wordt zich aan te passen aan het individu1.
Dit is een uitdaging waarmee ook de museumverantwoordelijke wordt geconfronteerd. Net
als elk ander publiek gebouw, dient het museum te beantwoorden aan een aantal
toegankelijkheidscriteria en –normen. Zoals een hellend vlak voor mensen met een mobiele
beperking, aangepast sanitair, een voor blinden aangepaste bestrating, en visuele
waarschuwingssignalen voor doven, enz.
Daarbij komt dat deze uitdaging wordt opgetrokken door het feit dat heel wat musea zijn
gehuisvest in historische gebouwen2. Bovendien dient de toegankelijkheid in zijn geheel te
worden bekeken, over de hele ‘lijn’. Zo is het bijvoorbeeld wenselijk dat alle onderdelen in de
doorstroom van een plek probleemloos met elkaar verbonden zijn. In dat verband wordt vaak
1 Accès sourds, accessoire ? Guide pour améliorer l’accès à l’information pour les personnes sourdes, Michel
Joris, APEDAF, 2011.
2 Betreffende de toegankelijkheid van historische gebouwen, zie de volgende bronnen:
• dossier « Patrimoine, affaire classée ? » verschenen in Aires Libres (n° 10 - November 2011), tijdschrift rond toegankelijkheid, uitgegeven door GAMAH asbl;
• artikel Patrimoine, affaire classée, « Accessibilité du patrimoine dans le domaine culturel », Marcus Weisen, Directeur van het Jodi Mattes Trust for accessible digital culture, Akten van het colloquium dat op 27 april 2012 werd georganiseerd in het kader van het Salon Autonomies.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
4
het enigszins karikaturale voorbeeld aangehaald van de aanwezigheid van een toilet met
aangepaste ergonomie, maar dat enkel en alleen bereikbaar is… via een trap.
Toegankelijkheid betekent eveneens aandacht hebben voor aangepaste communicatie (op
de website, in folders, signalisatie ter plaatse, enz.) en initiatieven die de professionele
integratie van personen met een beperking in de instelling of organisatie bevorderen. Hoe
dan ook, deze gids richt zich op specifiek aan musea gerelateerde uitdagingen en
problemen. Het bouwkundig kadert komt er maar even aan bod, evenals de communicatieve
uitdagingen, en de professionele integratie. Hierover bestaan immers al tal van uitstekende
publicaties en andere bronnen. Wel wil deze gids een aantal aanbevelingen onder uw
aandacht brengen. Die spitsen zich in hoofdzaak toe op het onthaal, de presentatie van de
collecties en de publieksbemiddeling. Daarom sluit deze gids ook aan bij de bevindingen van
het colloquium ‘Musea en toegankelijkheid’ (Brussel, november 2011) en de publicatie die na
dit colloquium bezorgd werd3.
In heel wat opzichten kunnen deze aanbevelingen erg zwaar en duur schijnen om deze in de
praktijk toe te passen. Maar…
… door de toegankelijkheid voor mensen met een beperking te verbeteren, wordt ook de
algemene toegankelijkheid voor het publiek geoptimaliseerd. Zo is de installatie van een
hellend vlak voor rolstoelgebruikers ook een zegen voor jonge ouders die met een
duwwagentje naar het museum komen. Het gebruik van grote(re) letters in publieke teksten
komt niet enkel bezoekers met een visuele beperking ten goede. Ook andere bezoekers
hebben baat bij deze betere toegang tot informatie. Het aanbieden van een ‘visiogids’ voor
doven betekent ook dat andere bezoekers kunnen gebruik maken van deze complementaire
informatie. Preciezer: het zou goed zijn om te streven naar een ‘universeel concept’
(‘universal design’), een uitdaging die in het hele DNA van het project of de instelling moet
vertaald worden, en die erin bestaat om aangepaste oplossingen te bieden aan àlle users.
“Het universeel concept is een strategie die erop mikt om verschillende producten en
3 La vie des musées (n° 24), Des musées plus accessibles, ICOM Belgique-Wallonie-Bruxelles, 2012.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
5
omgevingen te bedenken en uit te werken. Die proberen zich zoveel mogelijk, en op een
onafhankelijke en natuurlijke manier, de toegankelijkheid, begrijpelijkheid en de
bruikbaarheid voor iedereen te bewerkstelligen. En zonder daarbij te moeten terugvallen op
oplossingen die een speciaal concept of aanpassing vereisen”4. Dit soort van onderneming
sluit ook naadloos aan bij de notie van inclusie, die hierboven is aangehaald.
… zoals zo vaak, zorgen de beperkingen dikwijls voor creatieve prikkels. In de loop van de
voorbije jaren waren er talloze innovaties, vooral op het vlak van de nieuwe technologieën.
Ook moesten er oplossingen op het vlak van de cultuurbemiddeling worden gevonden, die
bestemd waren voor mensen met een handicap. In dit document hebben we hiervan een
aantal voorbeelden opgenomen.
4 Resolution ResAP(2001)1 on the introduction of the principles of universal design into the curricula of all
occupations working on the built environment, Council of Europe, 2001.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
6
2 Instellingen en regelgeving
2.1. De Verenigde Naties
De Verenigde Naties liggen aan de oorsprong van heel wat teksten die personen met een
handicap aanbelangen:
• op 9 december 1975 werd de Verklaring van de rechten van personen met een handicap
opgesteld, die stelt dat elke persoon met een handicap “het recht heeft om bij zijn familie
te wonen, of op zelfstandige basis, en tevens het recht heeft om aan alle sociale,
creatieve of recreatieve activiteiten deel te nemen.”
• op 7 oktober 1992 werd Resolutie 47/3 aangenomen die bepaalde dat de ‘Internationale
dag van personen met een beperking’ elk jaar zal plaatsvinden op 3 december;
• op 13 december 2006 werd het VN-Verdrag ondertekend dat betrekking heeft op de
rechten van personen met een beperking. Dit verdrag schuift het principe van de ‘inclusie’
naar voren en voorziet in artikel 30 dat “De Staten die Partij zijn erkennen het recht van
personen met een handicap om op voet van gelijkheid met anderen deel te nemen aan
het culturele leven en nemen alle passende maatregelen om te waarborgen dat personen
met een handicap […] toegang hebben tot plaatsen voor culturele activiteiten, zoals
theaters, musea, bioscopen, bibliotheken en dienstverlening op het gebied van toerisme
en zo veel als mogelijk toegang hebben tot monumenten en plaatsen van nationaal
cultureel belang.” De Europese Unie ratificeerde dit verdrag in 2011, België in 2009 en het
Brussels Hoofdstedelijk Gewest stelde in datzelfde jaar “er groot belang aan te hechten.”
2.2. De Europese Unie
Een van de eerste, grote aandachtspunten van de Europese Unie in deze materie was de
ondersteuning van de integratie van personen met een handicap op de arbeidsmarkt. De
sleuteltekst in dezen is het Verdrag van Amsterdam (1997), die expliciete clausules bevat
met betrekking tot handicaps (artikels 13 en 95). Bovendien spoort de Directieve 2000/78/CE
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
7
(die op 27 november 2000 is aangenomen) de lidstaten aan om een algemeen kader te
respecteren, ten gunste van de behandeling op het vlak van de tewerkstelling en arbeid van
personen met een beperking.
Een belangrijke tekst, maar weliswaar niet-bindend, en die een belangrijke impact heeft
gehad op het speelterrein van de Europese Unie op dit domein. Dit is het Handvest van de
grondrechten van de Europese Unie, aangenomen op 7 december 2000. Dit Handvest
verbiedt elke vorm van discriminatie op basis van een handicap (artikel 21). Daarnaast
erkent het het recht voor mensen met een beperking op “autonomie, de professionele en
sociale integratie en de deelname aan het gemeenschapsleven” (artikel 26).
Recenter heeft de Europese Commissie een langetermijnstrategie over tien jaar uitgezet die
de gelijke kansen voor mensen met een beperking moet aanmoedigen. Deze ‘Strategie
handicap 2010-2020’ beraakt verschillende domeinen, waaronder dat van de
toegankelijkheid. Zo is er onder andere sprake van “de sportieve, recreatieve en culturele
organisaties en activiteiten toegankelijk te maken.” Maar, belangrijk om te beseffen: dit is een
plan en dus geen wetgeving.
2.3. De federale staat
De federale staat is bevoegd voor de volgende domeinen:
• allocaties voor mensen met een beperking; de uitreiking van parkeerkaarten en
kortingskaarten voor het openbaar vervoer (FOD Sociale Zekerheid). De bevoegdheid van
de staat in deze materie wordt geregeld door de Wet betreffende de tegemoetkomingen
aan personen met een handicap van 27 februari 1987, evenals de wetten en de besluiten
die deze hebben gewijzigd;
• juridische bescherming (FOD Justitie);
• vragen met betrekking tot discriminatie (Centrum voor gelijkheid van kansen en voor
racismebestrijding). De bevoegdheid van de staat in deze materie wordt geregeld door
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
8
de Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie. Deze wet
is de feitelijke omzetting naar het Belgisch recht van de Europese richtlijn 2000/78/CE.
Ook al bestaat er geen wetgeving die de toegang regelt voor mensen met een beperking
tot kennis, informatie en cultuur, toch bevat deze wet van 10 mei 2007 interessante
elementen met betrekking tot de ‘participatie’ aan de maatschappelijke activiteiten. Als
een persoon met een beperking bijvoorbeeld de onthaalvoorzieningen als onvoldoende
inschat, kan hij of zij zich beroepen op de bepaling van de ‘redelijke aanpassingen’ die
door deze wet voorzien wordt. In het artikel 4, alinea 12 lezen we: “redelijke
aanpassingen: passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de
behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat te stellen toegang
te hebben tot, deel te nemen aan en vooruit te komen in de aangelegenheden waarop
deze wet van toepassing is, tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen
voor de persoon die deze maatregelen moet treffen. Wanneer die belasting in voldoende
mate wordt gecompenseerd door bestaande maatregelen in het kader van het gevoerde
overheidsbeleid inzake personen met een handicap, mag zij niet als onevenredig worden
beschouwd”5. Deze bepaling van de ‘redelijke aanpassingen’ is tevens het voorwerp van
een uitgebreid protocol6.
2.4. Les régions
De gewesten zijn bevoegd voor de huisvesting, de toegang tot openbare ruimten en
gebouwen. Op dit domein heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest zijn acties
neergeschreven in de Gewestelijke stedenbouwkundige verordening, waarvan het vierde
hoofdstuk helemaal gewijd is aan de toegankelijkheid. De bepalingen op dit vlak richten zich
5 La culture : les personnes handicapées y ont-elles accès ?, Plain-Pied asbl, 2009.
6 Protocol tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige
Gemeenschap, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeen-schapscommissie ten gunste van de personen met een handicap Protocol betreffende het begrip redelijke aanpassingen in België krachtens de wet van 25 februari 2003 ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, 19 juli 2007.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
9
op “de gebouwen en ruimten die bestemd zijn voor recreatieve, toeristische en socioculturele
activiteiten, evenals voor conferenties en tentoonstellingen” (paragraaf 3, alinea 1). Ook de
musea hebben met andere woorden hiermee te maken, en ook degene die zijn
ondergebracht in historische panden: “De gebouwen met een erfgoedwaarde zijn niet
uitgesloten van het toepassingsgebied en de principes van de toegankelijkheid voor mensen
met een beperking, dat hierboven is aangehaald.” Enkel de toegankelijkheid in de
bouwkundige betekenis van het woord is voorzien in dit document voorzien.
2.5. De gemeenschappen
De gemeenschappen zijn bevoegd voor het onderwijs over de hele lijn, en dus ook voor het
onderwijs bestemd voor mensen met een beperking. Daarnaast komen ze ook tussenbeide
bij allerhande vragen over integratie, zoals de individuele begeleiding voor huisvesting,
tewerkstelling, opleiding, vervoer, enz. Het aanspreekpunt voor dit soort vragen is in Brussel:
• De Brusselse dienst Phare – Personne Handicapée Autonomie REcherchée, bestemd
voor Franstalige inwoners van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Deze dienst ontwikkelt
zijn werking op basis van het Décret relatif à l'intégration sociale et professionnelle des
personnes handicapées dat door de Franse Gemeenschapscommissie (Commission
communautaire française, COCOF) op 4 maart 1999 werd gepubliceerd. Een nieuw
decreet over ‘inclusie’ zou binnenkort dat uit 1999 vervangen. Dit nieuwe decreet zal
rekening houden met de ratificatie van het VN-Verdrag dat betrekking heeft op de rechten
van personen met een beperking;
• Het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap, voor personen die woonachtig
zijn in Vlaanderen en voor Nederlandstaligen woonachtig in het Brussels Hoofdstedelijk
Gewest.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
10
3 Het verenigingsleven
Om instrumenten uit te bouwen ter bevordering van de toegankelijkheid, om deze te testen,
maar ook om te communiceren naar de betreffende publieken wanneer alles effectief is, is
het natuurlijk aangeraden om contact op te nemen met de verenigingen van en voor
personen met een beperking. Ziehier een overzicht van de belangrijkste verenigingen in
België:
3.1. Representatieve organisaties
Association des parents d’enfants déficients auditifs francophones (APEDAF)
• Missie: een plek zijn waar men een luisterend oor vindt, waar solidariteit en uitwisseling
van informatie tussen ouders bevorderd wordt; een plek waar men in contact komt met
mensen werkzaam in de sector van slechthorenden en waar wisselwerking mogelijk is;
instaan voor een dienst voor opvoedkundige hulp en een sociale dienst;
• Contactgegevens: Van Eyckstraat, 11a, bus 5 – 1050 Elsene (Brussel). Tel.: +32 2 644 66
77. E-mail: [email protected].
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
11
Nationale Vereniging voor Hulp aan Verstandelijk Gehandicapten (NVHVG) /
Association nationale d'aide aux handicapés mentaux (ANAHM) (samengesteld uit
Inclusie Vlaanderen vzw en de Association francophone d'aide aux handicapés mentaux)
• Missie: de verdediging van de rechten van personen met een verstandelijke handicap en
van hun familie; de toepassing van de wetgeving opvolgen en bijhouden op de
verschillende beleidsniveau’s; de acties van de verschillende gemeenschappelijke of
gewestelijke verenigingen coördineren; het deelnemen aan Europese en internationale
samenwerkingsprojecten; het beheer van het informatie- en documentatiecentrum;
• Contactgegevens: Albert Giraudlaan, 24 – 1030 Schaarbeek (Brussel). Tel.: +32 2 247 28
29. E-mail: [email protected] / [email protected].
Enter vzw
• Missie: ijveren voor integrale toegankelijkheid en het promoten van Universal Design ter
bevordering van gelijke kansen voor iedereen en in het bijzonder voor personen met een
handicap en ouderen; expertise ontwikkelen, inspireren, ondersteunen, sensibiliseren,
toegankelijkheid onderzoeken... gericht op burgers, professionelen, vrijwilligers, maar ook
beleidsmakers, bedrijven, organisaties. Beheer van thematische portaalsites
www.toegankelijkeomgeving.be en www.toegankelijkgebouw.be;
• Contactgegevens: Belgiëplein, 1 – 3510 Hasselt. Tel: +32 11 26 50 30. E-mail:
Fédération francophone des sourds de Belgique (Franstalige federatie van doven in
België)
• Missie: de gemeenschap van Franstalige doven en slechthorenden vertegenwoordigen,
de slechthorende personen opwaarderen en stimuleren tot actieve en verantwoordelijke
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
12
burgers, hun recht op informatie en op integratie in het sociale leven en op de
arbeidsmarkt verdedigen;
• Contactgegevens: Marnixlaan, 19/A – 1000 Brussel. Tel.: +32 2 644 69 01. E-mail:
Federatie van Vlaamse Doven Organisaties
• Missie: bijdragen tot de emancipatie en de persoonlijke ontwikkeling van dove personen
en het verder uitwerken van de Vlaamse gebarentaal;
• Contactgegevens: Stropkaai, 38 – 9000 Gent. Tel.: +32 9 224 46 76. E-mail:
Intro vzw
• Missie: het verbeteren van de toegankelijkheid van evenementen voor een publiek met
een beperking (festivals, voorstellingen in zalen, sportmanifestaties, beurzen, opleidingen,
conferenties etc.); de aandacht trekken van de burgers en de overheid op de noodzaak
van de toegankelijkheid van evenementen; aan de organisatoren van evenementen een
expertise op maat aanreiken; ter beschikking stellen van materiaal en diensten aangepast
aan evenementen (hellende vlakken, tussenkomsten van tolken in gebarentaal, het
voorzien van audio descriptie etc.);
• Coordonnées: Noorderlaan, 4 – 1731 Zellik. Tel.: +32 2 465 67 00. E-mail: info@intro-
events.be.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
13
Ligue Braille / Brailleliga
• Missie: hulp bieden aan slechtziende en blinde personen; tussenkomsten betreffende de
dagelijkse begeleiding, de opleiding en de integratie in de arbeidsmarkt; het voorstellen
van culturele en recreatieve activiteiten; acties op touw zetten voor het sensibiliseren van
het grote publiek rond de problematiek van blinde en slechtziende personen;
• Contactgegevens: Engelandstraat, 57 – 1060 Sint-Gillis (Brussel). Tel: +32 2 533 32 11.
E-mail: [email protected].
Federaal Werk ‘De vrienden der blinden en slechtzienden vzw’
• Missie: bijdragen tot het welzijn van personen met een visuele handicap in de meest
uitgebreide en uiteenlopende vormen: de zelfredzaamheid en de begeleiding ontwikkelen
of behouden om het dagelijkse leven en de socioculturele inclusie te vergemakkelijken; de
sensibilisering van het grote publiek betreffende de visuele handicap; de opleiding van
blindengeleidehonden;
• Contactgegevens: Rue de la Barrière, 37-39 – 7011 Mons. Tel.: +32 65 40 31 00. E-mail:
Œuvre nationale des aveugles (ONA)
• Missie: bijdragen tot de volwaardige deelname van slechtzienden en blinden aan het
sociale leven en het grote publiek en de overheden sensibiliseren m.b.t. de visuele
handicap;
• Contactgegevens: Daillylaan, 90-92 – 1030 Schaarbeek (Brussel). Tel.: +32 2 241 65 68.
E-mail: [email protected].
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
14
Slechtzienden en Blinden Paltform Vlaanderen (SBPV)
• Missie: kansen creeëren voor blinde en slechtziende personen om hun problemen van
uitsluiting te helpen oplossen, via een politiek van overleg tussen de betrokken
organisaties;
• Contactgegevens: Kortrijksesteenweg, 304 (1ste verdiep) – 9000 Gent.
3.2. Studiebureau’s
Adviesbureau toegankelijke omgeving vzw (ATO)
• Missie: gelijke kansen bevorderen door de fysieke en mentale hindernissen inzake
toegankelijkheid weg te werken; het maken van toegankelijkheidsdoorlichtingen van
bestaande infrastructuur en het geven van advies op maat ter verbetering van de
gebouwen, ruimten etc.; het verzorgen van opleidingen, het uitvoeren van studies,
consultancy. Deze vereniging is voornamelijk werkzaam in Oost-Vlaanderen;
• Contactgegevens: Driegaaienstraat, 160 – 9100 Sint-Niklaas. Tel.: +32 3 780 35 95. E-
mail: [email protected].
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
15
Acces-A
• Missie: het sensibiliseren van de gewesten en de gemeenten betreffende de problematiek
van de toegankelijkheid voor personen met een handicap en personen met beperkte
mobiliteit; het benadrukken van de kenmerken en de behoeften van personen met
beperkte mobiliteit; zich ter beschikking stellen van gewesten en gemeenten zodat deze
een beroep kunnen doen op de ervaring van "Acces-A" op het vlak van toegankelijkheid.
Erkend door de Brusselse dienst PHARE om de toegankelijkheid van de openbare ruimte
voor mensen met een handicap te certifieren;
• Contactgegevens: Oranjebloesemstraat, 37, bus 213 – 1150 Sint-Pieters-Woluwe
(Brussel). Tel.: +32 2 772 18 95. E-mail: [email protected].
Accès et mobilité pour tous asbl (AMT-Concept)
• Missie: de actoren in de politieke en economische wereld bewust maken van de
praktische behoeften van mensen met een handicap op het gebied van de fysieke
omgeving; raadgevers op het vlak van toegankelijkheid opleiden; technische en
pedagogische handleidingen uitgeven voor professionals en fabrikanten. De vereniging
werd door de Brusselse dienst PHARE bevoegd verklaard om de toegankelijkheid voor
personen met beperkte mobiliteit van de openbare ruimten te certifiëren;
• Contactgegevens: Auguste Renoir straat, 5/4 – 1140 Evere (Brussel). Contactpersoon:
Miguel Gerez. Tel.: +32 2 705 03 48. GSM: +32 477 31 86 07.
Association nationale pour le logement des handicapés (ANLH)
• Missie: ijveren voor de sociale integratie van personen met een fysieke handicap, in de
eerste plaats wat betreft de huisvesting, maar ook betreffende het dagelijkse leven en het
openbaar vervoer. De vereniging werd door de Brusselse dienst PHARE bevoegd
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
16
verklaard om de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit van de openbare
ruimten te certifiëren;
• Contactgegevens: Oranjebloesemstraat, 1, bus 213 – 1150 Sint-Pieters-Woluwe
(Brussel). Tel.: +32 2 772 15 95. E-mail: [email protected].
Centrum Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (CTPA)
• Missie: het verlenen van toegankelijkheidsadvies op bouwplannen in voorontwerp; het
screenen van infrastructuur op hun toegankelijkheid; het aanbieden van vormingen en het
doen aan sensibilisering. Deze vereniging is voornamelijk werkzaam in de provincie
Antwerpen;
• Contactgegevens: Boomgaardstraat, 22, bus 101 – 2600 Berchem (Antwerpen). Tel.: +32
3 240 56 47. E-mail: [email protected].
Groupe d'action pour une meilleure accessibilité aux personnes handicapées (GAMAH
asbl)
• Missie: het verbeteren van de toegankelijkheid van gebouwen, wegen en vervoer, via het
adviseren van architecten en aannemers, de opleiding van mensen in de bouw-, wegen-
en transportsector; het screenen van de toegankelijkheid van gebouwen; het interpelleren
van fabrikanten en beleidsmakers. De vereniging werd door de Brusselse dienst PHARE
bevoegd verklaard om de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit van de
openbare ruimten te certifiëren;
• Contactgegevens: Rue de la Pépinière, 23 – 5000 Namur. Tel.: +32 81 24 19 37. E-mail:
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
17
Plain-Pied asbl
• Missie: de autonomie van mensen met een handicap optimiseren door middel van werk
en onderzoek; samenwerking, advies en opleiding voor architecten en bouwmeesters
voor de realisatie van toegankelijke huisvesting, toegankelijke openbare gebouwen, en
toegankelijke evenementen. De vereniging werd door de Brusselse dienst PHARE
bevoegd verklaard om de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit van de
openbare ruimten te certifiëren;
• Contactgegevens: rue du Nanon, 98 – 5000 Namur. Tel.: +32 81 39 06 36. E-mail:
Toegankelijkheidsbureau vzw
• Missie: de bereikbaarheid, toegankelijkheid en bruikbaarheid van wonen, verkeer,
vervoer, woningen, openbare gebouwen, het toerisme, de vrije tijd en de arbeismarkt te
promoten en te vergroten en dit voor alle burgers, maar ook voor personen met een
handicap en ouderen; deskundige ondersteuning bieden aan professionelen, gebruikers
en beleidsmakers. Deze vereniging is voornamelijk werkzaam in de provincies Limburg en
Vlaams-Brabant;
• Contactgegevens: Belgiëplein, 1 – 3510 Kermt/Hasselt – Tel: +32 11 87 41 38. E-mail:
[email protected] / Noorderlaan, 4 – 1731 Zellik – Tel: +32 2 465 55 25.
E-mail: [email protected].
Westkans vzw
• Missie: stimuleren van de universele toegankelijkheid en gelijke kansen; het leveren van
toegankelijkheidstechnisch advies aan overheden en ondernemers voornamelijk bij bouw-
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
18
of verbouwplannen van publiek toegankelijke infrastructuur. Deze vereniging is
voornamelijk werkzaam in de provincie West-Vlaanderen;
• Contactgegevens: Kerkofstraat, 1 – 8200 Brugge. Tel.: +32 50 40 73 73. E-mail:
3.3. Enkele verenigingen mensen met een beperking begeleiden naar musea
• Aide aux Moins Valides (motorische beperking). Adres: Kolonel Bourgstraat, 127-129, bus
2 – 1040 Etterbeek (Brussel). Tel.: +32 2 733 26 52. E-mail: [email protected]
• Altéo (elk type beperking). Adres: Haachtse Steenweg, 579 – BP 40, 1030 Schaarbeek
(Brussel). Tel: +32 2 246 42 26
• Arts et Culture (auditieve beperking). Adres: Decemberstraat, 16 – 1200 Sint-Lambrechts-
Woluwe (Brussel). E-mail: [email protected]
• Association de parents et de professionnels autour de la personne handicapée – AP3
(meervoudig gehandicapten), Recreatieve workshops op maat. Adres: Lambermontlaan,
61 – 1030 Schaarbeek (Brussel). Tel.: +32 2 215 51 92. E-mail: [email protected] en
• Bataclan (elk type beperking). Adres: Generaal Bernheimlaan, 31 – 1040 Etterbeek
(Brussel). Tel.: +32 2 646 30 13. E-mail: [email protected]
• CREHAM (verstandelijke beperking). Adres: Quai Saint-Léonard, 6 – 4000 Liège. Tel.:
+32 4 227 01 55. E-mail: [email protected]
• Décalage (motorische beperking). Adres: Kersentijdstraat, 2/272 – 1150 Sint-Pieters-
Woluwe (Brussel). Tel.: +32 2 772 19 52. E-mail: [email protected]
• Famisol (voor kinderen, elk type beperking). Adres: Martinus V-straat, 22 – 1200 Sint-
Lambrechts-Woluwe (Brussel). Tel.: +32 2 771 91 14 – GSM: +32 473 866 549
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
19
• Gratte (verstandelijke beperking). Adres: Parmastraat, 86 – 1060 Sint-Gillis (Brussel).
Tel.: +32 2 535 70 82. E-mail: [email protected] en [email protected]
• Horizon 2000 (elk type beperking). Adres: Quai de Brabant, 20 – 6000 Charleroi.
Contactpersoon: Anne Salmon. Tel.: +32 808 02 60 en +32 71 31 27 19
• Jest (verstandelijke beperking). Adres: Vogelvangstlaan, 62A – 1170 Watermaal-
Bosvoorde (Brussel). Tel.: +32 2 672 16 90. E-mail: [email protected] en
• De Ark (verstandelijke beperking). Adres: Chambérystraat, 23 – 1040 Etterbeek (Brussel).
Tel.: +32 2 626 18 60. E-mail: [email protected]
• La Lumière (visuele beperking). Adres: Rue Sainte-Véronique, 17 – 4000 Liège. Tel.: +32
4 222 35 35. E-mail: [email protected]
• La maison des pilifs, (verstandelijke beperking). Adres: Wimpelbergstraat, 197 – 1120
Neder-Over-Heembeek (Brussel). Tel.: +32 2 268 53 70 en +32 498 35 74 16. E-mail:
• Le Silex (verstandelijke beperking). Adres: Vootstraat, 82 – 1200 Sint-Lambrechts-
Woluwe (Brussel). Tel.: +32 2 762 40 09. E-mail: [email protected]
• Les fauteuils volants (motorische beperking). Adres: Orbanlaan, 225 – 1150 Sint-Pieters-
Woluwe (Brussel). Contactpersoon: Christine Schuiten. Tel.: +32 479 33 44 69. E-mail:
• Ligue belge de la sclérose en plaques / Nationale Belgische multiple sclerose liga.
Auguste Lambiottestraat, 144 – 1030 Schaarbeek (Brussel). Tel.: +32 2 736 16 38. E-
mail: [email protected]
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
20
• Ligue Braille / Brailleliga, Dienst Vrije tijd (visuele beperking). Adres: Engelandstraat, 57 –
1060 Sint-Gillis (Brussel). Tel: +32 2 533 32 11. E-mail: [email protected]
• Federaal Werk De Vrienden der Blinden en Slechtzienden vzw / Œuvre Fédérale Les
Amis des Aveugles et Malvoyants, Culturele dienst (visuele beperking). Adres: Rue de la
Barrière, 37-39 – 7011 Mons. Contactpersoon: Nathalie Philippart. Tel.: +32 65 40 31 23.
E-mail: [email protected]
• ONA, Dienst Vrije tijd (visuele beperking). Adres: Daillylaan, 90-92 – 1030 Schaarbeek
(Brussel). Tel.: +32 2 241 65 68. E-mail: [email protected]
• Passe-Muraille (elk type beperking). Adres: Place du Béguinage, 3 – 7000 Mons. Tel.:
+32 65 77 03 70
• Prorienta - ACFRP (elk type beperking). Adres: Vieux chemin d'Ath, 1 – 7548 Tournai.
Contactpersoon: Martine Leroy. Tel.: +32 69 89 08 50. E-mail: [email protected]
• SAPHaM (verstandelijke beperking, beperkte autonomie). Adres: Barricadenplein, 1 –
1000 Brussel. Contactpersoon: Béatrice Pâquet. Tel: +32 2 504 90 10. E-mail:
[email protected] en [email protected]
• SEL Bleu (toegankelijke cultuur, toeristische gidsen, advies en toegankelijkheid, elk type
beperking). Adres: Rue des Wallons, 203 – 4000 Liège. Tel.: +32 495 21 62 72. E-mail:
• Sisahm (verstandelijke beperking). Adres: Troonstraat, 127 – 1050 Elsene (Brussel). Tel.:
+32 2 219 49 78 en +32 2 219 28 33. E-mail: [email protected]
• SUSA (verstandelijke beperking - autisme). Adres: (Brusselse antenne): Edingenstraat, 40
– 1080 Sint-Jans-Molenbeek (Brussel). Tel.: +32 2 346 41 70. E-mail: susa-
• Transition (elk type beperking). Adres: Alsembergse Steenweg, 303, bus 2.2 – 1190 Vorst
(Brussel). Tel.: +32 2 346 08 00. E-mail: [email protected]
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
21
4 Beperkingen, stoornis, handicaps
De Wereldgezondheidsorganisatie (WGO) heeft het begrip ‘handicap’ bepaald door het
onderscheid te maken tussen drie termen7:
• Stoornis: iedere afwezigheid of afwijking van een psychologische, fysiologische of
anatomische (het biomedische aspect) structuur of functie. Dit aspect kenmerkt de
mensen die “iets tekort hebben”: een gehoor- of gezichtsstoornis, verstandelijk, enz.;
• Beperking: iedere vermindering (die uit een stoornis voortspruit) of afwezigheid van de
mogelijkheid tot een voor de mens normale activiteit normaal (het functionele aspect dus)
te verrichten. Dit kan tot een onvermogen om deze of gene taak uit te voeren tot gevolg
hebben;
• Nadeel, handicap, of, correcter: situatie van een handicap: een nadelige positie van
een persoon als gevolg van een stoornis of beperking, welke de normale rolvervulling van
de betrokkene (gezien leeftijd, geslacht en sociaal-culturele achtergrond) begrenst of
verhindert. Handicap drukt de mate van nadeel in sociaal opzicht uit, die iemand als
gevolg van stoornissen en beperkingen ondervindt.
Een voorbeeld: iemand die een gehoorstoornis heeft en die een film gaat bekijken, is niet in
staat om deze film helemaal te begrijpen. Deze persoon is dus gehandicapt, in zijn sociale
rol van kijker. Als er daarentegen ondertitels vertoond worden, bevindt deze persoon zich
niet langer in de situatie van een handicap.
Ook zo voor een persoon die niet kan zien of manuele handelingen uitvoeren – wat kan
beschouwd worden als een stoornis. Deze persoon kan zich onmogelijk uitdrukken in
gebarentaal, of deze taal begrijpen. Als hij of zij zich naar een meeting begeeft met doven –
die zich van de gebarentaal bedienen – bevindt hij of zij zich in de situatie van een handicap.
7 International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), WHO, 2001 / Enjeux : le poids et le sens
des mots, Plateforme Annonce Handicap.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
22
De volgende paragrafen overlopen de verschillende types van beperkingen, alsook de
stoornissen en de handicaps waarvan ze aan de basis liggen.
4.1. De motorische beperking
“Een motorische beperking wordt veroorzaakt door een stoornis van de motoriek, en met
name de mogelijkheid van het lichaam om zich te bewegen of stil te houden op een normale
manier”8. De oorzaken van een motorische beperking kunnen erg uiteenlopen: een ziekte
(opgelopen of genetisch bepaald), een aangeboren misvorming, alsook de gevolgen van een
ongeval of verouderingsprocessen, enz. Het geval van hersenstoornis is heel specifiek. Dat
komt voort uit de verwondingen die tijdens de perinatale periode zijn opgelopen.
Hersenstoornis gaat soms gepaard met zintuigelijke en verstandelijke problemen.
Mensen die een motorische beperking hebben zijn vaak niet in staat om zich te voet te
verplaatsen en moeten noodgedwongen beroep doen op een rolstoel. Maar, zoals de vzw
Plain-Pied opmerkte, moet de notie van ‘persoon met een beperkte mobiliteit’ op een ruimere
manier bekeken worden. “Een persoon met een beperkte mobiliteit is iemand die in zijn
bewegingen gehinderd wordt omwille van zijn gestalte, de toestand waarin hij zich bevindt,
zijn leeftijd, zijn tijdelijke of permanente handicap, en waardoor hij beroep moet doen op
apparaten of instrumenten om zich te verplaatsen. Verschillende factoren hebben eveneens
een impact op het gemak om te bewegen: blindheid, ziekte, zwangerschap, het herstellen
van ziekte of ongeval. Of eenvoudigweg het ongemak dat voortspruit uit het gebruik van een
caddie, een kinderwagen, pakjes en bagage…”9. Rekening houdende met al deze
voorwaarden lopen de schattingen van de APEDAF [Association des parents d’enfants
8 Les déficiences motrices, Sophie Goujon, Académie de Caen.
9 Les personnes à mobilité réduite : un marché à saisir ?, Plain-Pied asbl, 2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
23
déficients auditifs francophones] op tot 37% van de bevolking die zich in deze situatie van
een motorische beperking bevinden10.
4.2. Een visuele beperking
Deze beperking is een notie waaronder heel uiteenlopende situaties gevat kunnen worden.
Er kunnen drie grote categorieën onderscheiden worden:
• blindheid vanaf de geboorte, wat betekent dat het centrale zicht minder dan 1/20
bedraagt. Het aanleren van de vaardigheid om de omgeving te leren (be)voelen is
onmisbaar voor mensen die vanaf de geboorte blind zijn. Een aantal onder hen
beheersen het brailleschrift. Toch blijft dit cijfer erg laag, met ongeveer een duizendtal
personen op zo’n 150.000 mensen die een ernstige visuele beperking hebben11. Op het
vlak van de publieksbemiddeling moet men beseffen dat een aantal algemene
veronderstellingen, zoals de kennis van perspectief, ontbreken bij deze mensen;
• amblyopie manifesteert zich door een sterkte vermindering van de zichtscherpte, bij een
of beide ogen. Dit duidt op een erg matig gezichtsvermogen, minder dan 4/10. Amblyopie
is een beperking die nauwelijks merkbaar kan oprukken. Van een volledig zicht, met een
zekere stap, over naar het zien van heel kleine objecten – met of zonder het dragen van
een bril. Het verwerven van informatie wordt belemmerd door het feit dat het zicht niet
(meer) volledig is;
• het laat opduiken van een visuele beperking heeft vooral betrekking op ouderen. Vaak
hebben zij slechts een ‘deel’ van het gezichtsvermogen over en behelpen zich met
verworven visuele referenties (zoals het uitzicht, kleuren, enz.). Zij stellen een beschreven
10 Accès sourds, accessoire ? Guide pour améliorer l’accès à l’information pour les personnes sourdes, Michel
Joris, APEDAF, 2011.
11 Circulez, il n’y a rien à voir – Guide pratique de l’art du « montrer », Isabelle Vandenbosch, SEL Bleu asbl,
2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
24
en becommentarieerde beschrijving van het museum sterk op prijs, net als een
beschrijving van hetgeen ze in het museum kunnen ontdekken. De zin om zaken aan te
raken is bij deze groep niet systematisch aanwezig;
• andere degeneratieve pathologieën die betrekking hebben op het zichtvermogen komen
voor bij elke leeftijdsgroep. Deze mensen lijden bijvoorbeeld al van bij de geboorte aan
een ziekte die later een min of meer ernstige stoornis veroorzaken. Naarmate de jaren
verstrijken verliezen ze gaandeweg hetgeen hen rest aan zichtvermogen. Dankzij de
medische vooruitgang kan dit proces worden vertraagd. Helemaal stopzetten is er jammer
genoeg zelden bij. In een laatste stadium (wat kan voorkomen bij verschillende leeftijden,
naargelang de pathologie) hebben deze personen geen zicht meer over, al laat het
visuele ‘residu’ dat hun nog rest uit het verleden hen nog wel toe om concepten als
perspectief en kleur aan te leren. In het museum kan men bij hen dus nog wel beroep
doen op visuele noties, door hen uiterst precies en op een methodische manier een beeld
te beschrijven. Die uitleg stelt hen in staat een mentale voorstelling te maken die min of
meer beantwoordt aan hetgeen dat wordt beschreven.
4.3. De auditieve beperking
Moeilijkheden met het gehoor heeft betrekking op ongeveer 8% van de Belgische
bevolking12. Ook hier zijn er grote verschillen op te tekenen. De auditieve beperkingen
kunnen in twee grote categorieën opgedeeld worden13:
• de mensen die doof geboren zijn. Sommige vormen van doofheid zijn aangeboren,
gezien de persoon is doof geboren, nadat de moeder tijdens de zwangerschap een
12 Gezondheidsenquête door middel van Interview, België, 2001, IPH/EPI Reports N°2002-22, Deel 2,
Gezondheidstoestand: Beperkingen en Participatieproblemen, pp. 419-622, Wettenschappelijk Instituut Volksgezondheid en Nationaal Instituut voor de Statistiek.
13 Accès sourds, accessoire ? Guide pour améliorer l’accès à l’information pour les personnes sourdes, Michel
Joris, APEDAF, 2011.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
25
bepaalde ziekte heeft opgelopen. Ook genetische afwijkingen kunnen aan de oorsprong
liggen van deze beperking. In dat geval kan de doofheid pas na heel wat jaren zijn
opwachting maken. Ook andere vormen van doofheid worden als postnataal omschreven,
omdat ze niet meteen duidelijk zijn van bij de geboorte. Deze manifesteren zich dan
bijvoorbeeld na een ongeval waarbij de hersenen geraakt worden, of na een besmettelijke
ziekte zoals meningitis.
Voor personen die van bij de geboorte doof waren, of het kort nadien zijn geworden, is de
kennis van de gebarentaal onmisbaar. Zowel voor de communicatie als voor de
‘identiteitsconstructie’. Gebarentaal is een volwaardige, aparte taal en dus geen
eenvoudige ‘transcriptie’ van een ‘gewone’ taal. Zo bestaan er verschillende
gebarentalen, met eigen tekens, die afhangen van land tot land en gemeenschap. De
grammatica daarentegen is wel meestal gelijkaardig. Er bestaat zelfs een ‘internationale
gebarentaal’ (ISL, International Sign Language), die heel dicht staat bij de ASL (American
Sign Language). Deze werd tot voor kort weinig gebruikt, en dan nog nauwelijks buiten
internationale meetings. Sinds een tijdje wordt de ISL meer en meer gebruikt, met name
door de jonge generaties, en in het bijzonder op internet en de sociale media. In België
kunnen doven gebruik maken van de langue des signes belge francophone (LSBF), sinds
2003 erkend als volwaardige taal (zie www.lsfb.be). Daarnaast is er de Vlaamse
Gebarentaal (VGT,) die sinds 2006 erkend is (zie http://gebaren.ugent.be). Een
aanzienlijk percentage van de volwassenen die van bij de geboorte doof zijn, ondervindt
problemen bij het begrijpen of zelf gebruiken van een geschreven taal. Het blijkt erg
moeilijk om deze onder de knie te krijgen en de geschreven vorm van taal staat ook nog
eens ver weg van hun ‘dovencultuur’. In dit verband dient er op gewezen te worden dat de
meerderheid van de kinderen die vandaag doof geboren worden snel hulpmiddelen
krijgen ingeplant. Ze doen veel minder een beroep op de gebarentaal omdat ze een goed
niveau halen, zowel voor het begrijpen als voor het zelf gebruiken van de gesproken taal.
• mensen die ‘doof geworden zijn of slechthorenden’: deze mensen hebben heel bewust de
achteruitgang van hun gehoorvermogen meegemaakt. Die vermindering is te wijten aan
verschillende factoren. Deze mensen beheersen de geschreven taal in dezelfde mate als
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
26
alle andere horenden. Om beter te kunnen communiceren kunnen ze verschillende
hulpmiddelen inschakelen:
o gehoorapparaten;
o onder- of boventiteling in verschillende situaties (zoals een voorstelling);
o ‘liplezen’. Deze vaardigheid kan worden vergemakkelijkt door de ‘Langue Française
Parlée Complétée’ (LFPC). De spreker voert daarbij een aantal tekens uit met zijn
handen, waardoor de dubbelzinnigheid bij een aantal fonemen (waarbij de beweging
van de lippen niet fundamenteel verschilt) wordt verholpen. Zoals: een teken per
klinker.
o de gebarentaal: mensen die doof geworden zijn kunnen een lessenreeks ‘sociale
promotie’ volgen om zo de gebarentaal aan te leren, opdat ze een betere integratie in
de dovengemeenschap kunnen bereiken. Er zijn tot dusver erg weinig mensen die
deze stap zetten.
“De belangrijkste oorzaak van de moeilijkheden die doven ondervinden is de toegang tot
informatie”14.
4.4. De verstandelijke beperking
De verstandelijke beperking, die ook weleens ‘oligofrenie’ wordt genoemd, is onomkeerbaar.
Deze is het resultaat van verschillende types pathologieën, waarvan de bekendste ‘trisomie
21’ is. Deze beperking vertaalt zich in concentratiemoeilijkheden en een erg laag
abstractievermogen. Deze beperking manifesteert zich onder andere in het gevoelsleven en
in het gedrag tot andere mensen. Vaak gaat deze ook gepaard met problemen van
lichamelijke ontwikkeling – dus andere beperkingen, van sensoriële of motorische aard, of
14 Accès sourds, accessoire ? Guide pour améliorer l’accès à l’information pour les personnes sourdes, Michel
Joris, APEDAF, 2011.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
27
nog, beperkingen op het vlak van de taal. De graad waarin deze beperking voorkomt
verschilt van persoon tot persoon. De betrokken personen kunnen desalniettemin hun
zelfstandigheid bewaren. Algemeen is menselijke begeleiding wenselijk en dienen situaties
waarin deze mensen schrik aangejaagd wordt vermeden te worden. Degenen die een ‘lichte’
verstandelijke beperking hebben, beschikken over voldoende autonomie om aan culturele of
artistieke activiteiten deel te nemen. Mensen met een zwaardere verstandelijke beperking –
vaak ook met meervoudige handicaps (met bijvoorbeeld motorische en ernstige,
verstandelijke beperkingen) – hebben nood aan een specifiek cultureel en artistiek aanbod.
De verstandelijke beperking mag niet verward worden met psychische problemen, die ook
wel ‘mentale ziektes’ worden genoemd (zoals verschillende types van psychoses, neuroses,
enz.). Deze laatste zijn immers niet altijd onomkeerbaar en hebben ook niet altijd een impact
op het denk- en redeneervermogen. Het is echter niet altijd even gemakkelijk om te
communiceren met mensen die een psychisch probleem hebben. En dit omwille van
bijvoorbeeld hun angst voor ‘de ander’ of hun extreme gevoeligheid. Zij zullen bijzonder
gevoelig zijn voor de kwaliteit van de aandacht die men aan hen besteedt. Maatregelen voor
deze bezoekers zullen zich dan vooral moeten toespitsen op het verminderen van de
agressiviteit van de omgeving.
4.5. Andere soorten van handicaps
Andere soorten publiek zijn ook betrokken partij op het moment dat men een
onthaalstrategie voor mensen met een handicap uitzet:
• ouderen, die vaak met verschillende beperkingen tegelijkertijd kampen. Een van de
belangrijkste maatschappelijke tendensen om mee rekening te houden (bijvoorbeeld bij
de inrichting van publieke gebouwen) is de veroudering van de bevolking;
• kinderen, waarvan de noden en het gedrag erg specifiek zijn. Uit dit feit vloeit voort dat zij
zich soms in een bepaalde context bevinden, waardoor ze in de situatie van een handicap
belanden;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
28
• mensen die door hun lengte of zwaarlijvigheid benadeeld worden. Ook zij bevinden zich
geregeld in een situatie van een handicap, ook al hebben ze geen echte beperking, die
naam waardig.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
29
5 Aanbevelingen
5.1. Onthaal
5.1.1 Voorzie aangepast meubilair
• Voorzie een aangepast loket (of een onthaalbank)15:
o plaatsing: recht tegenover de toegangsdeur. Vermijd daarbij verblindingseffecten en
tegenlicht die kunnen gegenereerd worden door lichtbronnen (vensters, lampen);
o afmetingen: aangepast aan rolstoelgebruikers. Het tablet van een doorsnee loket
bevindt zich op een hoogte van 110 à 115 cm, aangepast aan de noden van
rolstoelgebruikers. Het tablet van een standaard loket bevindt zich op een hoogte van
110 à 115 cm. De onderste rand van een ‘toegankelijke’ tablet bevindt zich op 75 cm
en de bovenkant op 80 cm van de vloer. Er dient ook een vrije ruimte onder het tablet
voorzien te worden, met een diepte van 60 cm.
o afwerking: mat (niet weerkaatsend of blinkend), in een kleur die afsteekt tegen de
onmiddellijke omgeving;
o glas: is af te raden, want problematisch voor mensen met een auditieve beperking. Als
er glas gebruikt wordt, moet dit met antireflectie zijn;
o verlichting: voorzie aan het loket een helderheidsniveau van 350 tot 450 lux (de
helderheid moet gemeten worden op de vloer met apparaten van het type ‘luxmètre’).
Dit niveau is nodig voor zowel slechtzienden als doven die liplezen. Vermijd verlichting
met neonbuizen – die maken bijgeluiden die erg storend zijn voor slechthorenden die
van een gehoorapparaat gebruik maken;
15 Conseils accessibles, « Les guichets adaptés », GAMAH asbl, 2011 / Les guichets, Plain-Pied asbl, 2004.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
30
Schema onthaalbalie © Plain-pied asbl
• als het echt onvermijdelijk is om van een loket met een glazen scheiding gebruik te maken
– om bijvoorbeeld veiligheidsredenen – is het nuttig om een ‘hygiaphone’ (een microfoon)
te gebruiken, of een kleine luidspreker. Een instrument dat voor iedereen nuttig is, en in
het bijzonder voor slechthorenden. Het is eveneens mogelijk om onthaalruimtes of de
ticketbalie te voorzien van een ‘magnetische inductielus’, bestemd voor slechthorenden
die gebruik maken van een hoorapparaat. Daarvan bestaan er zowel vaste als draagbare
modellen. Het gaat hierbij concreet om een eenvoudige koperen kabel die onder het loket
wordt geplaatst. Deze wordt verbonden met de microfoon van het onthaalpersoneel en
vervormt het geluid van de microfoon in elektromagnetische golven. Deze worden
gecapteerd door de inductiebobijn in het hoorapparaat. Deze bobijn zet de golven terug
om in geluid. Om dit te kunnen horen, zonder daarbij gestoord te worden door andere
geluiden, doen de slechthorenden het volgende:
o de gebruikers van de zogenaamde ‘analoge’ gehoorapparaten zetten hun apparaat in
de ‘T-coil’-modus. Deze analoge apparaten worden minder en minder gebruikt;
o mensen die de zogenaamde ‘numerieke’ gehoorapparaten gebruiken, schakelen hun
toestel in de ‘telefoon’-modus, indien hun audioloog het bijhorende programma heeft
geactiveerd. Sommige, eerder verfijndere toestellen schakelen vanzelf over naar deze
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
31
modus, wanneer ze aanwezigheid van zo’n lus bespeuren. Nog andere numerieke
toestellen functioneren op basis van een akoestisch telefoonprogramma (waarbij het
hoorniveau van een aantal frequenties wordt opgetrokken), wat dan weer niet
compatibel is met deze lussen. o Algemeen gesproken worden de numerieke
gehoorapparaten steeds kleiner. Omdat zo’n inductiebobijn plaats inneemt, wordt deze
vaak achterwege gelaten. De in-ear-toestellen (hiermee wordt bedoeld: apparaten die
helemaal in het oor worden ingebracht) beschikken slechts uiterst zelden over deze
bobijn en de bijhorende functie.
Inductiebobijn aan een loket © centre-audition.com
De aanwezigheid van een inductiebobijn wordt aangeduid met het volgende pictogram:
De gebruikers van gehoorapparaten die uitgerust zijn voor het gebruik van zo’n
magnetische lus zijn niet in de meerderheid. Het gebruik van dit type uitrusting is met
andere woorden niet onmisbaar. Het gebruik van de magnetische inductielus daarentegen
lijkt aan een sterke opmars bezig, en wordt ook door een grote vraag van de verenigingen
van slechthorenden onderstreept.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
32
Hoe dan ook is een goede kennis van het systeem door het onthaalpersoneel erg
belangrijk. Het is ook zo dat heel wat gebruikers van gehoorapparaten niet echt vertrouwd
zijn met de functie ‘magnetische lus’. Dat geldt in het bijzonder voor de bejaarden.
• Het voorzien van een oriëntatiepaneel dat kan betast worden, aan de ingang van het
museum of op andere strategische plekken. Deze installatie bestaat uit een grondplan in
reliëf, dat de gebouwen en de zalen voorstelt. Dit paneel stelt de bezoekers die een
visuele beperking hebben in staat om kennis te nemen van het volledige overzicht van de
site, met de verschillende trajecten en onderdelen. Maar het is evengoed bruikbaar voor
andere mensen. Zo’n paneel heeft de volgende kenmerken:
o de weg erheen wordt aangegeven met – letterlijk – tastbare middelen;
o het is ook toegankelijk en bruikbaar voor rolstoelgebruikers;
o de maximale afmetingen: 120 cm lang op 60 cm diep, wat de bezoeker toelaat om zijn
twee handen te gebruiken, zonder daarbij het lichaam te bewegen;
o een aangepaste plaatsing, met een duidelijke ‘U bent hier’-aanduiding, wat de verdere
oriëntatie vergemakkelijkt;
o contrasterende kleuren en legenda die in een voldoende grote lettergrootte zijn
opgemaakt en/of braille (ook al is het slechts een minderheid van de blinden die het
brailleschrift onder de knie hebben, zoals hierboven al eerder is aangehaald in het deel
‘Stoornis, beperking, handicap’). Meestal is deze ‘bevoelbare’ informatie voor blinden in
reliëf, en uitzonderlijk is deze ‘verzonken’;
o een uitgepuurd, tastbaar beeld, dat makkelijk te ‘lezen’ is;
In het Palais des Beaux-Arts van Rijsel staat een tastbare maquette van het museum. Deze is ter beschikking van zowel blinde als slechtziende bezoekers. De maquette is gemaakt op een schaal van 1/100 en is voorzien van een legende in braille die de nodige uitleg voorziet. Deze stelt de bezoekers niet enkel in staat om meer te weten te komen over het gebouw waarin ze zich bevinden, de architectuur ervan en zijn verhoudingen, maar evengoed over de (bouw)geschiedenis en de evolutie van de omgeving waarin het zich bevindt. Dit paneel kan aangeraakt worden door zowel het ziende als het niet-ziende
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
33
publiek, al dan niet in afspraak met de dienst publiekswerking of het onthaalpersoneel. Voor welbepaalde groepen kunnen architecturale parcours en educatieve workshops vanaf deze maquette worden gehouden.
Uit Une maquette tactile du musée pour les publics non voyants, La Voix du Nord, 4 december 2011
Tastbare maquette van het Palais des Beaux-Arts van Rijssel © Palais des Beaux-Arts van Rijssel / Archi-Tact
• Voorzie de onthaalruimte van voldoende stoelen en banken die geschikt zijn om even uit
te rusten. Dit zijn idealiter meubels die contrasteren met de onmiddellijke omgeving, opdat
ze makkelijk te onderscheiden zijn door slechtzienden16.
5.1.2 Uitlenen van aangepast materiaal
• Indien een ‘voelpaneel’ geen optie is, kan overwogen worden om aan de bezoekers met
een visuele beperking draagbare grondplannen in reliëf mee te geven. Hiertoe bestaan er
momenteel uiteenlopende technieken om dit soort van hulpinstrument te produceren:
16 Conseils accessibles, « Salle d'attente / Zone de repos », GAMAH asbl, 2012.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
34
zoals de ‘thermogonflage’ (ook wel ‘papier bulle’ genoemd), thermogravure, het wafelen,
embossing, 3D-druk, enz.17;
• Het ter beschikking stellen van verplaatsingshulpmiddelen (zoals een wandelstok,
looprek, plooistoelen, enz.);
• Ter beschikking stellen van rolstoelen voor mensen met een beperkte mobiliteit. Niet
iedereen beschikt immers over dit materiaal, zoals mensen die een tijdelijke handicap
hebben. Of nog, ouderen die afhankelijk zijn en nog maar zelden hun huis verlaten. De
specificaties voor rolstoelen zullen onder meer deze elementen bevatten:
o het soort van ondergrond waarop de rolstoel zal worden gebruikt;
o het beoogde publiek (volwassenen, kinderen, ouderen, enz.);
o de circulatie langsheen bijzonder nauwe passages in een museum of historisch
monument (d.w.z. smaller dan 80 cm);
o eventuele toegang tot tuinen of parken naast de instelling.
Het is ook aanbevolen om een korte opleiding te voorzien voor het museumpersoneel dat
met deze instrumenten aan de slag gaat. Ook moeten ze op de hoogte zijn van het
onderhoud hiervan (zoals het oppompen en aflaten van de banden). Ten slotte nog dit:
wanneer overwogen wordt om rolstoelen aan te kopen, moet ook aandachtig gekeken
worden naar de toegankelijkheid van het gebouw.
17 Patrimoine et handicap - Des clés pour adapter les visites des sites culturels et naturels, Mission d’Ingénierie
Touristique Rhône-Alpes, 2009
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
35
5.1.3 Kaartjesverkoop
Tarieven
Meestal zijn musea gratis voor mensen met een handicap. Hier worden doorgaans drie
redenen voor aangehaald:
• het algemeen principe van de ‘socio-economische compensatie’ van de handicap;
• omwille van een financiële incentive voor deze doelgroep;
• om de eventuele beperkingen op het vlak van de toegankelijkheid van de collecties
enigszins te compenseren.
Dit ‘gratis’-principe wordt echter niet overal toegepast. De AFRAHM is van mening dat “men
eerder de gratis toegang moet verlenen aan de begeleider, veeleer dan aan de gehandicapte
persoon”, omdat men anders de indruk geeft dat men hen een “gunst verleent”18. Hoe dan
ook, de autonomie van de gehandicapte bezoeker wordt door dit prijsvoordeel niet
fundamenteel versterkt.
Over het algemeen blijft veel van het ‘complementaire aanbod’ (geleid bezoek, lezing,
ateliers, evenementen allerhande, enz.) wel betalend. Het is echter net voor dit soort
diensten dat een aantal aanpassingen nodig zijn:
• mensen met een beperking vormen de kleinste groep van bezoekers. Als ze al in groep
komen, zijn dit vaak heel kleine groepjes. Als het museum groepstarieven hanteert voor
bepaalde diensten kan het aantal personen in een groep een drempel betekenen. Dit
aantal zou lager moeten liggen dan voor een groep ‘valide’ personen;
• de gratis toegang of het reductietarief moet eveneens gelden voor de begeleiders.
18 L’accessibilité au musée pour les personnes déficientes intellectuelles, Michel Joris, AFRAHM, 2013.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
36
Transacties
• De elektronische betaalterminal moet op een hoogte tussen de 80 en 110 cm geplaatst
worden. Indien dit niet mogelijk is, dient er gekozen te worden voor een draadloos model,
of eentje met een verlengsnoer;
• De cijfers 1 tot 9 op de elektronische betaalterminal moeten in een vierkant staan,
uitgelijnd van links naar rechts. Het cijfer 5 staat daarbij centraal, en is voorzien een kleine
uitsprong in reliëf. De toets met het cijfer 0 moet zich onder het cijfer 8 bevinden. Iets
verderop in de tekst zullen we het hebben over de basisregels voor het slimme gebruik
van kleuren en lettergroottes. Die gelden uiteraard ook voor dit toestel. Dit zorgt ervoor
dat blinden en slechtzienden het toestel sneller opmerken en ‘in handen krijgen’;
• Indien er aan de toegang gewerkt wordt met een kaartjesautomaat, moet deze eveneens
beantwoorden aan de materiaaleigenschappen die voor een auditief systeem voorzien
worden19.
5.1.4 Onthaal en begeleiding voorzien
• Het onthaalpersoneel van het museum moet opgeleid worden met het oog op het onthaal
van mensen met een handicap. Daarbij moet er aandacht zijn voor het herkennen van het
gedrag van deze mensen, het verwerven van basisnoties van de gebarentaal, enz.;
19 Conseils accessibles, « Equipements publics », GAMAH asbl, 2012.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
37
Tijdens de ‘Week van de Toegankelijkheid’ hebben negen medewerkers van het Maritiem museum te Rotterdam een geblinddoekt bezoek aan hun eigen museum gebracht. Dit was een erg concrete manier om hen te sensibiliseren voor de noden van slechtziende en blinde bezoekers. “Dit was een erg nuttig atelier dat ons nu op een heel andere manier naar ons museum doet kijken,” noteerde een van hen na afloop op Facebook. Uit Maritiem Museum gaat voor toegankelijkheid, www.museum4all.eu, 24 januari 2013
“Geblindoekt bezoek” Maritiem Museum te Rotterdam © Museum4all.eu
• Wanneer het onthaalpersoneel en/of de educatieve medewerkers zich in gebarentaal
kunnen uitdrukken, dient dit aangeduid te worden met volgend pictogram:
• Binnen de organisatie dient een werknemer aangeduid worden als aanspreekpunt voor
alles wat met de toegankelijkheid te maken heeft.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
38
• Sta geleidehonden toe bij het bezoek van blinde of slechtziende bezoekers. Net als de
begeleider in het gezelschap van mensen die andere beperkingen hebben. Dit is wettelijk
gezien verplicht20;
• Voor het onthaal van bezoekers met een verstandelijke beperking verwijzen we naar de
AFRAHM-brochure ‘L’accessibilité au musée pour les personnes déficientes
intellectuelles’21. Hierin wordt de klemtoon gelegd op de volgende elementen:
o bereid op voorhand het bezoek voor van groepen van mensen met een verstandelijke
beperking, door een voorafgaande meeting te plannen tussen de contactpersoon van
het museum en die van de groep (opvoeder, sociaal assistent, enz.). Zo’n overleg is
een win-win voor beide partijen en zorgt ervoor dat de groep beter kan ontvangen
worden. Daarbij is het ook wenselijk dat de gids een goed beeld heeft van “zowel de
mogelijkheden als de beperkingen van elk lid van de groep: de gemiddelde leeftijd, de
voorafgaande kennis, de specifieke kenmerken van de verstandelijke beperking, het
leerniveau, enz.” De contactpersoon van het museum ontvangt de nodige
documentatie waardoor het bezoek optimaal kan worden voorbereid;
o de samenstelling van groepen groter dan 15 personen dienen vermeden te worden;
o voorzie maatregelen die het wachten aan het onthaal zoveel mogelijk reduceert (zoals
een specifieke toegangskaart, voorafgaand reservatie, een ‘eigen’ toegang, enz.); ook
alles wat ertoe kan bijdragen om het onthaal zo open en vriendelijk mogelijk te maken,
strekt tot aanbeveling. Dat kan, door bijvoorbeeld de tijd te nemen om even de
naambadges te overlopen die de leden van de groep dragen, en te wijzen op die van
de werknemers van het museum;
20 Décret relatif à l’accessibilité aux personnes handicapées accompagnées de chiens d’assistance des
établissements et installations destinées au public, Région wallonne, 23 november 2006
21 L’accessibilité au musée pour les personnes déficientes intellectuelles, Michel Joris, AFRAHM, 2013
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
39
o pas de toon van de communicatie aan, net als het gedrag van de
museummedewerkers. Het infantiliseren is echt not done. Neem daarentegen de tijd
om aandachtig te luisteren, wees bijzonder expressief terwijl u praat, zoek oogcontact,
gebruik eenvoudige en concrete woorden, vermijd een monotone toon en moedig de
autonomie van de persoon met een beperking aan. Ook moet invasief gedrag
vermeden worden (achter het onthaal plaatsnemen bijvoorbeeld). Net als het
tussenbeide komen in de plaats treden van de opvoeder.
5.2. Scenografie
“De toegankelijkheid van de permanente collectie en de tijdelijke tentoonstellingen moet het
voorwerp uitmaken van een globaal project in het museum. Deze moet zowel de directeur
betrekken, als de scenograaf, de conservator, de publieksverantwoordelijke, de architect en
de graficus”22.
5.2.1 Opstelling van de collecties
Bezoekerscirculatie en de opstelling van voorwerpen
• De onderdelen van de scenografie moeten zodanig worden opgesteld dat deze een open
doorgang van minimum 150 breed garanderen. Er kan uitzonderlijk een afwijking worden
toegestaan (van een breedte van 120 cm) over een lengte van minstens 50 cm, op
voorwaarde dat er geen voorwerp op deze plek opgesteld staat;
• Vermijd de plaatsing van podia of opstapjes. Deze vormen immers belangrijke obstakels
voor bezoekers met een beperkte mobiliteit. Indien deze opstellingen toch noodzakelijk
zijn, moet men er op letten dat de toegang voor rolstoelgebruikers verzekerd is, met
22 Conservation-restauration et médiation culturelle (Studiedag), « Bien accueillir les publics handicapés :
l’indispensable transversalité conservation–médiation », Caroline Jules, toegankelijkheidsconsulente (www.mediationcultureeleetaccessibilite.fr), MUba Eugène Leroy l Tourcoing, 23 maart 2011.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
40
bijvoorbeeld een hellend vlak waarvan de rand in een kleur is die voldoende contrasteert
– dit ten behoeve van de slechtziende bezoekers;
• Voorzie in de hoogte een vrije doorgang van minimaal 220 cm – mensen met een grote
lengte of met een visuele beperking riskeren zich anders te storen. Een uitzonderlijke
afwijking hiervan kan, op voorwaarde dat er niet onder de hoogte van 200 cm wordt
gegaan, en dit over een maximale lengte van 100 cm;
• In de mate van het mogelijke moet de ophanging van voorwerpen op het parcours van de
bezoeker vermeden worden. In elk geval moeten die voorwerpen die meer dan 20 cm van
de muur uitsteken, worden verlengd, tot aan de vloer. Op die manier zijn ze op te sporen
voor slechtzienden die gebruik maken van een stok. Deze ‘verlenging’ dient bovendien
met een contrasterende kleur te worden geaccentueerd;
• De bezoeker moet zo gemakkelijk mogelijk de voorwerpen kunnen naderen. Zo mag de
nabijheid niet gevuld worden met allerlei (verplaatsbare en vaste) meubels en installaties
(zoals een beschermend lint, mobiele tekstpanelen, enz.);
• Voorzie ‘voetgevoelige tegels’ in de nabijheid van het museummeubilair, teneinde de
bezoeker te waarschuwen voor trappen en elk ander type van obstakel dat mogelijks de
weg van de bezoeker verspert; voorwerpen worden ook best niet in de buurt van een trap
of een ander obstakel geplaatst;
• Om de bezoekers met een rolstoel zich op een efficiënte en makkelijke manier te laten
verplaatsen moet er voldoende ruimte voorzien worden: een draaicirkel van minimum 150
cm voor het voorwerp is nodig;
• Wanneer er de manipulatie van de gepresenteerde voorwerpen nodig is, moet er een vrije
ruimte voorzien worden onder het tentoonstellingstablet. En dit volgens hetzelfde principe
van het loket en de onthaalbanken, zoals besproken in het deeltje 5.1.1. van deze tekst.
Dit moet de bezoekers in een rolstoel toelaten om zich goed op te stellen;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
41
• Geef de mogelijkheid om voldoende naar achteren te bewegen, opdat een verrekijker of
andere visuele hulpmiddelen gebruikt kunnen worden;
• De voorwerpen worden best op een luchtige manier tentoon gesteld, op een hoogte
tussen 90 en 130 cm, opdat ze zichtbaar zijn voor bezoekers in een rolstoel, maar ook
voor mensen die een kleine lengte hebben, en kinderen. De ideale hoogte om voorwerpen
te bekijken is 120 cm23;
• Voorwerpen in 2D worden best niet horizontaal geplaatst;
• Indien mogelijk, maak geen gebruik (of probeer deze zoveel mogelijk te weren) van
vitrines om voorwerpen in tentoon te stellen: mensen met een visuele beperking kunnen
verblind worden door de weerschijn van de verlichting, of zich ertegen stoten. Bovendien
verhindert de vitrine dat blinden bij hun bezoek de voorwerpen onder begeleiding van een
gids kunnen aanraken (zie het onderdeel ‘Aanraken’).
Signalisatie
• Voorzie een aangepaste signalisatie, opdat de bezoekers met een beperking zich
makkelijk kunnen oriënteren in het museum. Hiervoor kunnen we te rade gaan bij de vzw
GAMAH24. Deze stelt dat de signalisatie de volgende kenmerken moet hebben:
o Voorzie een duidelijke hiërarchie van de informatie. Zo ‘verdrinkt’ de bezoeker niet in
de gegevens. Met andere woorden: maak een selectie van de meest relevante
gegevens;
o Deze worden in het hele gebouw op een uniforme manier weergegeven;
23 Conservation-restauration et médiation culturelle (Studiedag), « Bien accueillir les publics handicapés :
l’indispensable transversalité conservation–médiation », Caroline Jules, toegankelijkheidsconsulente (www.mediationcultureeleetaccessibilite.fr), MUba Eugène Leroy l Tourcoing, 23 maart 2011.
24 Conseils accessibles, « La signalétique », GAMAH asbl, 2011.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
42
o Gebruik niet-reflecterend, mat materiaal. Vermijd ook transparante en tegenverlichte
dragers. Plaats geen tekst op een beeld of een drukke achtergrond;
o Stijlgids:
� één (zonder bijkomende contouren) en eenvoudig: vermijd smalle én brede
lettertekens, lettertekens met veel franje, het gebruik van schuine letters en het
excessieve gebruik van hoofdletters;
� gebruik schreefloze letters, zoals Arial, Verdana of Helvetica. Er bestaat ook een
typo die speciaal voor slechtzienden is ontworpen, Tiresias;
� de tussenruimte tussen de letters moet voldoende zijn (tussen ¼ en 1/5 van de
grootte van de lettertekens);
� met voldoende ruimte tussen de woorden;
� en met een grootte van 4 cm, wat de aangewezen hoogte is voor het gebruik voor
de oriëntatie in een gebouw. Deze grootte komt overeen met deze van de
hoofdletters;
� gebruik in een matte kleur, die voldoende contrasteert met de achtergrond;
o maak ook gebruik van eenvoudige tekeningen, logo’s en pictogrammen. Deze vullen
de geschreven informatie verder aan. Hiervoor kunnen we gebruik maken van de
inzichten van de vzw Plain-Pied25. Het gebruik van pictogrammen is in het bijzonder
nuttig voor mensen met een verstandelijke beperking;
• Voorzie in de zalen banken en zeteltjes om uit te rusten. Ook deze meubels dienen in een
voldoende contrasterende kleur te zijn, in verhouding tot de onmiddellijke omgeving. Zo
kunnen ze gemakkelijk opgemerkt worden door bezoekers met een visuele beperking. Het
25 L’information écrite accessible », Plain-Pied asbl, 2004.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
43
volstaat om een eenheid van twee stoelen te voorzien, op regelmatige afstand, langsheen
het volledige parcours dat de bezoekers volgen. Deze worden idealiter geplaatst met een
tussenafstand van 30 m en dat op elke verdieping van het gebouw26;
• Voorzie een aanbevolen traject voor mensen met een mobiele beperking. Sommige zalen
zijn immers mogelijks niet toegankelijk voor mensen in een rolstoel. Dit traject
beantwoordt aan de volgende kenmerken:
o vanzelfsprekend worden trappen of al te steile hellingen vermeden;
o staat een bezoek van een redelijke duur toe;
o geeft een representatieve indruk van de collecties van het museum.
In het Musée Fabre te Montpellier wordt de plaquette ‘En douceur’ aan de bezoekers met een beperkte mobiliteit meegegeven. Deze hangt samen met een aangepaste signalisatie in de zalen, en stelt daarbij een reeks van aangepaste parcours voor. Elk van deze routes bestaan uit een chronologisch bezoek en bevatten enkele van de grote, artistieke ensembles die dit museum bezit.
In dezelfde gedachtegang moet er ook worden nagedacht om aan groepen van mensen met
een verstandelijke beperking samenhangende routes voor te stellen. Daarbij moeten “veel
veranderingen van richting” vermeden worden, gezien dit een bron is van onrust27.
26 Conseils accessibles, « Salle d'attente / Zone de repos », GAMAH asbl, 2012.
27 L’accessibilité au musée pour les personnes déficientes intellectuelles, Michel Joris, AFRAHM, 2013.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
44
Verlichting en geluid
Voor wat de verlichting betreft, kunnen we gebruik maken van de inzichten van de vzw
GAMAH28. Er moet gelet worden op de volgende elementen:
• Voor de bezoekersstroom in het museum zelf moet zoveel mogelijk de voorkeur gegeven
worden aan natuurlijk licht. Waar dat niet kan, moet er een lichtsterkte voorzien worden
van minimum 100 lux. Op risicovolle plaatsen, zoals trappen, hellingen en roltrappen,
moet dit naar 150 lux opgetrokken worden;
• Vermijd plotse contrasten tussen twee zalen. Het verschil in de lichtsterkte tussen twee
aangrenzende zalen mag nooit meer dan 5 bedragen. De verlichting moet in zekere zin
ook de te volgen weg markeren, net als de tentoongestelde voorwerpen. Donkere of
schermerzones moeten zoveel mogelijk vermeden worden;
• Voor de tentoongestelde voorwerpen geniet natuurlijk licht de voorkeur. Als dit niet
mogelijk is, voorzie een indirecte en diffuse verlichting. Dit om verblindingseffecten te
vermijden (verblinding gebeurt bij 1000 lux). Vermijd ook best de spiegeleffecten door
spots die een vitrine verlichten. Ook te mijden zijn spots die naar de bezoekers schijnen.
Net als schaduwen, die reiken tot op de voorwerpen en de installaties die eromheen staan
opgesteld. Dit kan risico’s opleveren wanneer de bezoekers de voorwerpen naderen. Voor
de plaatsing van projectoren, dient men zich te houden aan de richtlijnen die hieronder
gegeven worden, die zijn opgesteld voor tekstpanelen:
28 Conseils accessibles, « L’éclairage », GAMAH asbl, 2012.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
45
Verlichting van de voorwerpen © Association pour les personnes aveugles ou malvoyantes / Fédération des
aveugles et handicapés visuels de France
• Gebruik contrasterende kleuren. Maar ook niet teveel kleuren in één geheel;
• Vermijd verlichting met neonbuizen in plekken waar er geluid gebruikt wordt, of voorzien
zijn van een telefoon. Deze produceren immers ‘parasitaire geluiden’ die het gehoor
verstoren van de slechthorende bezoekers die gebruik maken van een gehoorapparaat.
Voor wat dat geluid betreft, moeten al te luide interventies vermeden worden. Deze kunnen
immers slechthorenden onrustig maken. Voor mensen met een verstandelijke beperking, is
het aan te bevelen om “vreemde of bizarre geluiden” te vermijden. En dit om “paniek te
vermijden”29.
29 L’accessibilité au musée pour les personnes déficientes intellectuelles, Michel Joris, AFRAHM, 2013.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
46
5.2.2 Informatiedragers
Teksten en bordjes
• Teksten en bordjes dienen op een hoogte tussen 0,90 m en 1,40 m aangebracht te
worden. Ook personen die zich in een zittende houding bevinden, moeten in staat zijn
deze te lezen. Om die reden moeten de dragers waarop teksten staan ook 30° gekanteld
worden. Plaats deze ook zo dicht mogelijk bij het voorwerp, maar niet aan het verste
uiteinde van de vitrine. De plaatsing moet op die manier gebeuren dat een slechtziende er
dichtbij kan (dit is tussen de 5 en 25 cm), zodat hij of zij de informatie kan bekijken;
Toegankelijkheidscriteria voor het ophangen van museumstukken © Louis-Pierre Grosbois, 1982.
• Gebruik matte dragers. Vermijd transparante, spiegelende of tegenverlichte materialen.
Gebruik geen teksten op een beeld of een drukke achtergrond;
• Uniformiseer de vormgeving van de berichten en tekstbordjes;
• De verlichting van de bordjes en de teksten dient hetzelfde niveau te bereiken als deze
van de voorwerpen;
• Gebruik een stijlgids die beantwoordt aan de volgende kenmerken:
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
47
o één (zonder contouren) en eenvoudig: vermijd te smalle of te brede lettertypes, de
lettertypes met veel franje, schuinse lettertypes. Ook zo voor het overmatig gebruik van
hoofdletters;
o schreefloze letters, zoals Arial, Verdana of Helvetica. Er bestaat ook een typo die
speciaal voor slechtzienden is ontworpen, Tiresias;
o de tussenruimte tussen de letters moet voldoende zijn (tussen ¼ en 1/5 van de grootte
van de lettertekens);
o met voldoende ruimte tussen de woorden;
o gebruik een matte kleur, die voldoende contrasteert met de achtergrond30;
o en van een gelijkmatige hoogte, op 2% van de leesafstand. D.w.z. 2 cm voor 1 meter.
Voor informatie die meer aandacht verdient, wordt 4% aanbevolen. Indien de teksten
elektronisch worden weergegeven, moet de minimale hoogte van de lettertekens met
ongeveer een tiende worden opgetrokken.
30 Een contrast van minimum 70% is nodig. Om dit te berekenen kan men een beroep doen op de fiche « Couleur
/ contraste » op punt gesteld door de Société Logique of op de Guide des bonnes pratiques de mise en couleur, Union professionnelle peintures finitions, 2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
48
• Gebruik eenvoudige, precieze en korte teksten: beperk deze tot een twintigtal regels,
gepresenteerd in kolommen die de 50 aanslagen niet overstijgen. Voorzie een hiërarchie
in de informatie, opdat de lezer niet ‘verdrinkt’ in de informatie. Dat vraagt een overdachte
selectie van hetgeen u wil vertellen. Teksten worden ook best geredigeerd volgens de
‘makkelijk te lezen’-richtlijnen opdat ze beter te begrijpen zijn voor bezoekers met een
verstandelijke beperking. Dat geldt eveneens voor mensen die niet goed kunnen lezen, of
die een andere moedertaal hebben. Tenslotte is iedereen gebaat met klare taal31. Deze
‘makkelijk te lezen’-richtlijnen kunnen als volgt samengevat worden:
o gebruik een eenvoudige taal, zonder omwegen. Dit betekent niet: simplistisch of
kinderlijk;
o elke zin bevat slechts één gedachte, die in een directe stijl wordt verwoord;
o afkortingen en initialen worden niet gebruikt;
o ook technische terminologie wordt niet gebruikt. Wanneer ze toch gebruikt wordt, dient
dit uitgelegd te worden;
o gebruik een heldere en logische structuur;
o gebruik bij abstracte gegevens concrete voorbeelden, ter verduidelijking;
o expliciteer de tekst aan de hand van foto’s, beelden en symbolen.
31 Conseils accessibles, « Facile à lire », GAMAH asbl, 2012 / La vie des musées (n° 24), Des musées plus
accessibles, « Musées et handicap mental », Michel Joris, ICOM Belgique-Wallonie-Bruxelles, 2012 / L’information pour tous – Règles européennes pour une information facile à lire et à comprendre, UNAPEI, 2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
49
De aanwezigheid van “gemakkelijk te lezen informatie” kan door het volgende pictogram
worden aangeduid:
• Voorzie voor blinde bezoekers vaste panelen in braille. De ophanging van deze tekstpanelen
dienen compatibel te zijn met de tactiele manier van lezen, d.w.z. in een hellingsgraad van
ongeveer 20°. Vermijd zoveel mogelijk ‘gemengde’ documenten waarbij teksten
gecombineerd worden met brailleschrift. Wanneer gebruik gemaakt wordt van lange teksten
in braille – wat best vermeden wordt – voorziet u best een leesplek waar men kan zitten. Het
gebruik van braille moet echter niet op een systematische manier gebeuren:
o braille wordt immers maar door een minderheid van de blinden gebruikt, zoals reeds
eerder aangehaald in het deelt ‘Stoornis, beperking, handicap’;
o braille is niet nuttig om een voorwerp of een element te becommentariëren dat tastbaar
noch beluisterbaar is;
o het is beter om braille te vermijden indien er erg veel het tekstmateriaal is.
• Als de tekst in verschillende talen wordt aangeboden, moet de volgorde van de teksten
telkens dezelfde zijn. Bijkomend onderscheid kan gemaakt worden door het gebruik van
kleuren.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
50
Interactieve borden
• Zorg ervoor dat de interactieve panelen (met aanraakschermen) bereikbaar zijn voor
iedereen en in het bijzonder voor:
o mensen met een rolstoel, of mensen met een kleine gestalte. Rolstoelgebruikers
moeten zich op een correcte wijze voor het scherm kunnen plaatsen, en daarbij ook
gemakkelijk aan het toetsenbord kunnen raken. Om dit mogelijk te maken mag de
bovenste rand van het tablet zich op een hoogte van maximum 80 cm bevinden, en de
onderste rand op 75 cm. De vrije ruimte onder het tablet moet minstens 60 cm
bedragen. Hetgeen gebruikt wordt om de installatie te bedienen wordt idealiter
geplaatst tussen 80 en 110 cm hoogte, en op een maximale hoogte van 130 cm.
Tevens moet er een draaicirkel van minstens anderhalve meter voorzien worden voor
het bord.
Touch terminal © Plain-pied asbl
o mensen met een visuele beperking. Blinde bezoekers die met een dergelijke installatie
in aanraking komen, moet weten waar ze de informatie kunnen opzoeken, en wat
daarbij de mogelijkheden en de resultaten zijn. Het is dus aan te bevelen om een
aantal richtlijnen in reliëf rondom het scherm aan te brengen. Een geluidsband kan de
geschreven teksten aanvullen of vervangen. Deze moet toegankelijk zijn voor
slechthorenden, via een lus met magnetische inductie, weliswaar met kennis van
zaken, zoals hierboven (in het deel ‘onthaal’ en ‘luisteren’) is aangegeven. Voor
slechtzienden gelden de basisregels voor de keuze van de typografieën ook hier (zie
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
51
het deel ‘Teksten en borden’). De geschreven informatie kan ontdubbeld worden met
behulp van eenvoudige tekeningen.
In het Parlamentarium / Bezoekerscentrum van het Europese Parlement zijn de gebouwen en de voorzieningen zo ontworpen dat ze toegankelijk zijn voor iedereen die specifieke noden heeft. De interactieve borden zijn toegankelijk voor mensen met een beperkte mobiliteit. Er zijn ook, in de nabijheid van deze borden, tal van ‘voetgevoelige’ tegels, bedoeld om blinde bezoekers te wijzen op de nabijheid van dit meubilair.
Interactieve borden © Europese Unie, 2011 – Bron: Europees Parlement
5.3. Publieksbemiddeling
De laatste jaren zijn de initiatieven die een vorm van bemiddeling aanbieden aan mensen
met een handicap sterk toegenomen, wat geïllustreerd wordt door de website
www.mediationculturelleetaccessibilite.fr.
Het gebruik van ‘nieuwe technologieën’ is een van de oorzaken van deze evolutie. De
doelstellingen op het vlak van de toegankelijkheid zijn eveneens goede aanleidingen om te
gaan innoveren. In dat opzicht worden de aanbevelingen die hieronder volgen best
regelmatig herbekeken en in vraag gesteld. De museumprofessional kan bijvoorbeeld de
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
52
website van CLIC bezoeken. Die recenseert de innovaties op het vlak van de nieuwe
technologieën tijdens het museumbezoek. Diezelfde professional kan daarnaast ook naar
het tweejaarlijkse Salon ‘Autonomies’ dat elke twee jaar in ons land wordt georganiseerd.
Het gebeurt overigens ook dat maatregelen die voor een specifieke doelgroep worden
genomen, ook hun nut bewijzen ten overstaan van een breder publiek. In sommige gevallen
gebeurt dat eerder toevallig. Toch gebeurt dit meer en meer doelbewust. Zo wordt heel wat
content, die tot voor kort ‘specifiek’ werd aangeboden, opnieuw voor een heel breed publiek
ontwikkeld. Deze evolutie is toe te juichen, want deze bevordert de uitwisseling en de
ontmoeting tussen verschillende types van publiek. Deze evolutie beantwoordt overigens
volledig aan de principes van ‘inclusie’ en het ‘universele ontwerp’, die hierboven reeds zijn
aangehaald.
5.3.1 Aanraken
Folders die het bezoek vergemakkelijken
• Voorzie voor blinde bezoekers folders of bezoekersgidsen in braille, die uitleg geven bij de
collecties. Weet echter dat:
o braille niet nuttig is om commentaar te geven bij iets dat tast- noch hoorbaar is;
o braille wordt slechts door een minderheid van blinden beheerst, zoals hierboven reeds
meermaals is gezegd;
o een tekst in braille wordt met twee handen gelezen. Daartoe moet dus een vast
onderdeel voorzien worden om de tekst te kunnen lezen32. Dat impliceert dat de
bezoeker niet tezelfdertijd het beschreven voorwerp kan aanraken.
32 Circulez, il n’y a rien à voir – Guide pratique de l’art du « montrer », Isabelle Vandenbosch, SEL Bleu asbl,
2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
53
Ook al kan een geschreven tekst handig zijn tijdens het bezoek, een brailletekst is vooral
nuttig na het bezoek. Bezoekers met een visuele beperking appreciëren het enorm om
informatie thuis te kunnen raadplegen, als een ‘verlenging’ van het bezoek.
Het museum Plantin-Moretus door UNESCO erkend als werelderfgoed, is gewijd aan de boekdrukkunst. Het museum huisvest een belangrijke collectie voorwerpen die getuigen van het grote, Europese belang van dit drukkershuis uit het einde van de 16e eeuw. Zo zijn er met name twee van de oudste drukpersen ter wereld te zien, 90 sets van volledige, in lood gegoten, letters, evenals een erg rijke bibliotheek. Het museum heeft een groot aantal maatregelen genomen om het bezoek van mensen met een beperking aangenamer te maken. Zo krijgen zij een brochure die volledig in braille is geschreven.
Uit Aanbod van musea voor blinde en slechtziende bezoekers, www.faronet.be
Brochure in braille van het Plantijn Moretus Museum © Museum Plantin-Moretus, Antwerpen / Pierre Hériard
De menselijke begeleiding
• Stel aan het publiek – zowel slechtzienden als mensen zonder beperking – geleide
‘voelbezoeken’ voor, en ateliers die sensibiliseren over en voor het belang van het tactiele
ontdekken van de museumvoorwerpen. Indien dit haalbaar is, is het best om deze
bezoeken op momenten te plannen wanneer er weinig publiek verwacht wordt. Twee
groepen in dezelfde zaal, of teveel mensen (zeker wanneer het gaat om jonge bezoekers)
op hetzelfde moment: beter te vermijden. Dit kan namelijk het hoorvermogen en de
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
54
aandacht van de slechtziende bezoekers danig verstoren. In de ideale situatie worden
deze bezoeken gepland op een sluitingsdag. In haar werk ‘Circulez, il n’y a rien à voir –
Guide pratique de l’art du « montrer »’, wijst Isabelle Vandenbosch bovendien op een
aantal aandachtspunten die gidsen in acht moeten nemen wanneer ze met een groep
slechtzienden op stap gaan33:
o “Zonder voorbereiding is het aanraken van een voorwerp compleet zinloos. (…)
Dankzij een vooraf bepaalde beschrijving kunnen we helpen om het mentaal beeld van
het voorwerp te vormen.”;
o enkel die voorwerpen en zalen beschrijven die in aanmerking komen om aan te raken;
o de keuze van de voorwerpen beperken, omdat elk lid van de groep op zijn beurt dit zal
aanraken. “Het is beter om bijvoorbeeld vijf voorwerpen te selecteren die rustig betast
en verkend kunnen worden dan tien die slecht zijn voorbereid.” Want: de
totstandkoming van een mentaal beeld is “moeilijk en vermoeiend”;
o de ontdekking van het voorwerp dient met beide handen te gebeuren: “de aanraking
met twee handen is nodig om een idee te krijgen van de ruimte, en de volledige lijn van
het voorwerp. Daarna verkennen de uiteinden van de vingers de details. Ook al zijn die
details van het grootste belang, toch moet dit steeds gepaard gaan met een goed
begrip van de structuur zelf”;
o probeer tijdens de sessie een zekere rust ingang te doen vinden, teneinde de
concentratie aan te moedigen;
o indien het thema van het bezoek zich daartoe leent, probeer dan ook nog meer de
andere zintuigen te activeren, door bijvoorbeeld te werken met koude (ijssculpturen),
warmte, pikante smaken, kleverigheid, het doorweekte, enz.
33 Circulez, il n’y a rien à voir – Guide pratique de l’art du « montrer », Isabelle Vandenbosch, SEL Bleu asbl,
2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
55
In het Flanders Fields museum, kunnen slechtziende en blinde personen in een ‘educatieve ruimte’ deelnemen aan een atelier. Dat brengt hen de geschiedenis van de Eerste Wereldoorlog, aan de hand van collectiestukken van het museum. Deze kunnen tijdens het bezoek aangeraakt worden.
Uit Aanbod van musea voor blinde en slechtziende bezoekers, www.faronet.be
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
56
• Vertrouw het bemiddelingswerk toe aan iemand met een visuele beperking, en dit in het
kader van een arbeidsovereenkomst of binnen het vrijwilligerswerk;
In La Louvière past het Musée Ianchelevici de gegidste rondleidingen doorheen de vaste
collectie aan voor blinden en slechtzienden. Deze activiteit heeft de titel ‘Le Musée au
bout des doigts’ meegekregen. Een blinde begeleider loodst het publiek doorheen een
multisensoriële ontdekkingstocht van het oeuvre van Idel Ianchelevici. Het aanraken van
de sculpturen, het vatten van tekeningen en manipuleren van allerlei gereedschappen laat
toe om dit oeuvre op een geprivilegieerde manier te leren kennen. Ianchelevici was
overigens een van de belangrijkste naoorlogse Belgische beeldhouwers. Tegelijkertijd
worden sensibiliseringsbezoeken aan het publiek aangeboden, opdat men een
verrassende verkenning met de zintuigen kan maken van de kunstwerken. Deze zorgen
voor een uniek contact tussen de bezoeker, de gids en het kunstwerk en bevorderen ook
het nadenken over aan de visuele handicap gelieerde thema’s. We merken ten slotte ook
op dat het museumpersoneel een vorming heeft gevolgd over de problematieken van de
visuele beperking, bij het Federaal Werk ‘De vrienden der blinden en slechtzienden vzw’.
Tactiele rondleiding voor blinden © Véronique Vercheval / Musée Ianchelevici, La Louvière
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
57
Het M-Museum Leuven heeft een aantal vergelijkbare maatregelen genomen, met geleide bezoeken door een slechtziende gids. Deze werking heet het ‘Rijk der Zinnen’ en richt zich eveneens tot elke bezoeker die zich wil inleven in de wereld van blinden en slechtzienden.
Tactiele rondleiding voor blinden in het Museum M Leuven © Marc Van Langendonck
Het Sint-Janshospitaal verbindt eveneens visuele beperkingen aan publieksbemiddeling: “Wij wilden zoveel mogelijk mensen met een beperking betrekken in het museum, hetzij als bezoeker, hetzij als vrijwillige medewerker,” legt conservator Mieke De Jonghe uit. Hiervoor heeft deze instelling zich vertrouwd gemaakt met het programma ‘Art in the dark’. Dat streeft ernaar om de toegang tot kunst voor mensen met een visuele beperking zo makkelijk mogelijk te maken. En daarnaast, ook breder, op zoek te gaan naar manieren om kunst te ontdekken op andere manieren dan ‘louter’ de visuele.
Uit OngeZIENe Rijkdom - Blinde en slechtziende bezoekers openen de blik op kunst en erfgoed, 2009
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
58
In het Museum voor Natuurwetenschappen wordt “een uitbreiding van de ‘Galerij van de Dinosariërs’ uitgerust met een uniek, innovatief didactisch instrument: het PaleoLAB. Het principe erachter is dat door een concrete actie te doen, iets geleerd wordt. Zo kruipen de kinderen in de huid van een paleontoloog. Het PaleoLAB stelt een veertigtal activiteiten voor. Die kunnen individueel of in groep, onder begeleiding van een animator van het museum beleefd worden. Zoals het opgraven van authentieke fossielen, het maken van de afgietsels met een mal, het ineen puzzelen van tanden en kaaksbeenderen van dinosauriërs, het assembleren van het skelet van een stegosaurus op ware grootte, het samenstellen van de geologische kaart van ons land, met daarbij ook aandacht voor de vindplaatsen van fossielen, het doen ontstaan van een mini-zandstorm en de effecten van erosie, enzovoort.” Het PaleoLAB is oorspronkelijk geconcipieerd voor het jonge publiek, waardoor er ook een duidelijke pedagogische visie in doorschemert. Daarnaast is het duidelijk geworden dat dit PaleoLAB ook nuttig kan zijn voor het publiek dat een visuele beperking heeft. De zaal van het PaleoLAB is “bij uitstek multisensorieel.”
Uit PaleoLAB, www.sciencesnaturelles.be en La vie des musées (n° 24), Des musées plus accessibles, « Le PaleoLAB, multisensoriel par nature », Dominique Jongen, ICOM Belgique-Wallonie-Bruxelles, 2012
PaleoLAB © Muséum
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
59
In het Musée provincial Félicien Rops, gaan de activiteiten voor het publiek met een beperking veel ruimer dan de geleide bezoeken. In het kader van het programma ‘Le musée Rops se donne à voir… sans les yeux !’, werd een stage van een week in de zomer georganiseerd, met als thema de creatie van plastische kunst. Dit gebeurde in samenwerking met het Oeuvre Nationale des Aveugles (ONA) en de vzw SEL Bleu: “Het idee is ontsproten om een stage op te zetten rond de artistieke creatie, en zonder daarbij een handicap met de vinger te wijzen… Om die reden is het verkennen van de stoffen en de vormen even interessant voor zowel zienden als slechtzienden. De stage stond overigens ook open voor iedereen die zin had om nieuwe ervaringen op te doen, mensen te ontmoeten met een beperking, en in een gemeenschap van creativiteit en experiment.”
Uit Autour de Pornocratès – Carnet de bord d’un stage pour voyants et malvoyants, voorwoord van Véronique Carpiaux, conservator Musée Rops
Stage beeldende kunst © Musée Rops
De aanrakingsgalerij
• De installatie in een van de museumzalen van een ‘aanrakingsgalerij’ zorgde voor een
staal van de collecties. In plaats van een dergelijke galerij te plaatsen in een daarvoor
speciaal uitgekozen ruimte, is het beter om in elke zaal, langsheen de volledige duur van
het bezoek, een kleine selectie te maken van voorwerpen die met de vingers ontdekt
kunnen worden. Zo’n verspreide installatie bevordert het mengen van de verschillende
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
60
soorten publiek, veeleer dan dat ze opgesplitst worden. De aan te raken voorwerpen in
deze galerijen / delen dienen te beantwoorden aan de volgende kenmerken:
o ofwel gaat het om authentieke voorwerpen waarvan de bewaaromstandigheden
compatibel zijn met een fysieke manipulatie / ontdekking. Wanneer dat niet het geval
is, kunnen heel fijne handschoenen soelaas bieden, zelfs al “nemen deze een
belangrijk deel van de sensatie weg”34. Collecties met beeldhouwwerken komen het
meest in aanmerking voor dit type activiteit;
o ofwel worden reproducties in 2D of 3D gebruikt:
� een maquette (3D) kan het voorwerp in zijn geheel vormgeven, zoals een
monument of een bepaalde scène, enz. De maquette is gemaakt uit verschillende
soorten materiaal (ruw, glad enz.), opdat er uiteenlopende sensaties kunnen worden
opgeroepen. Deze moet ook op ‘menselijke maat’ gemaakt zijn, opdat de bezoekers
zich er gemakkelijk een mentaal beeld van kunnen vormen. De ideale hoogte
waarop het voorwerp opgesteld staat is 1,30 m. Er mag geen enkele stompe kant
aan zijn;
� een document in reliëf (2D) staat toe om de oppervlakte van een voorwerp (zoals
een schilderij, gravure, tekening, enz.) weer te geven. Ook hier dient gebruik
gemaak te worden van uiteenlopende materialen. Men moet erover waken dat dit
document niet verticaal wordt gepresenteerd, maar met een kanteling van 20° ten
aanzien van de horizontale as. De vereniging Polymorphe-Design stelt op zijn
website een focusdossier voor met documenten in reliëf, met alle technische details
maar ook met een uitgewerkte methodologie over het concept
Er kunnen ook stoelen in de nabijheid van de voorwerpen worden opgesteld. De
bezoekers met een visuele beperking hebben immers hun beide handen nodig om de
34 Circulez, il n’y a rien à voir – Guide pratique de l’art du « montrer », Isabelle Vandenbosch, SEL Bleu asbl,
2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
61
onderneming tot een goed einde te brengen. Daarbij komt dat ze vaak ‘de handen vol
hebben’ met hun stok, of de leiband van hun geleidehond.
Ter gelegenheid van de restauratie van ‘De graflegging’ van Veronese heeft het Musée d’art et d’histoire de Genève een uitzonderlijk instrument voor de reproductie van dat werk in 2D en 3D ontwikkeld. Het is in de eerste plaats bedoeld voor een slechtziend en blind publiek, maar bewijst ook zijn nut voor alle andere bezoekers. De 3D-maquette zorgt voor een beter begrip van de scène in de ruimte, en faciliteert ook de mentale reconstructie van het werk voor blinde bezoekers. De toepassing in 2D, wat men het ‘tableau tactile’ noemt, stelt de bezoeker in staat om dichterbij het reële formaat van ‘De graflegging’ te komen. Dat vergemakkelijkt het begrijpen van de iconografie van het schilderij. Dankzij de verschillende texturen kunnen de bezoekers met hun handen de uiteenlopende personages van het tafereel herkennen. Een ‘voeltegel’ begeleidt de installatie en biedt de bezoekers om de bijhorende audiocommentaar – met een eenvoudige druk van een voet – op te starten.
Uit Autour de la Mise au tombeau de Véronèse, www.ville-ge.ch/mah, 2013
Tactiele instrumenten voor de Mise au tombeau van Véronèse © Musée d’art et d’histoire, Ville de Genève,
Flora Bevilacqua
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
62
Complementair hiermee kan men ook de materialen en de instrumenten vastnemen die in
de installatie zijn gebruikt, of die er op de een of andere manier verband mee houden.
Het Musée BELvue is toegankelijk voor blinde en slechtziende bezoekers dankzij een speciaal ontworpen bezoekersparcours. In elk van de negen zalen waarin de vaste collectie staat opgesteld wordt aangepast meubilair gebruikt. Deze bevatten voorwerpen die de belangrijke periodes uit de Belgische geschiedenis evoceren en zijn ook bedoeld om vast te nemen. Ze zijn ‘verborgen’ in de meubels, en willen aldus de nieuwsgierigheid van de bezoekers prikkelen. Deze meubels zijn ook voorzien van uitleg in braille en beschrijvingen in een groot lettertype. De audiogids is gemodelleerd volgens het principe van de zelfbeschrijving en kan voorafgaand worden gedownload via de museumwebsite.
Aangepast museografisch meubilair © BELvue / Pierre Hériard
Algemeen gesteld schiet het gebruik van ‘voelinstrumenten’ op zich tekort. Deze moeten
telkens voorzien worden van een van de volgende drie maatregelen:
o begeleiding door een persoon, zoals ook hierboven reeds is aangehaald;
o geluid: een duidelijke boodschap moet te horen zijn, op het moment dat men op een
bepaald deel van de maquette drukt, of op een daartoe voorziene knop. Maar opgelet,
geluid kan ook onaangename effecten met zich meebrengen, zoals aangehaald in het
deel ‘Horen’;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
63
o de bemiddeling met andere instrumenten, zoals audiogidsen en zelfbeschrijving (zie
het deeltje ‘Horen’)
5.3.2 Zien
Bezoekersbrochures
• Stel folders of aangepaste bezoekersgidsen ter beschikking van het slechtziende en
blinde publiek (met aandacht voor het gebruik van een leesbaar lettertype, de grootte van
de typo, kleuren en aangepaste contrasten). Indien de tentoongestelde voorwerpen erg
klein zijn, neem dan uitvergrote afbeeldingen op in deze dragers, of stel deze schematisch
voor. Of nog, wijs op de relevante details;
De menselijke begeleiding
• Bied een rondleiding aan in gebarentaal met een dove gids. Indien men dit soort van
rondleidingen niet wenselijk vindt, kan men overwegen om een doventolk (of iemand die
de Langue française Parlée Complétée (LFPC) machtig is) te engageren. Hij of zij kan
dan de uitleg van de gids vertalen. Het is wenselijk dat de gids en de tolk elkaar op
voorhand ontmoet hebben, ter voorbereiding van het bezoek. Net zoals bij elk ander
bezoek voor mensen met een visuele beperking, is het aan te raden om dit soort activiteit
te plannen op de momenten waarop er weinig andere bezoekers zijn. Te veel andere
bezoekers die zich verplaatsen (door de groep van dove bezoekers bijvoorbeeld) kunnen
het visuele contact met de gids (of de tolk) verstoren. Ook kunnen de trillingen die
gemaakt worden door een grote groep in de nabijheid het bezoek verstoren.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
64
Arts et Culture is een vzw die gespecialiseerd is in de toegankelijkheid voor doven en slechthorenden van cultuurhuizen. Zij voert de volgende opdrachten uit:
• de organisatie van museumbezoeken in gebarentaal, met een dove gids (of met een tolk die de vertaling kan maken van hetgeen de gids zegt);
• het verzamelen van expertise op het vlak van de toegankelijkheid van musea en andere culturele plekken, voor mensen met een auditieve beperking; het uitwerken van een partnership met cultuurinstellingen om een aangepast aanbod te ontwikkelen voor dit doelpubliek. Hiertoe werkt deze vzw samen met het Educateam van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België;
• vervult een makelaarsrol tussen de cultuurinstellingen en de verenigingen die gespecialiseerd zijn in doofheid. Het is de bedoeling dat hierdoor de aan beide zijden de communicatienetwerken verruimd worden, en ook de deelname van doven en slechthorenden aan museumbezoeken wordt opgetrokken.
Het Kindermuseum opende de tentoonstelling ‘1001 Lichtpuntjes’ voor dove en slechthorende kinderen. Dit project bestond uit de volgende onderdelen:
• de vorming van de museumanimatoren op het vlak van de gebarentaal. Zo kunnen ze beter communiceren met dove en slechthorende kinderen. Ook kunnen hierdoor horende kinderen gewezen worden op dit (vaak onbekende) taaluniversum;
• de animatie in gebarentaal. Dit initiatief wordt ondersteund door het Elia Fonds en de Koning Boudewijnstichting en vindt plaats op een woensdag per maand. Met de steun van de vzw Passe Muraille
Dit project kaapte in 2010 de prijs van het Elia Fonds weg. Dit ondersteunt een waaier aan projecten die het mogelijk maken voor mensen met een beperking om nieuwe vormen van vrijetijdsbeoefening te ontdekken én te beleven.
Uit Signes et repères au Musée des Enfants, persbericht, april 2011
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
65
Het Musée Saint-Raymond de Toulouse / Musée des antiques te Toulouse heeft tijdens een reuze-Cluedo meer dan 50 deelnemers bij elkaar gebracht. Het doel? De moordenaar ontmaskeren van Lucius Pompeius Probus, een man die in 105 na Christus in Chiragan werd vermoord. Een nieuwigheid in deze Cluedo 2012 was de deelname van een ploeg dove bezoekers. Zij werden door twee doventolken begeleid. “Door met hen samen te werken kregen we erg veel zin om hun taal te leren, en om op onze beurt deel te nemen aan dit fraaie handenballet,” aldus de enthousiaste directie van het Musée Saint-Raymond. Het project wordt vervolgd.
Uit Un cluedo en langue des signes, La Dépêche du Midi, 25 september 2012
Reuze Cluedo in gebarentaal © Musée Saint-Raymond, musée des Antiques de Toulouse
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
66
• Spelen met de ludieke én esthetische aspecten van de gebarentaal om creatieve
bemiddelingsprojecten op te zetten, met name voor kinderen;
De dienst Educateam van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België heeft met het programma ‘Promenade contée, promenade signée’ een geanimeerd bezoek dat beeldende kunst met mime en poëzie verenigt. Te midden van de collectie brengen (zowel dove als niet-dove) gidsen-vertellers allerlei verhalen. In gebarentaal en het Frans. De activiteit is bedoeld voor zowel kinderen als volwassenen, doven én horenden.
Promenades contées-signées © Marie-Anne Jacobs / MRBAB 2012
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
67
De ‘visioguide’ in gebarentaal
• Stel aan dove bezoekers een bezoek voor in gebarentaal, via een multimediagids of een
mobiele applicatie (tablet of smartphone). Hiervoor kan een gids-doventolk gevraagd
worden die de collecties van commentaar voorziet in doventaal. Dit instrument wordt vaak
een ‘visioguide’ of een ‘vidéoguide’ genoemd. Om een dergelijk instrument uit te werken is
het goed om met deze richtlijnen rekening te houden:
o de gids-doventolk moet een dove zijn, en dus geen horende die de gebarentaal onder
de knie heeft. Hij of zij dient een perfecte beheersing van de specifieke woordenschat
van hetgeen wordt getoond hebben;
o uit de vele talen en tekens (die een weerspiegeling zijn van de veelheid aan talen van
de landen en de gemeenschappen) dient verstandig gekozen te worden. Met name
voor die talen die beantwoorden aan de verwachte bezoekersgroepen. De
‘internationale doventaal’ (ISL, International Sign Language) kan gebruikt worden voor
de website, om de buitenlandse bezoekers te verwelkomen;
o het gebruik van de gebarentaal mag niet louter een ‘eenvoudige en directe vertaling’
van de audio zijn tijdens het bezoek. De gids-doventolk moet gevraagd worden om een
specifiek script voor te bereiden. Dat dan vervolgens wordt omgezet in gebarentaal;
o de opname hiervan dient te gebeuren in een studio, met een neutrale achtergrond. Dit
vergemakkelijkt de begrijpbaarheid van de tekens op het scherm(pje) van de terminal.
Bijkomende beelden kunnen worden toegevoegd, op voorwaarde dat dit de
leesbaarheid van de gebarentaal niet in het gedrang brengt. Soms wordt de voorkeur
gegeven aan een opname in situ. Sommige woorden zijn immers erg lang om uit te
drukken in gebarentaal. Dan kan het helpen dat de gids deze toont, terwijl ze ook
beschreven worden;
o de gids-doventolk moet neutraal gekleed zijn. Er kan evenwel met de kleuren
gevarieerd worden, om het verschil in de types commentaar en duiding te
onderstrepen;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
68
o het programma moet zo ontworpen worden dat de bezoeker de tijd heeft om te
observeren én te luisteren, zonder dat hij of zij voortdurend de pauzetoets moet
gebruiken van het apparaat;
o het kan ook interessant zijn om een ondertiteling te voorzien van ‘sleutelwoorden’
(begrippen die specifiek verband houden met het onderwerp), net als data en
eigennamen. De gids-doventolk kan gevraagd worden om deze te spellen. Het kan
best zijn dat hij of zij nieuwe woorden moet verzinnen –begrippen die bijvoorbeeld nog
niet bestaan in de desbetreffende gebarentaal;
o het is ook aan te raden dat het personeel dat deze multimediagidsen uitreikt enigszins
vertrouwd wordt gemaakt met de gebarentaal.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
69
Het Musée d’art et d’histoire de Genève heeft in 2011 een ‘vidéoguide’ ontwikkeld voor de verkenning van de permanente collecties. Een jaar later werd een nieuwe videogids gewijd aan de figuur van Jean-Jacques Rousseau, in het kader van de herdenking van zijn 300e verjaardag. De productie van deze laatste gaf een impuls aan de creatie van nieuwe woorden in de doventaal. “Een nieuw teken is gemaakt om de filosoof-schrijver aan te duiden. Het bestaat uit het gebaar waarbij een pruik wordt weggegooid – Rousseau verafschuwde dit accessoire,” aldus Stéphane Faustinelli, lid van de directie van de Fédération Suisse des Sourds.
Uit Le musée d’art et d’histoire de Genève lance un vidéoguide pour ses visiteurs sourds, Club innovation & culture France, 14 november 2011.
Vidéoguide van het Musée d’art et d’histoire © Musée d’art et d’histoire, Ville de Genève, Olivier Gay-Deslarze
• Er kan overwogen worden om te komen tot een ‘samenvoeging’ van de verschillende
inhouden, door één script uit te schrijven voor zowel doven, slechthorenden als het brede
publiek. Dit script wordt dan ook omgezet in gebarentaal, maar ook in een gesproken
voice off versie voor het brede publiek, als in een derde, ondertitelde versie. Een dergelijk
instrument is een goede incentive om horenden uit te nodigen om de gebarentaal te leren
ontdekken, en, ruimer, om hen te sensibiliseren voor dit “culturele en linguïstische
universum”.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
70
De Fédération francophone des sourds de Belgique, de dienst Educateam van de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, de vzw Arts et Culture en de organisatie SignFuse hebben samen een ‘visioguide’ gerealiseerd voor dove en slechthorende bezoekers, bedoeld voor de ontdekking van het Magrittemuseum. Dit project heeft daarvoor steun ontvangen van de Koning Boudewijnstichting (Elia Fonds), Samsung en ook van prinses Amaury de Mérode. Deze ‘visioguide’ biedt een selectie aan van gebarentaal in het Frans (LSFB), Nederlands (VGT) en, ten slotte in de internationale gebarentaal (ISL) van 21 werken van Magritte. De drager van de toepassing is een aanraakscherm. De uitleg in gebarentaal wordt begeleid door ondertitels in het Frans, Nederlands en het Engels, opdat zowel doven, slechthorenden en horenden er volop gebruik van kunnen maken. Het doel hiervan is de autonomie in het museum van doven en slechthorenden te vergroten, maar ook om horenden te sensibiliseren voor de doventaal en –cultuur. Het instrument beperkt zich niet tot het geven van louter informatie over René Magritte, maar vermengt daarentegen theater, poëzie en kunstgeschiedenis.
Uit Gebarentaal in het Magrittemuseum!, www.extra-edu.be
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
71
De vereniging Signes de Sens, is gespecialiseerd in toegankelijkheidsvraagstukken en stelt voor om de inhoud van hetgeen wordt getoond te clusteren. Met andere woorden: specifieke content per specifieke doelgroep van bezoekers wordt niet langer aangeboden. Daarentegen is het doel nu om een ‘universele inhoud’ aan te bieden die voor iedereen toegankelijk is. Zo heeft Signes de Sens voor het instrument ‘Les experts quai Branly’ (dat in het Musée du Quai Branly, gebruikt wordt) een bezoek gecreëerd voor kinderen op iPad. Dit kan zowel door doven (gebarentaal) gebruikt worden, als door slechthorenden (een volledige ondertiteling) als door horenden (voice off). Dit initiatief schrijft zich volop in in de principes van het ‘universele toegankelijkheidsconcept’. “De vraag naar de toegankelijkheid wordt niet gezien als een vraagstuk met een productiedoeleinde, dan wel als een initiële uitdaging.”
Uit La vie des musées (n° 24), Des musées plus accessibles, « La technologie au service d’une médiation pour tous ? », Julie Houriez, ICOM Belgique-Wallonie-Bruxelles, 2012.
Les experts quai Branly © Signes de sens, 2010
De elektronische loep
• Moedig slechtziende bezoekers aan die een smartphone hebben om apps te downloaden
die een loepfunctie hebben. Dit kan helpen om kleine voorwerpen of details beter te
bekijken.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
72
Het virtueel bezoek
• Ter plekke, en conform het principe dat men ‘compensatie’ noemt, kan aan de bezoekers
met een mobiele beperking een multimediagids worden aangeboden. Dit stelt hen in staat
om de collecties te verkennen waartoe ze geen toegang hebben, gelet op de
bouwkundige obstakels. Dit kan concreet gaan over een opname in de multimediagids
en/of de mobiele app die beelden uit de collecties presenteert. Of nog, er kan ook in een
zaal een scherm opgesteld worden dat de betrokken collecties presenteert. Indien gebruik
gemaakt wordt van een video, moet erover gewaakt worden dat deze toegankelijk is voor
alle soorten publiek:
o het scherm wordt opgesteld op een hoogte van 120 cm, en vermijdt reflecties. Indien
het scherm hoger of lager staat, moet het 30° gekanteld worden, waarbij eveneens
reflecties vermeden moeten worden. De grootte van het scherm staat in functie van de
afstand tot de bezoeker;
Afstand beelscherm-bezoeker Grootte (diagonaal) beeldscherm
1,25 m 32 cm
2,25 m 56 cm
3,25 m 82 cm
ondertitels en een vertaling in gebarentaal wordt voorzien, bestemd voor mensen met een
auditieve beperking;
o de tekst contrasteert voldoende met de achtergrond, dit om een goede leesbaarheid
van de ondertitels te kunnen garanderen;
o indien de bezoeker een afstandsbediening moet hanteren om de taal en/of de
ondertitels te selecteren moet deze tussen 80 en 110 cm hoogte geplaatst worden;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
73
o zorg er ook voor dat de verschillende auditieve boodschappen niet met elkaar in
conflict treden;
o de teksten zijn precies genoeg, om zonder beeldmateriaal begrepen te kunnen worden;
o voorzie een installatie van het type van de magnetische lus voor slechthorende
bezoekers, maar hou ook rekening met de opmerkingen die daarover hierboven (in het
deel ‘onthaal’) zijn aangehaald;
• Voorafgaand aan het bezoek: bereid de slechtziende bezoekers voor op de ontdekking
van de collecties met een aangepaste stijlgids (met het gebruik van kleuren en voldoende
contrast).
Maar hoe kan de overgang van figuratieve schilderkunst naar abstracte schilderkunst eveneens toegankelijk gemaakt worden? Dat was de uitdaging die Tate Modern zichzelf stelde, naar aanleiding van een tentoonstelling die aan het werk van Picasso en Matisse gewijd was. Er werd een website aangemaakt, speciaal voor slechtziende bezoekers: www.tate.org.uk/imap. Deze stelt een aantal werken voor die, doorheen een animatie, eerst “gedeconstrueerd worden om vervolgens opnieuw te worden samengesteld”, aan de hand van felle contrasten en kleuren. De website wordt tevens begeleid door een commentaar en een auditieve beschrijving. Tekeningen in zwart-wit kunnen op een aanraak-kopieerapparaat gemaakt worden. Uit Patrimoine, affaire classée, « Accessibilité du patrimoine dans le domaine culturel », Marcus Weisen, Directeur van het Jodi Mattes Trust for accessible digital culture, Akten van het colloquium dat op 27 april 2012 werd georganiseerd in het kader van het Salon Autonomies.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
74
5.3.3 Horen
De menselijke begeleiding
• Begeleid de blinde of slechtziende bezoekers in hun ontdekkingstocht van de collecties.
Dat kan door de ‘verbale beschrijving’, die zorgvuldig is voorbereid, zoals in het deel
‘Aanraken’ is uitgewerkt. Isabelle Vandenbosch heeft een aantal suggesties hierover35:
o wees bijzonder alert voor de manier waarop u zich opstelt, fysiek, tegenover de
luisteraars: “indien de gids zich omdraait tijdens zijn beschrijving van het voorwerp,
omdat hij bijvoorbeeld de nood heeft om het voorwerp te zien, teneinde het te kunnen
beschrijven, draagt het geluid niet ver genoeg in de richting van het publiek. Het geluid
verandert ook. Met andere woorden: het object ‘van buiten kennen’ is een noodzaak”;
o maak gebruik van technieken uit de film: in- en uitzoomen, flashbacks, enz.;
o aarzel niet om de kleuren en allerlei nuances te benoemen. Het publiek, zelfs degenen
die van bij de geboorte blind zijn, kunnen er deze of gene emotie aan verbinden;
o wees voorzichtig met het gebruik van symbolen en allerlei metaforen. Dit impliceert al
een zekere voorkennis;
o om het onderwerp te illustreren, en indien van toepassing, lees een stukje voor uit de
correspondentie van de kunstenaar waarin hij het heeft over het voorwerp. Of laat een
stukje muziek horen, dat op de een of andere manier een verbinding maakt met het
tentoongestelde voorwerp (ga bijvoorbeeld op zoek naar gelijkenissen in de
kunstgeschiedenis tussen muzikale stromingen en bewegingen in de beeldende kunst).
35 Circulez, il n’y a rien à voir – Guide pratique de l’art du « montrer », Isabelle Vandenbosch, SEL Bleu asbl,
2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
75
Het Provinciaal Archeologisch Museum van Ename bevindt zich vlakbij de ruïnes van een Benedictijnenabdij. Het museum opende de deuren in 1998 en brengt de (voornamelijk middeleeuwse) geschiedenis van deze plek. Dit was gedurende eeuwen de grens tussen Frankrijk en het Heilig Roomse Rijk. Het museum stelt een batterij aan instrumenten ter beschikking aan mensen met een visuele beperking, teneinde hun bezoek aangenamer en interessanter te maken. Waaronder een bezoek met een speciaal daartoe opgeleide gids.
Uit Aanbod van musea voor blinde en slechtziende bezoekers, www.faronet.be
Het vertrekpunt voor het Centre Ressources Théâtre Handicap was de vaststelling dat spektakels niet altijd toegankelijk zijn voor mensen met een visuele beperking. Dit centrum stelde daarop aan alle studenten van de conservatoria en academies van Parijs voor om slechtziende of blinde ‘kijkers’ mee te nemen naar het theater. Deze begeleiders fluisteren dan in hun oor wat er op de scène gebeurt. Dit concept van de ‘souffleur d’images’ (© CRTH, vertaald: de beeldenfluisteraar) faciliteert het individuele initiatief, daar waar dit soort van ondernemingen meestal door organisaties – in groep dus – wordt aangeboden. Het concept wordt meer en meer overgeplant naar de museumwereld, bijvoorbeeld ter gelegenheid van de Museum Night Fever te Brussel: duo’s staan klaar, en bestaan telkens uit een blinde en een ziend persoon. Zij beperken zich tot de beschrijving van de collecties, op basis van de specifieke methode waarmee ze gevormd zijn.
Uit Souffleurs d’images : ils prêtent leurs yeux aux aveugles avides de culture, Le Soir, 28 maart 2013
• Voor gegidste rondleidingen kan er aan slechthorende of oudere bezoekers worden
voorgesteld om een ‘audifoon’ te gebruiken, een toestel dat de stem van de gids versterkt.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
76
De audiogids en andere mobiele terminals
• Stel het gebruik van een audiogids voor aan de bezoekers. Dit type apparaat was
oorspronkelijk bedoeld voor het brede publiek, maar valt steeds beter in de smaak bij
bezoekers met een visuele beperking. Zij hebben vaak moeilijk toegang tot geschreven
bronnen. Let op de volgende aandachtspunten:
o vermijd aanraakschermen;
o zorg ervoor dat de cijfers 1 tot 9 van het toetsenbord in een vierkant worden opgesteld,
en van links naar rechts. Het cijfer vijf staat daarbij centraal, en is voorzien van een
kleine uitstulping. De knop met het cijfer nul moet zich onder die met het cijfer acht
bevinden. Ook hier zijn de hierboven aangehaalde regels met betrekking tot de keuze
van een geschikt lettertype en kleuren van kracht. De toepassing hiervan
vergemakkelijkt het gebruik van de audiogids;
o geef aan slechthorende bezoekers een ‘magnetische halsketting’. Het principe van dit
magnetisch snoer, zoals beschreven in het deel ‘Onthaal’ bestaat eveneens in de vorm
van een halssnoer, bestemd als audiogids. Het gaat daarbij concreet om een
magnetische lus die in een stoffen halssnoer is ingewerkt. Deze wordt met de
audiogids verbonden via de geluidsuitgang die het formaat ‘jack 3,5 mm’ heeft. De
slechthorende plaatst zijn instrument op de positie ‘T-coil’ (ingeval een analoog
apparaat), of in de ‘telefoonmodus’ (bij een digitale versie). Daarop wordt het geluid
perfect weergegeven. Zoals hierboven al is uiteengezet in het deel ‘Onthaal’ vormen de
gebruikers van dit type gehoorapparaten niet de meerderheid. Dat maakt dat het ter
beschikking stellen van dit medium niet verplicht is;
Magnetisch snoer aan een audiogids © Cité de la musique
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
77
o Zorg ook voor een ‘houwtouw’ en oortjes van het type dat gebruikt wordt bij
smartphones of hoofdtelefoons. Dat maakt dat men de handen vrij heeft op momenten
dat er gelezen moet worden.
• Verken ook het potentieel van nieuwe, mobiele dragers van de jongste generaties.
Tablets en smartphones vervangen steeds meer de klassieke audiogids. Sommige van
deze toestellen zijn uitgerust met toegankelijkheidfuncties, zoals die van het type ‘vocale
synthese’. Dat zorgt voor een auditieve reproductie van hetgeen er op het scherm te zien
is.
De mobiele applicatie van het Guggenheimmuseum te New-York is “ontworpen om bruikbaar en toegankelijk te zijn voor elk soort publiek, en met name voor de gehandicapte bezoekers. Zo worden de verbale beschrijvingen van beelden, de opties om tekst uit te vergroten, en voor iOS-toestellen, de technologie VoiceOver [een functie van het type ‘vocale synthese’, zie hierboven], voor blinde en slechtziende bezoekers aangeboden. De app kan ook transcripties voor audio produceren en ondertitels bij de video’s (enkel voor iOS), voor dove of slechthorende bezoekers. Het is bovendien compatibel met ‘T-Coil’.” Uit A l’occasion de l’expo James Turrell et avec le soutien de Bloomberg, Guggenheim lance une nouvelle version de son application mobile, Club innovation & culture France, 24 juni 2013.
De audiobeschrijving
• Voorzie, wanneer nodig, inhoud van het type ‘audiobeschrijving’ voor blinde en
slechtziende bezoekers. Oorspronkelijk werd deze techniek gebruikt in theater- en
concertzalen, om met name de beschrijving van een scène te vatten. Om inhoud te
maken, moet met volgende aanbevelingen rekening worden gehouden:
o benadruk, bij de beschrijving van een voorwerp, aspecten zoals de voornaamste
elementen, de grootte en afmetingen, het gebruikte materiaal, de techniek waarmee
het is gemaakt. Let er echter op dat het beschrijvende deel niet te lang wordt, ten
nadele van het deel waarin het wordt becommentarieerd;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
78
o kies een verschillende stem voor elk soort van boodschap: informatie met betrekking
tot de verplaatsing/oriëntatie – beschrijving – uitleg;
o probeer een sfeer te creëren met geluid. De sonore basis moet gelimiteerd worden tot
35 dBa. Ingeval het gebruik van audiovisuele middelen, mag de 45 dBa niet
overschreden worden;
o kies een parcours met zo weinig mogelijk obstakels;
o indien mogelijk: probeer de inhoud van een ‘voelbezoek’ te koppelen aan wat tijd in
stilte, waarin de tactiele ontdekking kan plaatsvinden.
• Voor de verspreiding van inhoud via audiobeschrijving, is het mogelijk een mobiele
applicatie te gebruiken met een vereenvoudigde interface. In vergelijking met een
audiobestand, biedt dit volgende voordelen:
o Ergonomisch gezien is het downloaden van een applicatie op een mobiele terminal
veel gemakkelijker dan het downloaden van audiobestanden (omdat deze vaak een
zip-formaat hebben en moeten overgezet worden van een computer naar een mobiele
terminal).
o Slechtzienden zijn meer en meer vertrouwd met de nieuwe technologieën en de
functionalliteiten van een smart phone; er bestaan zelfs speciale smart phones
aangepast aan slechtzienden die toelaten applicaties via on line stores te downloaden.
o Door gebruik te maken van hulpmiddelen die ook aan de "valide" bezoekers
aangeboden worden, kan men spreken van een echt inclusief beleid.
Zie bij voorbeeld het Cloître de Cadouin of ook het Geschiedenismuseum van Nantes.
Het geluid
• Het gebruiken van geluid in bepaalde ruimten kan de toegankelijkheid voor blinde en
slechtziende bezoekers verhogen. Algemeen gesproken laat dit toe bezoekers toe om
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
79
zich ‘onder te dompelen’ in de materie. Het geluid wordt tijdens het bezoek hoorbaar voor
slechthorende bezoekers via een lus van magnetische inductie. Let ook op het
voorbehoud hieromtrent dat in het deel ‘Onthaal’ werd gemaakt. Het gebruik van geluid
kan ook negatieve effecten hebben, waar de vereniging Polymorphe-Design op zijn
website op wijst. In een slecht geïsoleerde locatie kan men bijvoorbeeld geen gebruik
maken van verschillende geluidscircuits, zonder dat deze elkaar storen. Lawaai zorgt voor
meer lawaai, waardoor het de geluidsomgeving steeds luider zal worden, en het publiek
op zijn beurt lawaaierig en verstrooid. Als de geluidsband teksten bevat, zijn deze voor
een publiek dat de taal niet meester is, onbegrijpelijk. Ten slotte kan het gebruik van een
stem ook het lezen van de geschreven info verstoren. Het tot stand brengen van een
‘geluidssfeer’ moet dus erg voorzichtig worden aangepakt. Het is vaak aan te bevelen om
ver weg te blijven van het gebruik van allerlei omgevingsgeluiden, zoals vogelgezang,
stadsverkeer, joelende schoolkinderen, lopend water, enzovoort.
5.3.4 Voelen en proeven
• Organiseer geleide bezoeken en nodig daarbij het publiek uit om aandachtig te zijn voor
andere types van gewaarwordingen. Zoals het gebruik van geuren (natuurlijke of
artificiële), vochtigheid (op een archeologische site bijvoorbeeld), proeverijen – als het
thema zich ertoe leent, enz.
Het Bijenteeltmuseum biedt een blik op de bijenwereld en –teelt. Het gebouw is opgedeeld in zeshoekige cellen, zoals de graten in een bijennest. In elke cel wordt een deeltje van het leven van de bijen uitgelegd. Een brochure in braille is ter beschikking voor mensen met een visuele beperking. Maar, en vooral, men stelt deze bezoekers een verkenning van het museum voor, aan de hand van de smaak- en geurzin. Deze verkenning kan men ook maken tijdens een geleid bezoek. Het Nationaal Tabaksmuseum stelt aan bezoekers met een visuele beperking soortgelijke bezoeken voor. Zo kan men tijdens het bezoek verschillende soorten tabak besnuffelen…
Uit Aanbod van musea voor blinde en slechtziende bezoekers, www.faronet.be
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
80
In het Muziekinstrumentenmuseum kunnen blinde en slechtziende bezoekers profiteren van een aangepaste rondleiding die is afgestemd op hun noden en wensen. Daarbij krijgen ze een tactiel en auditief contact met de instrumenten. Tijdens het bezoek wordt elke ruimte waarlangs ze passeren beschreven. De bezoeker kan daarbij een aantal instrumenten aanraken en uitproberen, het materiaal waaruit het bestaat verkennen, de geur van de vernis en de lijm opsnuiven, enz.
De Abdij van Cluny heeft een multisensoriële koffer ontworpen voor leerlingen in schoolverband. Deze koffer is een educatief instrument voor de leerkrachten, maar kan ook gebruikt worden voor groepen kinderen met een beperking. Elke activiteit is gekoppeld aan een zintuiglijke benadering: gezicht, gevoel, reukzin.
Pedagogische koffer © Centre des monuments nationaux
Het hoofdstuk “de geurende tuin” is samengesteld uit bokalen met daarin proppen katoen die gedrenkt zijn in geuren, etherische oliën en kruiden, voor een olfactorische erkenning van geuren uit het verleden.
Pedagogische koffer – hoofdstuk “De geurende tuin” © Centre des monuments nationaux
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
81
5.4. Communicatie
In deze gids wijden we niet uit over algemene richtlijnen die betrekking hebben op de
communicatie naar mensen met een beperking (zoals de aanpassing van een website, de
signalisatie, de brochures, folders enz.). Hierover bestaan al meerdere, uitgebreide en
relevante informatiebronnen. Die zijn bruikbaar voor elke instelling die publiek ontvangt
(bezoek de websites www.gamah.be en www.plain-pied.com).
Voor de toegankelijkheid van websites verwijzen we naar de normen W3C, , ook al zijn deze
nogal algemeen. Maar zie ook de website www.anysurfer.be, die richtlijnen voorstelt en ook
een label uitreikt. Sommige culturele instellingen werken zelfs een aparte website uit voor
mensen met een handicap: www.handicap.monuments-nationaux.fr en
www.handicap.centrepompidou.fr. Deze benadering wordt gecontesteerd, gezien deze niet
afwijkt van de opvatting van het ‘universele concept’. Het Centre Pompidou wil zijn website
toegankelijk maken voor “elk publiek” en bijgevolg de speciale website, bedoeld voor
mensen met een beperking, afsluiten.
Op het vlak van communicatie is er een aspect waar niet genoeg op kan gehamerd worden.
Musea moeten verplicht communiceren over de maatregelen die ze getroffen hebben om de
toegankelijkheid te verbeteren. En dit zowel op de website als ter plaatse (met signalisatie,
folders enz.). Pro memorie:
• Communiceer aan de ingang van het gebouw, met name met pictogrammen. Geef daarbij
de grenzen van de toegankelijkheid aan, waar rolstoelgebruikers al dan niet kunnen
komen, de nabijheid van een lift, enz.;
• Communiceer ook over het aanbod:
o vermeld de diensten voor mensen met een beperking in het algemeen overzicht met
alle andere activiteiten;
o geef het bestaan aan van specifieke bemiddelingsinstrumenten. Er bestaan immers
heel wat voorbeelden van innovaties van het type ‘visioguide’ die niet of nauwelijks
gebruikt worden. Waarom? Omdat het doelpubliek er niet van op de hoogte was.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
82
• Voorzie ook incentives voor mensen met een beperking, opdat zij regelmatiger naar het
museum zouden komen. Communiceer hierover;
• Ontwikkel partnerships met specifieke verenigingen, om meer publiek naar het museum te
brengen.
De communicatie moet, indien mogelijk, in twee richtingen verlopen. Zoals de vereniging
Polymorphe Design, “Nog veel meer dan bij andere doelgroepen is het erg belangrijk om de
getuigenissen van bezoekers met een beperking te verzamelen. Enkel op die manier kan er
verder gewerkt worden aan de ontwikkeling om een aangepast aanbod te voorzien voor
iedereen. Hieruit kunnen de echte, huidige en toekomstige noden van dit publiek gehaald
worden”36.
36 Les 3 points clé d’une visite adaptée, Polymorphe Design
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
83
6 Financies
6.1. Gratis diensten
6.1.1 De productie van documenten in braille
De cel ‘Gelijke kansen’ van de Stad Brussel heeft een gratis dienst om documenten om te
zetten naar brailleschrift. Deze cel heeft daartoe een speciale printer. Teksten die ‘vertaald’
moeten worden, kunnen nooit erg lang zijn, gelet op het feit dat een pagina tekst drie
pagina’s in braille oplevert
Info: Cel ‘Gelijke kansen’ van de Stad Brussel – Bisschopsstraat, 3A – 1000 Brussel – Tel.:
+32 800 18 811 (gratis infonummer voor personen met een handicap) –
6.1.2 “Vorming ‘duidelijke taal’ voor Nederlandstalige gidsen”
Het Huis van het Nederlands te Brussel biedt gratis opleidingen ‘Duidelijke taal’ aan – een
concept dat dichtbij ‘Facile à lire’ staat. Deze opleiding spitst zich toe op het gebruik van een
helder Nederlands, zowel geschreven als gesproken, en wordt gegeven in het Nederlands.
Het Huis van het Nederlands biedt ook aan om geschreven teksten na te lezen in functie van
de begrijpelijkheid.
Info: Huis van het Nederlands te Brussel – Philippe de Champagnestraat, 23 – 1000 Brussel
– Tel.: +32 2 501 66 60 – Kristien Vanspauwen
Het is ook aangewezen om partnerships met verenigingen van gehandicapten op te zetten.
Meestal vertaalt zo’n partnership zich niet door een of andere financiële transfer, maar
veeleer door de uitwisseling van diensten en kennis, wat heel bruikbaar is bij de
totstandkoming van een project (raad, validatie bij de ontwikkeling van instrumenten, enz.).
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
84
6.2. Subsidies
6.2.1 Gemeenten
Heel vaak is er in de gemeente een schepen die verantwoordelijk is voor ‘gelijke kansen’
en/of gehandicapten. Een echte dienst die in deze domeinen actief is, is eerder uitzonderlijk
bij de gemeenten. De schepen is dus meestal het eerste aanspreekpunt.
De cel ‘Gelijke kansen’ van de Stad Brussel lanceert elk jaar een oproep, bestemd voor alle
vzw’s die op het domein van de gelijke kansen actief zijn. In het begin werd hierbij vooral
ingezet op initiatieven die het sensibiliseren over de problematiek bij het brede publiek tot
doel hadden. Recent is het accent verschoven en worden projecten ondersteund die
rechtstreeks naar mensen met een handicap gaan – waarbij ook soms culturele initiatieven.
Elk jaar wordt een tiental dossiers weerhouden. Die krijgen elk een maximale som van 2.000
euro. De oproep wordt gelanceerd rond 15 januari en weer afgesloten rond 15 maart.
Info: Cel ‘Gelijke kansen’ van de Stad Brussel – Bisschopsstraat, 3A – 1000 Brussel – Tel.:
+32 2 279 21 10 – E-mail: [email protected]
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
85
6.2.2 Gewesten en gemeenschappen
De Franse Gemeenschapscommissie (Commission communautaire française, COCOF),
Direction d'administration des Affaires culturelles et du tourisme) werkt op dit moment een
‘Plan culturel pour Bruxelles’ uit. Centraal hierin is de culturele participatie, waaronder ook
allerlei initiatieven die de toegankelijkheid bevorderen. Er is geen specifiek budget aan
toegewezen, maar het gebeurt dat projecten een financiële ondersteuning (met bedragen
tussen 2.000 en 5.000 euro) krijgen. Een subsidieaanvraagformulier is beschikbaar op de
website van de COCOF.
Info: Franse Gemeenschapscommissie – Kabinet van de minister van cultuur – Cécile
Vainsel, Botanic Building, Sint-Lazaruslaan, 10 – 12de verdieping – 1210 Sint-Joost-ten-
Node (Brussel) – Tel.: +32 2 506 34 11
6.2.3 Europese instellingen
De piste van de structurele Europese fondsen kan heel interessant zijn voor die musea die
toegankelijkheidsprojecten willen realiseren. Tussen de elf thematische doelstellingen die
opgesteld zijn voor de periode 2014-2020 op het vlak van samenlevingsopbouw zijn er drie
die een link hebben met de thematiek van de toegankelijkheid:
1. ‘Onderzoek en innovatie’;
2. ‘Informatie- en communicatietechnologie’;
3. ‘Sociale inclusie en strijd tegen de armoede’.
• Het Europees Sociaal Fonds (ESF) is het voornaamste instrument van de Europese Unie
om in het “menselijk kapitaal” te investeren en om te situatie van de meest kwetsbare
groepen te verbeteren. Voor de periode 2014-2020 komt het ESF tussenbeide voor de
thematische doelstelling ‘Sociale inclusie en strijd tegen armoede’. In Brussel wordt dit
fonds door zowel het gewest als door de taalgemeenschappen beheerd. De
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
86
gemeenschappen zullen dit fonds dit fonds vooral gebruiken voor de opleiding en
tewerkstelling van mensen met een beperking;
• Het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) heeft als doelstelling de
versterking van de sociale, economische en territoriale cohesie in de Europese Unie te
versterken. Voor de periode 2014-2020 komt EFRO met name tussenbeide voor de de
drie hierboven genoemde domeinen. In Brussel wordt dit fonds beheerd door het Brussels
Hoofdstedelijk Gewest. Financiering wordt toegekend op basis van projectvoorstellen.
Hoe dan ook, de uitdagingen op cultureel vlak staan geenszins centraal in de werking van
EFRO. De kans dat een museumproject succesvol is in de aanvraag is dan ook klein.
Info: Gewestelijke Overheidsdienst Brussel - Secretariaat generaaal – Cel Coördinatie en
Beheer EFRO – CCN (Noord Niveau 3) – Vooruitgangstraat 80 – 1035 Brussel – 1035
Schaarbeek (Brussel) – Tel.: +32 2 204 17 61 – E-mail: [email protected]
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
87
6.2.4 De Nationale Loterij
Op het vlak van sponsoring keert ook de Nationale Loterij een deel van de ontvangsten uit
aan allerlei initiatieven in het domein van cultuur en sport. Onder de noemer van subsidies
onderhoudt de loterij een “brede waaier van initiatieven die een menselijke, sociale,
sportieve, culturele, wetenschappelijke roeping hebben, en die ten goede komen aan de
nationale uitstraling.” Deze subsidies worden verleend door ofwel de federale overheid, ofwel
door de gemeenschappen, binnen de hen toegewezen bevoegdheden. Voor wat de
Franstalige Gemeenschap betreft, moeten de aanvragen gericht worden aan de dienst
‘Loterie nationale’, en met nadruk op de culturele dimensie van het project in kwestie. De
beslissing wordt niet genomen op basis van het aantal projectaanvragen of de grote
thematische lijnen, dan wel na onderzoek van het dossier. Op de website van deze dienst
staat een dossier waarin staat aangegeven welke onderdelen een aanvraag dient te
bevatten (een specifiek formulier, budget, een beschrijving van het project, enz.).
Info: Fédération Wallonie-Bruxelles – Cécile Godart – Service de la Loterie nationale –
Leopold II-laan, 44 – 1080 Sint-Jans-Molenbeek (Brussel) – Tel.: +32 2 690 88 72 –
6.2.5 Toerisme Vlaanderen
Het agentschap Toerisme Vlaanderen heeft als missie de toerismesector in Vlaanderen en
Brussel te promoten. Via de zogenaamde ‘Impulsprogramma’s’ ondersteunt Toerisme
Vlaanderen verschillende initiatieven op het vlak van de toeristische ontwikkeling. Daarbij
kan het gaan over infrastructuurprojecten, evenementen of digitaliseringsprojecten. Ook het
thema van de toegankelijkheid komt daarbij in het vizier. In 2012 werden 86 toeristische
projecten ondersteund, goed voor een totaal van 16,7 miljoen euro. Daarnaast kan Toerisme
Vlaanderen ook bijdragen in de realisatie van de toegankelijkheidsanalyse van de site.
Daartoe vindt u de informatie op de website Toegankelijk Vlaanderen.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
88
Info: Toerisme Vlaanderen – Els Lowyck – Dienst Impulsprogramma's – Grasmarkt 61 –
1000 Brussel – Tel.: +32 2 504 03 89 – GSM: +32 497 38 71 86 – E-mail:
6.3. Mecenaat en sponsoring
6.3.1 Enkele principes
De zoektocht naar ondersteuning via mecenaat en sponsoring is niet eenvoudig. We
formuleren op dat vlak dan ook enkele aanbevelingen:
• Kies voor een gelaagde aanpak in de presentatie. Het hanteren van enkel de culturele
invalshoek sluit niet altijd aan bij de (doelstellingen van) degene bij wie u steun wil halen.
Om die reden is het soms zelfs beter om een sociale invalshoek te kiezen, of een
educatief-innovatieve;
• Klop aan bij bedrijven waarvan hun activiteiten aansluiten bij de wereld van
gehandicapten. In Dijon (Frankrijk) kreeg het voelparcours van de parcours tactile du
Jardin des sciences steun van de bedrijven Essilor en Optic 2000;
• Denk ook aan andere vormen van ondersteuning dan financiële. Ondernemingen kunnen
ook op een andere manier helpen:
o in natura: door het schenken van materiaal krijgt de onderneming visibiliteit voor haar
producten of diensten. In het Magrittemuseum, bijvoorbeeld gebeurt het bezoek met
gebarentaal op tablets die door Samsung zijn geschonken;
o door te helpen met de inzet van competenties: werknemers van de onderneming
kunnen worden ingezet. Voorbeeld: een verlichtingsbedrijf stelt zijn personeel ter
beschikking voor de opbouw van de verlichting van een expo;
o technologische steun: het bedrijf springt bij met techniek die het gebruikt of produceert.
Deze vorm van mecenaat wordt vaak gehanteerd in de wetenschappelijke wereld,
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
89
maar ook in de archeologie en bij bedrijven die een aanbod hebben voor mensen met
een handicap.
6.3.2 Enkele belangrijke contacten
Prométhéa
De vzw Prométhéa is opgericht in 1985 en heeft als doelstelling het bedrijfsmecenaat te
bevorderen in het domein van kunsten en erfgoed. Naar de culturele spelers stelt Prométhéa
zich op als een informatiebaken, maar ook als een verbindingscentrum tussen bedrijven en
cultuur. De vzw organiseert regelmatig ‘ateliers-conseils’ om bij te dragen tot de ontwikkeling
van het bedrijfsmecenaat.
Bedrijfsmecenaat
De website ‘Mécénat d’entreprise’ is een ontmoetingsplek tussen het verenigingsleven en
ondernemers. Op deze site vindt u:
• de namen van de in ons land actieve ondernemingen die aan mecenaat doen, hun
actieplan, de vormen van ondersteuning alsook hun volledige coördinaten;
• de namen van de voornaamste organisaties die ondersteund worden, de beschrijving van
het terrein waarop ze werkzaam zijn, alsook hun volledige coördinaten. Een paar
voorbeelden van organisaties die steun krijgen:
o Ados Pilifs is een school die een aangepaste leermethode heeft ontwikkeld voor
leerlingen met autisme. Deze wordt ondersteund door de BNP Paribas Fortis
Foundation;
o FAMISOL, ondersteund door Belgacom;
o Het Museum van Elsene, ondersteund door Thalys;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
90
o Wiels, ondersteund door AG Insurance.
De Koning Boudewijnstichting
Het Elia Fonds wordt beheerd door de Koning Boudewijnstichting en ondersteunt projecten
die bestemd zijn voor mensen met een mobiele beperking. Het wordt specifiek gebruikt voor
“de originele ontdekkingen op het vlak van toerisme, cultuur en sport.” De benaming ‘mensen
met een mobiele beperking’ wordt hier erg breed geïnterpreteerd. Komen ook in aanmerking:
mensen met een verstandelijke, motorische of zintuigelijke beperking. Elk jaar worden een
twintigtal activiteiten gefinancierd, op basis van een projectaanvraag. Elk van de aanvragen
die gehonoreerd worden krijgt een som tot 15.000 euro. In de tien jaar dat het fonds bestaat
hebben ook een aantal musea kunnen gebruik maken van deze middelen:
• Fédération francophone des Sourds de Belgique: “De creatie voor het Magrittemuseum
van een ‘visioguide’ in gebarentaal en met ondertitels. Deze is bedoeld voor dove en
slechthorende bezoekers”;
• Art&Marge: “Het actief doen deelnemen van mensen met een verstandelijke beperking
aan de productie van een pedagogische museumkoffer. Maar ook: hen uitnodigen voor
een gegidst bezoek met mensen die geen beperking hebben”;
• Het Musée provincial Félicien Rops: “Het Musée Rops laten zien… zonder gebruik te
maken van je ogen! Dit is bedoeld voor mensen met een visuele handicap, met onder
meer de organisatie van gegidste rondleidingen, creatieve ateliers en een artistieke stage
‘in residence’ van een week”;
• De Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis: “De verwezenlijking van een nieuwe
tentoonstelling voor bezoekers met een visuele beperking en de herinrichting van een
zaal door de aanschaf van nieuw, comfortabeler meubilair”;
• Het Huis van Alijn vzw: “Het museum toegankelijker maken voor blinde en slechtziende
bezoekers”;
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
91
• Het Kindermuseum: “Het museum en onze activiteiten openstellen voor bezoekers met
een auditieve beperking”
CERA
CERA is een financiële coöperatieve die investeert in de maatschappij. Deze instelling voert
overigens een “maatschappelijke missie” uit, door onder meer de ondersteuning van een
aantal projecten die aansluiten bij haar waarden. Dit zijn: samenwerking, solidariteit en
respect voor het individu. CERA komt tussenbeide in zeven domeinen waarvan er drie zijn
die ook voor museumwerkers interessant zijn, in het licht van de verder ontwikkeling van de
toegankelijkheid:
• Sociale inclusie en strijd tegen armoede;
• Kunst en cultuur;
• Diensten aan de gemeenschap;
‘Regionale overlegraden’ vinden regelmatig plaats om te beslissen over de financiële steun
voor maatschappelijke projecten, zonder dat deze via de logica van de projectaanvraag
passeren. Komen in aanmerking: die vzw’s die een dossier presenteren binnen de
voorwaarden die op de website van CERA staan, en dit uiterlijk een maand voor de meeting
van de regionale overlegraad. De weerhouden projecten ontvangen een som tot ongeveer
2.000 euro. Het Museum van de Geneeskunde in Brussel heeft een dergelijke steun
ontvangen.
Info: CERA – Maatschappelijke projecten – Kris Debruyne – Ladeuzeplein 15 – 3000 Leuven
– Tel.: +32 16 27 96 74
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
92
Cap 48
CAP 48 is een organisatie die in 1957 is opgericht. Samen met de RTBF verzamelt en
coördineert het fondsen die bestemd zijn voor mensen met een handicap, en dit binnen de
Franstalige Gemeenschap. De projectaanvragen kunnen tussen midden april en midden juli
ingestuurd worden. Komen in aanmerking: vzw’s die de integratie van mensen met een
beperking bevorderen. De projecten die ondersteund worden zijn erg uiteenlopend van aard
(investeringen, personeelskosten, diensten enz.) en bestrijken zowat elke vorm van
beperking. Het bedrag dat wordt opgehaald en vervolgens weer wordt verdeeld is afhankelijk
van de jaarlijkse herfstcampagne. In 2012 werden er zo’n 200 dossiers ingediend, waarvan
76 werden gehonoreerd. Elk van deze dossiers ontvingen gemiddeld zo’n 25.000 euro.
Eeckman Art & Insurance
Een Europees beursvennootschap dat in de kunst gespecialiseerd is. Eeckman Art &
Insurance heeft gedurende drie generaties een uitstekende reputatie opgebouwd op het vlak
van advies met betrekking tot verzekeringen van kunst. De onderneming richt zich tot
privéverzamelaars, professionals en culturele instellingen en biedt oplossingen op maat, met
oog voor kwaliteit, flexibiliteit en discretie. Eeckman Art & Insurance wordt gewaardeerd als
specialist door verzekeringsmaatschappijen en kunstprofessionals, en richt zich tot degenen
die dezelfde waarden deelt als zijzelf, vaak ook met een grote passie voor kunst.
Verzamelaars en erfgoedbeheerders vinden bij Eeckman Art & Insurance een ideale
gesprekspartner die hen begrijpt, mee nadenkt en een oplossing op maat voorstelt. In een
snel veranderende wereld opereert Eeckman Art & Insurance vanuit vestigingen in Brussel,
Antwerpen, Genève en Parijs. Trouw aan de geest van de oprichter ondersteunt Eeckman
Art & Insurance musea, culturele instellingen en de artistieke creatie in het algemeen, met
partnerships of vormen van mecenaat. Zo was Eeckman Art & Insurance partner van het
colloquium ‘Des musées (plus) accessibles’ dat in november 2011 werd gehouden in
Brussel.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
93
6.3.3 Participatieve financiering
Er bestaan verschillende benamingen voor de ‘participatieve financiering’. ‘Crowdfunding’ is
ongetwijfeld de bekendste. Deze vorm van financiering kent een groeiend succes in de
cultuursector. Hierbij worden fondsen bij het brede publiek gezocht. Het doel is om een
specifiek project te financieren. Dit soort van operaties gebeurt dan via speciaal daartoe
ontworpen websites. De initiatiefnemer presenteert er zijn project op en geeft aan hoeveel
geld er nodig is om het te realiseren. Anders dan bij het traditionele mecenaat is het principe
van de participatieve financiering dat vele kleintjes groot maken. Dit mikt met andere
woorden op vele (kleine) giften. De initiatiefnemer ontvangt het geld, op voorwaarde dat het
vooropgestelde bedrag binnen een bepaalde tijdspanne is gehaald. Als het project goed
loopt en het vooropgesteld bedrag gehaald wordt, heeft de ‘investeerder’ recht op een
incentive of een andere vorm van deelname. In de cultuursector bestaan er verschillende
platforms, zoals www.mymajorcompany.com in Frankrijk en www.voordekunst.nl in
Nederland. Deze vorm van financiering krijgt ook steeds meer voet aan de grond in België37.
www.museum4all.eu is een ‘online museumgids’ die speciaal voor mensen met een beperking is opgezet. Deze verzamelt een heleboel informatie over musea die toegankelijk zijn voor dit segment van de bevolking. Dankzij een crowdfundingscampagne via www.voordekunst.nl is de organisatie erin geslaagd om een bedrag van 4.500 euro bij elkaar te harken. Dit zal gebruikt worden om een nieuwe website te ontwikkelen, met een databank van ‘toegankelijke musea’. Bezoekers van de website zullen er hun ervaringen kunnen delen.
37 Crowdfunding: une source de financement complémentaire ou alternative pour votre entreprise,
www.desseille.be
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
94
6.4. Onderscheidingen en prijzen
Er bestaan zowel in ons land als in het buitenland een aantal prijzen die opmerkelijke
museuminitiatieven in de schijnwerpers plaatsen. Daarbij is er ook aandacht voor de
toegankelijkheidscriteria:
• De website Museumprijs zet daarbij de puntjes op de i’s: “tijdens de selectieprocedure
neemt de jury alle aspecten in overweging die met de activiteiten van het museum te
maken hebben. Een belangrijk aandachtspunt daarbij is de aandacht voor de vernieuwing
van het publiek. De laureaten worden ook uitgenodigd om hun prijs te herinvesteren in
projecten die een nieuw publiek kunnen bedienen en aantrekken: kinderen en jongeren,
gehandicapte bezoekers, kansengroepen, enz.” De vzw GAMAH is partner van deze prijs
en bezorgt aan de jury een evaluatierapport – voor wat de toegankelijkheid betreft;
• Het Europese Museumforum reikt jaarlijks verschillende prijzen uit: de European museum
of the year award, de Council of Europe Museum Prize, de Kenneth Hudson Award en de
Silletto Award. Voor de jury staan de noden en behoeften van de bezoekers centraal in de
missie van het museum. Een van de doelstellingen van de Council of Europe Museum
Prize is het benadrukken van het benadrukken van de verbreding van de
publieksdoelgroepen. Daarbij moet rekening gehouden worden met “de leeftijd, de sociale
en beroepscategorieën, de taalkundige diversiteit en vormen van beperking”;
• De Europese Museumacademie kent elk jaar drie ‘excellentie’-prijzen toe aan musea:de
European museum academy prize, de Luigi Micheletti Award en de Children's Museum
Award. In de selectiecriteria is er aandacht voor de toegankelijkheid van het gebouw, net
als de inspanningen van de kandidaten voor mensen met zintuigelijke beperkingen (met
name de ontwikkeling van programma’s voor doven en blinden).
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
95
De vzw Cap 48 kent eveneens de ‘Prix de l’entreprise citoyenne’ toe. Deze beloont die
instellingen die zich hebben onderscheiden op het vlak van de toegankelijkheid. In 2010
werd deze prijs toegekend aan de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, voor
het werk van de dienst ‘Educateam’.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
96
7 Bronnen
Accès sourds, accessoire ? Guide pour améliorer l’accès à l’information pour les personnes sourdes, Michel
Joris, APEDAF, 2011.
Aires Libres (n° 10), « Patrimoine, affaire classée ? », GAMAH asbl, november 2011.
Aires Libres (n° 3), « Cécité, surdité et culture ? », GAMAH asbl, juni 2008.
All inclusive - kunsteducatie en publieksbemiddeling voor personen met een handicap (Studiedag), LASSO,
december 2008.
Circulez, il n’y a rien à voir – Guide pratique de l’art du « montrer », Isabelle Vandenbosch, SEL Bleu asbl, 2009.
Conseils accessibles, « Equipements publics », GAMAH asbl, 2012.
Conseils accessibles, « Facile à lire », GAMAH asbl, 2012
Conseils accessibles, « L’éclairage », GAMAH asbl, 2012.
Conseils accessibles, « La signalétique », GAMAH asbl, 2011.
Conseils accessibles, « Les guichets adaptés », GAMAH asbl, 2011.
Conseils accessibles, « Salle d'attente / Zone de repos », GAMAH asbl, 2012.
Conservation-restauration et médiation culturelle (Studiedag), « Bien accueillir les publics handicapés :
l’indispensable transversalité conservation–médiation », Caroline Jules, toegankelijkheidsconsulente
(www.mediationcultureeleetaccessibilite.fr), MUba Eugène Leroy l Tourcoing, 23 maart 2011.
Convention on the Rights of Persons with Disabilities, General Assembly of the United Nations,
13 december 2006.
Critères d’accessibilité répondant aux besoins des personnes ayant une déficience visuelle, « Couleur /
Contraste », Société Logique, maart 2012.
Crowdfunding: une source de financement complémentaire ou alternative pour votre entreprise, www.desseille.be
Culture et handicap - Guide de l’accessibilité, Ministère de la culture et de la communication (France), 2007.
Declaration on the Rights of Disabled Persons, General Assembly of the United Nations, 9 december 1975.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
97
Décret relatif à l’accessibilité aux personnes handicapées accompagnées de chiens d’assistance des
établissements et installations destinées au public, Région wallonne, 23 november 2006.
Décret relatif à l'intégration sociale et professionnelle des personnes handicapées ainsi que ses arrêtés
d’exécution, Franse Gemeenschapscommissie, 4 maart 1999.
Enjeux : le poids et le sens des mots, Plateforme Annonce Handicap.
Europese strategie inzake handicaps 2010-2020: Een hernieuwd engagement voor een onbelemmerd Europa,
Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, het Europees conomisch en sociaal
comité en het Comité van de regio’s, 15 november 2010.
Gewestelijke Stedenbouwkundige verordening – Titel 4: Toegankelijkheid van gebouwen voor personen met
beperkte mobiliteit, Brussels Hoofdstedelijk Gewest, 21 november 2006.
Gezondheidsenquête door middel van Interview, België, 2001, IPH/EPI Reports N°2002-22, Deel 2,
Gezondheidstoestand: Beperkingen en Participatieproblemen, pp. 419-622, Wettenschappelijk Instituut
Volksgezondheid en Nationaal Instituut voor de Statistiek.
Guide des bonnes pratiques de mise en couleur, Union professionnelle peintures finitions, 2009.
Handvest van de grondrechten, Europese Unie, 7 december 2000.
International Classification of Functioning, Disability and Health (ICF), WHO, 2001.
L’accessibilité au musée pour les personnes déficientes intellectuelles, Michel Joris, AFRAHM, 2013.
L’information écrite accessible, Plain-Pied asbl, 2004.
L’information pour tous – Règles européennes pour une information facile à lire et à comprendre, UNAPEI, 2009.
La culture : les personnes handicapées y ont-elles accès ?, Plain-Pied asbl, 2009.
La vie des musées (n° 24), Des musées plus accessibles, ICOM Belgique-Wallonie-Bruxelles, 2012.
Les 3 points clés d’une visite adaptée, Polymorphe Design.
Les déficiences motrices, Sophie Goujon, Académie de Caen.
Les guichets, Plain-Pied asbl, 2004.
Les personnes à mobilité réduite : un marché à saisir ?, Plain-Pied asbl, 2009.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
98
OngeZIENe Rijkdom - Blinde en slechtziende bezoekers openen de blik op kunst en erfgoed, David Mellaerts,
Jan Dewitte, Rieke Jacobs, 2009.
Patrimoine et handicap - Des clés pour adapter les visites des sites culturels et naturels, Mission d’Ingénierie
Touristique Rhône-Alpes, 2009.
Patrimoine, affaire classée, « Accessibilité du patrimoine dans le domaine culturel », Marcus Weisen, Directeur
van het Jodi Mattes Trust for accessible digital culture, Akten van het colloquium dat op 27 april 2012 werd
georganiseerd in het kader van het Salon Autonomies.
Protocol tussen de Federale Staat, de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige
Gemeenschap, het Waals Gewest, het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, de Gemeenschappelijke
Gemeenschapscommissie en de Franse Gemeen-schapscommissie ten gunste van de personen met een
handicap Protocol betreffende het begrip redelijke aanpassingen in België krachtens de wet van 25 februari 2003
ter bestrijding van discriminatie en tot wijziging van de wet van 15 februari 1993 tot oprichting van een Centrum
voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding, 19 juli 2007.
Resolution 47/3 on International Day of Disabled Persons, General Assembly of the United Nations,
7 oktober 1992.
Resolution ResAP(2001)1 on the introduction of the principles of universal design into the curricula of all
occupations working on the built environment, Council of Europe, 2001.
Richtlijn 2000/78/EG van de Raad van 27 november 2000 tot instelling van een algemeen kader voor gelijke
behandeling in arbeid en beroep, Europese Unie, 27 november 2000.
Toegankelijk publiek domein - Vademecum, Enter vzw, juni 2013.
Toegankelijke Cultuur (Studiedag), Vlaamse overheid, Departement Cultuur, Jeugd, Sport en Media, mai 2012.
Verdrag van Amsterdam houdende wijziging van het Verdrag betreffende de Europese Unie, de verdragen tot
oprichting van de Europese Gemeenschappen en sommige bijbehorende akten, Europese Unie, 2 oktober 1997.
Wet betreffende de tegemoetkomingen aan personen met enn handicap, Federale Staat, 27 februari 1987.
Wet ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie, Federale Staat, 10 mai 2007.
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
99
8 Dankwoord
De Brusselse Museumraad dankt de partners van de
Praktische toegankelijkheidsgids
ONS ERFGOED IS ONZE RIJKDOM. HAAR BEWAREN IS EEN GROTE KUNST!
Eric en Marc Hemeleers zijn zich reeds van kindsbeen af bewust van de wereld van de kunst en vertegenwoordigen de derde generatie van managers en aandeelhouders van Eeckman Art & Insurance. Ons kabinet van courtage en van het onderschrijven van verzekeringen geniet sinds lange tijd de erkenning van de beste internationale markten. Onze expertise consolideren en exporteren we via onze kantoren in België, Frankrijk en Zwitserland.
We worden gewaardeerd als specialisten door de verzekeringsmaatschappijen Lloyds (Axa Art, Catlin, Hiscox, Nationale Suisse en XL) en door professionals uit de kunstwereld. Wij richten ons tot mensen die onze waarden en passie voor kunst delen. Verzamelaars, erfgoedbewaarders, musea of instellingen erkennen in ons een gesprekspartner die begrijpt, analyseert en vernieuwende en aangepaste oplossingen voorstelt.
Trouw aan de geest van onze oprichter, Leon Eeckman, steunen wij ook artistieke creaties via partnerships of cultureel mecenaat.
Sinds meer dan 50 jaar is Veranneman Audiologie actief en erkend in de wereld van de audiologie. We passen gehoorapparaten aan en distribueren medische hulpmiddelen in heel België. Maar we hebben ook ruime ervaring in de wereld van de cultuur: Veranneman begeleidt vele muziekfestivals, concerten en andere evenementen.
Veranneman Audiologie heeft tot doel het comfort van de slechthorenden te verhogen. Dit kan met de hulp van een apparaat voor geluidsoverdracht, dat een draadloze verbinding maakt met het hoortoestel. De voorgestelde oplossingen worden geïnstalleerd in alle openbare gebouwen, met inbegrip van culturele centra, concertzalen, lokettenzalen, bioscopen, scholen, musea en openbaar vervoer. De aanwezigheid van deze oplossingen wordt aangegeven met het volgende symbool:
Conseil Bruxellois des Musées - Brusselse Museumraad
+32 2 512 77 80 - [email protected] - www.brusselsmuseums.be CONFIDENTIEL © Conseil bruxellois des musées
100
De Brusselse Museumraad dankt
diegenen die de Praktische toegankelijkheidsgids nalazen Maud Caillot (Polymorphe Design), Anne Clossen (Arts et culture asbl), Philippe Debacker (Phare / Personne Handicapée Autonomie Recherchée), Myriam Dom (Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België), Corentin Dussart (Gewestelijke Overheidsdienst Brussel - Cel Coördinatie en Beheer EFRO), Miguel Gerez (AMT Concept), Pieter Ghijsels (Toerisme Vlaanderen), Michel Joris (AFRAHM), Kimberley Parée (Musée Ianchelevici), Maud Real (Audition Confort), Christopher Robinson (Parlamentarium / Bezoekerscentrum van het Europese Parlement), Erik Smagghe (Veranneman Audiologie), Laurence Tonglet (Plain-Pied asbl), Hildegarde Van Genechten (FARO - Vlaams steunpunt voor cultureel erfgoed vzw), Marie-Ange Vandecandelaere (GAMAH asbl), Isabelle Vandenbosch (SEL Bleu asbl). De Brusselse Museumraad dankt de instellingen en personen die hun expertise ter beschikking
stelden van de Praktische toegankelijkheidsgids Archi-Tact (Isabelle Dapzol), de Parlementaire raad van de Raad van Europa (Roberto Fasino), Cap 48 (Isabelle Gilbert), Centre Pompidou (Gonzague Gauthier), Centrum Toegankelijkheid Provincie Antwerpen (Karlien Smets), CERA (Kris Debruyne en Christophe Kevelaer), Château de Versailles (Marie-Armelle Hoyau), Club innovation et culture France (Pierre-Yves Lochon), Franse Gemeenschapscommissie (Gilles Poupart en Cécile Vainsel), Eeckman art&insurance (Selin Eskin), European Museum Academy (Massimo Negri), Fédération des aveugles et handicapés visuels de France (Nadine Dutier), Fédération Francophone des Sourds de Belgique (Marie-Florence Devalet en Nadine Szajner), Fédération Wallonie-Bruxelles (Cécile Godart), Koning Boudewijnstichting (Sarah Reyn), Europese Museumforum, Louis-Pierre Grosbois, Het Huis van het Nederlands Brussel (Kristien Vanspauwen), Huis van Alijn (Wendy Van Hoorde), ICOM Belgique/Wallonie-Bruxelles (Barbara Allard), Intro VZW (Fanny Yde), Middelheimmuseum (Greet Stappaerts), Fédération Wallonie-Bruxelles, Service du patrimoine culturel (Nathalie Nyst), Museum BELvue (An Lavens en Mathilde Oechsner), Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België (Caroline Van Meerbeek), Museum voor Natuurwetenschappen (Gérard Cobut), Museum Sint-Janshospitaal (Mieke De Jonghe), Museum voor Schone Kunsten Gent (Lies Ledure) Ophrys Systèmes (Noémie Godard), Phare / Personne Handicapée Autonomie Recherchée (Dominique Dugnoille), Plain-Pied (Véronique Elias), Signes de sens (Julie Houriez), Sycomore (Jean-Yves Boutisseau en Marie Jaux), Toerisme Vlaanderen (Sara Lefèvre en Els Lowyck), Stad Brussel (Erik De Dijn), Vlaamse Gemeenschapscommissie (Chantal Brems), Westkans vzw (Michiel Vanhauwaert).
De Brusselse Museumraad dankt de instellingen die beeldmateriaal ter beschikking stelden van de Praktische toegankelijkheidsgids
Centre des monuments nationaux (Virginie Goutayer), Cité de la musique (Bénédicte Capelle-Perceval en Gaëlle Kervella), M-Museum Leuven (Sabine Leemans), Museum BELvue (Mathilde Oechsner), Musée d'art et d'histoire de la Ville de Genève (Angelo Lui en David Matthey), Musée Ianchelevici (Valérie Formery), Musée provincial Félicien Rops (Sophie Laurent), Musée Saint-Raymond de Toulouse / Musée des antiques (Lydia Mouysset), Museum voor Natuurwetenschappen (Donatienne Boland), Museum4all (Karlijn De Winter), Palais des Beaux-Arts de Lille (Elisabeth Vanyper), Pam Ename (Maurice Cornelis en Marie-Claire Van der Donckt), Parlamentarium / Bezoekerscentrum van het Europese Parlement (Christopher Robinson), Publiekswerking Museum Plantin-Moretus (Odette Peterink), Signes de sens (Julie Houriez).