Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische...

54
Voorwoord Voor mijn laatstejaarsstage heb ik voor het Regionaal Landschap Dijleland vzw gekozen. Een instelling die zich met streekeigen natuur bezig houdt en dit toegankelijk maakt voor iedereen. In de rol van assistent-onderzoeker / planner heb ik getracht mijn technische, economische, ecologische, sociale en commerciële achtergrond toe te passen en te verruimen. Het was een goede voorbereiding op een reële situatie als werknemer. In de eerste plaats wil ik graag het Regionaal Landschap Dijleland en medewerkers bedanken voor hun hulp in het bijzonder mijn stagementor Jan Verroken, Koen Berwaerts, An Devroey en Veerle Cielen. Ook zou ik graag mijn projectbegeleidster Nele Spelmans willen bedanken.

Transcript of Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische...

Page 1: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Voorwoord

Voor mijn laatstejaarsstage heb ik voor het Regionaal Landschap Dijleland vzw gekozen. Een instelling die zich met streekeigen natuur bezig houdt en dit toegankelijk maakt voor iedereen. In de rol van assistent-onderzoeker / planner heb ik getracht mijn technische, economische, ecologische, sociale en commerciële achtergrond toe te passen en te verruimen. Het was een goede voorbereiding op een reële situatie als werknemer.

In de eerste plaats wil ik graag het Regionaal Landschap Dijleland en medewerkers bedanken voor hun hulp in het bijzonder mijn stagementor Jan Verroken, Koen Berwaerts, An Devroey en Veerle Cielen. Ook zou ik graag mijn projectbegeleidster Nele Spelmans willen bedanken.

Page 2: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 2

Inhoudsopgave

Voorwoord ............................................................................................... 1

Inhoudsopgave......................................................................................... 2

Inleiding .................................................................................................. 4

1. Algemene bedrijfsgegevens .................................................................... 5

1.1 Naam en adres van het bedrijf............................................................ 5

1.2 Structuur van het bedrijf.................................................................... 5

1.3 Historiek.......................................................................................... 6

1.4 Beschrijving van de huidige activiteiten van het bedrijf .......................... 7

1.5 Toekomstvisie van het bedrijf ............................................................. 8

1.6 Situering van het bedrijf .................................................................... 8

2. Opdrachten i.v.m. technische aspecten van het bedrijf ............................... 9

2.1 Project: Uitvoering van het beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied ...................... 9

1. Omschrijving van de opdracht ........................................................... 9

2. Methoden en technieken ................................................................. 11

3. Resultaten opdracht ....................................................................... 13

4. Discussie ...................................................................................... 16

2.2 Project: Holle Wegen....................................................................... 16

1. Omschrijving van het project........................................................... 16

2. Methoden en technieken ................................................................. 17

3. Resultaten opdracht ....................................................................... 18

4. Discussie ...................................................................................... 19

3. Opdrachten i.v.m economisch en socio-economische aspecten van het bedrijf............................................................................................................ 21

1. Manier van werken bij een RL............................................................. 21

2. Het opvolgen van een opdracht .......................................................... 22

4. Juridische aspecten ............................................................................. 24

1. Algemeen........................................................................................ 24

2. Inleiding ontsnipperingsmaatregelen ................................................... 24

3. Aanleg ............................................................................................ 25

4. Onderhoud ...................................................................................... 25

Literatuurlijst ......................................................................................... 27

Slotwoord .............................................................................................. 28

Bijlagen. ................................................................................................ 29

Bijlage A: veldfiche E40-HSL.................................................................. 29

Page 3: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 3

Bijlage B: routebeschrijvingen holle wegen Overijse .................................. 30

Bijlage C: weetjes holle wegen Overijse................................................... 33

Bijlage D: offerte ................................................................................. 35

Bijlage E: steekkaart faunadoorgang....................................................... 39

Stageverslagen....................................................................................... 41

Verslag 1 ............................................................................................ 41

Verslag 2 ............................................................................................ 42

Verslag 3 ............................................................................................ 45

Verslag 4 ............................................................................................ 48

Verslag 5 ............................................................................................ 51

Verslag 6 ............................................................................................ 53

Page 4: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 4

Inleiding In het kader van mijn opleiding Groenmanagement, en aansluitend bij de module ‘Integratie in het werkveld: stage’ , heb ik getracht om mij als fulltime assistent-onderzoeker medewerker in te zetten in mijn stagebedrijf. Deze bundel is een samenstelling van de verschillende deelopdrachten die gedurende de stage zijn opgesteld. De bundel bestaat grotendeels uit 2 aspecten: de opdrachten met hun bijlagen en de stageverslagen. De opdrachten behandelen verschillende aspecten. Allereerst wordt het bedrijf voorgesteld. Ten tweede komen de technische aspecten van het bedrijf aan bod. Hiervoor heb ik aan 2 projecten meegewerkt en besproken: ‘uitvoering van het beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied’ en ‘holle wegen’. Ten derde worden de economische en socio-economische aspecten besproken. Een project van de landschapsanimator met het landschapsteam heeft mij hier verder geholpen. En ten vierde worden de juridische aspecten behandeld in verband met ontsnipperingsmaatregelen van de E40 en hogesnelheidslijn.

Page 5: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 5

1. Algemene bedrijfsgegevens

1.1 Naam en adres van het bedrijf Regionaal Landschap Dijleland vzw (=RLD) Naamsesteenweg 573 3001 Heverlee Tel/fax: 016 40 85 58 Mail: [email protected]

1.2 Structuur van het bedrijf - Organigram

Sturing Algemene vergadering

▼ Raad van Bestuur

▼ Dagelijks bestuur

▼ Uitvoering Coördinator

Jan Verroken ▼ ▼ ▼

Administratieve Project- Bedrijfsplanner medewerksters medewerkers (medewerker VLM)

Dina Courant An Devroey Hans Roosen Els Vanhoeck

Veerle Cielen Koen Berwaerts (beschermingsplan das) Moïra Heyn (landschapsanimator)

- Statuut

Vzw = vereniging zonder winst (alle winst wordt opnieuw in het bedrijf geïnvesteerd). Een vzw is wettelijk bepaald. Men kan pas van een vzw spreken als er aan een aantal voorwaarden is voldaan. Bvb een vzw moet jaarlijks een algemene vergadering organiseren. Het RLD is ook erkend door het Vlaamse gewest wat wil zeggen dat er een aantal extra voorwaarden zijn. Bvb er is bepaald welke partijen er allemaal op de algemene vergadering aanwezig horen te zijn. De taken van een erkend regionaal landschap zijn opgenomen in het Decreet Natuurbehoud: 1. Het bevorderen van het streekeigen karakter 2. Natuurrecreatie en natuureducatie 3. Recreatief medegebruik 4. Natuurbehoud, -beheer en -herstel 5. Aanleg en ontwikkeling van kleine landschapelementen

Page 6: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 6

Een erkend regionaal landschap wordt in het kader van de algemene landschapszorg door het Vlaams Gewest gesubsidieerd door de betoelaging van 1 personeelslid, de landschapsanimator.

1.3 Historiek Historiek ‘Regionale landschappen’ Regionale Landschappen zijn geïnspireerd door voorbeelden van buiten onze grenzen, met name in onze buurlanden. Bij onze oosterburen zijn er meer dan 90 ‘Naturparke’, die samen bijna een kwart van Duitsland beslaan. Sinds het begin van de jaren 70 zijn in Frankrijk 40 ‘parcs naturels réginaux’ opgericht, met een totale oppervlakte die ruim 10% van Frankrijk beslaat. In Spanje en Italië zijn, geïnspireerd door het Franse voorbeeld, de regionale beleidsinstrumenten ‘parque natural’ en ‘parco naturale regionale’ ingevoerd. In Wallonië bestaan er (gebaseerd op een Waals decreet van 1985) 9 ‘parcs naturels’ (vb Parc naturel Hautes Fagnes – Eifel). In de jaren 90 is de term ‘regionaal landschap’ ingeburgerd geraakt. Het begrip geeft aan dat het gaat over landschap, dus niet alleen over ‘puur natuur’. Het betreft hier wel een streek die zich nog onderscheidt van de rest van Vlaanderen door haar aantrekkelijk karakter. In die mate dat voor onze regio, voor Vlaanderen, sprake is van een landschap van ‘regionaal belang’ of … een regionaal landschap. Wat dan juist gebeurt in een regionaal landschap is duidelijk geworden in het begin van de jaren 90 door het operationeel worden van het Regionaal Landschap Noord-Hageland, Herk en Mombeek (later Haspengouw en Voeren) en Kempen en Maasland. Die voorlopers effenden het pad naar de officiële opname van het begrip ‘regionaal landschap’ in het nieuwe natuurdecreet dat op 10 januari 1998 in het Belgisch Staatsblad verscheen. Volgens dit natuurdecreet is een regionaal landschap een duurzaam samenwerkingsverband dat op voorstel van een provincie of minstens 3 gemeenten wordt ingesteld. Sinds begin 2005 zijn in Vlaanderen 13 regionale landschappen actief (10 erkende en 3 niet erkende). Om voorlopig en om definitief erkend te worden moet een regionaal landschap aan een aantal bepalingen en criteria voldoen die in het Natuurdecreet en het uitvoeringsbesluit staan omschreven. Zo moet een regionaal landschap een territoriaal afgebakend werkingsgebied hebben van minimaal 30 000 ha groot en beslaat de volledige oppervlakte van minstens 3 gemeenten, minstens 2 jaar bestaan (voorlopige erkenning), voorgedragen worden door de Bestendige Deputatie van de provincie en een minimum aan activiteiten ondernemen, zoals het uitbrengen van een landschapskrant. Een definitieve erkenning geldt voor 6 jaar. Daarna moet voor de hernieuwing dezelfde procedure doorlopen worden zoals voor een definitieve erkenning dient te gebeuren. Het grootste verschil tussen erkende en niet-erkende regionale landschappen zijn de subsidies. De basissubsidies komen in eerste instantie van AMINAL afdeling Natuur en Bos. De omvang van de subsidies voor elk regionaal landschap staat in functie van de erkenning (voorlopig / definitief) en van de grootte van het regionaal landschap. Historiek ‘Regionaal landschap Dijleland’

Page 7: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 7

De regionale natuurvereniging ‘Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud’ vzw werd in 1969 opgericht naar aanleiding van de aanleg van de autoweg E5 (nu E40) dwars door de Dijlevallei en door Heverleebos. In 1976 publiceerden ze hun visie op het ‘Natuurpark Dijleland’ in hun jaarbulletin. Deze visie was geïnspireerd door ideeën die het ‘Nationaal Verbond voor Natuurbescherming’ al van in de jaren 60 propagandeerde om naar het Duitse ‘Naturparke’ ook in Vlaanderen gelijkaardige structuren op te richten. In 1979 steunde de Koning Boudewijnstichting een project waarbij een gedetailleerde basisinventaris werd gemaakt van de natuur en het landschap op het grondgebied van de gemeenten Bertem, Bierbeek, Huldenberg, Leuven, Oud-Heverlee, Overijse en Tervuren. De werkgroep ‘Natuurpark Dijleland’ werkte binnen de schoot van ‘Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud’ verder, vooral aan concrete dossiers. Of anders gezegd: het afwenden van acute bedreigingen voor natuur en landschap in de regio, zoals bvb het (met succes) naar voor schuiven van een alternatief, natuurvriendelijk scenario voor de aanleg van een groot natuurvernielend ‘wachtbekken’ in de Dijlevallei. In 1996 zijn gesprekken gestart tussen de ‘Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud’ en het provinciebestuur van Vlaams-Brabant voor de oprichting van het Regionaal Landschap Dijleland. Dat ging in 1997 van start onder de vleugels van ‘De Vrienden’. In het najaar van 1998 waren 7 gemeenten betrokken bij de werking: Oud-Heverlee, Bertem, Bierbeek, Huldenberg, Leuven, Overijse en Tervuren. Herent en Kampenhout kwamen erbij in 1999 en Kortenberg in 2001. Vanaf 2001 werken het provinciebestuur van Vlaams-Brabant, de 10 gemeentebesturen, natuurverenigingen en vertegenwoordigers van landbouw, wildbeheer en toerisme structureel samen bij het bestuur van het Regionaal Landschap Dijleland. In 2003 sloot ook Toerisme Vlaams-Brabant nog aan. In 1998 kwam er structurele financiële steun van de Vlaamse overheid. Het Dijleland is door de Vlaamse overheid officieel erkend als regionaal landschap sinds 2000.

1.4 Beschrijving van de huidige activiteiten van het bedrijf Werken aan natuur en landschap in het Dijleland dat wordt gedaan door concrete projecten uit te voeren, zoals een poelenproject waarbij oude poelen hersteld worden en nieuwe poelen aangelegd. Door te werken rond de aanleg en het beheer van kleine landschapselementen zoals holle wegen, hagen, houtkanten,.... Door te werken aan natuurontwikkeling in bijvoorbeeld een parkdomein of op eigendommen van een school of gemeente. Of door mee te werken aan haagplantacties of gevelbegroeningsprojecten. Ook educatie (infoavonden, publicaties,...) is belangrijk en maakt vaak deel uit van de projecten. Momenteel zijn er 3 grote projecten in de running: - Holle wegen: inventariseren, beheersplannen maken, onderhoud, … - Groene Vallei Midden-Brabant: een natuur- en landschapsproject in de

gemeenten Herent, Kampenhout en Kortenberg. Concreet gaat het over de waarde van natuur en landschap versterken in het stroomgebied van de Molenbeek/Weesbeek.

Page 8: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 8

- Beschermingsplan das: d.m.v. gerichte maatregelen een aantal belangrijke knelpunten weg werken om de das terug een kans te geven in Vlaams-Brabant.

1.5 Toekomstvisie van het bedrijf Één van de belangrijkste doelstellingen van het Regionaal landschap Dijleland is het herstel van het landschap in het Dijleland. Ze willen het streekeigen karakter en het maatschappelijk draagvlak voor natuur en landschap bij de bevolking bevorderen.

1.6 Situering van het bedrijf Sinds begin 2005 zijn in Vlaanderen 13 regionale landschappen actief (zie figuur 1). [10 erkende regionale landschappen: Dijleland, Haspengouw en Voeren, Houtland, Kempen en Maasland, Lage Kempen, Meetjesland, Noord Hageland, Vlaamse Ardennen, Westvlaamse Heuvels, Zenne Zuun en Zoniën. 3 niet-erkende regionale landschappen: Ijzer en Polders, Schelde Durme, Groene Corridor.]

Figuur 1: Regionale Landschappen in Vlaanderen (bron:

www.regionalelandschappen.be)

In de regio van het Dijleland zijn er tal van andere natuurverenigingen waar Regionaal landschap Dijleland mee samenwerkt: - De Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw - Natuurpunt vzw - Wildbeheereenheid tussen Vaart en Molenbeek - … Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD.

Page 9: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 9

2. Opdrachten i.v.m. technische aspecten van het bedrijf 2.1 Project: Uitvoering van het beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied

1. Omschrijving van de opdracht Situering project:

Figuur 2: Het actuele leefgebied van de das in België en de ligging van het plangebied

binnen het geheel (bron: RLD)

Ontstaan en korte beschrijving project:

In 1990 werd in opdracht van de afdeling Natuur door het studiebureau Econnection een onderzoek uitgevoerd naar de verspreiding van de das in Vlaanderen. Hieruit bleek dat de dassenpopulatie in Vlaanderen overal sterk is achteruitgegaan. Een belangrijke restpopulatie wordt thans alleen nog in Limburg gevonden.

Een gezamenlijke analyse van de knelpunten (stroperij, vernieling en verstoring burchten, wegeninfrastructuur, …) wees uit dat door middel van gerichte maatregelen een aantal belangrijke bedreigingen kunnen worden weggewerkt.

Page 10: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 10

Naast de Voerstreek en Haspengouw waar door gerichte maatregelen de restpopulatie versterkt kan worden, werd het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant als prioritair gebied voor de das aangeduid.

Aansluitend op de voornoemde studie werd in 1996 een detailonderzoek uitgevoerd naar de mogelijkheden van een herstel van de dassenpopulatie in het zuidelijk deel van Vlaams-Brabant. Het doel van het project was na te gaan of de dassenpopulatie zich in de streek ten zuiden van Brussel en Leuven op natuurlijke wijze kan herstellen en zoniet of een herintroductie in de praktijk haalbaar is en waar en wanneer dit kan geschieden.

Voor het gehele plangebied (zie figuur 2) werd een soortbeschermingsplan en een daarmee verbonden ecologisch infrastructuurplan uitgewerkt. Voorafgaand aan het soortbeschermingsplan vond een landschapsinventarisatie plaats, waarbij alle voor de das belangrijke leefgebieden en verbindingszones in kaart werden gebracht. Daarbij werden voornamelijk woon- en voedselgebieden alsook belangrijke migratiezones aangegeven. Tegelijk werd een overzicht gemaakt van de belangrijkste individuele knelpunten en beschermingsmogelijkheden. In tegenstelling tot de eerder genoemde studie werd eveneens en vooral aandacht besteed aan de mogelijkheden om dassen in bepaalde gebieden los te laten in het kader van herintroductie (bij de uitvoering van het beschermingsplan is herintroductie niet de bedoeling).

Er werd tevens een actuele inventaris gemaakt van alle bekende dassenleefgebieden en (oude) burchtlocaties door middel van natuurhistorisch onderzoek (zie figuur 3).

Figuur 3: Overzicht van alle bekende dassenleefgebieden en (oude) burchtlocaties (bron

RLD)

Op basis van de voorgaande gegevens kon een gedetailleerd voorstel worden opgemaakt voor de bescherming van de leefgebieden alsook voor een herintroductie van dassen. Het soortbeschermingsplan (zie literatuurlijst) geeft aan welke maatregelen moeten genomen worden om de das opnieuw een toekomst in Brabant te geven en doet ter zake aanbevelingen.

Page 11: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 11

In maart 2004 startte aan het RLD in opdracht van de toenmalige afdeling Natuur (Vlaamse Gemeenschap) de uitvoering van een beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied. Met deze opdracht kan het Dijleland opnieuw een veilige leefomgeving worden voor de das. Door middel van gerichte maatregelen zal een aantal belangrijke bedreigingen weggewerkt worden om de das terug een kans te geven in Vlaams- Brabant. Om dit beschermingsplan te realiseren zijn overleg en samenwerking essentieel met verschillende doelgroepen, zoals ondermeer de jachtsector, landbouwsector, boseigenaars, particuliere grondeigenaars, provincie, gemeenten, natuurbehoudsector, recreatieve sector en het wegbeheer.

Op het programma staan ondermeer:

- inventarisatie van de huidige toestand van historische burchten en het veilig stellen ervan;

- verzamelen van (historische en recente) waarnemingen van dassen in de regio;

- inventarisatie van de populatiegrootte van de dassenpopulatie in het aangrenzende Waalse gebied;

- van waaruit mogelijk migratie kan optreden; - inrichting en herstel van bossen en bosranden ter verbetering van het

leefgebied van de das: m.n. het bewerkstelligen van een gevarieerde opbouw van bossen en bosrandgebieden, het belang van kleine landschapselementen (hagen, houtkanten, holle wegen, poelen, ...), het nastreven van een kleinschalig landschaps- en bosbeheer;

- sensibilisatie en educatie.

2. Methoden en technieken Volgende lijst van acties worden uitgevoerd:

- Dassenwerkgroep: Op 26 oktober 2005 werd in Heverlee de Dassenwerkgroep boven de doopvont gehouden. De werkgroep zal zich richten op de controle van dassenburchten in de regio en fungeert als overlegplatform rond het nemen van landschapsherstelmaatregelen. In de werkgroep zetelen afdelingen van Natuurpunt vzw, de Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud vzw, WBE’s, Agentschap voor Natuur en Bos van de Vlaamse overheid en Regionaal Landschap Dijleland vzw.

Methoden: De regio van het Dijleland en aangrenzende gebieden werd verdeeld in 13 verschillende sectoren. Per sector is iemand verantwoordelijk voor de controle van de dassenburchten. Binnen de werkgroep werden richtlijnen vastgelegd i.v.m. de controle.

- Communicatie en sensibilisatie: overleg met andere sectoren en overheden vormt een belangrijk luik van het dassenbeschermingsplan. Voor het welslagen van het project is het van belang dat andere sectoren binnen hun projecten (bvb landinrichting, ruilverkaveling) maatregelen ten gunste van de das uitvoeren. Bouwjacht ter bestrijding van de vos vormt momenteel een belangrijk knelpunt. De jachtsector is dan ook een belangrijke doelgroep.

Methoden: In het kader daarvan organiseerde het Regionaal Landschap Dijleland vzw i.s.m. de Hubertusvereniging Vlaams-Brabant twee excursies in Haspengouw. Op 11 en 25 juni 2005 zakten telkens een twintigtal mensen uit verschillende Vlaams-Brabantse Wildbeheerseenheden (WBE’s) en de afdeling

Page 12: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 12

Bos & Groen af naar Genoelselderen. Tijdens de wandeling in het landschap gaf Ludo Fastré (WBE Perdix en Dassenwerkgroep LIKONA) uitleg over de das, zijn biotoop en landschapsherstelmaatregelen. Op 8 december 2005 organiseerde RLD een informatieavond voor het grote publiek over de uitvoering van het beschermingsplan voor de das.

- Inventarisatie burchten: om na te gaan of bekende oude burchten toch niet opnieuw bewoond worden door dassen en om de toestand van deze burchten te evalueren, worden alle burchten bij de aanvang van het project bezocht en wordt de toestand geactualiseerd.

Methoden: Als eerste deel van het praktische werk werden een aantal oude dassenburchten in het Dijleland bezocht en werd de toestand van de burchten en hun omgeving nagegaan. Het is van belang om de verspreiding en de toestand van deze burchten te kennen daar bij een hervestiging dassen in eerste instantie de voorkeur zullen geven aan deze bestaande burchten. Voor de inventarisatie werd gebruik gemaakt van de lijst met burchten van Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied, die in 1996 door Econnection werden opgemaakt. Verder werden ook burchten die tijdens het terreinwerk werden gevonden en mondelinge meldingen van burchten aan het RLD, in de inventarisatie opgenomen.

Van elke op het terrein gevonden burcht werden alle gegevens in tabelvorm opgenomen in een inventarisatiefiche. Daarnaast werd voor elk burchtcomplex (hoofdburcht met zijn eventuele bijburchten) een fiche gemaakt met een omschrijving van de burcht en zijn omgeving, in overeenstemming met de beschrijvingen in het eerder genoemde Econnection-rapport (situering, kenmerken, wettelijke beschermingsstatuten van de omgeving, afstanden tot wegen – water – bosranden - …). Elke burcht werd op een topografische kleurenkaart (1:10 000) aangeduid.

In het tweede deel van het praktisch werk werden voor een aantal grote burchtcomplexen aanbevelingen gedaan om de omgeving geschikter te maken als potentieel leefgebied voor de das.

- Beheer en inrichting van de potentiële leefgebieden: voor het plannen en uitvoeren van concrete maatregelen is de kaart van knelpunten en maatregelen van het soortbeschermingsplan richtinggevend. Het is de bedoeling in een eerste fase binnen een aantal prioritaire zones kleinschalige beschermingsmaatregelen op gang te trekken en uit te voeren.

Ondermeer de volgende maatregelen en acties zijn van belang:

• Beheersovereenkomsten: landbouwers kunnen met de VLM een beheersovereenkomst afsluiten voor aanplanting en onderhoud van KLE’s en voor de aanleg en het beheer van perceelranden met bijhorende vergoedingen. (verantwoordelijke hiervoor bij RLD: Hans Roosen)

Voorbeeld: Op 12 oktober 2005 organiseerde RLD een info-avond voor WBE’s (WildBeheersEenheid) omtrent beheerovereenkomsten voor landbouwers. Tijdens deze avond werden, naast een overzicht van de verschillende overeenkomsten, enkele praktijkvoorbeelden uit de jagerij toegelicht. De wildbeheerseenheid Honsem lanceerde in het najaar van 2005 het project “Dassen helpen patrijzen”. Met dit meerjarenplan wil de WBE d.m.v. landschapsherstel en met de das als vlaggenschip kansen geven

Page 13: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 13

aan soorten als patrijs en haas. Met een aantal landbouwers werd reeds een beheerovereenkomst afgesloten.

• Beheer van holle wegen: bufferstroken, sensibiliseren van gemeenten, ondersteunen in opmaak van een gemeentelijk reglement. (verantwoordelijke hiervoor bij RLD: An Devroey).

• Dasvriendelijke infrastructuurwerken. Momenteel zijn er nog geen infrastructuurwerken uitgevoerd. Er zijn al wel voorstudies en projecten voor opgestart.

Methoden:

RLD is, samen met de cel Natuurtechnische Milieubouw van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid (AMINABEL) van het Vlaams Gewest, een project gestart met als titel: ‘Habitat- en connectiviteitsanalyse in het Dijleland en aangrenzende gebieden: de das als meetsoort met inbegrip van voorstellen voor daadwerkelijke ontsnippering van lijnvormige transportinfrastructuur’. (verantwoordelijke bij RLD: Veerle Cielen, in samenwerking met Koen Berwaerts). Het project is gestart op 1 januari 2006 en heeft een looptijd van 1 jaar. In het onderzoek worden volgende zaken nagegaan: - Geografische situering van optimaal en sub-optimaal habitat voor de

das; - Geografische beschrijving van verschillende herkolonisatie-

mogelijkheden en situering van knelpunten m.b.t. versnippering en connectiviteit;

- Formulering van aanpak voor habitatverbetering (met oplijsten van prioritaire locaties);

- Gedetailleerde technische voorbereiding van prioritaire ontsnipperingsmaatregelen (voornamelijk m.b.t. lijnvormige transportinfrastructuur). Methoden bij de E40 en HSL Leuven – Luik waar ik aan heb meegewerkt: met sterk vergrootte stafkaarten werd langs beide kanten te voet alle obstakels en doorgangen genoteerd: grachten, duikers, begroeiing taluds, geluidsmuren, vangrails, afrasteringen, … Bij de constructies werden ook hun afmetingen opgenomen. Ik vermeldde waar en de richting waarin foto’s werden genomen, dwarsdoorsneden van de omgeving naast de autostrade… (zie een voorbeeld in bijlage A) Er kwam geen legende of codes aan te pas. Ik noteerde alles zodanig dat ik het nadien nog begreep en kon ingeven in GIS. In totaal zijn we van kilometerpaal 24 tot 65 geweest en hebben zo de beoogde afstand volledig afgelegd. We hebben dus een 41 km geïnventariseerd en vorderden ongeveer 8km per dag. Deze gegevens werden nadien ingegeven in ArcView op GIS-kaarten (de GIS-kaartjes die bij de resultaten worden gebruikt zijn er een voorbeeld van). Elk onderdeel vormt een aparte shapefile met informatie in tabellen achter elke lijn of punt.

3. Resultaten opdracht Er zijn nog geen concrete resultaten van de delen waaraan ik heb meegewerkt. Inzake de totale opdracht zal mijn inbreng een belangrijke invloed hebben i.v.m.

Page 14: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 14

de ontsnippering van de E40 en HSL Leuven – Luik. De gegevens die ik samen met Koen verzameld heb en het ArcView-document dat hierdoor ontstaan is, zullen gebruikt worden om in samenwerking met de Cel Natuurtechnische Milieubouw van de afdeling Algemeen Milieu- en Natuurbeleid een aantal interessante plaatsen te bekijken en eventueel uit te werken als ontsnipperingsmaatregel.

Een aantal interessante locaties die naar voor gekomen zijn die eventueel een aantal knelpunten kunnen oplossen:

- Een aarden veldweg die onder de E40 en HSL doorloopt waar aan beide kanten bos is.

- Een duiker van 1,5m diameter – groot genoeg voor das en ree – die

grotendeels droog ligt, én proper is.

- Een brug die aan beide kanten naar een veldweg leidt (eventueel om te

bouwen tot ecoduct?).

Page 15: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 15

- …

Om de technische aspecten een concreet kader te geven heb ik gekozen om een hypothetische uitwerking van één bepaald ontsnipperingsmaatregel uit te werken. De E40 wordt her en der gekruist door kleine waterlopen, de één al wat groter dan de ander. Deze ‘duikers’ zijn de enige doorgangen onder de autostrade door waar de mens geen gebruik van maakt en dus ideaal zijn om in te richten als faunadoorgang. Bij duikers wordt er geopteerd voor tunnels naast de duiker. Maar om de kosten te drukken is het in dit geval interessanter om een looppad te voorzien in de duiker. (zie steekkaart van deze faunadoorgang in bijlage E) Bij de keuze van de duiker die met een looppad zal worden voorzien moet met een heleboel factoren rekening worden gehouden: - Is de andere kant zichtbaar bij de ingang van de duiker? - Is de duiker breed genoeg om voorzien te worden met een looppad? - Is de omgeving van de duiker dasvriendelijk? - Is de duiker op zich proper genoeg en geen halve riool? - … Dit alles zorgt ervoor dat de keuze van duikers wordt beperkt tot één meest interessante duiker: de duiker voor de Molenbeek (zie figuur 4).

Figuur 4: Situering: Provincie Vlaams-Brabant – Gemeente Hoegaarden / Tienen

– Deelgemeente Hoksem / Oorbeek (bron GIS-Vlaanderen)

Vermits de duiker eigendom is van de provincie en het om buitengewone werken van wijziging gaan aan een onbevaarbare waterloop van categorie 2, moet er

Page 16: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 16

een aanvraag ingediend worden bij de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant. Na goedkeuring volgt een stedenbouwkundige aanvraag bij de betrokken gemeenten Hoegaarden en Tienen vermits de duiker op de grens van beide gemeenten ligt. Zij zorgen voor goedkeuring in samenspraak met de provincie. (voor de juridische ondersteuning zie opdracht 4) De directe verwerking in GIS-kaarten heb ik ook uitgevoerd. Bovenstaande kaarten naast de foto’s zijn er een voorbeeld van.

Bij de verdere verwerking, bespreking en conclusies van deze gegevens heb ik geen inbreng gehad.

4. Discussie Ik vind deze opdracht zeker de moeite al was het letterlijk bloed, zweet en tranen dat het kostte om de gegevens te verzamelen. Zo’n studie is zeker nodig om met verstand van zaken een aantal knelpunten trachten op te lossen. Alle pistes zijn bekeken. Natuurlijk hangt de studie van KLE’s hier nauw mee samen. De KLE’s zorgen namelijk voor trekroutes. De duiker die ik interessant achtte, kan namelijk naderhand helemaal niet interessant blijken als de das er geen weg naartoe heeft.

In ieder geval vond ik het zeer interessant! Nu ik gezien heb hoeveel mensen en studies zich ervoor inzetten om de das effectief terug te krijgen, zie ik een sprankeltje hoop. 2 maanden geleden zou ik het nog een hopeloze zaak gevonden hebben.

2.2 Project: Holle Wegen

1. Omschrijving van het project (Dit is een megaproject waar al 7 jaar fulltime aan wordt gewerkt dus deze uitwerking is maar een kleine samenvatting van al het uitgevoerde werk!)

De dichtheid aan holle wegen in het Dijleland behoort tot de grootste in Vlaanderen... en dus ook op wereldschaal. Door de intensivering van de landbouw, de toenemende bebouwing en het wegvallen van het beheer, is de kwaliteit van onze holle wegen er de laatste decennia danig op achteruit gegaan.

RLD startte in 1999 met een projectwerking rond holle wegen. Inmiddels loopt het project in 9 van de 10 gemeenten van het werkingsgebied: Bertem, Bierbeek, Herent, Huldenberg, Kortenberg, Leuven, Oud-Heverlee, Overijse en Tervuren. In de tiende gemeente, Kampenhout, komen geen holle wegen voor.

Allereerst werd er veel aandacht besteed aan het beheer van de holle wegen door de publicatie van handleidingen voor holle wegen (zie literatuurlijst).

- Handleiding Holle Wegen deel I: dit is de in oktober 2000 gepubliceerde brochure, een theoretische handleiding over holle wegen voor het brede publiek.

- Handleiding Holle Wegen deel II: deel 2 is het verslag van de inventarisatie van de holle wegen.

- Handleiding Holle Wegen deel III: deel 3 van de handleiding holle wegen gaat dieper in op de juridische aspecten en het beheer van holle wegen. Aansluitend op het theoretische deel over het beheer worden, in overleg met

Page 17: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 17

de gemeenten, beheerplannen opgesteld per holle weg.

Om de gemeenten te helpen werd eind 2003 een subsidieaanvraag goedgekeurd door de provincie Vlaams-Brabant voor een project ‘Achterstallig beheer van holle wegen’ (erosiegeulen dichten, achterstallige snoei, verwijderen exoten, …). Met dit project werd uitvoering gegeven aan de eerste fase van de beheerplannen die opgesteld werden.

De beheerplannen zijn theoretisch gezien heel mooi maar in praktijk blijken heel wat gemeenten moeite te hebben met de uitvoering. Door het brede publiek te sensibiliseren en de holle wegen opnieuw een functie te geven, wordt er getracht om de gemeenten wat meer onder druk te zetten. Voor wandelaars, ruiters en fietsers bieden holle wegen altijd een aangename afwisseling in het landschap en een bijzondere sfeer. Er werden meerdere infoavonden over holle wegen, wandelingen en een grootscheepse opruimactie georganiseerd, waarbij zwerfvuil opgeruimd werd in verschillende holle wegen van het Dijleland.

De laatste actie waar momenteel nog aan gewerkt wordt is het uitwerken van educatieve wandelroutes rond holle wegen waarbij RLD een nieuwe piste wil benutten om het grote publiek en de gemeentelijke overheden te sensibiliseren voor de bijzondere natuur- en cultuurhistorische waarden, de bescherming en het goede beheer van de holle wegen in het Dijleland.

Concreet omvat het project Holle Wegen volgende doelstellingen: - Educatie en sensibilisatie rond holle wegen (voor breed publiek en betrokken

doelgroepen) (-> bvb educatieve wandelroute in Overijse); - Inventarisatie van de holle wegen in het Regionaal Landschap Dijleland; - Ontwikkelen van een beheervisie en begeleiden van de gemeenten; - Deelprojecten opstarten op het terrein in functie van het beheer, het herstel,

het behoud en ontwikkeling van holle wegen.

Het project is opgestart in en door het RLD. Er is geen specifieke opdrachtgever. In het besluit van de Vlaamse Overheid aangaande regionale landschappen staat er geschreven dat deze zich moeten bezighouden met KLE’s. Vermits holle wegen heel streektypisch is voor het Dijleland was het dan ook niet meer dan logisch dat er een project rond werd opgestart. Er is wel een projectfiche voor ingediend bij de Vlaamse Overheid en goedgekeurd zodat er subsidies voor worden ontvangen.

2. Methoden en technieken - Voor de inventarisaties werden stafkaarten gebruikt. Je herkent heel

gemakkelijk een holle weg op een stafkaart door middel van de taluds die aan beide kanten van een holle weg worden aangeduid. Er zijn jobstudenten aangenomen die deze holle wegen afgingen met fiches en gegevens verzamelden: opbouw (aard wegdek, afvoer water, intensiteit weggebruik, hoogte berm, bermhelling, schouderbreedte, …), gebruik en functie (recreatie, landgebruik naastliggende percelen, …), fauna en flora (vegetatie, determinatie bomen - struiken en kruiden, vegetatieonderhoud, aanwezige fauna, …). Deze informatie werd dan in GIS verwerkt. de verschillende themakaarten, samen met de gegevens van de databank, vormen een belangrijke bron van informatie om verschillende deelprojecten op het terrein te kunnen opstarten. Hiervan is het deelproject geulerosie een eerste voorbeeld. Met deze informatie werden nadien ook de types bepaald en beheerplannen uitgeschreven.

Page 18: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 18

- Voor de uitwerking van de educatieve wandelroutes (onderdeel van de educatie en sensibilisatie rond holle wegen, momenteel alleen nog in de gemeente Overijse) werd gebruik gemaakt van een kopie van stafkaarten van 1982. Hierop werd met kleur een aantal interessante stukken op aangeduid (groen voor mooie holle wegen, paars voor eventuele verbindingsstukken en rood voor wandelpaden waar twijfel was over het huidige bestaan ervan). Op deze stafkaart werden dan 4 wandellussen uitgewerkt. Zo’n stafkaart met de gekleurde route erop was opgesteld door de projectverantwoordelijke en ik gebruikte dit als veldfiche. Deze wandelroutes werden op terrein bekeken: het bestaan van alle wegen, toegankelijkheid, … Achteraf gebeurde het uitschrijven van de routebeschrijving (er worden geen aanduidingen gemaakt van de wandeling op terrein. Voor een voorbeeld zie bijlage B), … Deze beschrijvingen komen samen met wat randinformatie in een folder die tegen een prijs van € 2,00 wordt aangeboden op het RLD.

Ik heb op de veldfiches de volledige route uitgetekend, opgedeeld in fragmenten. Deze 4 wandelingen heb ik dan op stafkaarten in het programma MapInfo aangeduid. De fragmenten zijn segmenten van de wandeling. Met deze fragmenten kan dan bekeken worden wat de afstand is van elk apart stuk. Deze informatie kan gebruikt worden in de folder zodat de wandelaars zelf een wandeling kunnen samenstellen aan de hand van deze aparte stukken.

Op de pc werd allerlei randinformatie opgezocht: de bereikbaarheid van de wandelroutes met het openbaar vervoer, bezienswaardigheden, …

3. Resultaten opdracht De wandelroutes zijn zo gekozen dat het voor iedereen makkelijk toegankelijk is (er is bvb rekening gehouden met bereikbaarheid via het openbaar vervoer) en dat de mooiste holle wegen (waarvan een paar prachtige van het ravijnbostype) uit de buurt aan bod komen. Voor beschrijvingen: zie bijlage B.

De kaartgegevens van de wandelroutes zijn verwerkt in een bestand gemaakt in MapInfo (zie figuur 5). De wandelingen zijn opgedeeld in fragmenten zodat de afstand van elk fragment apart opvraagbaar is. Deze informatie kan gebruikt worden in de folder zodat de wandelaars zelf een wandeling kunnen samenstellen aan de hand van deze aparte stukken.

Ik heb ook bezienswaardigheden opgezocht die men tegenkomt op de wandelroutes (zie bijlage C).

Ik heb geen vooronderzoek gedaan, geen inventarisaties, verwerking of besprekingen.

Page 19: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 19

Figuur 5: Wandelroutes Overijse (bron RLD)

4. Discussie Deze wandelroutes zullen zeker geïnteresseerden vinden en het kan alleen maar een positieve bijdrage leveren aan het project. Ik vind het alleen vreemd dat er juist voor de gemeente Overijse is gekozen. Momenteel is er hier al een groot aanbod aan wandelroutes (bvb de Justus Lipsiuswandeling), net als in de andere gemeentes. Anderzijds is het een gemeente die niet veel aandacht heeft voor het beheer van holle wegen. Misschien is het wel een goede zaak om de holle wegen juist daar in de buurt wat meer in de schijnwerpers te plaatsen.

Page 20: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 20

Het volledige project vind ik ook zeker noodzakelijk! Ik herinner me als kind nog de holle wegen in het veld. Als ik nu ga kijken is de helft verdwenen door het meeploegen in het aangrenzende landbouwperceel. Als KLE is zo’n begroeide holle weg ook zeker niet te onderschatten. En veel gemeenten lijken nog niet te beseffen wat een goed beheer aan meerwaarde kan betekenen voor de natuur.

Page 21: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 21

3. Opdrachten i.v.m economisch en socio-economische aspecten van het bedrijf

1. Manier van werken bij een RL De werkingsmiddelen van de Regionale Landschappen zijn op te splitsen in 2 delen, namelijk basissubsidies, dit zijn subsidies die jaarlijks terugkomen en projectinkomsten, die gekoppeld zijn aan het bekomen van projecten. Terwijl de basissubsidies met een grote regelmaat en zekerheid toegekend worden, geldt dat niet voor de projectinkomsten. De twee vormen van inkomsten zijn niet altijd even duidelijk te onderscheiden. Basissubsidies De basissubsidies komen in eerste instantie van Agentschap Natuur en Bos. De omvang van de subsidies voor elk RL staat in functie van de erkenning (voorlopig, definitief) en van de grootte van het RL. Naast de subsidies, al dan niet gekoppeld aan een bepaalde tijd, zijn er bijkomende basissubsidies van provincies, gemeenten, afdeling Monumenten en Landschappen (AROHM) en de Vlaamse Landmaatschappij. De provincies geven aan het RL een bedrag die verschilt van provincie tot provincie. De gemeenten voorzien een vaste bijdrage per inwoner of per ha. Globaal genomen komt dat neer op ongeveer 10 % van de totale basissubsidies. Sinds 2001 worden er ook door afdeling Monumenten en Landschappen subsidies aan de RL gegeven. Sinds 2004 werken er landschapsanimatoren in de 9 erkende Regionale Landschappen, aangevuld met een budget voor landschapsteams, die instaan voor de concrete uitvoering van landschapswerken. Het landschapsteam is een terreinploeg die werken uitvoert in het kader van natuur- en landschapszorg. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is het geen vast arbeidersteam maar worden financiële middelen ter beschikking gesteld van iedere landschapsanimator. Naargelang de aard van de werken, contacteert de landschapsanimator een sociaal-economiebedrijf of aannemer die de werken kan uitvoeren. Het RLD op zich voert dus geen opdrachten uit maar laat deze uitvoeren door derden. Projectinkomsten Naast de basissubsidies kunnen de RL’s nog bijkomende middelen vergaren. Zo kunnen er subsidies komen van polderbesturen en agentschap Natuur en Bos voor het ontwikkelen van Bosgroepen, van Toerisme Vlaanderen voor het uitstippelen van fietsroutenetwerken, van AMINAL cel NME voor projecten voor natuur- en milieueducatie, van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening m.b.t. tewerkstelling van groene banen, van Europa (LIFE, Interreg) en van de provinciale diensten voor natuur, leefmilieu, toerisme, landbouw enz. Ook bij het uitwerken van acties door het landschapsteam is er een restfinanciering die door derden moet gebeuren. De basisfinanciering door Agentschap Natuur en Bos is net voldoende voor de publicatie van de krant en de verloning (werking) van de coördinator. Daarmee is er op het terrein nog geen enkele actie ondernomen. De subsidies door afdeling Monumenten en Landschappen worden integraal gebruikt voor de uitvoering van projecten op het terrein (landschapsteams).

Page 22: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 22

In de meeste gevallen zal de aanvrager/eigenaar slechts 10 % van de totale kosten (arbeid en materiaal zoals plantgoed, palen, …) zelf moeten betalen. Het grootste deel van de kosten – 80% – wordt in hoofdzaak gedragen door de afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse Gemeenschap. Het overige gedeelte van de kosten is voor rekening van het RL. Dit verklaart waarom ik geen voor- en nacalculatie kon opstellen.

2. Het opvolgen van een opdracht Het bestek betreft het herstel van een waterval, een brug en twee sluisjes in het ‘Pastoorsbos’ te Korbeek-Dijle (zie bijlage D).

In de offerte worden volgende inhoudelijk-technische punten aangehaald:

- Voorbereidende werken (verzamelen en stockeren van materialen, tijdelijk omleiden van het water, …)

- 4 delen (waterval, brug, sluis A en B) waarbij telkens de voorbereidende werken en constructiewerken zijn verduidelijkt. Voorbeeld deel 1 waterval:

o Voorbereidende werken: uitleggen en puzzelen van de aanwezige natuursteen en baksteen, + ontbrekende stukken aanvullen.

o Constructiewerken: vast metselen losliggende bestaande bakstenen met kalkmortel, lijmen van gebroken afdeksteen in blauwe hardsteen met kleurloze epoxylijm, terug opmetselen van de keermuur, afkappen van de losliggende cementering en cementeren met watervaste mortel idem bestaande, plaatsen van herbruik recuperatie deksteen in natuursteen.

Deze offerte – de samenvattende meetstaat genoemd – werd naar 3 verschillende aannemers gestuurd. Welgeteld 3 aannemers omdat dit door de overheid wordt opgelegd vermits dit betaald wordt met subsidies. 2 van de 3 aannemers stuurden dit terug. Eén aannemer heeft in de samenvattende meestaat bij elk individueel werk van de voorbereidende- en constructiewerken een prijskaartje geschreven, bvb het terug opmetselen van de keermuur heeft hij de prijs ‘€ 581,64’ gegeven. Hierin heeft hij de materiaalkosten, arbeidsuren en een kleine winstmarge verwerkt. De uurprijs van de ploeg of het aantal uren dat aan elke deelopdracht besteed werd is niet te achterhalen en ook niet belangrijk voor de prijs vermits deze vast staat, of ze er nu een jaar of een maand aan werken. De aannemer heeft hier zelf een inschatting van gemaakt op basis van ervaring met gelijkaardige uitvoeringen. De grootste kosten hebben betrekking tot de metselwerken.

De andere aannemer heeft geen individuele prijskaartjes maar 1 prijs gegeven voor elk van de 4 delen. Hoe hij aan deze prijzen is geraakt, is dus niet te traceren via de samenvattende meetstaat. In ieder geval was hij op elke deelopdracht duurder.

Er is geen gunningsverslag opgemaakt maar de opdracht werd toegewezen aan aannemer A (offerte in bijlage) omdat deze: de goedkoopste prijs had én alles individueel geprijsd heeft.

Alles wordt in 1 keer betaald ná uitvoering en afronding van de werken. Vermits de werken deze week worden afgerond, zal de factuur pas volgende week binnen komen. (de werken van het bestek zijn afgerond voor de vooropgestelde

Page 23: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 23

einddatum maar kadert in een allesomvattend renovatieplan. De factuur wordt opgesteld en betaald na deze volledige werken.)

Controle op de werken gebeurt continu. Iedere week wordt er gecheckt en bij de afwerking wordt samen met de uitvoerder alles bekeken.

Ook al is er een einddatum opgesteld voor de uit te voeren werken, er zijn geen sancties als dit overschreden wordt. Deze datum geldt meer als richtdatum. Daarbij, elke dag dat de aannemer langer werkt, is verlies voor hem vermits hij geen extra centen krijgt bij langer werken.

Eigen mening:

Ik vind het een goede zaak dat er minstens 3 aannemers moeten aangeschreven worden doch vind ik het bedenkelijk dat als 1 aannemer geen prijsofferte terugstuurt er enkel gekeken wordt naar de prijs van de 2 anderen. Zou er dan geen 4de aannemer moeten gecontacteerd worden?

In ieder geval is het wel een heel effectieve manier van werken. In het bestek staat de einddatum van de werken vermeld en tegen dan moet alles uitgevoerd zijn. Op die manier kan er een goede planning gemaakt worden.

Page 24: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 24

4. Juridische aspecten Ontsnipperings-maatregelen E40-HSL

1. Algemeen De das is een ‘beschermde diersoort’. Aan deze titel zijn een heleboel decreten aan verbonden. Het K.B. van 22 september 1980 houdende maatregelen, van toepassing in het Vlaamse Gewest, ter bescherming van bepaalde in het wild levende inheemse diersoorten, die niet onder toepassing vallen van de wetten en besluiten op de jacht, de riviervisserij en de vogelbescherming, werd genomen ter uitvoering van het ‘Natuurbehoudswet’ van 1973. Momenteel wordt het soortgericht natuurbeleid geregeld door het ‘Natuurbehoudsdecreet’. De diersoorten vermeld in de bijlage van het besluit (waaronder de das) genieten in het Vlaamse Gewest volledige bescherming. Dit houdt in dat het verboden is om: - Ze te bejagen, te vangen of in gevangenschap te houden of te doden - Hun woon- of schuilplaatsen te beschadigen of met opzet te verstoren - Ze, levend of dood, onder welke vorm dan ook te vervoeren, te verhandelen

of af te staan.

2. Inleiding ontsnipperingsmaatregelen Om de juridische aspecten rond ontsnipperingsmaatregelen heel concreet te houden, heb ik gekozen om een hypothetische uitwerking van één bepaald ontsnipperingsmaatregel uit te werken. De E40 wordt her en der gekruist door kleine waterlopen, de één al wat groter dan de ander. Deze ‘duikers’ zijn de enige doorgangen onder de autostrade door waar de mens geen gebruik van maakt en dus ideaal zijn om in te richten als faunadoorgang. Bij duikers wordt er geopteerd voor tunnels naast de duiker. Maar om de kosten te drukken is het in dit geval interessanter om een looppad te voorzien in de duiker. (steekkaart van deze faunadoorgangen: bijlage E)

Vergunningen Vermits de duiker eigendom is van de provincie (categorie 2) en het om buitengewone werken van wijziging gaan (zie Wet volgende cursieve alinea) aan een onbevaarbare waterloop van categorie 2 (te vinden op geovlaanderen.be bij de Vlaamse Hydrografische Atlas), moet er een aanvraag ingediend worden bij de Bestendige Deputatie van de provincie Vlaams-Brabant. Na goedkeuring volgt een stedenbouwkundige aanvraag bij de betrokken gemeenten Hoegaarden en Tienen vermits de duiker op de grens van beide gemeenten ligt. Zij zorgen voor goedkeuring in samenspraak met de provincie. Basiswet van 28 december 1967 betreffende de onbevaarbare waterlopen (B.S. 15 februari 1968). → 3 categorieën onbevaarbare waterlopen;

Art. 2: Indeling gebeurt afhankelijk van de grootte van het waterbekken.

Page 25: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 25

Art. 16: De bedding van een onbevaarbare waterloop behoort toe aan het Vlaamse Gewest bij 1ste categorie, aan de provincie bij 2de categorie en aan de gemeente bij 3de categorie.

→ Buitengewone werken van verbetering of wijziging; Art. 10: bij werken van wijziging gaat het om werken die, zonder de waterafloop te schaden, er niet toe strekken deze te verbeteren. Art. 12-15: Buitengewone wijzigingswerken mogen worden uitgevoerd door particulieren, ruilverkavelingscomités, polders, wateringen en openbare instellingen, na machtiging van de Bestendige Deputatie van de provincie voor werken aan waterlopen van tweede en derde categorie. Art. 19: Tot buitengewone werken van verbetering of wijziging kan slechts worden overgegaan na een onderzoek de commodo et incommodo in de betrokken gemeente(n). Belanghebbende particulieren kunnen tegen de beslissing van de gouverneur of de Bestendige Deputatie beroep aantekenen bij de Vlaamse Regering, binnen 10 dagen vanaf de betekening of bekendmaking ervan.

Het Decreet Integraal Waterbeleid van 18 juli 2003 heeft de voorgaande Wet van 1967 lichtjes gewijzigd maar ook een aantal bepalingen ingevoerd die als aanvullend op die van de Wet 1967 moeten worden beschouwd. Alle voorgaande bepalingen moeten samen gelezen worden met die die door het Decreet Integraal Waterbeleid werden ingevoerd inzake de oeverzones. In oeverzones gelden volgende bepalingen die van toepassing zijn op mijn voorbeeld: - Er mogen geen nieuwe bovengrondse constructies worden opgericht, met

uitzondering van de constructies die noodzakelijk zijn voor het beheer van het oppervlaktewater-lichaam, voor het vervullen van de functie of de functies die werden toegekend aan het oppervlaktewaterlichaam, van werken van algemeen belang en van de constructies die verenigbaar zijn met de functie of de functies van de oeverzone.

- Bij het uitvoeren van dergelijke werken, andere dan die gericht op het herstel van de natuurlijke werking van het desbetreffende oppervlaktewaterlichaam, worden bij voorkeur en waar mogelijk de technieken van natuurtechnische milieubouw gehanteerd. (Art. 10 §1)

3. Aanleg De aangelanden, de gebruikers en de eigenaars van kunstwerken op de oppervlaktewaterlichamen zijn verplicht om op hun gronden of eigendommen de materialen, het gereedschap en de werktuigen te laten plaatsen die voor de uitvoering van de werkzaamheden nodig zijn (Decreet Integraal Waterbeleid Art. 10 § 3)

4. Onderhoud Het RLD creëert vaak wel nieuwe dingen – zoals aanleg van een hoogstamboomgaard – maar onderhoudt deze niet. Dus de vraag wie verantwoordelijk zou zijn voor het onderhoud van de constructie na de aanleg zorgde voor nogal wenkbrauwgefrons. Het RLD heeft zulke constructies nog nooit aangelegd en is bijgevolg nog niet geconfronteerd geweest met de vraag. Het gewone onderhoud van een onbevaarbare waterloop categorie 2 gebeurt door de provincie (Wet 1967 Onbevaarbare Waterlopen art. 6). Maar het kan ook

Page 26: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 26

dat het Agentschap voor Natuur en Bos dit voor zijn rekening neemt omdat deze hoogstwaarschijnlijk zal delen in de kosten bij de aanleg ervan. Op die manier kunnen ze ook aan monitoring doen.

Page 27: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 27

Literatuurlijst - LES ÉDITIONS DE L’OCTOGONE, RLD vzw en KINT, Pocketreeks ‘Natuur en

Landschap in België’ gids Regionaal Landschap Dijleland, 2001, 92 blz - REGIONAAL LANDSCHAP DIJLELAND vzw, Holle Wegen Handleiding (deel I),

2000, 126 blz - DE VRIENDEN VAN HEVERLEEBOS EN MEERDAALWOUD vzw, Holle Wegen

Inventarisaties (deel II) [beperkte oplage per gemeente + nog niet in alle gemeentes afgelopen]

- REGIONAAL LANDSCHAP DIJLELAND vzw, Holle Wegen Handleiding

Wetgeving en Beheer (deel III), 2004, 138 blz - ECONNECTION, Beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel

van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied. Deel I: Besprekend gedeelte, 1996

- ECONNECTION, Beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel

van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied. Deel II: Burchtbesprekingen, 1996

- DE PUE, E., LAVRYSEN, L. en STRYCKERS, P., milieuzakboekje, 20e uitgave

2006, Kluwer (a Wolters Kluwer business), ISBN 90 4650 688 6 - MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP departement Leefmilieu en

Infrastructuur, Vademecum Natuurtechniek inrichting en beheer van waterlopen, depotnr D/1994/3241/11

- Internet, Natuurrapport 2005: deel VI Bescherming en herstel / #39

Regionale Landschappen, (http://www.inbo.be/docupload/1705.pdf)

Page 28: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 28

Slotwoord Deze bundel is een samenstelling van de verschillende deelopdrachten die gedurende de stage zijn opgesteld. De bundel bestaat grotendeels uit 2 aspecten: de opdrachten met hun bijlagen en de stageverslagen. De opdrachten behandelen verschillende aspecten. Allereerst wordt het bedrijf voorgesteld. Ten tweede komen de technische aspecten van het bedrijf aan bod. Hiervoor heb ik aan 2 projecten meegewerkt en besproken: ‘uitvoering van het beschermingsplan voor de das in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied’ en ‘holle wegen’. Ten derde worden de economische en socio-economische aspecten besproken. Een project van de landschapsanimator met het landschapsteam heeft mij hier verder geholpen. En ten vierde worden de juridische aspecten behandeld in verband met ontsnipperingsmaatregelen van de E40 en hogesnelheidslijn. Het RLD-team is een hechte groep collega’s én vrienden waar ik me direct thuis voelde. Ook de job op zich vind ik ideaal voor mij, op een praktische manier werken aan natuur in mijn eigen leefomgeving. Er is ook heel wat dat ik er uit heb opgestoken: leren werken met ArcView, in teamverband een opdracht uitwerken, praktijk en theorie combineren, … Een goede voorbereiding op volgend jaar!

Page 29: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stagerapport 29

Bijlagen. Bijlage A: veldfiche E40-HSL

Figuur 6: Voorbeeld werkblad van op het terrein, werkelijke grootte is een A4 (schaal op de veldfiche = 1/6329)

Page 30: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 30

Bijlage B: routebeschrijvingen holle wegen Overijse Route - Langs Koningsberg en Bisdom in Overijse

Optionele uitbreiding: langs Kaalheide in Huldenberg

Het vertrek is voorzien op het Justus Lipsiusplein in Overijse. In de hoek rechts van het stadhuis en de Justus Lipsiustuin vertrekt een klein padje. Na de trappen volgen we het stijgende kasseipadje naar links. Eenmaal boven steken we de baan over en gaan rechtdoor de P.I. Taymansstraat in. We nemen de eerste straat aan de linkerkant - de Korenarenstraat - en volgen deze tot huisnummer 46. Tussen de oprit van huisnummer 46 en het gebouw voor de Vlaamse Maatschappij voor Watervoorziening loopt een smalle voetweg naar rechts waarvan we op het einde naar links gaan. We nemen de tweede baan rechts - de Belgiëlaan - die uitkomt in het bos. Hier zitten we in beschermd landschap. Zodra we het bos verlaten, nemen we het pad naar links zodat we de beek en bosrand blijven volgen. Wanneer we op een grintweg komen, houden we links aan langs de bosrand en bereiken spoedig de eerste holle weg. We blijven de holle weg volgen en als we het bos voorbij zijn, slaan we rechts een tweede holle weg in (eveneens Walravenbosstraat genoemd). Voorbij de holle weg blijven we de Walravenbosstraat volgen. In de bocht naar rechts kan je een uitbreiding (langs de Kaalheide in Huldenberg) kiezen: het betonbaantje naar links. Als we de bocht naar rechts volgen, komen we uit op de Hellekouterweg. Wie de uitbreiding heeft gevolgd sluit hier opnieuw aan bij de basisroute. We volgen de Hellekouterweg naar beneden en slaan op het einde van deze straat links in - de Kouterweg. Aan je rechterkant, voor je de Dreef bereikt, zie je de vijvers van het natuurgebied de IJsebroeken. Dichter bij de straat ligt een poel die werd aangelegd door het Regionaal Landschap Dijleland vzw.

We steken de Dreef over (opgelet voor het drukke verkeer) en nemen het pad - Veeweide - achter de bushalte dat schuin naar rechts tussen de twee tuinen door loopt. Na nog geen 100 m komen we op een asfaltweg - de Stokkemstraat - die we links inslaan. De weg klimt flink omhoog en zo bereiken we via de holle weg het plateau. Het pad wordt smaller en komt uit op een T-sprong. We kijken nu recht voor ons uit op Terlanenveld. We slagen rechts af en bij de eerste kruising nemen we opnieuw rechts - de Grotstraat - een beboste holle weg. Net voorbij de verlaten witte hoeve - het Bisdom of het Hof Ter Geiten - nemen we een pad tussen haag en weiland in naar rechts richting Bisdombos. We duiken het bos in en door een diepe, smalle holle weg (helling van 15%, opgepast voor mountainbikers) dalen we het plateau opnieuw af naar de IJsevallei en de Dreef. We volgen de Dreef zo'n 50 m naar links en steken dan de Dreef én de IJse aan de bushalte over. We volgen het IJsepad naar links en blijven dit volgen tot het uitkomt op het fiestpad langs de Dreef. Op het groot kruispunt gaan we naar rechts richting het centrum van Overijse. Onderweg komen we voorbij de Kellebron en het Kasteel van IJse waar nu een lagere school gehuisvest is. Via de trapjes naar de kerk bereik je opnieuw het Justus Lipsiusplein. Eindpunt.

Uitbreiding - Langs Kaalheide in Huldenberg Eens het betonbaantje boven komt, duikt het terug naar beneden de holle weg in. Beneden vervoegt een kasseibaantje van links ons pad rechtdoor. Ongeveer 50 m nemen we een grindweg naar rechts. Naast de oprit van het huis volgen we een smalle wandelweg dat naar links afbuigt en de beek volgt. Op de asfaltweg gaan we linksaf en nemen de eerste baan rechts – de doodlopende ‘Lindaal’. We

Page 31: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 31

blijven deze baan volgen die zich stijgend bij de volgende holle weg aandient. De baan gaat over in een kasseiweg en buigt 20 m verder ná huisnummer 115 naar links. Even verder komen we op het plateau dat prachtig te zien is door het open veld. Bij het volgende kruispunt naar links en de T-splitsing erop naar rechts. Bij het volgende kruispunt is er een zicht over Huldenberg. Hier gaan we rechtsaf. Het pad duikt het bos en de IJsevallei weer in. Even verder komt de volgende holle weg in zicht. De kasseiweg geeft het gevoel of de tijd is stil blijven staan... Op de asfaltweg gaan we naar rechts en na het witte huis nummer 23 gaan we een smalle voetweg in naar links. De asfaltbaan schuin naar rechts volgen en bij het volgende kruispunt rechts aanhouden. Na de kronkel in de baan gaan we een asfaltweg naar rechts in dat verderop wat versmalt. Aangekomen bij een grinden voetweg naar links. Bij het verlaten van de holle weg en het grindpad, rechtdoor de asfaltweg naar beneden volgen – de ‘Hellekouter’. Hier zijn we terug op het basisparcours. Route - Langs Reutenbeek en Venusberg in Tombeek

We vertrekken aan de Waversesteenweg N4, ter hoogte van de Lanestraat die richting Tombeek-centrum gaat. We nemen de Leemveldstraat, een bospad dat langs het domein van kasteel Terdek loopt. Al gauw evolueert het pad tot een diepe holle weg. De hoge bomen op de taluds maken het geheel nog indrukwekkender. Op het einde van de holle weg en het bos komen we op een kruising. We nemen rechts en volgen het smalle voetwegje langs de vijver. Aan de rechterkant heb je een mooi zicht op de weiden en het kasteel van Terdek. (De vijver links behoort ook tot het kasteeldomein, evenals het pad waarop we lopen. Op het wegje berust een erfdienstbaarheid die de vrije toegang voor wandelaars garandeert. We volgen nu een tijdje de bewegwijzerde Justus Lipsiuswandeling die start in het centrum van Overijse.)

We volgen het pad verder door een bosje, steken vervolgens schuin een weide door (sluit de hekken opnieuw goed af!) om links van de weide, langs een bebost talud op een veldweg te komen. Voor het eerste huis gaan we rechts de helling op. Voorbij de woning zien we rechts een mooie holle weg, de Hertstraat. Je kan er even inlopen, maar om onze route te vervolgen nemen we links. Bij de kruising nemen we rechts de Borrestraat. Wanneer de weg begint te klimmen zien we aan de rechterkant enkele mooie begroeide graften. Een graft is een talud midden in het veld, vaak gelegen op de grens van twee percelen.

Voorbij huis nummer … nemen we links een onverhard pad en verlaten hiermee de Justus Lipsiuswandeling. We lopen door het open veld tot we de Bergstraat bereiken. Hier gaan we rechts tot aan het kruispunt met de Reutenbeek. We slaan de Reutenbeek links in. Wanneer het asfalt ophoudt wordt de weg een holle weg die steil naar beneden duikt. Na een vlakker stuk wordt de weg opnieuw hol, maar ditmaal gaat het sterk omhoog. Weer in het open veld bereiken we algauw een kruising waar we links nemen. Dit is opnieuw de Leemveldstraat. Aan de overkant van de kruising ben je op Waals grondgebied (gemeente Rosieres). De Leemveldstraat volgt een tijdje de taalgrens tot we de volgende holle weg bereiken.

Hier heb je de keuze: ofwel volg je de Leemveldstraat met zijn oude kasseiverharding verder naar beneden (keuze 1), ofwel neem je in de holle weg (na ca. 100m) het eerste wegje rechts omhoog. Na weer ongeveer 100m kan je opnieuw links inslaan; dit is de onverharde holle weg Zavelbergstraat (keuze 2). Beide routes leiden je door een prachtige holle weg. De tweede keuze levert een

Page 32: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 32

langere wandeling op (ca. …m), maar het moet gezegd dat de Zavelbergstraat de spectaculairste holle weg is van de hele wandeling en bovendien een mooi vergezicht over de Laanvallei in petto heeft.

Keuze 1: We volgen de Leemveldstraat met zijn charmante kasseien verder naar beneden. Als de holle weg ophoudt zijn we in een valleitje beland waar we op onze rechterkant de hoeve … passeren. We vervolgen de straat en al snel gaat het weer omhoog tot aan de Bergstraat. Deze steken we over om onze weg langs de Leemveldstraat te vervolgen en opnieuw uit te komen bij de vijver van het kasteel Terdek. Ofwel ga je hier rechtdoor terug door het bos naar het vertrekpunt van de wandeling. Wie echter nog een andere holle weg wil toevoegen aan de wandeling gaat naar rechts en neemt vervolgens de eerste links. Dit is de laatste holle weg van deze tocht. Dit pad geeft uit op de Lanestraat die je links neemt om weer uit komen bij het vertrekpunt.

Keuze 2: We nemen in de holle weg Leemveldstraat het eerste wegje rechts en blijven daardoor nog even de taalgrens volgen, tot we 100m verder links de Zavelbergstraat inslaan. Deze holle weg (is van het ravijnbostype en) behoort tot de langste en diepste holle wegen van het Dijleland. Bijna beneden is het uitkijken naar een smal paadje dat rechts het talud beklimt. Na 10 m sta je aan de rand van een steil grasland en kijk je uit over de Laanvallei. In het bos aan de overkant van de asfaltweg beneden kronkelt de Laan langs de taalgrens richting Terlanen en verder naar Sint-Agatha-Rode waar ze uitmondt in de Dijle. De akkers en beboste heuvels in de verte horen bij de gemeente Waver. Terug in de holle weg wordt het wegdek even erg slecht door erosie en brokken puin. We vervolgen de Zavelstraat tot we op de Lanestraat uitkomen in het centrum van Tombeek. We gaan naar links om net voorbij de Bergstraat de Terdekdelleweg te nemen. We houden rechts en lopen een …-tal meter tussen de woningen door. Wanneer de weg naar links draait gaan we van de asfaltweg af en volgen een smal pad dat verder de valleiflank volgt. Onderaan het talud rechts van het pad ontdekken we een van de bronnen die op deze flank ontspringen. Links ligt een waterwinningsgebied. In een flauwe bocht naar links ontdekken we op onze rechterkant de laatste holle weg van deze wandelroute. We volgen de holle weg omhoog en komen zo uit op de Lanestraat. Ga naar links om weer uit te komen bij het vertrekpunt.

Page 33: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 33

Bijlage C: weetjes holle wegen Overijse De parochie ontstaat in de 8ste eeuw door toedoen van Sint-Hubertus, die hier ongetwijfeld missioneerde en de oeroude bron "de Kelle" verchristelijkte. Overijse dankt zijn naam aan de rivier die door de gemeente vloeit: de IJse. De oudste benaming, ISCA, vinden we terug in de oorkonde die dagtekent van 832. Het woord Isca is van Keltische oorsprong, werd gelatiniseerd en betekent water. De Kellebron werd door Sint-Hubertus verchristelijkt in de 8ste eeuw. Deze doopput werd in de 13de eeuw verrijkt met een steen waar de twee wapenschilden van de toenmalige kasteelheren op pronkten (van Witthem en Horne). Zo had de bevolking een openbare drinkput. Kasteel Isque, Waversesteenweg Overijse In de 12de eeuw was Overijse een Baronie. In die tijd diende het kasteel tot woning van de Heren van Overijse. Het geslacht der baronnen (beiers) bleef voortbestaan tot het einde van de 15de eeuw. In die tijd verkocht Maria d’Oisy, de laatste erfgename, de baronie aan Hendrik van Witthem, Heer van Beersel, één van de machtigste vazallen van de Hertogen van Brabant. In 1489 werd heel het dorp, inclusief het kasteel, platgebrand door de troepen van Maximiliaan van Oostenrijk. Nadien liet Hendrik een splinternieuw kasteel bouwen. De rechtervleugel vanaf de toren dateert nog uit die periode (16de eeuw). De linkervleugel werd herbouwd ; dit is het Hornegedeelte (17de eeuw). Een ganse vleugel werd gesloopt in 1768, waar nu de kasteelmuur staat (verbreding steenweg en verplaatsing Kelle). Het huis der van Wittehems had als laatste erfgename Honorina, die rond 1595 huwde met Geeraart van Horne en aldus de heerlijkheid van het kasteel van Yssche in het Hornepatrimonium deed belanden. Rond 1650 liet Ambrosius van Horne het kasteel links van de toren gedeeltelijk verbouwen door de Brusselse architect David Cannaerts. Rond 1755 trad Maria Theresia van Horne in het huwelijk met Filips-Jozef, prins van Salm-Kyrburg. Op die manier kwam het eigendom in handen van de prinsen van Salm. De Salms en voor hen de Hornes, hadden met geldmoeilijkheden te kampen. Dit was te wijten aan praalzucht, hoogvaardij, slecht beheer, kostelijke procedures en volgens sommigen, een kwistig en verspilziek leventje, zo o.a. de laatste prins van Overijse, Jan-Otto-Frans van Salm-Kyrburg, die te Parijs een avontuurlijk leventje leidde en onder het schrikbewind van Robespierre op het schavot stierf (1794) omwille van zijn prinselijke titel. Onder het Frans Bewind werden zijn domeinen te Overijse aangeslagen door de Franse Republiek en het kasteel bestemd tot het senatorschap van Brussel. De broer van Napoleon, Jozef Bonaparte, verbleef soms in het kasteel. Onder het Frans bewind worden bovendien veel rechten afgeschaft en de bezittingen van de Salms worden verbeurd verklaard. Onder het Hollands Regime konden de erfgenamen van de Salms de goederen gelegen te Overijse, weer in eigendom verkrijgen, doch zij zien zich genoodzaakt het Oud-Prinsdom Overijse (+ - 760 ha) in 1817 openbaar te verkopen. Maurice de Le Hoye, rechter te Nijvel, kocht het leegstaand kasteel in 1824 en liet het dadelijk restaureren door architect Moreau (o.m. wapenschild boven bordes).

Page 34: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 34

Het kasteel Isque gaat in 1937 over in handen van een erfgenaam, Stafhouder Braffort. Hij werd in 1944 te Wambeek vermoord door leden van de collaboratie.

Gedurende de mobilisatie van 1939 verbleven er Belgische soldaten en tijdens de tweede wereldoorlog werd het bezet door Duitsers en Engelsen. Na de oorlog kwam het kasteel ondertussen slecht onderhouden en in erg beschadigde toestand in bezit van een zekere heer Lacourt uit Willebroek. In 1948 kocht de staat het erg toegetakeld kasteel van de heer Lacourt en op 1 september 1948 ging er een rijksmiddelbareschool van start.

Oorlog In mei 1940 werd door de Engelse legeroverheid het bevel gegeven tot evacuatie van alle bewoners. De brug over de IJse werd opgeblazen en door de Duitsers vervangen door een houten brug. Onder de oorlog ontstonden, wat men in de volksmond noemde, de Witte Brigade ( verzetstrijders ) en de Zwarte Brigade ( Duitsgezinden ), die jacht maakt op de eerste. De wooden bridge over de IJse was een trefplaats voor Engelsen, Amerikanen, Belgen en A.T.S.- girls onder wie Mary Churchill, die in het kasteel te Huldenberg logeerde. Het afweergeschut stond opgesteld in Terlanenveld, waar "het kamp" in 1945 aangelegd werd, waarin 65.000 Duitse krijgsgevangenen witte en zwarte sneeuw zagen. Onder hen bevond zich de latere Nobelprijswinnaar voor Letterkunde (1972) de schrijver Heinrich Böll. De laatste Duitsers verlieten het kamp op 13 december 1946. In 1945 trok een stoet door het Centrum, als huldebetoon aan hen die zich offerden voor onze vrijheid. Justus Lipsius (1547-1606) is de belangrijkste vertegenwoordiger van het humanisme in de Nederlanden in de tweede helft van de 16de eeuw, een beetje zoals Erasmus in de eerste helft was. Hij is in Overijse geboren en de Lupsiustuin, grenzend aan het Justus Lipsiushuis -voormalige woonplaats van de geleerde waar sinds 1985 de Rijksmuziekacademie gevestigd is - mag op hernieuwde aandacht rekenen. De tuin wordt in samenwerking met het Regionaal Landschap Dijleland opnieuw aangelegd. Het ontwerp is gebaseerd op oude foto's en prentkaarten van de tuin en op brieven van Justus Lipsius. Naast de ingangspoort staat zijn leuze "Moribus Antiquis" (volgens de oude zeden). Joost Lipsius was secretaris van kardinaal Granvelle, geschiedschrijver van Filips II en doceerde achtereenvolgens aan de universiteiten van Jena, Leuven, Leiden en opnieuw Leuven. Hij stond in de gunst van Aartshertogen Albrecht en Isabella en werd onder hun regering erelid van de Staatsraad. Zijn borstbeeld staat op het plein dat zijn naam draagt en werd ingehuldigd op de markt van Overijse in 1853. Bisdom: Ook wel het 'Hof ter Geiten' genoemd, is een typisch voorbeeld van een vierkant-hoeve die dateert uit de 18e eeuw. Terdek - Tombeek In de 12de eeuw wordt het ridderlijk geslacht "de Tumbeca" vermeld : Johannes de Tumbeca (1163). Het hoofdgebouw van het kasteel Terdeck is van de 16de eeuw. De oudste vermelding "ter Dect" dagtekent van 21 december 1284.

Page 35: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 35

Bijlage D: offerte

Page 36: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 36

Page 37: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 37

Page 38: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 38

Page 39: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 39

Bijlage E: steekkaart faunadoorgang

Page 40: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 40

Page 41: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 41

Stageverslagen Verslag 1

Provinciale Hogeschool Limburg Verslag 18 – 20 september 2006 Departement Biotechniek – 3GRM Marijke Moysons

Dag 1

Voormiddag: verkenning van de vzw, kennismaking met alle personeelsleden en hun taken, structuur, algemene werking, subsidies, … (uitgewerkt in opdracht 1).

Namiddag: de landschapsanimator vertrekt eind oktober. Hierdoor gaat de kennis verloren van de exacte locatie van de reeds uitgevoerde werken van de afgelopen 4 jaar. Momenteel bestaan alleen kaartjes waar een situering op de vinden is. Ik heb me bezig gehouden om alle locaties van de afgelopen 4 jaar op te zoeken op stafkaarten van 1:10.000, te kopiëren en voor te leggen aan de landschapsanimator om de exacte locatie vast te leggen. Het is de bedoeling om later de informatie op GIS-kaarten te verwerken.

Dag 2

Voormiddag: afwerking van alle locaties (zie dag 1 namiddag).

Namiddag: ik ben samen met An op terrein gegaan. Zij staat in om een educatieve wandelroute uit te werken rond holle wegen. We hebben verkenning van een aantal mogelijke routes gedaan en een schriftelijke beschrijving van gemaakt.

Dag 3

Voormiddag: verwerking van de gegevens van de uitstap gisteren + informatie opzoeken van bezienswaardigheden langs de route.

Namiddag: alleen op terrein gegaan om nog een andere route voor holle wegen te bekijken + verwerken van deze gegevens.

Page 42: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 42

Verslag 2

Provinciale Hogeschool Limburg Verslag 21, 25 – 27 september 2006 Departement Biotechniek – 3GRM Marijke Moysons

Donderdag 21 september

Vandaag ben ik weer op terrein geweest. Ik heb een wandelroute gezocht dat een lus vormt en langs verschillende holle wegen passeert. Dit kadert in het project ‘holle wegen’.

Een korte voorstelling van het project:

De dichtheid aan holle wegen in het Dijleland behoort tot de grootste in Vlaanderen... en dus ook op wereldschaal. Door de intensivering van de landbouw, de toenemende bebouwing en het wegvallen van het beheer, is de kwaliteit van onze holle wegen er de laatste decennia danig op achteruit gegaan. Dus is het RLD al enkele jaren actief rond de holle wegen.

Allereerst werd er veel aandacht besteed aan het beheer van de holle wegen door de publicatie van een handleiding over het beheer voor de gemeenten en door het opmaken van beheerplannen voor de waardevolste holle wegen. Maar wat bleek, de uitvoering laat nogal op zich wachten…

Door de holle wegen opnieuw een functie te geven, wordt er getracht om de gemeente wat meer onder druk te zetten. Voor wandelaars, ruiters en fietsers bieden holle wegen altijd een aangename afwisseling in het landschap en een bijzondere sfeer. Om de holle wegen opnieuw in de aandacht te brengen, bracht RLD in 1999 een boek uit over holle wegen voor het grote publiek. Er werden meerdere infoavonden over holle wegen en een grootscheepse opruimactie georganiseerd, waarbij zwerfvuil opgeruimd werd in verschillende holle wegen van het Dijleland.

De volgende stap is een folder tegen een lage kostprijs (rond de 2€) uitbrengen met een aantal educatieve wandelingen in de streek rond Overijse. Die ‘educatieve’ wandelingen geven uitleg over holle wegen: het ontstaan, beheer, ecologische en cultuurhistorische waarde, …

Werkwijze:

Allereerst ging er wat voorbereidend werk aan vooraf. Er werd een kopie genomen van de stafkaart regio Overijse van het jaar 1982. Hierop werd met kleur een aantal interessante stukken op aangeduid (groen voor mooie holle wegen, paars voor eventuele verbindingsstukken en rood voor wandelpaden waar twijfel was over het huidige bestaan ervan). Op deze stafkaart werden dan 4 wandellussen uitgewerkt.

Deze wandelroutes ben ik dan op terrein gaan bekijken: het bestaan van alle wegen, toegankelijkheid, uitschrijven van een schriftelijke beschrijving (er worden geen aanduidingen gemaakt van de wandeling op terrein), … In de latere namiddag terug heb ik deze informatie op pc verwerkt, het bereik van het openbaar vervoer opzoeken, bezienswaardigheden opzoeken, …

Page 43: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 43

Gebruikt materieel:

De stafkaart van Overijse van 1982, een computer en een paar stevige wandelschoenen.

Maandag 25 september

Ik heb de gegevens die ik vorige week maandag opgezocht heb (locatie van werken uitgevoerd door de landschapsanimator van de laatste 4 jaar), gedigitaliseerd met ArcView.

Wat is een landschapsanimator?

Vanaf 2001 werkt – dankzij subsidies van de Afdeling Monumenten en Landschappen van de Vlaamse overheid – een landschapsanimator op het RLD. De landschapsanimator heeft een uitgebreid takenpakket meegekregen waarbij alles draait om de zorg voor het landschap in het Dijleland. Concreet werkt de landschapsanimator rond volgende thema's:

- behoud en herstel van buurtwegen; - restauratie en herinrichting van parkdomeinen en andere sites; - landschapsherstel door (her)aanplanting en onderhoud van houtkanten,

hagen, bomenrijen, aanleg of herstel van poelen, hoogstamboomgaarden,...; - coördinatie van het landschapsteam en voorbereiding van de projecten die

het landschapsteam kan uitvoeren. Werkwijze:

Maandag had ik situering van de uitgevoerde werken van de landschapsanimator opgezocht (in totaal van 4 jaar werking) op stafkaarten en een kopie genomen van de locatie.

De landschapsanimator (Herman) duidde dan de exacte locatie aan op het perceel.

Die gegevens – die dus nog op papier stonden – heb ik aangeduid op digitale stafkaarten in de computer met ArcView. Aan deze gegevens is dan een Excel-bestand gelinkt waar meer informatie over de desbetreffende werken staat.

Gebruikt materieel:

Stafkaarten (1:10.000) van het gehele gebied waar RLD actief is, programma’s ArcView en Excel, jaarverslagen waar meer informatie te vinden was over de desbetreffende werken.

Dinsdag 26 september

Vandaag heb ik de laatste lus van de educatieve wandeling over holle wegen op terrein verkend. Deze gegevens heb ik in de late namiddag geanalyseerd en verwerkt op de pc.

(meer info: zie donderdag 21 september)

Page 44: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 44

Woensdag 27 september

De wandelingen die ik vorige en deze week heb afgestapt i.v.m. holle wegen, heb ik in de voormiddag ingegeven in de pc met het programma MapInfo.

Werkwijze:

Ik heb op de papieren stafkaarten de volledige route uitgetekend, opgedeeld in fragmenten. Deze 4 wandelingen heb ik dan op stafkaarten in het programma MapInfo aangeduid. De fragmenten waren segmenten van de wandeling. Met deze fragmenten kan dan bekeken worden wat de afstand is van elk apart stuk. Deze informatie kan gebruikt worden in de folder zodat de wandelaars zelf een wandeling kunnen samenstellen aan de hand van deze aparte stukken.

Gebruikt materieel:

Stafkaarten met wegbeschrijving van de wandelroutes, programma MapInfo.

In de namiddag ben ik op terrein geweest met Els. Zij is de projectverantwoordelijke van het project ‘hoogstamboomgaarden’. We zijn de snoei gaan checken op 5 oude appelbomen (geschat op 70 jaar). Het was belangrijk om de situatie op het terrein te bekijken. Ze had de bomen voor de werken gezien en wou zien of de bomen waren te redden met de snoei. Het was opvallend dat de 2 bomen die voorheen de meeste slaagkansen hadden gekregen, na de snoei gevallen waren naar de minst positieve plaatsen. De 2 bomen die men hopeloos had opgegeven (praktisch half afgestorven of vreselijk misgroeid) bleken meer energie te steken in nieuwe loten en leken nadien gezien meer kans op herstel te hebben.

Het project hoogstamboomgaarden: dit project is grotendeels gelinkt aan het project ‘beschermingsplan das’. Dit beschermingsplan tracht via het herstellen van het landschap (zodat het gebied weer interessant wordt voor de das) en knelpunten op te lossen (met bvb dassentunnels), de das terug in Vlaams Brabant te krijgen. Hoogstamboomgaarden die in een voor de das interessant gebied liggen, krijgen een voorkeursbehandeling ten opzichte van boomgaarden die in een minder ‘das-interessant’ gebied liggen.

Werkwijze:

Bij de snoei was het belangrijk om niet meer dan 30% van de boom te snoeien. Anders zou het evenwicht tussen kroon en wortels een te groot verschil krijgen. De snoei die nu uitgevoerd is, betreft de meest dringende snoei:

- dood hout verwijderen - zieke takken verwijderen (bvb aangetast door kanker) - kruisende, schurende takken verwijderen - stompen afzagen - verwijderen van jonge rechtopgaande scheuten of eventueel afzetten op

zijtak naar buiten (deels uit te voeren: de grootste scheuten. De rest is voor volgend jaar)

- uitlichten van te zware takken - controleren van holtes In fase 2 – volgend jaar september – zullen de bomen hun finale snoei krijgen.

Page 45: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 45

Verslag 3

Provinciale Hogeschool LimburgVerslag 28 september, 2 – 4 oktober 2006 Departement Biotechniek – 3GRM Marijke Moysons

Donderdag 28 september

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

- Ik heb de folder ‘hoe hang ik een nestkastje omhoog’ gemaakt. Bij het project hoogstam-boomgaarden is een project ‘nestkastjes’ gekoppeld. Mensen die een oude of nieuwe boomgaard hebben hersteld of aangepland, krijgen één mezennestkastje (ze kunnen er ook bijkopen). Boomgaarden die interessant zijn voor uilen krijgen een uilenkast die opgehangen wordt door een medewerker van RLD. (3 uur)

- Koen Berwaerts zijn hoofdproject is ‘Beschermingsplan voor de das ( in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied). Voorstelling project: “Op enkele zwervende verkeersslachtoffers na is de Das reeds enkele decennia uit Vlaams-Brabant verdwenen. In 1996 werd in opdracht van AMINAL afdeling Natuur van de Vlaamse Overheid door het studiebureau Econnection een onderzoek uitgevoerd om de kansen en mogelijkheden voor dassenleefgebieden in Vlaams-Brabant te onderzoeken. Hieruit bleek dat deze regio een gunstige uitgangsituatie bezit om een populatie dassen te herbergen indien een aantal belangrijke knelpunten worden weggewerkt. De belangrijkste knelpunten zijn verstoring van de burchten, achteruitgaande kwaliteit van de foerageergebieden rondom de burchtlocaties, toenemend verkeer, en tenslotte versnippering van de leefkernen en de toenemende afstand tussen woon- en foerageergebied.

In maart 2004 startte RLD vzw in opdracht van het Agentschap voor Natuur en Bos (toenmalige Afdeling Natuur) met een beschermingsplan voor de Das in het zuidelijk deel van de provincie Vlaams-Brabant en het taalgrensgebied. Door middel van gerichte maatregelen zullen een aantal belangrijke bedreigingen weggewerkt worden om de Das terug een kans te geven in Vlaams-Brabant. Om dit beschermingsplan te realiseren zal intensief samengewerkt worden met verschillende doelgroepen, zoals de jachtsector, landbouwsector, boseigenaars, particuliere grondeigenaars, provincie, gemeenten, natuurbehoudsector, recreatieve sector en het wegbeheer.”

Maandag ga ik samen met Koen veldwerk verrichten. We gaan de E40 (beginnende in Haasrode) en de ernaast liggende HST aflopen en alle interessante zaken noteren (bvb grachten, duikers, begroeiing talud, geluidsmuren, vangrails, …). Voor dit werkje hebben we natuurlijk een stafkaart nodig. Dit voorbereidend werk heb ik vandaag uitgevoerd. Op elk A4’tje heb ik 1 km stafkaart afgedrukt. (1,5 uur)

Page 46: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 46

- Het GIS-document dat ik vorige week heb gemaakt i.v.m. de uitgevoerde activiteiten van de landschapsanimator, heb ik vandaag proberen te linken met het Excel-bestand waar de overige informatie in stond. (2 uur)

Werkwijze:

- Folder nestkastjes: Els had 3 boeken en een map met informatie van het internet voor mij. Het duurde wel even voor ik alle informatie door had genomen en vergeleken. Het beste heb ik geselecteerd en (anders verwoord) overgenomen. Een aantal foto’s heb ik met de computer overgetekend om te kunnen gebruiken in de folder (i.v.m. auteursrechten kon ik niets exact overnemen).

- Voorbereiding veldwerk ‘beschermingsplan das’: Ik heb een nieuw ArcView-document aangemaakt en daar alle nodige stafkaarten in aangebracht. Ik vergrootte telkens 1 km (van kilometerpaal tot de volgende) zodat deze juist op het computerscherm paste. Deze weergave sloeg ik dan op als een JPG-bestand. Dit JPG-bestand laadde ik in bij Word waar ik er een kadertje rond zette en printte het dan 2x uit (1 voor mij en 1 voor Koen).

- GIS landschapsanimator: Het GIS-document was af (mits enkele aanpassingen) en de informatie over alle ingebrachte gegevens stonden in een Excel-bestand. Nu moest deze informatie nog gelinkt worden aan het GIS-document zelf zodat de informatie rechtstreeks kan opgevraagd worden. Dit was makkelijker gezegd dat gedaan. Er waren een heleboel fouten. De ene kader werd wel weergegeven en de andere kader niet. Na lang zoeken samen met Veerle bleek dat deze fout zat in het feit dat Excel een maximum overdraagbare hoeveelheid tekens per kolom heeft (Veerle had dit nog nooit meegemaakt). Er zat niets anders op om rij per rij na te gaan en indien nodig het aantal tekens te verminderen.

Gebruikt materieel:

3 boeken over vogels en vogelkastjes, computer met volgende programma’s: Illustrator – Word – ArcView – Excel en een printer

Maandag 2 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Vandaag heel de dag met Koen veldwerk gedaan voor ‘beschermingsplan das’. We hebben de E40 (Haasrode-Boutersem) en de ernaast liggende HST aflopen en alle interessante zaken genoteerd (grachten, duikers, begroeiing talud, geluidsmuren, vangrails, afrasteringen,…). (8u)

Werkwijze:

Koen zette zijn auto af aan de afrit Boutersem en reden met mijn auto naar de vorige afrit Haasrode. We liepen dan terug naar de auto in Boutersem: Koen langs de ene kant met de HST-lijn, en ik langs de andere kant (in totaal ongeveer 8 kilometer). Van alle interessante punten maakten we aantekeningen en een foto.

Gebruikt materieel:

Page 47: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 47

Stafkaarten (per A4 1 km), fototoestel, pen (verschillende kleurtjes), potlood en schrijfmap, paar stevige wandelschoenen, auto

Dinsdag 3 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

- Vandaag een deel gedigitaliseerd van de aantekeningen van gisteren in ArcView. (4u)

- In de namiddag was een vergadering (intern overleg) dat ik mee heb gevolgd. Intern overleg gebeurt 1x per maand (meestal eerste dinsdagmiddag). Er worden dan de vorderingen van elk project bekeken, de financiële toestand (boekhouding), RLD in het nieuws (artikels), studiedagen, … (2,5 uur)

Werkwijze:

- Digitaliseren gegevens veldwerk van maandag ‘beschermingsplan das’: Ik heb in ArcView alle benodigde stafkaarten ingeladen en het benodigde aantal ‘themes’ ingevoegd (theme = een laag met een bepaalde kleur). Ik heb themes ingevoegd voor: duikers, uitkomende buizen, grachten, afrasteringen, begroeiing talud, geluidsmuren. Ik heb ongeveer het halve traject van aan mijn kant al ingegeven (buiten begroeiing talud).

- Vergadering intern overleg: Iedere projectmedewerker maakt een eigen overzicht op voorhand. Dit overzicht wordt bij elkaar geplakt en is verplichte lectuur voor elke deelnemer van de vergadering. Op de vergadering zelf wordt dit overzicht niet overlopen maar is er tijd voor vragen.

Gebruikt materieel:

Papieren gegevens van het veldwerk van maandag, computer met ArcView

Woensdag 4 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito maandag 2 oktober. (9u)

Werkwijze:

Idem dito maandag 2 oktober (wijziging: van Boutersem tot Tienen = ongeveer 10km).

Gebruikt materieel:

Idem dito maandag 2 oktober.

Page 48: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 48

Verslag 4

Provinciale Hogeschool Limburg Verslag 5, 9 – 11 oktober 2006 Departement Biotechniek – 3GRM Marijke Moysons

Donderdag 5 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Vandaag weer heel de dag met Koen veldwerk gedaan voor ‘beschermingsplan das’ (zie verslag vorige week). We hebben de E40 (Tienen tot iets verder dan exit 26) en de ernaast liggende HST aflopen en alle interessante zaken genoteerd (grachten, duikers, begroeiing talud, geluidsmuren, vangrails, afrasteringen,…). (7u)

Werkwijze:

Idem dito vorige week (7km).

Gebruikt materieel:

Idem dito vorige week.

Maandag 9 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito donderdag 5 oktober.

Werkwijze:

Idem dito donderdag 5 oktober (wijziging: van iets verder dan exit 26 tot iets verder dan exit 27, 11km).

Gebruikt materieel:

Idem dito donderdag 5 oktober.

Dinsdag 10 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Vandaag op stap gegaan met de landschapsanimator Herman (en opvolgster Moyra) en de landbouwbedrijfplanner Hans.

“De landbouwbedrijfplanner is gestationeerd bij het RLD maar wordt betaald door de VLM. Hans verzorgt de beheersovereenkomsten die met landbouwers worden afgesloten. De meest bekende beheersovereenkomst is de aanleg van grasstroken in het kader van een beheersovereenkomst 'perceelsranden', maar er zijn er ook anderen als de grasbufferstroken of grasgangen in het kader van de beheersovereenkomst 'erosie'.”

Page 49: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 49

In de voormiddag zijn we gaan spreken en terrein checken met de milieuambtenaar van Overijse. Een pachter wou houtkanten aanleggen om daartegen een grasstrook te kunnen aanleggen om zo extra veel subsidies te kunnen krijgen. De houtkanten zouden in het verlengde van een bestaande houtkant liggen. Het probleem was dat volgens de officiële atlas de breedte van de weg schommelde van 3 tot 6 m terwijl in werkelijkheid de weg overal hetzelfde is. Én volgens de wetgeving zou een houtkant 2 m van de perceelsgrens moeten liggen. Het resultaat zou zijn dat de houtkant hele golven zou maken en een insprong zou maken met de grenzende houtkant. (3uur)

Hetzelfde probleem stelde zich in Huldenberg waar we in de namiddag naartoe zijn gegaan om met de milieuambtenaar te gaan praten en terrein checken. (2uur)

Nadien zijn we nog een houtkant gaan checken in de gemeente ernaast Loonbeek. De houtkant was aangeplant in maart en de eerste van die omvang (600 m) die door RLD is aangelegd. (1uur)

Werkwijze:

- Milieuambtenaar Overijse en Huldenberg: allereerst was er een inleidend gesprek waar de situatie werd verklaard. Men bekeek de toekomst van de houtkant door op het ontwerp BPA te kijken (zolang er met autochtoon materiaal wordt gewerkt is er geen probleem). Dan gingen we een terreincheck doen: interessant gebied of niet, waar legt men de openingen (voor tractor en werktuigen, breedte, uitzichten, …), hoe dicht mag men van de gemeente beplanten (voor de gemeente was er geen probleem zolang de weg overal maar 3-4m breed bleef), …

- Bekijken houtkant Loonbeek: de volledige houtkant afgelopen en uitval bekeken. Dit viel aardig mee maar er kwamen toch een aantal verbeteringen naar boven. Zo zou het interessant zijn om in het contract met de aannemer op te nemen dat er 1 vrijstelling van het plantgoed zou moeten gebeuren. Het onkruid stond redelijk hoog opgeschoten en sommige plantjes die minder snel groeide (zoals meidoorn) kwijnde hierdoor weg. Een ander idee was ook om paaltjes met een opvallende kop om de … m in de grond te kloppen. Zo weet de landbouwer tot hoe ver hij kan maaien en beschadigd geen kleine onopvallende plantjes.

Gebruikt materieel:

Kaartmateriaal (GIS, buurtwegenatlas)

Woensdag 11 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito donderdag 5 oktober.

Werkwijze:

Idem dito donderdag 5 oktober (wijziging: van iets verder dan exit 27 tot iets verder dan exit 28a, 7km).

Page 50: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 50

Gebruikt materieel:

Idem dito donderdag 5 oktober.

Page 51: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 51

Verslag 5

Provinciale Hogeschool Limburg Verslag 12, 16 – 18 oktober 2006 Departement Biotechniek – 3GRM Marijke Moysons

Donderdag 12 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

In de voormiddag heb ik stageopdracht 2 afgewerkt. (3,5u)

In de namiddag heb ik een deel gedigitaliseerd van de aantekeningen die ik heb gemaakt tijdens het veldwerk voor ‘uitvoering beschermingsplan das’ in ArcView. (3u)

Werkwijze:

- Schoolopdracht 2: verdere gegevens verzameld bij An (verantwoordelijke project holle wegen) en verwerkt.

- Digitaliseren veldwerk ‘uitvoering beschermingsplan das’: om het werken gemakkelijker te maken heb ik ArcView op mijn computer geïnstalleerd en de themes die ik al gemaakt had op Jan zijn pc gekopieerd en toegevoegd. Volgende themes zijn aangemaakt: afrastering, duikers, evergreen (betonnen begroeiingsmuren die de NMBS plaatst), muur, vangrail, buizen, foto’s, bomen talud, gras talud, bijzonderheden.

Gebruikt materieel:

Stageopdrachten en informatie (verslagen intern overleg, uitgegeven materiaal i.v.m. holle wegen, mondelinge informatie), papieren gegevens en foto’s van het veldwerk, computer met ArcView

Maandag 16 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Ik heb de gegevens van het veldwerk project ‘uitvoering beschermingsplan das’ verder gedigitaliseerd. (7u)

Werkwijze:

Zie donderdag 12 oktober bij ‘digitaliseren veldwerk’.

Gebruikt materieel:

Papieren gegevens en foto’s van het veldwerk, computer met ArcView

Dinsdag 17 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito maandag 16 oktober. (6u)

Page 52: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 52

In de namiddag heb ik ook een uurtje met Jan overlegd i.v.m. mogelijke voorstellen voor mijn eindproject.

Werkwijze:

Idem dito maandag 16 oktober.

Gebruikt materieel:

Idem dito maandag 16 oktober.

Woensdag 18 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito maandag 16 oktober.

Werkwijze:

Idem dito maandag 16 oktober.

Gebruikt materieel:

Idem dito maandag 16 oktober.

Page 53: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 53

Verslag 6

Provinciale Hogeschool Limburg Verslag 19, 23 – 26 oktober 2006 Departement Biotechniek – 3GRM Marijke Moysons

Donderdag 19 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito maandag 16 oktober.

Werkwijze:

Idem dito maandag 16 oktober.

Gebruikt materieel:

Idem dito maandag 16 oktober.

Maandag 23 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito maandag 16 oktober.

Werkwijze:

Idem dito maandag 16 oktober.

Gebruikt materieel:

Idem dito maandag 16 oktober.

Dinsdag 24 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Idem dito maandag 16 oktober. (afwerking)

Werkwijze:

Idem dito maandag 16 oktober.

Gebruikt materieel:

Idem dito maandag 16 oktober.

Woensdag 25 oktober

Beschrijving activiteit en tijdsbesteding:

Page 54: Voorwoord · 2015. 2. 21. · Verder zijn nog landbouworganisaties, milieuraden, toeristische organisaties, … betrokken bij de werking van RLD. Stagerapport 9 2. Opdrachten i.v.m.

Stageopdracht 1 54

In verband met het nestkastjesproject (zie donderdag 28 september). In dit project komen verschillende vogelsoorten aan bod: meesjes, uilen en ook zwaluwen. De gegevens van zwaluwwaarnemingen en de verkoop van zwaluwnestkastjes in de gemeenten van het jaar 2005 en 2006 (boeren- & huiszwaluwen) zijn gedeeltelijk al binnen. Ik heb deze gegevens gedigitaliseerd in GIS.

Werkwijze:

Ik heb de nodige stafkaarten ingevoegd en een shapefile gemaakt voor zwaluwkunstnesten en zwaluwwaarnemingen. Bij de waarnemingen staan volgende gegevens vermeld: datum, adres, aantal, opmerkingen, waarnemer en de soort. Bij zwaluwkunstnesten zijn volgende gegevens: verkoopsjaar, adres, ophanger, soort, opmerkingen. De gegevens worden op de GIS-kaart aangeduid met een punt op het adres van de waarneming of ophangplaats.

Gebruikt materieel:

Zwaluwgegevens (gekregen van Veerle), ArcView op pc, internet om de adressen te lokaliseren op geovlaanderen.be

Donderdag 26 oktober

Idem dito woensdag 25 oktober.