2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

33
Projectbureau SpaarndammerHout 2 maart 2010 Pagina 1 van 33 Houthaven 100 % klimaatneutraal Duurzaam bouwen en energievisie Projectbureau SpaarndammerHout

Transcript of 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Page 1: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 1 van 33

Houthaven 100 % klimaatneutraalDuurzaam bouwen en energievisie

Projectbureau SpaarndammerHout

Page 2: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 2 van 33

Colofon

Project:Houthaven Klimaatneutraal

Datum: Februari 2010

Opdrachtgever:Co Stor

Werkgroep:Rob Schouten: projectleidingCees Groot: adviseur DMBJeroen Tent: adviseur T&T EnergiePeter Ekels: grondzakenBerit van Hulst: stedenbouwFemke Gerritsma: secretarisJacob Kes: Beheer en UitvoeringRia Jorritsma: beleidsmedewerker Milieu

Page 3: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 3 van 33

Inhoudsopgave

1. Aanleiding Pag 5

2. Stedelijke context Pag 8

3. Energievisie Houthaven Pag 11

4. Stadswarmte & KO of Warmtepomp & WKO Pag 14

5. Inpassing van klimaatneutraal bouwen in het Pag 16Beeldkwaliteitplan en Stedenbouwkundigplan

6. Voorkeursvariant energievoorziening Houthaven Pag 19

7. Financiële consequenties energiesysteem Pag 22

8. Duurzaam bouwen op gebouwniveau Pag 24

9. Duurzaam aanleggen van de openbare ruimte Pag 26

10. Conclusies Pag 30

Bijlagen Pag 33

Page 4: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 4 van 33

Samenvatting

Voor De Houthaven is de ambitie uitgesproken om in dit gebied een duurzame energievoorziening aan te leggen en klimaatneutraal te gaan bouwen. Dit voornemen sluit aan bij de wens van de stadsdeelraad van Westerpark en beleid van de gemeente Amsterdam om nieuw te ontwikkelen gebieden te voorzien van stadswarmte en na 2015 geheel klimaatneutraal te bouwen.

Om te onderzoeken of de ambitie ‘klimaatneutraal’ ook daadwerkelijk gerealiseerd kan worden en een keuze te kunnen maken voor een duurzame energievoorziening is voor het gebied een energievisie opgesteld. Uit de energievisie blijkt dat het goed mogelijk is zowel woningen als utiliteitsbouw in De Houthaven klimaatneutraal te gaan bouwen. Door het toepassen van een duurzaam casco, waaronder een goede isolatie, een duurzame warmte- en koudevoorziening en het opwekken van duurzame elektriciteit in de wijk wordt het mogelijk de ambitie te realiseren.

Uit de energievisie blijkt dat voor wat betreft de energievoorziening in de Houthaven in eerste instantie het beste gekozen kan worden voor stadsverwarming in combinatie met koudeoplag. De ruimtelijke inpassing hiervan vraagt aandacht, maar is mogelijk. De tweede optie, warmtepompen met een warmtekoude (WKO) opslag, vormt een goed alternatief voor stadsverwarming, maar geniet gezien de beperkte reductie van de CO2-emissie, de energiekosten en het gemeentelijk beleid op dit moment niet de voorkeur.

De marktpartijen hebben wisselend gereageerd op de eerste aanbevelingen om de kiezen voor aansluiting op het warmtenet in combinatie met koudeoplag. Dit heeft niet geleid tot wijziging in het voorstel om in eerste instantie op basis van de energievisie het maatregelpakket ‘klimaatneutraal’ met de variant stadswarmte verder te gaan uitwerken.

In deze notitie wordt niet alleen aandacht besteed aan de energievoorziening en de theoretische haalbaarheid van klimaatneutraal bouwen, maar ook de praktische uitwerking en haalbaarheid daarvan. In deze notitie wordt daarom verder ingegaan op de meerkosten per woning, de diverse (financiële) instrumenten om te komen tot klimaatneutrale nieuwbouw, terugverdientijden en de gevolgen voor de grondexploitatie. Dit is nog niet geheel uitgewerkt. De gemeente Amsterdam werkt nog aan een aanvullend financieringsinstrument.

Ook wordt verder ingegaan op het duurzaam aanleggen van de openbare ruimte. Daarnaast wordt ingegaan op de gevolgen voor de beeldkwaliteit. Aanvullend op het al vastgestelde beeldkwaliteitsplan is in deze notitie een inpassingvoorstel opgenomen. Dit voorstel gaat volledig uit van de doelstelling klimaatneutraal bouwen en beschrijft dat het mogelijk is om de opwekking van duurzame energie, gecombineerd met PV-systemen en middelgrote windturbines, in te passen zonder dat dit grote gevolgen heeft voor het vastgestelde beeldkwaliteitsplan.

Tenslotte wordt ingegaan op de mogelijkheid om voor de Houthaven met duurzaam bouwen instrumenten, zoals GPR-Gebouw, te gaan werken. Dit instrument is een soort milieukeurmerk en geeft niet alleen een goed beeld van de energieprestatie, maar ook van hoe andere thema’s scoren op aspecten als milieu, gezondheid, gebruikskwaliteit en toekomstwaarde.

Concluderend wordt voorgesteld om de beschreven voorkeursvariant, de technische uitwerking ervanen de aangeboden tarieven voor warmte- en koudelevering de komende maanden verder te bespreken met WestPoortWarmte.

Page 5: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 5 van 33

1. Aanleiding

Eind 2005 heeft de gemeenteraad van Amsterdam met het indienen van een aantal moties aangegeven voorstander te zijn van de uitbreiding van het huidige stadswarmtenet en een aansluiting van nieuwe projecten op dit warmtenet. Dit heeft geleid tot een wijziging van de Amsterdamse Bouwverordening. Vanaf 21 januari 2008 is hierin een principe verplichting opgenomen om aan te sluiten op stadsverwarming. Het is mogelijk van deze bepaling ontheffing te verlenen op basis van een energievisie of een bouwplan, waaruit blijkt dat ook op een andere wijze een duurzame energievoorziening kan worden gerealiseerd met een beduidend hogere CO2 reductie.

Vooruitlopend op de wijziging van de Bouwverordening heeft de stadsdeelraad van Westerpark op 3 juli 2007 een motie aangenomen met het verzoek aan het DB om onderzoek te verrichten naar de verschillende opties voor het project Houthaven, waarvan stadswarmte er één is. Dit met als uitdrukkelijk doel om een duurzame energievoorziening te realiseren. Daarbij zijn 3 uitgangspunten meegegeven: de energievoorziening moet zorgdragen voor een maximale besparing van de CO2-emissie op de langere termijn, de energievoorziening mag niet leiden tot hogere energiekosten voor huishoudens en bedrijven en de mogelijkheid moet bestaan om de voorziening in de toekomst verder te verduurzamen.

Naar aanleiding van deze motie en de wijziging van de Bouwverordening Amsterdam is in eerste instantie onderzoek verricht naar de inpasbaarheid van een warmtenet in het stedenbouwkundige plan voor de Houthaven. Ook zijn met Westpoort warmte verkennende gesprekken gevoerd over de aansluitkosten voor het project en heeft de Westpoort Warmte een eerste aanbieding gedaan. Hieruit kan geconcludeerd worden dat voor het project Houthaven de aansluiting op het warmtenet mogelijk is, maar dat het gezien de fasering van het project en de kosten voor een tijdelijke voorziening niet realistisch is om ook het Pontsteigergebouw te voorzien van stadswarmte. Voor het Pontsteigergebouw is in het definitieve ontwerp gekozen voor een WKO-installatie.

Ten tijde van dit onderzoek is het beleid van de gemeente Amsterdam ten aanzien van duurzaam bouwen geheel gewijzigd. Stond Amsterdam in 2006 nog zeer kritisch tegen de aanscherping van de EnergiePrestatieCoefficient van 1,0 naar 0,8; in 2008 is het roer omgegooid. In 2010 moeten vier van de tien opgeleverde nieuwbouwwoningen klimaatneutraal zijn gebouwd; in 2015 geldt dit voor alle opgeleverde huizen en voor utiliteitsbouw. Dit grootstedelijk beleid inzake klimaatneutraal bouwen is overgenomen in het eigen klimaatbeleid van stadsdeel Westerpark. Voor de Houthaven is specifiek opgenomen dat wordt nagestreefd om alle nieuwbouw woningen klimaatneutraal te bouwen.

De wijziging van het grootstedelijk beleid bracht halverwege 2008 de noodzaak met zich mee om een nieuwe energievisie te maken voor de Houthaven. Hiervoor is opdracht verleend aan de Dienst Milieu-en Bouwtoezicht (DMB) en T&t Energie. Zij hebben drie scenario’s voor klimaatneutraal bouwen in de Houthaven uitgewerkt, voor woningen en utiliteitsbouw. Daarbij is ook een alternatief voor stadswarmte in kaart gebracht, in combinatie met koudelevering.

Page 6: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 6 van 33

Stedenbouwkundig Plan 2006

Het plangebied De Houthaven in stadsdeel Westerpark beslaat het voormalige bedrijventerrein Houthavens vanaf de oostelijk gelegen pontsteiger tot aan de grens met het Havengebied. De hoofdopzet van het Stedenbouwkundig Plan is het maken van zeven eilanden in het IJ, elk met een eigen karakter, waarbij het water naar de dijk wordt teruggebracht. De Houthaven wordt autoluw en groen in opzet met een park aan de voet van de dijk als verbindende schakel tussen de bestaandeSpaarndammerbuurt en de nieuw te realiseren wijk De Houthaven. Het opvallende Pontsteigergebouw is onderdeel van de reeks bakens aan het IJ en markeert de Houthaven vanaf grote afstand.

Vraagstelling: Hoe de ambitite klimaatneutraal te bewerkstellingenHet in deze notitie omschreven ambitieniveau vormt, samen met de voorgestelde energievoorziening, het uitgangspunt voor de onderhandelingen met de projectontwikkelaars in de Houthaven (bebouwing eiland 0 t/m 7). Daarbij is klimaatneutraal het uitgangspunt van het stadsdeel. Na deze onderhandelingen volgt uit deze notitie het definitieve voorstel aan het dagelijks bestuur om - na een afweging - te kiezen voor een duurzame energievoorziening voor project de Houthaven.

Tevens wordt in deze notitie aangegeven op welke manier werkelijk klimaatneutrale woningen, -waterwoningen, - kantoren en - overige gebouwen in de Houthaven kunnen worden gerealiseerd. Daarnaast wordt voor de woonschepen een voorstel opgenomen om de energievoorziening te verduurzamen. Bij het ontbreken van een gasaansluiting moet voorkomen worden dat deze schepen gebruik blijven maken van bijvoorbeeld stookolie. Beter is om gebruik te maken van duurzame alternatieven als zonne-energie en warmtepompen.

Page 7: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 7 van 33

Het ambitieniveau, de energievoorziening en de uitgangspunten kunnen middels de bouwenvelopovereenkomst en het aanbestedingsbeleid worden vastgelegd en behaald. Vooralsnog dient via onderhandelingen overeenstemming te worden bereikt met de ontwikkelende partijen over de te realiseren ambities.

Voor het Pontsteigergebouw ligt de ambitie, de uitgangspunten en de duurzame energievoorziening vast. In de bouwenvelopovereenkomst is het streven opgenomen een EPC van 0,5 te behalen. Tevens is de UNA subsidie toegekend van € 531.952, excl. btw om een duurzame energievoorziening te realiseren die gelijkwaardig is aan een grootschalig zonne-energie systeem. Met het huidige gekozen bouwkundig concept (isolatie, ventilatie, kierdichtheid) en de keuze voor individuele warmtepompen in combinatie met centrale WKO wordt de gestelde EPC van 0,5 bijna behaald. Van de projectontwikkelaar wordt verwacht dat het gekozen concept qua reductie van primaire energie nog wordt verbeterd en dat het gelijkwaardig wordt aan de referentie ‘stadsverwarming en BWA 2006 aangevuld met duurzame energie’. Dit betekent dat het Pontsteigergebouw uitkomt op “half klimaatneutraal”. Wel zijn aanbevelingen gegeven om te komen tot het vastgestelde ambitieniveau klimaatneutraal volgens het raadsbesluit van gemeente Amsterdam.

Voor Blok 0 is recent ook een bouwenvelopovereenkomst afgesloten waarin de gezamenlijke ambitie is vastgelegd om 100% klimaatneutraal te gaan bouwen.

Page 8: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 8 van 33

2. Stedelijke context

2.1 Verplichte aansluiting op stadsverwarming.Zoals boven aangegeven is begin 2008 het “Warmte, tenzij…” beleid in de bouwregelgeving van Amsterdam vastgelegd door het opnemen van artikel 2.7.3A in de Bouwverordening. Dit artikel gaat over de “Eis tot aansluiting aan de publiekelijke voorziening voor verwarming”.

Verkort weergegeven luidt de tekst van dit artikel: 1. Indien in een deel van de gemeente warmtedistributienet aanwezig is, moet een aldaar tebouwen bouwwerk zijn aangesloten op die publieke voorziening:a indien het bouwwerk op ten hoogste 40 m afstand van de dichtstbijzijnde leiding is gelegen; ofb indien het bouwwerk op grotere afstand is gelegen van de leiding, maar de kosten van aansluiting voor het desbetreffende bouwwerk niet hoger zijn dan bij een afstand van 40 m.

2. Burgemeester en Wethouders kunnen voor een bouwproject ontheffing verlenen van de eis tot aansluiting. De ontheffing kan worden verleend in het kader van een gemeentelijke gebiedsgerichte energievisie, die gekoppeld is aan een stedenbouwkundig project of aan een gebied in ontwikkeling. Ontbreekt een gebiedgerichte energievisie, dan kan de ontheffing worden verleend op basis van een onderbouwing, waaruit blijkt dat het project bovengemiddeld bijdraagt aan het beperken of voorkomen van broeikasgasemissie. Volgens de toelichting “kan dit bijvoorbeeld blijken uit een beduidend lagere CO2-uitstoot”. Bij de reguliere toetsing op het ‘Warmte, tenzij – beleid’ wordt door Dienst Milieu en Bouwtoezicht onder ‘beduidend’ klimaatneutraal verstaan.

In het onderzoek naar de inpasbaarheid van het warmtenet in het stedenbouwkundige plan van de Houthaven is niet lang stilgestaan bij de afstand tot een hoofdleiding bij de Transformatorweg. Deze is langer dan 40 meter. Het uitgangspunt is eerder dat de aansluiting ‘relatief eenvoudig’ te bewerkstelligen is. Toch vraagt de ruimtelijke inpassing van een stadswarmtenet en het daarbij horende leidingenpakket, inclusief koeling door de stedenbouwkundige opzet van een zevental eilanden met smalle straten, bijzondere aandacht. Bovendien verdient het punt van de aansluitkosten, de vaste lasten per woning en uitwerking van het “Niet Meer Dan Anders” principe met name aandacht (zie verder hoofdstuk 6).

Voor het project is een energievisie opgesteld met als beleidsuitgangspunt dat de Houthaven een klimaatneutrale wijk gaat worden. Gezien dit uitgangspunt komt het project de Houthaven hoogstwaarschijnlijk in aanmerking voor een ontheffing van de verplichting tot aansluiting op het warmtenet, indien dit gewenst wordt. Voor het Pontsteigergebouw geldt gezien (de aansluitkosten en) de kosten voor de tijdelijke voorziening de verplichting tot aansluiting in ieder geval niet.

2.2 Amsterdam bouwt klimaatneutraalVanwege de groeiende zorgen over klimaat en uitputting van fossiele brandstoffen heeft de Amsterdamse gemeenteraad op 10 september 2008 unaniem de volgende ambitie vastgesteld:

Vanaf 2015 alle nieuwbouw van woningen en utiliteit klimaatneutraal te bouwen – zonder de andere aspecten van duurzaamheid uit het oog te verliezen.

In de periode 2010-2014 is de verwachting 40% van de nieuwbouw klimaatneutraal te bouwen en de rest half-klimaatneutraal.

Page 9: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 9 van 33

Klimaatneutraal bouwen betekent dat alle energie voor verwarmen, koelen, tapwater en alle gebouwgerelateerde elektragebruik wordt gespaard, dan wel duurzaam wordt opgewekt op de locatie, zonder gebruik te maken van fossiele brandstoffen. Het elektragebruik door consumenten (o.a. audio / video/computers, keukenapparatuur en persoonlijke verzorging) valt buiten deze definitie. Als op het gebouw te weinig plek is om dit verbruik duurzaam op te wekken, kan in de directe nabijheid (openbare ruimte) een oplossing worden gezocht.

Gebiedgebonden klimaatneutraal betekent dat al het gebouwgebonden energieverbruik en die van installaties in openbare ruimte (verlichting, pompen) wordt bespaard of duurzaam wordt opgewekt oplocatie. Dit leidt tot een scoren in de Energie Prestatie op Locatie (EPL - Senternovem) van circa 9 à 9,5.

Voor verder informatie over klimaatneutraal bouwen en de definities wordt verwezen naar de notitie “Definities, maatlatten en selectiecriteria bij gunning van klimaatneutrale nieuwbouw” van de DMB (maart 2009).

2.3.1 InstrumentariumDe haalbaarheid van de ambitie ‘klimaatneutraal’ is voor de woning- en utiliteitsbouw nader onderzocht. Voor de realisatie zijn door het OGA en de DMB een aantal instrumentaria ontwikkeld: een rekenmodel dat betrekking heeft op technische (energiebesparende) maatregelen, financiële haalbaarheid en systematiek, selectie marktpartijen (procedureel selectiedocument) en energievisies (beleidsinstrument). Op dit instrumentarium wordt in de onderliggende hoofdstukken verder ingegaan.

Een belangrijk instrument is de selectie van marktpartijen. Hierover is in het raadsbesluit van 10 september 2008 vastgesteld dat duurzaamheid een betekende rol moet spelen bij het selecteren van de marktpartijen en het gunnen van de bouwenveloppen. Dit uitgangspunt wordt vastgelegd in de Beleidsregels voor selectieprocessen voor de ontwikkeling van vastgoed, welke in september 2009 door het Ontwikkelingsbedrijf aan het College zal worden voorgelegd. Een goed voorbeeld is de aanbesteding van project Buiksloterham, zie hiervoor bijlage 1.

Zoals boven aangeven vormt voor het project Houthaven de bouwenvelopovereenkomst het belangrijkste instrument om klimaatneutraal bouwen te gaan realiseren. Het ambitieniveau wordt van te voren vastgesteld. De projectontwikkelaars weten bij het aangaan van de overeenkomst van te voren welk vastgesteld ambitieniveau wordt gevraagd en welke randvoorwaarden worden gesteld. Bij veel betrokken partijen is de bereidheid voor klimaatneutraal bouwen nu ook al aanwezig.

Het grootste deel van de bouwblokken is al belegd met ontwikkelrechten of ‘rights of first refusal’, zodat selectie op basis van duurzaamheid daar niet meer of minder goed mogelijk is. De aanbesteding van de deelgebieden waar de ontwikkelrechten nog niet zijn vergeven (circa 50% van de bebouwing), of als er partijen afvallen, kan wel worden gekoppeld aan de ambitie klimaatneutraal bouwen.

2.3.2 Basiskwaliteit woningbouw als instrumentOm in de Amsterdamse nieuwbouw een duurzame en inpasbaar basisniveau te stimuleren, heeft de Amsterdamse gemeenteraad de Bijzondere subsidieverordening basiskwaliteit woningbouw marktsector Amsterdam 2008 vastgesteld. In vergelijking met de BWA 2006 zijn de afspraken vereenvoudigd. Voor het realiseren van deze basiskwaliteit bij nieuwbouw van sociale huurwoningen is met de corporaties een prestatieafspraak gemaakt. Voor nieuwbouw van marktwoningen met een grondprijsovereenkomst vanaf 1 januari 2008 is een subsidie beschikbaar van € 1000,- per woning voor de uitvoering van een pakket van duurzame maatregelen. Voor deze subsidie komen alle woningen in aanmerking die voldoen aan de in de subsidieverordening opgenomen duurzaam

Page 10: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 10 van 33

richtlijnen voor de toepassing van duurzaam geproduceerd hout, een verantwoorde toepassing van zink en koper, toepassing van lagere temperatuurverwarming (LTV) en hoog rendement op warm tapwater. Een aanvullende isolatie van woningschil wordt niet specifiek gesubsidieerd. Voor isolatie van de woningschil wordt de (aangescherpte) EPC-eis van het bouwbesluit als uitgangspunt genomen. De wetgeving voorziet dan wel gaat voorzien in het bouwen van woningen met een duurzaam casco.

De subsidie voor duurzaamheid past in het gemeentelijk beleid om de nieuwbouw klimaatneutraal te maken. Voor de Houthaven is vrijwel zeker € 1000 + € 500 voor aanpasbaar bouwen per woning beschikbaar als de BWA als minimaal uitgangspunt wordt genomen (zie verder hoofdstuk 7). Daarmee wordt een deel van de kosten gedekt. Op de financiering en de kosten van het verdere maatregelenpakket wordt verder ingegaan in hoofdstuk 7.

2.4 Schaalsprong duurzame energieproductie AmsterdamHet projectbureau ‘Nieuw Amsterdams Klimaat’ werkt aan een plan van aanpak om te komen tot een financieringsfonds en/of een gemeentelijk duurzame energiebedrijf. Voorgesteld wordt om een schaalsprong te bewerkstelligen voor duurzame energie in Amsterdam. Onderzocht wordt in hoever de opwekking van duurzame energie sneller kan worden opgeschaald, met name de realisatie van zon-, wind- en Smart- Gridsystemen. Komende periode verricht de gemeente nader onderzoek naar de wijze waarop zij haar regiefunctie kan versterken en de manier waarop Amsterdam het meest effectief in duurzame energieproductie kan participeren. De planning is in 2010 te starten met de uitvoering van het plan van aanpak. Project de Houthaven kan mogelijk hierin als pilot deelnemen.

2.5 Klimaatbeleid in Europese contextCO2 reductie is een mondiaal probleem waarmee ook de Europese lidstaten mee te maken krijgen. Hieronder een overzicht met de doelstellingen van het huidig beleid:Beleid

- Europa 30% CO2-red. in 2020 t.o.v. 1990 (80% CO2-red. in 2050 t.o.v. 1990)20% Duurzame Energieopwekking in 2020

- Nederland 30% CO2-red. in 2020 t.o.v. 199020% Duurzame Energieopwekking in 2020

- Amsterdam 40% CO2-red. in 2025 t.o.v. 199033% Duurzame Energieopwekking-lokaal in 2025

- Rotterdam 50% CO2-red. in 2025 t.o.v. 1990

Gemeentelijke gebouwen- Amsterdam 100% CO2-reductie in 2015 (bestaand + nieuw eigen gebouwen)

De CO2-reductiedoelstelling van Amsterdam voor eigen gebouwen gaat verder dan de doelstellingen voor nieuwbouwprojecten. Verschil is dat in de doelstelling van eigen gebouwen ook het gebruikersdeel van het energieverbruik is opgenomen.

Page 11: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 11 van 33

3. Energievisie Houthaven

Voor de Houthaven is een energievisie opgesteld waarin staat hoe deze ambitie kan worden bereikt. Uit de energievisie blijkt dat de Houthaven in drie stappen klimaatneutraal kan worden gemaakt:

1. Duurzaam casco2. Duurzame warmte- en koudevoorziening3. Opwekking duurzame elektriciteit op de locatie

Uitgangspunt bij het opstellen van de energievisie voor de Houthaven was dat zowel de niet-wonen functies (utiliteit) als de woningen worden voorzien van actieve koeling. Hieronder wordt ingegaan op het resultaat van de energievisie in volgorde van de drie stappen naar klimaatneutraal.

1. Duurzaam cascoDe eerste stap naar klimaatneutraliteit is het verbeteren van de schil van het gebouw tot een duurzaam casco. Dat wil zeggen dat door het duurzaam casco de energievraag op het gebied van verwarmen, koelen, warmtapwaterbereiding en elektriciteitsgebruik laag wordt gehouden . De energievraag kan op verschillende manieren worden verlaagd, bijvoorbeeld door het toepassen van een verbeterde isolatie, laagtemperatuurverwarming en het toepassen van een douche WTW (warmteterugwinning uit douchewater). Uitgangspunt bij het duurzame casco is dat gebruik wordt gemaakt van bewezen technieken om de energievraag fors te beperken en dat de kosteneffectiviteit niet uit het oog wordt verloren. Verwachting is dat na voorgenomen aanscherpingen van de EPC in 2011 en 2014 naar respectievelijk 0,6 en 0,4 het bouwen van een duurzaam casco standaard zal zijn.

2. Duurzame warmte- en koudevoorzieningNadat de energievraag is teruggebracht, is de volgende stap om een duurzame warmte- en koudevoorziening te kiezen. In de energievisie zijn twee systemen voor verwarmen en koelen nader onderzocht:

1. Stadsverwarming in combinatie met koudeopslag (KO)2. Elektrische warmtepompen in combinatie met warmtekoudeopslag (WKO)

Systemen met biowarmte en biowarmte-krachtkoppeling worden voor de Houthaven minder kansrijk geacht in verband met de benodigde ruimte voor dergelijke installaties. Op een binnenstedelijke locatie als de Houthaven is ruimte schaars en kostbaar waardoor installaties die op biomassa worden gestookt geen reële oplossing bieden.

Op basis van de energievisie heeft systeem 1 met stadsverwarming en KO de voorkeur in verband met de betere duurzaamheidscore en omdat een dergelijk systeem normaal gesproken goedkoper zou moeten zijn dan systeem 2 met elektrische warmtepomp en WKO. Uitgangspunt hierbij is een equivalent opwekkingsrendement van 200% op basis 50% duurzame warmte voor stadsverwarming. Het precieze equivalent opwekkingsrendement dient voor de Amsterdamse situatie nog vastgesteld te worden. Op basis van de uniforme maatlat van SenterNovem ziet het er naar uit dat het equivalent opwekkingsrendement mogelijk nog net iets hoger is dan eerder was aangenomen.

Systeem 2 (WKO) scoort minder goed op het gebied van CO2-reductie en kosten. Zeker is dit echter nog niet. Een lokaal systeem met Warmtepomp en WKO biedt meer mogelijkheden om bewoners en bedrijven te laten participeren in de energievoorziening en het energieverbruik van het systeem lokaalop te wekken, waardoor dit toch een aantrekkelijke optie kan zijn.

Page 12: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 12 van 33

3. Opwekken duurzame elektriciteit op locatieNadat de enrgievraag is teruggebracht en is gekozen voor een duurzame warmte- en koudevoorziening is De Houthaven nog niet klimaatneutraal. Als derde stap moet het resterende gebouwgebonden energiegebruik worden gecompenseerd door duurzame energieopwekking in de wijk.

Om 100% klimaatneutraal te worden moet per woning (afh. van scenario) nog 6 tot 9 PV-panelen van 200Wp op de daken worden geplaatst waarmee duurzame elektriciteit wordt opgewekt. Daarmee wordt de ambitie klimaatneutraal haalbaar. Ook een mogelijkheid is de energie op te wekken met behulp van windmolens. Er kan worden onderzocht of het mogelijk is om in de openbare ruimte op de strekdam in het IJ enkele middelgrote windmolens te plaatsen. Dit als aanvulling en deels als alternatief voor het plaatsen van pv-panelen op daken en voor het opwekken van de energie die nodig is voor de openbare ruimte (verlichting, pompen).

3.2 Reacties ontwikkelaars op Energievisie HouthavenIn het algemeen kan worden gezegd dat de ontwikkelaars zich op hoofdlijnen kunnen vinden in de energievisie. Een enkeling geeft aan de ambitie hoog te vinden voor deze schaalgrootte. Belangrijke kanttekening die de ontwikkelaars maken is hoe wordt omgegaan met de meerkosten die zijn verbonden aan klimaatneutraal bouwen.

Duurzaam cascoDit onderdeel geeft weinig aanleiding tot commentaar van de ontwikkelaars. Wat onder een duurzaam casco wordt verstaan kan echter nog wel per ontwikkelaar verschillen. De energievisie geeft voorbeelden van maatregelen (zie ook rekenmodel klimaatneutraal bouwen) maar schrijft geen specifieke maatregelen voor. Een ontwikkelaar geeft aan enkele van de genoemde maatregelen liever niet toe te passen in verband met negatieve ervaringen in het verleden. De ontwikkelaars hebben graag zelf invloed op keuze van de maatregelen die worden toegepast om de energievraag te beperken.

Duurzame warmte- en koudevoorzieningDe ontwikkelaars zetten duidelijk kanttekeningen bij stadsverwarming, de voorkeursvariant uit de energievisie. Men heeft twijfels bij de redelijkheid van de tarieven van stadsverwarming en het voordeel voor de bewoners. Daarnaast worden ook twijfels geuit over de duurzaamheid (CO2 reductie en rendement) van stadsverwarming. Twee ontwikkelaars geven aan de voorkeur te geven aan lokale systemen op basis van warmtepomp en WKO, één geeft aan alle opties te willen onderzoeken en één ontwikkelaar is bereid voor variant 1 met stadsverwarming en KO te kiezen onder het voorbehoud van redelijke tarieven.

Opwekken duurzame elektriciteit op locatieBij dit onderdeel van klimaatneutraal bouwen hebben de ontwikkelaars het meeste twijfels. Met name de financiële haalbaarheid wordt betwijfeld maar ook de stedenbouwkundige inpassing en het beeldkwaliteitsplan worden aangehaald.

3.3 Gezamenlijke ambitieOp basis van de energievisie en de reactie van de ontwikkelaars daarop kan worden gesteld dat klimaatneutraal bouwen een gezamenlijke ambitie is. Wel bestaat nog verschil van inzicht over de manier waarop deze ambitie ingevuld moet worden. In de volgende alinea’s worden voorstellen voor een invulling gegeven.

Page 13: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 13 van 33

Duurzaam cascoDe realisatie van een duurzaam casco kan zeker tot de gezamenlijke ambitie worden gerekend. Omdat discussie kan ontstaan over wat hieronder precies wordt verstaan, wordt voorgesteld om hiervoor een concreet pakket maatregelen te definiëren. In overleg kan hiervan worden afgeweken mits dat niet leidt tot een hogere energievraag (15 kWh/m²) of een hoger temperatuurniveau voor verwarming.

Duurzame warmte- en koudevoorzieningRealisatie van een duurzame warmte- en koudevoorziening is onderdeel van klimaatneutraal bouwen. Ten aanzien van de warmte- en koudevoorziening gelden de volgende randvoorwaarden en beoordelingscriteria.

Randvoorwaarden CO2-emmisie ten hoogste op het niveau van een systeem met Warmtepomp en WKO; Redelijke tarieven voor eindgebruikers; Warmte- en koudelevering aan zowel woonfuncties als niet-woonfuncties; LTV-afgiftesystemen in de gebouwen; Distributie van warmte op een zo laag mogelijke temperatuur (max 70 graden aanvoer, 20

graden retour) i.v.m. beperken warmteverliezen; Bereidheid tot innovatie van het systeem om de CO2 uitstoot, warmteverliezen te verlagen en

piekinstallaties te voorkomen.

Beoordelingscriteria: CO2-uitstoot per geleverde eenheid warmte en koude; Mogelijkheid tot participatie door bewoners en lokale bedrijven in de warmte- en

koudevoorziening Mate van innovatie systeem Compensatie CO2-emissie van warmte- en koudevoorziening door de exploitant in de vorm

van lokale duurzame elektriciteitsproductie

Opwekken duurzame elektriciteit op locatieOm uiteindelijk de ambitie klimaatneutraal te kunnen bereiken dienen nog 6 tot 9 pv-panelen per woning geplaatst te worden, afhankelijk van de mate van reductie van energie in de eerste twee stappen. De zonnepanelen kunnen bij het ontwerp van het gebouw worden geïntegreerd (zie hoofdstuk 5 “inpassen van klimaatneutraal bouwen”). De bewoner koopt of huurt daarmee een klimaatneutrale woning en profiteert van de lagere energierekening.

Een andere mogelijkheid is om een exploitatiemodel te kiezen waarin de PV-panelen worden ondergebracht mede gefinancierd door subsidie. In de loop der tijd kan de hoeveelheid duurzame energie geleidelijk verder groeien met de energieopbrengsten, subsidies, (CO2 gelden). Dit model zou kunnen worden gekozen voor panelen die niet direct aan een koopwoning kunnen worden gekoppeld.

Het exploitatiemodel kan in de vorm worden gegoten van een lokaal energiebedrijf waarin de bedrijven, scholen en de bewoners kunnen participeren. Zo kan bij de aankoop van de woning of bedrijf aangeboden worden om het betreffend aandeel PV panelen te vergroten of op termijn te laten groeien. Een eventuele participatie in de warmte- en koudevoorziening kan ook worden ondergebracht in het lokale energiebedrijf.

Page 14: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 14 van 33

4. Stadswarmte & KO of Warmtepomp & WKOOp basis van de energievisie zijn voor De Houthaven twee systemen interessant voor wat betreft de levering van (duurzame) warmte en koude:

1. Stadsverwarming in combinatie met koudeopslag (KO)2. Elektrische warmtepompen in combinatie met

warmtekoudeopslag (WKO)

Beide systemen leveren een bijdrage aan de gewenste reductie van de CO2-uitstoot. Het systeem op basis van stadsverwarming (met lager temperatuurniveau) lijkt hierbij licht in het voordeel. De verwachting is dat stadsverwarming in combinatie met KO in financiële zin aantrekkelijker kan zijn dan Warmtepomp en WKO. Dit zal dan moeten blijken uit de aanbiedingen voor de systemen. Westpoort Warmte heeft inmiddels een prijsindicatie gegeven voor stadsverwarming in combinatie met KO. Waternet heeft interesse getoond om een systeem op basis van warmtepomp en WKO voor de Houthaven te realiseren en exploiteren. Waternet moet echter eerst meer onderzoek doen voordat hiervoor een concrete prijs kan worden afgegeven. Naast Waternet zijn er diverse andere geschikte partijen die een rol kunnen en willen spelen bij het realiseren van een systeem met warmtepomp en WKO voor de Houthaven.

In de onderstaande tabel staat een indicatieve vergelijking van de warmte- en koudetarieven voor een systeem met stadsverwarming en KO en voor een systeem met Warmtepomp en WKO.

Indicatieve tarieven warmte- en koudelevering, prijspeil 3e kwartaal 2009, excl btw

Stadsverwarming en KO

(indicatieve aanbieding Westpoort

Warmte)

Ervaringscijfers Warmtepomp &

WKO

Aansluitbijdrage warmte en koude per woning (BAK) € 6.630,- tot € 7.030,- € 5.000,- tot € 10.000,-

Vastrecht warmte per woning € 291,- per jaar € 291,- per jaar

Vastrecht koude per woning Circa € 291,- per jaar Circa € 150,- per jaar

Leveringstarief warmte € 15,58 per GJ € 15,58 per GJ

Leveringstarief koude Geen geen

De indicatieve aanbieding van Westpoort Warmte is niet zo scherp dat op voorhand kan worden gesteld dat Stadsverwarming en KO goedkoper is dan Warmtepomp en WKO. Met name het vastrecht voor koude is hoger dan wat in warmtepomp en WKO projecten gangbaar is.

In onderstaande tabel staat een overzicht van de voor en nadelen van de twee systemen.

Voor- en nadelen systemen duurzame warmte- en koudelevering De Houthaven

Stadsverwarming en KO Warmtepomp & WKO

Reductie CO2-emissie ++ +

Kosten +/- +/-

Mogelijkheid participatie bewoners/bedrijven - +

Ruimtebeslag in de openbare ruimte - +/-

Ruimtebeslag in de woningen +/- -

Procedure realisatie ++ -

De inzet van restwarmte kan een effectieve maatregel zijn om grootschalig CO2 te kunnen reduceren in combinatie met klimaatneutrale projecten. Door het duurzaam casco neemt de vraag naar ruimteverwarming af, de vraag naar tapwater neemt, o.a. door toenemende comforteisen, deels toe. Voor een deel kan dit worden bespaard door de douche – wtw. Restwarmte kan op een innovatieve manier worden ingezet of gekoppeld aan een laag temperatuurnet en duurzame koeling (vrije koeling, koudeopslag, absorptie). Grootste uitdaging is om gebruik van airco’s in de gebruiksfase te voorkomen. Ook kan restwarmte ingezet worden voor het reduceren van de vraag naar elektriciteit, door hotfillaansluiting voor wasmachine, vaatwasser etc. Restwarmte is voor een deel als niet-duurzaam aangemerkt. Dat deel kan op gebouwniveau worden gecompenseerd. Deze flexibiliteit is ook in de berekeningen meegenomen.

Page 15: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 15 van 33

Op basis van het bovenstaande gaat de voorkeur uit naar Stadsverwarming & KO. De reductie van de CO2-emissie is gelijk of beter dan die van WKO hetgeen zwaar weegt. Op het onderdeel kosten zou stadsverwarming beter moeten scoren. Variant Stadsverwarming en lokale koudeopslag vraagt iets meer ruimte in de openbare ruimte. De verwachting is dat de benodigde ruimte, zij het met enige moeite, kan worden gevonden. Variant Warmtepomp en WKO vraagt weer meer ruimte in de woningen zodat het totale ruimtebeslag van beide systemen per saldo ongeveer gelijk is. Warmtepomp en WKO scoort beter op de mogelijkheid om bewoners te laten participeren maar dit laatste is een aspect dat iets minder zwaar weegt. Voor stadsverwarming en KO geldt verder dat de procedure om tot realisatie te komen aanmerkelijk eenvoudiger is. Hiermee wordt namelijk aangesloten bij het warmte-tenzij beleid van de gemeente Amsterdam. Verder kan relatief eenvoudig een overeenkomst worden gesloten met Westpoort Warmte als leverancier van stadsverwarming en KO.

Voor Warmtepomp en KO zal een openbare aanbestedingsprocedure moeten worden gestart onder regie van het projectbureau. Bij de keuze voor stadsverwarming en KO gelden in ieder geval de volgende voorwaarden:

CO2-emissie gelijk of lager dan die van systeem met Warmtepomp en WKO Ook koudevoorziening dient duurzaam te worden opgewekt Het systeem zal op een laag temperatuurniveau worden uitgelegd Kostenniveau ten hoogste gelijk aan dat van systeem met Warmtepomp en WKO Bereidheid tot innovatie van het systeem om de CO2 uitstoot, warmteverliezen te verlagen en

piekinstallaties te voorkomen.

Aanbevelingen- Aanbevolen wordt om eerst met Westpoort Warmte te gaan praten over CO2-emissie en

kostenniveau van de variant met Stadsverwarming en KO. Als dit tot een bevredigend resultaat leidt kan, liefst in overleg en met instemming van de ontwikkelaars, worden gekozen voor deze variant, ervan uitgaande dat de gebouwen zowel op warmte alsook koude worden aangesloten.

- Alternatief is om een selectieprocedure te starten voor een warmte- en koude-infrastructuur op basis van Warmtepomp en WKO.

- In de gesprekken tevens de verduurzaming en innovatie van het systeem, verlagen van de aanvoer en afvoertemperatuur te bespreken en de mogelijkheden van lokaal op te wekken duurzame energie.

Page 16: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 16 van 33

5. Inpassing van klimaatneutraal bouwen in het Beeldkwaliteitplan en Stedenbouwkundigplan

De doelstelling om een klimaatneutrale wijk te ontwikkelen heeft effect op de aanblik van de wijk. In 2007 heeft het bureau Soeters Van Eldonk architecten een kaderstellend beeldkwaliteitsplan voor de Houthaven gemaakt. Dit plan is opgenomen in de welstandsnota van stadsdeel Westerpark van 2008. Bij het opstellen van dit beeldkwaliteitsplan is nog geen rekening gehouden met de noodzaak van de inpassing van duurzame energie in het ontwerp van de woningen en utiliteitsbouw.

Beeldkwaliteitplan

Aanvullend op dit beeldkwaliteitsplan is daarom in deze notitie een inpassingvoorstel opgenomen. Dit voorstel gaat volledig uit van de doelstelling klimaatneutraal bouwen en beschrijft dat het goed mogelijk is om duurzame energie in te passen zonder dat dit grote gevolgen heeft voor het vastgestelde beeldkwaliteitsplan. In de onderstaande tekst zal per “klimaatneutrale”stap worden aangegeven wat het effect is van de inpassing van duurzame energie op het voorgestelde beeldkwaliteitsplan. Het inpassingsvoorstel is besproken met supervisor Sjoerd Soeters en positiefbeoordeeld mits goed geïntegreerd in het bouwplan.

5.1 Duurzame casco’sDe ambitie voor het realiseren van duurzame casco’s is niet in strijd met wensen vanuit de beeldkwaliteit. Het zal minimale effecten hebben op de afmetingen van bijvoorbeeld neggen en kozijnen, maar die zijn niet beperkend voor de gewenste beeldkwaliteit.

5.2 Duurzame warmte en koudevoorzieningDe voorgestelde systemen voor duurzame warmte en koudevoorziening hebben geen negatieve consequenties voor de beeldkwaliteit van de bebouwing. Een voordeel is dat het bijvoorbeeld niet noodzakelijk om beeldverstorende airco’s aan de gevel te plaatsen. De ambitie Klimaatneutraal bouwen heeft wel consequenties voor de openbare ruimte. Dit heeft met name te maken met de ruimtereserveringen voor tracés van warmte- en koudeleidingen. Hierdoor zullen een aantal bomen in de smallere straatjes verplaatst moeten worden.

Page 17: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 17 van 33

5.3 Opwekken duurzame elektriciteit op locatieDeze derde stap heeft een groter effect op de beeldkwaliteit van de bebouwing. In hoofdstuk 3 staat aangegeven dat per woning nog 6 tot 9 PV-panelen van 200Wp op de daken geplaatst moeten worden om 100% klimaatneutraal te bereiken. Energie kan ook opgewekt worden met behulp van kleine individuele windmolens. De rendamenten hiervan zijn echter vrij laag. Op voorhand willen we niks uitsluiten en is elke vorm van opwekken van duurzame energie op locatie denkbaar, mits deze op een goede manier met de architectuur van het betreffende eiland wordt geïntegreerd en passend is binnen de stedenbouwkundige kaders. Eigendom en beheer zal nader uitgewerkt moeten worden. Het plaatsen van een aantal grotere windmolens is een mogelijk alternatief of een aanvulling op de pv-cellen. De impact van het plaatsen van middelgrote en grote windmolens met een hoogte van 65 meter tot 100 meter vergt nader onderzoek. De verwachting is dat vier windwokkels van 35 meter hoogte in de Houthaven goed ingepast kunnen worden.

Voorgesteld wordt om voor de woningen en de utiliteitsbouw in eerste instantie te kiezen voor het vanaf de straat onzichtbaar plaatsen pv-panelen voor de opwekking van elektriciteit. Bij de benodigde 8 m² aan pv-panelen per 100 m² gebruiksoppervlakte moet minimaal 32 tot 40 procent van het dakvlak van de gebouwen gereserveerd worden voor het opwekking van duurzame elektriciteit. Dit lijkt goed mogelijk. Er blijft met deze percentages voldoende vrijheid om het dak en het daklandschap vorm te geven.

Bij plaatsing van pv-cellen op de bebouwing wordt uitgegaan van de volgende principes:

Bij de opstelling van pv-panelen op een plat dak dient in principe circa 2 meter aan de voorzijde en 1 meter aan de achterzijde vrij te worden gehouden. Afhankelijk van de hoogte van de pv-panelen en de zichtbaarheid vanaf de straat kan hiervan afgeweken worden.

De panelen kunnen achter een borstwering geplaatst worden, zodat ze aan het zicht onttrokken worden.

pv-panelen kunnen in specifieke gevallen zichtbaar worden geplaatst indien ze goed zijn geintegreerd in het ontwerp van het gebouw naar beoordeling van de supervisor. Hierbij dient gelet te worden op preciesie, balans en karakter.

Figuur 2 Voorbeeld principe plat dak en principe langskap

Page 18: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 18 van 33

Minimaal percentage pv-panelen per dakvlak per eiland en inpasbaarheidEiland nr. Thema Dakvorm Bouwlaag/hoogte percentage Inpasbaarheid

Eiland 0 Wonen/werken plat dak 5-8 lagen, 18-26m 40 –64 % Goed inpasbaar

Eiland 1 Pakhuizen pakhuis 5 lagen, 17 meter 40 % lijkt inpasbaar

Eiland 2 Muzikale omlijsting langskappen

met setback

4 lagen, 14 meter 32 % Resterend dakvlak volledig

nodig.

Eiland 3 A’damse school Langskappen

rondom

4 lagen, 15 meter 32 % Resterend dakvlak volledig

nodig.

Eiland 4 Vrijbuiters divers 5 lagen, 17 meter 40 % Goed inpasbaar

Eiland 5 Deftige dames plat dak 4 lagen, 14 meter 32 % Goed inpasbaar

Eiland 6 Timmerlieden Langskappen

met setback

4 lagen, 14 meter 32 % Resterend dakvlak volledig

nodig.

Eiland 7 Rode rondingen plat dak 4 lagen, 14 meter 32 % Goed inpasbaar

Op eiland 2, 3 en 6 zijn er door de kapvorm en de setback aan de straatzijde beperkende factoren om het dakvlak in te zetten voor het plaatsen van pv-panelen. Daardat het op deze eilanden gaat om 32% van het dakvlak lijkt het aannemelijk dat met een goede begeleiding van de supervisor en een slim architectonisch ontwerp genoeg geschikte ruimte gevonden kan worden om de panelen te plaatsen.

Page 19: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 19 van 33

6. Voorkeursvariant energievoorziening Houthaven

6.1. Verkennende besprekingen met West Poort Warmte

Gezamenlijk met West Poort Warmte is onderzocht of het mogelijk is om stadswarmte in te passen in de eilanden structuur van de Houthaven. Geconcludeerd is dat het mogelijk is om het primaire en het secundaire netwerk in te passen in de openbare ruimte van de Houthaven. Aan de westzijde van het plangebied houthaven zal ruimte gereserverd moeten worden voor een Hulp Warmtekracht Centrale en per eiland zal er ruimte gereserveerd moeten worden in de bebouwing voor installaties. Komende gesprekken wordt onderzocht of Hulp Warmte Centrale wel nodig is op dat er niet gewerkt kan worden met piekopslag. Omdat de ontwikkeling van het Ponsteigergebouw al in een verder gevorderd stadium is en vooruitlopend op de rest van de Houthaven gerealiseerd wordt is separaat beoordeeld of dit gebouw ook op het stadswarmtenetwerk aangesloten kan worden. Gelet op de planning en het feit dat de hoofd aanvoerleiding voor het warmtenet vanuit het westen komt is geconcludeerd dat aansluiting van het Pontsteigergebouw geen realistische optie is. Door middel van een WKO installatie en warmtepompen zal echter ook voor het Pontsteigergebouw een duurzame energievoorziening gerealiseerd worden.

Vervolgens is Westpoort Warmte verzocht om aan te geven of zijn ook duurzame koude kunnen leveren in het gebied en de ambitie voor het gebied neer te zetten.

Ambitie WestpoortWarmteWestpoortWarmte stelt zich ten doel om op een milieuvriendelijke, efficiënte en winstgevende manier grootschalige restwarmte en koude te realiseren en exploiteren en een betrouwbare partner voor haar klanten te zijn. Op deze wijze levert WestpoortWarmte een bijdrage aan een beter klimaat in Amsterdam. De gerealiseerde reductie van CO2 emissie bedraagt voor het leveringsgebied van WPW 83% (Noordwestkant Amsterdam) en van Nuon 55% (Zuidoostkant Amsterdam). Op dit moment zijn ca. 50.000 woningen aangesloten op stadswarmte. WPW heeft als doelstelling dit te laten groeien naar 150.000 woonequivalenten.

Duurzame koude volgens fusieconceptOp dit moment is WPW in samenwerking met WBC Ymere een pilot aan het opzetten voor 180 woningen op de Kadoelebeek om duurzame koude te leveren volgens het fusieconcept. Daarbij wordt comfortkoeling van 18º geleverd. Bij welslagen zal deze optie worden aangeboden aan o.a. Houthaven en IJburg-II. Consequentie van het leveren van duurzame koude is dat er naast het netwerk van leidingen er ook een netwerk gerealiseerd moet worden voor koude. Dit netwerk is minder omvattend dat het warmte netwerk en zal op eiland niveau gerealiseerd worden. De inpassing van dit net volledig in de openbare ruimte zal niet overal realiseerbaar zijn en zal daar waarnodig geïntegreerd moeten worden in de bebouwing, bijvoorbeeld parkeergarages. Uitgangspunt is dat elk gebouw wordt voorzien van warmte en koude.

WPW werkt samen met de gemeente Amsterdam en Nuon aan de verduurzaming van het stadswarmtenet middels de vorming van een ringleiding. Bestaande (rest)bronnen maar ook toekomstige ontwikkelingen zoals Geothermie komen dan beschikbaar voor de hele stad.

6.2.Terugkoppeling naar & reacties van de samenwerkingspartnersDoor het stadsdeel is op 17 december 2009 een workshop georganiseerd om de resultaten tot op dat voor te leggen aan de samenwerkingspartners en het voornemen van het stadsdeel om de energievoorziening voor de Houthaven middels een aansluiting op het warmtenet te realiseren.Tijdens de bijeenkomst is door Westpoort warmte een presentatie gegeven.

Page 20: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 20 van 33

Korte samenvatting presentatie WestPoortWarmte

Klimaat neutraal bouwen én houdenIn Nederland wordt elk jaar 15 miljard m3 aan aardgas equivalenten weggegooid in energiecentralesen industrie. Dit komt overeen met de totale warmtevraag van alle Nederlandse huizen. Niet overal is deze restwarmte even goed te benutten, maar in Amsterdam staan de centrales dusdanig dat met restwarmte alle Amsterdamse woningen verwarmd kunnen worden.

Warmte ringnet Amsterdam

Voor Houthaven geldt: 100% van de nieuwbouw klimaatneutraal d.w.z. gebouwgebonden energievraag ten behoeve van verwarming, koeling, bereiding warm tapwater en circa 60% van het elektriciteitsgebruik (EPL van 9,0 -9,5).

WPW en Nuon bieden een totaalpakket aan van voorzieningen en maatregelen ter invulling van de energievisie van Houthaven:

1. verduurzaming casco / beperking energievraagHet ingenieursbureau van WPW kan adviseren over het maximaliseren van de mogelijkheden om daklandschap en casco te gebruiken voor zonne-energie. Daarnaast voorzien WPW en Nuon in maatregelen en technologie om het energiegebruik terug te dringen zoals informatieverstrekking over verbruik en opwek en Hotfill aansluitingen voor vaatwasser en wasmachine.

2. Stadswarmte en duurzame koudeWPW en Nuon werken samen aan de verduurzaming van de warmte- en koude voorzieningen in Amsterdam. Uitgangspunt voor De Houthaven is dat elk gebouw wordt voorzien van duurzame warmte en koude. Daarnaast wordt onderzoek gedaan naar Geothermie als toekomstige duurzame bron en het fusie koudeconcept i.c.m. LaagTemperatuur Verwarming is in een pilot fase. Bij welslagen zal deze optie worden aangeboden aan o.a. Houthaven en IJburg-II. De aanleg van het warmteringnet voor het delen van de diverse warmtebronnen is eveneens in studie.

Page 21: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 21 van 33

3. Opwek overblijvende energievraagNuon biedt als partner binnen WPW de expertise aan om mogelijkheden voor het opstellen van windvermogen in de stadsregio te onderzoeken en te realiseren. Binnen het project Houthaven kan Nuon met haar partners de totale zonne-energie ambitie invullen. Hierbij kan worden gedacht aan een conventionele PV panelen, maar ook in bouw geïntegreerde oplossingen zullen zich in de toekomst aandienen.

Daarnaast zullen energie managementsystemen kunnen worden ingezet en zal naar bewoners en extern kunnen worden gecommuniceerd over verminderd energiegebruik en gerealiseerde CO2 besparing. WPW kan zich samen met Nuon als een full-service provider richting consument en grootverbruiker opstellen, waardoor er één aanspreekpunt ontstaat voor alle energievraagstukken.

Met het voorstel van WPW is op kostenefficiënte en betrouwbare wijze een besparing tot 75% op primaire energie mogelijk.

6.3. Reacties ontwikkelaars

Tijdens de workshop op 17 december 2009 hebben de ontwikkelaars gevraagd om een onderbouwing van de cijfers met betrekking tot klimaatneutraal bouwen. Deze onderbouwing is op 30 december 2009 naar de ontwikkelaars gestuurd met het verzoek om hierop te reageren. De reactie van de ontwikkelaars tijdens de workshop en op de cijfers is in lijn met eerdere reacties. Hoewel de ontwikkelaars op onderdelen van mening verschillen staat het doel klimaatneutraal bouwen niet ter discussie. De wijze waarop en de betaalbaarheid wel.

De ontwikkelaars plaatsen met name kanttekeningen bij de voorkeursvariant voor de warmte en koudevoorziening: stadsverwarming en koudelevering. Het gaat dan onder andere om de tarieven, de voorwaarden, de commerciële waarde van het systeem en de milieukwaliteit van de warmte. De wensen die op dit gebied leven bij de ontwikkelaars dienen een plek te krijgen in het verdere onderhandelingstraject met Westpoort warmte.

Voor de ontwikkelaars is van belang dat extra investeringen in duurzaamheid door de bewoner kunnen worden terugverdiend met een lagere energierekening. Marktwerking moet er dan voor zorgen dat een huizenkoper meer wil betalen voor een klimaatneutrale woning waardoor de ontwikkelaar zijn meerinvestering terugkrijgt. Bij klimaatneutraal bouwen is het afhankelijk van het voortbestaan van subsidies en fiscale stimuleringsregelingen of dat helemaal lukt. Dit laatste geldt met name voor de derde stap; de PV-panelen voor de productie van elektriciteit.

6.4. Conclusie

Vanuit het energieonderzoek gaat de voorkeur uit naar de variant stadsverwarming en KO (lokale koudeopslag) waarbij alle gebouwen, zowel woningen als utiliteit worden aangesloten op duurzame warmte en koude. In dat geval ligt de CO2 besparing hoger dan bij variant WKO met warmtepompen. Indien de onderhandelingen met WestPoortWarmte niet het gewenste resultaat opleveren is een warmte-koudevoorziening middels WKO nog een terugvaloptie. Voor de ontwikkelaars is van belang dat extra investeringen in duurzaamheid (klimaatneutraal) door de bewoner kunnen worden terugverdiend met een lagere energierekening. Dit wordt in hoofdstuk 7 verder onderbouwd.

Page 22: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 22 van 33

7. Financiële consequenties energiesysteem

7.1. Financieel voordeel voor de gebruiker koperOnderstaand overzicht geeft een indicatie van de energiebesparing in klimaatneutrale woningen in de Houthaven. De energiebesparing op gebouwgebonden energie levert de toekomstige gebruiker aardig wat op. Op basis hiervan zou de keuze door de gebruiker/koper snel gemaakt worden, vooral met een extra voordeel dat de klimaatneutrale woning een hoger comfort biedt (warmte en koude) dan een reguliere standaardwoning.

Klimaatneutraal

(Houthaven - appartement 100 m2 gbo)

Klimaatneutraal

Eenmalige extra investering (meerkosten *) € 10.718,- (€5.548)

Jaarlijkse besparing op energierekening ** € 714,-

Jaarlijkse subsidie elektriciteitsproductie PV (SDE) € 422,-

Jaarlijks voordeel Groenhypotheek **** € 700,-

Totaal jaarlijks voordeel met SDE en groene hypotheek € 1836,-

Indicatie terugverdientijd KN woning 5,8 jaar

* Meerkosten op basis van Financiële onderbouwing klimaatneutraal bouwen de Houthaven, 23 december 2009 ,

T&Tenergie, Meerkosten gelden ten opzichte van de huidige bouwregelgeving. Bij aanscherping van de bouwregelgeving in

2011 en 2015 wordt een deel ven de maatregelen standaard en dalen de meerkosten. Dit is tussen haken aangegeven.

** Financiële onderbouwing klimaatneutraal bouwen de Houthaven, 23 december 2009 , T&Tenergie *** op

basis van SDE bijdrage van € 0,27 per kWhe

**** 1% over € 70.000,- = € 700,- per jaar extra voordeel (bij consumentenprijzen NUON juli 2008)

Bovenstaande indicatie van het voordeel levert een terugverdientijd van 5,8 jaar op en een voordeel van ruim € 1800,- bij medefinanciering met een groenhypotheek. Echter het grootste knelpunt zit bij de voorfinanciering. Zijn de ontwikkelaars bereid om de extra investeringen om de woning klimaatneutraal te maken voor te schieten zodat uiteindelijk het voordeel bij de gebruiker terecht kan komen. Daarbij zullen de banken een hogere hypotheek moeten verschaffen om de woning ‘groen te maken’. Met de verruiming van de NHG en op basis van gesprekken tussen gemeente en een aantal groenbanken (Tasforce Klimaatneutraal bouwen – OGA) is de verwachting dat dit niet tot een probleem hoeft te leiden. Mede gezien het feit dat duurzaam vastgoed ook tot een hogere waarde van de woning leidt.

7.2. Voor de Grex + toelichting juridische contextBij het tot realiseren van een 100% klimaatneutraal woongebied zijn 3 partijen betrokken:

1. het stadsdeel als opdrachtgever voor het bouw- en woonrijp maken2. de ontwikkelaars als opdrachtgever voor de nieuwbouw3. de eindgebruikers (bewoners en gebruikers van de bedrijfsruimten)

Het plan De Houthaven wordt gerealiseerd binnen het kader van een grondexploitatie. Dat biedt de mogelijkheid om alle noodzakelijke maatregelen in de openbare ruimte, die nodig zijn om deze milieu-doelstelling te halen, ten laste van de grondexploitatie Houthaven te brengen. Dit uitgangspunt kan een negatief effect hebben op het saldo van de grondexploitatie. In dat geval dienen de extra kosten te worden gecompenseerd door optimalisering van kosten en/of opbrengsten in de rest van het plan. Indien dat laatste niet mogelijk is, moet het OGA instemmen met een verslechtering van het saldo.

Het uitgangspunt van een 100% klimaatneutraal woongebied vraagt ook om extra maatregelen in de woningen en bedrijfsruimten. Deze zijn niet wettelijk vereist en vragen daarom een extra financiële

Page 23: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 23 van 33

inspanning. Het lastige is daarbij dat de ontwikkelaar in eerste instantie verantwoordelijk is voor deze extra investeringen, terwijl het financiële voordeel juist bij de eindgebruikers komt te liggen, zoals is toegelicht onder 7.1.

De gemeente is nog bezig met het ontwikkelen van financieringsconstructies, waarbij de meerkosten direct kunnen worden verhaald op de eindgebruiker cq koper. Hierdoor blijft de investering voor de ontwikkelaar zoveel mogelijk beperkt. Uitgangspunt is daarbij dat de gemeente niet optreedt als subsidiënt, maar wel investeert met een terugverdienperspectief. In de loop van 2010 zal over deze financieringsconstructie besluitvorming worden uitgelokt. Voor het project Houthaven geldt dat de spelregels van de centrale stad worden overgenomen voor dit plan.

7.3.Voor de ontwikkelaarIn het project de Houthaven ligt de fasering voor het grootste deel na 2010. De eenmalige investering wordt dan verminderd van circa €10.700,- naar circa € 5500,- per woning. De investering wordt op korte termijn (circa 3- 5 jaar) terugverdiend door energiebesparing, SDE subsidie en groenfinanciering. Een deel van de meerkosten kunnen in de verkoopprijs worden doorberekend omdat de koper daar direct voordeel bij heeft. Daarnaast sluit het project de houthaven aan bij het centraal stedelijk beleid voor wat betreft de financieringsondersteuning voor klimaatneutraal bouwen. Naast het systeem van de grondprijsbepaling (bij aanscherping van de EPC waarde naar 0,6 en 0,4 wordt dit gewijzigd) is de dienst OGA voornemens om een financieringsinstrument voor klimaatneutraal bouwen in te zetten. Onlangs is de basis hiervoor gepresentaard aan de raadscommissie door de Taskforce Klimaatneutraal bouwen. In het eerste / tweede kwartaal 2010 wordt dit instrument verder uitgewerkt door een werkgroep binnen OGA. Dit kan eventuele gevolgen hebben voor de GREX van de Houthaven.

Page 24: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 24 van 33

8. Duurzaam bouwen op gebouwniveau

8.1 GPR-Gebouw – DUBO nieuwe stijlZoals eerder aangegeven is, wordt duurzaamheid op gebouwniveau gemeten aan de hand van scores op de EPC, GPR-Gebouw en het werkelijke energieverbruik van de gebouwen in kWh/m². De laatste eenheid wordt onder meer veel in Duitsland en bij het zogenaamde passiefhuis gebruikt1.

In Westerpark is in eerste instantie gekeken naar het duurzaam bouwen instrument GPR-Gebouw. Voor de beleidswijziging in de zomer van 2008 was eind 2007 nog niet concreet gesproken over prestatie-afspraken met de projectonwikkelaars. Toen is voorgesteld om tijdens een workshop over duurzaam bouwen, aan de hand van GPR Gebouw, prestatie-afspraken te maken met alle partijen die betrokken zijn bij de ontwikkeling van de Houthaven en de Pontsteiger.

De “Gemeentelijke Praktijk Richtlijn-gebouw” is een uniforme prestatiegerichte werkwijze voor het realiseren van duurzame kwaliteit in bouwprojecten. GPR-Gebouw brengt met behulp van ontwerpgegevens de prestaties van een gebouw op het gebied van kwaliteit en duurzaamheid in beeld. GPR Gebouw kent vijf modules: Energie, Milieu, Gezondheid, Gebruikskwaliteit, Toekomstwaarde. Per module worden de prestatie-eisen ingevuld. Dit levert voor elk thema een score op, op een schaal van 5 tot 10. Hoe hoger de kwaliteit - of hoe lager de milieubelasting – hoe hoger de score. Een score van 5 komt – indien relevant – overeen met het niveau van het Bouwbesluit. Daarmee wordt GPR Gebouw ook een goed communicatiemiddel voor de projectontwikkelaars. Zij kunnen woningen opleveren met “een hoge score” en een milieukeurmerk. Ook kunnen zij zich profileren als GPR Gebouw gebruikt wordt als selectie instrument op gebied van duurzaam bouwen bij de selectie van marktpartijen.

Tijdens de workshop op 1 februari 2008 is geconstateerd dat draagvlak aanwezig is voor de realisatie van een duurzame energievoorziening en duurzaam bouwen voor de Houthaven en de Pontsteiger. De workshop heeft echter niet geresulteerd in het maken van echte prestatie-afspraken of het aangaan van bijvoorbeeld een ‘projectverklaring kwaliteit en duurzaamheid’ (methode GPR-gebouw).

Voorgesteld wordt om dit verder op te pakken en het ambitieniveau vast te gaan stellen. Stadsdeel Westerpark zou moeten streven naar nieuwbouw woningen in de Houthaven met een bovengemiddelde score op het thema energie en op de overige thema’s gemiddeld een 7,5. Dit is gezien de praktijk in gemeenten als Tilburg en Apeldoorn, goed haalbaar. "Bouw je met GPR Gebouw alleen met kostenneutrale maatregelen dan kom je al snel uit op een 6,5 – 7”. Rabo Vastgoed bijvoorbeeld hanteert als uitgangsscore een 7,5 en Bouwfonds Ontwikkeling realiseert projecten met een gemiddelde score van boven de 8.

Een score van gemiddeld 7,5 brengt meerkosten met zich mee. De meerkosten (exclusief de meerkosten voor energie) per woning of appartement bedragen bij een GPR van gemiddeld 7,0 minimaal € 800,-. De BWA subsidie voor aanpasbaar bouwen à € 500 kan daarbij worden ingezet om een goed score op de thema’s gebruikskwaliteit en toekomstwaarde en een deel van de kosten te dekken. De subsidie voor duurzaam bouwen dekt daarbij de kosten voor een aantal van de extra milieumaatregelen (exclusief energie).

Voor de waardering van duurzaam bouwen zijn er meerdere tools beschikbaar. GPR gebouw is op dit moment de meest gebruikte methode. GPR is ook door stadsdeel Westerpark al aangeschaft met het oog om een gratis licentie te verschaffen aan de projectontwikkelaars. BREEAM is een Brits Building Assesment tool dat nu vertaald wordt van de Britse versie naar de Europese en Nederlandse markt.

1 Bij een passiefhuis wordt uitgegaan van een totale energievraag voor ruimteverwarming en koeling van maximaal 15 kWh/m2. Dit komt ongeveer overeen met een gasverbruik van 1,5 m3 gas/m² vloeroppervlak.

Page 25: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 25 van 33

De gemeente Amsterdam participeert in de Dutch Green Building Council die BREEAM verder gereed maakt voor de Nederlandse markt. Hierin wordt ook een verwijzing opgenomen naar GPR gebouw.

Aanbeveling- Te kiezen voor GPR-gebouw als maatlat voor duurzaam bouwen in de breedte. Met de

marktpartijen te overleggen of voor de kantoren, scholen, hotels voor GPR gebouw of BREEAM (Dutch Green Building Council) wordt gekozen als instrument.

8.2 Selecteren op duurzaamheid In het project de Houthaven zijn de meeste marktpartijen bekend, echter er zijn nog geen bouwenveloppen gesloten en nog niet alle bouwrechten zijn vergeven. De marktpartijen zullen voornamelijk via bouwenveloppen worden verzocht om zich te committeren aan de ambities en uitgangspunten van de Houthaven. Voor de locatie / gebouwen waarvoor de verdeling van de bouwrechten nog bepaald moeten worden kan, naar voorbeeld van project Buiksloterham, mede geselecteerd worden op duurzaamheid. Zie bijlage I voor een indicatie van de gunning bij aanbesteding op duurzaamheid.

8.3 Klimaatneutrale woonboten/ - kantoorboten Voor de bestaande – en nieuw te bouwen woonboten is een nadere uitwerking gemaakt van mogelijke technieken om de ambitie klimaatneutraal te kunnen bereiken. Voor de bestaande woonboten is gekeken naar alternatieven voor gas/ stookolie. Gedacht wordt aan elektrische warmtepompen op oppervlaktewater of lucht, houtpellet-kachel of houtpellet-WKK, zonneboilers, PV panelen en mogelijk klein wind installatie. In de toekomstige situatie wordt er geen gas in de kade aangelegd. Mogelijk wordt voor het omzetten van de installatie en het naisoleren van de bestaande woonboten een stimuleringsregeling opgezet. De nieuw aan te leggen boten zullen moeten voldoen aan de selectiecriteria klimaatneutraal bouwen. Voor de verwarming, koeling en tapwater van de boten zal dan waarschijnlijk voor elektrische warmtepompen / zonnecollectoren / PV panelen of alternatieven worden gekozen. Zie bijlage 2 voor de notitie “Verwarmen en koelen woonboten Houthaven”.

Zelfvoorzienende kantoorbootIn navolging van de grotendeels zelfvoorzienende woonboot “de Gewoonboot” heeft er zich een andere bouwer van autarkische boten gemeld. Dit is het bedrijf TreFoil. Deze organisatie is bezig met de ontwikkeling van groene daken, duurzame schoonmaakmiddelen én de ontwikkeling van een zelfvoorzienende boot.

Deze boot is de eerste 100% zelfvoorziende, ecologische kantoorboot en werkt geheel op zonne- en windenergie en kan daarmee geheel onafhankelijk van de kade functioneren. De boot zal tijdens de realisatie van De Houthaven in het plangebied komen te liggen en fungeert daarmee als icoonproject voor de klimaatneutrale wijk.

Page 26: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 26 van 33

9. Duurzaam aanleggen van de openbare ruimte

9.1 BeleidDe ambitie die het stadsdeel voor het realiseren voor de bebouwing nastreeft geldt vanzelfsprekend ook voor de aanleg van de openbare ruimte. Sinds 2005 werkt het stadsdeel met het Handboek Inrichting Openbare Ruimte. Doel van het handboek is primair de ruimtelijke kwaliteit en samenhang van de openbare ruimte duurzaam te versterken zonder de functionaliteit daarbij te vergeten. In het handboek wordt de gebiedsspecifieke visie op de inrichting van de openbare ruimte van het stadsdeel uiteengezet die gericht is op een beheerbaar en uitvoerbaar straatbeeld van een duurzame en goede kwaliteit. In het handboek staan standaard (principe) profielen, materialen en uitgangspunten voor aanschaf en beheer. Buurtspecifieke elementen in de openbare ruimte worden daarbij gerespecteerd en vastgelegd.In lijn met de principes in dit handboek is in 2008 het ‘Plan Openbare Ruimte Houthaven’ afgerond. Het Plan Openbare Ruimte Houthaven geeft richtlijnen voor het ontwerp van de inrichting van het openbaar gebied van de Houthaven. Het doel hiervan is de samenhang en kwaliteit van het gehele ontwerp te waarborgen. Daarnaast draagt het plan zorg voor goede aansluitingen met de omringende stad. Het plan is aan de ontwikkelaars en supervisor voorgelegd en heeft ter visie gelegen voordat het door de Stadsdeelraad werd vastgesteld in 2008. Het Plan openbare Ruimte Houthaven sluit aan bij de Puccinimethode. De Puccinimethode is ontwikkeld door stedelijke diensten en stadsdelen en heeft als doel de uitvoeringskwaliteit van Amsterdamse openbare ruimte verder te verbeteren.

Plan Openbare Ruitme

9.2 Duurzame materialen Voor de Houthaven is gekozen voor gebakken klinkers, aangevuld met natuursteen in stroken, banden en dekstenen. De gekozen materialen zijn duurzaam, kunnen tegen een stootje, logen niet uit, zijn goed verkrijgbaar en bovendien deels herbruikbaar. Houten delen die toegepast worden in steigers en andere elementen in de openbare ruimte zoals banken en railingen moeten voorzien zijn van FSC keurmerk. Tevens wordt gietijzer gebruikt voor bolders en voetstukken van banken en RVS voor fietsnietjes en haalkommen. Inkoop van bestratingsmaterialen zal conform de puccinimethode plaatsvinden door de materialendienst.

Page 27: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 27 van 33

Refentiebeelden

9.3 Energiezuinige openbare verlichtingIn het plan openbare ruimte is gekozen voor een verlichtingsarmatuur met een passende sfeer, warm en informeel. Ook staat de veiligheid centraal. De lichtkleur (basiskwaliteit) is wit licht met een warme uitstraling. Dit is conform de aanbevelingen uit het politiekeurmerk Veilig Wonen. Het wittere licht zorgt voor een hogere mate van kleurherkenning en draagt bij aan de sociale veiligheid.In Amsterdam is het beleid voor de openbare verlichting gericht op energiebesparing. Voorgesteld wordt om in overleg met DIVV een stapje verder te gaan: De openbare verlichting moet passen binnen het streven van een klimaatneutrale wijk. DIVV is nu bezig met het ontwikkelen van een armatuur dat in de Houthaven zou kunnen komen, naar ontwerp van Handle with Care. LED wordt in 2009 nog niet grootschalig toegepast; maar met oog op energiebesparing en ontwikkelingen in de markt is zeer goed mogelijk dat op het moment van aanleg van de openbare ruimte in de Houthaven meer mogelijk is op het gebied van duurzaamheid dan op dit moment.

9.4 Infrastructuur energievoorzieningOm een klimaatneutrale wijk te realiseren volgens de Amsterdamse definitie is het noodzakelijk om op locatie energie op te wekken. Voorgesteld wordt om 100% van het energieverbruik van de openbare verlichting, tunnel, pompen en rioolgemalen op locatie duurzaam op te wekken. Er kan gedacht worden aan het plaasten van extra pv-cellen op openbare gebouwen. Het is aannemelijk dat daarmee niet voldoende energie opgewekt kan worden doordat er weinig ongebruikt dakvlak over is. De energie voor de openbare ruimte zal grotendeels door molens opgewekt moeten worden. Voorgesteld wordt te onderzoeken of het mogelijk is de energie op te wekken door middel van het plaatsen van 4 kleine middelgrote windmolens van het type QR12 of een vergelijkbaar type op de Haparandadam of strekdam. Daarbij zal onder andere gekeken moeten worden naar de ruimtelijke inpasbaarheid en de samenhang met andere hogere molens langs de IJoevers.

4 QR12 windwokkels

Page 28: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 28 van 33

ToelichtingVoor de Houthaven is een inventarisatie gemaakt van de energiebehoefte op locatie, deze inventarisatie is opgenomen in bijlage 3 Memo energie openbare ruimte, C.Groot, 16 sept. 2009. De totale energiebehoefte voor de voorzieningen in de openbare ruimte bedraagt circa 175.000 kWh. Deze energiebehoefte kan lokaal in het pangebied worden opgewekt. Dit komt neer op het plaatsen van minimaal 4 klein middelgrote windmolens (type QR12) of 570 m² pv-panelen. Op de daken is geen extra ruimte beschikbaar voor het plaatsen van pv-panelen voor de energiebehoefte van de openbare ruimte. Ook is in de openbare ruimte zelf geen plek beschikbaar voor een groot veld met pv-panelen. Een oplossing hiervoor is het plaatsen van 4 windmolens op enige afstand van de woningen op de Haparandadam. De QR12 is een klein- middelgrote windwokkel met een totale hoogte van circa 35 meter en geschikt voor inpassing in stedelijk gebied.

Impressie van 4 QR12 windmolens op de Haparandadam

Het plaatsen van windmolens in een dichtbebouwd stedelijk gebied levert spanning op.De grootte van deze molens en de positionering zal op niveau van de IJ-oevers en de stad nader bekeken moeten worden. Een visie op deze ruimtelijke opgave is nog niet ontwikkeld. Op dit moment is de Ruimtelijke studie uitbreiding windenergie (alleen voor grootschalige windmolens) in Amsterdam

Page 29: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 29 van 33

in opdracht van het Klimaatbureau in samenwerking met DMB en DRO gaande. De uitkomsten van deze studie zijn nog niet bekend. Ook zal er in de structuurvisie voor Amsterdam aandacht besteed worden aan het plaatsen van windmolens aan het IJ.

Op de kleine schaal van de Houthaven zijn ook klein- middelgrote windmolens met hun hoogte aanwezig. Consequenties van geluid en schaduwwerking op de omliggende functies zal nader onderzocht moeten worden. Ook is van belang dat de windmolens geen belemmering voor de aangrenzende scheepvaart vormen. Met het voorstel voor de QR12 molens wordt er qua type aangesloten op de windwokkels van het project Buiksloterham.

WoonbotenIn de openbare ruimte dient er tevens rekening te worden gehouden met duurzame energievoorziening en aansluitingen van de woonboten. Voor nieuwe woonboten geldt het uitgangspunt klimaatneutraal. Voor bestaande woonboten geldt het uitgangspunt “zo klimaatneutraal mogelijk”. Dit houdt in dat het stadsdeel met subsidies de bewoners van de bestaande woonboten zal prikkelen tot het nemen van maatregelen op het gebied van duurzaamheid. Zie ook bijlage II: “Verwarmen en kolen woonboten Houthavens”.

9.5 Energiezuinig vervoerIn het stedenbouwkundige plan voor de Houthaven zijn de uitgangspunten opgenomen voor verkeer en parkeren. Het karakter van de nieuwe woonwijk is autoluw. Dit betekent dat een aantal eilanden autovrij is en dat bomen en groene openbare ruimte prominent in het plan aanwezig zijn. Daarbij wordt de hele wijk een 30 km/uur gebied. Parkeren gebeurt hoofdzakelijk in garages onder de te realiseren bebouwing. Het bezoekersparkeren bevindt zich op het maaiveld met een norm van 0,2. Voor gezamenlijk autogebruik (autodate) is in het plan een viertal P-plaatsen gereserveerd op de Pontsteiger. Dit aantal kan bij grotere vraag eenvoudig uitgebreid worden. Wel gaat deze uitbreiding ten koste van bezoekersparkeerplaatsen. In de toekomst kan bovendien een aantal parkeerplekken omgezet worden voor oplaadpunten voor elektrisch vervoer (in combinatie met autodate). Ook kan gedacht worden aan het aanleggen van oplaadpunten voor elektrische bootjes. De Houthaven is bovendien goed ontsloten met het openbaar vervoer.

FietsparkerenVoor bezoekersfietsparkeren wordt de norm van 0.5 fiets per woning gehanteerd. De eigen fietsen worden op eigen terrein in bergingen en centrale fietsenstallingen geplaatst. Voor de woonboten is fietsparkeren op eigen terrein lastig. Er is 1 fietsparkeerplaats per woonboot op maaiveld/steiger gereserveerd.

Page 30: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 30 van 33

10. Conclusies

De gemeenteraad van Amsterdam heeft in sept 2008 besloten om haar klimaatbeleid aan te scherpen. De doelstellingen voor de nieuwbouw zijn aangepast, Vanaf 2010 wil Amsterdam dat er 40% klimaatneutraal gebouwd wordt en vanaf 2015 voor 100%. Stadsdeel Westerpark heeft deze ambitie overgenomen en project Houthaven aangewezen als voorbeeldproject. In de Energievisie Houthavens is onderzocht of de ambitie 100% klimaatneutraal kan worden behaald. Door in te zetten op een duurzaam casco, duurzame warmte/ koudevoorziening en PV panelen op de daken wordt dit haalbaar geacht. In dit besluitdocument is de duurzame energievoorziening voor de Houthaven verder uitgewerkt en gespecificeerd. De voorkeursvariant voor de warmte-/ koudevoorziening ligt bij stadswarmte aangesloten op een laag temperatuurnet en koppeling met lokale duurzame koudebron. Voor de woon- en werkgebouwen ligt de voorkeur bij PV-panelen voor het opwekken van duurzame energie. Hiervoor zijn afspraken gemaakt met de supervisor over de inpassing ervan in het ontwerp. De meerkosten voor klimaatneutraal bouwen liggen bij dit project (2010 - EPC 0,8) op circa €10.700,-per woning, Per 1 januari 2011 wordt dat bij aanpassing van de regelgeving circa € 5500,-. Op de woning kan er per jaar maximaal € 1800,- worden bespaard waardoor de eenmalige investering in ruim 5 jaar kan worden terugverdiend. Het Ontwikkleingsbedrijf Gemeente Amsterdam onderzoekt momenteel een financieringsinstrument voor klimaatneutraal bouwen. Hierop zal het project Houthaven zich aansluiten. Het deelplan De Pontsteiger is qua planning te ver om aangesloten kunnen worden op de voorkeursvariant. Dit gebouw wordt aangesloten op een centrale WKO met individuele warmtepompen.

De overige aspecten van duurzaam bouwen worden bij de gebouwen getoets met het programma GPR-gebouw. In de openbare ruimte worden duurzame materialen toegepast en het energieverbruik kan worden verminderd. De ambitie klimaatneutraal kan worden bereikt door op de locatie duurzame energie op te wekken met 4 klein-/middelgrote windwokkels van 35 meter hoog op de Hapararandadam.

De borging van dit besluitdocument zal als volgt worden uitgewerkt: voor wat betreft de eilanden, waarvan de ontwikkelaar al bekend is zullen de

duurzaamheidsambities en –criteria worden opgenomen in de af te sluiten bouwenvelopovereenkomsten;

voor de resterende planonderdelen kan de gekozen duurzaamheidsambitie via gunningscriteria worden geborgd. Zie voorbeeld duurzame tender Buiksloterham.

In een gezamelijke bijeenkomst hebben de betrokken marktpartijen kunnen reageren op het voorgenomen energieconcept. Naar aanleiding hiervan zijn de meerkosten en de besparingen van het energieconcept verder onderbouwd.

De voorkeursvariant, de technische uitwerking ervan en de aangeboden tarieven voor warmte- en koudelevering wordt de komende maanden verder besproken met West Poort Warmte en de marktpartijen. Uitgangspunt daarbij is dat de ambitie klimaatneutraal wordt behaald.

Page 31: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 31 van 33

Page 32: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 32 van 33

Page 33: 2010-03-02 Besluitdoc Energievoorziening Houthaven Definitief

Projectbureau SpaarndammerHout2 maart 2010 Pagina 33 van 33

Bijlage I: Selectie op duurzaamheid, naar voorbeeld Buiksloterham

In project Buiksloterham liggen hogere ambities dan elders in de stad. In de 2e helft van 2009 start de aanbesteding van de kavels middels een aanbesteding op 100% Duurzaamheid en een vaste grondprijs. Deze manier van aanbesteden in nieuw in Amsterdam en in Nederland. De aanbesteding is uitgewerkt in een voorselectie en een definitieve selectie.

Via voorselectie In de voorselectie wordt, in eerder overleg met marktpartijen, Klimaattafel partners en de ingestelde klankbordgroep, de nadruk worden gelegd op visie duurzaamheid, ontwerp en innovatie. Aanbieders worden gevraagd om een ontwikkelingsvisie aan te leveren op het project / de kavel en een overzicht te geven van eerder gerealiseerde (duurzame) projecten.

Definitieve selectieDe definitieve selectie kan plaatsvinden na de voorselectie aan de hand van duurzaam bouwen (GPR), mate van klimaatneutraal en de uitwerking duurzaamheid in visie ontwerp, innovatie. Zowel het berekenen van energiebesparing als ook de opwekking van duurzame energie gebeurt in de eenheid kWh/m2 primaire energie. De definitieve selectie en de weging van de aanbiedingen worden als volgt voorgesteld:

- op mate van duurzaam bouwen, aangeven score GPR gebouw- op klimaatneutraal bouwen, invullen scoretabel (rekentabel klimaatneutraal bouwen)- op visie duurzaamheid (ontwerp, integratie duurzaamheid, innovatie)

Toetsing wordt gedaan via een onafhankelijke beoordelingscommissie die ervaring heeft op het gebied van visie duurzaamheid, klimaatneutraal ontwerpen, innovatie en duurzaam bouwen.