20020417 Tekststudie Jesaja 49 1-7 …...Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2 “Zie,...

4
Bijbelstudie (kringleidersvariant) Jesaja 49:1-7 v. 1.2 Kring: DaJa (voortzetting van JoJa) Avondleiders: J.W. (Jan-Willem) Dijkshoorn, a.k.a. JW & A.T. (Teun) Warnaar, a.k.a. Tat! Enschede, 17 april 2002

Transcript of 20020417 Tekststudie Jesaja 49 1-7 …...Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2 “Zie,...

Page 1: 20020417 Tekststudie Jesaja 49 1-7 …...Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2 “Zie, mijn Knecht, die ik ondersteun: mijn uitverkorene, in wie ik een welbehagen heb

Bijbelstudie(kringleidersvariant)

Jesaja 49:1-7 v. 1.2

Kring: DaJa (voortzetting van JoJa)Avondleiders: J.W. (Jan-Willem) Dijkshoorn, a.k.a. JW

& A.T. (Teun) Warnaar, a.k.a. Tat!

Enschede, 17 april 2002

Page 2: 20020417 Tekststudie Jesaja 49 1-7 …...Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2 “Zie, mijn Knecht, die ik ondersteun: mijn uitverkorene, in wie ik een welbehagen heb

Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2

“Zie, mijn Knecht, die ik ondersteun:mijn uitverkorene, in wie ik een welbehagen heb

Ik heb mijn Geest op hem gelegd:hij zal de volken het recht openbaren.”

Jes. 42:1

Richtlijnvragen1b: “De Here heeft mij geroepen van moeders lijf aan,”Zie ook Jes. 42:6: hier staat een korte beschrijving van wat Jezus is/doet

“van de schoot mijner moeder aan heeft Hij mijn naam vermeld.”:Waar zie je dit onder andere concreet terug?(Verkondiging aan Maria, herders, wijzen, Simeon, Hanna, Johannes)

2: Wat bedoelde de profeet met deze vergelijkingen?“Hij maakte mijn mond als een scherp zwaard,”(maakte mij geschikt het evangelie te verkondigen)

“in de schaduw van zijn hand verborg Hij mij”(Hij nam mij onder Zijn hoede)

“Hij maakte mij tot een puntige pijl,in zijn pijlkoker stak Hij mij.”(Hij maakte mij klaar om ten strijde te trekken tegen kwaad/zonde, en nam mij om daarvoor gebruikt te worden)

3: “En Hij zeide tot mij: Gij zijt mijn knecht, Israël, in wie Ik Mij zal verheerlijken”Waarom noemt de profeet Israël?(omdat uit Israël, het volk door God apart gezet, de Redder zal komen voor iedereen)

Waar zien we deze uitspraak in het leven van Jezus terug?(doop, Joh. 12:28b-c, 14:13b)

4: “Tevergeefs heb ik mij afgemat, voor niets en vruchteloos mijn kracht verbruikt”Waarom staat dit er?(De Joden mosten ’m niet)Zie ook Joh. 1:11

5: Wat was de (oorspronkelijke!!!) opdracht van Jezus (in je eigen woorden!)?Waar laat Jezus dit onder andere blijken?(Marcus 7:28-30)

6a: zie Jes. 1:2-4,9

6b: “opdat mijn heil reike tot het einde der aarde”Wanneer zegt Jezus dit en hoe moet dat heil het einde der aarde halen?(Grote Opdracht)

Bijbelstudiegroep DavidvK & Janneke – 2 – Avondleiders: JW & Tat!

Page 3: 20020417 Tekststudie Jesaja 49 1-7 …...Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2 “Zie, mijn Knecht, die ik ondersteun: mijn uitverkorene, in wie ik een welbehagen heb

Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2

7:Is het opstaan en buigen al het geval of is dit nog toekomstmuziek/zak?________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Als je zo ziet dat God alles van tevoren gepland heeft, wat vind je daarvan, wat kun je daar persoonlijk mee? Waarom laat Hij dit van tevoren zien?________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________________

Ter afsluiting Jes. 53:1212Daarom zal Ik hem deel geven aan de velen, en de talrijken zal hij als buit ten deel ontvangen, daarvoor dat hij zijne ziel heeft uitgestort in den dood en met overtreders zich liet tellen, terwijl toch hij de zonden van velen op zich had genomen en hij voor de overtreders bad.

Met „daarom” knoopt de profeet weer aan bij het weer op andere wijze te beschrijven het loon, dat hij hiervoor ontvangt. De HEERE zal „hem deel geven aan de velen”. Dat zijn diezelfde „velen”2), aan wie hij gerechtigheid verschaft, vs. 11. Aan die schare, die hij op grond van zijn lijdenverlost, ontvangt hij nu deel: ze vallen hem ten eigendom toe. 3) Of, zoals het in andere woorden heet, „de talrijken zal hij als buit ten deel ontvangen” 4); de Man van smarten is nu een overwinnendKoning, die een talrijk volk het zijne noemt, door hem als buit veroverd in zwaren strijd.

(Uit: Dr J. Ridderbos, De profeet Jesaja, Opnieuw uit den grondtekst vertaald en verklaard; tweededeel (Hoofdstuk 40-66), tweede druk, J.H. Kok, Kampen, 1934, uit de serie Korte verklaring der Heilige Schrift, met nieuwe vertaling)

2) Het woord, dat wij door „veel” vertalen, kan ook „groot” beteekenen; en het woord, dat wij door „talrijk weergeven, heeft ook den zin van „machtig”; sommigen vatten dan ook òf beide òf alleen het laatste in die tweede beteekenis op. Nu is het o.i. duidelijk, dat de we hier twee parallelloopende zinnen hebben, zoodat men òf beide in de eerste òf beide in de tweede beteekenis moet nemen. Tegen het laatste pleit echter, dat het eerste woord blijkbaar terugslaat op „de velen” van vs. 11, en dus ook de „de velen” moet betekenen, gelijk het ook straks nog weer in denzelfden zin voorkomt.

3) De Heebreeuwse uitdrukking levert eenige moeilijkheid op, omdat „deel geven aan de velen” nog iets anders schijnt te beteekenen dan „de velen [hem] ten deel geven”. Toch moet dit laatste wel de wezenlijke zin der uitdrukking zijn, daar de bedoeling toch niet is, dat hij van die velen slechts een gedeelte ten eigendom ontvangt. Men moet dus aannemen, dat „deel geven aan” hier is overgegaan in de betekenis „ten deel geven”. De – ook wel beproefde – vertaling „een deel geven onder (de grooten)” verbreekt het verband met „de velen”, die in het voorafgaande zijn genoemd en is ook overigens met het verband niet overeen te brengen (zie volgende noot).

4) Velen vertalen: „met talrijken (of: machtigen) zal hij buit deelen”. Dit doet echter – evenals eene soortgelijke vertaling der voorafgaande woorden – tekort aan de hoogheid van den Knecht des HEEREN, die blijkens het voorafgaande (zie vs. 10B en 49 : 7; 52 : 15) van dien aard is, dat hij niet met „de machtigen” op ééne lijn kan worden gesteld. Daarom moeten „de talrijken” het objekt zijn. (...)

Bijbelstudiegroep DavidvK & Janneke – 3 – Avondleiders: JW & Tat!

Page 4: 20020417 Tekststudie Jesaja 49 1-7 …...Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2 “Zie, mijn Knecht, die ik ondersteun: mijn uitverkorene, in wie ik een welbehagen heb

Bijbelstudie 17-04-2002: Jesaja 49:1-7, versie 1.2

Bijbelstudiegroep DavidvK & Janneke – 4 – Avondleiders: JW & Tat!

Schepping

Zondeval

Doop; begin rondtrekken

Opstanding

Hemelvaart

Uitstorting H.G., verkondiging

Einde der tijden

Jes. 50: 4-11: Te betrekken op je eigen houding

Jes. 53:12, Matt. 28:18b

Jes. 49:6a, Jes. 1:2-4

Jes. 49:1b-2

Jes. 42:1, 49:3, Matt. 3:17b

Jes. 42:1c-7, 49:4, Joh. 1:11,Jes. 53:2b-3

Jes. 53:4-10a

Jes. 49:3, 53:4-10a

Jes. 49:6

Jes. 49:7, Matt. 28:19-20,Hand. 2-