2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben...

8

Transcript of 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben...

Page 1: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal
Page 2: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

2 – Kerkblad Donderdag ❄ 12 januari 2017

Bij de voorplaatJoost de Gruiter

Mijn toelichting bij de voorplaat bestaat uit drie delen. In elk daarvan speelt het begrip werken een rol. Allereerst, zou dat werken, als de redactie van het Kerkblad voor het maken van de voorplaat van een jubileumnummer het brede werkterrein van de textielkunst opzoekt? En als men dan, heel verrassend, aan mij denkt? Bij mij werkte het wel.

Al heel snel gingen, helaas meestal ‘s nachts, in mijn hoofd allerlei creatie-ve radertjes draaien. Het 25-jarig jubi-leum, het aangereikte thema ‘Weer-woord’, verschillende technieken. Er groeide in mijn hoofd een duide-

lijk beeld van wat het moest worden. Toen kwam de soms lastige fase van het vinden van de juiste materialen: stof, lintjes, garens, enz. Wat in het hoofd zat, moest zichtbaar worden. Moge het zo zijn, denk je dan.

Vervolgens was het uitvoeren van de aangenomen opdracht pas het echte werken, in dit geval het borduren. Wonderlijk misschien, maar heel belangrijk in het werk zijn die ge-deelten waar ik het borduurstramien niet heb bewerkt. Daar is het letter-lijk een ‘white canvas’ gebleven, een lege ruimte die in elk nummer van het Kerkblad door de redactie wordt ingevuld.

De gebruikte kleuren, behal-ve die van de ‘weerwoorden’,

komen vrijwel overeen met die van het logo van de protes-tantse perk. In het middenstuk is

een beetje goudborduursel toege-voegd. De kleuren van de ‘weerwoor-den’ vormen een soort feestelijke

confettiregen. De letters van de ‘weer-woorden’ bestaan elk uit twee kleu-ren, een onderlaag en een bovenlaag. Leest u niet van boven naar beneden, maar gewoon van links naar rechts, dan is de onderlaag van elke nieuwe letter een herhaling van de bovenlaag van de vorige. En daar komt dan weer een nieuwe kleur bovenop. Zo ont-staat een verbeelding van een dialoog: luisteren naar de vorige spreker en daar weer iets nieuws aan toevoegen. Is een van de mooiste weerwoorden niet ‘amen’? Hier vormgegeven als een deel van het pinkstervuur, dat ons aanzet om een geweldige boodschap door te geven. Is dat niet waar het Kerkblad een belangrijk middel voor wil zijn? Moge het zo zijn, denken we dan.Ten slotte, gaat het werken, dat deze voorplaat ons aan het denken zet over het ‘amen’? Gaan we ons te binnen brengen waar en wanneer we het ‘amen’ zeggen of horen? Bijvoorbeeld na ons stille gebed in de binnenkamer of als antwoord na de zondagse preek. Willen we mondige mensen zijn met een weerwoord? Kan dat weerwoord ‘amen’ zijn?Moge het zo zijn!

Steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen Yvonne Lussenburg

Joost de Gruiter is veel bezig met textielkunst. Hij is hier in 1984 mee begonnen toen hij door ziekte zijn dagelijks werk verloor. Om de tijd te vullen zocht hij een creatieve hobby. Werken met textiel leek hem wel wat (hij had hier al eens mee geëxperimenteerd) en het lukte om mooie werkstukken te maken. Hij ontwikkelde zich tot een ware textielkunstenaar.

“De ontwerpen die ik maak ontstaan doorgaans uit het materiaal. Inspiratie haal ik bijvoorbeeld uit een lap stof, die ik soms al jaren in huis kan heb-ben. Ik maak een tekening van wat ik wil maken en werk daaraan tot ik het gevoel heb dat het klopt. Dan ga ik na of ik al het materiaal voor het project heb. Ik blijf zoeken tot ik alles heb gevonden. Het kan zijn dat een stof die ik wil gebruiken maar in ze-ven kleuren verkrijgbaar is, terwijl er negen nodig zijn voor mijn ontwerp. Dan blijf ik doorzoeken naar vervan-gend materiaal, tot ik gevonden heb wat precies bij mijn ontwerp past. Het lukt me vrijwel altijd om te maken wat in mijn hoofd zit. Ik houd ervan om heel zorgvuldig en precies te wer-ken.”

“Ik ben steeds op zoek naar nieuwe uitdagingen met textiel. Het leuke is dat er met textiel zoveel kan worden gedaan. Ik kies er voor om ook din-gen te maken die niet in ons eigen interieur passen. Het werken met kleuren en materialen die je in eerste instantie minder mooi vindt, kan een manier zijn om je verder te ontwikke-len.”

Vlammetjes“In mijn werk zit niet altijd een boodschap. Als ik een opdracht krijg, probeer ik het werk aan te passen aan degene die mij die opdracht geeft, zodat het werk iets betekent voor de mensen persoonlijk. Ik heb voor iemand eens een werkstuk gemaakt met een aantal bijbelse boodschappen erin verwerkt. Voor de leden van de Lekenspelgroep, waar ik een groot aantal jaren deel van uitmaakte, heb ik ter gelegenheid van de uitvoering van het pinksterspel van Martinus Nij-hoff eens pinkstervuur gemaakt: voor iedere deelnemer een vurige tong, een driedimensionaal vlammetje. Waar toen het naaien van laagjes tule tot een goed resultaat leidde, werd het nu bij de jubileumvoorplaat een geborduurd pinkstervuur.”

“Natuurlijk legt de beschikbare wer-kruimte in onze woning ook beper-kingen op aan de omvang van wat ik kan maken. Soms heb ik weleens wat jaloers gekeken naar textielkunste-naars met een groot atelier. Toen ik werkte aan het textielreliëf voor de hal van de Opstandingskerk en daar-na aan de antependia met bijpassende stola’s kreeg ik atelierruimte bij de architect van de Opstandingskerk. Dat was erg fijn, want toen kon ik op elk moment het werk laten liggen, als ik er mee wilde stoppen.”

Exposities“In de afgelopen jaren heb ik ver-scheidene malen geëxposeerd, o.a. in 2009 in de Adventskerk en in 2010 in De Bron. Afgelopen zomer had ik een mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal tot zijn recht komt Het is belangrijk om bij exposities te laten zien wat er in de textielkunst mo-gelijk is. Ik krijg vaak leuke reacties van mensen. En soms verkoop ik een werkstuk.”

Jubileumconcert KerkbladHet 25-jarig jubileum willen wij graag vieren met de lezers van het Kerkblad! Wij nodigen u van harte uit voor het jubileumconcert, op 21 mei om 15 uur in de Jozefkerk. Het concert wordt verzorgd door gospelkoor El Elohim en de ca-baretgroep Millennium Proof. Zij bereiden een fantastische middag voor!

Noteert u deze datum vast in uw agenda! Van harte welkom op zondag 21 mei.

Redactie Kerkblad

Page 3: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

Donderdag ❄ 12 januari 2017 Kerkblad – 3

WeerwoordHet is een vast punt op de agenda van de redactievergadering: nadenken over het thema van het hoofdartikel op de voorpagina van een toekomstig nummer van het Kerkblad. We spreken dan over ontwikkelingen in kerkelijk Nederland en in kerkelijk Assen, maar ook over zaken buiten dit kader. Welke vragen onze aandacht en kunnen inhoud geven aan de informatieve en opiniërende functie van ons blad? Uit dit alles vullen we de bron waaruit we in de loop van een jaargang kunnen putten.

Het thema ‘Weerwoord’ ontstond naar aanleiding van een artikel in het Kerkblad van 21 januari 2016. Het kwam van de website www.protestantsekerk.nl. Het ging over 500 jaar protestantisme en het was een inleiding op het Lutherjaar 2017. Dr. Margriet Gosker en ds. Trinette Verhoeven worden hierin geciteerd. De eerste vanuit haar functie als pro-

jectmanager voor dit jubileum vanuit de Protestantse Kerk Nederland en de tweede als president van de evange-lisch-lutherse synode van de PKN en zodanig ook betrokkene. Op de vraag, welke woorden voor hen staan voor protestant zijn, antwoordt mevrouw Verhoeven: “Protestants zijn staat ook voor maatschappelijke keuzes. Ik vind dat de Protestantse Kerk haar rol

vervult als ze opkomt voor vluchte-lingen, voor bed, bad en brood. Protestants zijn is ook weer-woord durven geven en conse-quenties durven trekken uit je geloof. Daar heeft de wereld dringend behoefte aan.”

De term ‘weer-woord’ bleef bij ons als redactie haken en we brainstormden in het afgelopen jaar over een mo-gelijke invulling door onszelf en door anderen. Het resultaat is dit jubileumnummer ter gelegen-heid van 25 jaar Kerkblad. Naast woorden ziet u verbeelding van het thema, zelfs weergegeven in een borduurwerk op de

voorzijde. Het stramien daarvan is niet overal bewerkt, Er zijn

lege ruimten die ingevuld kunnen worden; door ons als redactie en door u als

lezer. Wij hebben ‘Weer-woord’ dan ook

als terugke-rend thema voor 2017 gekozen en hopen op uw

bijdragen om dit verder uit te

werken.

Voor nu wensen wij u lees- en kijkplezier en inspiratie.

Namens de redactie,Yvonne Lussenburg, eindredacteur

De chotspe van profetenDs. Roeland Busschers

In de Bijbel krijgen profeten alle ruimte om hun Woordje te doen. Meestal is het een Weerwoord, een geduchte stem van protest tegen de actualiteit van hun dagen. Het maakt profeten zelden geliefd, hoogstens gerespecteerd. Immers, als de boodschap niet bevalt moet de boodschapper het ontgelden. En zelfs tegenover God houden profeten niet hun mond!

Bijbelse profeten hebben één overeen-komst: zij zijn met huid en haar ver-bonden aan hun eigen volk Israël. Het wel en wee van het volk Israël is ook dat van de profeet zelf. Kleine bijbelse zinnetjes wijzen daar op: ‘Jesaja, zoon van Amos, toen Uzzia… Juda regeer-den (Jesaja 1:1), of ‘…tot Hosea, de zoon van Beëri, toen Uzzia…’(Hosea 1:1). In één zin is zowel aangeduid de periode waarin een profeet optreedt als zijn verworteling binnen het volk (zoon van...). Zelfs bij de te verwach-ten toekomstige profeet is dit laatste benoemd (Deuteronomium 18:15): ‘Hij (=God) zal in uw midden profeten laten opstaan’. Dus niet van buitenaf als vreemdeling komt een profeet maar van binnen uit als vertrouwe-ling, niet als onbekende maar als be-kende. Daarom treft, prikt en tart het woord van een profeet: het komt uit de mond van één van ons! De bood-schap kan pijn doen, de boodschapper is wel een vertrouwde.

Tegen de tijdgeest in We doen een profeet tekort als we hem alleen zien als criticus. Hij blijkt meer in huis te hebben. Natuurlijk klinkt protest uit zijn mond (én uit zijn optreden) tegen allerlei misstan-den. Een profeet dreigt als de tijds-geest mooi-weer speelt, ontmaskert als de mantel der liefde teveel onrecht bedekt, klaagt aan als ‘men’ van de prins geen kwaad weet. Tegelijk pres-teert een profeet het om tegen angst en pessimisme onder het volk in te gaan. Juist wanneer het volk mismoe-dig het hoofd laat hangen, blijkt de profeet in staat om over hoop, bevrij-ding en vrede te spreken op een ma-nier die aan komt. Op z’n tijd troost een profeet zijn eigen volk en steekt het een hart onder de riem. Om dat te kunnen, dien je elkaar na te staan.

Een weerwoord tot mensen…Het woord van een profeet heeft een adres. Nu eens krijgt de koning van Israël de wind van voren als hij de re-gels van het koningschap overtreedt, dan weer ligt het gedrag van priesters onder een vergrootglas en krijgen zij er van langs, en ook de rijken krijgen het voor de kiezen. In zulke situaties spreekt de profeet namens God – en is Gods stem niet tevens de stem van de gedupeerden - een woord van protest tegen verkeerd gedrag. Het handelen dient gecorrigeerd en verbeterd te worden, dat is het doel van profeten. En al geldt de profetische kritiek be-paalde personen of groepen binnen

het volk, ieder lid van het volk Israël is als mede verantwoordelijke aange-sproken. ‘Allen zijn verantwoordelijk, sommigen schuldig’, luidt de typering door de Joods-Amerikaanse ethicus en mysticus A.J. Heschel (1907-1972) van het profetische weerwoord.

…en tot God!Bijzonder voor bijbelse profeten is hoe zij soms tegen God in gaan ten behoeve van hun eigen volk of zelfs ten behoeve van God zelf ! Sinds Abra-ham (Genesis 18) bij God pleitte voor de bevolking van Sodom en Gomorra, ook door een beroep te doen op God zelf (‘…zal de rechter van hele aar-de...’), is dit specifieke weerwoord van een profeet nooit meer verdwenen. Mozes discussieerde later net zo hef-tig met God (jouw volk, zegt God; nee, jouw volk, zegt Mozes; zie Exodus 32), zoals profeten als Jeremia en Jona dit in hun tijd deden. Het lijkt er op alsof God blij en verheugd is met een pro-fetisch tegengeluid en er maar al te graag op in gaat! Terwijl voor de pro-feet iets anders op het spel staat, na-melijk om God op andere gedachten te brengen én vooral tot andere daden te verleiden. Zowel tegenover God als tegenover mensen is het de taak van de profeet om voor ‘change-agent’ te spelen. Niet of een profeet gelijk heeft of krijgt staat voorop maar of hij in staat is verandering van gedrag bij anderen te bewerken. En zijn gereed-schap? Taal, woorden.

De kleine Jesaja van RotterdamDe woestijn zal zich verheugende dorre vlakte zal vrolijk zijnde wildernis zal jubelen en bloeienals een lelie welig bloeien.Jesaja 35

Voor wie het niet aan kan en het niet meer houdtvoor wie bang is dat oorlog gaat gebeurenvoor wie de wereld niet meer vertrouwtof wie zomaar ineens droevig zit te treuren.

Luister naar mij, hoe ik met mijn hond op padin de oorlog, toen ik nog klein waszwierf in een hopeloos verwoeste stadtoen de puinzooi mijn speelterrein was.

Het was een nare, rare, kaalgeslagen troep toenik dacht dat niets meer ooit zou groeienik dacht dat niets het ooit nog zou doentoen ik opeens die klaproos zag bloeien.

Toen wist ik, eens komt er een einde aanaan dat gedonder van kanonneneens zal de woestenij in bloei weer staaneens geeft de oorlog zich gewonnen.

Op ieder godgeklaagd terreinzullen toch klaprozen blijven komen.Dat blijft, dat zal altijd zo zijndat wordt ons nevernooitniet afgenomen.

Want tussen plastic en colablikzijn het de klaprozen die het niet latente bloeien tot hun laatste snikin de barsten van de straten.

Wees zelf een klaproos als je kanmet alle weerbarstigheid je eigendaar word je moedig en vrijmoedig vanen je bent niet klein te krijgen.

Uit: Karel Eykman, Met open ogen, De Fonteyn/NZV Uitgevers 2007

Zuccone (Profeet Habakuk) 1435, Florence Donatello (c. 1386-13 december 1466)

El Profeta, Pablo Gargallo Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst Middelheim Antwerpen

Page 4: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

4 – Kerkblad Donderdag ❄ 12 januari 2017

25 jaar kerkblad...

WeerwoordDs. Bert Altena

Als mensen tegen mij zeggen dat ik een ‘verbinder’ ben, word ik altijd een beetje blij. Want dat is precies wat je als stadspredikant wilt doen. Verbindingen leggen tussen mensen, stadsgenoten, mensen met een verschillende achtergrond, mensen die opereren vanuit diverse organisaties. Het geeft een goed gevoel als je merkt dat het hier en daar lukt om zulke verbindingen te maken. Het is stimulerend als dat door anderen wordt gezien en gewaardeerd.

Verbinden kun je opvatten als een reactie op de tendens in de huidige samenleving. Die gaat namelijk de an-dere richting uit. Steeds meer komen mensen en groepen tegenover elkaar te staan in plaats van naast elkaar.

Het onderlinge verband valt uiteen. Men leeft langs elkaar heen, ieder in zijn eigen bubbel. Verbinden is dus een weer-woord, een reactie, tegen de trend in.

Het is altijd van belang om je eigen tijd in historisch per-

spectief te zien. Dat levert een gezonde relativering op. Want vroeger was alles nog beroerder,

om het met een kwinkslag te zeg-gen. Een of twee generaties geleden leefden we in wat we toen de verzuil-de samenleving noemden. We had-den het wel gezellig, maar alleen in eigen kring. Er gaapte een grote kloof tussen de wereld van de kerkelijken, en vaak daar binnen nog tussen de diverse kerkgenootschappen, en de buitenwereld. De zuilen als eilanden van zelfgekozen isolement.

Het beeld van de eilanden gaat nog steeds op, al is de bevolkingssamen-stelling veranderd. We noemen het nu de gesegregeerde samenleving, sociale en etnische groepen die langs elkaar heen leven. Zijn we zoveel op-geschoten? Misschien toch een beetje. In toenemende mate zijn we tot het inzicht gekomen dat de eilanden met elkaar een archipel vormen. Ze horen bij elkaar. Dus is het van belang om de veerdiensten tussen de diverse eilandjes goed te onderhouden. Kort-om, om verbindingen te leggen en misschien wel bruggen te slaan, om in de beeldspraak te blijven.

De kerk is niet één van die eilandjes, maar één van de veerboten. Ze is er om de relatie te onderhouden, om verbindingen te realiseren, om men-sen bij elkaar te brengen, om mensen bij God te brengen. Ook die verbin-ding (religie) is van belang. De kerk doet dat niet, ze schept daar gelegen-heden voor.

Twee voorbeelden van activiteiten waar ik als stadspredikant bij betrok-ken ben ter illustratie. Al bijna tien jaar is er in onze stad het Platform Levensbeschouwelijke Organisaties waarin mensen uit diverse clubs el-kaar ontmoeten. In alle bescheiden-heid werken we aan onderling begrip en uitwisseling. We laten aan ieder-een zien dat je heel goed samen op kunt trekken ook al denk en leef en geloof je verschillend. De kerkelijke PopUpwinkel die inmiddels bij velen in de stad bekend is, is een ander voorbeeld. Het blijkt bij uitstek een plaats waar de kerk op een nieuwe en verrassende manier present is in het hart van de stad, als een teken van verbinding en een plaats van onvoor-waardelijke ontmoeting tussen gewo-ne mensen.

Samenleven gaat niet vanzelf. Dat is nooit zo geweest, dat is het ook van-daag de dag niet. De kerk is vanouds een plek waar het samen leven wordt geoefend. Niet het samenleven van gelijkgezinden, maar het samenleven met gelijk geroepenen. In de open kring van mensen die het brood en de beker delen, zie je elkaar aan, en weet je dat die ander ook iemand is naar wie God met liefde kijkt, net zoals dat voor jou geldt. Je wordt dus uitgeno-digd op een zelfde manier naar die ander te kijken en naar alle anderen, als je zelf gelooft door God te worden gezien.

Wie met zulke ogen in onze stad rondloopt, kijkt anders.

Verzet begint niet met grote woorden Verzet begint niet met grote woorden maar met kleine daden

zoals storm met zacht geritsel in de tuin of de kat die de kolder in zijn kop krijgt zoals brede rivieren met een kleine bron verscholen in het woud zoals een vuurzee

met dezelfde lucifer die een sigaret aansteekt zoals liefde met een blik een aanraking iets dat je opvalt in een stem jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet

en dan die vraag aan een ander stellen

Remco Campert

De kerk is een van die veerboten

Was niet mogelijk zonder de medewerking van heel veel mensen. Redactieleden, redactieraadleden (tot 2009), fotografen, kunstenaars, opmakers, abonnementenadministratie, medewerkers bezorging, en niet te vergeten de drukkerij.

Voor elk Kerkblad zijn heel veel mensen in touw om het blad bij u in de brievenbus te krijgen. Heel veel dank voor al het werk dat steeds wordt verzet om een prachtig Kerkblad te maken en te bezorgen bij de lezers!

Dhr Koetsier, een van de vele bezorgersMarcel van Beetz, grafisch vormgever Aniek de Boer, dtp-er De drukkerij

Page 5: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

Donderdag ❄ 12 januari 2017 Kerkblad – 5

Yolande Vos en dochter Sally over Struikelstenen in Assen

‘Dan wordt niemand weer iemand’Riet Verhoeven

Al een aantal jaren liggen er in de Drentse hoofdstad kubusvormige keitjes met een messing plaatje erop in de stoep gemetseld voor huizen, waar slachtoffers van het naziregime woonden. Het zijn struikelstenen. Ze geven naam aan de omgekomenen, grotendeels van Joodse afkomst, maar ook aan mensen uit het verzet. Yolande Vos stuitte bij een bezoek aan Berlijn op deze ‘Stolpersteine’ en vroeg zich af of zoiets ook al in Nederland was. Dat bleek in Borne te zijn.

“Rond Dodenherdenking 2010 zag ik op internet dit Twentse initiatief, dat daar de naam ‘gedenkklinker’ draagt. En dat bleef maar door mijn hoofd spoken. Dat zou toch ook mooi voor Assen zijn? Tijdens de TT-nacht in dat jaar sprak ik er spontaan met Martin Hiemink over die betrokken is bij de Asser Historische Vereniging. Hij re-ageerde positief op mijn idee en dat bracht ons samen bij wethouder Mau-rice Hoogeveen. Ook hij kon, namens de gemeente, achter ons plan staan en toen is het balletje gaan rollen. We hebben mensen benaderd die het bestuur zouden kunnen gaan vormen

en de Stichting Struikelstenen Assen is opgericht. Als ik terugkijk dan ben ik er wel wat naïef ingestapt. Ik wist niet hoeveel werk het zou gaan worden en hoe ingewikkeld het soms is. En ik dacht dat het voor mij, met mijn Joodse achtergrond, louterend zou gaan werken om zo een plaats te kunnen geven aan het verdrietige verleden van mijn familie.”

Een samenzwering in zwijgen“Ik ben opgegroeid in de Oudestraat waar mijn vader Sallie een paarden-slagerij had. Hij stamt uit een grote Joodse familie, waarvan de meesten

zijn omgekomen in de oor-log, Ik weet, buiten wat fei-

ten om, heel weinig over ze. Er waren nog maar één oom en twee neven over. Mijn broer, zus

en ik durfden ook geen vragen aan onze vader te stellen. Het was een te pijnlijk onderwerp in ons gezin. Onbewust ‘bewust’ vormden wij als kinderen een samenspan: een samen-zwering in zwijgen, een samenzwe-ring in stilte. Het was eigenlijk een code zonder woorden. Door onder-zoek weet ik bijvoorbeeld pas sinds kort dat de familie Vos ook gelieerd was aan de familie Van der Horst. Voor hen zijn recent struikelstenen gelegd. Onze vader heeft de oorlog overleefd dankzij een aantal moedige Assenaren. Zo is hij ondergedoken geweest bij mevrouw Zuidhof in de Oudestraat, bij de familie De Kat aan de Ooster-parallelweg, bij de familie Koekoek aan de Steendijk en bij de fa-milie De Hoop aan de Anreperstraat.”

Weerwoord tegen anonimitieitDochter Sally: “Ik was me al jong bewust van mijn oorsprong door de jaarlijkse herdenking op de Joodse begraafplaats in Assen. Toen ik op school rond m’n twaalfde jaar een film over Sobibor zag, begreep ik pas hoe erg het was. Tijdens een week-end van mijn opleiding tot creatief therapeut hoorde ik een gedicht van Ramsey Nasr op muziek van Mahler. Dat ging over Joodse musici die niet meer mochten optreden met hun or-kest. Toen realiseerde ik me dat je de geschiedenis van je voorouders met je meedraagt. Bij de onthulling van de laatste struikelstenen heb ik als verre nabestaande een in memoriam voorgelezen. Daarin stond dat Jansje van der Horst met haar drie jaar het

jongste slachtoffer uit de Javastraat was en haar overgrootvader Levie Leip Vos met zijn 95 jaar het oudste. Dat komt wel bij je binnen! De naam op het messing plaatje en het noemen daarvan is als het ware een weer-woord tegen de anonimiteit. Het indi-vidu wordt benadrukt, je maakt van niemand weer iemand. Een abstract getal van 6 miljoen wordt mens. En dat doet Stichting Struikelstenen ook; ik ben trots op mijn moeder dat zij daartoe het initiatief nam in Assen.”

Een soort begrafenisYolande: “Zoals ik al zei heb ik on-derschat dat er voor het leggen van de juiste steen op de juiste plek veel onderzoek nodig is. Ik dacht als we maar weten wie waar woonde dan is het een overzichtelijke zaak. Maar er is zoveel veranderd in Assen, denk al-leen maar eens aan de omgeving van het Koopmansplein. Men moest met kaarten van het kadaster en woning-kaarten de juiste locaties vinden. En dan moet de informatie op de steen ook kloppen: waar is iemand heenge-voerd en wat is de datum van overlij-den? Informatie krijgen we bijvoor-beeld van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork en het Digitaal Joods Monument. Ook nabestaanden moeten opgespoord worden, zoals in Israël of de Verenigde Staten. Maar ik heb ook onderschat dat het veel emo-tie bij me oproept. Vooral als je meer details over een slachtoffer weet. In-middels is de Stichting Struikelstenen Assen over de helft van de 450 stenen die er gelegd moeten worden. Elke onthulling voor een Joods slachtoffer of iemand uit het verzet voelt eigen-lijk als een soort begrafenis, die nooit heeft plaatsgevonden.”

25 jaar kerkblad

Eerste Kerkblad 1992 Pinksteren 2001 Kerst 2002 Pasen 2005

Page 6: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

6 – Kerkblad Donderdag ❄ 12 januari 2017

Ralph du Long: een man van weerwoordKoos Wight

Soms zijn keuzes in je leven niet altijd weloverwogen en lijken ze onbewust gemaakt te zijn. Ze passen je echter als een maatpak. Dat is ook het geval in het leven van Ralph du Long. Na zijn schoolopleiding in Assen, gaat hij rechten studeren in Groningen. Over deze stap en ook over wat hij met die studie zou gaan doen had hij geen helder beeld. Hij woonde in het oude gekraakte R.K. Ziekenhuis in Groningen. Daar kwam hij in contact met mensen met allerlei achtergronden en raakte hij betrokken bij een kameradviesbureau en de rechtswinkel.

Na enkele jaren lesgeven in het on-derwijs werd Ralph coördinator van het Anti Discriminatie Bureau Dren-the. Al gau w werkte hij op landelijk en internationaal niveau. Ook was hij actief als coördinator van het Bureau Sociaal Raadsliedenwerk; een organi-satie voor juridische steun aan men-

sen aan de onderkant van de samen-leving. Zo, op het eerste gezicht, rolde hij vanzelf in het een en het ander. Maar duidelijk was wel dat het steeds maatschappelijke keuzes waren, die hem veel leerden. Inmiddels was hij freelancer die zich inzette, ook inter-nationaal, voor minderheden. Zijn

eerste opdracht was voor de European Gay and Lesbian

Sport Federation, waarvoor hij moest lobbyen bij de Europe-se Unie en de Raad van Europa.

Wanneer eind jaren ’90 het internet gemeengoed wordt, neemt Du Long onder meer met provider De Digita-le Stad deel aan een werkgroep, die zich bezighoudt met discriminatie en kinderpornografie op het internet. In 2001 wordt de VN Wereldconferentie tegen Racisme in Durban (Zuid-Afrika) gehouden. Daar werkt hij met een groep mensenrechtenorganisaties mee aan de totale verslaggeving van deze conferentie die voor het eerst via het internet gedaan werd. Zijn betrokkenheid bij minderheden, zoals homoseksuelen, vluchtelingen en migranten is de rode draad in zijn carrière; evenals de bestrijding van rechts-extremisme.

Durf te besluitenDu Long: “Minderheden eisen steeds meer hun plaats op. Dat geeft span-ningen. De vanzelfsprekendheid in onze samenleving is aan het verdwij-nen. De discussies rond Zwarte Piet en de slaven op de Gouden Koets zijn daarvan een voorbeeld. Wij moeten ons bewust worden van die verande-ring. Het is een illusie te denken dat alles hetzelfde blijft. Waar het om gaat is integratie. Daar wordt met name door de politiek nog te weinig aandacht aan gegeven. Politici zijn bang om radicale besluiten te nemen uit angst voor de kiezer.”

Dat uiteindelijk de kiezer het heft in eigen kan nemen blijkt, volgens Ralph, wel uit de Maidan-revolutie te Kiev in Oekraïne. Hij heeft daar in het kader van de Organisatie voor Vei-ligheid en Samenwerking in Europa ’s nachts observaties gedaan. Er was veel geweld, er verdwenen mensen en de revolutie zou, naar zijn mening, mislukt zijn als niet massa’s mensen overal vandaan naar het Maidanplein gekomen waren. Doordat zovelen er fysiek waren en hun stem hebben laten horen, is er een verandering in gang gezet. Velen hebben daarbij hun angst moeten overwinnen.

Moreel kompasDu Long stelt dat kerken een be-langrijke bondgenoot zijn in het bestrijden van discriminatie en het opkomen voor mensenrechten. “De kerk is een moreel kompas en op kerkmensen kun je vertrouwen. Van-uit kerken en kerkelijke organisaties wordt ontzaglijk veel steun gegeven. Een voorbeeld hiervan op plaatselijk niveau was de actie voor de broers Isaacs. Er kon vergaderd worden in de Jozefkerk, in het actiecomité zaten mensen van de protestantse gemeen-te en elke dinsdagmorgen stonden er weer mensen bij de politietoren. Daar waar het knelt en schuurt in de samenleving moet je een eigen geluid laten horen. Luid en duidelijk laten zien waar voor je staat. Eigen geluid is het weerwoord op die stemmen die de mensenrechten niet respecteren, die aanzetten tot verdeeldheid en haat.”

Hoofdbezorger Diek Neerhof

Een taak met voldoeningOf het nu hagelt of sneeuwt, of de wegen glad zijn en het stormt, Diek Neerhof rijdt elke twee weken naar Meppel om het Kerkblad op te halen. Drukkerij Hoekstra Krantendruk uit Emmeloord levert het Kerkblad in pakketten af bij een verzameldepot en Diek vervoert het Kerkblad verder naar Assen. Daarna brengt hij de pak-ketten naar het Kerkelijk Bureau en de wijkhoofden bezorging.

Zestien jaar geleden begon hij als hoofdbezorger van het Kerkblad. De (toenmalige) Redactieraad van het Kerkblad vroeg hem toen om de taak van zijn voorganger over te nemen. Zijn taak is het Kerkblad bij de wijk-

hoofden te bezorgen. De wijkhoofden verdelen de Kerkbladen over de bezor-gers, die ervoor zorgen dat het Kerk-blad bij u in de brievenbus komt. Als er problemen zijn bij de bezorging, dan probeert Diek dit op te lossen.

Toen het Kerkblad nog bij drukkerij Van der Meer in Oosterwolde werd ge-drukt, reed hij elke twee weken naar deze drukkerij om de Kerkbladen op te halen. Soms was er ook nog tijd om een kijkje te nemen bij de drukpers, als het Kerkblad nog niet klaar was. Nu laadt hij alleen de kranten in de auto en rijdt weer terug naar Assen.

Hij heeft een strak tijdschema om ervoor te zorgen dat het Kerkblad op tijd op het Kerkelijk Bureau is. Dan kunnen de heren die de postverzen-ding van het Kerkblad verzorgen, om 9 uur aan het werk. Daarna rijdt hij langs de wijkhoofden om de Kerkbla-den bij hen af te geven. Als het Kerk-blad op woensdag op tijd bij de wijk-hoofden is, kunnen de bezorgers hun bezorgtijden zelf kiezen: op woensdag of op donderdag.

Er zijn meer dan 150 bezorgers die het Kerkblad rondbrengen. “De bezor-ging van het Kerkblad is goed gere-geld”, vertelt Diek. “25 jaar geleden is daar een goed doordacht systeem voor opgezet, dat nu nog heel goed functi-oneert. Het hele systeem staat bij mij op papier, zodat het goed overdraag-baar is. Niet dat ik ermee wil stoppen.

De taak van hoofdbezorger geeft mij veel voldoening. De bezorgers zijn heel trouw, sommigen brengen het Kerkblad al 25 jaar lang rond!”

Yvonne Lussenburg

25 jaar kerkblad

Pinksteren 2005 Pinksteren 2007 Pinksteren 2010 Jubileumnummer

Page 7: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

Donderdag ❄ 12 januari 2017 Kerkblad – 7

KOOSWeerhaak

Op 8 december hield Karin van den Broeke, preses van de Protes-tantse Kerk, in ‘Mooi verhaal’ een lezing naar aanleiding van

de nota De kerk in 2025. In de discussie die daarop volgde wierp een van de aanwezigen de vraag op welke rol de protestantse kerk kan spelen in de toenemende polarisa-tie in ons land. Een heikele vraag, waarop ook niet een eenvoudig antwoord te geven is. Wanneer je probeert een antwoord te vinden op deze vraag, begeef je je al snel op het terrein van de politiek. Po-litiek en kerk(gangers) verhouden zich tegenwoordig niet meer zo goed met elkaar. Toen Nederland nog een verzuilde samenleving was, lag het enigszins eenvoudiger: katholieken stemden op de KVP, de hervormden stemden meestal CHU of PvdA (afhankelijk van de modaliteit waartoe je jezelf reken-de) synodale gereformeerden ARP, enzovoort. Met de ontzuiling en de veranderingen in het politieke landschap, werden die politieke voorkeuren minder vanzelfspre-kend. Dat de politieke oriëntatie dwars door de kerkgenootschappen heen liep, werd goed gevoeld in het begin van de jaren tachtig toen de eventuele plaatsing van kruisraket-ten de kerk in rumoerig vaarwater bracht. De meningen van IKV-ers en ICTO-aanhangers stonden tegen-over lijnrecht elkaar.

Maar kruisraketten zijn iets anders dan een vluchtelingenstroom, een sterk veranderend zorgstelsel, de opkomst van populistische politie-ke partijen om slechts drie van de problemen te noemen. De tijd is voorbij dat kerkgenootschappen hun gelovigen voorschreven wat hun politieke keus moest zijn.

De scriba van de Protestantse Kerk, ds. René de Reuver, zei in een inter-view in NRC-Handelsblad dat wat hem betreft PVV’-ers van harte wel-kom zijn in de kerk. Maar hij zal niet zeggen dat je ‘als kerkganger geen PVV mag stemmen. Dan zet je mensen weg. Dat mag je als kerk niet doen.’

Maar de kerk kan wel meer doen. Niet alleen moet de kerk ‘de onder-grens benoemen van het menselijk fatsoen’, zoals Stephan Sanders stelt in Trouw van 14 december, zij zou luid en duidelijk moeten aan-geven welke politieke uitgangspun-ten niet in overeenstemming zijn met de bijbelse boodschap. Leg alle partijprogramma’s maar langs de lat van de Bergrede (Matteüs 5) en de Rede der Laatste dingen (Matteüs 24 en 25)

Daar waar de zorg voor de vreem-deling onder ons, voor de wedu-wen, de wezen, de armen en zieken met voeten wordt getreden, moet de kerk i.c. de Protestante Kerk haar stem laten horen. Niet om te veroordelen, maar om te laten zien hoe volgens de Bijbel mensen met elkaar dienen om te gaan. Dat tegengeluid moet bij herhaling ge-hoord woorden, zodat het als een weerhaak in het geweten van men-sen blijft haken.

Kuitert de KetterDs. Peter van de Peppel

Eén van mijn leermeesters was prof. dr. H.M. Kuitert (1924). Hoogleraar theologie aan de Vrije Universiteit toen ik daar begon in 1973. Kuitert doceerde inleiding in de dogmatiek en ethiek. Maar vooral zijn dogmatische gedachten waren van grote invloed. Hij was de grote rebel binnen de Gereformeerde Kerken in Nederland. Daarin groeide hij op, maar de geloofsinzichten en de dogmatiek begon hij steeds meer te betwijfelen en te bestrijden.

Het begon met strijd over de schepping. Moeten we Genesis 1 en 2 let-terlijk ver-staan? Kui-tert vond van niet. Daarmee legde hij de bijl aan de wortel van

de bijbelbeschouwing. Want als je aan de letterlijkheid van één verhaal twij-felt, waarom dan ook niet aan andere, bijvoorbeeld de opstanding van Chris-tus? Na zijn emeritaat publiceerde Kuitert een aantal boeken, waarin hij de geloofsleer beklopte op rationele consistentie en houdbaarheid. Het begon met zijn boek ‘Het algemeen betwijfeld christelijk geloof’ (1992). Daarna volgde nog een aantal boeken. Uiteindelijk werd zijn positie die van twijfelaar. Hij noemt zich nu agnost (= ik weet het niet) en geen Godgelovige.

Als leerling van hem heb ik inmid-dels een nogal tweeslachtige houding

ten opzichte van hem gekregen. Aan de ene kant bewondering voor zijn scherpzinnigheid en zijn heldere stijl van schrijven. Ook een groot respect voor zijn moed om tegen de hoofd-stroom in te gaan. Dat deed hij ook in de zeventig en tachtiger jaren toen hij in zijn boek ‘Alles is politiek, maar politiek is niet alles’ (1985), de hele ‘linkse kerk’ tegen de haren instreek en die was groot en machtig, vooral aan de universiteiten in die dagen. Hij durfde rebel te zijn en dat is niet gemakkelijk.

Wat mij aan de andere kant tegen-staat is de wel heel rationele en recht-lijnige manier van redeneren, die hij gemeenschappelijk heeft met de ge-reformeerde vaderen die hij bestreed. Voor mij is geloven meer dan de leer, het is ook een gemeenschap vormen en samen proberen te leven volgens de richtlijnen van het evangelie. Bo-vendien kun je in een leer niet alles vastleggen van het geloof. Vooral het aspect van de gevoelens blijft sterk onderbelicht in het werk van Kuitert.

Op donderdag 24 november was ik aan de Vrije Universiteit, omdat op die dag een biografie van Kuitert* werd gepresenteerd. Er was een sym-

posium met een aantal korte lezingen. Het heeft mij gehol-

pen het beeld dat ik van Kui-tert heb iets vollediger te maken.

Eén spreker was hem vooral dank-baar voor zijn mentaliteit. Altijd be-reid om verantwoording af te leggen van zijn geloof en niet bereid zich neer te leggen bij gemeenplaatsen of bij een heilige overlevering. Een andere spreker betoogde dat ‘ketters’ nodig zijn, omdat zij de leer en de kerk behoeden voor verstarring en verstening. Voor zelfgenoegzaam achterover leunen. Ook leerde ik dat er wel degelijk rationele kritiek mo-gelijk is op Kuiterts uitspraken. De bekendste daarvan is: ‘Alle spreken over boven komt van beneden, ook de uitspraak dat iets van boven komt’. Die uitspraak gaat toch uit van enige kennis van boven, hoewel ze die juist bestrijdt.

Wat ik jammer vind is dat deze ketter nu beland is aan de kant van ongelo-vig weldenkend Nederland. Inmiddels de meerderheid van de bevolking, die niet meer gelooft. En de kerk achter-haald vindt en ouderwets. Wat zou het leuk zijn als Kuitert nog eens een steen in de vijver van hun zelfgenoeg-zame neerbuigendheid zou weten te gooien. Inmiddels is hij daar natuur-lijk te oud voor. Wie weet moet ik als discipel van hem op dat punt het stokje overnemen.

* Gert Peelen, Spreken over boven. Harry Kuitert, een biografie, Vesuvius, 512 blz., €29,95

25 jaar kerkblad

Pasen 2016

Kerkblad

Zie de mens

Kerst 2013

Sjoege! Onlangs kreeg ik het verzoek om een korte bijdrage schrijven voor de spe-ciale editie van het jubilerende Kerk-blad van de PGA waarin het thema ‘Weerwoord’ centraal staat. Ik besluit het verantwoord aan te pakken en ik zoek op internet naar betekenis en synoniemen van dit zelfstandig naam-woord. Al surfend stuit ik op het syno-niem ‘sjoege’. Dat lijkt me een mooi aanknopingspunt. Het woord sjoege is waarschijnlijk ontleend aan het Jiddische sjoewe ‘antwoord’/sjoewe geven ‘antwoord geven’, aldus www.etymolo-giebank.nl.

In ons dagelijks taalgebruik wordt sjoege meestal gebruikt om aan te geven dat iemand niet reageert op vra-gen, situaties en ontwikkelingen: hij of zij geeft geen sjoege! Maar hoe heeft

het Kerkblad zich de afgelopen 25 jaar ontwikkeld? Heeft de redactie van het Kerkblad antwoord, reactie willen en kunnen geven op ontwikkelingen in kerk en samenleving? Wel of geen sjoege?Kijkend naar de feiten dan is duidelijk dat de redactie zich toelegt op com-municatie op verschillende terreinen: zij informeert ons over wat er speelt op het kerkelijk erf in Assen en in de landelijke kerk. Bovendien functio-neert het als een soort ontmoetings-plaats door plek in te ruimen voor mensen die zich over hun geloof en hun ervaring willen uiten in inter-views, columns, meditatieve teksten, pastorale rubrieken etc. Ook is er aandacht voor bezinning, inspiratie en geloofsoriëntatie. Naast de uitdaging om elke veertien dagen de lezers weer adequaat te informeren en te inspireren zie ik pu-bliceren in het Kerkblad ook als een

kans voor de redactie om duidelijk te maken dat de Protestantse Gemeente Assen midden in de samenleving wil staan.

Al met al lijkt het mij wel duidelijk: het Kerkblad geeft sjoege!

Thilla Franken Voorzitter Alge-mene Kerken-raad

Kerst 2014 Pasen 2016

Page 8: 2 – Kerkblad - pkn-assen.nl · mooie tentoonstelling in de biblio-theek in Hoogeveen. Ik ben kritisch met betrekking tot de tentoonstel-lingsruimte, ik wil graag dat mijn werk optimaal

8 – Kerkblad Donderdag ❄ 12 januari 2017

WeerwoordEen knappe inspirerende woordkeu-ze van de redactie, zo vind ik zelf en eenmaal in m’n hoofd laat het me niet meer los. ‘Weerwoord’, daar kun je alle kanten mee op, zowel positief als negatief. Toen ik nog bij mijn ouders thuis woonde had dat woord voor mij een negatieve lading.

Niet alleen bij mij thuis, het was de tijd van luisteren, doen en vooral geen weerwoord. Het weerwoord in mijn jeugd heette ‘grote mond’ en het weerwoord van nu ‘mondig’. Voor mijn gevoel was het toen te strak en nu te los. Ouders doen het nooit goed. Het zijn ook mensen, heb ik later uit eigen ervaring ontdekt.

Erger vind ik weerwoorden zowel van regeringsleiders, politici, leiders van geestelijke stromingen, die grote groepen mensen met hun weerwoord schaamteloos, normloos, wegzetten en behandelen als er niet toe doende, zonder bestaansrecht.

Positieve weerwoorden zijn gestoeld op menslievendheid. En laten we wel zijn, zulke mensen vind je gelukkig nog in alle geledingen van onze sa-menleving. Mensen op elk niveau en hetzelfde doel, namelijk waar nodig christelijk weerwoord te zijn in woord en daad.

Dat is waar het uiteindelijk om gaat.

Abel Jagersma

Weerwoord

Beschrijf een kunstwerk dat uitdrukking geeft aan

‘weerwoord’. Een opdracht die bijna onmogelijk is.

Ik dacht eerst zelf een woordschilderij te maken met

als titel ‘Kijk maar, het is niet wat het lijkt’ naar aan-

leiding van de gedichtenbundel van Martinus Nijhof

‘Lees maar er staat niet wat er staat’. In Trouw las ik

ooit een artikel over Han van Meegeren, meester-ver-

valser. Daarin las ik dat hij de gevestigde orde van

kunstkenners ‘weerwoord’ gaf door hen erin te laten

lopen met een door hem geschilderde ‘Vermeer’ De

Emmaüsgangers. Maar het weerwoord vond ik voor

de hand liggend naast mij op tafel in mijn verjaar-

dagskalender van Marius van Dokkum ‘Dansje in

de kerk’ daar zitten de mensen van de kerk hoog

verheven in hun kerkbank… net als wij misschien?

Zij luisteren naar het Woord ‘dat geen duimbreed zal

wijken en stand houdt tot in eeuwigheid.’ Intussen

danst het Lam Gods dat de zonden der wereld draagt,

lichtvoetig en vrolijk in een cirkel van licht dat van

elders komt, als een kind voor in de kerk. Zichtbaar

als een weerwoord.

Ate Hamstra

WeerwoordAls een geluksmomentlees ik jarenlang de kranttezamen met een kop koffieniets aan de hand

nu zoek ik naast hetwereldnieuws naarstignaar een weerwoordvan christenen

ver weg en dichtbijdie met mijgelovig hopenop wat Hij zei:

“zie, Ik kom haastig”

Abel Jagersma

Dansje in de kerk, copyright Marius van Dokkum, Art Revisited, Tolbert