1970 - Nummer 6 - 02 november 1970

4
blad van de economische faculteit l november 1970 Geachte Rostra-lezer, Ook nu weer artikelen om op te reageren. Faculteitsvoorzitter Prof. Dr. A. J. van den Tempel· ,lk ben erg voor privacy, heel sterk, lk heb bijvoorbeeld, ondanks verzoeken van kranten nooit een foto ingestuurd. Als u dan ook lastst zogenaamd een toto van mij in , Oe Telegra;af" hebt zlen staan wat det er een van mijn broer. lk vlnd het type interview, waar persoonlijke dingen in staan, wei voor de hand liggend voor politici bijvoorbeeld. Bij mensen die func- tioneel optreden, zoals ambtenaren, vlnd ik het niet nodig. Wat zo'n man verder denkt, en wat hij aan hobbies doet, daar heeft het publiek niets mee te maken." .,lk lijd niet in het minst onder het wat minder aardige imago van de fiscus. De mensen zijn meestal zo vriendelijk om mij daar niet zo veel van te uoen blijken . Het is overigens dui · delijk dat de belastingen onmisbaar zijn en ik denk dat zij nog omhoog zullen gaan. Be- lastingen en sociale verzekeringen zijn nu zo 'n 40°/o van het nationale inkomen en wij zullen deze eeuw wei de 50% be- reiken . Er zijn steeds meer behoeften waarin we aileen collectief kunnen voorzien. Ook een minister als Witteveen ontkomt niet aan een vrij scherpe stijging van de uit- gaven. Het is waar dat als het inkomen reeel stijgt, de mensen voor meer din- gen zeit kunnen zorgen. We hebben maar een minister gehad sinds de tweede we- reldoorlog gedurende wiens bewind de uitgaven niet zi jn gestegen, dat is Hofstra geweest. Daarna is het weer pijlsnel om- hoog geschoten. Naarmate de welvaart stijgt verschuiven de maatschappelijke criter · ia voor behoeftigheid . Een arbeider die in de 19e eeuw werkte en die in een van die woningen in de buurt van de Marnixstraat woonde, die -te laag waren om recht op in te staan , en die elke dag zi jn brood had, daarvan zei men .,Daar hoeft niet voor gezorgd te word en". Nu zegen we onmogelijk, dat je dat handhaaft. Er zit in mijn vak wei toekomst hoor. De belastingmoraal? Nederland is stellig een van de goede Ianden . Elders in de EEG is het daarmee soms maar matig gesteld , zoals bij inkomstenbelasting buiten de loonsteer in Frankrijl <. In ltalie zou val- gens een studie zelts van de omzetbelas- ting een derde worden ontdoken . Oat is een groot probleem, want aan gelijkheid op papier heb je niets. Het voorzitterschap van de taculteit is wei een tijdrovende zaak, Ja. lk heb het niet geamb ieerd. Om meer tijd te hebben voor mijn eigenlijke werk, hoople ik dat het ean mij zou voo rbijgaan . Maar de taculteit heett er tenslotte recht op dat iemand op zij n beurt voorzitter is. lk heb net een tormulier ingevuld van het CBS over mijn tijdsbesteding in een bepaalde week. In die week van mei ble- ken 23 uur te zijn gegaan naar het be- stuur en beheer (zo heet dat): vergaderin- gen, besprekingen en veel teletoneren. In dat laatste gaat veel tijd zitten. Als je vier, vijf mensen nodig hebt, kan je dat gauw een paar uur kosten. Op de lange duur is dit een onhoudbare zaak. Ook andere fa- cultei1svoorzitters zeggen vrijwel niets an- ders te kunnen doen dan dat en de di- recte onderwijstaak. Hetzeltde geldt trou- wens in meerdere of mindere mate voor andere functies in de faculteit. Kun je dit werk overdragen aan ambtenaren? Een groot bezwaar daarvan is dat ais de man goed is hij zich al gauw een beetje breed maakt , en wat komt er dan van de de- mocratisering terecht ? lk ben er een voor- stander van, dat de beslissende invloed zoveel mogelijk in handen blijft van men- sen die vertegenwoordiger zijn . Met de standpunten van de studenten wordt in de faculteit wei degelijk rekening gehouden. lk heb wei eens de indruk dat voor sommigen de mening van de stu- dentenvertegenwoordig ers zwaarder weegt dan de stem van collega·s. Van de studenten zijn in de vier jaar dat zij aan de faculteitsvergadering deelnemen, · tal van init iatieven uitgegaan en die zijn heel serieus genomen door de facult eit. lk werk prettig samen zowel met de verte- genwoordigers van de stat als met de vert egenwoordigers van de studen ten. We zit t en in een situatie die misschien niet representatiet is voor de hele universiteit. Een van de betere punten van het ont- werp-Veringa is dat de oude structuur, de strenge atscheiding van de groep hoog- leraren en lectoren van · de wetenschappe- lijke stat, wordt doorbroken. Het werken als statlid is een levensstaat geword en, met e-3n taak die vaak hoge eisen stelt. Er ontstaat een taakverdeling , waarbij die scherpe scheiding niet Ianger past. Van- daar dat ik in de senaat indertijd heb ge- stemd voor eenheid van het wetenschap- pelijk corps . lemand die zeltstandig een vak beoetent, moet de functie van hoofd- medewerker als een eindfunctie kunnen zien. Niet als een functie van .,nou ben ik gestrand, want ik ben geen l ecto r of hoogleraar geworden" . Voor zijn spe- cialisme kan er wei geen leerstoel be- staan maar dan moet hij ook geen mede- werker blijven helen. Wij hebben in ons land niet veel aanspreektitels. Professor is er een met een zware klan k. Het be- zwaar ervan is dat het gebruik extra at- stand schept juist in de gevallen dat er al veel atstand is. Hij kan naar mijn me- ning zonder schade verdwijnen. Je zegt ook n·iet lector of dag hoofdmedewerker als je binnen komt. Op het tentamen is het nog het minst storend, om te worden aangesproken met professor, maar zodra ik dan die man op vakantie tegen kom en hij gaat dan aldoor professor tegen me zeggen, dat klinkt toch een beetje . .. he? Je beroep wordt altijd maar rondg eroe- pen ook."

description

dan ook lastst zogenaamd een toto van mij in ,Oe Telegra;af" hebt zlen staan wat det er een van mijn broer. lk vlnd het type interview, waar persoonlijke dingen in staan, wei voor de hand liggend voor politici bijvoorbeeld. Bij mensen die func- tioneel optreden, zoals ambtenaren, vlnd ik het niet nodig. Wat zo&#39;n man verder denkt, en wat hij aan hobbies doet, daar heeft het publiek niets mee te maken." zwaar ervan is dat het gebruik extra at- nu zo&#39;n 40°/o van het nationale inkomen

Transcript of 1970 - Nummer 6 - 02 november 1970

Page 1: 1970 - Nummer 6 - 02 november 1970

blad van de economische faculteit l november 1970

Geachte Rostra-lezer,

Ook nu weer artikelen

om op te reageren.

Faculteitsvoorzitter Prof. Dr. A. J. van den Tempel·

,lk ben erg voor privacy, heel sterk, lk heb bijvoorbeeld, ondanks verzoeken van kranten nooit een foto ingestuurd. Als u dan ook lastst zogenaamd een toto van mij in , Oe Telegra;af" hebt zlen staan wat det er een van mijn broer. lk vlnd het type interview, waar persoonlijke dingen in staan, wei voor de hand liggend voor politici bijvoorbeeld. Bij mensen die func­tioneel optreden, zoals ambtenaren, vlnd ik het niet nodig. Wat zo'n man verder denkt, en wat hij aan hobbies doet, daar heeft het publiek niets mee te maken."

.,lk lijd niet in het minst onder het wat minder aardige imago van de fiscus. De mensen zijn meestal zo vriendelijk om -~genover mij daar niet zo veel van te

uoen blijken. Het is overigens dui·delijk dat de belastingen onmisbaar zijn en ik denk dat zij nog omhoog zullen gaan. Be­lastingen en sociale verzekeringen zijn nu zo 'n 40°/o van het nationale inkomen en wij zullen deze eeuw wei de 50% be­reiken.

Er zijn steeds meer behoeften waarin we aileen collectief kunnen voorzien. Ook een minister als Witteveen ontkomt niet aan een vrij scherpe stijging van de uit­gaven. Het is waar dat als het inkomen reeel stijgt, de mensen voor meer din­gen zeit kunnen zorgen. We hebben maar een minister gehad sinds de tweede we­reldoorlog gedurende wiens bewind de uitgaven niet zijn gestegen, dat is Hofstra geweest. Daarna is het weer pijlsnel om­hoog geschoten. Naarmate de welvaart stijgt verschuiven de maatschappelijke criter·ia voor behoeftigheid. Een arbeider die in de 19e eeuw werkte en die in een van die woningen in de buurt van de Marnixstraat woonde, die -te laag waren om recht op in te staan, en die elke dag zijn brood had, daarvan zei men .,Daar hoeft niet voor gezorgd te worden". Nu zegen we onmogelijk, dat je dat handhaaft.

Er zit in mijn vak wei toekomst hoor. De belastingmoraal? Nederland is stellig een van de goede Ianden. Elders in de EEG is het daarmee soms maar matig gesteld, zoals bij inkomstenbelasting buiten de loonsteer in Frankrijl<. In ltalie zou val­gens een studie zelts van de omzetbelas­ting een derde worden ontdoken. Oat is een groot probleem, want aan gelijkheid op papier heb je niets.

Het voorzitterschap van de taculteit is wei een tijdrovende zaak, Ja. lk heb het niet geambieerd. Om meer tijd te hebben voor mijn eigenlijke werk, hoople ik dat het ean mij zou voorbijgaan . Maar de taculteit heett er tenslotte recht op dat iemand op zijn beurt voorzitter is.

lk heb net een tormulier ingevuld van het CBS over mijn tijdsbesteding in een bepaalde week. In die week van mei ble­ken 23 uur te zijn gegaan naar het be­stuur en beheer (zo heet dat): vergaderin­gen, besprekingen en veel teletoneren. In dat laatste gaat veel tijd zitten. Als je vier, vijf mensen nodig hebt, kan je dat gauw een paar uur kosten. Op de lange duur is dit een onhoudbare zaak. Ook andere fa­cultei1svoorzitters zeggen vrijwel niets an­ders te kunnen doen dan dat en de di­recte onderwijstaak. Hetzeltde geldt trou­wens in meerdere of mindere mate voor andere functies in de faculteit. Kun je dit werk overdragen aan ambtenaren? Een groot bezwaar daarvan is dat ais de man goed is hij zich al gauw een beetje breed maakt, en wat komt er dan van de de­mocratisering terecht? lk ben er een voor­stander van, dat de beslissende invloed zoveel mogelijk in handen blijft van men­sen die vertegenwoordiger zijn.

Met de standpunten van de studenten wordt in de faculteit wei degelijk rekening gehouden. lk heb wei eens de indruk dat voor sommigen de mening van de stu­dentenvertegenwoordigers zwaarder

weegt dan de stem van collega·s. Van de studenten zijn in de vier jaar dat zij aan de faculteitsvergadering deelnemen, · tal van initiatieven uitgegaan en die zijn heel serieus genomen door de faculteit. lk werk prettig samen zowel met de verte­genwoordigers van de stat als met de vertegenwoordigers van de studenten . We zitten in een situatie die misschien niet representatiet is voor de hele universiteit.

Een van de betere punten van het ont­werp-Veringa is dat de oude structuur, de strenge atscheiding van de groep hoog­leraren en lectoren van ·de wetenschappe­lijke stat, wordt doorbroken. Het werken als statlid is een levensstaat geworden, met e-3n taak die vaak hoge eisen stelt. Er ontstaat een taakverdeling, waarbij die scherpe scheiding niet Ianger past. Van­daar dat ik in de senaat indertijd heb ge­stemd voor eenheid van het wetenschap­pelijk corps. lemand die zeltstandig een vak beoetent, moet de functie van hoofd­medewerker als een eindfunctie kunnen zien . Niet als een functie van .,nou ben ik gestrand, want ik ben geen lector of hoogleraar geworden". Voor zijn spe­cialisme kan er wei geen leerstoel be­staan maar dan moet hij ook geen mede­werker blijven helen. Wij hebben in ons land niet veel aanspreektitels. Professor is er een met een zware klank. Het be­zwaar ervan is dat het gebruik extra at­stand schept juist in de gevallen dat er al veel atstand is. Hij kan naar mijn me­ning zonder schade verdwijnen. Je zegt ook n·iet lector of dag hoofdmedewerker als je binnen komt.

Op het tentamen is het nog het minst storend, om te worden aangesproken met professor, maar zodra ik dan die man op vakantie tegen kom en hij gaat dan aldoor professor tegen me zeggen, dat klinkt toch een beetje . .. he?

Je beroep wordt altijd maar rondgeroe­pen ook."

Page 2: 1970 - Nummer 6 - 02 november 1970

FIGUURLIJK

Reliek

Onze christelijke beschaving manifes­teert zich niet uitsluitend in de kerk. Neem de krachtige relipop - beweging in de mu­ziek. Wij zitten er· midden in . Allerlei reli­gieuze muziekwerken worden herschre­ven voor de jukebox. Bach word! getrans­formeerd naar een jazzbasis. In plaats van op een slagwerk slaat men bij amuse­mentsmuziek gerust op een orgel. Zo van nachtmis naar nachtclub. En er komi een geheel nieuw type smartlap. Neem het lied van de man die zingt dat hij naar ,.Uw Kerk, 0 Heer" komt aileen om de muziek. Orgeltonen gaan het bed omlijs­ten in plaats van het gebed. Zo van kerk­bank naar 'werk'bank. Met nota bene soms notoire athe'lsten aan het klavier. Ook in het buitenkerkelijke buitenbos is relipop populair. Zelfs antipapisten gaan relipop.

Hoewel Bougainvillea uitsluitend uit­komt onder het label Rostra is hij verre van eenzijdig. Hij heeft veel belangstelling voor elke pop en de relipoprage boeit hem. Misschien komt het daardoor dat hem een vergelijkbaar verschijnsel in de economische wetenschap opviel. Hij zou van reliek wilkm spreken.

Kruisweg

Ook in de economie religieuze inslagen. En heus niet aileen van ·de zijde van economen-clerici, als daar zijn : dominae malthus, priester cobbenhagen, erfpriester cohen en bisschop berkeley. Nee hoor. Zo heb ik allesbehalve vrome medestu­denten wei eens horen beweren dat J. M. Keynes een afkorting is van Joseph Maria Keynes. lnderdaad, net als bij de relipop zie je ook uit onverdachte hoek de reli­gieuze vormen binnendringen. Als voor­beeld zou ik nog twee heel goede eco­nomie-boeken wil len aanhalen. Cotta te­kent in zijn economisch woordenboek 1)

een marginale kostencurve waarin men di­rekt een - zij het omgevallen - gotisch kerkraam herkent. Hetzelfde verschijnsel in het boek Economisch calculeren van Vet 2 ). In beide gevallen is het boek goed en rammelt aileen de tekening . Oat kan geen toeval zijn . Economie waardevrij? Niels hoar. Gelukkig niet: wij hebben onze religieuze waarden lekkertjes bij de hand. Zelfs boven de Moerdijk. (Waarom dacht U anders dat ze o:1ze heer drs. kruis naar Tilburg halen). Zalige wetenschap.

Boris Bougainvillea

Nolen:

1) A. Cotta et al., Dictionnaire de science eco­nomique, Marne, Paris, 1968, 437 biz.. Ge­schikt en overzichtelijk boek. Aanbevolen /ectuur voordat men gaat beg innen aan het /ezen van franstalige economische lite ratuur om a/vast met een aantal termen vertrouwd te raken. Ook a/s nas/agwerk bruikbaar. De gewraakte tekening staat op biz. 111.

2) J . W. Vet, Economisch calculeren, 2e druk, Aqon Elsevier. Amsterdam/Brusse l, 1968, 229 biz. Tot de charmes van he! boek behoort de zakelijke en interessante benadering van een aantal tegenstellinQen tussen bedrijfs­economie en aloemene theorie der staathuis­houdkunde. Maar een paar neogotische fi­guurtjes op de bladzijden 140 en 154.

Voor eerstejaars studenten aan onze fa­culteit is een mentor aangesteld. Hiertoe is overgegaan nadat de ervaring had ge­leerd dat er behoefte aan bestaat. Dit is niet het eerste jaar dat een mentorsysteem zal functioneren, maar het is wei voor het eerst dat een en ander zal worden ge­daan door een persoon, en wei door on­dergetekende P. G. Postma.

Nu herinner ik me van mijn eerste jaar - 1966 - hoeveel moeite het kostte enigszins wegwijs te worden in de studie­indeling. Dit was destijds voor mij reden om, bij gebrek aan een mentorensysteem van faculteitswege, zeit een mentor te or­ganiseren.

Wat doet zo 'n mentor nu precies? Wei, je zou het zo kunnen zeggen: de mentor helpt de eerstejaars studenten bij het ingroeien in hun nieuwe omgeving. Daar­bij gaat het in de eerste plaats om de studie en alles wat daar min of meer mee samenhangt en niet zozeer over de stof zeit. Je zou hiervoor wei bij mij terecht kunnen om samen de problemen op te lassen, maar de bestaande werkcolleges zijn hier tach in de eerste plaats voor be­doeld.

Je kunt overigens altijd bij me langs­komen op het bedrijfseconomisch insti­tuut aan de Herengracht, waar ik met in­gang van half oktober 1970 elke vrijdag van 9 tot 13 uur in m'n kamer aanwezig ben. Je bereikt deze kamer door bij de ingang niet linksaf de vestiaire in te gaan, maar door rechtuit te lopen, de rechter­dsur door te gaan zodat je in een ganga­tie komt, en door tenslotte de deur aan tiet eind van deze gang binnen te gaan. De portier weet het ook wei uit te leggen. Het toestelnummer in deze kamer is 2119; van tevoren kan cok een afspraak wor­den gemaakt ; mijn telefoonnummer thuis is 716160 ·in Amsterdam.

Terwille van het bovengenoemde in­groeien in de nieuwe omgeving zullen we groepjes organiseren. We willen hier pra­ten over de studie: hoe bevalt het (nieuwe) werkgroepensysteem, hoe staat het met de wijze van doceren van de verschillende vakken en meer van dergelijke vragen. Als jullie dit wenselijk vinden, zal ik be­paalde suggesties bespreken met of door­geven aan de betreffende docenten.

Andere punten zijn het geven van in­fo<matie over studie en docenten, en het uitwisselen van ervaringen. Een punt dat tenslotte ook aan de orde kan komen is: waarom ben je eigenlijk economie gaan studeren? Dit is de zogenaamde studie­motivatie. Andere punten die nog op mijn programma staan komen bij de genoemde groepjes wei aan de orde; bovenstaande geeft in elk geval de voornaamste zaken weer. Een dezer dagen zul je een uitnodiging ontvangen - misschien heb je hem in­middels al gekregen - om deel te nemen aen een mentorgroepje. Deelname is niet verplicht; er zijn geen (bedekte) sancties Qesteld op het wegblijven en het staat dar­halve ieder geheel vrij al of niet te komen.

Niettemin (dus loch) wil ik jullie vraQen in elk geval de eerste keer te komen. Be­denk namelijk wei dat het mentorsvsteem niet functioneert ten gerieve van de stat. maar voor jullie zelf; om de link tussen middelbare school en universiteit te over­bruggen en om jullie wensen (naamloos) aan de al dan niet geliefde docenten over te brengen. Dat is heel wat waard; maak er gebruik van!

Paul G. Postma mentor econ. lac.

VOOR EERSTE JAARS:

uw M E N T 0 R

Om hem wat nader te leren kennen is Rostra* bij uw mentor op bezoek ge­weest. Zijn niet zo grate kamer aan de Apollolaan nummer 28 is voorzien van een aantal attributen uit de poppenwereldA Oat vermoedde u natuurlijk al, want Pau~ Postma is de auteur van twee boekjes met poppenkast-verhalen. Van beide boekjes is een tweede druk verschenen , een derde verhalenbundel is ter perse.

,Het maken van poppen is niet mijn spe­cialiteit , wei het spelen. Mcmenteel ben ik bezig met een serie schoolradio-uit­zendingen voor de NCRV over poppen en de poppenkast. Op de ongeveer 800 scho­len die deze serie zullen volgen worden daarbij dia's vertoond. De belangstelling voor de poppenwereld is groeiende. Oat merk je tegen de sinterklaas-tijd; m ijn boekjes vind je dan in de meeste boek­winkels. "

, Het is inderdaad wei leuk in een of andere winkel iets van jezelf te zien liggen. lk kijk dan ook vaak hoe het met de verkoop gaat. In winkels die mijn boekjes niet hebben kom ik uiteraard niet meer."

Tijdens de studie-periode komi er niet zoveel van, maar in de vakanties kunt u hem in diverse Ianden tegenkomen; hij is namelijk internationaal jeugdsecreta ris van de InternatiOnal Human1st and EthW' cal Union, de internationale vereniging van wat hier het Humanistisch Verbond is (, de wereldraad van kerken zonder god" ). Zo was hij deze zomer drie maanden in Amerika.

,.Er was een congres in Boston. Daar­na ben ik naar de westkust gereisd. Over­a! bij vreemden gelogeerd, geen enkel probleem. Wei de misdaad daar. Het beste is het 's avonds met een aantal mensen over straat te gaan, Ben je aileen, dan zoveel mogelijk de hoofdstraten ne­men en onder de straatverlichting I open: word je dan toch neergeslagen en beroofd (je loopt wei minder kans daarop) , dan kan je tenminste gezien worden. In New York waar ik met een (hippe) kennis in de hippie-wijk (Greenwich-vil­lage) was, werd ik plotseling door een boom van een neger opgepakt; hij wilde een quarter (kwartje) hebben, dat viel dus mee. Toch schrik je wei even."

Paul Postma (in 1966 begonnen, militaire dienst, begin dit jaar zijn kandidaats) heeft toen hij began een ,mentor" gezocht. Nu .is hij mentor; maak daar gebruik van .

* H.M.

Page 3: 1970 - Nummer 6 - 02 november 1970

Voorstel tot reorganisatie van de SEF De laatste hindernis Het komt mij voor dat zowel bij het SEF­

bestuur als bij de studenten een onbevre­digd gevoel heerst ten aanzien van het in wisselwerking met de studenten func­tioneren van de SEF als vereniging van Stud-3nten in de Economische Faculteit. In de uitnodiging voor de algemene leden­vergadering van woensdag 23 september j .l. stelt het SEF-bestuur voor dat aile eco­nomiestudenten, cq aile ingeschreven stu­denten in de economische faculteit, auto­matisch lid zijn van de SEF. Een finan­ciele verhouding wordt afgeschaft : het lid­maatschap is automatisch en gratis. De SEF wordt dan zonder meer het geheel van Studenten in de Economische Facul­teit. Tot zover (een dee\ van) het voorstel van het SEF-bestuur. A Is taken van de SEF worden genoemd :

Vertegenwoordiging in de faculteitsraad Onderlinge contacten en communicatie Dienstverlening Dictaten Excursies

De vraag is nu op welke wijze de SEF het meest doelmatig voor v.o.d .d.e. kan

~orgen. ~ Mijns inziens kan de SEF als represen­

tatie van de studenten het best functione­ren met een klein dagelijks bestuur dat ter wille van de continu"iteit en vanwege het grote tijdsbeslag dat een goed tunc­tioneren zal eisen door de Faculteit be­taald zal moeten worden, bijvoorbeeld als student-assistentschap, zeals nu ook al met de studentenmentor geschiedt. Dit dagelijks SEF-bestuur zal periodiek (wekelijks of maandelijks) contact moetcn hebben met vertegenwoordigers van stu­denten uit de studiestadia: propedeutisch, kandidaats, doctoraal (eventueel gesplitst naar afstudeerrichting). accountancy, pro­movend i. Periodiek zal ook een plenaire vergadering en/of referendum moeten wor­den gehouden ten behoeve van opinie­vorming en opiniepeiling bij aile studen­ten van de faculteit. Dit kan eenmaal per kwartaal of semester plaatshebben.

Stel het SEF-bestuur bestaat uit drie personen : voorzitter, secretaris en pen­ningmeester, de groep van vertegenwoor­digers bestaat uit neg en personen : de stu-

entenraad. All-3n worden gekozen door e gehele studentengemeenschap in de ccnomische F2culteit bij schriftelijke ver-

kiezing. Ten aanzien van de eerstejaars kan een extra vorm van organisatie worden inge­voerd : aile studenten zijn bij de prope­deuse opleiding ingedeeld in werkgroepen. Deze werkgroepen kiezen een groepslei­der, de groepsleiders kiezen enerzijds hun vertegenwoordiger(s) in de propedeuse­raad, anderzijds hun vertegenwoordiger(s) in de studentenraad. Deze vertegenwoordi­gers van de propedeusestudenten vormen gezamenlijk het ,eerstejaarsbestuur", dat zorgt voor het doorspelen van moeilijk­heden, klachten, wensen enz. met betrek­king tot de studie naar het SEF bestuur. en/of de propedeuseraad.

De taakverdeling van het SEF-bestuur in de nieuwe vorm zou dan moeten zijn : (financiering door de faculteit is conditio sine qua non) Voorzitter:

organisatie van contact en communica­tie, organisatie van mentorsysteem, treed! zeit op als mentor, via het eerste jaarsbestuur. Organiseert en begeleid de eerstejaarsvertegenwoordiging, als­mede overige vertegenwoordigingen.

Penningmeester: studiehulp en dienstverlening, assisteert de voorzitter bij het mentorschap, zorgt voor het tot stand komen van complete collegedictaten, samenvattingen van col­legedictaten (syllabi) en uittreksel van de verplichte litteratuur om het con­centrisch studeren mogelijk te maken.

Hiertoe neemt hij contacten op met de \eden van het wetenschappelijk corps (hoogleraren, lectoren, wetenschappelijke medewerkers, assistenten) zodat deze op­timaal kunnen meewerken aan het tot stand komen van de genoemde schrifturen. Secretaris :

voorlichting betreffende de werkzaam­heden van de voorzitter en penning­meester, aankondigingen. Bovendien voorlichting omtrent studiesystemen en methoden in het algemeen, eventueel in vergelijking met huidige toegepaste on­derwijsvormen. Ontwikkelingen binnen de faculteit, eventueel in vergelijking met ontwikkelingen van overeenkomstige faculteiten aan andere Universiteiten en Hogescholen. Redacteur van de facul­teitsblad Rostra, dat Ievens officieel orgaan van de SEF is of de officiele SEF-mededelingen bevat.

Als we nog even terugzien op de wijze waarop nu de v.o.d.d.e. word! verzorgd, dan is deze als volgt:

Vertegenwoordiging: rechtstreeks te kie­zen door aile ingeschreven studenten in de faculteit. Onderlinge contacten en communicatie :

contacten, georganiseerd door de voor­zitter, commun icatie verzorgd door de secretaris.

Dienstverlening : mentorensysteem : organisatie door de voorzi tter, assistentie van de penningmeester, medewerking van eerstejaarsraad en eerstejaarsbestuur.

Dicta ten : zowel collegedictaten in volledige als samengevatte vorm, alsmede uittreksels van de verplichte litteratuur door de penningmeester in samenwerking met het wetenschappelijk corps.

Excursies: te organiseren door de secretaris. De klant is koning : consumentenonder­

zoek dient vooraf plaats te vinden. Voor­overleg van SEF-bestuur met de studenten­raad is periodiek noodzakelijk. Regelma­tige opiniepeil ingen zijn nodig voor het opvangen van structuur-wijzigingen in de behoeften. Het voorgaande is het resultaat van een

oppervlakkig denken van mijn zijde. Mocht dit bijdragen tot een SEF organisatie die zowel SEF-bestuur als studenten bevredi­ging schenkt of tot een totaal ander plan dat doelmatiger is dan heb ook ik mijn doe\ bereikt.

J . F. T. Bergman

Amsterdam, 24 augustus 1970 Aan aile dacenten in de Facultelt der Ecanamlsche Wetenschappen. Namens de voorzitter dee! ik u mede. dat Prof. I. van der Zijp zijn oratie zal hou­den op maandag 19 oktober a.s.

In juni is door een referendum in alle­geledingen van onze fakulteit de beslis­sing genomen om onze fakulteit te demo­kratiseren: op zo kort mogelijke termijn zou een fakulteitsraad gekozen moeten worden om het bestuur van de fakulteit over te nemen.

lnmiddels heeft de struktuurkommissie, hiertoe gemachtigd door de fakulteit, voor aile geledingen een verk iezingsreglement opgesteld. De verkiezingen zouden dus heel spoedig gehouden kunnen worden. Hierbij is nu een probleem ontstaan; hoe­wei de beloning voor de studentenverte­genwoor·diging in de fakulteitsraad bij het referendum zeker gesteld scheen,. blijkt de uitvoering daarvan loch moeilijkheden op te leveren. Het presidium wil op korte termijn geen beslissing nemen over het toewijzen van extra geld daarvoor aan de fakulteit. Het huidige fakulteitsbestuur aarzelt nog om door verschu.iving van p!aatsen binnen de fakultei t de uitvoering van dit referendum-besluit zeker te stellen.

De struktuurkommissie heel! het fakul­teitsbestuur bericht dat de verkiezingen geen doorgang kunnen vinden alvorens deze zaak geregeld is.

Het lijkt ons danook van het grootste belang dat het bestuur van de fakulteit hierover zonder uitstel een positieve be­slissing neemt. Zodra deze hindernis ge­nomen is, zal aan aile studenten het ver­kiezingsreglement toegestuurd worden, waarna iedereen dan zichzelf als kandi­daat kan aanmelden of met anderen sa­men een lijst kan indienen.

Gezien de belangrijke zaken die de fa­kulteitsraad volgend jaar zal moeten be­handelen (zeals veranderingen in het stu­dieprogramma en demokratisering ook op de lagere niveau's) is het erg belangrijk dat zoveel mogelijk personen (of groe­pen) zich kandidaat stellen, om op die manier hun ideeen te kunnen verwezen­lijken.

Daarom willen wij iedereen die belang­stelling heel! voor wat er in zijn eigen fakulteit gebeurt, danook opwekken om erover te denken, er met anderen over te praten en aktief al of niet als kandidaat aan de verkiezingen dee\ te nemen.

lnlichtingen over de verkiez ingen zijn voorlopig te krijgen bij:

Gerard Bakker, SEF-kamer, telefoon toe­stel 2119.

Steven Duursma, Seminarium Doelen­straat, toestel 3384.

G. Bakker H. Verkoren

Amsterdam, 1 september 1970 Aan aile dacenten in de Faculteit der Ecanamische Wetenschappen. Namens de voorzitter dee! ik u mede dat Prof. I van der Zijpp zijn oratie zai houden op maandag 19 oktober a.s. (Herhaald in verband met foutieve spelling van de naam).

Het faculteitsbureau, Het faculteitsbureau J. Balhuizen J . Balhuizen

Opmerking: hoe kan dat nau, van der Schroeff is tach oak met dubbel f?

Page 4: 1970 - Nummer 6 - 02 november 1970

Zomaar een idee

Zowel uit de reacties in Rostra no. 5, als uit het gemompel in de koffiekamer heb ik begrepen dat het ontvangen van een faculteitsblad wei op prijs word! ge­steld , maar dat men niet tevreden is met de huidige presentatie vorm.

Na enige mede-studenten naar hun idee over een faculteitsblad gevraagd te heb­ben was een algemene conclusie niet moeilijk meer. Wil honderd procent te­vredenheid bereikt worden, dan moet de redactie Rostra Iaten verschijnen in ca. 800 verschillende uitgaven. Elke econoom heeft dan lekker z'n eigen krantje. Daa_r ligt de volgende aan iedere tijdschriften­uigever bekende oorzaak aan ten gronde. Een lezersvolk, van welk blad dan ook, is nu eenmaal lui en ego'istisch. Men wil z'n periodiekje grijpen en in een oog­opslag zien wat hem interesseert en wat niet: Men verdomt het om op pagina 1 met lezen te beginnen en dan op het laatste blad tot de conclusie te komen, dat ai­leen het vijfde artikel te verteren was. Wordt de lezer gedwongen deze werk­wijze te volgen, dan zal hij hoogstwaar­schijnlijk zeggen dat het een waarde­loos blad is, omdat er maar een aan­vaardbaar stukje in staat. Een andere le­zer die daarentegen het eerste artikel te pruimen vindt, maar het vijfde niet, noemt het blad ook slecht omdat er maar een goed stukje in staat. De populaire tijd­schriften hebben daar een oplossing voor gevonden: creeer een a an tal vastomlijnde

ANKUM

BENOEMD

TOT HOOGLERAAR

' I

'-- (

redactie: j. j . amesz, m. a. baseliers­van arnhem, j . a. m. honout, j . j. klant, j . g . I. m. willems, h. meijeraan (seer.).

redactieadres : herengracht 514.

rubrieken. ledereen leest dan het tijd­schrift aileen om de rubrieken die hem interesseren. De rest zegt hem weining. De kwaliteit van- het tijdschrift word! af­gemeten aan de eigen rubrieken. Ligt het in de bedoeling van Rostra om niet in een situatie te geraken waarbij de ene helft van de lezers himmelhochjauchzend is, en de andere helft zum Tode betrubt, maar om gewoon een niet ontevreden le­zerskdng te scheppen, dan zou toepassing van dit .. rubriekensysteem" een moge­lijkheid kunnen zijn. (Wie iets beters weet schrijve dit in R. no. 7). Elke rubriek dient duidelijk afgescheiden te zijn en op een vaste plaats te staan, want zoals ik al zei de lezer wil zich beslist niet inspan­nen.

Rubrieken zouden kunnen zijn:

1. Nieuws uit de faculte it zoals bedoeld door J. Berenboom (R. 5), bijeen ge­gaard door de redactie. Groot afdruk­ken op pag. 1 (systeem de Telegraaf) .

2. Verslagen van vergaderingen enz. In uiterst kleine lettertje op pag. 3-5.

3. Nieuw verschenen of herdrukte vak­litteratuur. Geen saaie bespreking maar wei opgave van aantal pagina's, wei of geen illustraties, indeling, druk, uit­gever, prijs.

4. Handhaving van de rubriek waarin men elkaar wetenschappelijk om de oren kan slaan.

lnformatie

Spreekuur

Spreekuur Prof. van Philips m.i.v. 16 ok­tober op vrijdag om 12.30 uur, lnst. voor Bedrijfseconomie, Herengracht 514.

Diktaten

Diktaten Jongman en Hennipman verschij­nen omstreeks 10 november. Op uitver­kochte diktaten, intekenen in de gang naar de SEF-kamer, Herengracht 514.

Werkgroepen eerste-jaars

5. Ook is er ongetwijfeld behoefte aan een stukje .. vulsel " van een redacteur, ook al spreekt .. een verbitterde R-lezer" dit in R-5 balkend tegen .

6. Mededelingen en advertenties, zoals deze in briefjes-vorm verschijnen op de publicatie borden in de Poor! en op de lnstituten. Het grootste gedeelte van de economen ziet deze borden in geen maanden, zodat afdrukken in R. zijn nut kan hebben.

7. Een rubriek waarin men voorstellen kan doen, om wat dan ook in het studiepro­gramma, in de faculteit, in de biblio­theken ed. te veranderen. Men kan dan via Rostra eerst eens van ge­dachte wisselen.

Entin, er zijn nog mogelijkheden ge­noeg. De redactie bedenkt er ook nog wei een paar. En, geachte lezer, vindt u het bovenstaande waardeloos ni·et aileen kan­keren, maar stuur uw eigen voorstellen ook eens op. De redactie zal u dankbaar wezen, al was het aileen maar om d~ kopy. Ook aan hen die moeilijk in ee'W' schrijfmachine klimmen is gedacht. Een brieikaartje met een paar woorden erop is voldoende om Rostra duidelijk te maken welke soort publikaties u aan­spreekt. Vind u het allemaal waardeloos gedoe, stuur dan maar een blanco brief­kaart. Een postzak vol en de redactie zal besluiten er onverwijld mee op te houden !

J. G. Maas

Studievragen Administratieve Organisatie

Prof. Starreveld heeft als handreiking bij de bestudering van zijn boeken een !wee-tal serie vragenlijsten samengesteld, die bij de portier van het lnst. voor Bedrijfs­economie en Accountancy, Herengracht 514, kunnen worden aangevraagd. De eer­ste serie heeft betrekking op het de~ grondslagen, de tweede op typologie dt­toepassingen, doch uitsluitend de hoofd­stukken die moeten worden gekend voor het keuzevaktentamen.

De werkgroepen bedrijfseconomie voor eerstejaar vangen aan in de week van 2 novem­ber a.s. , Het rooster is als volgt:

groep tijdstip zaal

A 1 maandag .11 - 13 uur 205 lnst. v. Bedrijfsec..::>n. en Ace. A 2 maandag 11 - 13 uur 207 idem A3 donderdag 13 - 15 uur 205 idem A 4 maandag 14 - 16 uur 007 Europa lnstituut, Herengracht 508 A 5 dinsdag 10 - 12 uur 208 lnst. v. Bedrijfsecon. en Ace. B 1 maandag 11 - 13 uur 205 idem B 2 woensdag 10 - 12 uur 208 idem B 3 maandag .14- 16 uur 205 idem Actuarissen en econome- donderdag 16 - 18 uur 208 idem tristen

Studenten, die overdag zijn verhinderd (ingedeeld in A 1 of B 1 ), mogen desgewenst deelnemen aan de werkgroepbijeenkomsten voor actuarissen en econometristen (don­derdag 16- 18 uur, zaal 208) . Voor inlichtingen kunt u zich wenden tot drs. H. van der Weel, toestel 2134.