1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J....

144

Transcript of 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J....

Page 1: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 2: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

4

AMSTELODAMUMMAANDBLAD VOOR DE KENNLS VAN AMSTERDAM

ORGAAN VAN HET GENOOT-SCHAP AMSTELODAMUM

TWAALFDE JAARGANG

1925

O V E R V E E N - ,J. W. ENSCHEDÉ - RAMPELAAN 84

Page 3: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 1

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURNIEUWE LEDEN.

Voor het jaar 1924 is nog als gewoon lid toegetreden mevr. B. Nielsen-Stam envoorts zijn met ingang van I Januari 1925 tot het Genootschap toegetreden devolgende leden :

a. Ais donateurs : Rector dr. H. van Aarsen ; A. Andriesse ; J. H. Bolken ; W. C.Deenik Zzn . ; G. W. Frese ; D. G. J. baron van Heemstra ; F. N. Horn ; L. Miran-dolle ; mr. D. F. Pont ; mr. J. J. H. J. ‘van Reenen ; Otto B. Schuster ; EvertSmit; L. Stolk ; mevr. E. J. Volker-van der Star ; M. E. H. Warendorf.

Als gewone leden : E. A. van Ameringen ; mr. Ed. Andries ; C. L. van Balen ;J. L. Barends ; Leo ,4. A. Cohen ; dr. R. Dengg ; mr. E. J. Dommering ; dr. G. A.Dudok ; mr. W. A. van Embden ; mr. J. C. A. Everwijn ; ir. H. Th. Baart de laFaille ; D. Friedmann; ir. H. J. Funken ; ir. R. A. Gorter ; B. de Greve ; Wm.Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; mej. C. J.Hudig ; Fred. Huisman %Jr. ; ir. R. de Kat ; G. Klomp ; J. R. Koning Jr. ; dr.P. C. Korteweg ; M. E. Lippits ; mr. A. G. Lubbers, ; ir. G. J. Lugt ; A. vonMarx ; Paul Miche ; mr. H. Mulderije ; Frans Mijnssen ; prof. dr. J. L. Palache ;R. Remmelts, arts ; mr. D. C. Roell ; P. H. van Santen : H. G. A. Elink Schuur-man ; H. Snuyf ; Simon B. Stokvis ; H. Stoppelman ; E. van der Veen ; ds. W. J.J. Velders ; C. D. v. Vliet ; dr. H. Vrijdag ; dr. J. Waterink : mr. F. M. Westerwoudt.

EEN AEMSTELSLOT TE AMSTERDAM ?Het is den lezers van het Maandblad niet onbekend, dat er ten aanzien van een

kasteel der Van Aemstels te Amsterdam twee opvattingen bestaan ; n.1. de eene,dat er nooit een zoodanig kasteel te Amsterdam heeft gestaan, vooral verdedigdindertijd door kapelaan JT C. van der Loos in zijn Ges&edenis van Amstelland iothet iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek van Amstelodamum,en de andere, dat onze stad werkelijk een kasteel rijk is geweest, welke meening inden laatsten tijd een warm aanhanger vindt in den heer C. G. ‘t Hooft. De plaats,waar de heer ‘t Hooft het slot plaatst, is dezelfde, waar Jan ter Gouw het reedslocaliseerde : ten Westen van den Nieuwendijk, ongeveer ter plaatse van den Bazarde la Bozwse. Blijkens zijn jongste artikel in het Jaarboek van Amstelodamzcm vanhet vorige jaar heeft de heer ‘t- Hooft de consequenties van zijn opinie ingezien.Immers. is Amsterdam de hoofdzetel geweest van de -4emsteldynastie, dan ver-andert het historisch beeld, dat wij ons gevormd hadden van dezen noordweste-lijken uithoek van het Sticht in de- dertiende eeuw, geheel en al.

Ik meen echter, dat er een derde opvatting mogelijk is, die het midden houdttusschen de beide bovenbedoelde, een opvatting, die waarschijnlijk de tegenstandersvan een kasteel meer kan bevredigen dan de voorstanders. Ik ben tot deze nieuweoplossing van het kasteelvraagstuk voornamelijk gekomen door de recente bodem-vondsten - in 1903 en 1920 - bij den Nieuwendijk, die de vroegere opgravingenkwamen bevestigen, en waarvoor het toch reeds merkwaardige stadsgedeelte tusschenGravenstraat en-N. 2. Kolksteeg zich opnieuw hulde in een-waas van geheimzinnig-heid. Inderdaad, men kan niet goed meer zeggen, dat op de bewuste plek mets isgeweest. Maar wat ? M. i. geen kasteel, ma& iets anders.

Doch laat ik regelmatig beschrijven, wat ik uit de bronnen heb gelezen en aan-gevuld met een weinig fantasie. Het jaar 1274 is het jaar van den hoogst merk-waardigen boerenopstand in Holland en het Sticht. Het is hier de plaats niet deoorzaken en het verloop van die beweging na te gaanl. Genoeg is het, te weten,

I Zie Oppermann in Westdezctsche Zeitschrift XXVIII en ook in de Gids 1908 IV

NOTITIE
nr. geen omslag
Page 4: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

2 AMSTELODAMUM

dat Floris V het volgende jaar het beroemde privilege aan de ,,homines manentesapud Amestelledamme” schonk ,,in restitutionem dampnorum”. Het lijkt mij vol-strekt niet onmogelijk, dat de Kennemers in 1274 bij den Amsteldam eenige geweld-daden hebben bedreven. Waarschijnlijk hebben zij schepen, die ter reede lagen,geplunderd, misschien ook wel opslagplaatsen leeggehaald en eenige kooplieden,die hun bezit wilden verdedigen, mishandeld. Het is toch niet denkbaar, dat het toen-malige Amsterdam, dat een economisch ander bestaan leidde dan het omringendeplatteland, zich bij den opstand had aangesloten. Welk aandeel Floris V zelf heeftgehad in het toebrengen van de schade, zooals het privilege duidelijk vermeldt, isniet uit te maken.

Het ligt voor de hand, dat de amsterdamsche schippers en kooplieden zich behoor-lijk zullen hebben verheugd over hun privilege, maar meer nog, dat zij maatregelengenomen wenschten te zien, waardoor een tweede schade werd voorkomen. Hetgevaar dreigde voor Amsterdam altijd van de Westzijde. Immers, gelegen op de grensvan Holland en het Sticht, moest het bij politieke verwikkelingen tusschen beideterritoria altijd den eersten stoot opvangen, temeer, waar in dien tijd Kennemersen Waterlanders fanatieke partijgangers waren. Was niet een zeventig jaren eerderook reeds Amstelland geplunderd door de trekkende Kennemers ? De naklank vandeze gebeurtenis zal nog wel niet uitgestorven zijn geweest in deze streken. Zullende Amsterdammers niet tot hun wettigen heer en natuurlijken beschermer zijn gegaanmet de vraag, het plaatsje aan de Westzijde wat te bevestigen ? Wij kunnen onsvoorstellen, dat Gijsbrecht IV ten Westen van den Nieuwendijk eenige versterkingenaanlegde, misschien een flinken steenen wachttoren / als uitgangspunt van aardenwallen, palissadeeringen en dergelijke eenvoudige verdedigingswerken. De plaatsleende zich daar bij uitstek voor defensie-doeleinden, tenminste, als men aanneemt,zooals reeds elders is opgemerkt, dat de Boerenwetering haar voortzetting vond inden tegenwoordigen N. 2. Voorburgwal, ‘t zij dan, dat zij in het IJ uitmondde oflangs de , ,Kolk” op het Damrak loosde. Zij vormde dus een natuurlijke grachtaan de Westzijde van het plaatsje. Het zal een strook lands tusschen Damrak enN. 2. Voorburgwal zijn geweest, benevens de zich daarop bevindende defensiewerken,welke Jan Perseyn, na er door den bisschop van Utrecht mee begiftigd te zijn ge-weest, in 1282 aan Floris V moest verkoopen. Blijkbaar stelde de hollandsche graafzijn nieuw bezit op hoogen prijs, want in 1285 bij een zoen tusschen hem en GijsbrechtIV van Aemstel moest de laatste den verkoop der goederen erkennen.

Ik moet toegeven, dat ik geen schijn van bewijs kan aanvoeren voor mijn bewering,dat de bewuste goederen en versterkingen op de door mij aangeduide plek hebbengelegen. Houdt men echter in het oog, dat de grafelijkheid van Holland sinds hetbegin der veertiende eeuw aldaar bezittingen heeft gehad, dat de molen van Amster-dam, eveneens grafelijk eigendom, en vroeger zeker eigendom van de heeren van Aem-stel, in de tegenwoordige Kolksteeg stond, dat de grafelijke herberg waarschijnlijkop den Nieuwendijk heeft gestaan, dat de oostenrijksche regeering in het middender zestiende eeuw nog eenige rudimenten van rechten in deze buurt over hadl, enlet men verder op den naam Gravenstraat, dan lijkt het niet te gewaagd, de goederenvan 1282 identiek te verklaren met de hofsteden, die in 1333 en latere jaren door denGraaf in eeuwige erfpacht worden gegeven.

Het Aemstelslot van Jan ter Gouw en den heer ‘t Hooft dus teruggebracht toteen eenvoudigen steenen wachttoren, dit is de kern van dit opstel. Het is mogelijk,dat bij de hernieuwde bevestiging van de plaats in 1303 door Jan van Aemstel hetsteenen bouwwerk vergroot is, zoodat het in de oogen der toenmalige Amsterdam-mers begon te lijken op een kasteel. Zoo zou dan de post van de hofstede ,,thuis t’

I Zie mr. N. de Roever Uit onze oude Amstelstad bl. 12 vlg.

Page 5: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 3

Aemsterdamme” kunnen verklaard worden. Maar dat onze stad een kasteel heeftbezeten van de afmetingen, welke Jan ter Gouw er aan gaf, en dat bovendien vol-gens den heer ‘t Hooft het bestuurscentrum was van de heerlijkheid Aemstel, moetik ook a1 tegenspreken op dezen grond, dat een dusdanig slot niet in veertien dagenkon worden geslecht, zooals het bevel van jonker Willem in 1304 luidde. En wie zalgelooven, dat Willem er de Amsterdammers van verdacht, dat zij met plannen rondliepen, het kasteel te herbouwen ! Tot deze conclusie moet men immers komen, alsmen het woord ,,veste” in het vonnis wil vertalen met ,,kasteel”. Bovendien, een zooomvangrijk gebouw met een zoo belangrijke bestemming laat in de geschiedenismeer na dan een traditie. En aangezien de traditie de werkelijkheid dikwijls opsiert,lijkt het mij logischer, het kasteel, waarover wij het eerst lezen bij den Anonymusvan circa 1500, terug te brengen tot een eenvoudiger bouwwerk, dan het in optimaforma over te nemen. En dan nog, zou het zoo ongerijmd zijn, het woord ,,castellum”,dat de Anonymus gebruikt, te vertalen door wachttoren, blokhuis e.d. ?

Aanvaardt men den door mij geschetsten toestand, dan worden m.i. de bekendeplaatsen bij Beka en den Anonymus en ook de sententie van Willem van Oostervantbegrijpelijker. Beka schreef : ,,Na den dood van dezen jongen heer versterkte Gijs-brechtl van Aemstel zijn stad met houten bruggen en getorende voorwerken aanalle zijdenl”.

En de Anonymus : ,,Later na den dood van Jan, graaf van Holland, den zoon vanden genoemden Floris, is de heer van Aemstel teruggekeerd, bezette ,4msterdamen het kasteel (castellum), dat toen de stad bestreek, en versterkte het krachtdadig ;maar kort daarna is hij door den aanval der omwoners verdreven en het kasteel(castellum) verwoest, dat later nooit weer herbouwd is2”.

En de sententie van jonker Willem luidde : ,,Dat si haere brugge breecken sullenend alle haere vesten slechten, ende nu in manedage die naest cornet dat te beginneneende binnen veertien dage daer naest coemende a1 vuldaen ende niemer meer bruggeende veste weeder te maekene het en sie bi ons ende bi onsen goede Luden van onsenLanden.”

De bruggen moesten dus gebroken worden. Men heeft hier o.a. de Oudebrugin gezien. M. i. ten onrechte. De Oudebrug vormde de verbinding tusschen de kernder plaats, de Warmoesstraat, en den molen, waar zij recht op aan hep. Dit feit pleitreeds tegen een kasteel, want, heeft hier werkelijk een Aemstelslot gestaan, dan moestdie brug naar dat kasteel leiden, en dit nu plaatst men ten Zuiden van de Kolksteeg.Ook de Papenbrug kon niet recht tegenover het kasteel hebben gelegen : zij looptop de Gravenstraat toe. Geen van deze beide bruggen zullen dan ook in de sententievan 1304 bedoeld zijn. Het zou zelfs dwaasheid zijn de Oudebrug, de verbindingmet den molen af te breken. Eerder moeten we denken aan versterkte bruggen overden N. 2. Voorburgwal, misschien één bij de Martelaarsgracht, waarmede de plaatsaan den haarlemschen kant beschermd was, en één tegenover den wachttoren, diedienst kon doen bij agressieve ondernemingen. Deze bruggen zouden dan een inte-greerend deel hebben uitgemaakt van de door Jan van Aemstel tot stand gebrachtedefensiewerken. Zoo zouden we dan in den N. 2. Voorburgwal de eerste stadsgrachtmoeten zien, en in bedoelden toren de eerste Haarlemmerpoort ; langs den N. 2.Voorburgwal kunnen we ons verdedigingswerken van allerlei soort denken. Vanstrategisch standpunt bezien, was de plaats van den toren niet slecht gekozen. Hijbestreek inderdaad de geheele stad, zooals de Anonymus zich uitdrukte, maar watmeer zegt, den geheelen gevoeligen Westkant van de stad.

Tenslotte geldt nog m. i. als argument tegen een kasteel : de richting der zijstraten

I Hij bedoel; Jan.2 Zie Brugmans in het achtste Jaarboek.

Page 6: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

4 AMSTELODAMUM

< van den Nieuwendijk. Blijkbaar zijn deze straten en stegen gerooid op de oudepaden, die Amstelland doorsneden of evenwijdig aan die paden. De verkavelingvan het Noorden van Amstelland wijst op een systematische werkwijze en heeft duswaarschijnlijk plaats gehad in één, tamelijk korte periode. De toestand aan denNieuwendijk wijst er op, dat er sedert de verkaveling geen ingrijpende werkzaam-heden, als het bouwen van den hoofdzetel des heeren van Aemstel, hebben plaatsgehad. J. 2. KA N N E G I E T E R .

Amsterdam, 24 September 1924.

LANGS DEN WEGBEZOEK AAN DE NED. ISRAEL. HOOFD-

SYNAGOGE. - Dank zij de vriendelijke wel-willendheid van het Bestuur der Synagogeheeft 22 December het bezoek door de ledenvan ons Genootschap plaats gehad. Dr. Sluysgaf vooraf een breede inleiding in het gebouwom op de historische merkwaardigheden er vante wijzen, waarbij hij niet naliet er de aan-dacht op te vestigen welk een beteekenis ditgehad heeft in de eerste plaats voor de Jodente Amsterdam, vervolgens voor de Joden inhet algemeen. Immers door de opvatting derautoriteiten kon de joodsche gemeenschapzich hier ongestoord ontwikkelen; Amsterdamwerd daardoor een bevoorrechte plaats voorde Joden in het algemeen, wier roem alszoodanig tot den huidigen dag voortduurt.

In drie groepen verdeeld, werd den be-zoekers de kerkschat vertoond : documenten,zilver en kerkgewaden; iedere groep genootde deskundige voorlichting in de heeren Sluys,Muller en Van Tijn, waarbij zich verschil-lende belangstellenden vrijwillig aansloten.Zelf had ik de meest gewenschte inlichtingenook van de heeren Seeligmann en Italiaander.Bijzondere aandacht trokken de kerkgewaden,evenals de andere preciosa voor deze ge-legenheid in a1 hun kostbaarheid uitgestald.

De goede bezichtiging van één en anderwerd bijzonder verduidelijkt door een tlaadjemet afbeeldiugen van het gebouw, in- en uit-wendig, van het zilverwerk en van het meu bilair0.a. een siertoren van 1751, een zilverenMakkabeeënluchter van 1753 en een thora-mante1 van zilverbrocaat.

Ongetwijfeld is voor velen door dit bezoekeen ongekende merkwaardigheid van Am-sterdam nader tot hen gebracht. J. W. E.

FRONTISPICEAANDEEFFECTENBEURS.- On-langs is dit gevelveld gereed gekomen. DeN. Rotl. Crt. heeft daaruit aanleiding genomenden maker, den beeldhouwer C. A. Smout teintervieuwen in zijn atelier Plantage Fransche-laan. Het blad schrijft (10 Oct. Av. B.)

, ,De handen uitstrekkend tot ontvangsttroont er in de hoogte de vrouwenfiguur, sym-bool van de beurs, die de handelslui uitnoodigt.Aan haar rechterzijde zit Mercurius de handels-god met den hem door Apollo geschonken

caduceus, staf met twee slangen, die elkaarrustig den kop toekeeren als zinbeeld desvredes ; ter linkerzijde Fortuna, niet zoo-als gewoonlijk met het draaiende rad derfortuin - het teeken van onbestendigheid -doch met het roer van een schip ; daar zij,volgens de opvatting der Vereeniging van denEffectenhandeE de leiding in handen heeft, deleiding aan het geld geeft. Zij is het, die deexcessen tegen moet gaan ; zij regeert dus nietdoor toeval ; doch evenals de schipper het stuurdoor een juist inzicht en beleid.

,,Aan deze zijde zien we dan de figuren diede effectenpapieren verzinlijken, de maat-schappijen van den graanhandel, van stoom-booten en spoorwegen. We vinden er de ver-tegenwoordigers van de wetenschappen als dedraadlooze telegrafie - ook den technicus -uitvindingen, waarvan de handel zich bedient.

,,Ter rechter zijde aan de Beurs staan, alsdrieëenheid, drie figuren die het genie op han-delsgebied symboliseeren : de denker, de schrij-ver, de spreker ; de eerste die de gedachteuitvindt, de tweede die haar uitwerkt en dederde die haar uitsprcekt, drie symptomen,welke het genie in zich vereent. Hier benedenzitten de mijnwerker met helm en beitel, aisde vertegenwoordiger van wat uit den grondkomt en de inlander met een tak der ficuselastica, als representant van de rubber, dusvan wat van boven de aarde komt. De staandefiguur in deze helft stelt de geografie voor.

,,Wie het frontispice uit de verte van destraat aanschouwen, zullen opmerken, dat debeide staande figuren boven de vensterdammenen dus in het verlengde daarvan, zijn geplaatst ;terwijl de hoofdgroep in het midden, - waarwe nog het 1 J en den Amstel verbeeld vindenin twee zittende figuren -, in twee driehoekenzijn gesloten, welke met één gezamenlijke basisboven de middelste raamgroep aansluiten, ter-wijl de beide zijfiguren in driehoeken zijn ge-bonden die ook weer elk boven een raamgroepstaan.

,,700 is er in den grooten eenvoud, waar-naar Smout in a1 zijn werk streeft, een verbandverkregen tusschen het frontispice en de archi-tectuur van het gebouw. In de kleur is hetwat licht uitgevallen ; het dekkende glazuurhad, meent de interviewer, muer in toon metden gevel kunnen zijn ; doch de opvatting vanden beeldhouwer is, dat deze versiering, juist

Page 7: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELOL)AMUM 5

ook door haar kleur, in het geheel apart moetstaan. Smout had ook naar een krachtigeronderlinge verhouding der hoofdlijnen kunnen ’trachten en deze verhoudingen meer kunnendoen spreken, waardoor het geheel meer karak-ter zou hebben gekregen. Hij zoekt de grootelijnen wel in hun eenvoud, doch niet zoekt hij,hoe zij als tegenwerkende krachten een belang-wekkende beteekenis in het geheel verkrijgen.Daar echter het geheele gebouw weinig karakterheeft, ware een meer domineerende gevel-ver-siering hier mogelijk niet op haar plaats ge-weest, en is deze rustige, eenvoudige, en even-wichtig gebeeldhouwde groe.p, zonder pretentie,het beste wat men maken kon”.

AMSTERDAM ZOOALS HET VROEGER WAS. --Bij den amsterdamschen kalender 1925 vangebroeders Van Bijkom, in het vorige nummervermeld, behoort nog een mij later toegezondenlosse prent, een uitnemend geslaagde repro-ductie in lichtdruk van den schreiershoektorenuit den atlas van Fouquet (1769). J. W. E.

A M S T E R D A M S C H E STADSGEZICHTEN OM-STREEKS 1800. - In de atlas Splitgerber(Museum Fodor) berusten een aantal fraaiewaterverfteekeningen o. a. van Schouten enDe Beyer ; deze kleinkunstenaars hadden geenoog voor het grootsche en monumentale vanonze stad, daartegen en dat overvloedig voorhet intime. Dr. Van Gelder liet er 3 Novemberj.l. heel wat in lichtbeeld zien in het Oudheid-kundig Genootschap, waarbij hij in het bij,zonder accentueerde de afgebeelde onderschei-dene bedrijven en beroepen als melkboer,scharenslijper en andere neeringen, die 125 jaargeleden nog in volle fleur, karakter aan het

_ stadsbeeld gaven.Onderscheidene der origineele teekeningen

waren uitgezet. Opmerkelijk dat 1 J-gezichtenontbraken: men wist blijkbaar in dit eind derachttiende eeuw niet meer welke de beteekenisder haven der stad eenmaal geweest was.

Een aantal dezer teekeningen zijn op ver-kleinde schaal, technisch niet bijzonder ge-slaagd, in kleur gereproduceerd in het kerst-nummer der Haqpche Post, waarbij dr. VanGelder een tekst schreef. J. W. E.

A R B E I D E R S W O N I N G E N I N D E I N D I S C H E B U U R TTE AMSTERDAM. - Het nieuwe maandbladhet Bouwbedv@f van Augustus schrijft bij eenigeteekeningen van den woningbouw in deIndische buurt :

,,Na de groote uitbreiding. aan den Zuid-kant worden nu aan den Oostkant en aanden Westkant van Amsterdam omvangrijkewoonwij ken gesticht. Wanneer deze klaarzullen zijn, zal om de oude stad een nieuwegordel gelegd zijn, welke evenals de oudestad in de beste tijden van Amsterdam%bloei, een karakteristieke eenheid van opvat-ting vertoont in de uiterlijke verschijning.

.

Zeker zullen de nieuwe wijken in de toekomstevenzeer monumentaal zijn als de oude tus-schen de grachten. Zij zullen zeer bepaaldekenmerken van dezen tijd dragen, waarvandie van een jonge, zelfstandige bouwkunstzeker niet de minste is.

,,Daarnaast zijn er in die geweldige woning-complexen ook verschillende aanwijzingen tevinden in welke richting zich, althans voor-loopig, de woningbouw in onze steden zal be-wegen. Veel van wat hier gebouwd is en wordtzal als proefneming moeten worden beschouwd,met den duidelijk waarneembaren zin voorverandering in werkwijze en productie.

, ,Met slechts enkele uitzonderingen zijnbijna alle woningblokken van den laatsten tijddoor particuliere ondernemers tot stand ge-bracht. Meestal bepaalden zij zelf de woning-indeeling, terwijl in alle gevallen voor hetgevelontwerp, de architectonische verzorgingen de aansluiting met de naastliggende bouw-blokken, de hulp van den architect werd in-geroepen.” D. S.

WOONPLAATSEN DER JODEN. - In nummer21 en 22 van de Vraj’dagavond heeft ons mede-lid de heer E. Boekman onder den titel deVerdwajning van het tamsterdamsche Ghetto eenigebeschouwingen gegeven over de verdeelingder Joden over de verschillende stadsgedeelten.Hij komt in het eerste artikel tot de volgendeconclusiën : 1. In het oude Jodenkwartierwoont niet meer het grootste deel, doch slechtseen derde der amsterdamsche Joden, n.1. ruim22 ooo. 2. In het kwartier tusschen Amstel enNieuwe Vaart woont een bijna even groot deelals in het zoogenaamde Jodenkwartier, n.1.circa 20 500. 3. Het overige deel der amster-damsche Joden is verspreid over de anderekwartieren der stad : daarvan woont de helft(circa 11 700) binnen den grachtengordel. Inhet tweede artikel wordt aangetoond dat denieuwe buurten, waar de grootste aantallenJoden wonen, onmiddellijk grenzen aan hetoude Jodenkwartier, doch relatief minderjoodsch zijn ; dat naar mate de buurten verdervan de kern - de oude Jodenbuurten - ver-wijderd liggen, het percentage Joden op degeheele buurtbevolking geringer wordt ; datbinnen de meeste dier buurten zich kernenbevinden, welke een belangrijk grooter per-centage Joden aanwijzen dan de buurt alsgeheel ; dat de joodsche bourgeoisie zich voor-namelijk gevestigd heeft buiten het Joden-kwartier of daaraan grenzende buurten en inde door haar bewoonde buurten eene kleineminderheid vormt.

Als aardige bijzonderheid worde hier ver-meld dat onder de 3723 Amsterdammers, diein schepen en woonwagens wonen slechtstwee Joden zijn. JOH. C.' B.

A M S T E R D A M D O O R B U I T E N L A N D E R S G E -SCHETST. - In de Woche van 30 Augustus

Page 8: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

6 AMSTELODAMUM

1924 vindt men een geillustreerd artikel overdie Stadt der Radler, waarmee Amsterdambedoeld wordt. Een tikje overdreven, zooalsdat gewoonlijk in buitenlandsche bladen hetgeval is. In het zelfde nummer verder eensonnet van Ernst Krauss : Amsterdam beiNacht. Reeds vroeger in het nr. van 26 Novem-ber IgIo van ‘de Woche vindt men eenigeamsterdamsche stadsgezichten, o.a. de Dam,die in zijn verlatenheid meer den indruk maaktte zijn uit het jaar 1870 dan 1910, en hetSophiaplein (Munt): de teekenaar heeft hier tnden Amstel een Volendammer visschersschuitontdekt. M. B.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENAMSTERDAMSCHE HISTORISCHE LEESKRING

- Het Bestuur van den Amsziwdamsche histo-ris&e LeesRring maakt aan allen, die in ge-schiedenis belang stellen, bekend, dat I Janu-ari 1925 enkele plaatsen in zijn kring open-gevallen zijn. De leeskring laat wekelijks eenportefeuille met tijdschriften circuleeren. Hier-onder vallen o.a. de Bzjdragen vow vaderland-sche geschiedenis en oudheidkunde, het Bulletinvan den Nederlandschen oudheidkundige Bond,het Tijdschya’ft vooq geschiedenis en dat votwEconomische geographie, het Historisch tijdLschrift, de voornaamste nederlandsche tijd-schriften voor kerkgeschiedenis ; het Histo&heVieerteJjahrschrift, Historische Zeitschrift, Hz’sto-rische Blätter, de Revue historique ; Révolutionfqancaise ; de Revue belge ; de English en deA merican histo&al review enz. enz. Boven-dien gaat om de twee weken een geschied-kundig werk rond, dat veertien dagen be-houden kan woorden. Het lidmaatschap be-draagt f IO ‘s jaars.! Voorzitter is prof. dr.H. Brugmans, secretaresse mejuffrouw dr. L.van Nierop (Sarphatistraat 3), die. gaarne aanbelangstellenden een reglement zal zenden, enbij wie nieuwe leden zich kunnen opgeven.

TACO HAJO DE BEER. - In de bekendeLevensberichten van de Maatschappij der neder-landsche Letterkunde geeft mr. M. G. L. vanLoghem dat van T. H. de Beer, die jaren langin Amsterdam woonde. Wij ontleenen aan ditlevensbericht het volgende over De Beer% levente Amsterdam : ,, Begin 1877 was er gelegenheidnaar Amsterdam te komen en De Beer liet degelegenheid niet voorbijgaan. Hij kwam alsleeraar aan de H. B. S. met 5-jarigen cursusonder directie van dr. D. van LankerenMatthes, maar ook als medewerker in hetgeestesleven der groote stad, ofschoon dit,te midden van veel voldoening ook eenige te-leurstellingen moest medebrengen. De redactievan ‘den Tooneelalmanak voerde hij slechtstweemaal, 1877 en 1878, en een werk waaraanhij reusachtige moeite besteedde, de door hem- met mr. Van Loghem zelf - opgerichte

Amsterdammer, Weekblad vow Nederland (delatere Groene), zijn gelief koosde schepping,werd hem een bron van bitterheid. De overeen-komst met de uitgevers hield in, dat de beideredacteuren hun werk gratis zouden leveren,ook de uitgevers hun bemoeiïngen gratis, maardat de werkelijke uitgaven, druk, papier etc.door alle drie gezamenlijk zouden gedragenworden. Na drie maanden hadden de beideletterkundigen een vrij groote som bij te passen;na zes maanden scheen het alsof het weekblad,zoowel wat abonnement en kioskenverkoop alswat advertenties betrof een groot succes was.Toen dus de kostenrekening kwam en De Beer- door andere uitgevers en drukkers misschienoverdreven ingelicht - meende in plaats vanbij te betalen een goede som te zullen ont-vangen, ontspon zich tusschen hem persoonlijken de uitgevers een correspondentie, waarvande toon verdere samenwerking onmogelijkscheen te maken. De uitgevers boden aan hunvordering terug te nemen, wanneer het bladhun eigendom werd, en zoo geschiedde.. DeBeer stemde toe ; redacteur werd de heer DeKoo, gewezen predikant te Drachten en amster-damsch correspondent van de Nieuwe rotter-damsche Courant, die aan het blad een geheelnieuwe, sterk uitgesproken politieke richtinggaf. Mr. Van Loghem had niet mede gecorres-pondeerd en kon, toen De Koo zoowel als deuitgevers en hun vriend Justus van Maurik datwenschten en De Beer er niet tegen had, aanhet blad verbonden blijven.”

Over De Beer’s leven in Amsterdam : ,,Geenpremiere in een der vele amsterdamsche thea-ters, geen lezing van beteekenis, geen letter-kundige bijeenkomst of gezelligheidsavond met(meestal letterkundige) vrienden verzuimde hij.Mr. van Loghem herinnert zich een dinertjebij De Beer, met prof. Alberdingk Thijm, prof.Jan ten Brink, mevr. Kleine-Gartman, Melativan Java en mevr. Lina Schneider, alle groot-heden van dien tijd, waarvan althans Jan tenBrink’s geestig causeeren over oud-hollandschekluchten in aller herinnering gebleven is. Jongeacteurs, leerlingen van de Tooneelschool, jongeschrijvers kwamen hem raad vragen. En DeBeer’s Woensdag-middagen waren gezocht, algebeurde het wel eens dat een minder onderhou-dend en minder belangwekkend bezoeker van degastvrijheid misbruik maakte en den gastheergedurende eenige uren accapareerde. Zoo waser eens een dame, die drie en een half uur overde theosophische beteekenis van Goethe%Faust het woord gevoerd had en zich boosmaakte, toen De Beer blijkbaar moede werden mevr. De Beer haar opmerkte, dat heteigenlijk etenstijd was. ”

De Beer redigeerde drie tijdschriften, pro-duceerde ook overigens zeer veel, artikelen,kritieken, verslagen, polemiek. , ,Maar met dezeintense productie, parallel loopend met zijnleeraarschap, scheen de veerkracht van denwerker uitgeput ; een inzinking, een zenuw-

Page 9: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 7

overspanning noodzaakte hem in I go2 pensioenaan te vragen ; hij had toen 47 jaar het onder-wijs gediend, waarvan 25 in Amsterdam ; hijwas 63 jaar.” Maar hij herstelde en richttetoen een bureau voor translaten op, dat ge-ruimen tijd heeft gebloeid. .,De Beer’s laatstejaren - hij is ruim 84 jaar geworden - warenvervuld van dankbaarheid voor de vriendschap,die, bij het wegvallen van zijn eigen tijdge-nooten hem door jongeren uit telkens jongeregeslachten geschonken werd. En zijn gesprek,altoos levendig, altoos warm en vol belang-stelling voor alles en allen, bleef steeds demoeite waard, bleef ook steeds op een hoog,idealistisch niveau. Hij overleed, van zorg-volle toewijding omgeven, te ‘s-Gravenhage,waarheen hij slechts weinige maanden te vorenzijn verblijf had overgebracht.” H. B.

PROF. KALFF STUDENT EN: LEERAAR INAMSTERDAM. - In de biografie van zijn vaderdoor dr. G. Kalff Jr. opgenomen achter ‘tdoor hem uitgegeven tweede deel der west-europeesche letterkunde, behandelt deze ookde studententijd van zijn vader. Prof. Kalff,in I 856 te Zwolle geboren, stamde van moeders-zijde af van ‘t bekende doopsgezinde amster-damsche geslacht Muller, dat zoovele eminentemannen heeft opgeleverd. Zijn grootvader vanmoederszijde was de amsterdamsche professorin de theologie dr. Samuel Muller, die vangeboorte ‘n Duitscher was.

Dr. Kalff vertelt dan : ,,Op zijn achttiendejaar vertrekt hij nu naar ‘t AthenaeumIllustre te Amsterdam. Oom Frederik Muller,de bekende boekhandelaar en antiquair,sprong voor de studiekosten in de bres, maarook zonder deze verplichting was mijn vadertoch ook geen ,,vroolijk student” in mindergunstigen zin geworden.

,,In den gunstigen zin was hij ‘t zeker wel ;hij was lid van ‘t gezelschap Unica, nu nogbestaande als dispuut van ‘t amsterdamschestudentencorps. Tot zijn medestudenten be-hoorden o.a. U. Ph. Boissevain, nu professorin de oude Geschiedenis in Amsterdam,K. Kuiper (1854-1922, later professor in‘t Grieksch). De ,,faculteit” werd op lichtelijk-middeleeuwsche wijze gedragen door tweeprofessoren : Naber, die Grieksch, Latijn enAntiquiteiten en Jorissen, die algemeene envaderlandsche geschiedenis, benevens neder-landsche taal- en letteren doceerde of doceerenmoest.”

Daar ‘t recht van examineeren niet toekwamaan ‘t Athenaeum ging prof. Kalff reeds in‘t jubeljaar 1875 naar Leiden ,,‘s lands oudsteen eersfe hoogeschool”, waar toen geleerdenvan grooten naam als Fruin, Cobet, De Vriese.a. docent waren en de professoren als Godenover straat gingen. In 1881 na zijn doctoraalexamen in de nederlandsche letteren werdKalff leeraar aan de amsterdamsche Handels-school , , ,in dien tijd door de jongelui uit de

leidende kringen der hoofdstad doorloopenvo& zij de voetstappen hunner vaders gingendrukken.” Dr. Kalff vertelt ‘n aardige anec-dote over prof. A. Pierson, die als lid derCommissie van toezicht eens ‘n les van prof.Kalff bijwoonde. ,,Deze (prof. Kalff) Wildeeenige jeugdige patriciërs de hun opgelegdevoordracht doen houden : maar de heertjeswaren in gebreke gebleven en kregen deswegeneen uitbrander. Professor Pierson haalde met-een een krant te voorschijn en zonderde zichdaarachter af : hij wenschte blijkbaar eengalavoorstelling, ook zonder repetitie”. Dr.Kalff geeft ‘n beschouwing over zijns vadersleven in Amsterdam en vertelt hoe deze ‘tonvolprezen schoon onzer grachten zag., ,Debuigende lijnen eener amsterdamsche grachtmet hun pittoresk-schoone verschieten vanwit en rood en grijs, half verborgen achterboomengroen.” Buiten de Handelsschool vondKalff omgang met mr. Adriaan de Vries(overl. 1884) en onzen bekenden archivarismr. N. de Roever. Hij kwam aan huis bijprof. Alberdingk Thijm. In 1887 werd ‘ttwintigste Taal- en Letterkundig Congres teAmsterdam gehouden waarbij Van Hall, DeRoever en Kalff resp. als voorzitter, eerste entweede secretaris optraden. Dr. Kalff bespreekthier ook de oprichting van den kring Ghesellenin Brederode in 1885 na de Bredero-herdenkingen waarvan De Roever, Van der Goes, Kalff,Unger, P. L. Tak en Van Loghem lid waren.Hier leerde Kalff ook de jonge beweging derTachtigers kennen. In 1886 werd Kalff op-volger van Hofdijk als leeraar aan ‘t amste-damsch Gymnasium, waar de pas afgetredenrector dr. A. Poutsma en de latere leidschehoogleeraar Speyer tot zijn collega’s behoorden.In Amsterdam trouwde prof. Kalff in 1886met mej. J. J. E. Momma en schrijft zijnGeschiedenis der nederlandsche Letterkunde inde zestiende eeuw (1889) en Literatuur en Tooneelte Amsterdam in de zeventiende eeuw (1895).In I 896 gaat Kalff uit Amsterdam om professorin ‘t Nederlandsch te Utrecht te worden.

H. VAN DER BIJLL

VRAGENBUS(Verzoeke antwoorden Rampelaan 84, Overveen.)

VRAGEN.

REMBRANDT~ STANDBEELD. - De fa. Ent-hoven te ‘s-Gravenhage goot indertijd hetRembrandtbeeld op het Rembrandsplein, enhet Kosterbeeld op de Groote Markt te Haar-lem. Replieken plaatste zij voor het heerenhuisaan de overzij de van het Zieke te ‘s-Gravenhage.Men kan ze duidelijk herkennen op de repro-ductie in rotogravure naar een oude foto inVan Zuiden’s de Residentie in @if-en-twintigjaven (1923). Bestaan deze replieken nog ?Waar zijn ze te vinden ? J. W. E.

Page 10: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

8 AMSTELODAMUM

PAULUS BRAMER. - Bij mij thuis is eenstaand horloge van Paulus Bramer te Amster-dam. Het wijst aan datum, dag, maand, jaar-getijde en maan. Het speelwerk geeft volgensinscriptie boven halfcirkel : Trompette stuur,Dorothea, ‘t Boere . ballet, La mars, Grandmusquitaire ; beneden halfcirkel, Barloo, Sar-bande, Staat op mijn br.tje, Cotiljon, Menuet,Revelje vous. Wanneer was deze Bramerwerkzaaam ?

Zaandam. N. VAN DER GOOT.

TIELEMAN VAN DER HORST. - Wie en watwas Tieleman van der Horst, waarvan teek@-ningen van amsterdamsche stadsgezichten zijngereproduceerd voor den kalender door gebr.Van Rijkom uitgegeven ?

Ik bezit van een Tieleman van der Horsteen exemplaar van het werk Theatvum Machi-narum Universale of Nieuwe Algemeene Bouti-kunde in ‘t koper gebragt door Jan Schenk enuitgegeven door Petrus Schenk, bonst en kaart-verkoper vooraan in de Kalverstraat, bij deGapersteeg, in N. Visschers Atlas 1739. Indit plaatwerk komen voor fraaie gravures vanrij kbewerkte, vroeg achttiende-eeuwschewrong- en andere trappen, alsmede van trap-lantaarnkappen. Maakte deze T. van derHorst ook teekeningen van stadsgezichten ?

A. J. REIJERS.

PHILIP~INGBOONS. - Kunt men ook mede-deelen of er een portret van den amsterdam-schen architect Philip Vingboons bestaat, enzoo dit het geval is, waar is dit dan aanwezig ?

Wijlen A. W. Weissman, die in Oud-Hollandvan Igog aan hem een studie wijdt, geeft hiergeen portrét. En toch meen ik gelezen tehebben, dat er een portret van dien bouw-meester moet zijn. A. J. REIJERS.

ANTWOORD

HUIS TE ZINNENLUST. - Dit was de bekendeinrichting van den gewezen lector in ‘hetArabisch aan de leidsche Universiteit JohannesAntonides of Jan Teunisz. Ik verwijs denvrager naar Jensen’s boek Reizigers te A mster-dam nr. 35, 38 en 41. De engelsche reizigerWilliam Brereton doet er het volgende verhaalover :

Tuesday I I Junii 1634. We went into thehouse of Yantunus, who hath been professorin Leyden of the Arabic language - a lustyold man, whose beard reacheth his girdle. Inthis house he hath erected a most curieuswater-work at an infinite charge ; no roomwithout some rare invention for pleasure anddelight ; none for lodging almost, but also con-trived and furnished with several inventions,and those al1 various to affect the outwardsense, and draw on ghuests to apply there. Heis Anabaptist, but a man of most strangeinvention. This most rare invention, thiswater-work, is erected in the top of his house,

which is six stories high, where having heardal1 sorts of music upon stings upon wind-instruments, and upon an instrument whichdid in a pleasant tune and harmony make thebells to sound, playing thereon as you doupon virginalls. Here we had three great glassesof their muddy stuff, for which we paid (andfor a dish of almonds and raisins) six Dutchshillings. After this we were taken into a loftor gallery in the same room : over against USstood upon a convenient place, for that andprepared, the proportion of a woman milkinga cow, who seemed to move with her hand,and milked until the vessel, whereinto thewater distilled or war milked, ran over. Herewas another woman’s proportion, as it warecarrying away a vessel upon her head, which,being filled with water, did also overflow. Af-terwards here was an ox which p. . . . strongly,men tending the cow and ox, as also digging ;on the other side a bul1 which roared, a cowand her calf which lowed, a cock stood over-head which crowed, but hoarsely ; we werethen brought down to the water-work, wherewas a bal1 tossed and danced two yards highby strength and force of the water-spout ; pro-portion of the sun in water, but before, theproportion of a globe, then of the sun, of thehalf-moon, of a star much to the life, of acrown which was danced one yard and dimhigh ; two birds carried up, descended soaring ;two boys sat opposite one to the other aboutthree yards distant, which. . . . . . . . p. . . .stoutly one at the other, one upon the other ;a woman out of whose breast water sprung ;divers beasts placed upon the rails round aboutwhereon we leaned, out of al1 whose mouthswater strongly sprung, and was carried twoor three yards : and in the mid, out of the verytop of the work, the water did spring directlyupwards three yards : in this work did thewater issue at least in forty or fifty places. Alively representation of the five wise and fivefoolish virgins ; the one having oil plentifully,the other wanting : the first received, thesecond repulsed. Adam and Eve, and the frogsand toads, which strongly spit out their venom;overhead a flat roof, on which placed a turret,to which you ascend by stairs made of iron-bars in a narrow compass, and so walk toa little cabin co.vered overhead, open on al1sides, that the wind may not have over muchpower over it ; and by a wooden ladder youascend to the top of this also. Here is a com-manding prospect twelve yards higher than theroof ; this supported by four pillars, strength-ened with some bars of iron. JOH. C. B.

Page 11: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 12: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 9-

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURLEZTNG VAN DEN DEN HEEK J. W. ENSCHED~

Op Dinsdag den 3den Februari des avonds te 8 me, in de benedenzaal van hetStedelijk Musenm (Paulus Potterstraat) over liederen, muzikaal toe-gelicht door mevrouw Lucie Enschedé-Vos, sopraan.

ALGEMEENE LEDISNVERGADERISGte houden op Vrijdag den 6den Februari, des namiddags te 4$ ure, in het American-hotel.

Agenda :I. Opening door den Voorzitter ;2. Notulen der vergadering van II Februari 1924 ;3. Jaarverslag uit te brengen door den Secretaris ;4. Verslag van den Penningmeester ;5. Rapport der Commissie tot het nazien der rekening en verantwoording van

den Penningmeest er ;6. Verkiezing van drie bestuursleden wegens de periodieke aftreding van de

heeren J., W. Enschedé, C. G. ‘t Hooft en F. W. W7ilde (allen herkiesbaar) ;7. Rondvraag en sluiting.

* **

NIEUWE LEDEN

Sinds de vorige opgave zijn nog tot het Genootschap toegetreden :a. Als donateurs : de heeren Theo Kint en J. Nienhuys Jr.b. Als gewone leden : mej . Lizzy Ansingh en de heeren C. Bakker, mr . Joan Berden,

dr. P. W. C. M. Busch, G. C. J. van Wickevoort Crommelin, jhr. mr. C. A. Elias, .H. van Haagen, mr. H. P. van Heukelom, dr. P. J. J. Honig, J. D. Hoving, W.Juchter, P. Klijnveld, S. J. graaf van Limburg Stirum, W. N. J. Meester Wzn.,K. H. Mohrman, J. H. M. Rademaker, ds. J. H. F. Remme, ds. W. van ‘t Sant,dr. G. C. A. Valewink, L. -4. de Vlaming, W. ten Cate de Vries, Herman H. Wark J. Hzn.,H. J. Wegerif, en 1~~ Zélander.

* **

INNING DER CONTRIRUTIES

De penningmeester verzoekt hun, die hunne contributie over 1925 per Post-of Gemeente Girodienst willen voldoen, en hieraan nog geen gevolg hebbengegeven, wel hiertoe te willen overgaan, opdat hij met het uitschrijven vankwitanties hiermede rekening kan houden.

HET GROOT NOORDHOLLANDSCH KANAAL EN DE PLANNENTOT AFSLUITING VAN HET IJ

Bij de herdenking van de opening van het Groot Noordhollandsch kanaal teAlkmaar op 12 December j .l. heeft de heer J. C. Ramaer een rede gehouden over degeschiedenis van dit groote werk en daarbij ook gesproken, als ik mag afgaan op deverslagen in de dagbladen, over zekere plannen tot afsluiting van het IJ, waaraanBlanken zou hebben gedacht.

Naar ik meen, heeft hier een verwarring plaats tusschen de dokplannen van Blan-ken en die tot 1 J-afsluiting van Goudriaan. Daar een resumé van de rede van den

Page 13: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

10 AMSTELODAMUM

heer Ramaer ook in amsterdamsche bladen is overgenomen, voel ik mij verplichtmijne meening tegenover de zijne te stellen.

Nadat men reeds in de zeventiende en de achttiende eeuw voortdurend hadgetobd om de haven van Amsterdam op diepte te houden, werd eindelijk, toen in1804 peilingen aantoonden, dat het kwaad in de laatste jaren zeer veel erger wasgeworden, aan de Maatschaf$vj der Wetenschappen te Haarlem verzocht over dezekwestie, die een levensbelang voor Amsterdam was, een prijsvraag uit te schrijven.De gouden eerepenning werd toegekend aan een antwoord, ingezonden onder hetmotto Amsterdams redding. van de hand van den Inspecteur van de WaterstaatJ. Blanken Jansz. Deze schreef de aanslibbing toe ,,aan de wanstaltige vorm derwederzijdsche oevers en aan de slib-afzettende werking van de paalwerken en deop rijen liggende schepen”, de zgn. Laag. Hij stelde voor, dat op de plaats der paal-gording een dokdijk zou worden gelegd van Zeeburg over den Paardehoek tot aanhet Blauwhoofd. Na het bezoek van Napoleon aan ons land, die groote belangstellingvoor het plan toonde, werd het plan een weinig omgewerkt door het dok in driedeelen te scheiden, waarvan het middelste voor de kleine scheepvaart werd bestemd ;door de Omwenteling bleef de zaak echter rusten.

De toestand van de haven werd echter hoe langer hoe slechter ; bij de behandelingder begrooting van 1818 werd uitvoerig gesproken over de noodzakelijkheid vangroote baggerwerken ; de gewone inkomsten waren hiervoor niet voldoende en menbesloot een beroep te doen op de Landsregeering, voor wie de zaak ook van grootbelang was, daar het Admiraliteitsdok en de Rijkswerf weldra niet meer bereikbaarzouden zijn.

De Regeering was wel bereid mede te werken, mits de zaak grondig werd aangevatdoor uitvoering van Blanken’s plannen. Zij had juist aan dezen waterbouwkundigehet uitbreiden van de maritieme inrichtingen in Den Helder opgedragen ; ook wasdeze in 1817 begonnen met het aanleggen van een vaart voor schepen van beperktegrootte tusschen Den Helder en Amsterdam, de oorsprong van het latere Noord-hollandsch kanaal .

Nu wilde het ongeluk, dat men te Amsterdam met beide plannen, met de kanaal-en met de dokplannen, weinig ingenomen was en er integendeel groote gevaren vanduchtte. Men vreesde, dat bij den aanleg van het kanaal een belangrijk deel vanAmsterdams handel zich naar Den Helder zou verplaatsen en dat de waren Amster-dam alleen in lichters zouden bereiken. Maar ook tegen de dokplannen van Blankenhad men groot bezwaar, niet alleen om de hooge kosten, maar ook om het tijds-verlies, dat men voor de schepen duchtte bij het schutten in de doksluizen. Deeene commissie na de andere werd benoemd, zonder tot een resultaat te komen ;in 1819 greep eindelijk de Gouverneur van Noord-Holland in om spoed achter dezaak te doen zetten ; op z Januari woonde hij een Raadszitting bij en deelde mee,dat Z.M. voor het einde der maand een voorstel verwachtte.

Zoo snel ging het echter niet ; een paar maanden lang werd er onderhandeld ; destad Wilde een bijdrage van een millioen geven voor het kanaal, mits dit voor zee-schepen werd geschikt gemaakt en waarborgen werden gegeven tegen de concurrentievan Den Helderl ; tegen de dokplannen bleef men zich echter verzetten ; men hooptedoor andere, minder kostbare middelen, b.v. door stoommoddermolens, waarmec,naar men vernomen had, , ,in het bui tenland verwonderlij ke resultaten waren bereikt ’ ‘,de haven uit te diepen en door kribwerken aan den noordwal den stroom daarin tebrengen. Ondanks nieuwen aandrang van den Koning bleef men vol houden : ,,mochtZ.M. in deszelfs hooge wijsheid, en na overweging van de vrijmoedige gedachten door

I Beide voorwaarden werden ingewilligd; zie mijn Stukken betreflende het verzet van Amsterdamtegen de emancipatie van Den Helder (Economisch historisch Jaarboek X, 80).

Page 14: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

ons ontwikkeld - men had in het stuk zich een zeer scherpe critiek over de econo-mische politiek der regeering en op de voorgestelde accijnzen op suiker en koffieveroorloofd ! - aan de kanaalwerken volstrektelijk een omdijking van het 1 J willenverbinden” dan zal de regeering der stad dit ,,lijdelijk aanzien”, zonder, voegt zijhieraan uitdrukkelijk toe, voor het slagen der voor a1 deze plannen noodige leening,,eenige verantwoordelijkheid te kunnen dragen”. Men begreep, berichtte men 29Maart 1819 aan den Gouverneur van Noord Holland, dat de voordracht ,,wel waar-schijnlijk niet aan de verwachting van onzen geliefden Koning zal beantwoorden” ;men wist echter dat ,,Z.M. een te verheven gevoel van recht en billijkheid heeft,om aan stedelijke regenten de oprechte taal van plicht en geweten, a1 mocht dezelveop een verkeerde beschouwing van gronden berusten, ten kwade te duiden”. Menverzocht den Gouverneur tevens den Koning over te halen tot het toestaan van een,,volstrekt schadelooze proeve (de uitdieping), bij welker mislukking tot de kostbareomdij king zou kunnen worden overgegaan”.

De Koning gaf, met tegenzin, toe, daar hij de gelden voor uitbaggering besteed, aisweggeworpen beschouwde ; hij vertrouwde evenwel, dat bij mislukking de stad totde bedijking zou medewerken en ,,dat wij ook daarbij die blijken van individueelegoede trouw bij alle leden der stadsregeermg zullen ontwaren, als welker overtuigingons alleen aan derzelver zoo ernstige en herhaald betuigd verlangen tot het nemeneener voorloopige proefneming, heeft kunnen doen toegevenl”.

Men ging nu aan het baggeren, jarenlang, en bestelde zeifs voor dat doel in Enge-land een ,,stoomdiepmolen”, die door engelsche werklieden hier in elkaar werdgezet. De uitgediepte deelen vulden zich echter weldra weer met slik; het werd spoedigduidelijk dat de geheele zaak tot niets leidde. De goede trouw had nu vereischt,dat men de zaak aan de regeering openlegde ; de met het werk belaste commissieen de Raad betrachtten echter de ,,uiterste secretesse:’ en wilden zelfs door lap-middelen, het aanbrengen van een rijsdam bij de paalgording, aan de dure oplossingontsnappen.

Natuurlijk ontging dit alles niet aan de Regeering ; de belangstelling van dezehad zich evenwel inmiddels van het plan van Blanken afgewend naar een veel groot-scher ontwerp.

In 1821 reeds had zij bewerkt, dat de Maatscha#j der Wetenschappeneen prijsvraag uitschreef over de kwestie in hoever na de voltooiing van het Noord-Hollandsch kanaal een afsluiting van het II J aan de oostzijde wenschelijk moestworden geacht, zoowel voor het diephouden van het 1 J a1.s voor eventueele droog-making der Haarlemmermeer. Twee der ingekomen antwoorden werden bekroond :,4. F. Goudriaan Wilde het IJ aan de oostzijde geheel afsluiten en de vaart naar deZuiderzee verzekeren door een kanaal door Waterland en Marken2; Dirk Mentzdaarentegen wilde in den afsluitdam zelf sluizen aanbrengen en den toegang daar-heen vanuit de Zuiderzee door een vernuftig uitgedacht spuibekken openhouden.Beide plannen zijn bovendien merkwaardig, omdat er drooglegging van een deel vanhet 1 J en spuiing door middel van een kanaal door de duinen aan verbonden, werdeen kanaal door Noord-Holland op zijn Smalst dus, a1 was het dan niet ten behoevcder scheepvaart .

Het plan van Goudriaan, dat door den heer Ramaer ook in diens biografie van dezenwaterbouwkundige3 niet wordt behandeld, enkel genoemd, werd daarop door deRegeering overgenomen, ondanks het hevig verzet van Amsterdam, dat opstopping

I Kon. Besl. van 21 April 1819.2 In het verslag van de rede van den heer Ramaer wordt gesproken van een ,,tunnel-

kanaal”, dat moet op een vergissing berusten.3 Nieuw biografische woordenboek 1, g60.

Page 15: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

13, AMSTE&ODAMUM.- - - -

der scheepvaart in het markensche kanaal duchtte : de Kamer van Koophandelrichtte te vergeefs een in bijna smeekenden toon gesteld adres aan de Regeering om‘4msterdam dit toch niet aan te doenl. Dat deel der begrooting voor 186, waaropdeze werken voorkwamen, werd, na scherpe oppositie der amsterdamsche afgevaar-digden, door de Tweede Kamer verworpen ; toch ging de Regeering haar gang, kochtde benoodigde landerijen aan en begon met de werken, waarvan de sporen op detopografische kaart duidelijk zichtbaar zijn. Tevergeefs informeerde men in deTweede Kamer, toen de begrooting niets over de kanaalwerken bevatte, of men wel-licht van plan was het Amortisatie Syndicaat daarvoor. te gebruiken ? Alleen hetkanaal toch zou bijna twee en half millioen kosten.

Onder deze omstandigheden besloot Amsterdam ten slotte gedeeltelijk toe tegeven en van twee vermeende kwaden het minst erge te kiezen ; het bood aanvan het vroegere 20.0 scherp bestreden plan Blanken het belangrijkste deel over tenemen en een Ooster- en een Westerdok te scheppen, mits een open havenfront vo&het Damrak voor de kleine scheepvaart open bleef. Blijkbaar durfde ook de Regeeringmet het oog op de stemming te Amsterdam niet te ver te gaan : op IC) Maart 18zSverscheen een Koninklijk Besluit, waarin de staking der kanaalwerken werd gelasten ‘s Konings goedkeuring werd verleend aan het plan tot het scheppen der beidedokken.

Ik heb van deze zaak met het oog op de plaatsruimte slechts een zeer globaaloverzicht kunnen geven; wellicht biedt zich later de gelegenheid aan om mijn materiaaldat ik reeds jarcn geleden over deze merkwaardige en voor de regeering van Willem 1zoo typische zaken bijeenbracht, te publiceeren. Ik wil nog slechts wijzen op hetfeit, dat ook hier de Koning een breederen kijk op de zaken heeft gehad, dan zijnonderdanen. Wat toch is het geval ? Wanneer toen reeds de afsluitdijk bij den mondvan het 1 J was geschapen, had rien de kostbare dokbedijkingen, die vooral bij hetWesterdok zooveel teleurstellingen hebben gebracht, achterwegc kunnen laten ;de latere drooglegging van het 1 J en het aanleggen van het Noordzeekanaal, waartoe,naar beweerd wordt -- op welke gronden blijkt niet - reeds Willem 1 ZOU hebbenwillen besluiten, zouden veel gemakkelijker uitvoerbaar zijn geweest en minder langzijn uitgebleven. En bovenal, het aanleggen van een spoorwegstation in het OpenHavenfront en van een spoorweggordel aan de noordzijde der stad, waardoor eenbelangrijk deel onzer haven voor zeeschepen onbereikbaar zou worden en het schit-terende XJ-gezicht voor altijd zou worden bedorven, zou zeker zijn uitgebleven. ’ais de dokdijken de ingenieurs niet voor het Centraal-Station naar het Havenfronthadden gelokt. De kortzichtigheid der toenmalige ,4msterdammers, die zich blindstaarden OP de vermeende belangen der kleine scheepvaart en den ruimen blik desKonings misten, heeft wel droevige gevolgen gehad. Dr. 11. G. DE BOER .

I De Boer: Onze kcnnis van Amsterdams +zegentiende ceztwsche geschiedenis (Tijdschr. voorGeschiedenis r 917, bladz. 289).--~-~- ~__ _.-..---~~ -~-- -

LANGS DEN WEG Krasnapolsky (overl. 25 April 1912) een halveccuw geleden in zijn nieuw hotel-restaurant

DE WIXTERTUIN V A N KRASNAIWLSKY. - dit palmarium inrichtte had hij daarmede.Amsterdam heeft wederom een merkwaardig- icts aan Amsterdam gegeven dat de aandachtheid verloren, in binnen- en buitenland bekend. trok en is blijven trekken. Ons maandblaadjeOf verloren is eigenlijk het juiste woord niet. gaf in het Januari-nummer van 1923 een uit-De wintertuin van Krasnapolsky in de War- treksei ter zake uit een fransche krant : inmoesstraat is tot de helft verkleind om ruimte 1884 gaf Eigen Haard een artikel over Kras-te maken voor een dancing-vloer en een modern napolsky ; tweemaal werd den wintertuingedecoreerde restauratie-zaal met velum. 1k zal- daarbij afgebeeld; zij wordt daar genoemd dedeze mutilatie van hetgeen eenmaal was niet glorie van het établissement, wat zij feitelijkbeoordeelen, slechts constateeren. Toen A. W. tot voor de verkleining gebleven is. J. W. E.

Page 16: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM x 13

OUDEAMSTERDAMSCHE ZAKEN. - Zoojuistontvang ik A mstelodamum en zie daar eenbeschrijving in van oude firma’s.

Onze firma bestaat reeds van 1709 en steedsin de familie van vader (1709) op zoon ; toenvan zoon op neef en van neef op zoon. De zaakis gevestigd geweest Korsjespoortsteeg tot1729, na dien tijd op het Rokin en voor vierjaar door verbouwing der rotterdamsche Bankverplaatst naar Kloveniersburgwal 57.

L. A. LOMANS.

POSTWEZEN. - Met eenige plechtigheid isI December in het gebouw van de firmaGerzon, in de Kalverstraat, een bijkantoor vande nederlandsche posterijen geopend. Het isgevestigd op de derde verdieping. Men kan erook voor de pakketpost terecht.

Het is de eersteling op het gebied der bij-kantoren der nederlandsche posterijen in win-kels en magazijnen. J. W. E.

:%I.GEMEEN HANDELSBLAD. - De directievan het A lgemeen Handelsblad geeft af en toeaan een klein aantal genoodigden de gelegen-heid haar gebouwen en installaties aan deN. 2. Voorburgwal en Paleisstraat te bezich-tigen. In Januari jl. konden mijn vrouw enik met een kleinen kring dit courantenbedrijfonder deskundige voorlichting bezichtigen :handzetterij, machine-zetterij (r g linotypes),papier-rondstereotypie (systeem Winkler, Fal-lert & CO. te Bern). expeditie en drukkerij(rotatie-persen van Konig & Bauer te Wiirz-burg). Ingeleid werd de excursie door eenkorte toelichting van den heer A. Heldringbij uitgestalde merkwaardige courantennum-mers, flans e.d., die stellig op deze wijs deaanwezigen een leerzamen kijk heeft gegevenop de technische constructie van een grootdagblad en hen aan zich verplicht heeft doorde vriendelijke receptie. J. W. E.

DE r. k. VREDESKERK. - Van de hand vanpastoor C. Nuijen is bij de drukkerij Limburgiavan de pers gekomen een Dagboek van denbouw der Vyedeskerk te Amsterdam. Het is eenin twee kolommen gedrukt boek, in kleinfolio formaat, van niet minder dan 322 blad-zijden, waarin op onderhoudende, vaak luimigewijze het verloop van den bouw wordt ver-haald. Het is niet in den handel.

JOH. C. B.

HEIJERMAN'S LAATSTE WERKKAMER. - Deamsterdamsche correspondent der NieuweRott. Courant schrijft in het nummer van 26November (Ocht. B.)

,,Tot zijn dood is hij Amsterdammer ge-bleven ! Ofschoon den laatsten tijd te Zand-voort wonende, kwam hij hier zoolang zijnelichaamskrachten hem dit lieten, elken dagwerken ; werken in de vertrouwde amsterdam-sche atmosfeer. Aan de gastvrijheid van een

bevriend echtpaar dankte hij - het is waar-schijnlijk niet algemeen bekend - een kleinzolderkamertje, boven in een oud huis aaneen der grachten. Keizersgracht 691, bij deUtrechtschestraat. Hier trok hij zich het vorigjaar terug na de debacle van de Tooneelvereeni-ging toen hij zijn kantoor aan den Amstel hadmoeten verlaten ; hier, onder de hanebalken,werkte hij staag, dag aan dag, in eenzaamheidde deur dp slot, om niet gestoord te worden ;van October-November 1923 tot de tweedehelft van April 1.1. dus ongeveer een half jaar ;den laatsten tijd dat hij over zijn volledigewerkkracht beschikte. Op 22 April is hij inhet nabije Anthoni van Leeuwenhoekhuis op-genomen voor het ondergaan van zijne opera-tie. Daarna, eind Mei, begin Juni, is hij toennog een paar maal terug geweest. maar hijwas de oude niet meer ; het werk Wilde nietmeer vlotten. Steeds grooter tusschenpoozenkwamen er tusschen zijne bezoeken en eindelijkbleef hij heelemaal weg.

, , We hebben gisteren een kijkje mogen nemenin de mansarde. Ach, wat ‘n eenvoud, ondanksde kleine accommodements, waarvoor het echt-paar zorgde : een electrisch kacheltje, een elec-trisch plafondlampje, een fonteintje. Langstwee wanden heeft hijzelf een paar stellingenmet planken getimmerd, zooals hij er in zijnjeugd ook een maakte in het ouderlijk huis aanden Schiedamschen Singe1 te Rotterdam, toenhij daar eveneens tot den zolder zijn toevluchtmoest nemen, om te voldoen aan zijne litteraireneigingen, tegen den wil van zijn vader in, diehem voor den handel bestemd had. Op deplanken staan, keurig-netjes geordend, telkensmet een touwtje of bandje saamgebonden. eenetiket met titel op den rug, de manuscriptenvan zijn tooneelstukken, met erbij de uitge-schreven rollen, en ook de andere stukken,die de Tooneelvereeniging gespeeld heeft. Ofhet geheele oeuvre hier compleet aanwezig is,is moeilijk, zoo bij een vluchtig bezoek, vast testellen, - het zou zeker de moeite waard zijn,het bijeen te houden.

,, Wel kan ik constateeren, dat zoowel hetbegin als vrijwel het eind van zijn loopbaanals tooneelschrijver aanwezig is : Ahasverus enRosa Bonheur !

, ,Twee stellingen met tooneelwerk ! Geeneboeken dan een stapel kantoorboeken, her-inneringen waarschijnlijk aan zijn moeilijkentijd als tooneeldirecteur. Op een soort van aan-recht voor het kleine raam dat uitzicht geeftover wat daken heen, op de tuinen en deachtergevels van de statige Heerengracht-huizen ; de aanrecht die, blijkens de aanwezig-heid van een vloei-map als schrijftafel heeftgediend, - heeft hij hier zijn Droomkoninkjegeschreven ? - staan twee portretten vanzijne jonge vrouw, en een leeg bloemglas. Daar-in heeft het bouquetje gestaan van zijn oudstedochter, den dag waarop hij uit het ziekenhuisterugkeerde. Onder het zolderlichtje een keu-

Page 17: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

.

14 AMSTELODAMIJJI

kentafeltje, bedekt met uitgespreide kranten,bij wijze van tafelkleedje. Als zitplaats eenpaar weenerstoelen. Tegen de muren eenigetoevalligheden : portretten van Frederik vanEeden en van Henri van Wermeskerken (delaatste met opdracht), alsmede een foto vande Wognummers (als voren). Tegen de stellingeen kalender, een paar krijtteekeningen (eenvrouwekop en een visschersvrouwtje, datnetten boet), benevens een . . . . eere-diplomavan de Letterlievende Vereeniging J. J. Cremerte Haarlem aan den heer Herman Heijermans,ten bewijze van zijne benoeming tot eerelid . . . .

, , Ziedaar alles ! Letterlijk alles, nauwkeuriggeïnventariseerd. En ik denk, rondziende, aaneen plaat, jaren geleden in de Groene, vanMultatuli, op z’n zolderkamertje, in de kou.”

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM3 VERLEDENGENEESKUNDIGEARMENZORG. -Dediaconie

der gereformeerde kerk zorgde voor genees-kundige hulp harer bedeeelden. Aanvankelijkhad zij vier, later zes doktoren in dienst. Voorrecepten had zij contract met apothekers, totdat zij in 1658 in haar nieuwe weeshuis zelfeen apotheek oprichtte. Bovendien was inhaar dienst een chirurg (breuksnijder of opera-teur, in den volksmond een meester), in 1654zelfs twee, in 1647 een , ,oogenmeester” . in1660 een specialist voor huidziekten. DezePieter van Hoven had een grooten naam ; zijnhuis aan de Rozengracht was bekend als hetSchurfthuis. Omstreeks 1680 kwam Johs.Smaltius geregeld voor de Diaconie uit Leidennaar Amsterdam om graveeloperaties te ver-richten ; hij droeg den titel van operateur. Dezeen nog veel andere bijzonderheden verteltH. J. Westerling in een feuilleton in hetHandelsblad van 6 December. J. W. E.

S~RPHIITI. - In het tiende Economisch-His-torisch Jaarboek publiceert dr. H. M. Hirsch-feld de plannen van Sarphati voor de stichtingeener Maatschappij VOOY nederla&sche Volks-vlijt uit het jaar 1857. Sarphati was in die dagenvooral getroffen door het feit, dat er voor denijverheid in Nederland geen kapitaal te vindenwas niettegenstaande de kapitaalvorminq inons land aanzienlijk was. Hij werd in zijn over-tuiging versterkt, toen hij in 1851 de wereld-tentoonstelling te Londen bezocht. Hij meende,dat nu de tijd was gekomen om in te grijpen,zoodat hij overging tot de oprichting van deVeveeniging VOOY Volksvlijt. Deze vereenigingstelde zich ten doel het geven van inlichtingenover de toepassing van de wetenschappen opindustrieel gebied, waarbij het tentoonstellenvan nijverheidsproducten op den voorgrond ge-steld zou worden. Uit deze vereeniging sprootspoedig het bekende Paleis voor Volksvlijtvoort. Weldra zag Sarphati echter in, dat dat

niet voldoende was. * De kapitaalverschafhngaan de industrie moest worden ter hand ge-nomen ; daarvan zou ten slotte het succes vanzijn streven afhangen. Hij dacht zich een kre-dietinstelling als het fransche Crédit mobilier,dat in dezen tijd zeer veel succes had. Maar ophet advies van de directie van de Nederland-sche Bank weigerde de regeering haar goed-keuring te hechten aan de oprichting van derge-lijke banken. Sarphati Wilde evenwel zijnplannen toch doorzetten en koos dus een vanhet Crédit mobilier afwijkenden vorm. Boven-dien liet het verzoek om de koninklijke goed-keuring op de statuten van de op te richtenbank vergezeld gaan van een uitvoerige memo-rie, die thans door dr. Hirschfeld wordt uit-gegeven. Het verzoekschrift vond evenwel bijde regeering geen gunstig onthaal ; de Maat-sçhappij VOOY nederlandsche volksvlijt werd nietanders beoordeeld dan de Crédit mobilier-plan-nen. Zoo werd de aanvrage afgewezen. Eerst in1861 had Sarphati succes : toen mocht hij deNationale hypotheekbank oprichten, waarvan hijzelf president-commissaris werd. In nauw ver-band daarmede richtte hij twee jaren later dehiederlandsche c r e d i e t - e n dpposito-bank op,waardonr zijn plannen van 185; geheel warenin vervulling gegaan. H. B.

AMSTERDAMSCHE BEURSNOTEERING. - Jnhet tiende Economisch:Historisch Jaarboek pu-bliceert prof. N. J. Polak eenige stukken overhet noteeringsvraagstuk aan de amsterdamschebeurs in de eerste helft der negentiende eeuw.Van een eenigszins officieele koersnoteering kaneerst in 1795 worden gesproken bij de uitgiftevan de prijscourant der effecten, door denboekverkooper Nicolaas Cotray uitgegeven ; zijwerd samengesteld door het kort voor 1795gestichte Collegie tot nut des obligatiehandels.Dat het niet eerder zoover kwam, kan wordenverklaard door het eigenaardig karakter vanden amsterdamschen beurshandel. Beursnotee-ringen worden met tweeërlei doel gepubliceerd,ter informatie en ter controleering. Geen vanbeide was eigenlijk noodig in het oude Amster-dam, waar de handel werd gedreven of zondertusschenpersonen of door bemiddeling van ma-kelaars. De loopende koersen waren in denkring der deskundigen wel bekend ; de make-laars waren beëedigd en stonden in onmiddel-lijk contact met hun meesters.

Eerst toen de tijden moeilijk werden en dekocrsen daarmede veel minder vast, toen boven-dien de handelsgebruiken veranderden, kwamde behoefte aan een betrouwbare koersnotee-ring van zelf op. En aan die behoefte werd doorde maatschappij natuurlijk onmiddellijk vol-daan : in 1795, het revolutiejaar, werd een offi-cieele prijscourant opgericht door het evengenoemde Collegie tot nut des obligatiehandels.Gepubliceerd werden een hoogste en een laagstekoers, die beide evenwel waren verkregen doorafronding ; ook stellen deze koersen niet steeds

Page 18: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMURI 15

werkelijk gesloten transacties, maar getaxeerdewaarden voor.

Dit noteeringssysteem heeft geruimen tijd voldaan. Onveranderd is het tot 1833 toegepast.Toen kwam er verzet tegen de onmiskenbarepraktijk, dat de gepubliceerde noteering eigen-lijk niet juist was in dezen zin, dat de spanningtusschen hoogste en laagste koers eigenlijk tegroot was. De oppositie organiseerde zich in deNieuwe handelsocieteiC, die het noteeringsvraag-

. stuk ter hand neemt en tevens tracht het corpseffectenhandelaars weer meer Select te makenen in de toestanden ter beurze weer meer ordete brengen. De nieuwe societeit ging nu ookkoersen publiceeren, die uit den aard der zaaknog a1 eens afweken van die van het Collegie.Zoo hebben er geruimen tijd twee officieelebeursnoteeringen naast elkander bestaan. Maarvan den aanvang af werd die van de Nieuwehandelssocieteit het meest gevolgd door de com-missionairs en anderen, omdat zij het zuiverstden werkelijken toestand weergaf. Vandaar danook dat het Collegie in I 841 aan de Societeit hetvoorstel deed tot samenwerking op het gebiedder noteering. Maar de Societeit Wilde daarvanniets weten, waarschijnlij k in de verwachting,dat zij binnen kort over de geheele linie zouzegevieren. De strijd ging dus voort, waarinook de dagbladen zich gingen mengen : in I 848toen de gemoederen zeer gespannen waren,kwam het tot felle polemieken. Maar toen dehoofden wat waren afgekoeld. vond men elkan-der ten slotte toch weer. In 1856 vereenigdenzich de besturen der beide vereenigingen broe-derlijk tot een Algemeen beurscomitk VOOY fiublie-he fondsen ; onder de auspiciën daarvan werd inI 857 de Effectensocieteit opgericht, waarinbeide concurreerende vereenigingen zich op-losten. Zij nam het noteeringssysteem derHandelssocieteit over,zoo dat deze toch de over-winning behaalde. Dit stelsel h’eeft nog veertigjaar daarna tot vrij wel algemeene tevreden-heid gegolden. Op het einde der negentiendeeeuw begon het gebreken te vertoonen, die al-lengs ernstiger schijnen te worden ; tot een defi-nitieve oplossing is ook deze kwestie nog nietgekomen. H. B.

AMSTERDAM~ VERZET TEGEN DE EM&CI-PATIE VAN DEN HELDER IN 1851. - Over ditonderwerp publiceert. dr. M. G. de Boer eenaantal stukken in het tiende Eco~~onzisch-

. Historisch Jaarboek. Amsterdam had de tot-standkoming van het Noord-Hollandsch Kn-naal bevorderd onder bepaalde voorwaarden,die door de regeering waren aanvaard. Onderdie voorwaarden &as wel opgenomen hetverbod tot het oprichten van nieuwe wervennaast de twee bestaande noodwerven in DenHelder, maar niet dat van lossen en laden, dattoch ook op de nieuwe havenplaats rustte.Den Helder lag namelijk binnen het zooge-naamde onvrij territoir, waar alle lossen enladen verboden was, zooals overal langs de

land- en zeegrens van het koninkrijk. Dezebepalingen omtrent het onvrij territoir steun-den op de wetten van 1816 en 1819 en haddenmet het graven van het Noord-Ho.llandschKanaal niets te maken ; vandaar, dat Amster-dam aan zijn medewerking tot het graven vandezen waterweg ook niet de voorwaarde ver-bond, dat het onvrij territoir in Den Helderzou worden gehandhaafd. Lange jaren heeftmen zich in Den Helder in dien toestand ge-schikt ; de voordeelen van het nieuwe kanaalwaren toch nog groot genoeg ; van 1820 tot1846 werd de bevolking van Den Helder ver-driedubbeld. Maar in het laatstgenoemde jaarwerd een ernstige poging gedaan om het ver-bod van lossen en laden afgeschaft te krijgen ;het verzoek werd toen, ook op advies van hetgemeentebestuur van Amsterdam, door deregeering afgewezen. Maar na de invoering dernieuwe grondwet en het optreden van eenliberaal ministerie hoopte men terecht in DenHelder op betere tijden. De eerste pogingmislukte in 1848 opnieuw. Het volgende jaarwerd de poging hervat. Zoo kwam de zaakweer in Amsterdam in handen van den ge-meenteraad. Op zijn verzoek benoemdenBurgemeester en Wethouders een commissieom de zaak nader te onderzoeken. Deze com-missie richtte zich met een viertal vragen toteen twaalftal handelaren en industrieelen be-treffende de gevolgen, die van de opheffingvan het verbod van lossen en laden in DenHelder voor Amsterdam konden worden ver-wacht. Op dat schrijven kwamen een elftalantwoorden in ; jammer genoeg ontbreekt inhet dossier dat van Paul van Vlissingen, denbekenden reeder en industrieel.

De uitgebrachte adviezen stemmen overeenwat betreft de beoordeeling van de gunstigeligging van Den Helder. De bevordering vanden handel van deze plaats zal voor Amsterdamzeer bedenkelijke gevolgen hebben. Een grootdeel van den handel en ook van de nijverheidvan Amsterdam zal zich naar Den Helderverplaatsen, als men deze voorhaven geheelvrij laat. Alle adviseurs bijna zien de toekomstdonker in ; Den Helder, mede door Amsterdamaan verbinding met het achterland gekomen,, ,zal haar voedstermoeder naar den hartadersteken”. Daarom wordt vrij algemeen geadvi-seerd : handhaving der verbodsbepalingen ;men was zeer conservatief, om niet te zeggenegolstisch in het toenmalige Amsterdam.Slechts twee adviezen vormen een uitzondering,die van de heeren J. Boelen en Tra Kranen.De eerste ziet in, dat de verbodsbepalingenin den nieuwen tijd toch niet zijn te hand-haven, en raadt daarom aan Amsterdam voorDen Helder te interesseeren : Den Heldermoet amsterdamsch worden in economischenzin ; het moet de voorhaven worden vanAmsterdam, zooals Cuxhaven voor Hamburgen Hâvre voor Parijs. Tra Kranen dringtbovendien aan op tolvrijheid van het Noord-

Page 19: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

16 AMSTELODAMUM

Hollandsch Kanaal, maar daarnaast op een ’ in eigen begrafeniskosten. In 1923 begroef hetnieuwen, korteren waterweg naar zee. Genootscap 81 lijken. Ongeveer 17500 dooden

De adviezen gaven de commissie aanleidingom welwillend, maar ongunstig te adviseeren

heeft het Genootschap in honderd jaar koste-

over de opheffing der verbodsbepalingen inloos en op passende wijze ter aarde besteld.

Een en ander is ontleend aan een uitvoerigDen Helder. Ook de Kamer van Koophandel feuilleton van J. W. H. in de T$d van 2 Januariwas van die meening. Burgemeester en Wet- j.l. J. W. E.houders sloten zich daarbij aan. Maar de Imgemeenteraad ging veel verder ; hij benoemdein 1850 een nieuwe commissie, die een nieuwadres zou samenstellen. Deze commissie steldeeen vrij scherp afwijzend advies voor, dat doorden raad werd aangenomen. Het heeft echterniet mogen baten. Een vrij bits antwoord vanden minister Van Bosse bereidde Amsterdamvoor op wat het te wachten stond. Inderdaad*zijn de verbodsbepalingen voor Den Helderafgeschaft en Amsterdam moest zich in dennieuwen toestand voegen. Het heeft dat danook gedaan ; nog in hetzelfde jaar 1851 steldenB. en W. den Raad voor een commissie vandeskundigen te benoemen om te onderzoekén,in hoeverre de doorgraving van Holland opzijn Smalst uitvoerbaar moest worden geacht.Amsterdam vatte zijn toekomst met krachtaan. H. B.

BEGRAVEN VAN R. K. ARMLASTIGEN. -

(Verzoeke antwoorden Rampelaan 84, Overueen.)VRAGEN.

STOT-TAI. - Een vijftig jaar geleden werden ’hier te lande door Stot-Tai seances in pheno-menale rekenkunst gegeven. Wie verschuiltzich achter dezen naam ? Een brief van hemuit 1877 duidt er op dat hij een hollander was,maar ook zijn er gegevens die wijzen naarDuitschland, Oostenrijk of Zwitserland. Opzijn naamkaartje geeft hij adressen op te Rome,Weenen, Londen en Amsterdam, Wieringer-straat 23. J. W E.

ZWAVELSTOKKEN. - Wie weet een adres,waar men ouderwetsche zwavelstokken koopenkan ? 6 E. SLLJYER.

CINéMA. - Wie weet waar en wanneergeopend is te Amsterdam het eerste lokaal,waarin een kino gevestigd was ? E. SLIJPER.

F. W. LIVE. - Op een zilveren bekerstaat het volgende opschrift :

Viro celeberrimo F. W. Rive, MedicinaeDoctori praeclaro de se suisque optime meritoin amicitiae et grati animi testimoniumhumiliter offert

s. P. L.

I 7 Januari 1825 herdacht het Genootschapvan Bawahartigheid tot het begraven van delijken der armen haar honderdjarig bestaan.Het genootschap, naar het schijnt het eenigevan dien aard in ons land, is te danken aanhet initiatief van Antonio Butti, broeder vände derde Orde van den H. Franciscus. Dewerkende leden verbonden zich ,,tot het be-graven der ligchamen van behoeftige Roomsch-Catholijken, welke behoord hebben op eeneder Kerken binnen deze stad en deszelfsjurisdictie”. Zonder extra-kosten voor hunbemoeienissen, zorgden de leden voor alleswat de begrafenis uit kerkelijk en wereldlijkoogpunt behoeft. Ook voor de lijken van ge-vangenen en veroordeelden, die op het schavothun leven lieten en voor een katholieke uit-vaart in aanmerking kwamen. Zoo bezorgdehet Genootschap o.a. de uitvaart van JohannHeinrich Kemper, die in de Watergraafsmeereen geheele boerderij had uitgemoord - menherinnert zich de mededeelingen onlangs indit blaadje gedaan over deze opzienbarendeterechtstelling- en die veroordeeld was totden strop of zooals het volk het uitdrukte

om door een hennepen vensterke in het lagewaterland te kijken” ; hij behoorde tot deparochie van het Maagdenhuis, werd uitge-beden door de leden van het Genootschap enkreeg een uitvaartdienst in de Begijnhofskerk.

De werkzaamheden van het Genootschapnemen voortdurend af, deels door. de steeds min-derende betrekkelijke sterftecijfers en hetafsterven buiten de kerkelijke gemeenschap,maar vooral door de toenemende voorziening,ook onder de meest behoeftige katholieken

V R A G E N B U S -

Die 1X1 Maji MDCCCLXXI.Kan iemand nadere inlichtingen verschaffen

omtrent S. P. L. De beker werd te Amsterdamaangeboden. J. c. VAN DER LOOS.

PROF. DR. H. J. ELHORST.- In het Doops-gezinde Jaarboekje van 1925 geeft prof. dr.J. G. Appeldoorn een kort levensbericht vanprof. Elhorst, in Maart 1924 overleden. Achter-eenvolgens doopsgezind leeraar te Irnsum enPoppingawier, Arnhem, Den Haag en Haar-lem, werd hij ten slotte hoogleeraar in het He-breeuwsch aan de Universiteit van Amsterdam.

,,Hij behoorde waarlijk niet tot de geveinsden,hij was een oprecht man. Ieder, die niet blindwas, kon in hem lezen als een geopend boek”.

J. W. E.ANTWOORD

PAULUS BRAMER. - Naar aanleiding vande vraag van mej. Van der Goot in hetJanuari-nummer van A mstelodamum kan ikhet volgende medede-en :

Paulus Bra(a)mer was omstreeks 1700 inAmsterdam werkzaam. Het Nederlandsch Mu-seum (Rijksmuseum) bezit een horloge metslagwerk van hem. In Taschenuhren fyühwreJahrhunderte aus der Samml. Marsels, is opTaf. XVIII No. 4 ook een werk van PaulusBra(a)mer afgebeeld. C.J . HUDIG.

Page 20: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 21: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 1 7

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURNIEUWE LEDEN

Sinds de vorige opgave zijn tot het Genootschap toegetreden :a. Als donatrices : mej. G. L. C. A. Mirandolle en mevrouw M. C. de Marez Oyens-

Reynvaan.b. als gewone leden : de heeren 1. L. Cohen van Delft, mr. B. de Gaay Fortman,

drs. A. Hendriks, G. Plate Jr., J. Stofberg, mej. E.-M. Weyerlee en ,J. J. Zeldenthuis.* **

ALGEMEENE LEDENVERGADERING

Op de algemeene ledenvergadering 6 Februari gehouden in het American-Hotelzijn uitgebracht de jaarverslagen door Secretaris en Penningmeester. Herinnerd werdaan de voorbereiding eener historische tentoonstelling over Amsterdam, in Julivan dit jaar te houden in het Rijksmnseum en in het Stedelijk Museum, ter her-innering aan het feit dat het zeshonderd en vijftig jaar geleden zal zijn dat Floris V,graaf van Holland in 1275 het eerste handvest aan Amsterdam schonk en verderdat het in 1925 vijf en twintig jaar geleden zal zijn dat I Mei Igoo het GenootschapAmstelodamum zijn werkzaamheden aanving. Het leden-aantal bedroeg 1214,het hoogste cijfer tot dusver geboekt.

De rekening en verantwoording van den Penningmeester, over 1924 sluitendein ontvangst- en uitgaaf met f 12I27,4g werd op advies der kasnazieners goed-gekeurd en de penningmeester gedechargeerd.

De aftredende bestuursleden J. W. Enschedé, C. G. ‘t Hooft en F. W. Wilde werdenherkozen. * **

HISTORISCHE TENTOONSTELLING

Het Bureau der historische tentoonstelling der stad Amsterdam 1925, is vanI Maart af gevestigd in het Stedelijk Museum, kamer 31.

Namens het dagelijksch BestuurH. BRUGMANS, voorzitter.

STAANDE HORLOGESIn de afgeloopen jaargang is eenige malen sprake geweest van onze staande hor-

loges. Het kan daarom nuttig zijn daarvan iets te zeggen.Het zijn uit den aard der zaak slingeruurwerken ; zij zijn eerst kunnen ontstaan

nadat de slinger toepassing had gevonden tot regeling van den gang. Het is bekend,dat Christiaan Huygens in het midden der zeventiende eeuw op dit denkbeeld kwamen, naar het schijnt zijn theorie het eerst in practijk heeft doen brengen op het toren-uurwerk te Scheveningen. Of zijn inventie, voorshands althans, veel navolging heeftgehad, blijkt niet, evenmin wanneer de slinger bij het kamer- en huis-uurwerk ingebruik is genomen. Het vereischte natuurlijk een constructieve omwerking van hetéchappement eer de slinger algemeen in gebruik kon komen.

Uurwerken met gewichten, ook kamer-uurwerken, behoeven meer ruimte danuurwerken, waarbij een veer de drijfkracht is. In onze Republiek ontwikkelde zichdrie typen, de friesche staart- en stoeltjesklok- het klein mode1 heet een schippertje -de zaansche klok en het staande horloge. Het centrurn der staand horloge-fabricatiewas Amsterdam. Constructief onderscheiden zij zich van de friesche en zaanscheklokken door hun uitgebreidheid ; het gaande werk bepaalt zich niet tot uuraan-,wijzing. Vaak hebben zij dag-, datum- en maandaanwijzing ; den stand van de maan,alsook der watergetijden kan men er op zien ; in navolging der speelwerken van

Page 22: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

x8 AMSTEiODAMUM

torenuurwerken is in de grootere exemplaren een speelwerk voor heel en half uurtoegevoegd, door een wijzer verstelbaar; de melodiën werden ontleend aan de Roeren-Zicd3jes in het begin der achttiende eeuw door de goede zorgen der uitgevers Mortieren, Roger te. Amsterdam verzameld, en aan soortgelijke verzamelingen sedert in hetlicht gegeven. Uitwendig onderscheiden de staande horloges zich door dat gewichtenen slinger in één kast zijn opgesloten en niet als bij de fricsche staartklokken alleende slinger in den eigen kast zijn slingeringen maakt.

“ Terwijl friesche en zaansche klokken hangklokken zijn rusten de armsterdamscheklokken op den grond. Die houten kasten, in de oudere exemplaren gemeenlijk vanwortelhout, in de jongere ook wel van mahoniehout, zijn geleed in drie deelen :onderstuk, slingerkast en uurwerkkast bekroond met kuif en houten, zeldzamerkoperen beeldjes, gemeenlijk een atlas en bazuinblazende engelen. De uurwerkkastmet snijwerk omsluit aan de voorzijde de wijzerplaat, die overeenkomstig dc kost-baarheid der uitvoering meer of minder gedecoreerd en gesierd is met schilderwerk,

’ een lándschap met draaiende molen, een profiel van Amsterdam met zeilende schepengezien van de overzijde’ van het 1 J en dergelijke voorstellingen, die zich jarenlang.gehandhaafd hebben.

De kunsthistorie wenscht natuurlijk die klokken, specirnina van veelal amster-rdamsche kunstnijverheid te dateeren. -Als houvast heeft zij daartoe den naam vanden maker, op de wijzerplaat aangebracht, maar zij heeft daaraan geenszins genoeg,omdat behalve den naam verder van den drager niets bekend is. Het horloge-makenwas in Amsterdam een vrij beroep ; de horlogemakers waren niet in een gildé ver-eenigd. Voor ieder hunner moet dus een eigen onderzoek in de burgerlijke stands-archieven worden ingesteld. In welke jare, ? De ordonnantie en de stijl der kastenmoet dan een ongeveere tijdsbepaling geven. In aucties waar exemplaren wordenaangeboden is het dan ook niet ongewoon te lezen omstreeks 1700, circa 1725, middender achttiende eeuw en dergelijke, waar niemand eigenlijk iets aan heeft. Toch ZOUhet bijzonder gewenscht zijn, dat de wetenschappelijke chronologiseering dezer klok-ken, over heel de wereld bekend, ter hand wordt genomen. Er zou dan tevens totklaarheid wellicht gebracht kunnen worden of de staande horloge-vorm al dan niet

. amsterdamsch is. Ïmmers ook in Engeland was deze stijl geliefd, waar dergelijkeklokken bekend zijn als long-case en grand father clocks. Over de engelsche makerszijn een aantal vaststaande data gepubliceerd door F. J. Britten in een alfabetischelijst achter zijn Old cZocks and zwatches and their makers (1899) ; in deze lijst van eenachtduizend namen komen ook Amsterdammers voor, maar ook hij heeft zich, voorzoover ik zien kan, bij hen moeten bepalen tot een omstreeks dit of dat jaar. Engelschelong-cases clocks hebben in hun uiterlijke verschijning iets, wat moeilijk onderwoorden te brengen is, dat hen dadelijk doet herkennen als niet-hollandsch ; zij zijnzie ik wel, vaak uitgevoerd in marquetterie, wat in de authentieke amsterdamscheexemplaren, geloof ik, niet voorkomt.

Wat genealogisch onderzoek intusschen niet kan beslissen is de vraag naar detechniek dier uurwerken. Maakten deze uurwerkmakers zelf hun werken ? Hoe zijnzij gebouwd ? De heer Ketelaar heeft onlangs gezegd dat het gaande en het slagwerknaast elkaar geconstrueerd zijn. Hadden zij een eigen engrenage ? Hoe is de vertan-ding ? Zijn overigens b.v. nog gemeenschappelijke kenmerken omtrent de wijze vanuitlichten, omtrent de constructie der speeltrommels enz. enz.? Allerlei vragen komenaan de orde bij de bestudeering onzer staande horloges, technisch en aesthetisch,stellig de moeite waard ernstig onder de oogen gezien te worden; op bijkans geenenkele kan een afdoend antwoord gegeven worden. De geschiedenis van een belang-

. rijke tak van amsterdamsche nijverheid, wier producten alom bekend en gezocht zijn,heeft er belang bij. . - J. W.E.

Page 23: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

'AMSTELODAMUM x9

LANGS DEN WEG

PASSEMPARARE. - De heer’J. SchuitemakerCz. verklaart in Buiten van 30 November ditopschrift op een uithangbord van een schoen-maker in de vroegere Halsteeg als ,,pas eenpaar a&e (andere)“. De steeg heette in denvolksmond de Passempararesteeg. J. W. E.

OSLO IN AMSTERD,AM. - In verband met denaamsverandering van de hoofdstad van Noor-wegen, waarbij de jongen naam Christianiavoor den oorspronkelijken plaatsnaam 0~10~moest wijken, moge ik hier opmerken, dat denaam Oslo in eenigszins anderen vorm voorvele’ Amsterdammers niet vreemd is. Wie kentniet bij naam het Anslo’s-hof je in de Egelantiers-straat, een der oudste, zoo niet de oudste vande vriendelijke stichtingen voor bejaarde vrou-wen, die onze vaderen in het leven hebbengeroepen”? Welnu, Anslo is een nevenvormvan Ansloge : in het Latijn heette de stad danook Ansloge. De stichter van het Anslo’s-hofje,Claes Claeszonn Anslo, was in 1555 te Osloof Anslo geboren, en ontleende zijn familie-naam aan zijne geboorteplaats Bij testamentvan 4 Augustus 1626 stichtten hij en zijne vroIlwGeert Jans het hofje, dat hun naam zou doenvoortleven. Een zijner zonen was de doopsge-zinde predikant Cornelis Claesz. Anslo, wiensportret door Rembrandt werd geschilderd endoor Vondel bezongen. Een andere zoon, Reyer,werd de vader van den dichter Reyer Anslo,wiens overgang tot de roomsche kerk in dertijd veel gerucht maakte en die in 1669 tePerugia in Italië overleed. JOH. C. B.

FLATBOUW.- Opgang van 21 Februari meentdat de flatbouw in Amsterdam zich weinigvermeerdert; zij kent alleen de perceelen achterhet Concertgebouw en bij het Roelof Hartplein.

J. W. E.

POLDERHUIS. - Van het thans afgebrokenPolderhuis en Overtoom is een origineeleaquatinta in kleur (kleurets) verschenen vande hand van F. Everbag. Men ziet het Polder-huis van af het Rijksmuseum. Op den achter-grond rechts de huizen van de Ruysdaelkade,links die van de Weteringschans. M. B.

HOTELWEZEN. - In een correspondentie inde Dordrechtsche Courant van 7 Februarimaakt Sini Sana de opmerking dat in de amster-damsche hotels ongeveer 1900 bedden beschik-baar zijn, zeker niet te veel in verhouding toteen bevolking van meer dan 700000 en eengemiddeld j aarlij ksch vreemdelingen- bezoekvan r 50000. ,,Het is wel eigenaardig, schrijfthij, dat behalve dan het bij de brug voor hetstation verrezen hotel Victoria - vooral ge-zocht door Duitschers en Amerikanen - demeeste hotels aan het Damrak tot de kleineregerekend moeten worden. De groote hotels

van Amsterdam verrezen meer stadwaarts in,want behalve het Doelen-Hot& héeft men’ indezelfde ‘straat, waar ,dit staat het Hotel desPuys-Bas, dateerende uit het midden der acht-tiende eeuw en Hotel de Z’Euvope, het vroegereRondeel”. ‘Denk daarbij, die hij in ander verblindnoemt, aan Krasniapolsky in de Warmoesstraat,Hotel Polen; Hotel Suisse, Hotel Neut, s in deKalverstra&, h e t Americauz Hot@ aan hqtLeidsche Plein, Mille Colonnes, Scf$ler enRembrandt aan het Rembrandtsplein en hetA mstel-Hotel; < J: W. ‘E.

D E KLBRK’S BOUWKUNST. - In de In;-stratàon v a n 8 N o v e m b e r .geeft L,éandreVaillat verslag van een studiereis in ons lami,wacLT’hij de moderne architectuur te Arrister-dam, Den Haag, Rotterdam, Amersfoort,Hilversum en andere plaatsen bestudeerdheeft. Hij is vol lof over ,,le visage modernede la Hollande”. Onder de afbeeldingen iso.m. opgenomen het blok woningen aan hetSpaamd~mmerplantsoen van wijlen De Klerk ”,,De Klerk, qu’ils, d.i. de .andele modernearchitecten, reconnaissent comme un maîtren’éprouvait-il pas le besoin d’ajouter a sesouvrages je ne sais quelle fantasie orientalequ’on discerne par ailleurs en certains clochersde Hollande, pareils a des pagodes, ou en laHalle des drapiers (Vleeschhal?) de Harlem,si étrangement décorée de sculpture d’unstyle hindou ? ” J. W. E.

EEN HONDERDJARIGE. - De bekende am-sterdamsche tabaksfirma W. Lehmann her-dacht’ op 27 Februari j.l. haar honderdjarig be-staan. Sinds g3 jaar, n.1. van 1832 af is defirma steeds in hetzelfde pand gevestigd ge-weest. Van dit pand, het fraaie oude koop-manshuis, Warmoesstraat 170, dateert de geveluit het midden der zeventiende eeuw. Onlangsis deze gevel geheel gerestaureerd, waarbij decontrasteerende werking van baksteen en na-tuursteen weder tot haar recht is gekomen.

De tegenwoordige firmanten zijn de heerE. A. Lehmann, ook bekend door zijn grootebelangstelling voor amsterdamsche aangelegen-heden, kleinzoon van den oprichter W: Leh-mann en de heer H. M. Heeren. S.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENHISTORISCHE TENTOONSTELLING DER STAD

AMSTERDAM. - , , Werd reeds eenigen tijd ge-leden in algemeenen zin voor de van Juli totSeptember te houden Historische Tentoon-stelling een beroep gedaan op de medewerkingvan alle belangstellenden, die in het bezitzijn van voorwerpen of bescheiden, welke voorexpositie. in aanmerking kunnen komen ; hetdagelijksch bestuur vraagt nog in het bijzonderde aandacht voor het onderdeel, gewijd aan

Page 24: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

2 0 AMSTELODAMUM

de economische toestanden in het negentiende-eeuwsche Amsterdam. Wel is hiervoor reedsveel bijeengebracht, maar het verzameldemateriaal vertoont nog belangrijke lacunes. Erontbreken nog vele afbeeldingen van oude be-drij ven, oprichtingsstukken van belangrijkeondernemingen, documenten, die een blikgeven op oude handels-usantiën of op de toe-standen in de arbeidersklasse. Er is, om enkelevoorbeelden te noemen, nog zeer weinig ge-vonden over de werkzaamheid van Sarphati,niets b.v. over de door hem opgerichte Handels-school ; tevergeefs werd tot dusver gezocht naarde afbeeldingen van de IJ-brugplannen vanCater en Brade ; het gelukte nog niet deneigenaar te vinden van het geschilderde portretvan Paul van Vlissingen, voorkomende in deGeschiedenis dev amstevdamsche Stoomvaart.De tentoonstellingsobjecten voor de moderneeconomische geschiedenis van Amsterdamhebben in vele gevallen nog niet hun weg ge-vonden naar de bekende openbare of particu-liere verzamelingen ; veel berust nog bij parti-culieren en zonder veler medewerking zal ditmateriaal moeilijk te achterhalen zijn. Hetdagelijksch bestuur der Tentoonstelling ver-zoekt daarom allen, die merkwaardige voor-werpen of bescheiden bezitten en deze tijdelijkvoor het aangegeven doel willen afstaan, ofdie de eigenaars daarvan kennen, daarvanmededeeling te doen aan dr. M. G. de Boer,Van Eeghenstraat II~, tel. 26639, die meer inhet bijzonder met de zorg voor dit onderdeelis belast”.

Naar de redactie verneemt, heeft de bovenafgedrukte oproep verblijdende gevolgen gehad.Zoo werden o.m. toegezegd een aantal merk-waardige aquarellen van interieurs in eenoude suikerfabriek, het mode1 eener oudediamantslijperij en zeer curieuze bescheidenen voorwerpen uit een reeds sedert eeuwenbestaande likeurstokeri j. Bovendien werd aande commissie voor de topografische afdeelingde beschikking gegeven over een groot aantalprachtige teekeningen en aquarellen, betref-fende oud-Amsterdam, terwijl over verschil-lende andere toezeggingen besprekingen gaan-de zijn.

Kan geen onzer lezers inlichtingen gevenaangaande het geschilderd portret van Paulvan Vlissingen, waarvan enkel bekend is, dathet zich in privaatbezit bevindt te Bussum ofte Baarn ? Ook aangaande de KoninklijkeFabriek van Van Vlissingen en Dudok vanHeel en de Amsterdamsche Stoomboot Maat-schappij zijn inzendingen zeer gewenscht.

HE T AMSTERDAMSCHE LIED. - Op denavond van Dinsdag 3 Februari trad onsbestuurslid, de heer J. W. Enschedé, voor onzeleden op met een voordracht over het amster-damsche lied. Hij begon met er den nadrukop te leggen, dat er in den eigenlijken zin geenamsterdamsch lied bestaat ; immers er is geen

plaatselijke stijl in de ontwikkeling van hetlied te Amsterdam waar te nemen. Wel hebbener te Amsterdam componisten geleefd, dieliederen hebben geçomponeerd. En daarnaastzijn er oude liederen, die zeker of waarschijnlijkte Amsterdam zijn ontstaan. Als inleidinggaf de heer Enschedé een bespreking van denLof dev Zang- en Speelkunst van BartholomeusRuloffs, die omstreeks 1785 in verschillendequaliteiten en functies het amsterdamschemuziekleven leidde. Dan volgden twee St.Nicolaas-liederen. Sint Nicolaas is van oudsde patroon van Amsterdam en zoo kunnendeze liederen hier worden gelocaliseerd. Heteerste was Sinte Nicolaes, bisschop VI Decem-ber, van J. Stalpert van de Wielen, dat weiniggewijd aandoet, in strijd met de oudere sequen-tia S. Nicolai, die nog in gregoriaanschen stijlis gecomponeerd. Amsterdamsch is zeker eenmerkwaardige Versus àntercaluris in het school-carmen van Cornelis van Egmond van 1554.Amsterdamsch is natuurlijk ook het lied Aanden Amstel, dat in den bundel de Roemstervan den Amstel voorkomt en op de wijze van,,Belgica, looft den Heer”, werd gezongen.Daarop volgt de beroemde rei van Klarissenuit Vondels Gz$breght van Aemsteel, waar-schijnlijk gecomponeerd door C. T. Padbrue.In den meer modernen tijd brengt ons hetratelwachtslied, dat nog godsdienstig vantoon was. Zeer opgewekt is psalm 126, zooalsdie als dankgebed na den sabbat- of feest-maaltijd door de amsterdamsche orthodoxeJoden wordt gezongen. In 1748 werd deschouwburg heropend met een zangspel :Leeuwendaal hersteld doov den vreede van dendichter Lucas Pater. In het najaar van 1830trokken de amsterdamsche schutters uit meteen krijgslied van H. H. Klijn, gecomponeerddoor J. W. Wilms, den componist van hetWien Neerlands BZoed. Van Bree componeerdede muziek bij een ballade van H. J. Poppe :Adolf bij het graf van Maria : van hem isnog bekend het zeer veel gezongen : ‘t Wordtduister mijn roosje. Ten slotte besprak deheer Enschedé, J. A. Bakker’s Naar den Dam,een vlot marschlied, gecomponeerd doorPhilip Loots.

Wat vooral bijzondere aantrekkelijkheid aandezen avond gaf was de zang van mevr. LucieEnschedé-Vos, die telkens als het ware demuzikale toelichting gaf bij de historischevoordracht van haar man. De zuivere enklare sopraan van mevr. Enschedé wist deaandachtig luisterende toehoorders voort-durend en blijvend te boeien, zoodat dezeavond voor wie tegenwoordig waren in blijven-de en heerlijke herinnering zal blijuen. H. B.

AMSTERDAMSCHE WISSELBANK. - Uit eenoverzicht door de N. Rott. Crt. (31 Dec. Ocht. B.)gegeven van een artikel over de Flwin debanque hoZlunda2s door mr. G. Vissering gepu-bliceerd in den Mon& nouveau is het volgende

Page 25: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

'AWDELOSAMUM 21

ontleend.’ , ,De amsterdamsche Wisselbank, wel-ke in 1609 werd opgericht, vervulde te dientijde dezelfde functie,, welke thans door denieuwe circnlatiebanken dient te worden waar-genomen. Ook toen > was, tengevolge van demonetaire wanorde cen vaste waardemeternoodig. De amsterdamSche Wissêlbank schiepden ,,bankguld&r” ais waardemeter en reken-eenheid ; men kon bij de bank gdld storten ;deze nam dit aan tegen’ den koers van dendag herleid in bankghldens ; deze bankguldenvervulde toenmatis ?lezelfde functie als thansde goudmark, de goudkroon of’ de goudfrank,welke niet ‘meer ais gouden munt in omloupzijn. Deze parallelstandaard heeft zich honderdvijftig jaar lang gehandhaafd, zeer ten ge-rieve van den internationalen’ handel in diedagen, waarin Nederland zulk een belangrijkaandeel had. De bankgulden verloor pas zijnwaardevastheid toen de rbank voorschottengidg verleenen aan de,Oost-Indische Compag-nie, welke deze niet regelmatig kon terug-betalen.

,,De geschiedenis van de amsterdamscheWiSselbank geeft ons dus een dubbele les :in een monetairen chaos heeft zij een vastenwaardemeter kunnen handhaven, welke ten-slotte is te gronde gegaan aan dezelfde foutenais thans zijn begaan”.

SCHIPBREUK TE DRONTHEIM EN AMSTER-D A M S C H E A S S U R A D E U R S. - Inde N.Rott.Crt.van 2g Augustus (Av. A.) wordt een en anderverteld over een oud-hollandsche medalje overDrontheim, die in 1724 in Amsterdam gesla-gen was, naar aanleiding van een proces,door hollandsche assuradeurs gewonnen, ge-interesseerd in de schipbreuk van het schiphet Groene Bosch, waarvan de eigenaar denoorsche schipper Christoffer Guding was, dielater bleek de schipbreuk te hebben gearran-geerd, ten einde de assurantiesom van 93000hollandsche guldens te bemachtigen.

Het Groetie Bosch was een in Holland ge-bouwd schip, eeri z.g. buis, 72 voet lang,16"/'n voet breed en ro voet diep, en metendte Drontheim 32.~last, terwijl de hollandscheautoriteiten slechts 28 last opgaven. De lading,die te Drontheim werd ingenomeu en te Amster-dam geassureerd, bestdnd uit ,visch, traan,koper en huiden, en werd opgegeven 80 lasturt te ‘maken ; dit wees duidelijk op bedrog.Onder de rechtsverhandelingen kwamen zeerbezwarende dingen over den schipper en denafzender aan’ het’ licht, en het is niet aantwijfel onderhevig, dat van het begin tot heteinde bedrog in het spel W~S. Een aantal steenenwerden aan boord gebracht, en het kostbarekoper in het geheim ‘s nachts van boord ge-haald, terwijl het schip bij Munkholmen vooranker lag. De traantonnen hielden teer in,de visch was van slechte kwaliteit en nietvan. de 1 sobrt, die ‘op der hollendsche marktafaet vond. ,’

Het Groens Bosch zeilde 5 Juni 1721 uitDrontheim en leed 14 dagen later, den IgenJuni, bij goed weer schipbreuk bij Olden inSondfjord. Zoodra het bericht van het verliesvan het schip Drontheim bereikte, kwameneen aantal kooplieden van Drontheim op hetraadhuis : Jonas Angell, Thomas Mollman’ enHans Hagerup, die hun eed van zaligheid bijden magistraat aflegden, dat zij zoo mindirect al indirect in het schip en zijn ladingge’interesseerd waren. Er liepen kwade geruch-ten in de stad, het bedrog kwam maar a1 teduidelijk voor dea dag.

Toen het te Amsterdam in den zomer 1724bekend werd, dat de assuradeurs bij vonnisvan 18 Mei ontslagen waren van de verplich-ting de assurantiesom uit te betalen, gaf detranslateur Laurens Strandiger een hollaudschevertaling van het vonnis uit.

Enkele jaren daarna kreeg Drontheim eenmeer blij vende herinnering aan Guding’s schip-breuk, namelijk een kerkklok voor de domkerk,als gave der hollandsche assuradeurs. De klokwerd in Augustus 1727 opgehangen. Op deklok stond het volgende latijnsche en hol-landsche opschrift :

Jan Albrecht de Grave me fecit/Amste-lodami 1727

Beati qui in templo tuo conversantur.

De Klok tot Drontheim sprecht,Men schonk mei aan dees Kerk voor ‘t Rechtmet Roem Billigheid beschlechtTO schrik voor hem die ‘t heeft geschondendoor Eygenhaat en snoode vonden.Ik waarschau elk door mijn gebromMaak nooit het Recht door geldzucht kromOf mein geluid zal ‘t openbaaren.Vraagt jemand wie ze zien of warenDoor wien dees Gunst-Gift is qedaanHun Naamen staan hier onder aan.

Floris Bonte Koning - Aristopher Henri&Trehen - JanLaan- George Bruin - Nico-laus Blaupot -- Jan Verein -- Laasby etNeugaard -- J. A. de Grave en verdere ge-intresseerden.

De klok zelf werd niet oud, doch reeds inI 743 naar ’ Amsterdam teruggezonden om om-gegoten te worden door den klokkengieterCiprianus Jansz. Cransz. Of de Drontheimershet waarschuwend gebrom van de klok nietkonden verdragen, wordt niet verteld ; dochde klok kwam in omgegoten vorm terug enhing ca. IOO jaar in de domkerk, waarna zijwederom in 1838 omgegoten werd, doch nuin Drontheim deor de klokkengieters HansSundt en Knud Andreas Sundt. Nu heet deklok de middelktok, en heeft nu wel een an-deren klank, dan toen zij zich voor het eerstin r724 als een waarschuwend memento der’amsterdamsche assuradeurs in de ooren derDrontheimsche burgerij deed hooren.

J.. W. E.

Page 26: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

2 2 AMSTELODAMUM-

DE T A A K D E R T E C H N I S C M E A M B T E N A R E N I N

VROEGER DAGEN. - De N. Rdter. Crt. van13 Sept. (A.v.bl.) schrijft :

,,De directeur-en, die tot plm. 1800 aan hethoofd van Stadswerken stonden, waren prac-tisch gevormde menschen, die de wetenschap-pelijke opleiding van hun huidige collega’s enopvolgers misten.

,,Men achtte voor hen de wetenschap ookvan weinig belang, tot men in het laatst derachttiende eeuw en in het begin der negentien-de de schade trachtte in te halen. De Raad vanAmsterdam, o.a. meende, dat de directeurenvan Publieke Werken en hun ondergeschiktpersoneèl wetenschappelijke voorlichting noo-dig hadden en benoemde om hun deze bij tebrengen een commissie. Al hebben de omstandig-heden belet, dat de plannen der commissietot uitvoering kwamen, zoo zijn de rapportendestijds door haar uitgebracht toch merk-waardig, niet alleen omdat zij ons de onder-werpen doen kennen met welker studie destedelijke ambtenaren zich naar de meeningder commissie behoorden bezig te houden,maar ook omdat zij ons een denkbeeld gevenvan de toenmalige wetenschap.

, ,Onder het oude regime was naar de meeningder commissie de zorg voor de volksgezond-heid bij de technische ambtenaren niet ingoede handen geweest. Zij hadden niet inge-zien : ,,de voordeelen voor de gezondheid, dieer in een behoorlijke afwisseling en verver-sching van de lucht gelegen zijn”.

,,De wetenschap had geleerd, ,,dat doorverre weg de meeste uitwaassemingen, debranding van ligchamen en de ademhaling,wanneer zij in een bepaalde en afgeslotenehoeveelheid lucht beproefd worden, die luchtweldra onbekwaam en zelfs doodelijk voorhet dierlijk leven wordt”. En zoo moest danook ,,in deze stad, door de menigte vuren, diedaarin gebezigd werden, door talloozen menig-te uitwaassemingen van allerlei aard, die zichdaaraan mededeelen en eindelijk door hetaantal menschen en dieren, die daarin levenen ademen”, de lucht weldra doodelijk worden.indien niet ailes gedaan werd, om het toetredenvan versche lucht mogelijk te maken.

,,En hierin waren de technische ambtenarennaar de meening der commissie, tekort ge-schoten. Zij hadden boomen geplant in nauwestraten en op smalle grachten, zij haddentoegelaten, dat de luifels aan winkelhuizenvernieuwd werden, ja zelfs nieuwe werdengemaakt. Ook het aanbrengen van uithang-borden hadden zij niet belet.

,,De mannen der wetenschap hadden in-tusschen nog een opmerking. Zij wilden, datde muren der stad verlaagd zouden worden,en voerden daarvoor het volgende aan :

,,Behalve het voordeelige, dat hierin voor,,de financiën der Stad zoude gelegen zijn, zo,,zoude zulks nog dit nut aanbrengen, dat de,,lucht zich beter naar buiten zou kunnen

,,verspreiden”. Deze opvatting van de gezand-heidsleer komt ons nu allerzonderlingst voor.Maar de heeren meenden het in allen ernst.En de technische ambtenaren hebben inder-daad de muren bij de Weteringpoort toen moe-ten verlagen. De overige zijn gebleven, zooalszij waren.

,,Met den stadsreinigingsdienst was het ookmerkwaardig gesteld in het laatst der acht-tiende eeuw.

,,Toch hadden de bestuurders van Amster-dam a1 sinds de vijftiende eeuw getracht doorhet uitvaardigen van ta1 van keuren, hun stadrein te houden.

,,Zoo was ten opzichte van het technischpersoneel bepaald : ,,dat het ledigen der se-,,creeten niet anders mag geschieden, dan door,,zekere lieden, die door de Stad aangesteld, ,verbonden zijn, hun werk niet anders dan,,op de bij de keuren bepaalde tijden te verrich-,,ten ; wclke zijn van den eersten April tot den, ,eersten October des avonds van negen en een,,half tot ‘s nachts ten twee uren ; en van den,,eersten October tot den eersten April van1’ ‘s avonds ten negen uren tot ‘s nachts half,,twee uur ; dat over deze arbeiders vier toe-,,zienders zi jn, die hunne aanstelling van, ,Thesaurieren ontvangen, welke toeziender,,verplicht zijn te zorgen, dat de kuilen wel ge-,,ledigd en de onreine stoffen niet tusschen,,wal en schuit in ‘t water geworpen worden ;,,alsook van nu en dan, bij nacht, ronde te doen,,,en acht te geven, dat het werk niet door on-,,bevoegde personen of op ongelegene tijden,,geschiede ; zijnde bovendien de ratelwagts,,geauthoriseerd om de bekeuring mede in zoo-danige omstandigheden te verrichten”, Bovendeze ambtenaren stonden nog vier Opper-toezienders.

,,Dit was het technische personeel der toen-malige Stadsreiniging. Het baggeren en uit-diepen der grachten geschiedde in eigen beheerdoor den Directeur der Stads Graaf- en Modder-werken.

,,Als wij nu zien, hoeveel zorg er be-steed wordt aan het schoonhouden van deopenbare wegen, vragen wij ons af, of men ditin den goeden ouden tijd overbodig achtte.In de vijftiende en zestiende eeuw verlangdemen, dat de ingezetenen dit werk zoudenverrichten. Doch in de zeventiende eeuw namhet Stadsbestuur althans een deel van die taakop zich. Een technisch ambtenaar aan hethoofd van zulk een tak van dienst te stellen,strookte niet met de opvatting dier tijden. Hetamsterdamsche straatvuil was reeds toen eengezocht bemestingsartikel. Werd dit behoorlijkopgehaaid, dan kon de verkoop een aanzien-lijke bate opleveren ; daarom werd het reinigenvan de straten en het ophalen van asch envuilnis opgedragen aan. . . . h e t Aalmoe-zeniers-Weeshuis !

,,De karren, paarden en schuiten, voor ditwerk benoodigd, stelde het Stadsbestuur ter

Page 27: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 23

beschikking ; de werklieden waren armlastigendie, zoolang zij in dienst van het AalmoezeniersWeeshuis gehouden werden, geen uitkeeringuit de Armen-kassen ontvingen. Het is tebegrijpen, dat de technische ambtenaar, die‘door de Regenten, van het Weeshuis aange-steld als opzichter-generaal met zulk personeelmoest werken, geen dankbare taak had.Telkens vernemen wij dan ook klachten over

beroepen door de Gereformeerde Kerk. Opadvies van Dathenus beriep zij in 1578Kuglinus uit de Palts ; Dathenus bevestigdehem. In 1592 vertrok hij naar Leiden als regentvan het Staten-Collegie. Omstreeks 1580 kwamLidius uit Heidelberg naar hier. In 1620 be-sloot de kerkeraad altijd één post door eenDuitscher te doen bezetten; de N.Z.Kapelwerd als duitsche kerk aangewezen. De eerste

dezen tak van dienst. Pfarrer was Otto Badius (162(s), vervolgens,,Het voordeel dat het Weeshuis van deze Friedrich Kessler (1620-1636), die na zijn

regeling had, was dat de verkoop van asch verblijf in Brazilië terug kwam en als holland-en vuilnis f IOOOO per jaar ongeveer opbracht. sche predikant den eersten dienst leidde in deDoch om deze winst te kunnen behalen, moes- herbouwde Nieuwe Kerk (1648). Het vigee-ten de exploitatiekosten zoo gering mogelijk rende duitsche gezangboek is door Brandt inzijn. En de opzichter-generaal kon dan ook dienst gesteld (1 853). De tegenwoordige predi-voor een behoorlijke stads-reiniging allerminst kant Bähr werd gekozen in I 8go. De 0.2. Kapelzorgen. In het laatst der achttiende eeuw was hem toegewezen ; sinds 191 z is de her-werd tot verpachting overgegaan, wat meer bouwde N.Z. Kapel-hem toegewezen. J. W. E.voordeel opleverde, en tevens tengevolge had,dat het reinigen beter geschiedde, dan vroeger”

VRAGENBUSJOODSCH TOONEEL. -, J. S. da Silva Rosa

gaat na in de Vrzjdagavond van 6 en 13 Fe-bruari het oude joodsche tooneel. De rabbijnenverzetten zich met tegen de Purimspelen,-wel tegen theaterbezoek. Toch zijn er sporenaan te wijzen, dat reeds vroeg in de zeventiendeeeuw bij de portugeesche Joden tooneelleven‘was. Later propageerden te Amsterdam deJoden van spaanschen oorsprong het spaanschtooneel door vertalingen o.a. door Athias,denkelijk den bekenden drukker. De eersteportugeesch- joodsche tooneeldichter - in Ne-derland was Rehuël Jessurun van wien in1629 in de Synagoge een stuk werd opgevoerd;in 1639 werd de synagoge voor dusdanigeopvoeringen verboden. In de tweede helftder zeventiende eeuw kwamen de tooneel-academies in particulieren huizen bijeen o.a.in 1696 in een pakhuis op Vlooienburg. Om-streeks I 750 richtten vermogende portugeescheJoden een spaansch tooneel op, waar men ook,uit fransche vertaling opera’s opvoerde.

Het hoogduitsche joodsche tooneelontwikkel-de zich uit de Purimspelen. Omstreeks 1784richtte J. H. Dessauer een tooneelgezelschapop (Industrie et rbcréation, ook wel Amusementet cultzqe), dat ook buiten Amsterdam speelde ;een eigen loods had het op de Joden Hout-markt. In I 796 gaf het gezelschap een uitvoeringvan Mozart% Don Juan in het Grand Thbatrevroeger Duitsche Schouwburg in de Amstel-straat. Het gezelschap bleef in stand tot 1838.

De stedelijke overheid heeft herhaaldelijkmoeten ingrijpen omdat deze joodsche voor-stellingen in concurrentie waren met die in deStads-Schouwburg, wier opbrengsten daardoorverminderden en waardoor het Weeshuisfinancieele schade leed. J. W E.

DUITSCHE PREDIKANTEN. - In de Neder-Zander van IO Februari gaat Heinrich Peter-meijer (Berlijn) na de duitsche predikanten

f Verzoeke antwoorden Rampetaan 84, Overveen.)

VRAGEN.PENNING 1913. - Onlangs kreeg ik een

zilveren penning met Vz. gekroond wapenvan Amsterdam en omschrift : AMSTERDAMSCHECOMMISSIE VOOR ,,PLAN rgr3”, Kz. krans.Gaarne vernam ik doel dezer kommissie.

W.K.F. ZWIERZINA.

VIJF ZINNEN GANG. - Wie kan inlichtingengeven over de geschiedenis van dit amster-damsche slop, uitmondende in de tweedeRozendwarsstraat? Vroeger was het publiekeweg ; al wel een halve eeuw geleden heeft deazijnmakerij de Roos, aan de Rozengracht 129,het gekocht. De gang leidde eertijds, zoowordt mij verteld, naar een oud doolhof,waaromheen later huizen zijn gebouwd.

J. C. C. LOMAN.

ANTWOORDEN

CIN&MA. - Op de vraag van den heerE. Slijper in het Februari-nummer van Amstelo-damum kan geantwoord worden :

dat alhier iÏÏ Igo6 het eerste bioscoop-theaterwerd opgericht en wel door een zekeren heerAndrew Rawson Jennings, wonende te Berlijn,tijdelijk te Amsterdam, Victoria-Hotel, waar-vÓor hem daartce onder bepaalde voorwaardendoor B. en W. vergunning werd verleend, bijhunne beschikking van 25 October van datjaar. Het was gevestigd in het benedenlokaalvan perceel Damstraat 20, hoek Pieter Jacob-dwarsstraat, het voormalige Hoofdkwartiervan het Leger des Heils.

Op g September 1907 werd deze vergunningovergeschreven op naam van Otto Riediedaarna op 6 December ten name gesteld vanPeter Jacobus Pistor. De stukken hieropbetrekkelijk berusten op het Nieuw archief,Heerenmarkt IO en 12. N.W.I. COORENGEL.

Page 28: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

24 AMSTELODAMUM

CINEMA. - Zeer waarschijnlijk in September1894 heb ik eene cinemavertooning gezienvan de firma Lumiere, fransche fabrikantenvan fotographieplaten, welke gehouden werdin de benedenkamers van een perceel in deKalverstraat niet ver van den Munt, aan deeven kant. Het kan ook geweest zijn in ‘tbegin der Reguliersbreestraat, ik geloof echterdat het ‘Kalverstraat was.

Men zag daar het aankomen van een spoor-trein en uitstappen der passagiers, ook hetverlaten van het personeel uit de Lumiere-fabriek. G. C. E. CRONE.

- Ik heb een oud programma in m’n bezitwaarvan ik een afschrift insluit.

Zonder twijfel was deze voorstelling Kalver-straat 220 de eerste van dien aard in Amster-dam. Jammer, dat op zulke programma’sveelal geen datum voorkomt ; ook hieropmankeert een datum. Het zoude m.i. 1892kunnen geweest zijn.

Een werkelijk cinéma-théater is echter heelveel jaren later eerst ontstaan. Eerst kwamendoorgaans de vertooningen voor als slot-nummers van specialiteiten.

Zoo jaren lang in Flora en het Gebouw Carré.Het heette dan in het programma : Tot slot:de Royal Bio%cope.

Een feitelijk theater geëxploiteerd als cinemaalleen zou m.i.ingericht..

eerst omstreeks 1go8 zijnHet eerste was wellicht Theater

Pathé, Kalverstraat, mogelijk ook was hetNöggerath.

Het programma luidt :

LEVENDE PHOTOGRAPHIEdoor middel van de

Cinematograafvan de Heeren A. en L. LumiereKalverstraat 220 Amsterdam.

De cinematograaf is de nieuwste verbeteringop het gebied van photographische reproduc-ties. Met dat toestel, uitgevonden door deheeren Lumiere te Lyon, kan men door eenreeks van instantanés alle bewegingen op-nemen, welke in een bepaalden tijd voor hetobjectief zijn gemaakt en vervolgens die be-wegingen weergeven in levensgroote licht-beelden op een scherm, voor een zaal vol toe-schouwers.

Het zijn geen reproducties ; het zijn detooneelen en voorvallen zelf, met al hunleven en beweging, welke de toeschouwer totin de minste bijzonderheden voor zich ziet..

Heden:

I . Sortie des UsinesLumiere

2. Kindervermaak3. De Clown

,4. Een vechtpartij

5. Optocht derBrandweer

6. Her kaartspel7. De smeden8. Aankomst v.d.

Spoor.W. TOUSSAINT.

- Een amsterdammer, die goed op dehoogte is van dergelijke publieke instellingen,deelde mij als een stelligheid mede: dat deeerste bioscoop geopend werd in een perceelDamstraat hoek Pieter Jacobdwarsstraat.

J. H. GARMS JR.

- Het lokaal waar te Amsterdam deeerste kinematograaf gevestigd was is Vijzel-straat 17. Het perceel bestaat nog en wordtthans bewoond door de firma Rolff in heerenmode-artikelen. Het eerste Bioscooptheaterwas gevestigd in het perceel Damstraat hoekP. Jacobdwarsstraat,- waar nu een schoen-winkel in gedreven wordt.

Ook waren in de Tijdingzaal van de TelegraafKalverstraat een paar automatische Mutos-copen geplaatst; dit wareu automaten waarmen een dubbeltje inwierp, daarna een slingeromdraaide en door een paar glaasjes voor-stellingen kon aanschouwen van allerlei aard,zooals danspartijen, voorstellingen enz.

A. H. WOLF Az. .

ZWAVELSTOKKEN. - Zwavelstokken zijn inAmsterdam niet meer te koop.

A. H. WOLFF Az.

F. W. RIVE. - Aan den heer 1. C. van derLoos, diene tot naricht, dat de letters S.P.L.gegraveerd onder een latijnsch opschrift opeeaen zilveren, beker den 3den Mei 1871 aandokter F. W. Rive aangeboden, naar allewaarschijnlijkheid als schenker mr. SamuelPhilippus Lipman aanduiden.

Mr. Lipman, geboren te Londen den 27stenApril 1802, was een zeer beroemd pleitbezorgerte Amsterdam, die later tot lid van denHoogen Raad benoemd, zich te ‘s-Gravenhagevestigde en den 7den Juli 1871 te Hilversumoverleed.

Hij was van afkomst Israëliet, doch gingden 3den Mei 1852 over tot de roomsch-katholieke Kerk, hetgeen toen ter tijd grootopzien baarde. F. W. Rive was een zeer bekenden geacht geneesheer, dien ik mij (hij was ahuisdokter mijner ouders) nog zeer goedherinner. Hij had eene zeer groote praktijk,en reed dagelijks naar zijne zieken in een rijtuigmet twee paarden, dat iedereen kende. Zijneuitgebreide boekerij van geneeskundige werkenvermaakte hij aan de Universiteits Bibliotheekalhier.

In het Rijksmuseum vindt men een portretvan hem door Johann Georg Schwartze ge-schilderd. Hij overleed in 1874. F. W. W.

Page 29: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 30: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 25

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURZILVEREN JUBILEUM VAN HET GENOOTSCHAP.

Het Bestuur heeft het voornemen ter gelegenheid van het 25-jarig bestaanvan het Genootschap eene receptie te houden op Zaterdag 2 Mei 1925, des namid-dags te drie ure, in den huize Couturier, Keizersgracht 674, waar alle vriendenvan Amstelodamum hartelijk welkom zullen zijn.

Verder stelt het Bestuur zich voor aan den avond van dien dag, eveneens in denhuize Couturier, met de leden van het Genootschap een maaltijd te houden. Ditkan echter alleen geschieden bij genoegzame deelneming. De prijs per couvert zalf 8.50 bedragen, buiten denwijn. Leden, die aan dezen maaltijdwenschen deel te nemen,worden verzocht hiervan voor Zaterdag 18 April e.k. mededeeling te doen aan denPenningmeester, den heer A. E. d’Ailly,+ Lauriergracht 30, onder bijvoeging van f 8.50;welk bedrag zal worden teruggegeven, indien het plan, wegens onvoldoende deel-neming, onverhoopt niet mocht kunnen uitgevoerd worden.

* **GRATIS-EXEMPLAREN VAN ,,LA FAMILLE DEL COURT VAN KRIMPEN".

De heer G. M. del Court van Krimpen heeft de welwillendheid gehad de onverkochtgebleven exemplaren van het werk van wijlen zijnen vader, den heer A. A. delCourt van Krimpen La Famille del Court van Krimfien, Refugiés de Verviers.Leur rôle dans l’industrie drapière en Hollande a74 r7e et ux I8e siècle et leur placedans la magistrature. Avec une étude SUY le tableau de Rembrandt dit ,,de Staalmeesters,‘,kosteloos beschikbaar te stellen voor de leden van ons Genootschap. De voorraad be-draagt ongeveer 70 exemplaren. Den leden, die een exemplaar wenschen te bezitten,wordt verzocht hiervan voor 18 April opgave te doen aan den Secretaris, dr. Joh.C. Breen, Keizersgracht 18, onder toevoeging van veertig cents voor portokosten.Daarna zullen hun de exemplaren door den uitgever worden toegezonden.

* **NIEUWE L EDEN.

Sinds de vorige opgave zijn tot het Genootschap toegetreden ais gewone leden deheeren W. Jappe Alberts, A. P. A. M. Beguin, Herman J. Woltman Elpers, Nie.Kip Jr. en mr. F. H. Oldewelt.

HET ROKINHet is nu alweer ‘tien jaar geleden, dat het bestuur van ons Genootschap een

adres aan den gemeenteraad van Amsterdam zond, waarin het ,,met den meestmogelij ken aandrang” verzocht een eventueel voorstel tot demping van het Rokinniet aan te nemen. Dit wijl de demping naar zijn overtuiging niet door het open-baar belang werd geboden en uit een aesthetisch oogpunt verwerpelijk moest wordengeacht. Iedere demping, alsdus schreef het bestuur terecht, tast het eigenaardigkarakter van Amsterdam als grachtstad aan, en schendt dus het stadsschoon.

Het is toen, gelijk men weet, bij een voornemen gebleven, en sindsdien heeft menweinig of niet meer over de zaak hooren spreken, Kortgeleden is ze echter opeensweer, en nu als ‘t ware bij verrassing, aan de orde gesteld.

Ais ‘t ware bij verrassing ! Want een desbetreffend voorstel van 13. en W. is nietverschenen, noch zelfs aangekondigd, en een Raadsbesluit in dien geest is niet ge-nomen. Het weder aan de orde stellen van de demping van het Rokin, sterker :het bij voorbaat vaststellen van de noodzakelijkheid daarvan, is geschied door dejury van de ,,Studie-prijsvraag voor de oplossing van het Rokin-vraagstuk, uit-

Page 31: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

26 AMSTELODAMUM

geschreven door het Gemeentebestuur van Amsterdam”, gelijk de officie& titelluidt.Op zichzelf was er zeker niets tegen het uitschrijven van die prijsvraag. Integen-

deel, er was alles voor ! Men is nu langzamerhand den tijd voorbij van de groote-stadsdroomen ; ik bedoel de periode dat men dacht dat Amsterdam als groote stadnoodzakelijk moest hebben.

Men is gaan begrijpen dat de grachten de karakteristieke schoonheid van Amster-dam uitmaken. Maar, het verkeer is gegroeid, het is door de electrische trams, ende laatste jaren vooral door de auto’s, in zeer snel tempo gegroeid. En in het bijzonderlangs het Rokin is het zeer sterk toegenomen. Het uitschrijven nu van de prijsvraagdoor het Gemeentebestuur van Amsterdam, en het beantwoorden daarvan in voLlevr@zeid, had eene oplossing kunnen brengen van de moeilijkheid, hoe de eischenvan het moderne groote-stadsverkeer langs ,het Rokin, te vereenigen zijn met deoude schoonheid ter plaatse. Het Rokin, eerste gedeelte, is niet een van onze mooistegrachten. In den loop der jaren is het water reeds veel versmald, en bovendien is dit(ik meen van oorsprong) een boomlooze gracht (lees : burgwal). Maar de smallestrook water -- de dunne reep spiegelglas - is toch voldoende om het echt-amster-damsche cachet ook aan dit gedeelte van de oude binnenstad te verleenen. En boven-dien is het Rokin eene herinnering van den tijd, toen Amstel en 1 J ter hoogte vanden Dam nog ineenvloeiden - eene historische herinnering dus, die al sterk ver-zwakt was door de demping van het Damrak tusschen Dam en Oudebrugsteeg,ten behoeve van den bouw van Berlage’s beurs.

De mogelijkheid om het Rokin, eerste gedeelte, te bewaren was dus wel de over-weging waard. En zie nu de voorwaarden van de prijsvraag van het Gemeente-bestuur ! Uitgangspunt bij de beantwoording, d.w.z. voorwaarde van de jury waar-mede alle mededingers rekening hadden te houden, was allereerst dat de verkeerswegaan de westzijde (de drukke zijde) van het Rokin, van Dam tot Muntplein, ten minste25 meter breed moet worden, en die van de oostzijde (stille zijde) ten minste 20 meter.Daardoor zou de strook water a1 onbeduidend smal worden, althans tusschen Damen Langebrugsteeg. Maar het ergste, het fataalst, was de bepaling, dat het over-blijvende water tusschen deze twee verkeerswegen van Dam tot Langebrugsteeg-Spui voor demping en bebouwing in aanmerking komt, het staat letterlijk zoo inhet officieele programma.

Er is ons dezer dagen van geachte zijde de opmerking gemaakt, dat hier aan eeneniet zeer gelukkige redactie van de voorwaarden moet worden gedacht ; dat er geensprake is van een opzet om aldus eene beslissing te forceeren, of liever : op de be-slissing vooruit te loopen ; en passant eene beslissing te nemen. -En wij gelooven datgaarne ! We nemen dat zelfs dadelijk zonder voorbehoud aan. Maar in hare gevolgenwerd deze wijze van redactie der voorwaarden er niet minder noodlottig door.Het verwondert ons dat er nog een paar inzenders zijn geweest, die de mogeltjkheidvan het behoud van het water durfden vasthouden. De meesten blijken de verdwijningvan het Rokin-water, eerste gedeelte, als bindend voorschrift te hebben beschouwd,waarvan ze niet mochten afwijken ; dat dat de basis voor hun plan moest vormen.En de jury-zèlve heeft daaruit natuurlijk haar slotsom getrokken. Ze oordeelde nietzonder voorbehoud aan B. en W. te kunnen voorstellen, de gedachte van één derinzenders te doen verwezenlijken, reden waarom zij de uitgeloofde geldprijs dan ookover zes inzenders verdeelde. Maar ze vond dan toch in het werk van deze en wellichtook nog van andere mededingers enkele richtlijnen waaraan het Gemeentebestuurzich bij de toekomstige verbetering van den toestand hier ter plaatse zal hebben tehouden. En zij baseelde, naar dezer dagen in de pers is gebleken, op deze uitkomstenvan de prijsvraag een voorstel harerzijds aan B. en W. In dit voorstel wordt inder-daad onvermijdelijk geacht het Rokin, eerste gedeelte, te dempen. Gelukkig

Page 32: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 27

stelt ze niet voor, het daarna te bebouwen, zoodat we de ruimte-werking van dentegenwoordigen toestand ten minste behouden. Alleen denkt zij zich ter weerszijden,bij Industria en bij de Langebrug, kleine gebouwtjes ; bij wijze van afsluiting.En op het aangeplempte gedeelte wil zij, nadat de beide verkeerswegen op de ver-eischte breedte zijn gebracht, een verhoogd voetpad doen aanleggen, beplant metboomen ; dus zoo iets als de oude Boommarkt aan den Nieuwe Zijds Voorburgwal.

Natuurlijk zal de Raad dit denkbeeld in hoogste instantie te beoordeelen krijgen.Bes1is.t is er nog niets ! Maar gezien den loop van zaken, gezien ook de voorgeschie-denis - het jarenlang reeds, systematisch, aansturen op demping, zoowel van dezijde van het Gemeentebestuur als van de omwonenden - lijkt mij de kans nietgroot dat het Rokin, eerste gedeelte, behouden blijft. Men kan slechts de hoop uit-spreken dat het tweede gedeelte zooveel mogelijk gespaard zal worden. D.w.z. ikweet wel dat het niet in de bedoeling ligt dit te dempen. Maar :

Das eben ist der Fluch der b6sen That,Dass sie fortzeugend immer B6ses muss gebaren.

En reeds tien jaar geleden voorzag ons bestuur dit als consequentie. Bovendienmoet ook hier de rijweg (drukke zijde) op 25 meter breedte worden gebracht, en zaldus zeker ook hier een strook water ten offer vallen. En dat terwijl juist de breedtevan het water hier, voor de Nederlandsche Bmk, met de kleurige beurtschepen,samendringend voor de Oude Turfmarkt, er de voornaamste schoonheid van uit-maakt ! Menigmaal sta ik dit stadsgezicht te bewonderen van de boven-verdieping(studiezaal) van het Leesmuseum af, va.n waar men ook zoo goed kan zien, metwelk een prachtigen zwaai voorbij het Muntplein de (Binnen-) Amstel zijn weg ver-volgt .

AIS een andere consequentie van de demping vanhet Rokin, eerstegedeelte, hoordeik dezer dagen noemen, dat nu wellicht ook het overblijvende water van het Damrakzal moeten verdwijnen. Dit zou dan hiermede verband houden, dat bij dempingvan het Rokin ook het Damrak niet meer voor de waterverversching noodig zou zijn(Alsof het alleen daarvoor zin heeft en niet ook als ligplaats voor de binnenvaart).Ten Stadhuize verzekerde men mij echter, dat aan de demping van het Damrak opgrond hiervan niet gedacht werd ; niet gedacht kon worden. Alleen a1 niet omdatAmstelland er op staat dezen afvoer van zijn water te houden, a1 hebben het Rokinen het Damrak, practisch gesproken, daarvoor geen beteekenis meer. Het is als ge-volg van dezen eisch van Amstelland dat nu ook al Rokin en Damrak door een rioolverbonden zijn. In dit opzicht kan men dus blijkbaar gerust zijn. Een goede tijdingwat betreft het Damrak-water, of liever voor heel het schilderachtig stadsaspecthier ter plaatse, is bovendien dat de schoonheidscommissie de reclamen die deachtergevels van de huizen van de Warmoesstraat bedekken en ontsieren, wil doenverdrijven. De te water uitgebouwde oude huizen, in een waarvan o.a. Breitnergeleefd en gewerkt heeft, zouden er dus bij winnen ! D. K.

LANGS DEN WEG heerenkamer of muziekzaal, vestibule, porce-leinkamer, kraamkamer, tuin. keuken. De ver-

AMSTERDAMSCH POPPENHUIS. - Mr. Gallois trekken zijn, naar eisch.der berging, niet juistbeschrijft in de Mededeelingen van den dienst geplaatst ; de tuin b.v. lag niet in maar achterVOOY kunsten en wetenschappen der gemeente de woning. Elk vertrek geeft echter in zijn in-‘s Gravenhage van Februari een amsterdamsch richting en meubileering een uitnemend beeldpoppenhuis, in het bezit gekomen van het haag- hoe o&e amsterdamsche grachtenhuizen insche gemeentemuseum uit de nalatenschap van het midden der achttiende eeuw ingerichtden heer H. J. van Mierop. Geplaatst in een waren met a1 die honderde voorwerpen vangroot wortelhouten kabinet, bestaat het geheel dagelijksch behoef en luxe, die ook thans noguit negen vertrekken, over drie verdiepingen een huishouden behoeft. Het amsterdamscheverdeeld : kunstzaal, zolder, kinderkamer, karakter van dit huis staat vast. Het werd

Page 33: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

2 8 AMSTELODAMUM

door Jacob Ploos van Amstel, in 1721 gehuwdmet Sara Rothé, samengesteld uit drie poppen-huizen in I 743 gekocht, blijkbaar op een auctiein de Keizerskrooti en kwam sedert door ver-erving in bezit van den laatsten eigenaar.

J. W. E.

WONINGTOESTANDEN IN HET AMSTELLAAN-KWARTIER. - Door den gemeentelij ken woning-dienst is uitgegeven een Verslag van het onder-zoek naar de woningtoestanden in het z.g. Amstel-laankwartier. De terreinen zijn in erfpacht uit-gegeven bij besluit van den Gemeenteraad van5 October Igzr ; 1637 woningen zijn er ver-rezen bewoond door 2249 gezinnen en 618 in-wonenden, die niet tot het gezin behooren ;het opnemen der woningen had plaats inNovember 1923. Een enkel citaat moge vol-doende zijn ter kenschetsing der toestanden,die zich in deze dichtbevolkte buurt ontwik-keld hebben. ,,Vaak stond ergens in een hoekof onder het tafeltje, waarop de kooktoestellenvoor voedselbereiding stonden, een emmer, aldan niet afgedekt met een plankje. Slechts eenenkele maal hadden de menschen een z.g.stilletje. De emmers werden ‘s avonds geleegdin het water of zelfs in de straatgoten. Maarniet alle gezinnen verzamelden de faecaliën ineen emmer. Klachten werden vernomen overhet deponeeren der drekstoffen in de dakgotenen zelfs is meer dan eens geconstateerd, datde vaste stoffen in een krant gewikkeld, in detuinen der benedenwoningen waren geworpen”.Over onderverhuring in onderscheidene gráden,het ontbreken van waschinrichtingen, on-welriekende toestanden, zolderkamers, buren-ruzies en meer dergelijke toestanden, die menzou kunnen wanen slechts voor te komen inde volksbuurten der oude stad, wordt heel watmedegedeeld. De hinder, veroorzaakt doorprostituées wordt vermeld maar is niet onder-zocht. J. W. E.

BRUGGEN. - Bij de moderniseering deroude binnenstad geven de bruggen moeilijkop te lossen problemen. De heer A. W. Bosschrijft in het Bouwkundig Weekblad.:

,, Wat de oude stad betreft ontstaat reedsdadelijk het conflict tusschen het picturaleen architecturische schoon. Om het grachten-beeld zoo min mogelijk aan te tasten zou menliefst de brug willen herleiden tot een dunsimpel dek met ouderwetsche doorzichtige balie,maar het zware verkeer vraagt een grooteconstructie-hoogte, ook noodig voor het onder-brengen van leidingen en wegens het doorgaanvan de bestrating om de onderhoudskosten tebeperken. Men heeft dus reeds een masaalbouwwerk dat zware pijlers en landhoofdenmet flinke leuningen eischt : het laatste ookmet het oog op de veiligheid. Van der Meywilde dan ook den over de gracht gevoerdenhoofdverkeersweg bouwkundig doen sprekendoor in de plaats van leuningen borstwering-

muren toe te passen. De door hem ontworpenbrug over de Waalseilandsgracht heeft heelwat bestrijding gevonden, omdat aan een be-staand stadsgezicht afbreuk werd gedaan ;echter is daarvoor een ander stadsgezicht inde plaats getreden, dat een nieuwe schoon-heid geeft. Kan men het bouwwerk niet zooconstrueeren, dat het niet meer opvalt, danzal men dien anderen weg, ongetwijfeld denmoeilijksten, uit moeten. Men erkenne, datde brug over den Amstel voor de Ceintuurbaanhet stadsbeeld geenszins heeft geschaad, zoo-als destijds gevreesd werd.

, ,Een gemakzuchtige schoonheidszin, welkegeen verandering duldt, is voor een levendestad fataal. Ik moge als tegenstelling er opwijzen, dat de voormalige commissie voor hetstadsschoon, die zoo vol geweten haar taakvervulde, niet aarzelde haar instemming tebetuigen met veranderingen in het stadsbeeld,wanneer zij het voorgestelde, waaraan omandere dan schoonheidsredenen, behoefte be-stond, als een verfraaiing beschouwde, zooalsde aanbouw aan den Schreierstoren (door denRaad verworpen) en de wijziging van hetRembrandtplein. Gemakkelijker is het zichtegen nieuwe levenseischen te verzetten, geennotitie te nemen van de geweldige aangroeiingder bevolking, welke geen bestaan vindende inden landbouw, tot stadsuitbreidingen nood-zaakt met als gevolg een sterk toenemendverkeer. De meer intensieve en economischearbeid, welke noodig is om een grooter aantalmenschen op denzelfden bodem een beterbestaan te geven, noopt tot het zoeken naarandere bedrijfsvormen en wijzigt de levens-beschouwingen en kunstopvattingen. Men zouhet den zoekenden onmogelijk maken hunnekrachten te ontplooien, indien men alles wat,,heimlich” stemt tot monument gaat maken.De zaken staan niet meer zoo, dat de personen,die voor het stedelijk schoon hebben te waken,geen begrip hebben van de schoonheidswaardewelke aan hunne zorgen is toevertrouwd. Ookhebben de moderne kunstenaars getoond,dat hun tasten in nieuwe richtingen nietvruchteloos is geweest.”

DIAKONIE OUDE VROUWEN- EN MANNEN-HUIS. - J. B. Benner bespreekt in Buiten van27 December deze ned. hervormde stichtingaan de Binnen-Amstel, in den volksmond be-kend als het besjeshuis. De grond werd in 1681beschikbaar gesteld door Burgemeesteren, debouwkosten bestreden uit een legaat van Ba-rend Helleman (overl. 18 Oct. 1680), die degereformeerde kerk tot zijn universeelen erf-genaam gemaakt had. Fraaie kieken zijn in hetartikel afgedrukt : het front van het gebouw,de hooge stoep, de binnenplaats, de oudekeuken, de tuin, een knipsel van J. Kluft (1 705)en een snijwerk met de emblemen van hetSint- Jozef’s gilde.

J. W. E

Page 34: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

SLOOPING DER HUIZEN NIEUWMARKT IgENZI. - De photopagina van het Handelsbladvan Woensdagavond 18 Februari 1.1. brachtde aankondiging en een advertentie in hetavondblad van 20 Februari de bevestiging vande voor het stadsschoon bedroevende om-standigheid, dat de beide zeventiende-eeuwschehuizen Nieuwmarkt Ig en 21 weldra zullenworden afgebroken. Het zijn de huizen, welkergevelsteenen met voorstellingen van apostelenik in het Jaarboek van Amstelodamum 1921p. 15 vgg. besproken en afgebeeld heb, toenkort te voren een dezer gevelsteenen, die denH. Jacobus d. 0. voorstelt, na lange jarenweer zichtbaar was geworden. In het huisnr. 19 met den H. Andreas in den gevel woondeeens Bartholomeus van der Helst. Misschienis het mogelijk de gevelsteenen althans nogte redden. M. B.

STEDELIJK MUSEUM. - Voor een der nissenaan den voorgevel van het Stedelijk museumis wederom een beeld gereed gekomen: Janvan der Heyden, die niet alleen een uit-muntend stadsgezichtenschilder, maar ookde uitvinder van de slangbrandspuit was.Het beeld is vervaardigd door mej. C. Demmink(bekroonde in de wedstrijd voor de beeldbouw-kunst in 1920, om den z.g. Prix de Rome inhaar vierde stipendiumjaar). Ik betreur hetdat in de conceptie niet tot uitdrukking isgekomen de kern van Van der Heyden’s uit-vinding, n.1. de slang, wat ik indértijd in ditmaandblad in een hoofdartikel aantoonde.

J. W. E.

FRANSCHESCHOUWBURGAANDE~VERTOOM.- In het Handelsblad was sprakevan een vroe-geren franschen schouwburg. In het nummervan 4 Maart (Ocht. 11) heldert de heer A. E.Zahn het vraagpunt op aan de hand van eenpublicatie van Gimpel. Het gebouw - waarvaneen teekening in kleuren van Jan de Beyer adviv. del berust in de atlas van Amsterdam (Kon.Oudheid. Genootschap) - stond ter plaatsewaar thans is het gesticht de Eendracht,Overtoom nr. 295. In den nacht van 12 op 13Augustus 1754 brandde de schouwburg af.Twee jaar later kwam er een fabriek vanfayence (Blankenburg), vervolgens een fabriekvan behangselpapieren, en daarna een veiling-gebouw voor boekverkoopers. In 1795 werdeen en ander verbouwd tot de Eendracht.

In het nummer van 5 Maart (Ocht.) deeltde heer H. J. Westerling nog een en andermede over tooneelvoorstellingen, gegeven in1676 door een troep artisten van de schouw-burgen te Amsterdam en Den Haag. op hetterrein van de herberg de Bonte Os, aan destille zijde van de Overtoom, naast den tooneel-schrijver Asselijn. Als lokaal diende waarschijn-lijk een houten schouwburgtent, waarmede zijde Oostzeelanden tot Stockholm, Riga enDorpat hadden afgereisd. J. W. E.

HUIS DE WITTE MOLEN, SINGEL 201. -In het Amsterdamsche Jaarboekje 1888 is opp. 172 sprake van het huis de Witte Molen,Singel 201, dat langen tijd gediend heeft voorboedelveilingen en eigendom was van deDesolate Boedelkamer. ‘t Huis is afgebrokenbij den bouw van de Raadhuisstraat.

In de lijst van huisnamen voorkomende inhet derde Jaarboek komt deze naam niet voor.Toevallig vond ik in ‘t archief-Merkman(Archief achttiende eeuw vroeger in hetremonstratsche Hofje in Haarlem, nu in hetEconomisch-Historisch Archief in Den Haag)een rekening (lias E 41) waar sprake is van‘n huis, de Witte Molen. Deze rekening van16 October I 736 luidt als volgt :

De heer Matths Merkman debt. aan LouisBoddens voor gekogt 16 October 1736 in deWitte Molen

1 No. rg Gebonden werken . . . . . . . . . . f 3.10No. 12 do. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - -.12No. 15 Schilderij . . . . . . . . . . . . . . . . . . - 21.-

f 259 2Opgeld . . . . - -.13

f 25*15Uit deze rekening blijkt duidelijk dat hier

sprake is van geveilde goederen. Ik meen aante mogen nemen, dat hier sprake is van ‘thuis de Witte Molen, Singel 201, waar doorde Desolate Boedelkamer veilingen werden ge-houden en dat door mr. N. de Roever in boven-genoemd artikel als ‘t sterfhuis van Vondelaangewezen wordt. H. VAN DER BIJLL.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENAMSTERDAMSCHE KANT. - In de afgeloopen

maand hield mevrouw L. W. van der Meulen,geb. Nullen in het Koninklijk OudheidkundigGenootschap een voordracht over oude kant-werken. Bij de rondvraag vroeg ik inlichtingenover onze hollandsche oude kanten, de ZOO-genaamde pottenkant, met name over onzeamsterdamsche kant. Mevrouw Van derMeulen had, evenmin als ik, daarvan speciminagezien en betwijfelde het of hier ter stede alsin Valenciennes en in Mechelen wel aan eenkant-industrie gedacht mag worden.

Dat hier echter, reeds voor de Refuge, klos-kant gemaakt werd, is buiten kijf. Buiten be-schouwing als bewijsstuk blijft natuurlijk dekantkloster, een teekening van Dirk Hals(overl. 1656) in de jongste veiling van R. W.P. de Vries (nr. 152) en schilderijen als datvan Gabriël Metsu (geb. c. 1630, na 1650 teAmsterdam, overl. aldaar I 667) te Dresden : eendeftig gekleede jonge vrouw, werkende aan eenkantkussen en de jonge kantkloster van dendelftschen Vermeer (1632-1675) te Parijs indeLouvre ; het kunnen op zichzelf staande ge-vallen ge.weest zijn. Dit blijkt er echter uit, dat

AMSTELODAMUM 29

Page 35: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

30 AMSTELODAMUM

bekend was de techniek van kloskant (dentelle),wel te onderscheiden van genaaide kant (point),als de onderscheidene point de Vénise en depoint d’ AlenGon. Dit is stellig van gewicht.

Immers, de techniek van het kantklossen be-staat o.m. hierin, dat elke kantslag op hetpatroon tijdelijk vastgestoken wordt met eenspeld ; een onderhanden zijnd werkstuk heeftdaardoor het aspect van een dicht aaneen-gesloten bosch rechtopstaande spelden. Klos-kant was daarom speldewerk in het spraak-gebruik : ,,de meyssens binnen ‘t huys -er is sprake van het Wale weeshuis - lerenlinnen-naayen en spelde-werkken, en anderenoodtzakkelij ke dingen” bericht Fokkens in1662. Tengnagel laat in zijn amsterdamscheKlucht van Frick in ‘t Vew-huys (1642) ge-deeltelij k speelen bij Grietje van Buren, matresover vijf , ,speldewercksters”, wat wijst opklein-industrie van kloskant ; hij noemt ookonderscheidene soorten : lelietje, italiaansch-vloertje, tulpje, doodshoofdje, weiertjes, graafMouris kant, bezemkant, poppetje, muize-tantje, doodshoofdje, doodshoofdje met hetpijltje, princesj e, dubbelde princesj e en .ennetj e.

Er moeten meerdere van dergelijke indus-trietjes geweest zijn. Wagenaar neemt uitAitzema een mededeeling over dat hier eenhandelaar in zwart zijden speldewerk was wienspersoneel in en buiten de stad ten gevolge vanden eersten engelschen zeeoorlog (1 652-1654)terug liep van drie à vierhonderd tot slechtsdrie; het waren dus thuiswerksters in loon-dienst ; ook elders, met name te Haarlem inhet Maagdenhuis aan de Bakenessergrachtwaren, op gezag van den heer S. Kalff, voor1650 speldewerksters, wat natuurlijk nauw sa-menhangt met de kwaliteit van het productder garenbleekerijen buiten Haarlem, waarvande oudst bekende is die omstreeks 1579 be-gonnen te Overveen door Denijs Michiels, eenVlaming van Halle.

Maar hoe dit alles zij, het bestaan van eenbescheiden hollandsche, bijzonder amsterdam-sche kloskantnijverheid voor het midden dezeventiende eeuw schijnt wel stellig.

Daarnaast was er een levendige handel ingeïmporteerde genaaide kant, met name vanpoint de Bruxelles, die over Antwerpen werdingevoerd. In de jaren voorafgaande aan deherroeping van het edict van Nantes (1685)werd gepoogd zulk een industrie ook in Amster-dam in het leven te roepen ; blijkbaar was hetspeldewerken als handelsonderneming tenietgegaan. Pierre Baille uit Clermont in Langue-dut, misschien dezelfde als de schilder B.ailly,die te voren met andere confraters op lastvan Lodewijk XIV patronen voor borduur-werk en point d’Espagne had ontworpenqrichtte met financieelen steun der stedelijkeregeering in 1682 op in het Aalmoezeniers-ziekenhuis een werkplaats - later is daaruitvoortgekomen het Zijdewindhuis in 1828 op-geheven - bij besluit van rg Januari 1683

werden hem 240 meisjes uit het Weeshuis, hetAalnìoeziershuis en het Diaconiehuis tbege-wezen om point de Vénise en andere kantente doen naaien.

Ook door anderen werd het kantnaaien des-tijds uit Frankrijk naar Amsterdam overge-bracht. In een handschrift ter Koninklijke Bi-bliotheek te ‘s-Gravenhage - Relation desréfugàés a Amsterdam et de I’établessement desmanufactures franpoises dans la ville Es aqnées1682 e t 1683 - leest men van Jaques Chamoix,marchand d’étoffes de soye et de point -d. i. genaaide kant - qu’ils fait fabriquer à laMaisons des Orphelins en van Jacques Laures,marchand et l’un des intéressés dans la manu-facture de point à la reine dans la maisondes orphelins. Ook zegt men, dat ZacharieChatelain, - is hij de boekverkooper die 25Januari 1706 het gilde voldaan heeft ; is hijeen familielid van den hugenoot Simon Chate-lain, die de fabricatie van de point d’Espagnein Frankrijk had ingevoerd ? - een werkhuisoprichtte voor goud en zilverkanten.

Door deze, naar toenmalige opvattingen alsgrootbedrijf georganiseerde industrie van ge-naaide kanten, kwam meerdere vraag naareerste klas garen ; in het begin der vorige eeuwwerd daaraan toegeschreven de opkomst vanden vlasbouw in Gelderland. Deze fransch-amsterdamsche genaaide kanten hadden goe-den aftrek in Engeland, maar deden gevoeligafbreuk aan het fransche vertier, zoozeer dat *Lodewijk XIV, op advies van den postmeesterte Rouaan, in 1689 kanten uit Amsterdamkomende, verbeurd verklaarde.

Van langdurige beteekenis is deze kunst-matig in het leven geroepen kant-industrie nietgeweest. Althans, voor zoover mij bekend,wordt er na vijf en twintig jaar, in het beginder achttiende eeuw geen melding meer vangemaakt en bepaalde de handel van dit artikelzich uitsluitend tot buitenlandsch fabrikaat.Genaaide kant werd in 1704 geïmporteerd uitGenua, point de la reine uit Parijs ; venetiaan-sche en fransche genaaide kanten geëxporteerdnaar Stokbolm en Leipzig ; Antwerpen leverdegewerkte (gekloste ?) en genaaide kanten,speciaal gefabriceerd voor spaansche behoeften.

Kant-industrie heeft in Amsterdam in dezeventiende eeuw stellig bestaan. In het laatstder zestiende eeuw, denkelijk uit Vlaanderenhier overgebracht, was het uitsluitend klos-kant, die als particulier bedrijf hier gemaaktwerd. Nadat deze door politieke oorzaken teniet gegaan was, werd dertig jaar later, om-streeks 1680 met overheidssteun gepoogdonderscheidene ondernemingen van franschegenaaide kant in het leven te roepen. Ookdeze hebben geen stand kunnen houden ;in het begin der achttiende eeuw waren zijweer verdwenen.P Sedert is de fabricatie van beide soorten,noch als groot-, noch als kleinbedrijf niet meerbeproefd. J. W. ENSCHEDE

Page 36: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 3=

TENTOONSTELLING : DE ZEILSPORT VOOR-HEEN EN THANS. -- Op den qden April a.s.zal in het Nederlandsch Historisch ScheepvaartMuseum te Amsterdam geopend worden eententoonstelling, getiteld : de Zeilsport voorheenen thans.’

De organisatie berust bij den directeur vangenoemd museum, in samenwerking met denheer Ernst Crone.

De bedoeling is een overzicht te geven overde ontwikkeling onzer zeilsport, de nationalesport bij uitnemendheid. Tentoongesteld zullenworden prenten en voerwerpen, betrekkinghebbende op de verschillende jachthavens,welke Amsterdam bezeten heeft, en verderprenten, foto’s, schilderijen en modellen ofteekeningen van pleiziervaartuigen, vroegeren heden ten dage in gebruik. Schilderijen,voorstellende het admiraalzeilen en de eerstewedstrijden in ons land gehouden en de prijzen,bij die gelegenheden verzeild, zullen tentoon-gesteld worden, alsmede de One-ton-Cup, diein I gz4 na langjarigen strijd gewonnen werd.Bij ‘:de laatste worden tentoongesteld de mo-dellen en foto’s of teekeningen van de ver-schillende wedstrijdjachten, die in den loopder jaren om dit eereteeken gekampt hebben.

De tentoonstelling is dagelijks geopend vanIO tot 4 uur en kosteloos toegankelijk. Inverband!met de voorbereiding zal het museumvan 30 Maart tot 4 April gesloten zijn.

SCHOKLAND. - Schokland, het eilandje inde Zuiderzee tegenover het Keteldiep, wordtin de jongste aflevering van het Tijdschriftvan het aardrgkskundig Genootschap historischen topografisch beschreven door de heerenH. J. Moerrnan en A. J. Reyers. In 1660behoorde het met Urk aan het geslacht Van derWerve, dat toen zijn bezit overdeed aan destad Amsterdam ; Amsterdam trad ten op-zichte van Schokland op als ambachtsheer.Bij de ontruiming in 18$3 hield het eiland opals zelfstandige gemeente te bestaan; het werdeen deel der gemeente. Kampen.

Allerlei bijzonderheden worden verteld overde bewoners, de kleederdracht, den vroegerenongelukkigen economischen toestand en dekerkelijke toestanden, één en ander van zuiverlocale beteekenis. Een paar reproducties naarteekeningen van de Zuidpunt (Ens) in 1729en van de Middenbuurt uit het midden derachttiende eeuw, en van een inwoner naareen foto zijn bij het artikel opgenomen.

J. W. E.

KONINKLIJK BEZOEK AAN DE SYNAGOGE IN

1g24.- Het kerkbestuur der Ned. Isr. Hoofd-synagoge heeft samengesteld een gedenkboekvan het koninklijk bezoek aan dat gebouwaan de Nieuwe Amstelstraat op I April 1924.Uitvoerig wordt bericht gegeven van alleswat het bezoek samenhangt o.a. van het feit,dat voor deze gelegenheid muziek op ver-

schillende psalmverzen gecomponeerd was doorIsr. J. Olman, die tevens eenige wijzigingenhad gebracht in de indertijd door A. Berlijnvervaardigde compositie van het gebed voorhet Koninklijk Huis. De in de Synagoge aan-gebrachte gedenkplaten, vervaardigd op deateliers van den steenhouwer J. N. Klein-kramer en onderscheidene kiekjes tijdens deplechtigheid zelve genomen zijn in het gedenk-boek afgebeeld. Het boek is kloek*gedrukt opkunstdruk door Joachimsthal’s stoomdrukkerij.

J. W. E.

MAJOLICA. - In de Mededeelhagen van dendienst voor kunsten en wetenschappen der ge-meente ‘s-Gravenhage van Februari bespreektdr. Van Gelder een majolica schotel van om-streeks 1620, wellicht van een amsterdamschenplateelschilder. J. W. E.

T A B A K S H A N D E L . - Over vroegere weelde-belasting schrijft E. G. 0. in de N. Rott. Crt.van 9 Maart (Av.C) :

In 1674 was ook de impost op de tabakverhoogd. Wat allesbehalve naar den zin wasvan hen, die haarin handel van eenige be-teekenis dreven. Te meer, omdat het buiten-land op de loer lag om ook daarin onze, toenreeds, in den wereldhandel gezaghebbendepositie zooveel mogelijk te verzwakken.

De handel in Varinas-tabak was sedertlang voor de Republiek in het algemeen envoor Holland in het bijzonder van overwegendbelang. Uit de spaansche koloniën, speciaaluit Guipuskoa, werden geregeld belangrijkeladingen naar Amsterdam verscheept. Enhoofdzakelijk aan de order van het tabakshuisCasas en Co., dat zich uitsluitend op den com-missiehandel in Varinas had toegelegd.

Maar nu kwam de verhooging van denimpost op tabak, door Holland volgens placaatvan I October 1674 van een op zes stuiversgebracht.

Casas en Co. gaan hunne bezwaren bij deStaten indienen, krijgen aanvankelijk nul ophun request, maar houden vol en wijzen er opdat de verhouding van de in Holland te be-talen belasting tot die te Hamburg is van8 : I. Er behoeven door hen maar drie schepenin plaats van naar Amsterdam op Hamburgte worden gericht of het is hier met den gan-schen handel in Varinas gedaan.

Ten slotte blijkt men overtuigd en wordtdoor Johan de Witt den Staten voorgehoudendat reeds het verschil van één percent metHamburg voldoende zou zijn om voor deRepubliek een belangrijke bron van inkomstente loor te doen gaan. Hoeveel grooter hetgevaar om onzen handel in verval te doenkomen met het door Casas en Co. genoemdeverhoudingscijfer.

De Staten legden zich er bij neer en ver-minderden de op de Varinas gelegde belasting.

J. W. E.

Page 37: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

32 AMSTELODAMUM-

TAALEIGEN. - In de jongste aflevering vanhet Tvdschrift VOOY Itederlal%dsche taal- en letter-kunde (dl. 24, 50) wijst dr. G. J. Boekenoogenop de amsterdamsche vormen lichtaernmakeren luchtaernmaecker voor lantaarnmaker, diein amsterdamsche acten der zestiende eeuwvoorkomen ,,aardig voorbeeld van volksetymo-logie die Zantaarn met het gelijkbeteekenendelichter, luchter in verband bracht en daarnaarvervormde”. J. W. E.

ARMENZORG. - De Schakel geeft de volgendeopsomming van de instellingen tot liefdadig-heid te Amsterdam over hare wijze van steun-verleening :

Als eerste groep worde hierbij onderscheiden:ondersteuning in geld of natura. Niet minderdan 120 instellingen zijn in deze richting werk-zaam, onder welke, behalve de groote arm-besturen en diaconieën, ook tallooze kleine,bijzondere instellingen zijn gerekend. Teronderscheiding van voornoèmde groep wordtnog afzonderlijk genoemd de verstrekking vanrentelooze voorschotten, waarmede zich eenvijftal instellingen bezighoudt. De eigenlijkegestichtszorg omvat 27 gestichten voor kin-deren en 19 voor oudelieden en andere vol-wassenen. Hierop sluit aan de de speciale ver-zorging in doorgangshuizen (3), tehuizen voorongehuwde mocders en (of) hare kinderen (6),toevluchten (4), tehuizen voor schoolgaandekinderen en crèches (4), patronaten (3 voorverwaarloosde kinderen), vacantiekolonies (7)en ten slotte ziekenhuizen (13, waarbij 4van de Gemeente). Een bijzondere categorievormt ook de verleening van huisvesting inhofjes en dergelijke stichtingen (42). Noemenwe voorts nog de wijkverpleging (6 instellingen)hulp in de huishouding (z), het maatschappelijkwerk voor zieken (3), de medische hulp buitenziekenhuizen (2), de werkverschaffing (9) ende speciale hulp , welke bescherming vanvrouwen en meisjes beoogt (stationswerk,adviezen, rechtsbijstand enz.), op welk gebied5 instellingen werkzaam zijn, dan vindt menin deze opsomming een nagenoeg volledigeanalyse van de wijze, waarop door de amster-damsche instellingen van weldadigheid (voorkomende op de officieele lijst) hulp wordtgeboden en van het aantal instellingen, datin de verschillende richtingen werkzaam is.

VKAGENBUS(Verzoeke antwoorden Rampelaan 84, Overveen.)

VRAGEN.A F B E E L D I N G E N V A N G E B O U W E N - W a a r

zijn te vinden afbeeldingen van onderstaandegebouwen en voorvallen ?

Oude Mannen- en Vrouwenhuis in deKalverstraat tegenover de N.Z.Kapel ;

S tads Wapen- o f Art i l l er iehuis op denKloveniersburgwal voor 1603 (toen het maga-

zijn van de O.I.Compagnie werd) met het deelvan den stadsmuur en gevechts-toren, waarinde kapitein van de Ruiterwacht woonde dochdie dezen toren moest ontruimen ,,tot behouffder Vaeders en moeders” van ‘t hulp-Pesthuis,waartoe de zolders van het pas (1 557) voltooide *gebouw in 1558 door Burgemeesteren geor-donneerd werden ;

Brand van het Pesthuis in 1732 (Paaschdag);Pestpoortje, ter plaatse waar thans de ingang

der Palamedes-straat is en welke Pestpoortnog voorkomt in de nummering van 1873?

Het poortje dat met belendende huisjesin 1874 in verband met het aanleggen derPalamedesstraat werd gesloopt liep onder éénder huisjes door. G. HELLINGA.

JOODSCHE MUZIEK. - In het hiervoor ver-melde gedenkboek van het koninklijk bezoekaan de Synagoge wordt bericht dat psalm-muziek bij die gelegenheid gecomponeerd isdoor Olman. Het is moeilijk iets te weten tekomen over de geschiedenis van de synagogaleen andere joodsche muziek ; ik weet het bijervaring. Van daar mijn vraag : is deze muziekgepubliceerd? Hoe was haar bezetting? J. W. E.

ANTWOORDENREMBRANDT~ STANDBEELD. - Dank z i j de

inlichtingen van een lid der familie Enthoven,aan wie vroeger de bekende Pletterij behoorde,ben ik thans in de gelegenheid over het lotvan de beelden van Rembrandt en Koster teberichten.

Deze beide beelden waren gipsafgietsels,die door een bronzen kleurtje op een afstandden indruk van werkelijk brons maakten.Breekbaar als ze waren was hun toestand, toende Pletterij werd opgeheven, a1 weinig gunstigmeer en ze zijn dan ook tegelijk met de gebou-wen tot de Pletterij behoorende afgebroken envernietigd. w . MOLL.

F. W. RIVE. - In aansluiting aan de belang-wekkende bijzonderheden omtrent dezen am-sterdamschen geneesheer in het vorig maand-blad door F. W. W. medegedeeld, wensch iker de aandacht op te vestigen dat in de neder-landsche Pharmacopaea een stimulans voorde maag is opgenomen genaamd Potio Riveri(Rivers Drank).

Naar mij indertijd van bevoegde zijde werdmedegedeeld, zou dit rijkelui’s drankje - eenmousseerende limonade - zijn naam ontleenenaan doctor Rive, die het zijn talrijke gegoedepatiënten gaarne voorschreef.

De bereiding is vrij moeilijk. Een kundigapotheker vertelde mij, dat wanneer hij hetmoet klaarmaken ,,hij nog lang niet gelukkigis.” Het drankje moet n.1. een zoo groot mogelijkkoolzuurgehalte hebben. Het is dan ook nood-zakelijk om de flesch te sluiten met een kurkwaaraan een z.g. Champagneknoop is bevestigd

A. J. J. PH . HAAS.

Page 38: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 39: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 33

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR

. ZILVEREN JUBILEUM VAN HET GENOOTSCHAP

Het Bestuur bericht dat de viering van het vijf en twintigjarig bestaan van hetGenootschap thans is bepaald, niet op Zaterdag 2, maar op Maandag 4 Mei 1925.

Het Bestuur stelt zich voor dien dag des namiddags te drie ure eene receptie tehouden in den huize-Couturier, Keizersgracht 674. Alle vrienden van het Genootschapzullen daar hartelijk welkom zijn.

*

* **

GRATIS-EXEMPLAREN VAN ,,LA FAMILLE DEL COURT VAN KRIMPEN ”

Naar aanleiding van het bericht in ons vorig nummer zijn 4g exemplaren door deleden aangevraagd en aan hen verzonden. Thans zijn nog 41 ingenaaide exemplarenbeschikbaar. Leden, die nog een exemplaar mochten wenschen te bezitten, wordtverzocht f 0,40 te zenden aan den Secretaris, dr. Joh. C. Breen, Keizersgracht 18.Daarna zal de uitgever hun het verlangde toezenden.

* **

NIEUWE LEDEN

Sinds de vorige opgave zijn tot het Genootschap toegetreden, als donateur de heerH. C. Surie, en als gewone leden de,,heeren Ad. Chabot, L. Cohen Mzn., M. Hartog,H. A. Scholtz, H. Schoonhagen en dr. B. Wislenga. .

AMSTELODAMUM rgoo-1925Bij een zilveren jubileum is een terugblik op de jaren, die voorbijgingen, niet mis-

plaatst, en zoo zij het mij vergund, nu ons Genootschap Amstelodamum zijn vijf entwintigjarig bestaan mag vieren, hier enkele korte aanteekeningen uit het verledente geven.

In het laatst van 1899 kwam bij twee kenners van de geschiedenis van Amsterdam,D. C. Meijer Jr. en A. J. M. Brouwer Ancher, de gedachte tot rijpheid, om eenevereeniging tot stand te brengen, die een band zou kunnen vormen tusschen allen,die belangstelling koesterden voor’ de beoefening der historie van onze Amstelstad.Zij bespraken de zaak onderling en met den toenmaligen gemeente-archivaris mr.W. R. Veder, en het gevolg dezer besprekingen was eene circulaire, die in Februarirgoo door de drie genoemde heeren aan een aantal personen werd gezonden, waarinhunne deelneming. werd gevraagd voor de oprichting van eene vereeniging tot bevor-dering van de kennis van het heden en verleden van Amsterdam. Den qsten MaartIgoo werd daarop in het locaal van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap eenesamenkomst gehouden, waarvan de presentielijst de namen bevat van de heerenA. J. M. Brouwer Ancher, G. van Arkel, Ed. van Biema, Bern. J. M. de Bont, dr.Joh. C. Breen, dr. C. E. Daniels, A. N. J. Fabius, N. van Harpen, A. Th. Hartkamp,B. H. Klonne, D. C. Meijer Jr., E. W. Moes, J. F. M. Sterck, mr. W. R. Veder, R. W. P.de Vries en D. A. Zoethout. Door dit zestiental- van wie er thans nog vijf in levenzijn - werd tot de oprichting der Vereeniging besloten. Het lag in de bedoeling eenevereeniging van werkers te vormen, die, gesteu,nd door belangstellenden, zich zoudenbezighouden met het aanleggen van ,,als ‘t ware een wetenschappelijk magazijn,waarin zoowel voor de contemporaine als de retrospectieve historie onzer stad iederbelangstellende, al wat hij te weten kwam, de aanteekeningen die hij maakte, debizonderheden die hij vond, de ontdekkingen die hij deed, de bouwstoffen die hijverzamelde, kon nederleggen of althans vermelden wat bij hem of elders te vinden is”.

Page 40: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

34 A M S T E L O D A M U M

Op dit alles zouden registers worden aangelegd, en wat voor openbaarmaking rijpwas, zou in een jaarboek kunnen wordcn gepubliceerd. De vergadering stelde voor-loopig de statuten vast, die op de tweede constitueerende samenkomst, den 6denApril1900, definitief werden aangenomen. De vereeniging verkreeg den naam Amste-lodamum, terwijl tot bestuurders werden gekozen de heeren D. C. Meijer Jr., voor-zitter, mr. -W. R. Veder, secretaris, A. J. M. Brouwer Ancher, penningmeester,Bern. J. M. de Bont, dr. Joh. C. Brcen, A. N. J. Fabius, mr. Ph. Falkenburg, E. W.Moes en R. W. P. de Vries. Op den tweeden Kerstdag van 1900 overleed reeds deheer Brouwer Ancher. Hij werd als penningmeester opgevolgd door den heer De Bont,die in 1905 als zoodanig vervangen werd door dr. Joh. C. Breen. In 1907 aanvaarddede heer L. Calkoen het penningmeesterschap om in 1911 te worden opgevolgd doorden tegenwoordigen penningmeester, den heer A. E. d’ Ailly . Minder wisseling waser in het voorzitterschap. De heer D. C. Meijer Jr. bleef die bekleeden tot 27 Mei1908, drie maanden v&r zijn overlijden, dat den zIsten Augustus plaats vond.In zijn plaats werd toen gekozen onze tegenwoordige president, prof. dr. H. Brugrnans.

Ook het secretariaat heeft tot heden slechts zijn tweeden functionaris; mr. W. R.Veder nam het waar tot 1907 en werd toen vervangen door dr. Joh. C. Breen.

Kort na de oprichting nam burgemeester Vening Meinesz de uitnoodiging aan omhet beschermheerschap der jonge vereeniging te aanvaarden. En achtereenvolgensvonden wij zijne opvolgers, de heeren Van Leeswen, R;jell, Tellegen en De Vlugt,evenzeer bereid als beschcrmhecr op te treden. Een der localen van het museumWillet-Holthuijsen werd aan het Bestuur als qvergaderzaal toegewezen.

Aanvankelijk was Amstelodamum alzoo bedoeld als eene werkvereeniging. Be-oefenaars van de geschiedenis van Amsterdam, die optraden als wèrkende leden,zouden hunne krachten wijden aan de samenstclling van verschillende ,,leggers”of lijsten, en wel: I”. van geschriftcn over Amsterdam, 2’. van dagbladberichten,3’. van handschriftelijke vtrzamelingen, 4’. van bijzonderheden’betreffende huizen,5’. gevelsteenen, 6”. vereenigingen en 7”. van afbeeldingen. In de eerste jaarboekenzijn vruchten van dezen arbeid nevrgelegd. Op den duur echter bleek het karakterder vereeniging in dezen vorm niet te handhaven. Het was moeielijk voldoende mede-werkcrs voor den arbeid aan de leggers te vinden, en ook buiten den engen kringvan amsterdamsche historickenners vond men weinig belangstelling. Het ledentalbleef tot in 1908 stationair en ongevzer 160 bedragen. Toen in 1904 de uitgave vanhet Jaarboekje onder redactie van E. W. Moes, ook a1 wegens gemisaan belangstelling van de zijde van het publiek, werd gestaakt, besloot men dej aarboeken van Amstelodamum, die tot dusverre alleen gegevens uit de leggershadden bevat, en waarvan alleen de ,,mededeelingen uit legger IV” door D. C.Meyer Jr., betreffende de geschiedems van eenige huizen, niet den vorm vantabellen hadden, niet meer geheel voor ,,eenig beschotiwend historisch artilel” tesluiten. In het derde Jaarboek, dat in 1905 het licht zag, verscheen dan ook zulk eenartikel van het bestuurslid den heer E. W. de Jong, en wel over de lecrlingen-quaestiein de diamantnijverheid. Het vierde Jaarboek bevatte weer alleen vruchten van hetwerk aan de leggers, doch in het vijfde (1907) werden artikelen van Moes over Philippvon Zesen en van mij over Collecten in de achttiende eeuw opgenomen. Van de,,leggers” is thans feitelijk alleen de kroniek, die sinds 1908 in de plaats trad vanhet ,,Register op het Dagelijksch Nieuws uit het AZgeemeen Ha?zdeZsbZad”, nog over.

Sinds de vereeniging andere banen insloeg, nam zij in blcei toc. Van 166 in 1908steeg het ledental langzamerhand tot het tegenwoordig aantal van ruim 1200. Bij de

. statutenwijziging van 1913, werd de naam Vereeniging veranderd in Genootscllap.Zen wij nu terug op den door Amstelodamuti verrichten arbeid, dan moet in

de eerste plaats worden gewezen op de Jaarboeken, waarin een groot aantalstudiën.

Page 41: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 35

op het gebied der geschiedenis van Amsterdam een plaats heeft gevonden. Daar-naast moet het Maandblad worden genoemd, dat sedert 1914 verschijnt en waarinallerlei kleinere Amstelodamiana worden opgenomen. Verder tracht ons’Genootschapsinds 1909 ook door het brengen van bezoeken aan bezienswaardige instellingenbelangstelling te wekken. Bezichtigd werden achtereenvolgens : het Burgerweeshuis,het Anatomisch Laboratorium, de Oudekerk, het Paleis op den Dam, de diamant-slijperij van de firma Asscher ; het Centraal Bureau der Brandweer, de Portugeesch-Israëlietische Synagoge, de Zuidergasfabriek, het Begijnhof, de Electrische Centrale,de Nieuwekerk, de Hortus Botanicus, de Stadsschouwburg, de Plantenboterfabriek,het Waleweeshuis,’ het Deutzenhofje, het Laboratorium voor gezondheidsleer,het Maagdenhuis, de Kweekschool voor de Zeevaart, het Armenhuis, de Telefoon-centrale-Zuid, de Vuilverbranding, de Stadskweekerij, het Hervormde Oudemannenen Vrouwenhuis met het Corvershof, de Oudckerk (tweede maal), het Koninklij k Paleis(tweede maal), de diamantslijperij-Asscher (tweede maal), het Centraal Bureau derBrandweer (tweede maal), de Telefoon-centrale-Watergraafsmeer en de Hoofd-synagoge dcr Ned. Israelietische Gemeente.

Behalve Jaarboek en &IaandbZad gaf ons Genootschap ook verschillende anderewerken in het licht. Ik mag hier wijzen op de reproductie van den plattegrond vanA4msterdam van Pieter Bast ; op de documenten betreffende den overgang van hetRaadhuis tot Paleis, verzameld door prof. Brugmans ; op de bewerking der beideingekomen antwoorden op eene prijsvraag over Amsterdam in reisverhalen, doorJ. N. Jacobsen Jensen, onder den titel Xeizigers te Amstsvdam. Ook verscheneneenige kleinere muzikale uitgaven, bewerkt door J. W. Enschedé, als MuzikaleStraatxangen, Amsterdamsclze Klauiermz~ziek, Oude Mavsche?~ van de amstevdamscheSchztttenj: voorts Amsterdamsche Stadsgc&zhten van Jan van der Heyden, uitgegevendoor C. G. ‘t Hooft. En ten slotte de gids voor de bezoekers van het Koninklijk Paleisdoor A. W. Weissman bewerkt, en verschenen in het Hollandsch en in het Engelsch.

Zonder in hopeloos conservatisme onze stad tot een museum te willen maken,strijdt Amstelodamum voor het behoud van het stadsschoon. Op zijn initiatiefwerd in 1911, in samenwerking met andere vereenigingen, de Comw&ie ~OOY hetstadsschoou opgericht, die onlangs is opgegaan in de gereorganiseerde Schoonheids-commissie. Tegen de mogelijke demping van de Reguliersgracht, de Leidschegrachten het Rokin, tegen den verkoop van het Arsenaal, tegen de verbouwing van denSchreierstoren, tegen de plannen tot doorbraak van den Singe1 bij het Spui en watdaarmede samenhing, werd door ons verzet aangeteekend.

Ten slotte zij nog herinnerd aan een belangrijk moment uit de historie van onsGenootschap : de onthulling van een borstbeeld van Jan van der Heyden in dienswoning aan de Koestraat, op den &ten Maart 1912, den twee honderdsten sterfdagvan dezen talentvollen burger van Amsterdam. Over de - niet vele - lezingen ende enkele tentoonstelling, die onder ons patronaat zijn gehouden, zal ik hier niet verderuitweiden. Ik meen dat uit dit overzicht voldoende blijkt dat ,4mstelodamum inde vijfentwintig jaren, die thans achter ons liggen, nuttig werk heeft verricht. Mogehet, onder Gods zegen, zijn taak met steeds toenemende energie blijven vervullen !

JOH. C. B.

LANGS DEN WEG de Universiteiten te Leiden, Utrecht en Am-sterdam is namens het Van der Waals-fonds,

DRUKSTANDAARDMETER IN DEN WESTER- gevestigd in het natuurkundig laboratorium,KERKSTOREN. - Door de heeren dr. H. Kamer- Plantage Muidergracht 6, een circulaire ver-lingh Onnes, (wijlen) dr. W. H. Julius, dr. E. spreid om gelden bijeen te brengen tot hetCohen, dr. Ph. Kohnstamm, dr. P. Zeeman en installeeren van een drukstandaardmeter indr. J. D. van der Waals Jr., hoogleeraren aan den Westerkerkstoren. Secretaris-Penning-

Page 42: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

--

36 AMSTELODAMUM

meester van het bestuur van het Fonds is L per c.M a bepaalt. En deze ijking hoopt hetbestuur in den Westertoren te doen plaats_-_-prof. dr. J. D. van der Waals Jr., te Amsterdam

kpostgiro 3+12), die ons dienaangaandeschrijft :

Voor de toetsing en verdere uitwerking vande theorie, waarmede Van der Waals de natuur-kunde verrijkt heeft, was het wenschelijk dentoestand der stof na te kunnen gaan over eenzoo groot mogelijk temperatuur- en druk-traject. In het bijzonder kwamen daarbij opden voorgrond waarnemingen bij lagen tem-peratuur en bij hoogen druk. Op het gebiedder lage temperaturen heeft Kamerlingh Onneszijn bekende triomphen gevierd. Het Van derWaals-fonds heeft zich nu het doen van waar-nemingen tot op zeer hooge drukken ten doelgesteld. Niettegenstaande de zeer bescheidenmiddelen 1, waarover het bestuur beschikte,zijn er op dit gebied belangrijke waamemingengedaan. Maar een moeilijkheid was de onvol-maaktheid, om niet te zeggen gebrekkigheidder toestellen, waarmede die hooge drukkengemeten moesten worden. Verbetering diertoestellen was een eerste vereischte om totwaardevol waarnemingsmateriaal te komen.En wanneer deze verbetering gelukte was daar-mede veel bereikt. Niet alleen kon dan hetwerk, door het fonds gesteund, van grooterwaarde worden, maar ook elders zou danbetrouwbaarder en nauwkeuriger waarnemings-materiaal verkregen worden En dat niet alleenop het gebied, waaraan door het bestuur vanhet fonds allereerst gedacht werd : n.1. op datder toetsing van de denkbeelden van Van derWaals. Op ta1 van andere gebieden van physicaen van aanverwante wetenschappen wordenwaamemingen bij hoogen druk uitgevoerd enwordt de behoefte aan een betere hooge-druk-meting gevoeld. En ook voor verschillendetakken van industrie kan een betere dmk-meting van belang zijn.

hebben. Dank zij een gunstige beschikking vanB. en W. is de toren voor dat doel beschikbaar.De vraag is nu maar of de gelden, die voor deuitvoering van het plan noodig zijn, aan hetBestuur ter beschikking worden gesteld. Debenoodigde som bedraagt f 20000 à f 25000a1 naar de grootte van het gemeten druk-traject.

Het is dus vanzelf sprekend dat het bestuurvan het fonds een verbetering der drukmetingreeds geruimen tijd in studie heeft genomen.In den laatsten tijd is de assistent van het fondser in geslaagd belangrijke verbeteringen aan tebrengen in de daarvoor gebruikte toestel : dedrukbalans. Het is hem gelukt de gevoelig-heid daarvan, die vroeger I op IOOO bedroeg,tot I op de IOOOOO op te voeren ! De toestelis nu een zeer bevredigend instrument voorhooge-drukmeting geworden. Maar daar ont-breekt nog iets aan. Wij kunnen er nu zeernauwkeurige drukaanwijzingen mee krijgen.Maar wij weten nog niet een druk van hoeveelkilogram per vierkante centimeter met eenbepaalde aanwijzing van den toestel overeen-komt. Daarvoor is het noodig de aanwijzingvan den toestel te vergelijken met een kwikzuil,die door haar gewicht direct den druk in K.G.

I In de laatste jaren waren de jaarlijksche inkomstenonvoldoende om het werk aan den gang te houden, en isdaartoe herhaaldelijk het, helaas op deze wijze snel ver-dwijnende s t a m k a p i t a a l a a n g e s p r o k e n m o e t e n w o r d e n .

Het bestuur rekent minstens tot een drukvan 5000 atmospheren, mogelijk tot IOOOOte gaan. Nu kan een kwikzuil in den Wester-toren uit den aard der zaak niet meer danbi jna IOO atm. leveren. Voor 5000 atm.zou een zuil van 3800 meter hoogte noodigzijn ! Maar dat is geen bezwaar. Met een latvan I meter kan men een stuk goed van 20meter uitmeten en zoo ook met een kwikzuilvan IOO atm. een druk van 5000 atm. Menmoet echter dat ,,zoo ook” niet te letterlijkopvatten ; het probleem hoe men precies tewerk moet gaan om met de zuil van IOO atm.een druk van 5000 atm. te meten is nog nietzoo eenvoudig ! Maar ten slotte is het mogelijk.En nu ziet men gemakkelijk in, waarom meneen hooge kwikzuil noodig heeft. Ste1 u eensvoor, dat men een stuk goed van 20 meterlengte ging uitmeten met een meetstaafje datslechts I m.m. lang was ! Dat zou 20000 keerafgezet moeten worden. En wat zou er danvan de nauwkeurigheid terecht komen ?

Wanneer nu eenmaal de ijking van de druk-balans van het Van der Waals-fonds zal zijngeschied, kan de installatie in den Westertorenafgebroken worden. De geijkte dmkbalans, diedan weer in het natuurkundig laboratoriumkan worden opgesteld, kan dan verder alsstandaard dienen met behulp waarvan natuur-kundige of industrieele instellingen uit binnen-of buitenland hun meettoestellen kunnenijken, zonder dat zij zelf een kostbaar en in-gewikkeld instrumentarium in een toren be-hoeven op te stellen. De amsterdamsche stan-daard ban dan voor de drukmetingen een rolvervullen, die voor lengtemetingen wordt ver-vuld door de te Sèvres door het Bureauinternational des Poids et Mesures bewaardeMètre des Archieves.

DIBMERDIJK. - De stormvloed van 1916is aanleiding geweest dat Gedeputeerde Statengelast hebben den Diemerdijk te verhoogen ;de kosten waren geraamd op veertig mille.Amsterdams gemeentebestuur meende slechtsverplicht te zijn tot het onderhoud van dendijk, maar niet tot het beheer voeren. Bijgerechtelijke uitspraak is het Gemeente Bestuurin het gelijk gesteld, de tegenpartij heeft hoogerberoep aangeteekend. Naar aanleiding van eenen ander schrijft J. C. W. in het Handelsbladvan 2 April over den Sint Antonis- of Diemer-dijk, die zich uitstrekt van Muiden tot nabijZeeburg. Vroeger maakte de Sint-Anthonie-

Page 43: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

P

AMSTELODAMUM 37 *

breestraat en de Haarlemmerdiik een deel. #van dezen dijk uit. Het was een belangrijkezeewering. Amsterdam had groot belang bijhet onderhoud. Philips van Bourgondië gafdaarom in 1440 aan Amsterdam mede hetrecht van schouw. Het gaf OP den duur aan-leiding tot allerlei verwikkelinaen met anderen.d i e mede onderhoudsplich& w a r e n . aisAmstelland, Muiden, We&p en Weesperkarspel,waarbii de hooge Overheid herhaaldeliik moestingrijpén. In I 651 bij een stormvloed bezweekde diik; de Watergraafsmeer liep onder : deNieuwendiik, Warmoesstraat en Kapelsteegwerden met schuitjes bevaren. j. W. E.

MOLENS - In de Stad Amsterdam van17 April schrijft de heer J. Schuitemaker AZ.over Amslerdam als mole&ad. Bekend is het,dat Amsterdam aan zijn buitensingels vooraleen groot aantal molens als de Otter, de KO~,de Wifi, de SI$, de Juger e.a. gekend heeft.Ze zijn verdwenen. Bij het artikel is afgebeeldde Gooyer op het Funen, die nog uitwendig deoude gedaante behouden heeft, a1 is de beweeg-kracht thans zuiggas ter vervanging van elec-triciteit : die molen is dus een monument.En verder worden vertoond de araanmolenKen u zeZven aan den Haarlemmerw&. de hout-zaagmolens de Luipaard, thans afgztakeld ende Eenhoorn, .die nu en dan nog draait.

J. W. E.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENKANKER . - Het Ned. Indische Kanker-

instituut gaf uit het eerste gedeelte van eenOverzicht van het wetenschappel~k werk vanhet Nederlandsch Kankerinstituut te Amsterdamgedurende de jaren 1914-1924. Hierin lezenwij (p. 10):

,,De samenstelling der amsterdamsche be-volking is t.o.z. van het aantal gehuwdenen ongehuwden vrouwen in dit tijdperk 1862-1902 niet merkbaar veranderd. Het aantalgehuwde vrouwen verhoudt zich te Amster-dam tot het aantal ongehuwd gelijk 5 : I.In het bewuste tijdperk zijn aan borstkankeroverleden 692 vrouwen, waarvan 150 onge-huwd en 542 gehuwd waren. In verband metde samenstelling der vrouwelijke amsterdam-sche bevolking blijkt dat boven het veertigstejaar gehuwde vrouwen minder borstkankervertoonen dan men verwachten kon aan dehand der borstkankerfrequentie bij ongehuwdevrouwen. Omgekeerd vertoont de ongehuwdevrouwelijke bevolking meer borstkanker danmen verwachten zou aan de hand der gegevensbij gehuwde vrouwen, zoodat Deelman hieruitde gevolgtrekking maakt dat men na hetveertigste jaar spreken kan van een gunstigeninvloed op het ontstaan van borstkanker,uitgeoefend door een eertijds actieve functievan de borstklier zelf.” J. W. E.

GELOOF EN ONGELOOF IN AMSTERDAM -In de Socialistische Gids Jaarg. IX p. 705 vlgg.publiceerde prof. Bonger ‘n studie over GeZoofen Ongeloof in Nederland ~gog-1920 (ookverschenen ais brochure bij de N.V. Ontwikke-ling r 924.)

De gegevens verkreeg de auteur uit de publi-caties over de tiende algemeene volkstelling(Igzo), aangevuld met gegevens van ‘t Bureauvan Statistiek der gemeente Amsterdam.Hieruit wil ik de cijfers over Amsterdam gevenen de conclusies, die prof. Bonger op grondvan die cijfers daaruit maakt. Allereerst volgeechter ‘n overzicht over de’ statistische ont-wikkeling der vier groote geloofsgroepen inNederland n.1. Protestanten, Katholieken,Israëlieten, Andersdenkenden (dus ook niet-aangeslotenen bij eenig kerkgenootschap) . Daar‘t mij onmogelijk is te dezer plaatse de cijfersalle uitvoering te geven over de periode 183o-1920, wil ik slechts ‘t globale verloop der viergroepen weergeven. De cijfers zelf vindt menin Tabel 1 van genoemd artikel.

De ,,Protestanten”, die in 1830, 5g,rr pCt.uitmaakten van de geheele bevolking, namenrelatief in aantal toe tot 1879 (61,52 pCt.)maar daalde vandaar tot rg2o op 53,2g pCt.Op grond van deze cijfers concludeert prof.Bonger : , , Wanneer zich in de volgende periodedeze daling op dezelfde wijze voortzet zalNederland in rg3o opgehouden hebben inmeerderheid Protestant te zijn”. De Katho-lieken vormden in 1830 38,4g pCt. derbevolking en namen van I 830-1909 steedsrelatief af tOt x5,22 pet.. doch Stegen Igog-1920 tot 35,76 pCt. De Israëlieten vormdenin 1830 1,78 pCt. van de bevolking en stegentot 1889, met circa+$pCt. per jaar tot 2,15 pCt.maar daalden tot 1920 tot 1,68 pCt.

De Andersdenkenden vormden in 1830 o,12pCt. der bevolking en bleven tot 1860 vrijwelconstant, maar r86o-rg2o valt ‘n voort-durende sterke stijging waar te nemen, totrgoo (2,61 pCt.) ‘n buitengewoon sterke stijgingin de periode rgoo-rgzo (2,61 pCt.-g,27 pCt.)

Uit de lijst der kerkgenootschappen (TabelV van ‘t artikel) blijkt dat evenals in dedrie periodes tusschen 1879 en rgog ook inde laatste periode rgog-rg2o ‘t aantal der, ,ongeloovigen” d. w. z. der niet-aangeslotenenaan een kerkgenootschap steeds is toegenomenen wel ais volgt. 1879 : 0,31 pCt., 1889: 1,46pCt., 1899 : 2,26 pCt., Igog : 4,g7 pCt., 1920 :7,78 pCt.

Vergelijken we de groep der ,,ongeloovigen”met de cijfers der Nederduitsch Hervormdekerk en der Katholieken die voor rg2o resp.41,17 pCt. en 35,86 pCt. bedragen, dan Zienwij dat de groep der ,,ongeloovigen” dus meerdan een vijfde van ‘t aantal Katholieken enruim een zesde van die der NederduitschHervormde kerk bedraagt. Numeriek nam dezegroep in de jaren rgog-rg2o met 240 ooo toe.Interessante gegevens krijgt men ook uit deze

Page 44: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

38 AMSTELODAMUM

.statistieken over de kleinere kerkgenootschap-pen, Watnu de amsterdamsche cijfers betreft.(ook hierbij verwijs’ ik voor alle cijfers naar ‘tartikel) ‘t volgende : de gegevens, loopen hierslechts over de laatste periode Igog-1920,maar zijn toch karakteristiek genoeg om weerte geven. Ik merk hierbij op, dat deze gegevens

slechts gelden voor ‘t gebied dat de gemeente.Amsterd‘am ,omvatte vóór de annexatie van,Igz. De bevolking van Amsterdam bedroeg31 December 1909 : 566 131 en 3z; December1920 : 647 427. De verhouding der kerkgenoot-schappen verdeeld in de vijf groote groepen :Protestanten, Katholieken, Israëlieten, anderegezinden, geen kerkgenootschap of onbekend,was als volgt.

De Protestanten vormden in Igog 52,2 pct.,in Igzo 43,7 pct. De Katholieken in dezelfde-jaren 23,7 pct. en 22,7 pct. _ e

De Israëlieten 1o,8 pct. en 10,4 pct. Anderegezinden 1,s pct. en 1,6 pct.

De groep ,,Geen kerkgenootschap of on-bekend” bedroeg 11~8 pct. en 21,~ pct.

Prof. Bonger zegt op grond van deze ge-gevens : ,,Amsterdam heeft opgehouden eenin meerderheid protestantsche stad te zijn.De Katholieken, in tegenstelling met geheelNederland vertoonen ‘n 4,2 pct. afname. Detoename der groep ,,ongeloovigen”. is zeergroot: 84 pct. in elf jaar, is meer dan 74 pct.per jaar en zij vormen meer dan een vijfdeder bevolking’,.

Wat de huwelijken betreft valt te wijzenop ‘t steeds toenemende aantal gemengdehuwelijken. Uit de cijfers over de periodeIgog-1920 voor de stad Amsterdam maaktprof. Banger ‘t volgende op : ,,Zij zijn zeertalrijk onder Katholieken - vooral bij vrou-wen, - zij zijn zeldzaam onder de Israëlieten,doch meer bij vrouwen, minder voor mannen.Wat de kerkelijke huwelijksinzegening betreftwas ‘t aantal kerkelijke huwelijke 655 pct. in1920, 36 pct. van ‘t geheele aantal huwelijk.en.Wat de verspreiding der gezindten betreftconcludeert de schrijver: de Israëlieten enongeloovigen zijn in bijzonder sterke matebewoners van groote steden (boven IOO oooinwoners). De auteur geeft ook nog cijfersvoor, de verdeeling der geboorten over deverschillende hiergenoemde groepen, waarvoorik echter verwijs naar ‘t artikel, dat veelandere interessante gegevens , bevat. b

H. v; D. BI JLL.

* OUD ENNIEUW~PRAAKGEBRUIK. - Inzijnreeks Amsterdam voorheen en thans in de Tele-graaf heeft Broer Jansz een stukje geschrevenover het huis op de drie Burgwallen. Hetslot luidt aldus:

,, Wij weten zeer goed dat het perceel be-kend staat als het huis aan de drie grachten,,maar we hebben het hier anders betiteld.Vooreerst is er historisch verschil tusscheneen. @acht en een burgwal, maar wij wenschen

ons te houden aan het oude spraakgebrui,k,dat alleen nog schijnt te leven in het volk,dat de taal bewaart. Een Amsterdammerwoont op een gracht, op een. dijk en op eenkade, maar in een straat, Volgens de notarissenen de makelaars met hun veilingcondities,staan alle huizen tegenwoordig aan een gracht,een straat, enz. Binnenkort staat zelfs hetPaleis aan den Dam! ,

,,Ziedaar ’ óók een restauratie - dit sloegop die van het ‘huis - althans een pogingdaartoe, maar het zal, amsterdamsch gespro-ken, wel vechten blijven tegen de bierkaai.der officieele taalverwording.,’ D. B. V.

HET OUDE GYMNASIUM. - In de NieuweGids van Februari geeft m. W. Timmermanherinneringen uit zijn amsterdamschen gym-nasiumtijd omstreeks 1870. Verteld wordt vanAlfons Diepenbrock, die de instelling noemdede ,,zonderlingste inrichting van onderwijs inEuropa”, Jan de Bull, zoon van A. J., eenVan .Lennep, Henri Hacke, zwager van VanTienhoven, Phihps, Jessurun, Pin’édo, Feringa,Tielking, Deur, Willem Six e.a. Over het oudegebouw aan het Singel en den claviger VanHelden worden aardige herinneringen gegeven;een les in het grieksch van den rector Kap-peyne van de Coppello wordt als naar ‘t levenweergegeven.

In het vervolgartikel in het Aprilnummerwordt o.a. verteld over Hofdijk als docentin het Nederlandsch, vooral over zijn eigen-aardigheden en zijn vereering voor Rochussen,Bakker Korff en andere, meest derde rangs,schilders van zijn tijd. J. W. E.

KAS-VEREENIGING. - Eigen Haard van28 Maart publiceert een artikeltje over deKas- Vereeniging, die 24 Maart zestig jaarbestond. Zij is voortgekomen uit de zaken derheeren Strik en Uytenbogaert, Leidschestraattusschen Heeren- en Keizersgracht, opgevolgddoor Rupe, di Gazar & Co. en in 1835 doorDi Gazar, Franken & Co. Oprichters der Kas-Ve~eeniging waren de heeren J. C. di Gazar,L: Franken Dzn. en B. Heldring : zij was ge-vestigd in de Koning van Polen aan de Heeren-gracht, van 1876- I gz 4 Heerengracht I g6 ;in I 914 werd betrokken het gebouw vanLabouchere Oyens & Co.s Bank aan de Spui-straat. Bij het artikel is o.a. afgedrukt hetportret van den heer G. M. Boissevain, deneenigen nog in leven zijnden oprichter.

J. W. E.

HUMANISTEN. - Dr. Sterck zet in het Boek(Jan.- Febr.) voort zijn studiën over amster-damsche humanisten. Dit keer over Alardus,zijn relatie met de boekerij van de Abdij vanEgmond, zijn verhouding tot zijn mecenasPompejus Occo (overl. 22 Nov. 1537); hij zelfstierf en werd begraven te Leuven in I$ppVerder worden behandeld Cornelius Crocus,

.

Page 45: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 39.

rector aan de school aan de Oude Zijde, inRome als jezuiet overleden in 1550, NicolaasHillebrandtsz Boelens den Otter, in 1340overleden, wiens grafzerk in de Nieuwekerk inafbeelding hier vertoond wordt.

In ‘een naschrift vertelt dr. Sterck een enander over de waarschijnlijkheid van het portretvan Occo in het kabinet van vrouwe VonPanwitz op de Hartekamp onder Heemstede,en over portretten van Nicolaas Cannius (1534)en van Damianus a Goes.

Overdrukken van de artikelen. sinds 1917in het Boek verschenen, heeft dr. Sterckthans met een titeltje Onder amsterdamschehumanisten bij een gebundeld. Zij geven eenuitnemend overzicht van het humanisme -het stelsel van opvoeding en onderwijs, datde hoogere vorming van den mensch bijvoorkeur op het aanleeren der oude talen enhare letterkunde bouwt - door amsterdam-sche meest scholarchen tot de alteratie (1578)voorgestaan. J. W. E.

EEN AMSTERDAMSCH WOORD: BOKSER.- Opde Vijzelgracht 5 bij de Prinsengracht vindtmen een winkel in goedkoope huishoudelijkeartikelen, die den op het eerste gezicht zonder-lingen naam de Boxer draagt. Wat wil dezebenaming zeggen ? ,,Bokser” - want ditwoord wordt ondanks de uitheemsche schrijf-wijze bedoeld - is een term, die in Amsterdamin de oorlogs- en valutajaren is opgekomen terkenschetsing van een soort sigarenwinkel, diein concurrentie met den gewonen sigarenwinkelzijn waar tegen werkelijk of schijnbaar lagereprijzen dan deze aanprijst en verkoopt. Deeerste winkel van dezen aard moet men zoekenin de Van Woustraat. De winkelier, bij hetpubliek dat de klandizie van dergelijke winkelsvormt, bekend als ,,de” Bokser, in tegenstellingtot de talrijke navolgers die in verschillendedeelen der stad zijn opgedoken, vertoondevoor zijn winkelraam naast talrijke anderepakkende leuzen, een plakaat, waarop tweeboksende mannen hun krachten maten : deduidelijk als verliezende partij gekenschetsteverbeeldde natuurlijk ‘s mans concurrent naastde deur of aan den overkant, dien hij, zooalshet in den volksmond heet ,,er uit bokst”.De benaming bokser voor den sigarenhandelaar,die zijn waren beneden den normalen prijs tekoop biedt, en, dan voor diens winkel, schijntnu reeds, blijkens het opschrift op de winkel-ruit op de Vijzelgracht, een breedere gebruiks-sfeer gekregen te hebben : ook een winkelierin andere artikelen dan sigaren en cigaretten(vooral in deze zijn de boksers zeer gesorteerd)duidt zich en zijn zaak met dit woord aan enmeent met deze aanduiding tot het publiekte spreken. De nieuwste druk (1924) vanvart Dale kent het woord bokser in denhier besproken amsterdamschen zin nog niet.Daarom schijnt het nuttig het woord in die

beteekenis vast te leggen en door een bewijs-plaats te staven op een tijdsmoment, waarinnog onzekerheid heerscht of het woord opden duur wortel zal schieten dan wel of hetvan ephemeren aard. zal blijken te zijn. Hoehet ook zij, zullen de verre naneven vanHajensius op stuk van zaken het wel nietkunnen bolwerken. Naar men mij van des-kundige zijde verzekerde, is de heerlijkheidder eigenlijke boksers reeds voorbij. De scherpeconcurrentie met den normalen sigarenhandel,die zij in het leven geroepen hebben, za1.he.nzelf, om in den stijl te blijven, knock outslaan. De geringe winstmarge, waarmede zijzich tevreden moeten stellen, wordt geheelopgeheven door de stijgende banderol-belasting,de stabilisatie der mark belet hen duitschesigaren, die zij veel hooger lieten banderol-leeren dan de innerlijke waarde bedroeg, voorgoede hollandsche te doen doorgaan. Zoo zal,van lieverlede de zaak en daarmede ook denaam verdwijnen, tenzij intusschen de uit-gebreider beteekenis van het woord een ge-schikten voedingsbodem gevonden heeft.

M. B.

, TAAL. - Jan Veth schrijft in de Gids vanApril over fossielen in de taal. Hij noemt o.a.den amsterdamschen kruier, die thans bood-schappen doet zonder kruiwagen; den sleeper,die geen sleepkoetsje meer heeft maar eenrijtuig; den baliekluiver, die niet meer hangtover de leuning van een brug, zijn tijd door-brengende met kringetjes spuwen in de gracht,die hij den wal noemt. ,,Een rechtgeaard Am-sterdammer valt niet van den wal in de gracht,maar wel van de gracht in den wal”. J. W. E.

POPPENKAST. - Dit welbekende spel washier te lande reeds in de veertiende eeuw be-kend ; destijds werkten er twee personen mede,een die de poppen liet bewegen en de ander,die den tekst zei. Het waren marionetten-poppen op stokken omhoog geheven - allegekheid op een stokje - en met ijzerdraadbewogen. Van later tijd dateert bij ons hetvertoonen op de vjngers van de hand. Sindshet midden van den achttiende eeuw werdenzij in Amsterdam vertoond door Britting,Ramst en de familie Kabalt die nog dagelijksop den Dam werkt. De Jan Klaassenkast dateertuit omstreeks I 700. Jan Claesz. was een tooneel-figuur, door Asselijn in 1682 benut in zijnJan Claesz off de gewaende dienstmaagd, waarindef ijnen(broederen, kwakers en Doopsgezinden)belachelijk gemaakt werden. Jan Klaassenwerd een amsterdamsche volksfiguur. , ,Hij moethet van het levende woord hebben, zijn grappenzijn ongetwijfeld, gemeengoed van de .geheelewereld en de poppenkast-tafereelen behoorentot het internationale repertoire”. Aldus Con-stant van Wessem in de ‘Vragen des tijds vanApril, die verwerpt het zeggen, dat de naamontleend is aan een gewezen trompetter van

Page 46: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

40 AMSTELODAMUM-Willem II, die de poppenkast is gaan vertoonenom aan de kost te komen ; niet onmogelijkacht Van Wessem het dat deze trompettergeweest is een beroemd poppenkast-vertoonerin zijn tijd met een faam, die hem overleefde.,,Alleen deze man heette niet Jan Klaassen enheeft ook niet zijn naam aan de hoofdpersoonvan zijn spel kunnen geven, zoo als de over-levering dat voorstelt”.

Over Murionetten in het algemeen gaf VanWessem met J. W. F. Werumeus Buning enC. J. Kelk een boekske uit. De laatste schrijftover de poppenkast op den Dam. Kabalt,de vertooner, is van het geslacht Cabalzi,ruim een eeuw geleden uit Italië gekomen.Het waren steltenloopers en accrobaten, dieop kermissen hun kunst ten beste gaven, enook gedresseerde kanaries en duiven vertoon-den. Eén hunner werkte zich in de Jan Klaassen-traditie. De tegenwoordige Kabalt is de gees-telijke vader van Pietje Puk, een bolsjewiekuit Rusland overgekomen, die zijn politiekedenkbeelden in zijn schotsche levenswandelmanifesteert. Traditioneel behoort tot zijnpoppenkast een aap, Frits, die bij de voorstel-lingen als clown fungeert en goed gedresseerd,zijn rol uitnemend vervult. J. W. E.

JEUGDDIENST. - 29 Maart werd de eerstejeugddienst gehouden in de Nieuwekerk.Het aantal toehoorders wordt geschat op vierduizend. Voorganger was ds. Dijkstra.

J. W. E.

VRAGENBUSVerzoekc antwoorden Rampelaan 84, Oveween.)

VRAAG.

GLASSCHILDEREN. - In de veiling Hart-kamp, eerste gedeelte kwam voor onder nr. 94,een afbeelding van het Lands Zeemagazijn,door Zeuner in 1779 op glas geschilderd metgoud en zilver. , , Dit procedé is geheel verlorengegaan”, teekende de firma G. Theod. Bom 62Zonen bij de beschrijving aan.

Een gezicht van het Singe1 naar de Munt,in dezelfde techniek, en naar gis van gelijkegrootte (74 x 51 c.M.) hangt in den winkelvan de Tvésors d’Art, Koningsplein 3 ; ookdaar werd mij verteld dat de techniek verlorengegaan is .

Hoe was deze ? J. W. E.

ANTWOORDEN

JOODSCHE MUZIEK. - Aan de vriendelijkheidvan mr. Izak Prins, dank ik de wetenschap datin onderscheidene nummers van het joodscheweekblad de Vrijdagavond onder den titel Am-sterdumsche negoeniem (Joodsche gezangen) me-lodiën met hebreeuwschen teksgworden gepubli-ceerd door den heer J. A. Lissauer, één der

voorzangers (hebr. chazan, duitsch cantor)der Nederlandsche Israëlitische Hoofdsyna-goge alhier. Ze worden gegeven zonder com-mentaar, dus feitelijk niet te beoordeelendoor mij, die geen hebreeuwsch kent nochop de hoogte is der joodsche liturgie. Tochvoldoe ik gaarne aan het verzoek van denheer Prins mijn oordeel te zeggen, dat zich bij-gevolg uitsluitend moet bepalen tot de melo-diën zelve. Blijkbaar zijn het synagogale ge-zangen der hoogduitsche Joden te Amsterdam,die door den voorzanger worden voorgedragen;dergelijke gezangen leert deze door overerving ;de heer Lissauer heeft ze bijgevolg na hetgehoor opgeschreven. Een bepaald amster-damsch element heb ik er niet in gevonden.Het lijken melodiën, onder invloed der christe-lijke kunst ontstaan in Duitschland in dedertiende of eerste helft der veertiende eeuw,hier en daar met herinneringen aan oost-duitsche opvattingen (Polen) en nogal veelweelderige coloratuur. Het algemeen karakteris elegisch. De ‘antieke en middeleeuwschetonaliteiten der christelijke kerk zijn hier niette vinden ; ze zijn geschreven in de modernemajeur- en mineur toonsoorten. 1s dat, omdatzij in den loop der tijden, met behoud deralgemeene structuur als van zelf gemodemi-seerd zijn ? Inderdaad zijn er gegevens, diestellig niet middeleeuwsch zijn, maar den in-vloed doen speuren van de duitsche muziekvoor instrumenten uit den tijd van Haydn(overl. 1809) b.v. Our pooneegoo (re jrg. nr. 48);zoo ook de metrische maatindeeling van denoteeringswijs, die stellig veelal niet overeen-komstig de oorspronkelijke meer declamatori-sche dictie der middeleeuwen is. Sporen eenerspaansch-moorsche traditie heb ik niet kunnenvinden. De totaal indruk der gepubliceerdemelodiën is, dat deze in structuur, geest enstemming niet afwijken van de synagogalemelodiën elders in gebruik bij de west-euro-peesche hoogduitsche Joden. Detail-onderzoekwaartoe mij de gegevens ten eenemale ont-breken zou moeten aantoonen in hoeverre ikhierin juist zie en of onder deze amsterdamschemelodiën variaties van eenige bijzondere be-teekenis zijn aan te toonen. J. W. E.

F. W. RIVE. - Er is meer gelijk dan eigen.Dr. Rive is geheel onschuldig aan de PotioRiveri. Deze oude drank is afkomstig vanLazarus la Rivière (River(i) 1$3g--1655,arts en eersten hoogleeraar in de chemie inmeer modernen zin te Montpellier. Het voor-schrift komt voor in de in 1640 verschenenPraxZs medica cum themia (Parijs 1640). Hetwerk verscheen herhaaldelijk in nieuwe uit-gaven, ook fransche en engelsche vertalingen.

P. VAN DER WIELEN.--- Ook de heer A. J. van Huffel te

‘s-Gravenhage berichtte in gelij ken zin .

Page 47: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 48: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

R E C E P T I E DOOR H E T B E S T U U R V A N A M S ’ I E L O D A M U M I N C O U T U R I E R . 4 ME1 1 9 2 5 .Prof. dr. A. Goslinga, B. Modderman, W. H. bl. de Fremery, J. Th. Boelen. A. E. d’Ailly, dr. ir. D. F. Slothouwer. prof. dr. II. Brugmans, dr. F. W. Hudig. J. F. L. deB a l b i a n Verster, C. Ci. ‘t H o o f t , d r . J o h . C . B r e e n , W . K. F. Z w i e r z i n a , p r o f . j h r . d r . J . S i x . J . W . E n s c h e d é , d r . J . F . M. Sterck, J . v a n Eck. m e v r . L . E n s c h e d é - V o s ,A. A. Iiok, F. W. Wilde, A. J. J. Ph. Haas. H. van der Bijll. mr. P. ci. van Tienhoven, mej. Th. Brummer, II. J. Scharp. D. Kouwenaar, dr. F. C. Wieder, ùr. 11 . G. de Boer.

Page 49: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

42 AMSTELODAMUM

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURHet volgende nummer zal verschijnen 15 Juli 1925.

* **

JAARBOEK

Het twee-en-twintigste Jaarboek is verschenen met den volgenden inhoud:Claudius Civilis van Rembrandt door J. F. L. de Balbian Verster ; Verscheuren.

Zen bijdrage tot de geschiedenis van het amsterdamsche Archief door dr. Leonie vanNierop; De opkomst der amsterdamsche Haven. Een studie door W. H. M. de Fremery;Doove Barend, die schilder, en de wederdoopers door 1. Q. van Regteren Altena ;Steenen Roeland en Amsterdam’s oudste limietpalen door C. G. ‘t Hooft; Kroniek van-4msterdam van I Januari r9.q tot 31 December rgq door S. Duparc.

* **

JUBILEUM VAN HET-GENOOTSCHAP

Ter gelegenheid van het vijf en twintig jarig bestaan van het Genootschapwerd op 7 Mei jl. een druk bezochte receptie gehouden in Couturier, waarbij dediploma’s werden uitgereikt aan de benoemde eereleden dr. Joh. C:Breen, dr. J.E. Elias, prof. dr. jhr. J. Six en dr. J. F. M. Sterck ; en door een daarop gevo?gd diné.Op uitnoodiging van het Bestuur, namen aan den maaltijd deel de odd-beschermheermr. dr. W. F. van Leeuwen, de beschermheer W. de Vlugt, cud-bestuurleden en hetuitvoerend comité der tentoonstelling. In ta1 van welsprekende redevoeringenwerd het heil van Amstelodamum gedronken.

ONZE TENTOONSTELLINGOnze tentoonstelliug. Zoo mogen wij de historische tentoonstelling, die dezen

zomer in onze twee groote musea wordt gehouden, stellig wel noemen. Vooreerstis het een amsterdamsche expositie, die een beeld hoopt te geven van de ontwik-keling van Amsterdam sedert zes en een halve eeuw, van de dagen van GijsbrechtIV van Amstel af tot op onze tijden toe. Maar dan ook, wij herdenken in dit jaarhet zilveren getij van ons genootschap, dat zich ten doel stelt de kennis van ver-leden en heden van Amsterdam te vergrooten en in breeden kring te verbreiden.En eindelijk de tentoonstelling zal worden tot stand gebracht op het initiatief vanhet bestuur van Amstelodamum; zij wordt ingericht door een door ons bestuurbenoemde commissie en zal onder de auspiciën van ons genootschap worden gehouden.

Voor het houden van een historische tentoonstelling is stellig thans reden te over.Want het is reeds een halve eeuw geleden, dat de laatste amsterdamsche expositiete zién was. Vijftig jaar geleden is het feit, dat wij thans herdenken, eveneens ge-vierd met een historische expositie van Amsterdam. Maar men was blijkbaar nietspoedig génoeg gereed gekomen om in 1875 de tentoonstelling te houden; eersteen jaar later kon men in het Oudemanhuis, het tegenwoordige Universiteitsgebouw,de zalen doorwandelen, die het verleden‘van Amsterdam weergaven. Wij kennendie tentoonstelling zeer goed; zij is in catalogi, gidsen, wegwijzers, wandelingenen wat dies meer zij nauwkeurig beschreven en ook afgebeeld. De bedoeling en ookde uitvoering was duidelijk genoeg. Men heeft de verschillende eeuwen der geschie-denis van Amsterdam in de herinnering der bezoekers willen terugroepen door hetinrichten van kamers in de verschillende, opvolgende stijlen. Zoo werd de toeschou-

Page 50: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 43

wer onwillekeurig verplaatst in de oude tijden en onderging hij de sensatie van hetverleden .

Ongetwijfeld heeft deze tentoonstelling blijvend nut gesticht. Zij heeft de be-langstelling voor het historische verleden van Amsterdam zeer versterkt en daar-door een uitnemenden indruk achtergelaten. Dat was in die dagen van zwakkenhistorischen zin een feit van groote waarde. Een halve eeuw geleden, toen Amster-dam zich als moderne stad ging ontwikkelen, toen men zich een nieuwe toekomstmoest scheppen, was er in ruimen kring weinig belangstelling voor het verledender Amstelstad. Of liever, er was een scherpe scheiding tusschen heden en verleden,tusschen historie en leven. De geschiedenis was buitengewoon belangwekkend,maar zij lag ver achter het toen levende geslacht; zij was even ver van het levendeheden verwijderd als de hemel van de aarde. Zelfs Fruin liet ‘s lands historie nietdoorloopen tot zijn eigen tijd, maar sloot het wetenschappelijk onderzoek af bijhet herstel van Nederlands onafhankelijkheid in 1813. Zoo deed, ook de commissievoor de amsterdamsche tentoonstelling van 1876; zij eindigde haar historisch over-zicht van de stad in beeld met den ondergang van het oude Amsterdam door derevolutie van 1795. Daarna was er blijkbaar in de ontwikkeling van Amsterdame e n l u c h t l e d i g .

Sedert een halve eeuw zijn de inzichten in de historische ontwikkeling zeer ver-anderd. Het tegenwoordige geslacht heeft veel meer dan het vroegere de overtui-ging, dat het in een belangrijken tijd leeft; het maakt zelf weer geschiedenis. Van-daar dan ook, dat alom weer contact wordt gezocht met het verleden. Ook nu bouwtmen aan de toekomst, soms zelfs a1 te veel, als men een geheel nieuwe maatschappijbeoogt. Maar veel meer dan voor vijftlg jaren is er het besef, dat wij met duizendenvezels van gemoed en verstand vast zitten aan ons verleden. Veel meer dan vroegerbegrijpt men, dat men alleen een toekomst kan hebben, wanneer men zich zijn ver-leden bewust wordt.

Dat is van groote gevolgen geweest voor het onderzoek van dat verleden. Destudie daarvan is naar alle dimensiën uitgezet, naar de lengte, naar de breedte,naar de diepte. Het terrein van het historische onderzoek is uitgebreid met ge-bieden, waaraan men vroeger niet dacht. Als gevolg daarvan dringt men dieperin ta1 van problemen door. En ook, het verband is hersteld tusschen heden en ver-leden. De geschiedenis van Amsterdam eindigt niet met 1795 of 1813 of 1840, maarloopt door tot op dezen dag. Het tegenwoordig geslacht ook leidt een historisch leven.

Juist dat geeft ook aan onze tentoonstelling haar cachet. Ook hier loopt de ge-schiedenis van Amsterdam door tot op dezen dag. De bezoeker zal ongetwijfeld.met groote belangstelling kennis nemen van wat ons nog is overgebleven van het.middeleeuwsche Amsterdam, dat eindigt met de alteratie van 1578. De toeschouwerzal zich zeker met warme vreugde vermeien in het schoone en grootsche, dat onzestad in de gouden eeuw heeft voortgebracht en ons heeft nagelaten. Maar met nietminder blijdschap zal hij in deze expositie kunnen speuren, dat onze stad in denmodernen tijd zich met gestadige snelherd heeft ontwikkeld tot het Amsterdam,dat wij allen kennen. Zoo zal het bewustzijn bij stadgenoot, landzaat en vreemdelingworden gewekt, dat Amsterdam wel waarlijk heeft een grootsche ontwikkeling,dat het verleden uiterst belangwekkend en aantrekkelijk is, niet alleen op en omzich zelf, maar ook omdat het heden uit dat verleden is voortgekomen. Zoo kunnenwij dan hier het verleden leeren zien in het licht van het heden, maar omgekeerdook het heden in het licht van het verleden. Wie zoo onze tentoonstelling weet tezien, diens inzicht in het wezen der dingen wordt niet alleen verscherpt, maardiens geestelijk bezit wordt ook verrijkt en veredeld. Dat moge zoo worden !

H. B.

Page 51: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

4 4 AMSTELODAMUM ------~-

LANGS DEN WEGE E N O U D UITHANGTEEKEN. - De corres-

pondent te Amsterdam van de N. Rott. Crt.schrijft in het nummer van 14’ Mei (Av.B.) :

Tegen den voorgevel van het huis Beuling-straat 21, waarin sinds vele jaren eene sme-derij gevestigd is, zit een oud uithangteekenvoor gesmeed tralie- en krulwerk, op hetbedrijf betrekking hebbend, zooals er vroegermeer hier te,r stede voorkwamen, maar dienu zeldzaam zijn geworden. Vroeger stond erop het uiteinde een smid met aanbeeld; dieis er nu van af, maar wordt nog bewaard.Daar de zaak geliquideerd wordt en het huisverkocht, loopt het uithangteeken gevaar ver-loren te gaan, althans te verdwijnen. Dit zoujammer zijn, want we hebben hier te doenmet een zeer fraai smids-uithangteeken uitde achttiende eeuw. G. van Arkel en ,4. W.

w Weissman vermelden het in hunne Noordhol-landsche Oudheden en in de Uithangteekens vanmr. J. van Lennep en J. ter Gouw wordthet beschreven en afgebeeld.

De smêekunst, zoo vertellen Van Lennepen Ter Gouw, bloeide reeds in de middel-eeuwen en nog tot in de zestiende eeuw ge-tuigden de wapens en harnassen van de kunstder wapensmeden. Toen de ijzeren wapen-rustingen van ‘t oorlogsveld verdwenen, maardaarentegen de huisbouw in de steden toenamin pracht, wijdde de smid zijn hamer aanarchitectonische versierselen. De meesters vandat werk waren gewone gildebroeders, wiernamen niet bewaard zijn gebleven. Een echterdie in zijn tijd boven allen schijnt te hebbenuitgemunt, een amsterdamsche smid uit deeerste helft der zeventiende eeuw, is ons bijname bekend: Wouter Geurtsz, die zelfs eenbuitenlandsche vermaardheid verworven had.Te *4msterdam heeft hij ,,veel konstig werck”gemaakt, niet alleen in uurwerken, maar ook, ,ysertraliën met loof-werck en krullen”. Vooralwaren twee traliën van zijn hand beroemd,de eene op ‘t Singel bij de Gasthuismolen-steeg, de andere op ‘t Rokin aan ‘t Huis deMoor. Ook had hij in ‘t jaar 1616 het uur-werk op den Oudekerkstoren gemaakt. Die

smêekunst ging echter reeds in ‘t laatst derzeventiende eeuw haar ondergang tegemoet;zij vond in de achttiende alleen aanmoe-diging in de sierlijke ijzeren stangen vooruithangteekens van allerlei vorm, en waarvanmen aan de werkplaatsen der smeden zelvedikwijls fraaie proeven kon vinden, gelijkdaarvan nog een voorbeeld te zien is in deBeulingstraat.

.

Dit is dus het uithangteeken bevengenoemd.De maker wordt door Van Lennep en TerGouw niet genoemd. Volgens onze inlichtingenwerd het vervaardigd door Willem Wjllemsz.Worst, wonende of zijn bedrijf uitoefend inde Dubbele Worststeeg, het smalle steegjeusschen Singel en Heerengracht aan de andere

zijde van de Beulingsloot. Deze mededeelingvindt steun in de drie dooreengestrengeldeW’S welke ‘het uithangteeken in de Beuling-straat vertoont.

Het is te hopen dat het oude uithangteekenbewaard blijft, hetzij dat het wordt aange-kocht voor het Nederlandsch Museum, hetzij .op andere wijze.

G O U D S C H G L A S . - In de Sint- Jan te Goudazijn naar bekend is, onderscheidene gebrand-schilderde glazen : vele verkeeren in deernis-waardigen toestand en vereischen restauratie.Ze zijn indertijd ook door de hollandschesteden geschonken; zoo het zeven en twintigstedat door de stad Amsterdam geschonken is.Het verbeeldt den biddenden Farizëer en denTollenaar in den Tempel (Luc. IS), is uit-gevoerd in 1597 door den haarlemschen glas-schilder Cornelis 1 Jsbrandsz Kussens naar eenontwerp van Hendrik de Keyser. De beglazingis in 1923 uit de steenen traceering genomen,die toen vernieuwd is. Het Vaderland van3 April bericht dat de herstelling en herplaat-sing verzekerd is, doordat belangstellende Am-sterdammers de noodige gelden daartoe bijeen-gebracht hebben. J. W. E.

VEREENIGING V O O R Z I E K E N V E R P L E G I N G. -In druk is verschenen de toespraak, die dr. C.C. Delprat 20 Februari 1.1. gehouden heeftter gelegenheid van de inwijding der nieuweoperatie-afdeeling in het gebouw der I;Qv-eeniging VOOY Ziekenverpleging, Prinsengracht769. Deze Vereeniging is in 1843 in het levengeroepen op initiatief van dr. J. P. Heye. Hetdoel was aanvankelijk het opleiden van ver-pleegsters, destijds iets nieuws onder de Pro-testanten hier te lande; immers Katholiekenhadden sinds 183g op den 0. 2. Voorburgwaltegenover het Atheneum reeds een klein ge-sticht met vier katholieke liefdezusters, diebij Katholieken en bij Protestanten ziekenin huis gingen verplegen.

Aanvankelijk had de Vereeniging voor deopleiding der verpleegsters een woning op denBinnen-Amstel, later in de Kerkstraat, endaarna op den Binnenkant. Noodig bleek eeneigen inrichting, waar de verpleegsters kondenwerken. Door krachtige hulp van C. P. vanEeghen kwam deze in 1857 tot stand aan dePrinsengracht. Operaties werden daar verrichtin de kamer van den patiënt of in de Bestuurs-kamer. In 1879 eerst werd een eerste klasse-kamer als operatiekamer ingericht, in 1886vervangen door een nieuwe kamer. Zij bleekniet meer te voldoen tengevolge van de jon-gere chirurgische inzichten. Zij is nu vervangendoor twee gescheiden modern ingerichte ope-ratie-kamers, gebouwd naar plannen van denarchitect C. B. Posthumus Meyjes Jr. in ver-eeniging met den stads-architect ir. A. B.Hulshoff. Velen, met name het Spakler-FondsHulp na onderzoek en het Bierens de Haan

Page 52: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 4 5.------~ -

Fonds hebben zulks financieel mogelijk ge-maakt.

Onder de afbeeldingen verdienen vermeldingportretten van J. P. Heye, prof. C. B. Tilanus(den oude) en C. P. van Eeghen. J. W. E.

vrucht onzer voorvaderen, de plaatjes diehet boekje versieren, blijven toch de meestauthentieke afbeeldingen; die van het amster-damsche mirakel bestaan. claar zii onge-twijfeld genomen zijn uit of ontleend kijn aande oudste schilderiien die uit den katholiekentijd nog van deze groote gebeurtenis bewaardzijn gebleven.” J. W. E.OUD EN NIEUW

UIT A MSTERDAM’S VERLEDEN MR. T%ANNES VAN DER LINDEN. - Onge-twijfeld- een typisch amsterdamsche figuur,a1 vestigde hij zich eerst op veertig-jarigenleeftijd (1 796) in onze stad. En zeer zeker waslret gouden jubileum zijner promotie (I Maart1824) een echt amsterdamsche gebeurtenis.

MARIA-VEREERING. - In zijn Losse bloemenen vruchten van de h. Maagd in ons vaderland,behandelt pater J. Kronenberg C. SS. R. ditkeer wederom Amsterdammers teer bedevaart(Maasbode IO Mei). Hij bespreekt de Mariabeelden te Amersfoort (1444 en 1.++5), OITIInel(1627), Den Bosch (1332 en 1384), Heilo,Sittart, Roermond en Oostrum. Namen vanpersonen worden in dit feuilleton niet ge-noemd. Dit is wel het geval ten opzichtevan Scherpenheuvel in belgisch Brabant waarMaria Ga&rants genezing vend en Kevelaer.Reeds in 1690 bestond- in Amsterdam eenBroederschap van de allerheiligste Maagd Mariavan KevelaeY. De jaarlijksche processie isterug te vervolgen tot 1715. Er was aanverbonden een kinderpreek door een jeugdigbruidje der processie gehouden in 1769, 1770,en 1771 door -4letta Magdalena Fockink, in1772, 1773 e n 1779 door Anna ChristinaSteenbergen, in 1807 door Anna Catharina

Dr. ‘Breen herdacht deze in ons -Maandbladvan Maart 1924. Mede naar aanleiding vand a t jubileum .i s d e amsterdamsche rechtermr. N. de Benetlitty in het Rechtsgeleerd Ma-ga.zijYz (1924, afl. 4/5 en 6) uitvoeriger op Vander Linden en diens jubileumsrede en de uit-werking daarvan in de Wape Pleiter (1827)teruggekomen. MR. M. P. VRIJ.

FAMILIE GRILL. - In het iuist verschenentwee-en-twintigste iaarboek ” van Amstelo-damum wiidt de heer De Balbian Verster in

_I

ziin artikel over Claudius Civilis van Rem-brandt eenige regelen aan de familie Grill, af-komstig uit -4ugsburg en sinds het begin derzeventiende eeuw te Amsterdam als goud- enzilversmeden gevestigd. Xnthonie en ElisabethGrill schonken in 1720 aan de Evangelisch-Luthersche gemeente te Amsterdam twee ver-guld-zilveren gedreven ouwelschalen.

Maria Cornaita. ‘s Zondags na de thuiskomstvergaderden allen in de-Pos&hoorn om de h.Mis van dankzegging bij te wonen. J. W. E.

MARI~~ EER EN OPC~ME~. -- Bij de druk- Het kan zijn bclang hebben erop te wijzen,dat deze schalen naar haar vorm meer dan eeneeuw ouder te datecren zijn dan het tijdstip,waarop zij ten geschenke werden gegeven endat zij niet, gelijk men zou verwachten, de keurvan Augsburg, doch die van Frankènthal

kerii van het Sint Tacobs-Godshuis te Haarlemheeit dr. J. F. M. Sterck doen verschijnen eenstudie over Amstelredams eey en o!xomen. door dedenckwaerdighe miraklen aldaer geichied 2 O.1345.Door minitieuse onderzoekingen stelt schrii-ver vast de volgorde der verschillende druk-ken die sedert 1639 tot een eind in de achttiendeeeuw verschenen bij Verdussen en Aartssenste Antwerpen, en Gerardus van Bloemen teAmsterdam ; scherpzinnige conjecturen wordengegeven over de merkwaardige mirakel-.prentjes van Boetius à Bolswert, die in allerleistaten in onderscheidene der edities gevondenworden en waarvan een paar in lichtdruk inde studie gereproduceerd zijn en berusten opde voorstellingen van Jacob Cornelisz vanOostzanen, die deze in het midden der zestiendeeeuw geschilderd heeft voor de H. Stede enwaarvan fragmenten bewaard zijn gebleven.Ook over den auteur Leonardus Marius, denpastoor van het Begijnhof, worden allerleibijzonderheden vermeld, met name over zijnbegeerte door deze uitgaaf de katholiekenweer op te wekken, bijzonder voor het aloudemirakel der heilige stede. ,,A1 is, schrijftdr. Sterck, de tekst van Marius voor velenniet meer genietbaar en heeft hij nog slechtsbelang als document voor de oprechte gods-

- -dragen. 11. J. HASLI~\~GIIUIS.

NIEUWEIC-,\MSTEI.. --- la het onlangs ver-schenen Vevsla,g van de,h toestand dev gemeelzteNieuwer-x4msteI ovey het janv 1923 zet de ge-meente-secretaris, de heer H. J. Scharp voortzijn gedocumenteerde publicatie over Nieu-wev-Amstel in den ZOO~ der eeuwen. Dit keer be-handelt hij dc jaren 1675 tot 1700. Het zijnregesten van archivalia en van mededeelingenin andcre authcntieke bronnen als de stu-dies van dr. Scheltema, dr. ISlias en Van derL~OS. Vele daarvan hehben betrekking opgronden, thans behoorende tot de gemeenteAmsterdam. Zoo worden hier b.v. allerleiberichten gegeven over aan den Overtoomschenweg bestaande kruitmolens. 1678 erfpachts-brieven aan Michel Marcelis; 1685 verkoopvan erven; 1689 Gillis Sautijn met zijn broedermr. Willem Sautijn buskruithandelaar; hunmolen aan de Boerenwetering over de Scha-gerlaan (Ruysdaelstraat), wercl in 1691 ge-kocht voor f 48000 door Reynier van Kuyk.

Page 53: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

46 l AMSTELODAMUM

Bovendien waren burgemeester en regeerdersvan Amsterdam Ambachtsheeren van Am-stelveen in welke kwaliteit zii o.a. in 1681

J

een notificatie uitvaardigden wegens de ont-gronding der landen in den Bovenkerkpolder.

J. W. E.

DE HOOGDUITSCHE JOODSCHE GEMEENTE ENGACHAM TSEWI. - Beelden uit het leven derhoogduitsche joodsche gemeente te Amsterdamin -het begin dev 18de.ëeuw is de titel van eenboekske, geschreven door dr. D. M. Sluys bijMenno Hertzberger verschenen, dat een gedolcumenteerd beeld geeft van de moeilijkheden,die daar toen heerschten. De strijd groepeertzich om Gacham Tsewi, in 1710 als opper-rabbijn uit Altona gekomen, die ten slotteeindigde met zijn ontslag in 1713 en zijn ver-trek naar Londen in 1714. De geschilpuntenwaren tweeledig. De Parnassijns, begeerig eenvermaard man aan de Gemeente te verbinden,hadden hem een tractement toegezegd bovenhun financieele draagkracht. gieuwigheden,hun oorsprong vindende in den geest des tijds,drongen de gemeente binnen, - waarvan eensymptoom te vinden is in den strijd tusschende beide voorzangers R. Leib Gazzen en R.Techieil Michel Gazzen. waarvan de laatsteiegen de traditie, meerstemmige muziek inden dienst Wilde invoeren. Herhaaldeliik wer-den de geschillen ter beslissing onderworpenaan het stedelijk bestuur. Het verhaal steuntop archiefstukken; niet voldoende tot uitdruk-king is kunnen komen, bij ontstentenis vangegevens, het persoonlijk ejement, dat, zooalsimmer, zijn invloed zal hebben doen gelden.

J. W. E.

MEMORIËN E N A D V I E Z E N V A N CORNELISPIETERSZ. HOOFT. - In de Werken van hetHistorisch Genootschap (derde serie nr. 48)verscheen het tweede deel der Memoviën enAdviezen van Cornelis Pietevsz. Hooft, uitge-geven en toegelicht door dr. H. A. Enno vanGelder. Wij bezitten zooals bekend is, in dehandschriften, nagelaten door burgemeesterCornelis Pietersz. Hooft een buitengewoonwaardevolle bron voor de kennis van het gees-tesleven van het einde der zestiende en hetbegin der zeventiende eeuw in de kringen deramsterdamsche regenten. Vandaar dat dr.Van Gelder, van ouds met deze stof vertrouwd,besloot deze stukken uit te geven en voor dieuitgave het bestuur van het Historisch Ge-nootschap wist te winnen. Het resultaat vandien arbeid is dit tweede deel der Memoriënen Adviezcn, dat een aanvulling vormt vande uitgave, in 1871 door het Genootschap be-zorgd. Die aanvulling was stellig gewenschten noodzakelijk. In de eerste uitgave is name-lijk alleen een zeer klein gedeelte van de doorHooft nagelaten papieren opgenomen, eigen-aardig gekozen en niet ook maar eenigszinstoegelicht. Reeds mr. De Roever heeft er in

Oud-Holland, 1889 op gewezen. dat de keuzein die oude uitgave gedaan, zeer willekeurigwas; hij heeft in genoemd artikel een kleineaanvulling gegeven. Maar ook daarna gaf hetgepubliceerde nog een zeer eenzijdigen kijkop den persoon van den burgemeester en in ‘tgeheel geen volledig beeld van wat hij opallerlei gebied heeft geschreven en gedacht.Want alleen de politieke denkbeelden werdenwat meer belicht en vooral aan zijn godsdien-stige voorstellingen was a1 heel weinig aandachtgeschonken. En van die politieke stukken waseen zeer belangrijk deel weggelaten : a1 watHooft voor 1610 had geschreven of gesproken.Want in dat eerste deel heeft men slechtstwee handschriften afgedrukt, hoewel er veelmeer aanwezig zijn zoowel in de universi-teits-bibliotheek als in het gemeente-archiefvan Amsterdam. Van de tot uitgave gekozenverhandelingen werd bovendien nog wegge-Iaten a1 wat Hooft tot staving van zijn be-weringen aanvoerde. Jammer genoeg, wantjuist op dit punt levert zijn nalatenschapzooveel belangrijks. Het zijn opteekeningenvan allerlei aard, verhandelingen, redevoerin-gen, korte aanteekeningen,, excepten enz.,met een bewonderenswaardige, zij het ookvaak wat eentonige en vermoeiende nauwkeu-righeid gemaakt, waardoor het onschatbarevoordeel wordt verkregen, dat wij eruit kunnenleeren kennen, hoe een ontwikkeld en voor-uitstrevend, maar niet-academisch gevormdman in dien tijd tot zijn denkbeelden kwam,hoe het gelezene door hem werd verwerkt,hoe hij zijn beweringen staafde, wat hij las,zooals wij het bijna nimmer van een anderweten. En deze man was invloedrijk in staaten stad; bovenal, hij was een niet zoo bij-zonder man, dat hij in heel veel opzichten kanbeschouwd worden als een staal van zijn soort.Hij was bovendien nog van het geslacht, datde republiek heeft gesticht en den grondslaglegde voor den bloei der zeventiende eeuw,dat nog juist de eerste jaren van den opstandmeeleefde en ook nog juist aan de eerste jarenvan de vestiging van handel, staatsbestuuren kerk meedeed. Dit alles moest tot uitingkomen in een publicatie van zijn Memoriënen Adviezen; daarom was dus aanvulling ge-boden. In de eerste plaats is daarbij naar vol-ledigheid gestreefd, zoodat de godsdienstigeen kerkelijke denkbeclden niet minder werdenweergegeven dan de politieke. Maar tevens isgepoogd de herhalingen te beperken tot hetstrikt noodige; daarom is weggelaten watreeds elders bijna geheel gelijk voorkomt. Inde tweede plaats moest de persoon van Hooftuitkomen in zijn denkbeelden en vooral aan-gegeven worden, hoe hij tot zijn beschouwingenkwam en hoe hij daaraan bij verschillendegelegenheden uiting gaf. Daarom is de chrono-logische volgorde gekozen en in noten of eenkorte inleiding telkens aangeduid, onder welkeomstandigheden, met welke bedoeling en bij

Page 54: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

.AMSTELODAMUki 47

welke gelegenheid de verhandelingen of op-teekeningen zijn gemaakt. Bovendien zijn de ci-citaten en bewijsplaatsen niet verwaarloosd,die door Hooft zelf in den tekst werden op-genomen of aan den kant toegevoegd, zooalsde eerste uitgever deed. Het kon echter nietde bedoeling zijn deze alle in extenso op tenemen; zij werden dus in except weergegeven,uitgebreid genoeg om te begrijpen wat Hooftermede wilde aantoonen. Wel werd een geheelvolledige uitgave bewerkt van al wat Hooftheeft nagelaten, zoodat niet alleen werd op-genomen wat reeds in Oud-HoLZand door DeRoever was afgedrukt, maar ook wat van eldersbekend is en niet onder’de manuscripten werdgevonden, een enkel stuk, dat Bor of Brandtbewaarden of dat bij Elias, de VYoedschaPvan Amsterdam werd gepubliceerd. Zoo is eenboekdeel ontstaan, dat bijzonder leerzaam isvoor de kennis van het geestelijk leven onderde amsterdamsche regenten omstreeks 1600.

H. B.

DE TOCHT VAN LUMEY NAAR AMSTERDAMIN 1572. - In de Bijdragen en Mededeelin-gen van het Historisch Genootschap dl. 46 pu-bliceert de heer J. Smit eenige gegevens overden tocht van Lumey naar Amsterdam in1572. Sedert de opstand in April 1572 in Hol-land was uitgebroken, was Lumey opgetredenals gouverneur van het Zuiderkwartier vanHolland namens den prins van Oranje. Ver-schillende steden waren door hem bezet, ach-tereenvolgens Rotterdam, Delft, Den Haag,Leiden en Haarlem. Vandaar uit werd inAugustus een aanval gedaan op Amsterdam.Van verschillende zijden begonnen de geuzenzich den 16 Augustus om Amsterdam te le-geren; feitelijk werd daardoor de stad geheelafgesloten. De burgerij verdedigde zich nietal te forsch; ongetwijfeld waren velen in Am-sterdam reeds toen de geuzen van Lumeywelgezind. De stad zou zich waarschijnlijkhebben moeten overgeven, wanneer niet Bossuzich met vier vendels den 21 Augustus in destad had geworpen. Denzelfden avond nogwerd een uitval gewaagd en een loopgraafdicht bij de poort genomen. Dit succes schijntde belegeraars reeds te hebben verbijsterd;den komenden nacht trokken zij af met stilletrom, overal hun logies aan de vlammer\prijsgevend. Voorloopig zagen de Staten nuaf van het plan om Amsterdam te veroveren,maar zij beraamden, ,,in wat manieren datmen die van Amsterdam zoude mogen be-nauwen ende hun te boven comen, desgelijcxdie van Weesp, Muyden, tsy mitten minnenoft mit gewelt.” Het gevolg was, dat Amster-dam uit de verte werd omsingeld en dat zijntoegangswegen werden belemmerd, zoodathandel en verkeer van de stad zwaar begonte lijden. Toch heeft Amsterdam het nog zesjaar. uitgehouden; eerst in 1578 verliet hetde spaansche zijde. Het hier medegedeelde

bundeltje aanteekeningen betreffende de da-gelijksche uitgaven zijn door een dienaar vanLumey’s tresorier Joost de Bern bijgehoudengedurende den tocht van Delft naar Amster-dam. H. B. *

TRIJN PIETERS.- Een ,,men” schrijft in deN. Rott. Crt. van 11 April (Ocht. B.) over .Trij n Pieters, een beruchte dievegge, bekendonder den naam Trijn van Hamburg, die bijvonnis van 21 December 1617, veroordeeldwerd tot de doodstraf, te ondergaan doorophangen op het schavot voor het stadhuisaan den Dam; het lijk moest gehangen wordenaan de galg aan de Volenwijk, om aldaar tezijn ten prooi aan weer’ en wind. Zij had eenbelangrijk strafregister: 1606 verbannen voordrie jaar ; gegeeseld en gebannen te Middelburg .en Dordrecht ; 1608 zwanger zijnde, gebannente Rotterdam voor vijftig jaar ; hetzelfde teDelft ; 1609, zwanger zijnde, te pronk aan degalg te ‘s-Gravenhage ; 1610 te pronk aan degalg, twee maal gegeeseld, gebrandmerkt, ver-banning verlengd met vijf en twintig jaarte Amsterdam, 1610 gegeeseld en gebannen teAmsterdam ; 1610 tepronkgesteldengebannente Amsterdam ; 1610, zwanger zijnde, tepronk te Leiden ; I 610 ontvlucht te Enk-huizen ; 1612 te pronk te Leiden; 1612 tepronk, gegeeseld, gebrandmerkt en verbannente ‘s-Gravenhage ; 1612 te pronk, gegeeseld,de ooren afgesneden en gebannen te Amster-.dam ; I 613 verbod de stad te verlaten te Delft ;1613, zwanger zijnde, te pronk te Delft ; 1614idem te Leiden; twee jaar tuchthuis te Alkmaar;1617, zwanger zijnde, te pronk te Amsterdam,.schavotsstraffen te Rotterdam, Amsterdamen Haarlem ; I 617 terechtstelling te Amster-dam. J. W. E.

JONAS DANIEL MEYER‘. - In de Vyzj’dag-avond van 8 Mei schrijft (5. Kalff over dezenj oodschen rechtsgeleerde uit de achttiendeeeuw in 1780 te Arnhem geboren, maar nogvoor het einde der eeuw met zijn ouders naarAmsterdam gekomen, waar hij in 1834 over-leed. Op zestienj arigen leef tijd begon hij zijnloopbaan als advocaat. Hij was de eerste Is-raëliet in de advocatuur werkzaam. KoningLodewijk benoemde hem tot lid van het Ko-ninklijk Instituut afdeeling taalkunde en totdirecteur van de Koninklzjke Courant; tijdensde inlijving bij Frankrijk was hij redacteur vanhet staatkundig orgaan van het departementder Zuiderzee. Meyer was werkzaam in aller-lei staatsrechterlijke en j oodsche commissiesen een bekend pleitbezorger, o.a. voerde hijvoor Lodewijk Bonaparte het geding overden eigendom van het Paviljoen te Haarlem,dat de vroegere koning verloor. J. W. E.

CORNELIS PIETERSZ. HOOFT. - In de Bzj-dragen en Mededeelingen van het HistorischGenootschafi, dl. 46 zijn opgenomen eenige

?

Page 55: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

48 AMSTELODAMUM

aanteekeningen van Cornelis Pietcrsz. Hooftomtrent de staten van oorlog van IGOI en 1602,medegedeeld door dr. H. A. Enno van Gelder.Dr. Van Gelder vo3d ondcr de papieren vanHooft enkele aanteekcningen over hetgeende oorlogsuitgaven in dc Statcn van Hollandwerd medegcdecld. Zij komcn voor achter ineen grooten folioband in dc universiteits-bibliothcek van Amsterdam (nr. 997 1 C 15),waarin Hooft zelf reeds verschillende van zijntheologisch-kerkelijke handschriften liet Sarnenbinden. Terecht meendc dr. Van Gclder, dathet niet onbclangrijk was dezc cijfers te publi-ceeren, omdüt er van de financiën van Hollanduit dezen tijd zoo weinig bckend is cn van water nog over is van deze jaren, tot nu toc ni&werrl gepubliceerd. Dezc gcgevens pasten ech-ter minder in de glootc uitgavc der e+z Adviezen, omdat cr niets in blijkt van ecnpersoonlijke mcening van den Eurgemeester ;vandaar deze afzonderlijkc uitgave. In deinleiding geeft dr. Van Geltlcr allellei cijfers,die onze kennis omtrent dc hollandsche fi-. . .nancien omstreeks 1600 gelukkig kunnenaanvullen. El. B.

HET OUDE GYMNASIUM. - LE. W. Timmer-man besluit in de Nie?lwe Gids van Mei zijnherinneringen aan het vrocgere gymnasium.Dit keer geeft hij aanteekeningen over J.Roos, genoemd Jsap, lecraar in de gcschiede-nis, aardrijkskunde en mythologie. Een eigen-aardig man, eigenaarclig geklecd, clic door dejongens in de maling genomen wcrd en geenorde kon houden, wat tot onverkwikkelijketooneelen aanleiding gaf. Het schoolmeubi-lair bestond uit vijftien banken in drie rijcn,vijf aan vijf, die op twec lange balken stond.De schooljongens lcgden daarondcr penhou-ders; op commando werden de banken doorhen vo&- cn achtcruit getrnpt, nb. in de les.Volgens schrijver was hij zelf de schuld derwanorde; hij vertrouwde zijn klas nict cn be-gon altijd zelf weer. , , Kappeyne en Hofdijk,aan u beiden heb ik oneindig veel levens-vreugde te danken. 11~ ben LI bcidcn altijd dank-baar gcbleven. IX LI toch ook, arme, zielige,kinderlijke Roos ! ” J. W. E.

VRAGENBUSVerzoeke antwoovden Rampelaalz 84, Overveen.)

VRAAG.MOLEN DE KA,~. - Stand de t h a n s ver-

dwenen korenmolen dc Kat aan de Kattcn-sloot ? Op een teekening van Lambert inmijn bezit gen. De Kattensloot komt wel eenmolen voor, doch dit is een houtzaagmolen.

J. S.ANTWOORDEN

LEUNER. - De techniek van dit werk isbladgoudgravure op glas. Het glas wordt metbehulp van een kleurloos bindmiddel met goud

of zilver bedekt en hierin wordt aan de achter-zijde in spiegelschrift de gewenschte teekeninggegraveerd. Langs het silhouet van het tafereelwordt vervolgens het goud of zilver weggeno-men en de vrijgekomen plaats met kleuren,hetzij met olie- of met waterverf ingevuld;alnaarmate het in de voorstelling te pas komtmet een lucht of anderen achtergrond, waarbijnatuurlijk in omgekeerde wijze als gewoonlijkgeschilderd moet worden, de lichten eerst endaarna de donkere deelen. Na deze bewerkingwordt het geheel met een zwarte lakverf af-gedekt, waardoor de in het goud of zilvergegraveerde lijnen zwart tegen den gouden ofzilveren grond afsteken.

De bladgoudgravure op glas komt reeds in deOudheid voor, vooral voor het versieren vanbodems van glazen. Het goud werd dan nietmet zwart afgedekt, maar met een tweedeglaslaag, zoodat de gegraveerde lijnen door-zichtig bleven.

DC techniek der bladgoudgravure is geduren-de de gcheele middeleeuwen in zwang geweest.Renaissance-voorbeelden zijn in het Neder-landsch Museum te zien; in dezen tijd speeltde kleur meestal een grootere rol dan het goud.Een zeventiende-eeuwsch landschap van Janvan der Heyden in het Nederlandsch Museumis geheel in kleur uitgevoerd zonder goud ofzilver.

Daarentegen werd de antieke techniek ineenigszins gewijzigden vorm weer toegepastdoor de boheemsche en silezische glasblazers.

In de tweede helft der achttiende en deeerste helft der negentiende eeuw bestond ereen groote liefhebberij voor bladgoudgravureen Zeuner is een van de velen, die er zich meebezig hielden. In het Nederlandsch Museumbevinden zich van hem een op deze wijze ver-vaardigd gezicht op den Jan Rodepoortstorente Amsterdam en een boerenhuisje.

Een achttiende-ecuwsch parijsch expert,genaamd Glomy, maakte van deze techniekeen handig gebruik, om prenten in te lijstenmet gouden biezen op een zwart veld, of omge-keerd. De verzamelaars noemden dit naar hemglomiser of églomiser. Deze naam werd lang-zamerhand ook op andere voorwerpen indezelfde techniek toegepast, zoodat men thansalle bladgoudgravures op glas églomisés noemt;de Italianen hebben er agglomiuzato van ge-maakt. F. W. Hu~~ti.

GLASSCHILDEREN. - Ik kan mededeelen,dat twee dergelijke schilderijen hangen inhet Rijksmuseum. Beide zijn gemaakt doorZeuner, de eene stelt voor den Jan Rode-poortstoren, de andere een boerenhut aancen rivier . J. M. BLOK.

Page 56: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 57: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM $9

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURNIEUWE LEDEN

Sinds de vorige opgave zijn tot het Genootschap toegetreden als donatrice mevrouwH. J. van Ogtrop-Hanlo en de heer F. de Fremery, en als gewone leden mejuffrouwS. H. Büchner en de heeren B. Boissevain, E. L. Brouwer Mzn., A. Citroen Kzn., mr.J. W. Foest, mr. J. Westerman Holstijn, mr. F. Philips, ir. J. S. Schippers.

* **

TOEGANGSBEWI JZEN VOOR DE HISTORISCHE TENTOONSTELLING

De volgende circulaire is aan de leden verzonden :Het is ons zeer aangenaam aan de leden van het Genootschap te kunnen mededeelen

dat de Historische Tentoonstelling, ter herdenking van het feit dat Amsterdam denarjsten October 1275, nu zes en een halve eeuw geleden, zijn eerste privilegie ontving,zal worden gehouden van den 3den Juli tot den ISden September e.k. in het Rijks-museum en in het Stedelijk Museum. Wij maken de leden op het groote belang vandeze Tentoonstelling opmerkzaam en noodigen hen uit haar te bezoeken, en ookvrienden en bekenden op te wekken dit te doen.

Met het oog op de zeer hooge kosten, aan de inrichting der tentoonstelling verbon-den, is het ons tot ons leedwezen niet mogelijk aan onze leden kosteloos toegang tothaar te verleenen. Wel bestaat er voor hen gelegenheid haar te bezoeken tegen denverminderden prijs van f o,Uo.

Kaarten, toegang gevende tot de beide musea, zijn voor dit bedrag, tot een onbe-perkt aantal, verkrijgbaar bij den zden Secretaris, den heer D. Kouwenaar, N. 2.Voorburgwal 157,

TWEE JUBILEA

Twee jubilea, waarbij het Genootschap ten allernauwste betrokken is, zijn tememoreeren. Het eerste is

HET ZILVEREN FEEW VAN AMSTELODAIVIUM.

Op tweeërlei wijs heeft het Bestuur dit herdacht. Het hield op (I Mei een drukbezochte receptie in Couturier, die bezocht werd o.m. door vertegenwoordigers vanhet Gemeentebestuur, Eerste en Tweede Kamerleden, vertegenwoordigers van hetNederlandsche Bijbelgenootschap, van den Senaat der Universiteit, van het Pers-museum, van de afdeeling Amsterdam van het Nederlandsch Tooneelverbond, vanOud-Utrecht, van het Genootschap voor joodsche Wetenschap, van het KoloniaalInstituut, van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap, van den Bond Heemschuten door ta1 van anderen, o.a. prof. dr. P. J. Blok en de heer Baard, directeur vanhet Stedelij k Museum.

In zijn openingsrede wees de voorzitter prof. dr. H. Brugmans er op, wat Amstelo-damum, als het ware een kind van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap,bereikt heeft a1 is men dan nog lang niet aan het eindpunt, en reikte de diploma’s uitaan de benoemde eere-leden, dr. Joh. C. Breen, jhr. dr. Joh. E. Elias, prof. jhr. dr.J. Six en dr. J. F. M. Sterck, wier verdiensten hij schetste.

Van de eereleden - dr. Elias was door ziekte verhinderd aanwezig te zijn - brachtieder dank voor het eerbewijs; namens hen deelde prof. Six mede, dat aan het Genoot-schap een zegel zou worden aangeboden.

‘s Avonds werd eveneens in Couturier een feestmaaltijd gehouden, waar o.a. aan-zaten mr. dr. W. F. van Leeuwen, oud beschermheer van het Genootschap en de be-

Page 58: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

50 AMSTELODAMUM _---_

schermheer, de heer m7. de Vlugt, burgemeester van Amsterdam. Onderscheidenetafelrcdenen werden gehouden. De voorzitter prof. dr. H. Brugmans bracht een dronkaan H. M. de Koningin en wees er later nog op, dat Amstelodamurn is voortgekomenuit de volheid der tijden, dat het historisch verleden moet worden aangeknoopt aanhet heden en, denkende aan de macht van burgemeesteren van 14nzsterdam in degroote tijden, zag hij nog altijd in den burgemeester, den beschermheer van het Ge-nootschap, het hoofd van de stad in het opstuwend heden.

De burgemeester wees er op, dat -4mstelodamum ook zich heeft aangetrokken hetschoon van de stad en heeft begrepen, dat -4msterdam moet blijven een ievende stad,niet geplaatst mag worden onder een stolp, dat hoyeloos conservatisme hier nietgebruikt kan worden.

Mr. dr. Van Leeuwen, oud-beschermheer, uitte zijn sympathie voor het Genoot-schap en gewaagde van den strijd om het behoud van het Oude buitengasthuis. Hijvleide zich met het behoud . ,,De burgemeester van -4msterdam kan wel veel, maarniet alles”.

Ook vele anderen voerden het woord o.a. de heeren mr. Falkenburg, De Jong, dr.Breen, Boelen, Kouwenaar, Wilde en dr. Slothouwer.

Het andere jubileum is het feit, dat het 27 October 650 jaar geleden zal zijn, datAmsterdam het eerst in de geschiedenis genoemd wordt. Het wordt herdacht door een

HISTOHISCI-IE TENTOONSTEILING

3 Juli j .l. geopend ; zij wordt gehouden in het ICjksmuseurn voor het deel ouderdan 1700 en in het Stedelijk Museum voor het jongere deel. Des morgens waren velenbijcengekomen in de eerezaal van het Rijksmuseum, waar nu hangen de Nachtwachtcn andere schilderijen uit den Kloveniers Doclen, waar prof. Brugrnans de gastentoesprak met een rede over de ontwikkeling van -4msterdam en de Rurgemeester deofficieele openingsrede hield, sprekendc over den groei en bloei van -4msterdam.

De Minister van Onderwijs, Kunsten en U7etenschappen nam vervolgens het woord.er op wijzende, dat deze tentoonstclling laat zien de werkelijkheid zooals kunstenaarsdie hebben geschilderd op een wijze, welke toch wecr boven de werkelijkheid uitgaaten naar het ideale doet grijpen; hij deelde mede, dat het H. M. de Koningin behaagdhad prof. Brugmans en dr. Breen, Voorzitter en Secretaris van :\mstelodamum, tebenoemen achtereenvolgens tot ridder in de orde van den Nederlandsche Leeuw enofficier in de ordc van Oranje-Nassau. Ten slotte bood prof. Sis namens de eereledenvan Amstelodamum aan hct Genootschap aan het toegezegde genootschapszegel,uitgevoerd door den heer Landman.

Des namiddags was er bijeenkomst in het Stedelijk Museum, waar prof. Brugmanshet woord verleende aan den Burgemeester, die in zijn openingsrede een overzichtgaf van de jongste geschiedenis der stad en eindigde met een ,,Onder Gods zegen -Vooruit ! ’ ’

De dag wcrd besloten door een feestmaaltijd in het Paviljoen Vondelpark. Aanzit-tenden met hunne dames, waren leden van het dagelijksch bestuur der Gemeente,leden der tentoonstellings- en der financieele commissie, inzenders zoo particuliereals ambtelijke e.a. Zngeleid door een heildronk op de Koningin, door den Voorzitteruitgesproken, voerden het woord de hceren De Vlugt, Breen, Wilde, Brugmans,Schmidt Degener, De Boer, Boe!en, Van der Bijll, Baard en Kouwenaar.Gememoreerd mogen worden de woorden van den Rurgemeester, die, als aanloopnemende de overweging, dat B. en W. vaak gehinderd worden in het komen tot eenbeslissing door de veelheid van adviezen, den heer Hoofd-directeur van het Rijks-museum zijn hulde bracht voor de nieuwe gelukkige plaatsing van de Nachtwacht,in dezen zijn eigen inzicht hebbende kunnen volgen ; en de toespraak van den heer

Page 59: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 51

Wilde bij de aanbieding van ecn voorzittershamer aan den Voorzitter van hetGenootschap.

Van de Koninklijke Academie van Vrijc Kunsten te Stockholm, de cigenaresscen inzendster van de Claudius Civilis(rG6r) van Rembrandt was dien dag ingekomeneen telegram houdende gelukwcnsch voor het welslagen der tentoonstelling.

De catalogus in twee dcelen (,f IJO) , gedrukt door Ipenbuur & van Seldam, omslag(litho) door Huib Luns, eveneens gedrukt door Ipenbuur & Van Seldam, is ver-schenen op dcn dag der opening van de tentoonstelling. J. W. E.

STOOMMEELFAHRIEK HOIJAND. --- B i j ge-legenheid van het bezoek der Koningin aan deStoommeelfabriek Holland op 14 Mei j.l. werdhet volgende gepubliceerd :

, ,De fabriek wcrd 20 Maart 1863 opgerichtmet een kapitaal van f 150 ooo. Aandeelhou-ders waren menschen uit allc rangen en standenvan i\m.sterdam, omdat het doel der vennoot-schap was den burgers goedkoop en smakelijkbrood te bezorgen. Dit ideaal heeft de maat-schappij haar kapitaal gekost, en op 21 Novem-ber 1871 moest zij tot liquidatie besluiten. Bijde daarop volgende veiling werd de heer B.van Marwijk Kooy eigenaar van de fabriek.

,,In den nacht van 6 op 7 Juli 1894 werd defabriek door brand totaal vernield; ze is daarnadoor den tegenwoordigen directeur, die toen-maals ingenieur was bij een duitsche machine-fabriek, voor rekening van den heer B. vanMarwijk Kooy weer opgebouwd. Sindsdien isde fabriek regelma.tig vergroot. De drijfkrachtvan circa 3000 P.K. is electrisch en wordt doorde gemeente ilmsterdam geleverd. De machineszijn verzekerd voor een wasrde van f 2 750 ooo;de gebouwen voor een waarde van f I 8ooooo.De fabriek is voorzien van een automatischebrandbluschinrichting, zoogenaamde sprinklers.

,,De fabriek kan 2700 ton graan per week ver-werken, dit zijn ongeveer 20 stoombootladingenvan 7000 ton elk per jaar. Met de hoeveelheidbloem hieruit gefabriceerd, kunnen de stedenAmsterdam en Utrecht van brood wordenvoorzien.

,,Voor de fabrikatie wordt gebruikt: inhoofdzaak noord-amerikaansche, zuid-ameri-kaansche, australische, engelsch-indische enook een klein percentage inlandsche tarwe. Dehoedanigheden dezer tarwesoorten loopen sterkuiteen, zoodat met de samenstelling van detarwe-melangc zeer voorzichtig te werk moetworden gegaan, wil men een smakelijk, wit envolumineux brood hebben.

,,Voor den oorlog was Rusland een dergrootste graanleveranciers van Europa en ookvan dit bedrijf. Thans kan het niet meer inzijn eigen behoeften voorzien en is het afhanke-lij k geworden van de overige graan-verbouwen-de staten. De Holland xelf heeft korten tijdgeleden 30 ooo balen tarwcbloem naar Ruslandgeleverd.

,,Wet gevolg ervan is, dat Europa van deamerikaansche staten afhankelijk is geworden,cn tarwe, nog meer dan vroeger, een speculatie-objrct geworden is. Op deze wijze worden deprijzen naar boven gemanipuleerd, en demenschheid betaalt ten laatste bijna hetdnbbclc voor haar brood van wat het eigenlijkhehoefde te betalen. Een groot gedeelte vanhet kapitaal vloeit af naar Amerika.

,,In den laatsten tijd is de chemischc weten-schap aan het bedrijf toegevoegd.

, ,Geruimen tijd geleden ontving de heer Dom-bath bezoek van den heer Opolski, administra-teur van een thee-onderneming in de Preanger-Regentschappen, die hem meedeelde, dat hethem na zeven jaar proefnemingen was gelukt,op Bandoeng een bruikbare tarwesoort te cultiveeren. Hij vroeg den heer Dombach hem be-hulpzaam te willen zijn met zijn advies voorde aanschaffing van machines voor de meel-fabrikatie, waartoe deze zich bereid verklaarde.Eenige maanden na zijn vertrek ontving deheer Dombach een telegram met verzoek, ofde heer Opolski hem IO ooo 1r.g. tarwe vanden vorigen oogst mocht zenden, waarop dade-lijk toestemmend werd geantwoord. De tarwewerd kort geleden per stoomschip Grotius hieraangevoerd. Xa de ontvangst heeft de Hollanddadelijk een scheikundig onderzoek ingesteldnaar de hoedanigheden, maar het resultaatvan dit onderzoek was eigenlijk niet zeer be-vredigend, omdat de kleefstof (genaamd glu-ton) niet de taaie structuur had, als de overigetarwesoorten. Maar toen de tarwe in de fabriekgemalen was en het brood gebakken, was hetresultaat verrassend goed. Indien op Javavoldoende grond, zooals in de Preanger, ter be-schikking is, kan de tarwe-aanplant op denduur wel van beteekenis worden, omdat dooreen moderne meelfabriek de bloem kan wordengefabriceerd voor de omliggende streken.

,,De nederlandsche regeering heeft thans op-nieuw gronden in erfpacht aan den heer Opols-ki afgestaan.

,,Het maalproces in de meelfabriek gaat aisvolgt: De tarwe wordt in schepen aangcvoerden pneumatisch uit de schepen opgezogen naarde 13000 ton groote graansilo, die verdeeldis in 36 afdeelingen, om iedere soort tarweafzonderlijk te kunnen opslaan. De voor defabrikatie benoodigde tarwe loopt onder dekaren uit op transportbanden, die haar naar

Page 60: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

52 AMSTELODAMUMc -.-. -. - - .- - ~_ -~--een mengsilo voeren. Dit deze mengsilo’swordt de tarwe geleid over kleine meelappa-raten, die verstelbaar zijn, om het gewenschtepercentage der verschillende tarwesoorten ineen melange te knnnen vereenigen,

,,Van daar gaat de melange naar de graan-zuivering, hier wordt ze gewasschen, gedroogden ontdaan van vreemde bijmenging. Daarnaondergaat de tarwe een tweede reiniging doorpel- en schuiermachines, en komt ze in deeigenlijke malerij.”

BRUGGETJE VAN SIX. --- Indertijd heeftFrits Lugt het Bruggetje varz Six, de bekendeets van Rembrandt (1645) gelocaliseerd aande Westzijde van den Amstel, halfweg deKalfjeslaan en Ouderkerk bij de herberg hetKoetje. De heer J. Z. Kannegieter stelt inOU~ HoZla~rl (1925, 71) de hypothese, dat menhet moet zoeken aan den Oostoever van denRmstel in de nabijheid van den molen, diedaar eenige jaren gelcden nog stond en denGroot Duivendrechter polder bemaalde. J.W. E

HET II. SACRAMENTSALTAAR VAN DE HEILIGESTEDE. -- Prof. jhr. dr. J. Six publiceert inOud-Holland, eerste en tweede aflevering 1925de resultaten zijner onderzoekingen naar dezestiende-eeuwsche schilders Jan van Hout,Cornelis BU~S en Jacob Cornelisz. en komt totonderscheidene nieuwe attributies.

Hij acht het o.a. waarschijnlijk, dat de schil-deringen op doek, afkomstig van het h. sacra-ments-altaar der Heilige Stede, niet zijn vanJacob Cornelisz, maar van Jan van Hout, denovergrootvader(?) van JanvanHout,lden beken-den dichter en secretaris van Leiden tijdens hetbeleg; werk van hem was o.a. in het Agnieten-klooster alhier. Hij overleed voor 1520. J .W. E.

HEL ORGE~,, VROEGER IN HET PALES VOORVOLKSVLIJT. - Het is voldoende bekend, datschoon een jaar te laat in 1876 ook door eenhistorische tentoonstelling herdacht is het eerstevoorkomcn van den naam van onze stad inde historie. Dat feit is toen nog op een anderewijs herdacht; 27 October I 875 werd in gebruikgenomen het orge1 in het Paleis voor Volksvlijt.Organist was de vermaarde Alexandre Guil-mant van de Trinité te Parijs; Joh. M. Coenen,de directeur van het Paleis-orkest had eenNeêrlands toonkunst op woorden van J. P. Heyegeschreven: mej. Stoetz door haar zang, JozefCramer door zijn viool-spel verleenden hunmedewerking; in het hmstel-hôtel werd eenfeest-maaltijd aangeboden aan Burgers, denpresident der Zuid-sfrikaansche Republiek.

De vice-consul van Frankrijk, C. M. Philbert,een uitnemend orgelliefhebber, was het geweest,die door zijn ijver het mogelijk gemaakt had,dat dit fransche instrument van Cavaillé-Col1te Parijs in Amsterdam gebouwd was. Hij wildedaarmede propaganda maken voor het moder-ne fransche orgel.

In de lijdensgeschiedenis van het Paleis heeftdit superieure instrument gedeeld. Gekochtdoor de heeren Stoop en Bunge, is het ten ge-schenke gegeven aan de Gemeente Haarlem enin 1924 in gebruik genomen in de gemeente-lijke Concertzaal aldaar, de vroegere concert-zaal der Sociëteit Vereeniging. Het monument,mede opgericht ter herinnering aan het privi-legie van Floris V van 1275, is voor Amsterdamverloren gegaan. J. W. E.

VICARIE-GOEDEREN IN PLU ~EST.- Indenjongsten elfden jaargang van de I’eveejzigingvan divecteweut van Hypotheekbalzken schreef deheer C. D. van Vliet, de directeur van denHollandsche Hyfotheckbank een studie overHypotheek of Vicarie-goederelz. Een vicarie iseen uitvloeisel van het recht aan leeken ge-geven een nieuw altaar in hun kerk te mogenstichten met aanwijzing der goederen, waaruitde bedienaar van dat altaar bekostigd moetworden. Die goederen waren vaak landerijen.Door de Herrorming is de rechtspositie diergoederen geheel gewijzigd; in de onderscheideneprovincien werden verschillendc regelen dien-aangaande getroffen. Ook thans is dienaangaan-de nog rechtsonzekerheid, hoewel voorzieninggetroffen is bij de wet van 1892, gewijzigd in1895, 1900, 1905, en 1910. Zoo ten opzichtevan erfpachts-uitgifte.

In 149-j werd zulk een vicarie gesticht OI>het Sint Christoffel altaar in de Nieuwekerk.De gronden daarbij behoorende langs denhuidigen Baarsjesweg en Sloterstraatweg kwa-men aan de gemeente Sloten, na de annexatievan 1921 aan Amsterdam. 1s Sloten (Amster-dam) beheerster of eigenares ? Die gronden,thans ingenomen door de Jacob Marisstraat,Hoofdweg en aangrenzende straten zijn doorSloten in 1903 in erfpacht uitgegeven aan deBouwgrondmaatschappij O v e r t o o m e n be-bouwd met gelden verstrekt onder hypothe-cair verband op de te stichten perceelen.Schrijver gaat na de rechtspositie dier gronden,in dit geval ingewikkelder dan anders, omdatde aan de westzijde van den Hoofdweg ge-bouwde huizenblokken staan voor een voor-gedeelte op grond, welke als niet bezwaardmet vicarie-verband, aan den bouwer in volleneigendom behoort, terwijl het achtergedeeltedier huizen door den bouwer slechts voor eenzekere periode in erfpacht wordt bezeten enzulks nog wel op zoodanige wijze, dat de vraagrijst of die erfpacht wel rechtsgeldig is.

Schrijver meent, dat hier voorziening noodigis, opdat niet als in I 594 bij Arrest van het Hofvan Holland een erfpachtsrecht op de hierbedoelde vicarie-goederen niet verklaard wordtte zijn van nul en geener waarde. J. W. E.

JORDAAN. - Er zijn in Rusland verschillendesteden, die een wijk de Jordaan hebben. 0.a.heeft een dergelijke wijk ook Poltawa (waar ikmijn gymnasiastenjaren heb doorgebracht) en

Page 61: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 53--~- ~_. .--- --_--

daar ligt deze wijk niet aan een water. Ik hebgeprobeerd den oorsprong van dezen naam vastte stellen, maar zonder resultaat. Ik geloof,dat dergelijke benamingen op een onnaspeur-lijke wijze ontstaan. Het schijnt, dat het volkaan een nieuwe wijk (het zijn steeds volks-wijken, die dergelijke namen dragen) een naamgeeft, waarvoor het een woord gebruikt, dattoevallig algemeene bekendheid heeft ge-kregen. Alleen op deze wijze kan ik namen ver-klaren als Amoer (een wijk te Jekaterinoslaw),Amerika en Kaukasus (te Hamel), Kitaj-gorod (te Moskou) enz., althans in Rusland.1s het niet denkbaar, dat iets dergelijks ook teAmsterdam heeft plaats gevonden? Het zoudan kunnen, dat oorspronkelijk een wijFz deJordaan heette en dat daama de naam ookop een water werd overgebracht en wel doorde bijbelvaste bewoners, die wisten dat deJordaan een rivier is. Dat zou wellicht ver-klaren, waarom de wijk den naam wel heeftbehouden en de gracht niet (ik heb analogeprocessen bij verschillende russische plaats-namen vastgesteld). Dat de naam de Jordaanvan bijbelsche origine is, lijkt mij aan geentwijfel onderhevig te zijn. Voor de russischesteden staat dit in ieder geval vast.

In eenige gevallen is het mij gelukt den oor-sprong van den naam Jordaan voor volks-wijken vast te stellen. In Rusland is de dagvan 6 Januari (dus de Drie-Koningen-dag) be-kend als Kresjtsjenieje (d.w.z. de dag van hetdoopen des Heeren); want volgens de leer vande oostersche kerk heeft Johannes op dien dagJezus in den Jordaan gedoopt. Op dien dagwordt dan ook in geheel Rusland de doop-plechtigheid op den Jordaan op symbolischewijze herhaald. De geestelijkheid begeeft zichdan met de gemeentenaren naar de rivier, dievoor dien dag de Jordaan heet, en doopt eenvan ijs gehouwen kruis, dat Christus symboli-seert, in een speciaal daarvoor gehakte bijt.In tsaristisch Rusland werd daarbij parade ge-houden, de kanonnen bulderden, de gewerenwerden gepresenteerd, enz. Wanneer IIU eenstadswijk verrijst vlak bij de plek, waar deJordaan-plechtigheid plaats vindt, dan krijgtde nieuwe wijk dikwijls den naam Jordaan.Lang niet altijd is dit het geval geweest en inverschillende plaatsen ligt de wijk ver van eenrivier, zoodat de oorsprong van den naam daarniet vast te stellen is. BORIS RAPTSCHINSKY.

~OMPSTATIONAANDENHAARLEMMERWEG.-Bij gelegenheid van een bezoek gebracht doorB. en W. en anderen aan het pompstationder duinwaterleiding aan den Haarlemmer-weg deed de directeur, ir. R. P. van Roycn,eenige mededeelingen over deze installatie.

,,V&jr het jaar Igoo, dus zoolang de Duin-watermaatschappij de watervoorziening inhanden had, en ook in de eerste exploitatie-jaren na de overneming van het bedrijf doorde gemeente in 1896, werd het duinwater door

de pompen te Leiduin direct in het stadsbuizen-net gepompt. Deze werkwijze - naast veleandere omstandigheden - was aanleiding, datde watervoorziening niet voldeed aan den eisch,dat het water onder voldoenden druk zouworden gedistribueerd, als neergeschreven inartikel negen van de concessie die indertijdaan de Duinwatermaatschappij was verleend.Van gemeentewege werden tot de Duinwater-maatschappij vele aansporingen gericht omverbetering in den toestand te brengen. Deeisch van 1550 M3. inhoud aan hoogreservoirswas zeer laag gesteld, zelfs voor de behoeftevan toen, en vermoedelijk is deze beheerschtgeworden door de wetenschap, dat het op-richten van dergelijke bouwwerken van buiten-gewoon kostbaren aard is.

,,De termijn voor de uitvoering van het uit-voerige werkprogram was slechts twee jaar,en a1 gebood de nood van die dagen dezentermijn kort te stellen, men kon wel vooruitwcgen, dat vervulling daarvan oumogelijkwas. Het gevolg was, dat na twee jaar, dusmedio 1894, de overneming door de gemeenteaan de orde werd gesteld, en deze werd metingang van 1896 een feit. Daarbij werd deheer Van Hasselt directeur van het jongegemeentebedrijf. Uit zijn werken ontsprooteen programma van reorganisatie van hetbedrijf, dat 20 Januari 1897 door den raadwerd aanvaard.

,,De grondslag van dit programma was o.a.een maximum etmaallevering van duinwatervan rond 40 ooo M3., den bouw van een rein-waterbergruimte op laag niveau binnen hetverzorgingsgebied van IO ooo M3., en de op-richting van een pompstation aldaar, om naargelang van de behoefte het regelmatig doorLeiduin af te leveren water opnieuw onderdruk te brengen in het stadsbuizennet. Hiertreedt derhalve het principieele verschil metden eisch van het ultimatum naar voren; daar-in toch was gestuurd in de richting van hoog-reservoirs - watertorens - terwijl VanHasselt aanhing een laagreservoir met her.nieuwd oppompen.

,,De berging in dat laagreservoir was ruimzes maal zoo groot, als in 1892 voor de water-torens geëischt; inderdaad echter correspon-deert een bergruimte van IO ooo M3. op eenetmaalgebruik van 40 ooo M3. zoodanig datzoolang het etmaalgebruik lager bleef, eengelijkmatige aanvoer van buiten mogelijk zoublij ken.

, ,Een verdere grondslag van het program VanHasselt was, verdere uitbreiding van de prised’eau voorloopig niet in overweging te nemen.De ervaring heeft geleerd, dat men zich aandezen laatsten grondslag niet heeft gehouden.Het watergebruik steeg naarmate de bevolkingtoenam en het hoofdelijk gebruik - nuttig enonnuttig tezamen - zich in nog hoogere mateontwikkelde. Reeds enkele jaren, nadat hetpompstation Haarlemmerweg in gebruik was,

Page 62: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

54 AMSTELODAMUM- .__-.- _ ---_-__ -- -- -~_~~ __._ -- --~-_ _.._. ._ _~-_-. ___^ -_-_----werd het gedachte maximum van 40 000 M3.overschreden, terwijl thans is te rekenen meteen gemiddeld gebruik van ruim ‘50 ooo Ms.per etmaal en een maximum van rond 70 ooo Ms.,welk laatste bedrag intusschen nog niet daad-werkelijk is bereikt. Duidelijk is, dat met destijging van het gebruik conflict ontstond metden economischen eisch, t. w. gelijkmatigenaanvoer. De aanvoer per uur op den dag moestworden opgevoerd boven 4,~ pct. van hetetmaalgebruik, terwijl des nachts niet tenvolle 4,~ pct. in den reinwaterkelder kon wor-den geborgen.

,,Zooals reeds vermeld, omvatte het planVan Hasselt den bouw van een laagreservoirvan IO ooo M3. op een emplacement gelegenaan den Haarlemmerweg. Voor de pomp-installatie werden gekozen met stoommachines

r gedreven pompen. Reeds spoedig na de, vol-tooiïng bleek de noodzakelijkheid om in urenvan groot gebruik de derde machine te be-trekken, zoodat alsdan geen reserve meer be-schikbaar was, hetgeen ertoe leidde dat eenvierde aggregaat, wa.arvoor ruimte was ge-reserveerd in 1908, in dienst werd gesteld.

,,Omstreeks r 9x8 leerde de ervaring, dat on-danks den opvoer van de hoeveelheid doorLeiduin af te voeren water tot het maximum,dat met het oog op de transportleidingen toe-laatbaar was te achten, niet meer de vereischteetmaalhoeveelheid in Amsterdam kon wordengebracht, zoodat voorbereiding moest wordengetroffen tot uitbreiding van de reinwater-bergruimte te Amsterdam.

,,Het vereischte crediet werd daartoe in1922 verstrekt en begin 1924. kon een tweedelaagreservoir met IOOOO M3. inhoud in gebruikgenomen worden.

, ,Intusschen benaderde het maximum uur-gebruik te Amsterdam de 4000 M3., zoodat ooknaar uitbreiding van het pompvermogen moestworden omgezien. Sedert de stichting van hetpompstation heeft de techniek belangrijkevorderingen gemaakt, zoodat de keuze nietals voorheen beperkt was tot eene in het stoom-gebied. Gekozen werd als drijfkracht electrici-teit en als pomp de centrifugaalpomp,; diedirect aan den electromotor kan worden ge-koppeld. Het belangrijke voordeel voor uit-breiding, met electrisch gedreven aggregatenis hierin gelegen, dat in een bestaande ruimtenaast de groote machinezaal gelegen, die slechtsongeveer I/S deel van het oppervlak van dezeheeft, een pompvermogen tot opstelling konkomen even groot als van de stoom-installatie.Daarnaast, dat de tijd, noodig voor de in-richting van de ruimte en de montage vanmachines, zeer belangrijk korter kon zijn danbij een uitbreiding met stoomketels en stoom-machines, terwijl eindelijk de kosten belangrijklager zijn. De verdeeling van het pompver-mogen van de nieuwe installatie in vier ma-chines houdt rekening met de wisseling vanhet uurgebruik in dier voege, dat zijn opge-

steld twee pompen van 1400 M3./uur, een van800 M3./uur en een van 400 M3./uur.

,,De vraag of en in welke mate de electrischgedreven installatie het werk van de stoom-installatie zal overnemen is er een van econo-mischen aard, d.w.z. dit is afhankelijk van denprijs: waarvoor stroom van het zuster(broeder)bedrijf kan worden verkregen. Het spreekt van-

. zelf, dat de bedrijfseconomie van de gemeenteals geheel te dezen den doorslag moet geven,doch zeker is het, dat - gelet op de variabelekosten - de jubileerende machine-installatieeen zwaren kamp zal geven aan hare collegaaan de overzijde van het 1 J, die haar de kracht-levering voor onze pompwerktuigen wil ont-nemen.

, ,De stoominstallatie, die thans onafgebrokengedurende 25 jaar heeft gediend zonder deminste storing, is geleverd door Werkspoor.Deze fabriek heeft hiermee een werk geleverd,waarvan in binnen- en buitenland de weerganauwlijks wordt gevonden en aan geen twijfelonderhevig, dat het bedrijf der gemeente-waterleidingen nog lange jaren een veilig eneconomisch bedrijf daarmee zal kunnen voeren.

, ,De electrische pompinstallatie is evenzeervan inlandsch fabrikaat en wel afkomstig vande firma Groeneveid & Co., Louis Smuldersvoor de centrifugaalpompen en Heemaf voorde electromotoren, waarbij eerstgenoemde fir-ma als principaal aannemer optrad. J. W. E.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENGODSDIENSTONDERWIJS BIJ DE JODEN. -

Rabbijn S. Ph. de Vries Mzn, behandelt in deOPY. Haavlemsche Courant in zi jn JoockcheKroniek van allerlei dat met het Jodendom inbetrekking staat. Zoo bespreekt hij in zijn zevenen tachtigste beschouwing (28 Mei) de gods-dienstschool en de openbare.

., .,In de Jodenwijken te Amsterdam met hunvoor het overgroote gedeelte joodsche bevol-king stonden voor jaren de openbare scholenop Sabbath en israëlietische feestdagen zoogoed als leeg. Zij bleven dan echter niet ge-sloten, maar het personeel kreeg bij beurtengedeeltelijk vrijaf, omdat het dwaas was allenvoor de klassen, die allemaal ontvolkt waren,aan het onderrichten te zetten. Ik meen, dater tegenwoordig deze andere maatregel is ge-troffen, dat de scholen dan ook inderdaadheelemaal gesloten blijven. Zoo zijn er thans -naar ik hoor - een twintig. Aan deze scholenkunnen tevens zulke Joden en Jodinnen alsleerkrachten . verbonden worden, die hunnenSabbath en feestdag heilig houden en er daar-om van moeten afzien een betrekking bij hetopenbaar lager onderwijs te aanvaarden: waarzij op deze dagen geen vrij kunnen krijgen.Met deze regeling is natuurlijk voor de Sabbath-heiliging en voor de inachtneming der feest-

Page 63: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 55

i

dagen voor Joden en Jodinnen, die bij hetopenbare onderwijs zijn, wel veel gewonnen.En niet enkel voor hen, maar ook niet mindervoor het joodsche kind. Want het verzuimt erde lessen niet meer. En een plichtgetrouw kindverzuimt niet graag. En er behoeft uit dit zijnplichtgevoel geen aanval, geen kleine eu geengrootere, te komen opzetten tegen zijn trouw aanden godsdienstplicht. Zoodat hem dit conflictwordt bespaard. En de ouders komen niet testaan voor de verleiding, om aan de vorde-ringen van hun kind de sfeer van den Sabbathof ten slotte den heelen Sabbath op te offeren.En het personeel dezer scholen hoeft nooit teantwoorden op de min of meer angstige vragenvan moeder in dit opzicht, en zich dus ook nietsteeds met extra voorzichtigheid te wapenen.

, ,Maar niettemin heeft dat met het gods-dienstonderwijs rechtstreeks weinig of nietsuit te staan. Het komt aan het godsdienst-leven ten goede en ZOO vanzelf ook aan hetonderwijs, omdat dit het beste in het levendeleven bloeit. Dat is echter een indirect voor-deel. Het schijnt dat de autoriteiten in Am-sterdam,. die over het godsdienstonderwijs tewaken hebben, geen kans hebben gezien, ofnaar hun oordeel geen kans genoeg, om vande situatie rechtstreeks partij te trekken tenbate van het godsdienstonderwijs. Zij hebbenhet althans niet gedaan. En zij zullen er hunreden wel voor hebben. Het is hier niet deplaats deze op de weegschaal der beoordeeling.te gaan leggen. Zij hebben niet gedaan, watmen in Den Haag wel heeft gemeend te kunnendoen, ten einde een harmonische samenwerkingtot stand. te brengen tusschen het openbare,neutrale algemeen vormende en het bijzonderegodsdienstonderwijs.” J. W. E.

EENE O U D E AMSTERDAMSCHE MAATSCHAP-.PI JVLAG. - De Nederd. Hervormde Gemeentete Amsterdam heeft in de kerkmeesterskamerder Oudekerk een schilderij hangen, hetwelkden leden van .Amstelodamum nader bekendis uit eene bijdrage van den heer J. F. L. de

.Balbian Verster in het veertiende jaarboek,waar dit 1 J-gezicht met het aantal oost-indie-vaarders, is genoemd de Eerste vloot naar IndiëVOOY de stad ~4mste~dam.

Een der argumenten voor deze toeschrijvingis het samenzijn der drie schepen Mauritius,-4msterdam en Hollandia, waarvan de eerstetwee in hoofdzaak te herkennen zijn doorhunne emblema’s terwijl de Hollandia enkelals zoodanìg verondersteld is op de vlag dievan de groote steng waait, n.1. de roode hol-landsche leeuw op een geel veld. Deze vlagheeft aan boven- en onderkant een zoom vantwee rijen van rood en wit geschaakt, welkebijzonderheid de heer Verster wel vermeldt,zonder daar echter verder op door te gaan. Hetkomt mij voor dat wij juist daarin de warebeteekenìs moeten zoeken, want beide zoomenvormen te zamen de oude brabantsche vlag:

in vier rijen van rood en wit geschaakt; ik gaeen stap verder en kom op de brabantscheCompagnie, de te Amsterdam gevestigde on-derneming voor het drijven van handel opIndie, waarvan Isaac le Maire, een uitgeweken-4ntwerpenaar de leider was.

Hare eerste vloot van vier schepen -. Neder-land, Vereenigde landen, Nassau en Hof vanHolland - onder Pieter Both en Paulus vanCaarden, zeilde op 21 December 1599 vanTexel, te zamen met vier schepen der oudeCompagnie welke eene vereeniging was derCompagnie van Verre en der in Januari 1595opgerichte nieuwe Compagnie. Deze schepenwaren de Mauritius, Hollandia, Vriesland enOverijssel, onder den vice-admiraal JacobWilkens, dezelfde vaartuigen die een half jaargeleden onder Van Neck van den tweedentocht waren teruggekeerd. De twee vlotenscheidden onmìddellij k van elkander; tijdensde uitreis smolten de compagnieën echtersamen.

De vier onder Wilkens waren de voorhoedevan eene uitrusting waarvan de anderen inJuni van het volgende jaar onder Van Neckuitvoeren: de Amsterdam, Dordrecht, Haar-lem, Leiden, Delft en Gouda, bij welke vlootwederom twee schepen der hrabantsche Com-pagnie behoorden: de Witte en de ZwarteArend onder Guljam Seneschal. Ter onder-scheiding der sedert den tocht van 1595 ge-bruikte schepen Amsterdam, merk ik op datdeze de derde van dien naam was; de eerstewas in Indië wegens wrakheid verbrand, ende tweede, die in 1598 was uitgevaren, keerdeeerst Augustus 1600 onder Van Warwyckterug.

In 1601 werd van Amsterdam wederom eenevloot uitgezonden van schepen der oude ender brabantsche Compagnie en der west-frie-sche steden. Van de Mauritius kennen wij devolgende vertrekdata van Texel : 2 April 1595,I Mei 15g8,z1 December 1599, en 17 Juni 1602.

Eene vlag met schaakranden komt ookbij een ander schip voor, daar is het midden-veld wit met een rood kruis; hiervoor is mis-schien eene uitlegging te vinden, maar daardeze onzeker is en hier minder ter zake doet,zal ik die achterwege laten. Intusschen is hetduidelijk dat beide schepen van eene zelfdereederij waren en acht ik het geenszins on-bestaanbaar dat wij in deze zoomen het ken-teeken der brabantsche Compagnie kunnenzien. Indien dit zoo is, zoo vervalt daardoorte meer de aanmerking als eerste vloot na.arIndië, welk begrip niet overeen te brengen ismet de optuiging der schepen. Vele der grooteschepen voeren eene blinde steng en bram-stengen, beide volgetuigd wat men op grondvan soliede bewijzen mag gelooven dat bij deeerste vloot niet heeft bestaan.

200 kan het bewuste schip in plaats vande Hollandia van 1595 misschien de Hof vanHolland of eenig ander schip der Brabanders

Page 64: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

1;

56 AMSTELODAMUM 1Pii;zijn: buitendien lijkt het mij onzeker of ditschilderij wel eene bepaalde vloot of gebeurte-nis voorstelt. De heer De Balbian Verstertoont aan dat het Amsterdam weergeeft zooalsd e stad zich vóór 1606 langs den 1 J-kant voor-d e e d , aangezien men met dit jaar heeft terekenen tot de verhooging van den h. Kruis-en Montelbaanstoren.

Ik ben van gevoelen dat men het stuk nietenkel dient te beoordeelen op topographischegegevens en eene veronderstelling uit ver ver-wijderde historiefeiten, maar dat men ook deschepen met hunne tuigage en andere ken-merkende bijzonderheden daarin moet be-trekken op eene meer grondige wijze dan slechtsnaar een algemeen voorkomen en de identiteitvan twee hunner. Daar het schip Mauritiusblijkbaar het jaartal 1604 draagt, kan hetschilderij naar mijn gevoelen eene voorstellingzijn uit de jaren der door mij genoemde vloten;wegens de gekunstelde groepeering der schepen,waarbij met uitzondering van vier kleinescheepjes alle verder verkeer of vertier ont-breekt, acht ik het niet noodzakelijk om ditschilderij te beschouwen als eene getrouweweagave op een bepaald moment. Men weetniet met welk opzet het is vervaardigd; washet eigen liefhebberij van den schilder of eenopdracht die aan bepaalde eischen moestvoldoen? Men kan zich b.v. voorstellen dathij de vloot, of althans de voornaamste schepenheeft moeten afbeelden met Amsterdam totachtergrond, waarbij het mogelijk geen ver-eischte was of zij wel in deze samenstelling ophet 1 J hebben gelegen; in dit opzicht herinnerik aan de afbeelding der vier schepen vanOlivier van Noort op de Maas voor Rotterdam(omslag der reisbeschrijving van 1602), alwaarzij nooit bij elkaar zijn geweest, want tweekwamen van Amsterdam en ontmoetten deanderen eerst na eenig zoeken op zee.

Wanneer men de betrouwbare gegevens om-’trent de oudste Indievaarders toepast op deschepen van het kerkschilderij, dan wordt hetwaarschijnlijk dat wij daar in de brabantschekleuren eene indische maatschappijvlag voorons zien, ouder dan de later zoo wel bekendeV. 0. C. vlag. G. C. E. CRONE.

ITAIJAANSCHE OPERA. - In Cae&lz’a en hetMuziekcollege van IO Juni schrijft S. Kalffover italiaansche opera-ondernemingen teAmsterdam. In het einde der zeventiende eeuwwas er een dusdanige in het leven geroependoor Dirk Strijcker, zoon van den holland-schen consul te Venetië, van moederszijde ver-want aan wijlen Dirk Roodenburg. Achter-eenvolgens was zij gevestigd hetzij in deSchermschool op de Turfmarkt, hetzij op dePrinsengracht bij de stadsklokgieterij. Later be-speelde de onderneming den stadsschouwburgen weer later speelde hij te Buiksloot. Nog in1687 bestond de inrichting; Strijcker overleedin 1714.

Een onderneming in de tweede helft derachttiende eeuw bespeelde eveneens den stads-schouwburg; directeur was Santo Lapis.

In 1804 verscheen een nieuwe combinatie

:

onder leiding van Nico10 Miarteni. Het orkesttelde 16 leden, o.a. Rinaldo Benucci, die nahet te niet gaan der opera in Amsterdam bleefals orkestdirecteur en muziekmeester.

In 1808 begon wederom een italiaanscheopera, met steun van koning Lodewijk. Zijbespeelde den hoogduitschen Schouwburg enging met het abdiceeren van den koning te niet.

Eerst in 1842 bestond er weer een théatreitalien. De directeur heette Laudi. Na eenpaar jaar (1 846) verdween het théatre. J. W. E.

SOCIETEIT VAN NEDERLANDSCHE SCHEEPS-ROUW EN SCHEEPVAART. - Het is honderdjaar geleden dat Petrus Scheffer en Zoon teAmsterdam door Zijne Majesteit Willem T tothet oprichten eener Societeit van nederland-sche scheepsbouw en scheepvaart werden ge-machtigd en vereerd met eene aanzienlijkedeelneming van den Koning.

J.G.A. VANHOGERLINDEK.

BOND VAN HORLOGEMAKERS. - Bij gelegen-heid van het vijfde lustrum (24 Mei) van denNederlaptdsche Bond van horlogemakers is eenjubileum nummer van Christiaan Huygensverschenen. Ik licht de amsterdamsche ge-gevens uit. J. D. Ketelaar spreekt over deeerste twaalf jaar. Dc Bond is voortgekomenuit de Horlogemakerscereeniging te Amsterdamen werkt thans over het geheele land. 0. a.heeft de Bond bijeengebracht een verzamelingvakliteratuur en voorwerpen op het vak be-trekking hebbende, zooals oude gereedschap-pen en oude uurwerken, die als Museum enamhàef VOOY tijdmeetkunde sinds 1907 onder-gebracht is in het Stedelijk Museum; de con-servator J. Prinsen schrijft er over. Tal vanportretten zijn opgenomen, waarvan ik alleennoem dat van den stads-horlogemaker J. H.Addicks (1 819-1907), die voor den geestelijkenvader van den Bond gehouden mag worden.

J. W. E.

VRAGENBUSVerzoeke antwoorden Rampetaan 84, Overveen.)

ANTWOORD

ZEUKER.- Naar aanleiding van het Juni-nummer van ,4mstelodamum kan ik nogberichten, dat in de Directeurskamer vanNatura Artis Magistra zich bevindt een uit-muntend geconserveerd werk van Zeuner inzijne eigenaardige techniek, voorstellende deMiddenlaan van de Plantage. J. C. SWEYS.

CORRESPONDENTIEEen belangstellend snuffelaar gelieve zijn

naam te melden.

Page 65: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 66: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

Ah%TELODAMUM

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUUR

MUZIEKUITVOEKING OP DE HISTORIXIIE TENI-OONSTELLING

Maandag 7 SepttAmber des namiddags ten 4 m-e zullen in de eere-galerij van hetRijksmuseum, opgenomen in de historische tentoonstelling der stad Amsterdam, deheer en mevrouw J. W. Enschedé-Vos voor de derde en laatste maal muziek tengehoore brengen. Wederom is het programma opgemaakt uit het oeuvre van reedsoverledenen. Ook dit keer zullen als instrumenten gebruikt worden een pijporgel,luiksch werk uit het midden der achttiende eeuw en een platte piano met vierpedalen (fagot, harp, sourdine en forte) van Langenscheid en CO. te Brussel uit 1830.

Beide instrumenten zijn eigendom van den heer Enschedé.Het programma geeft o.m. composities van Bertelman, een treurmarsch uitge-

voerd bij de begrafenis van Hendrik Taange, een amsterdamsch schutter in 1814 voorW’eesp gesneuveld, van Verhulst en het eertijds alom bckende ‘t Wordt duister WZ~IZRoosje van Vrugt (1835)-. -~ -.-- - - -_ ~-~ ~~--- - -.-

DE PERS EN DE HISTORISCHE TENTOONSTELLINGNu de Historische Tentoonstelling na twee maanden geopend te zijn nog steeds

vele bezoekers tot zich trekt, kunnen wij wel ‘n voorloopige balans van haar a1 ofniet welslagen opmakcn. Om deze op te maken moeten wij beschikken over velegegevens, die ons naast individueele uitingen van bezoekers, in overgroote mate aande hand gedaan worden door allerlei artikelen in de pers. Reeds langen tijd voor deopening stonden zoo nu en dan kleincre artikelcn in de groote bladen. Begin Februarigroeide de belangstelling sterk aan, toen bekend werd, dat de zweedsche Academievan Vrije Kunsten Rembrandt’s Claudius Civil& zou afstaan voor de tentoonstellingl.Een persinterview, dat prof. Brugmans op z Februari aan de amsterdamsche Persgaf (de heer Kouwenaar noemde het een populair college), was aanleiding tot eenreeks artikelen in de dagbladen, waarvan vooral de twee artikelen in de .ïïTiezlweRotterdamsche Courant, ‘n duidelijke uitcenzetting van opzet en doel der tentoon-stelling gaven. Op 7 Mei volgt een tweede persinterview, waar prof. Brugmansmeer in bijzonderheden kon trcden en reeds enkelc bclangrijke inzcndingen noemen.

De pers gaf er in meest kortc artikelen verslag van. In de maanden Mci enJuni komen dan regelmatig langere of kortere berichten, allereerst over het doorHuib Luns ontworpen affiche, dat nog a1 kritiek te verduren had. Dan volgenberichten over de Claudius Civilis, die vo&- zijn overkomst gerestaureerd werd, overRembrandt’!+ Vaandeldrager, die per S.S. Volendam uit New York kwam, verdcrover andere belangrijke inzendingen uit particuliere of openbare collecties, zooalsde Anatomische Les uit het Mauritrhuis. In de %ondagscourant wijdde dr. J. F. M.Sterck eenige mooie voorbereidende artikelen aan den tijd vo& 1578, die door hunillustraties wezen op de belangrijkste expositiestukken uit die afdeeling. De ver-schillende inzendingen die reeds geruimen tijd voor de opening aankwamen wordendan in de Pers besproken b.v. de Schuttersstukkcn uit de Raadzaal, de beroemdekaarten van Hondius en Blaeu, die de Royal Geographical Society wel Wildeblootstellen aan de risico van een overzee-transport, de brief van Gijsbrecht IIIvan Aemstel uit Lübeck, de Breitner-collectie ca. Meer en meer begint de Perste wijzen op het belang der tentoonstelling en de hoop uit te spreken, dat zij doorvelen bezocht zal worden, zoo de Prou. Geldersche Courant (10 Juni) en andere pro-vinciale bladen.

I In de Telepaaf van 27 Januari gaf de bekende historicus Hroer Jansz emgedocumenteerd artikel over de geschiedenis van dit meesterwerk.

uitmu ntcnd

Page 67: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

5s AMSTELODAMUM

Ook de amsterdamsche bladen wijzen op de zeldzame collectie, die op 3 Juli tezien zal zijn (Broer Jansz. in de Telegraaf; Het Volk; N. Rotterdumsche Courant;Maasbode). Een rondgang onder leiding van den directeur van het Stedelijk Museum,den heer Baard, geeft de amsterdamsche Pers aanleiding tot een reeks artikelen, diewijzen op het zeldzame en belangrijke, dat de tentoonstelling in deze afdeeling teaanschouwen zal geven. (Breitner-collectie, Topografie, Economische Af deeling,Penningcollectie.) Hiervan memoreer ik slechts de uitvoerige artikelen in de Telegraafen de Nieuwe Rofterdamsche Courant.

Vanzelf-sprekend gaf de feestelijke opening aanleiding toteen groot aantal artikelen,. die een gedetailleerde beschrijving geven vàn de bijeengebrachte collectie. Deze

beschrijving is zeer waardeerend. Ik wil hier eenige nader noemen. Het Handelsbladgaf een reeks artikelen van de hand van eenige zijner medewerkers, die de verschil-lende afdeelingen behandelden. Met name wil ik hier de uitmuntende essays noemenvan D. K(eesing) over de amsterdamsche Wisselbank, van M(aria) V(iola) over deAmsterdamsche interieurs. De fotopagina van 4 Juli, geheel gewijd aan de tentoon-stelling, bracht eenige der markantste stukken in beeld. De Standaard gaf onder dentitel LU weggevloten iaren een viertal beschouwingen over de bijeengebrachtecollecties. In de Nieuwe Rotterdamsèhe Courant verscheen een reeks artikelen van ver-schillende medewerkers, die uitvoerig de onderdeelen beschreven.

Just Haveïaar beschreef in Het Vaderland de markantste stukken in uitnemendeessays, waarin hij ook wees op lacunes, o.a. het geheel ontbreken van het muziek-leven, ontwikkeling der moderne amsterdamsche bouwkunst, Brederode (welkelaatste gelukkig te herstellen was). De andere groote dagbladen gaven eveneens be-schrijvende artikelen over de tentoonstelling. In het bijzonder wil ik hierbij twee arti-kelen vermelden in de Telegraaf van mr. H. de Groot, over de Regeering en Historie na1700, en over de achttiende eeuwsche kamers in het Stedelijk Museum die, hoewel reedssedert jaren toegankelijk, voor velen een openbaring waren. Vooral het laatste artikel.gaf een fijne beschrijving van deze amsterdamsche interieurs. Ten slotte, indien iknaga wat het meest de aandacht der pers trok, dan noem ik de Rembrandts, deZilver-collectie, de Regentenstukken en zestiende eeuwsche portretten in het Rijksmuseum;de Kamers, de Topografie, de Economische Afdeeling en de unieke Breitnercollectiein het Stedelijk Museum.

Ik heb slechts ‘n greep gedaan uit het overvloedige materiaal, maartot een slotsom meen ik te mogen concludeeren, dat onze tentoonstelling geslaagdis en dat onze dank hiervoor ook toekomt aan de Pers, die door hare opwekkendeartikelen veel heeft bijgedragen tot dit welslagen. Moge zij ook nog gedurende demaand September,’ wanneer de tentoonstelling nog geopend zal zijn, ons helpen ditwelslagen tot een groot succes te maken. H. VAIJ DER BIJLL.

LANGS DEN WEGAMSTERDAMSCHB FOTO'S. -Hoeveel afbeel-

dingen cr ook van Amsterdam bestaan,voor het behoud van een zeker soort hiervanis het wel gewenscht, een afzonderlijke ver-zameling aan te leggen, ik bedoel amateur-kiekjes en dergelij ke. Waarschijnlijk hebbenvele oudere Amsterdammer3 foto’s van plekjesuit onze stad, welke thans niet meer bestaan;zoo heb ik een van de huizen in de Tessel-schadestraat, welke afgebroken zijn voor deRoemer Visscherstraat, een van de Koninginbij de opening van het Wilhelmina-gasthuisenz, Hierom stel ik voor, dat de leden van

Amstelodamum, die dergelijke foto’s, afbeel-dingen enz., ook oude prentbriefkaarten enz.,mochten bezitten, deze te willen afstaan aanden heer J. W. Enschedé, met een verzoek, ofhij een verzameling aan wil leggen van af-beeldingen van Amsterdam uit de laatste 5ojaar. J. W . B.

HET BIJBELSCH MUSEUM. - 4 Juniisin hetCentraal Bureau voor inwendige Zending, Stad-houderskade 137, alhier, door minister DeVisser als voorzitter der commissie voor hetmuseum, het Bij belsch Museum geopend.

Dit museum bevat de geheele verzamelingwelke nu wijlen ds. L. Schouten, predikant bij

Page 68: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTEL~DAMUM 59

de hervormde gemeente te Utrecht, heeft bij-eengebracht. Ds. Schouten heeft daaraan vanzijn jeugd af aan gewerkt. Reeds als kind, (alsjongen van 13 jaar) begon hij, evenals Hart-kamp, te verzamelen. Als student in de theo-logie liet hij de afbeelding van den tabernakelmaken, die later verfraaid, het glanspunt vanhet museum uitmaakt; en gedurende heel zijnleven heeft hij aan de uitbreiding van zijneverzameling gewerkt, totdat ze geworden iswat ze nu is: een vrijwel compleet geheel.Gansch de bij belsche geschiedenis wordt levendvoor onze oogen, wanneer wij dit museum door-loopen, en vooral wanneer we daarbij van be-voegde zijde eene uitlegging ontvangen. Vroe-ger was het alleen te zien voor wie de Evangelie-prediking bijwoonden. Thans is het ook voorandere belangstellenden toegankelijk, maardaarnaast zal er iederen Vrijdag van de maand‘s middags dienst met uitlegging zijn. In de inden tuin gebouwde museumzaal van boven-genoemd bureau, waar de tabernakel is opge-steld, zijn dan ook daaromheen zitplaatsen voorde hoorders getimmerd.

De tabernakel is ongeveer op een zevendeder ware grootte gemaakt, geheel volgens debeschrijving in Exodus. De stoffen, bij de ver-vaardiging gebezigd, zijn zelfs voor een deeluit het H. Land afkomstig. Zoo is b.v. hetgeitenharen dekkleed van den tabernakel ex-presselijk voor het doel geweven van onver-mengd geitenhaar uit Syrië. Zoo is het houtvoor het brandofferaltaar uit Jeruzalem; deaarde, waarmede dit altaar gevuld is, van denTempelberg aldaar, en de ruwe steenen, waar-mede die aarde is bedekt, zijn van den buiten-sten ringmuur van Salomo’s Tempel en wel vande , ,Klaagplaats der Joden”. De tafel waaropde tabernakel staat, is, om er het voorkomenvan woestijngrond aan te geven, met zand bv-legd, dat afkomstig is uit de woestijn Sinaï. Devoorhangsels en het onderste dekkleed zijn vanzeer fijn linnen en kunstig geborduurd. Debeide andere dekkleeden, die op dat van geiten-haar volgen, zijn van roodgeverfde ramsvellenen van zwarte zeekoeienhuiden. Het inwendigevan den tabernakel is, evenals de pilaren, hetReukofferaltaar, de Tafel der Toonbrooden ende Ark des Verbonds, van hout, met goud over-trokken. De 7-armige kandelaar is een waarkunststuk. Ook in den voorhof is alles naarde beschrijving in Exodus, zoowel de zestigkoperen pilaren, aan welke de linnen behang-selen en de geborduurde ,,Deur des Voorhofs”hangen, als het brandofferaltaar en het wasch-vat. Om aan alles levendigheid bij te zetten,zijn er uit hout gesneden beelden van Priestersen Levieten en gewone Israëlieten in verschil-lende werkzaamheden voorgesteld.

In de voorzaal van het Museum zijn o.a. tezien modellen van Salomo’s tempel. Men vindter de overblijfsels van het groote model, datde Utrechtsche hoogleeraar prof. Mill, in hetbegin der achttiende eeuw, met veel kosten, liet

vervaardigen, doch dat later grootendeels ver-loien ging. En voorts een model, groot ruimI Mr., van den Tweeden Tempel, zooals diedoor Herodes vergroot en verfraaid werd. Hetis zóó gemaakt, dat ook het inwendige van hetgebouw aan de bezoekers kan worden vertoond.Daarnaast noemen wij het model van Jeruza-lem uit de eerste eeuw na Christus, waarop voor-komen alle wegen, heuvels, paleizen, poorten,enz., die genoemd worden in de Evangeliën eneen basrelief van het tegenwoordige Jeruzalem.Ook verdient zeer de aandacht het model vanden Tempelberg of berg Moriah te Jerusalem,lang 2,60 M. en breed I ,75 M. Dit model, in1879 vervaardigd door dr. Conrad Schick,architect van de turksche regeering te Jeru-zalem, is wederom zóó vervaardigd dat degansche oppervlakte bij gedeelten weggenomenkan worden. Als zeer zeldzaam wordt getoondeen groot stuk steen van de klaagplaats derJoden. Photographieën uit Jeruzalem en om-streken enz., geven de werkelijkheid van thansweer. Mooie reliefkaarten van Palestina biedeneen overzicht van ‘t Heilige Land.

Ten slotte mogen hier nog worden aange-stipt: de afbeeldingen betreffende de geschiede-nis van Israël, de voorwerpen nopens het huise-lijk leven, ziekte en lijkverzorging, maatschap-pelij k leven, politiek, kunsten en wetenschap-pen. Ook de planten en dieren uit den Bijbelkan men hier zien en eindelijk Egyptische oud-heden, waaronder verschillende mummies.

De openings-plechtigheid werd o.a. bijge-woond door den heer H. T. Hulman, bouwervan het Tabernakelgebouw. J . W. E.

OVER DE LIGGIXG VAN HET KONIMCLIJICPALEIS EN VAX DE HANDELMAATSCHAPPIJschrijft prof. J. Six in Architatuwz :

,,Mijn eerste herinnering aan den X. 2.Voorburgwal is een zoete : hoe ik, aan de handvan mijn moeder in den van ouds beroemdenwinkel van de Erven Casper Flick op deBoommarkt uit de groote trommel een flikjesnoepen mocht ; mijn tweede een kleurige :hoe mooi de bloemen onder de boomen vande Bloemmarkt stonden. Het heugt mij nietdat op het smalle grachtje mij ooit de hoogemassa van het Koninklijk Paleis de omgevingleek te drukken. Dat kan wel aan de boomengelegen hebben. Ook nu beklaagt zich niemand,zoover ik weet, dat, van de brug van deUtrechtschestraat over de Heerengracht af, deHandelmaatschappij misstaat, terwijl men welkan hooren, dat het gezicht over de bocht vande Heerengracht van de brug der Leidsche-straat gezien, bedorven is.

,, Aan de zuidzijde van de Heerengrachtstaan, van Reguliersgracht tot Vijzelstraat,hooge boomen, die de huizen bedekken ; vanSpiegelstraat tot Vijzelstraat lage, waar-boven de huizen uitsteken. Daarmede is hetverschil verklaard, maar over de klacht zelveniet het laatste woord gezegd.

Page 69: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

60 AMSTELODAMUM-_- _-. - -~~---

,,Want ziet, toen het amsterdamsche Stad-hllis gebouwd was, ,,va.n zooveel steens om-hoog”, en als ‘s werelds achtste wonder ge-prezen, hebben de schilders het van vcr-schillende zijden afgebeeld en heeft GerritBerckheyde een mooi schilderijtje gemaaktvan een gezicht over den N. 2. Voorburgwal,waar de Pijpenmarkt met zijn huisjes prachtigaansluit bij het groote gebouw erachter.

J ‘Wat is de reden, dat de Handelmaatschap-pij een anderen indruk wekt ? Of hebben wijalleen maar den schilder te wachten die onsleert zien hoe mooi ook thans nog de Heeren-gracht kan zijn ?

, ,Ik twijfel niet, of bij een gunstige verlichting’zou het een kunstenaar mogelijk zijn ietsdergelijks te verkrijgen als Berckheyde onsiaat bewonderen. Ook hij heeft niet zonderreden de zon laten schijnen op de zuidzijdevan het Stadhuis en de oostzijde van denburgwal in schaduw gehouden’ zoodat dehuizen donker tegen den lichten achtergrondvan den bouw afsteken. Later op den daghad hij deze tegenstelling gemist. Het voor-deel dat Van Campen’s werk heeft door eenlangdurige verlichting van den zuider-zijgevelboven den naar het Westen gekeerden achter-gevel van De Bazel.% meesterwerk, wordtopgewogen door de doorloopende schaduw derhuizen van de Heerengracht, zuidzijde, bovende huizen aan den Burgwal, die de namiddag-zon hebben.

, ‘Waar ligt dan het verschil ?,,Die smalle huizen met hun topgevels,

zoo verschillend van vorm en hoogte, teekenenzich levendig af als een voorgrond voor hetmachtige gebouw ; de laatste huizen van deHeerengracht die zijn blijven staan tegen hethooge bouwwerk aan J zijn vlak afgedekt envormen, op grooten afstand, een geleidelijkverloopende J dalende lij n, waarachter hetnieuwe gebouw, hoe levendig van wéloverwogenindeeling en soberen rijkdom zelfs ook deachtergevel zij J oprijst als een scherm, datons oog aftrekt van de wijkende lijnen, diehet verschiet vormen.

.,Dat deed het stadhuis zeker ook, maarnu wil het ongeluk dat, terwijl van dichtbijde vlakken bekroning, met terugspringendeverdiepingen a.an De Bazel’s werk een zeld-zame bekoring geeft, waarnaast het stadhuis-dak, hoe streng ook, met al zijn dakkapellenen schoorsteenen zelfs rommelig lijkt, van debrug bij het Koningsplein gezien, boven destrakke lijn uit een glazen kap en twee anderebouwsels uitkijken, die het ontwerp niet had,en die de rust der afsluiting verstoren, terwijlVan Campen het geluk gehad heeft dat zijnontwerp, later, bekroond is door een van dealleredelste houten klokketorens’ die hiergebouwd zijn, niet meer met lood, maar metkoper en zandsteen omkleed, even eenvoudigvan groote lijnen als geslaagd van verhou-dingen.

,,Nu torenhooge gebouwen hier allengs hoemeer staan gebouwd te worden, leek het mijniet ondienstig deze beschouwingen i.n over-weging te geven.”

A M S T E R D A M S C H E GIDS. - Het tweedenummer van de Amstsrdamsche Gids (Amster-dam’ Stadsdrukkerij) geeft artikeltjes overhet Stadhuis (Prinsenhof), Amsterdam’s oudstehandvest, de Claudius Civilis in het Rijks-museum, de haven en handelsinrichtingen, deplaatselijke inkomstenbelasting J het winkeltjevan Wijnand Fockink in de Pijlsteeg, degemeentelijke vleeschvoorziening, een sta-tistische kantteekening over de zeescheep-vaart te Amsterdam in 1924, de gemeentelijkewoningdienst, de gemeenteli jke wasch- enschoonmaak- J bad- en zweminrichtingen, degemeente gasfabrieken. De aflevering in goedgeïllustreerd o.a. met het portret van wet-houder F. M. Wibaut.

K A T H O L I E K E K E R K B O U W . - D e Gelder-Zander van 15 Juli schrijft :

,,Een merkwaardig feit voor den laterenkroniekschrijver is zeker dat er in het jubel-jaar 1925 op drie plaatsen tegelijk begonnenwerd met den bouw van katholieke kerken.Twee daarvan komen in de plaats van reedsvroeger aangelegde hulpkerkjes en de derdezal een klein kerkje in de oude stad vervangen,dat overbodig is geworden. Wanneer dezetempels klaar zijn J zullen er op .het stedelijkgrondgebied een veertigtal kerken en kapellenstaan, met nog een viertal onmiddellijk aande grenzen der stad, die daar voorloopigkunnen voldoen, omdat de stedelijke uit-breiding vooreerst geen hoogere eischen stelt.Toch staat het vast dat de kerkelijke overheidvoortdurend te zorgen heeft, dat hij die uit-breiding bijhoudt. Het is een zeer moeilijken een zeer kostbaar probleem ; maar dattoch, ik zou haast zeggen op wonderbaarlijkewij ze telkens wordt opgelost. Zoo slechtkan het ,,den verdrukten middenstand” nietgaan, of ze voorziet de katholieke geldmarktnog steeds van voldoende middelen voorkerkenbouw. Bedelen doen de amsterdamschepastoors, die met de taak van een nieuwbouwworden vereerd niet zoo heel erg ; ze leenengeld tegen rente à la barbe”. J. W. E.

MERCATOR-PLEIN. - In de Groene Arnstev-dammer van 22 Augustus bespreekt H. J. M.Walenkamp Cz. het Mercator-plein in Amster-dam-West. Het bebouwing, naar het ontwerpvan dr. H. P. Berlage, is in wording. Schrijvernoemt dit plein een gebeurtenis. Elders zijnwel pleinen te vinden door prachtlievendevorsten gesticht. Maar geen gevallen werdentot heden bekend, waarbij een plein vanbelangrijke afmetingen door gebouwen, be-stemd voor louter maatschappelijke en oeco-nomische strekking omringd, door een enkelbouwkunstenaar ontworpen werd “. J . W. E.

Page 70: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 6 1

A M S T E R D A M DOOR EEN V R E E M D E L I N G FE-KEKEN. - Mr. c. II. &La!c t e Temmerzendt mij toe de Neuc %üych?y Zettung van2 Augustus, waarin C. F. Rimensbergerschrijft een onaangenaüm feuilleton overAmsterdam en de tentoonstelling. Over PlanZuid oordeelt hij : , ,Armut und Beschrankungzeugten einen U til, Sachligkcit und organischeOrnamentik.” Over de woningen van hethavcnkwarticr : , ,Zwischcn den -HSusern, diejeden Luftzug wie eine Retorte fernhalten,Iiegt cin regungslosen Gestank. VerpcsteteL u f t d e r Kannle. der suselicren Matrosen-kneipen, d e r moderigcn, sch;alcn Hauser,die sich schief an einander krallen. um nichtim Moder zu versitîken”. Over een rociwed-strijd op den Amstel , ,A111 Abend brïillt c ;i n allen Gassen untl Cafe’s de CcteNq, dasBlatt mit den neuesten Sportnachrichten ausganz Holland. Sport vom ersten bis zumletzten Buchstaben. I n jcden Zigarrenladensind auf schwarzer Tafel -die Resultate allerWettkampfe angeschrieben. Ehrer~sache.” Overde tentoonstelling : ,,Vielleicht wird mari dieAusstellung iiberhaupt nur gauz begreifenund wiirdigen konnen, wenn man sehr langein Holland gelebt hat und Weiss, wie dieseNamen unz’ihliger Meister, von denen dieKunstgeschichte oft nur wenig berichtet,irgencl einen Vorziig verkiirpern, den einem nurklar wird, wenn mari aile Einzelheiten vonKlima und Sitten kennt.” A4lleen de Claudiusvindt genade, over de Nachtwackt geen woord.Sapienti sat. J. W. E.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENJAN VETH -1. ~- Het is niet meer dan billijk

dat Jan Veth in het begin van Juli overledenook hier herdacht wordt in zijn rclatic tot,1msterdam. Want zijn beteckenis voor ,îmster-dam als kunststacl is onmiskenbaar en duur-zaam gebleken. Warm gevoelde hij voor onzestad, om haar schoonheid. Met zijn vaardige,goed literaire pen stond hij immer op de bres,om haar bclangen te verdcdigen en anderenwarm te maken hem te helpen in zijn strijd,wanneer die belangcn bedreigd werden. Envaak had hij succes. Hct behoud der Reguliers-gracht is met D. C. Meyer aan hem te danken,toen ruim twintig jaar geleden plannen be-raamd werden tot demping. De clestijds op denvoorgrond gestelde verkeers-eischen bleken,gelukkig, niet van dien aarcl, dat ze nietondervangen konden worden. Zijn actie voorhet behoud van het Pesthuis, ecn paar wekcnvoor zijn dood, toen onverwachts bekend werd,dat dit eigenaardige gebouw reeds als ten doodeopgeschreven was voor de uitbreiding van hetWilhelmina-gasthuis, had succes. Zeker, hijzag, in bijzondere gevallen de dingen niet a14anderen even warm gevoelend voor de schoon-

heid der stad: zijn oordeel over de jongsteplantsoenwijziging van het Rembrandt-pleinvond, dunkt me, geriuge instemming.

Veth was schilder, portretschilder en letter-kundig schrijver van wezenlijke verdiensten,die indertijd zich nauw aangesloten had bij detachtigers. Ais essayist had hij zijn bijzonderewaarde voor Nederland, niet zoozeer voorAmsterdam in het bijzonder. Als schilder daar-entegen daarbij wel. Wan t Amsterdammersheeft hij geconterfeit: ik noem zijn portrettenvan Joseph Cramer, van prof. Josephus Jitta,Joh. M. Messchaert, mr. F. S. van Nierop,prof. dr. A. D. Loman, mr. L. P. D. op ten Noort,Allard Pierson. Dat is werkelijke portretkunst.En waarom ? Omdat Veth zich blijkbaar tothun persoonlijkheden getrokken gevoelde. Eenportret-schilder geeft, niet als de fotograafeen afbeelding, maar hij geeft den geportret-teerde zooals hz’j hem ziet. Een portret-schilder moet hebben, natuurlijk, technischegaven en kunstenaars-kwaliteiten, hij moet ookzijn een aangenaam causeur, om tijdens zijnschildersarbeid zijn sujet ook belangwekkendbezig te houden en zijn intellect op zijn gelaattot uitdrukking te brengen. Dan eerst kan hijzijn visie bepalen en niet slechts mijnheer zusen zoo, maar den vio!ist, den hoogleeraar, denveelzijdigeu zanger, den bankdirecteur afbeelden in hun individualiteit. Een goed por-tretschilder moet dus ook wezen een aangenaammensch van veelzijdige ontwikkeling. Dat wasVeth. Hij moest iemand voor zich hebben vanbeteekenis op eenig gebied of iemand voor wienhij persoonlijke sympathie had. Ik ken eendoor Veth gemaakt portret van een persoon,die tot hem ging op grond zijner vermaardheid,maar dat niet geslaagd is; de geportretteerdewas een onbeteekenend iemand met wien een-voudig een geestelijk contact niet te verkrijgenwas.

Als ieder ander die zich ernstig met zijnvak bezig houdt, zocht Veth het niet slechtsin het heden, maar ook in het verleden. Daarinwerd hij geleid door zijn historischen zin enomgekeerd ontwikkelde deze zijn liefde voorhet verledene. Ook hem is het verwijt nietgespaard dat hij te veel vereering had voorhet oude. Zijn actie voor het behoud van deReguliersgracht en het Pesthuis, zijn af-keuring van de moderniseering van het Rem-brandtplein, zijn strijd voor het behoud van hetOude Delft te Delft, was geen uiti ng van oudheid-liefde. Als bij zooveel anderen werd hij hierin nietbegrepen door de menigte: niet het oude, welhet schoone trok hem: het schoone het pri-maire, het oude het secundaire. Zoo was hetdus natuurlijk, dat hij zich hartstochtelijk ver-pand had aan onze zeventiende eeuw, aanRembrandt in het bijzonder. Voor zijn Rem-hrandt’s Zeren en kunst (1906) werd hij beloonddoor de amsterdamsche Universiteit met eeneere-doctoraat. Rembrandt, amsterdamsch por-trettist en peintre-artiste bij uitnemendheid

Page 71: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

62 AMSTELOL,AMUM_~-~--~ _---.-----. --.~- --_- ---

had zijn zeer bijzondere liefde ook als persoon.Saskia van Uilenburg werd de peetmoeder vanzijn dochter, die met den roepnaam Saskiadoor het leven gaat.

Allerlei dingen hadden zijn belangstelling: totallerlei dingen werd hij de artist, de maatschap-pelij ke mensch, de prozaschrijver, de dichter,de historicus, de kunstgeleerde geroepen. Ikherinner hier alleen aan zijn mede-redacteur-schap van de GT&, het maandschrift nu eennegentig jaar geleden in het aanzijn geroependoor Potgieter, evenals hij een literator vaneersten rang, een modern iemand met een warmgevoelig gemoed voor de glorie van onze zeven-tiende eeuw, in Amsterdam geconcentreerd,staande in het volle leven van zijn tijd. In deGids gaf hij heel wat kleine aanteekeningen overons folklore, waarvan ons maandblad in ex-cept weer zijn voordeel heeft kunnen doen.

Veth kwam in 1880 op de Academie vanbeeldende kunsten. De vrije leiding van A.ug.Allebé onderging hij daar. Spoedig stichtte hijzich een home te Bussum. Lange jaren heefthij daar gewoond, tot dat kort voor zijn over-lijden hij verhuisde naar Amsterdam en zichvestigde in een oud huis aan de Keizersgrachttusschen de Huiden- en de Wolvenstraat, vroe-ger bewoond door mr. A. F. van Hall. Waaromdie verhuizing.7 Ik weet het niet. Was het,omdat het hem, een Dordtenaar van geboorteen van vroege jeugd, te eng werd in een fo-rensen-plaats ? Was het omdat hij ten slottegeen weerstand heeft kunnen bieden aan demachtige aantrekkingskracht die het intellec-tueele Amsterdam met zijn vele hulpbronnenop allerlei gebied, die het Amsterdam binnenzijn singels oefent op een ieder, die wil werkenen het onverbrekelijk verband gevoelt tusschenhet verleden en het heden? Nogmaals ik weethet niet: ik heb hem nauwelijks gekend.

Slechts eenmaal heb ik, voor zoover mijnheugenis reikt, hem ontmoet. Het was in denvorigen winter op een der vergaderingen vanhet Oudheidkundig Genootschap in het Rijks-museum, toen mevrouw De Marez Oyens-Reynvaan mijn vrouw en mij met hem inkennis bracht. De gelegenheid en de tijd wasniet gunstig om zich een scherpen, persoon-lijken indruk van hem te vestigen, Het wasgoeddeels, wat men gemeenzaam noemt, eenmooi-weerpraatje. Toch kwamen enkele dingensterk naar voren. Met ons sprak een aange-naaam, beschaafd mensch met een sterke indi-vidualiteit, die zijn principes waarlijk nietonder stoelen of banken stak.

Hartelijk had ik gehoopt dat deze ont-moeting tot nadere kennismaking had mogeleiden: ik had kennis gemaakt met iemand, vanwien ik veel had kunnen leeren, zoowel watbetreft concrete feitenkennis als wat betreftschoonheidsleer. Het heeft niet zoo moge zijn.Slechts één keer heb ik hem sedert gezien, ophet Rokin voor het Leesmuseum.

Hij werd 61 jaar. Een harde werker, een

veelzijdig persoon, een hartstochtelij k bewon-deraar van ons h.ollandsch schoon, een vurigbeminnaar van ,4msterdam is met hem heen-gegaan. J. W. E.

CLAUDIUS C~vms. - I n het Haags& Maami-blad schrijft de heer F. Schmidt. Degener:

,,Aan de tragedie met den Claudius Civilisschijnt de duistere geschiedenis van den FabiusMaximus als voorspel verbonden te zijn. Inburgemeesters-kamer moest den Regentenherinnerd worden, hoe hoog hun voorbeelden,de Consuls van Rome, de waardigheid dermagistratuur stelden. Rembrandt3 verbeel-dingskracht voert meer ten tooneele dan deoude anecdoten van Valerius Maximus. Metfier gedragen veldteekenen, met lictoren encenturio’s, herrijzen de consulaire veroveringenin hun somber geweld. Dit suggestieve tafereelmoest uit het Raadhuis verdwijnen en eenromantisch getoonde gemeenplaats v‘an Lie-vens vervult nog heden het nutteloos doel.

9, Omtrent verloop van opdracht, uitvoeringen verminking van d e n Claudius Civilis zijnschaarsche berichten uitgelekt. Dat weinige isvoor Amsterdam helaas te veel. Het toeval vanFlinck’s overlijden verschaft aan Rembrandtde beschildering van een enkele der acht grootelunetten in de statige gaanderij van het Raad-huis. Men wendde zich tot den rijpen wijsgeer,die in deze zelfde jaren de Staalmeesters schiep.Het schijnbaar onmogelijke werd van dezenOlympiër verlangd: een samenzwering tijdenseen gelag, een nacht-tafereel met schijnsel vanflambouwen, een dramatisch moment waarschoonheid naar voren moest komen door ge-weld van wapenen en hartstochten heen. Rem-brandt volbrengt het onwaarschijnlijke, vormtuit het weerbarstig sujet de meest harmonischecompositie die Europa als samensmelting vanRenaissance en Barok heeft zien ontstaan. Zijnvervaarlijke intuïtie doorstraalt het verwar-rend-duistere onderwerp. Civilis en zijn eed-genooten worden met een woede geconcipieerdwaarbij het proza van Tacitus verbleekt. Aanzijn latijnsche cultuur dankte Rembrandt dienscherpen kijk op de barbaren. Grillig slaglichtontrukt aan de donkerte, rosse dronkenschapen bleek fanatisme. En als de vastberadenheidzelf die deze passies bestiert, die jong en ouden priester en krijgsman tot gemeenschappelijkegeestdrift dwingt, zetelt daar, afzichtelijkemajesteit, de eenoog Civilis, in den trots vanzijn geduchte voornemens en zeker van zijnkomende triumf. De uitdossing van den Bataafbedekt het pantser van den pretoriaan, en terecht plaatst Rembrandt in de hand, die vanRome de krijgskunst leerde, het breede korteromeinsche zwaard. In het eene oog fonkeltopstandig leven te feller waar de afgèstorven-heid der andere gelaatshelft zonder uitdrukkingblijft. Men moet met een eenoogige verkeerdhebben, om de physische waarheid dezer creatiete ondergaan.

Page 72: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 63-~,,Ondanks het bizarre sujet wist de meester

in de eerste plaats ordonnantie en kleur aanzijn idealen dienstbaar te maken. Een kleuren-samenstel dat in de marmeren schemering vanhet Raadhuis wonderlijk moet hebben ge-sproken. Wit met een groenig reflex, helderblauw, bleek-rood en parelmoerige onzeker-heden, verbcnden door het bleeke bruin vaneen gouden achtergrond. Een uitvoering ge-heel onverwacht, vlakke kleuren door vast-omlijnde contouren begrensd, als het ware desuggestie van een fresco-techniek die de po-gingen van Puvis de Chavannes voorspelt enovertreft. Kortom in alles een exceptie, inkleur en uitvoering met de Staalmeesters eentegenstelling: hoe dikwijls is dezen geweldigehet ongewone eigen geweest! En wat de com-positie betreft, het was alsof Leonardo, Rafaëlen Michelangelo, Veronese, Tintoretto enRubens geworsteld hebben om dit schema vanineengrijpende figuren, dit breken van even-wichten en afwegen van massa’s, dit hoogespel van het onsymmetrische met strenge sym-metrie voor te bereiden en mogelijk te maken.

,,Bezie en ontleed de schetsen die zijn eersteinvallen voor den Civilis-opbouw vasthoudenen welke hij vervolgens aan zijn scherp over-wegend oordeel onderwerpt. Zijn kleine krab-bels toonen aan hoe met de keuze van hetmotief tegelijk de definitieve compositie in haarhoofdlijnen als met sprongen bemachtigdwordt. Wandschildering, die niet door hetwilde gebeuren maar door de veldheers-kalmteder distributie overweldigt.

,,De plaatsing in de hoogte valt voordeeligsamen met het diep gelegen oogpunt, dat Rem-brandt in deze jaren verkiest. Een reeks treden,evenwijdig aan den voorgrond, voert als hetware den toeschouwer uit zijn laagte op naareen verheven terras. Leeuwen, plomp gehou-wen, Holland’s wapendier, flankeeren dien op-gang en accentueeren de klassieke monumenta-liteit. Gevat in wijde koelbekkens met vier-kante handvaten, herhalen primitieve schenk-kannen den stijl dier barbaarsch-heraldischedorpelwachters. Had hij in dit vroeg-histori-sche tijdperk geleefd, het kon niet doordringen-der begrepen zijn. Zwaar verwulfsel op mas-sale pijlers overspant het verheven podium endoor open bogen peilt de blik de somberediepte van het Schakerwoud. De hoofdfiguurvoor een velum gezeten breekt de symmetrie,die door het opponeeren van donkere massa’shersteld wordt. Samengehurkt in de hoekenaanschouwt een geheel koor van bevende vol-gelingen en verschrikte dienaars de sacralehandelingen der dischgenooten. Flikkeringenvan staal en licht doorkruisen het tooneel, datdoor de zware lijnen die het oppervlak be-heerschen, toch de gebondenheid eener fataleen daverende grootschheid behoudt.

,,Een oogenblik is het wonderwerk in hetRaadhuis te zien. Daarna nemen de amster-damsche Regenten terloops en als ware het

niets de beschikking die het doek verdwijnendoet. Een overwinning van de stedelijke tradi-ties die een nederlaag werd van de hollandschecultuur. Werd er ooit vernietigender oordeeluitgesproken dan Amsterdam het hier deedover .zich zelf? ”

A M S T E R D A M : EEN MODELSTAD. - In de‘s hertogenbossche Maandag-morgen van IOAugustus staat een beschouwing over Amster-dam; een modelstad. Bewoners der provinciehebben vaak een vooroordeel tegen Amster-dam: het is een stad vol zonde. Het is eengewoon verschijnsel, dat zich in het buiten-land ook openbaart tegen Parijs, Berlijn,Londen en New-York, een gevolg, deels vanmisverstand en onwetendheid, deels vanjalousie. deels van een onbewust doorwerkendhistorisch motief: Amsterdam was altijd eenstaatje in een staat, waar het kapitaal zijninvloed ook in de provincie deed gelden.

Een bezoek aan Amsterdam, zelfs van eenpaar weken leert den provinciaal de stadniet kennen. Hij ziet vooral de vermaaks-inrichtingen, die een vermaaks-industrie ge-worden zijn. Bovendien, geheime clubs, opium-kitten, speelholen en een ultra-onzedelij ktooneel zijn hier niet. Amsterdam is geen stadwaar men iets tegen moet hebben, maarhet is een model-stad om trotsch op te zijnen om lief te hebben. Amsterdam is onverge-lij kelij k schoon, haar silhouet een unicum inde wereld, ook in haar nieuwste wijken. Verge-lijk deze met de architectuur te Brussel, ParijsBerlijn, Londen of onverschillig waar en,weer komt Amsterdam boven aan de lijst. Zooook is er een hemelsbreed verschil tusschenonze tramwagens en de knarsende en ver-waarloosde tramwagens in andere meestlatijnsche steden; tusschen het restauratie-be-drijf: , ,de beroemde j oodsche broodjeswinkelsmet hun puike waar en lage prijzen zijn nergenszóó te vinden”. , ,200 is Amsterdam in veleopzichten van grooter en minder belang eenstad waarvan men de weerga niet gauw zala a Itreffen.” J. W. E.

FORTUGEESCHE JODEN. - Bij MennoHertzberger alhier is verschenen een goedgeïllustreerd boek van rSi bladzijden, waarinde heer J. S. da Silva Rosa beschrijft de ge-geschiedenis der portugeesche Joden te Am-sterdam. Die geschiedenis loopt van 1593 totI 9~5. Het is natuurlijk onmogelijk dit uit-voerig geschrift, dat een tijdsverloop vanruim 330 jaren bestrijkt hier in een paar woor-den samen te vatten. Uit den aard der zaakwordt in de eerste plaats kerk- en kerkelijkegeschiedenis gegeven, en bovendien leest menheel wat wetenswaardigs, over het geen deportugeesche Joden geweest zijn op het gebiedvan schoolinrichting, drukkerij-wezen, nijver-heid als suikerraffinaderij, journalistiek en me-dicijnen, hun aandeel in de politiek der lands-

Page 73: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

64 AMSTELODAMUM

en stedeliike regeering, handel, kunsten enwetenschappen. Over merkwaardige personen-- . -als Uriel da Costa, Spinoza, Isaac de Pinto,dr Immanuel Capacloie en Sarphati, worhenbelangrijke bijzonaerheden medegedeeld. Kort-om, h&-bock-verdient stellig de aandacht vanallen die belang stellen in deze qemeente,maar ook van hen die overtuigd zijn, en wetcnwelke invloed van haar leden is uitgegaan 011- .,o n z e beschaving, materieel en intellectuecl.

Een paar dage> later na ontvangst van hetboekske is, 31 Juli met groote plechtigheidhérdacht ‘het *tivee ‘honderd vijftigjarig ’ be-staan der Synagoge. J. W. E.

PATER ALBERT BURGH. - Dr. J. F. M.Sterck vestigt in de Maasbode van rg Julide aandacht op Albert Burgh, die in dezeventiende eeÜw tot het katholieke geloofoverging. Hij was van moeders zijde e e n klein-zoon van P. C. Hooft, verkeerde in den kringvan StGnoza. bezocht denkeliik de school vanFrancscus Van den Ende. van wien ook Spi-noza onderricht ontvangen had, en is eenigentijd te Rijnsburg zijn huisgenoot geweest.-

In Venetië kwam twiifel bii hem op ; inRome stelde hii zich onier lei&ng van -paterMartinus Harnév, een Dominicaanuit Aister-dam. Zijn famil& nam hem zijn bekeering eerstzeer kwalijk. Burgh keerde -weer terug naarhet buiteniand en-werd te Rome opgenomenin de orde der Franciscanen en tot priestergewijd. Zijn verder leven heeft pater*AlbertBurgh O.-F. M. doorgebracht in een strengFranciscanen klooster te Florence, van waar-uit hij o.a. nog een brief schreef aan Spinoza,om dezen diens dwalingen onder het oog tebrengen (1 I September 1675). J. W. E.

ZEGEL VAN AMSTELOD~MUM. -- In hetlaatste nummer van Amstelodamum zie ik,dat Landman met een d gespeld wordt.

G. H. Lantman, de bekende metaaldrijver,heeft het zegel gemaakt. J. SIX.

PH. vow ZESEN. - Mej. H. Hasper heefteen onderzoek ingesteld naar het stichtings-jaar door Ph. von Zesen van de Deutsçhgesinnte Genossenschaft en heeft daartoe dedata van het leven van Von Zesen tusschen1640 en 1645 trachten te fixeeren, waarbijzich de moeieli jkheid voordeed dat VonZesen, een taalzuiveraar namen gebruiktvoor die der maanden, die niet immer vol-maakt helder zijn en dat hij, in zijn geschriften,met name in de Adriatische Rosemund, zichblijkbaar wel eens verschrijft; zij komt tot hetresultaat dat I Mei 1642 er voor gehoudenmoet worden.

In een naschrift Datierungsprobleme in dreZesenforschzmg licht prof. J. H. Scholte éenen ander nader toe.

Beide studies zijn gepubliceerd in de jongsteaf!evering van de Neophilologus. Zij zijn van

belang niet slcchts voor de kenniq van denpersoon van Von Zcsen, die a15 stadsbe5chrijvere n ais corrcclor b11 Iilacu z i j n plaats hécftin de gcschiedcnis van onze stad, maar ookvoor die der duitvche litcratnur. J. W. E.

VRAGENBUSVerzoeke antwoovden Rampetaan 84, Overveen.)

VRA\GIS.JOSBPIIKEKK. - - ?vIij is verteld dat het

torentjc van de r Ii. Josephkerk in deKalvcrstraxt -58 tlat .is van de sfgebrokcnr\. Z. Kapcl. 1s dat zoo? J. W. 1~.

ZEEM~ZIEK. --~ lien correspondent van VanEffen gccft in de Ilolln&sche Sjxctatov onderdagteekcning van 3 Novembcr I 732 (ze druk,decl II tweetle stuk p .!42) zijn indrukken weervan cen voorstelling 111 de Stadsschouwburgaan de Keizersgracht. Het was in dc kermis-weck . Men hoordewat was dit ?

cen zoogenaamd Zeemuziek.J. W. E.

TOMIE. - - 111 hct .Vir I~ZU i’~/t ILtebork voo~ kindp-~67~ ilz 5 tah, in 1700 door H. C. A. Thiemete Zutphcn uitgegevcn, is cen afbeelcling (on-gekleurd) van dc grafspclonlr der Cuanchosop het eiland Tcncriffe, waar men in ecn hoogcspelonk de geconserveerdc lijkcn langs dewanden zict staan en op barcn liggen. 1Tit dentekst schrijf ik hct volgende af:

,,Gelijk dan ook twee zulke uitgedroogdcmenschen, zijnde ecn man en eene vrouw, opde raritcitkamer van de Anatomie te Amster-clam, bewaartl wordcn, en dagclijks voor iederte zicn zijn. Dcze lighaamcn iijn door denWeled. Heerc ‘61. van Steinfort, van het eilandTeneriffe, in den jarre 1772, ten geschenkcaan het Athenaeum Illustre tc Amsterdam ge-zondcn; do<-h. wijl aldaar gccnc gelegenheidwas om die te plaatsen, en ze ook in de daadbeter bij eene vcrzameling van Naturalia, danwel bij eenc Bibliothcek, gelilk iu het gemeldeAthenaeum is, behoorden, wcrden dczelvendoor heeren Hurgemcesteren op de Anatomiegeplaatst, en voor stads rekening, in sierlijkegl&enkasten beslotcn; voords door den Hoog-gel. Heer ~4. Bonn, bij gelegenheid van deszelfsbeschrijving van het geschenk van ziekc been-deren, cloor den hcer doct. Jacobus Hovins, in1786 (1776?), aan de Anatomie vereerd, ins-gelijks ais een aanmerkrlijke zeldzaamheidomstandig beschreeven. Zie deszelfs DescrifitioThcsauri Ossiz(wl Mo~~hosovum Horliani, ( N O .463 en 464) gr. 4. te Amsterdam, bij J. C.St3pp 1783."

Bestaan dcze uitgedroogcle menschen in hunsierlijke glazenkastcn? En waar zijn ze dan nu ?

C. 1’. BURC;ER.

Page 74: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 75: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 65

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURBEZOEK AAN IIE LUTHERSCHE OUDE KE R K

De Kerkeraad der Evangelisch-Luthersche Gemeente heeft zich welwillendbereid verklaard den leden van ons Genootschap met hunne geïntroduceerdengelegenheid te geven tot bezichtiging van het gerestaureerde kerkgebouw op hetSpui. Ons medelid de heer i\. A. Kok, onder wiens toezicht de restauratie heeftplaats gehad, stelt zich voor bij het bezoek eene toelichting te geven. Ver-moedelijk zal de bezichtiging plaats kunnen vinden op Maandag den @en Novembere.k., des namiddags te 2 ure.

Leden, die aan dit bezoek willen deelnemen, wordt verzocht daarvan berichtte zenden vo& zo October aan den heer D. Kouwenaar, zen Secretaris, Palestrina-straat 6, met opgave van het aantal toegangsbewijzen, dat zij gaarne zoudenontvangen. * **

NIEUWE L E D E N

Sinds de vorige opgave zijn tot het Genootschap toegetreden: als donateurde heer mr. D. Crena de Jongh, en als gewone leden de heeren E. Heilbut,M. Kalker, Joh. Peter-s, H. Stips en J. C. Sweys Jr.

HET TOLPRIVILEGIEOm practische redenen is de herdenking van de schenking van het privilegie,

waarbij Floris V aan de Amsterdammers tolvrijheid toestond, niet op den datumgeschied, waarop het stuk in 1275 werd uitgereikt. Die datum was ,,den Zondagvo& den heiligendag van de Apostelen Simon en Judas”, of volgens onzen kalenderden z7en October. In dit Octobernummer van ons Maandblad is daarom eene kortebespreking van het handvest ongetwijfeld op hare plaats. Het oorspronkelijk Latijn,dat hieronder is afgedrukt, luidt aldus: Florentius cornes Hollandie universispresentes litteras inspecturis salutem. Noverit universitas vestra quod nos hominesmanentes apud Amestelledamme, in restitutionem dampnorum, que nos et ho-mines nostri ipsis fecimus abhinc deinceps ab omni exactione nostri thelonei cumbonis suis propriis, que deducent vel deducunt per totam terram nostram duximusexi.mendos. In cuius rei testimonium presens scriptum sigillo nostro fecimus commu-niri. Datum apud Leyden Dominica ante diem Symonis et Jude Apostolorum, annoDomini M”CC”LXXmo quinto.

In de van Amsterdam (1. 125, ed. 1738) vindt men deze acte als volgtvertaald:

Floris, Grave van Hollant, allen den ghenen die dese teghenwoordighe Letteren siensullen, saluyt. Kennelick sy uw alle te Sarnen, dat wy de Luyden woonende totAmstelredamme, in vergoedingh van de schaden, di.e Wy ende ons Volck haer ghe-daen hebben, van nu voortaen van alle afvorderinghe onser Tollen met haer eygheneGoederen, die sy voeren ofte voeren sullen door ons gantsche Lant, goet ghevondenhebben te bevrijden. Des te oirconde hebben wy dit teghenwoordige gheschrift doenbevestighen met onzen Zeghel. Ghegheven tot Leyden op Sondagh voor de dagh vanSimon en Judas Apostelen, in’t Jaer onsHeerenduysent tweehondert vijf en tseventigh.

Floris de Vijfde was, toen hij aan de Amsterdammers dit privilegie schonk, nog eenjonge man. Hij was pas 21 jaren en nog niet eens tot ridder geslagen. Vandaar dat hetstuk bezegeld is met een zoogenaamd jonkerzegel; het vertoont den graaf te paardzittend, met een valk op de hand, dus ter jacht uitrijdende.

Na den gewelddadigen dood van zijn vader, den Roomsch-koning graaf Willem

Page 76: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

66 AMSTELODAMUM

den Tweede, had Floris eerst onder de voog -dij gestaan van zijn oom Flori s, en daarnaonder die van zijne tante Aleid, de weduwevan Jan van Avennes. Slechts sinds enkelejaren oefende hij het be- windzelfstandiguit.Hij had getracht den dood van zijn vader op deWestfriezen te wreken, doch de veldtocht,dien hij in 1272 tegen hen had ondernomen,had weinig succes opge- leverd: eerst tienjaren later zou hij beter slagen. Intusschenmengde hij zich in de ge- schillen, die er be-stonden tusschen de stad Utrecht en harenbisschop Jan van Nassau, en daarbij kwam hijook in nadere betrekking met den heer vanAemstel, Gijsbrecht den Vierde. Een gevolgvan de vri endschappelij ke verhouding w a sblijkbaar de tolbrief voor Gij sbrecht s onder -zaten bij den dam in den Amstel. Door dezeschenking werd hun de schade vergoed, dieFloris en zijne troepen hun hadden berokkend.Waarin bestond deze schade? Wij moeten bekennen op deze vraag geen afdoendantwoord te kunnen geven. Ter Gouw heeft in het eerste Deel zijner zan Amsterdam de aandacht gevestigd op het randschrift van het oude tolzegelvan Amsterdam, dat hij voor het eerst volledig heeft weergegeven, en dat aldusluidde: ,,Sigillum opidanorum de Amstelredamme, quos Florentius, cornes Hol-landiae, quitos clamavit a suo theloneo, quia ipsos incenderat, teste cyrographodicti comitis Florentii super hoc ipsis opidanis donato”, d.w.z. ,,Zegel der poortersvan Amsterdam, welken Floris, graaf van Holland, vrijdom heeft verleend van zijnetollen, omdat hij hen in brand had gestoken, blijkens het handschrift door den ge-zegden graaf Floris aan deze poorters dienaangaande geschonken”. Volgens ditrandschrift, zou Amsterdam dus door Floris en zijne troepen in de asch zijn gelegd.Maar wanneer is dit dan geschied; Ter Gouw is van meening, dat dit feit niet was

Page 77: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 67

voorafgegaan aan de schenking in 1275, maar aan de vernieuwing van het handvestin 1291. Enkele jaren na 1275 namelijk, geraakten Floris en Gijsbrecht in onmin,waardoor het privilegie buiten werking werd gesteld, totdat het in 1291 werd her-nieuwd. De acte, waarbij deze vernieuwing werd gegeven, is letterlijk gelijk aan hetstuk van 1275. Ter Gouw wil nu de verbranding van Amsterdam zoeken in den tijdvan de geschillen tusschen Floris en Gijsbrecht, en wel omstreeks 1280. Maar het blijftdan wel eenigszins vreemd, dat in het charter van 1291 dezelfde woorden voorkomenals in dat van 1275. lk zou daarom liever willen denken aan een ramp, die voor 1275had plaats gehad. Wellicht moeten wij het feit plaatsen in 1268, toen Gijsbrecht aanhet hoofd der oproerige Kennemers Utrecht bestookte; doch daarbij rijst weer hetbezwaar, dat ons van eenig optreden van hollandsche troepen in Amstelland nietsbekend is. Alles blijft hier onzeker.

Ook van het in 1291 vernieuwde handvest hebben de Amsterdammers niet langgenot gehad. Gijsbrecht van Amstel werd betrokken in de samenzwering tegen enden moord op Floris den Vijfde. Hij moest vluchten. Amstelland kwam in 1297 aanHolland : het werd in 1299 door Jan II aan zijn broeder Gwy van Henegouwen inleen gegeven, die in 1300 aan Amstelland stadsrechten verleende. Maar helaas, in 1303haalden de Amsterdammers Gijsbrechts zoon Jan van Aemstel binnen. Zwaar moestde jonge stad hiervoor boeten. Zij verloor a1 hare voorrechten, en dus ook het privi-legie van 1275/91. Het duurde tot 1317 eer de Amsterdammers in het genot hunnervoorrechten werden hersteld. In dat jaar overleed Gwy van Henegouwen, en kwam,4mstelland rechtstreeks onder den Graaf van Holland, Willem III; en deze vergundeden Irden October 1317 den Amsterdammers weder met hunne goederen en koop-manschappen vrij door Holland te varen, zooals zij dat gedaan hadden ten tijdevan zijnen ,,neef” Floris. De bijvoeging ,,koopmanschappen” strekt hier tot verklaringvan het woord goederen: de tolvrijheid gold alleen voor koopmansgoederen. Wage-naar deelt dan ook mede, dat in zijn tijd (1760) wel tol betaald moest worden vanhuisraad, dat vervoerd werd.

In het groote handvest, dat graaf Willem IV in 134~ aan Amsterdam schonk,werd ook de tolvrijheid bevestigd. Alleen werd uitdrukkelijk gestipuleerd, dat zijenkel gold voor poorters van Amsterdam ; tevens werd bepaald dat de tolbrief,dien de schippers als bewijsstuk met zich voerden, jaarlijks moest vernieuwd worden.

Zulk een tolbrief luidde in de achttiende eeuw nog als volgt : ,,Eerzamen en wijzen,allen Tollenaren ons Grafelijken Heer, en onzen goeden vrienden, saluyt. Doen wijBurgemeesteren en Kaden der stad Amsterdam te weten, certificeerende voor dewaarheid, dat N. onze medepoorter voor een jaar en dag geweest, en zijne gestadigewooninge binnen dezer stede gehouden heeft en houdt ; en dat hij bij eede voor deWet dezer stede verklaard heeft, ‘t merk, hier ondergeschreven, zijn eigen en ge-woonlijk merk te zijn, en dat hij met dezen Tolbrief noch onder hetzelve merk geengoederen voorbij ons G. H. Tollen van Holland, Zeeland en Vriesland of wachtenvan dien, voeren noch doen voeren zal, dan hemzelven of zijn medepoorter zijn toe-behoorend, onverloofd, onverkocht, zonder iemand part of deel daaraan te hebben,of eenigen onvrije toegezegd te zijn. Welverstaande, alzoo deze Tolbrief niet is naaroude gewoonte, maar navolgende de ordonnantie van de Keizerlijke Majesteit,eertijds op zijne tollen van Zeeland gemaakt, zoo protesteert deze stede voors. datzij nochtans dit doet onvermindert dezer stede privilegiën en vrijheden, die deninhoude van dien zouden mogen contrarieeren. In kennisse der waarheid, hebbenwij der voors. stede signet hier beneden op dezen doen drukken, op den, enz.”

Het protest aan het slot toont wel hoe oude vormen lang blijven bestaan. In 1518had Karel V (laat mij hem zoo mogen aanduiden, ofschoon hij eerst later als keizerdit rangcijfer kreeg) eene ordonnantie uitgevaardigd, waarbij een eed werd voor-

Page 78: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

68 AMSTELODAMUM

geschreven, die aldus luidde : ,,Dit zweert gij, dat gij geene andere goederen voorbijde tollen voeren zult dan uw eigen of uws medepoorters goed, zonder dat eenig on-vrije eenig part of deel daaraan heeft”. Amsterdam onderwierp zich aan dezen eed,doch onder prostest, en dit protest bleef nog in de achttiende eeuw in de tolbrievenstaan.

Zonder tolbrief kon men van de tolvrijheid niet genieten. In 1342 was uitdrukkelijkbepaald, dat een schipper, die vergeten had den brief mede te nemen, eenvoudigterug moest varen. Later, in 1625, was men wat minder formeel, en werd toegestaan,dat men, mits betalende, door mocht varen, en dan later op vertoon van den brief,het betaalde kon terugkrijgen.

Eerst de gewijzigde toestanden na de revolutie van 1795 hebben het tol-privilegiekrachteloos doen worden. JOH. C. B.

LANGS DEN WEG~ENLEPROZEIIHUISLTNKSVAN DEN.\MSTET. ?

- IJaar aanleiding van het Gjo-jarig feest vanAmsterdam gaf het Handelsblad (14 Septem-ber) eene reproductie van het kaartje dat destad omstreeks 1220 moet verbeelden, maar datin der daad slechts een beeld geeft van deoude stad, zooals Christoffel van Hartogveltzich die in de zeventiende eeuw voorstelde. Deafbeelding heeft niets authentieks. De stads-muur langs de latere voorburgwallen is erwaarschijnlijk nooit geweest, en aan dienbreeden dam ter hoogte van de Papenbrug-steeg behoeven we ook niet te gelooven. Ookde zoo nauwkeurig geteekende gebouwen zijnvoor een deel van lateren tijd; de stedebeschrij-vers drukken dit heel beleefd uit, door tezeggen dat men zich moet inbeelden, dat zeer alleen op gezet zijn ,,om de plaatsen, daarze namaals gesticht zijn, aan te wijzen.”

Wat moeten we nu denken van de Leproos-sen bij den Heiligeweg, even buiten de stadHet leprozenhuis dat we kennen, ligt aan deandere zijde van den Amstel, aan Sint Antho-niesdijk. 1s er werkelijk vroeger ook een lepro-zenhuis aan de Nieuwe Zijde geweest ?

Commelin neemt de teekening als juist aan,en vereenzelvigt die Leproossen met de ,,armcSiecke Luden te Sinte Joriaens bij den Amstel-dijck” in een vijftiende-eeuwschen schepen-brief genoemd; de kapel van de Leprozen zou,,,daarna in de Stadt getrokken zijnde” deSint Joris kapel genoemd zijn, en ook SinteJoriaens of St. Jeronis geheeten hebben. Hetlijkt wel heel onzeker.

Toen ik voor eenige jaren, bij bestudeeringvan den plattegrond van Amsterdam doorBast, de Resolutien van de Vroedschap raad-pleegde, vond ik dat het besluit tot voltooïingvan den uitleg van Amsterdam (1586) denwestelijken vestingwal voorbij de Reguliers-poort liet doorloopen ,,tot aen ‘t Lasarus huys-ken”, en van daar ,,met een wall streckendevan ‘t bolwerck thyen roeden in den Aemstel.”Over dit Lazarushuisken kon ik niets vinden,maar uit de resolutie blijkt dat het dicht bij

den Amstel stond, ongcveer waar later deBakkerstraat is. Mogen we nu niet vermoeden,dat Christoffel van Hartogvelt in zoover gelijkhad, dat er een leprozenhuis was geweest buitende stad op den linker-Amsteloever, maar dathij het wat te dicht bij den Heiligeweg heeftgeplaatst? Met de Sint Joriskapel had het danniets tc maken.

Wie weet er iets meer van ?C. 1'. RURGER JR.

DE LUTHEKSCHE OUI~E KERK. - Zondag6 September werd in de Luthersche OudeKerk, Spui hoek Singe1 de eerste kerkdienstna de herstelling gehouden en het gebouwweder voor deu dienst gewijd. Zondag 17Augustus 1924 werd de laatste dienst voorde restauratie gehouden, zoodat de kerk eenjaar buiten gebruik was. De I,ut.heranenhielden dien tijd hun godsdienstige bijeen-komsten in Salvatori aan den Binnen Amstelbij de Halvemaansteeg. De herstelling wasnoodig omdat de zuilen en de vloer verzaktenen het gcheele gebouw door betimmeringenverprutst was. NU heeft het inwendige eengansch ander aanzien verkregen. Ook degevel aan de Singelzijde is geducht opgeknapt.Wij verzochten den architect A. 4. Kok voorhet volgend nummer van ons maandbladeen mecr uitvoerige mededeeling omtrent deherstelling t e willen g e v e n . ’ J. W. E.

DRUIPSTEEN IN AMSTERDAM. - Bladerendin de Natuur, vond ik in jaargang 1883 eenartikel door dr. J. C. Costerus, waarin dezemeedeelt, dat bij het afbreken van de oudeHoogesluis druipsteen gevonden werd. Ter-wijl men in dat jaar de ourle, hooge brugafbrak en door een lagere verving, vond menin de gewelven van den oprit, welke hellendnaar het hoogste punt der brug voerde (waarde tram een bijpaard kreeg, zooals oudeAmsterdammers zich w-e1 herinneren), echtestalaktieten van druipsteen. Die gewelvenwaren sedert 1662 niet blootgelegd en dr.Costerus verklaart de druipsteenvorming -waar prof. Van ‘t Hoff het eerst de aandacht

Page 79: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 69

op gevestigd heeft - doordat ruim tweeeeuwen lang het regenwater tusschen destraatsteenen boven de gewelven neersiepeldeen het koolzuurgehalte van de metselkalkoploste. De stukken hadden een lengte vanenkele c.M., andere van I tot 6 d.M., eenpaar waren bijna I M. lang. Ook bij de slech -.ting van de Utrechtsche Poort is dit ver-schijnsel voorgekomen. J. W. B.

ROOMSCHEKERKENTIJDENSDEREPUBLIEK.- Om de stad in bedwang te houden steldede landvoogdes Margaretha voor een citadelte bouwen, wat de Amsterdammers voor tweeton afkochten. Tijdens het beleg van Haarlemin 1573 woonde Alva binnen Amsterdam. Spoe-dig vertrok hij naar Utrecht. In 1578 werd eenovereenkomst getroffen waarbij binnen hetrechtsgebied der stad de katholieke godsdienstmocht worden uitgeoefend; de Hervormdenmochten daarbuiten ter kerke gaan; ook zouhun binnen de stad een behoorlijke plaatsworden aangewezen, waar ze zonder gezang,toespraak of andere plechtigheid op eenvoudigewijze hun dooden ter aarde konden bestellen.Een paar maanden later kwam deze overeen-komst door de Alteratie te vervallen. De ver-houding werd omgekeerd. De roomsche kerkenmoesten van buiten niet van gewone woon-huizen te onderscheiden zijn. Aanvankelijkwerden zolders tot kerken ingericht als OYZZ~Lieve Heer op Zolder aan den 0.2. Voorburgwal,later werden kerken gebouwd achter woon-huizen, zooals tot voor weinige jaren hetOranjeboompje in de Kalverstraat. De hervorm-de kerkeraad blijft niettemin klagen over paap-sche stoutigheden. In 1656 waren in Amsterdam62 roomsche kerken, in 1681 26. Aldus eenanonymus in de í!‘qd van 28 Augustus.

J. W. E.

BRUG. - De Haqsche Post geeft onder hethoofd A msterdamsche b Ejzonderheden beschou-wingen meest over volksuitdrukkingen e. d.Vaak is daarvan hier melding gemaakt; eenpaar dier beschouwingen is nog achterwegegebleven. In het nummer van 16 Augustusvan verleden jaar had de schrijver het overuitdrukkingen in verband met brug.

, ,Een rechtgeaard Amsterdammer noemteen steenen brug met gewelfde bogen, elke brugdie niet van hout of ijzer is, een sluis; de uit-drukking ,,steenen brug” is in de hoofdstad on-bekend. ,,Frits zegt: brug, maar wat van steenis zonder een wip, noem ik een sluis” - aldusBatavus Droogstoppel in Max Havelaar. Dattrouwens dit eigenaardige spraakgebruik nietvan vandaag of gisteren is, blijkt o.a. hieruitdat bij Vondcl de Pizaners de metalen brugwaarover Salmoneus zal rijden, ,,de kopresluis” noemen. Vanwaar deze gewoonte, of-schoon men toch in geen stad beter dan hierkan weten wat sluizen zijn ? Toen de oudemeest steenen sluizen (oorspronkelijk water-

keeringen) in vele gevallen niet meer als zoo-danig, maar alleen nog als brug gebruikt wer-den, begon men te Amsterdam een sluis en een‘brug alleen naar de bouwstof te onderscheidenen den naam sluis bij uitbreiding op elkesteenen brug toe te passen, ook al had zij nooitals schutsluis of waterkeering dienst gedaan.Dit. gebruik schijnt reeds van de zestiende eeuwte dagteekenen. In den loop der zeventiendeeeuw verdwenen de houten leuningen om doorijzeren te worden vervangen, ,,dat veel dura-beler (duurzamer) en beter, ook veel heerlijker,netter, schoonder en profijtelijker is”, zegt eenschrijver van I 662. In dat jaar waren er onderde 217 bruggen al 87 van steen; en hoeveelsteenen bruggen er sedert ook zijn bijgekomen,de spraakmakende gemeente hield zich aan deoude gewoonte en bleef een steenen brug eensluis noemen.

,,De Oudebrug, zooals haar naam aanduidtde oudste brug van Amsterdam, werd in deeerste helft der veertiende eeuw over het Water(Damrak) gelegd ter verbinding van de Oudeen de Nieuwe Zijde. In vroeger eeuwen werder allerlei ten verkoop uitgestald. Ook wasdaar de markt om werkvolk te huren, en wiewerk zocht, mocht daar gaan staan. Zoo werddeze brug een verzamelplaats van baliekluiversen kringetjesspuwers, of van leuningbijters enbruggetrekkers, als men te Amsterdam zegt.De zegswijze: aan de Oudebrug arbeiden, hadvoorheen de beteekenis: vergeefsch werk doen.Maar de steenen brug die bij de Brouwers-gracht over de Prinsengracht lag, of, om Am-sterdamsch te spreken, de sluis aan het Papen-eiland, placht de Lekkere sluis te heeten, wantdaar hadden de baksters en kooksters langs deleuningen haar kraampjes opgeslagen. Niet vervandaar vindt men, als verbinding van hetRealen- met het Prinseneiland ; de Drie-haringenbrug : drie haringen prijken bovenden ingang van het hoekhuis in de buurt. Voórde demping van den Overtoom had Amsterdamook een Latjesbrug ; dat was de Pestbrug opden Overtoomschen weg, die nog langen tijdnadat zij in een ophaalbrug veranderd was,den ouden bijnaam behield. Die brug leiddenaar het Oude Buitengasthuis, dat sedert 1792ook als krankzinnigengesticht dienst deed.Wilde men destijds iemand op de zachtstewijze te kennen geven dat men hem een plaatsin het gekkenhuis waardig keurde, dan heettehet : over de Latjesbrug ! Het is ons niet ge-lukt den naamsoorsprong van de Zaterdagschebrug op de Lindengracht op te sporen. Ze isverdwenen, maar men kent daar nog deZaterdagsche gang, terwijl in de Egelantiers-straat een Twaalfuursgang, op de Elandsgrachteen Eenuursgang wordt gevonden. Beter zijnwij ingelicht omtrent de Magere Brug, overden Amstel bij de Kerkstraat. Bij den eerstenbouw werd hier nl. een smalle loopbrug ge-legd. De bijzondere beteekenis van ,,over deMagere Brug” is : buiten de Jodenbuurt.”

Page 80: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

OUD EN NIEUW I.UIT AMSTERDAM’S VERLEDENDE SEQUENTIE VAN ST. NICOLAAS. - In de

jongste aflevering vgeschiedenis vax het

an de BijdragenBisdom Haarlem

voor d eis naar

een handschrift van x554, met facsimile entransscriptiemuziektekst

uivan

tgegeven de gregoriaanschede sequentie van St. Nicolaas.

St. Nicolaas is de beschermheilige van Am-sterdam ; dies is het te hopen dat deze se-auentie wederom in den eeredienst in waardehersteld worden met name in de onder-scheidene r. k. Claaskerken, in het bijzonderin die te Amsterdam aan de Prins Hendrik-kade ; Amsterdams beschermheilige heeft eraanspraak en recht op. J. W. E.

RIJKSMUSEUM. - Rembrandt% Claudius isnaar Stockholm teruggekeerd en hangt, on-beschadigd weer op de oude plaats. Dr. AxelGauffin, de directeur van het zweedscheMuseum, zag de schilderij in het Rijksmuseumop de historische tentoonstelling en werd doorde dames Annelèn voor het Handelsblad ge-interviewd. In dat interview afgedrukt in hetbijvoegsel van Ig September, toonde de heerGauffin zijn warme ingenomenheid met dereorganisatie van het Rijksmuseum, waar doord e n heer Schmidt Degener allerlei storends,200 in kleur als substantie verwijd.erd is enwordt, uitgaande van het *beginsel,-dat in allesrust en eenvoud betracht moet worden. ’

J. W. E.

UIT OUDERECHTSPLEGING. - DeN. Rott.Crtvan 5 Augustus (Ocht. B

, ,Tal van voorbeelden.) schrijft:uit de oude rechts-

pleging geven aan, dat bij veroordeelingen indie dagen zeer eigenaardige gewoonten heersch-ten. Volgens een deskundige uit die dagenmocht de rechter. wanneer een beschuldigdeof veroordeelde in de gevangenis kwam te over-lijden, zelfs in geval van de hoogste misdaad,dat is die van gekwetste Majesteit, het doodelichaam niet mishandelen. Letterlijk luidt het :,,Na rechten kan tegen een overleden misdadi-ger geenszins tot het hangen, branden of ont-halzen van het doode lichaam geprocedeerdworden; zoodat de rechters grootelij ks missen,dewelke de doode lichamen der misdadigersverzoeken, om dezelve publiekelijke te execu-teeren, hetzij met galg, rad, vlamme of dier-gelijke.”

,,In de Geschiedkundige aanteekeningen be-trekkelijk de lìjfstraffelaj’.ke regtsoefening t eAmsterdam door J. Koning was dit aldaartoch meermalen het geval. Zekere NelletgenJansdochter, weduwe van Jan Claesz., scheeps-timmerman, een vrouw van 66 jaren, was inhechtenis wegens geloofsgevoelen en het bij-wonen van mennonitische predikatiën. Zijwerd in 1569 verwezen, om, wanneer haar toen-malige krankheid hersteld zou zijn, ter dood te

worden gebracht, indien zij persisteert bij haarheresie , ,,mitten viere, ofte indien zij resisteert,ghedolven te worden, mit confiscatie van haaregoederen”. De ongelukkige overleed in de ge-vangenis en den Schout is gelast geworden hetdoode lichaam te doen begraven onder de galg.

, ,Arytgen Jansdochter, de gevoelens derHerdoopers toegedaan, beroofde zich in 1540van het leven en haar dood lichaam werd onderde anabaptistengalge gehangen. Volckgen Har-mens, van tooverij beschuldigd en daarvoor27 Juni 1564 ter vure verwezen, maar denvolgenden dag in de gevangenis overleden,werd haar doode lichaam, ingevolge resolutievan Schepenen den 30 Juni 1564, anderen tenexempel, tot pulver verbrand. Egbert ‘Mey-nertszn., aanzienlijk burger, wegens geloofs-gevoelen in hechtenis en veroordeeld 6 October1568 om met het zwaard te worden omgebrachtdoch op 8 October overleden, werd het doodelichaam later in den kerker onthoofd. SimonJanszn., blokmaker, de gereformeerde leer toe-gedaan en zonder de Sacramenten te hebbenontvangen, begraven op het Geuzenveld, werdanderhalf jaar later ingevolge vonnis van Sche-penen d.d. 8 Nov. 1568 wederom opgegravenen onder de galg geplaatst. Later komen derge-lijke gevallen ook voor, o.m. van den beruchtenSpethan Annibal, zich noemende Prins vanAlbanië, in 1786. Het vonnis van dezen luidtin zijn geheel - en juist om de wille van deeigenaardigheid hier weergegeven - als volgt:

,,AIzoo Spethan Annibale, oud 35 jaren, zichuitgegeven hebbende voor Prins van Albanië,Patriarch en Capitein Generaal der Montene-grijnen, bekend en beleden hebbende, op diversenamen, in verscheidene landen te hebbenrondgezworven en zich suspect gemaakt heeftvan te zijn een bedrieger, alhier in de boeiengedetineerd zijnde, zich niet ontzien heeft,. alshet ware, Conscientia Sceleris, en om zijn wel-verdiende straf te ontgaan, te moorden vanzichzelf, door, in zijn hok, om deszelfs linker-arm, boven het ellebooggewricht, een smalleband dubbel en sterk te knoopen, en zich be-neden dien band een dwarse snijwond toe tebrengen, waardoor de vena basilica geopend isgeworden, zoodat hij daar aan komen te over-lijden is.

‘t Welk zijnde een verfoeilijk stuk, anderen tel exempel, ten hoogste strafbaar: Zoo is ‘t,dan mijne Heeren van den Gerechte, gehoordhebbende het verzoek van mijnheer den Schout,R:O: op en jegens bovengemelde dood ge-vonden lichaam gedaan, hebben goed ge-vonden en verstaan te ordonneeren, gelijk haarEdelAchtbare ordonneeren bij deze, dat hetdoode lichaam zal worden gelegd op een hordeen gesleept tot aan het Damrak, om van daarte worden gebracht naar de Volewijk en aldaargesmeten te worden in de put onder de galg;dat wijders de kosten en misen van justitiezullen worden gerecouvreerd uit zijn nalaten-schap.”

70 AMSTELODAMUM

Page 81: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 71

, ,Gearresteerd. den 31 Mey praes. den HeerHoofd Officier en alle de Heeren Schepenen.

,,Gepronuntieerd en geëxecuteerd den I JuniI 786 praes: den als voren.” J. W. E.

E EN AMSTERDAMSCH WOORD: BOKSER. -Ik kreeg in handen een reclame-blaadje van eensigarenwinkelier. Op dat blaadje staat :

, , Wij boksen niet, maar leveren qualiteit. vooruw geld”.

Er blijkt uit, dat het woord boksen in denieuwe beteekenis zoo niet in gebruik toeneemt,dan toch nog steeds voortleeft.

Nog een voorbeeld:Arbeiders ! !Weet U wel, dat Van Nelle’s Reclamebaai

van I 7 cent per ons zoo heerlijk en goedkoopis ?

Neen ? . . . .Haalt dan deze geurige tabak eens bij mij

Kampioen Bokser(volgt naam en adres.)

Ik heb er geweidig succes mee !Ik ben eens naar ‘s mans winkel geloopen

om te kijken, of hij soms als symbool een af-beelding van een bokser had. Maar nietsdaarvan. Nu, dat is mijns inziens een bewijs,dat het woord zich zeer ingeburgerd heeften dat de gebruikers ervan de beteekenis zóóbekend achten, dat zij het woord in hunhandel gebruiken, zonder aan het symboolbokser of zoo ook maar eenigszins te denken.

W.,A. VAN DER KOPPEL.

WAPENS VAN IXRGEMEESTERS, - In deantichambre van den Burgemeester op hetstadhuis hangt een tableau met de wapens deramsterdamsche burgemeesteren sinds I 578.De wapens van de aankomende burgemeesterenen wethouders worden steeds bij geschilderd.De Courant van 14 September wijdt er eenbeschrijving aan. Wethouder-wapens komeneerst voor in I 808, het jaar waarin het Gemeen-tebestuur het Prinsenhof als zetel betrokkenheeft; het was in den franschen tijd, onderkoning Lodewijk. Van I 81 I tot I 814 tijdens deInlij ving verschijnen echter de namen enwapens van den Maire en diens adjuncten,daarna weer als vroeger van burgemeesterenen wethouders. En als de democratie in Am-sterdams Stadbestuur haar intree doet danwordt de naam ingeschilderd, maar het wapenblij ft blank. Het krijgt een egaal, zilvergrijskleurtje, met een slagschaduwtje aan den rand.Geen felle blazoenen kleuren het, geen helmenmet opgeslagen vizier bekronen het. Doch alseen zilveren wijding zweemt over het effenparelgrijs de adel van den geest: Het eersteleege wapenschild is van mr. M. W. F. Treub,wethouder 1893, verder dr. C. F. J. Blooker,wethouder 1895, C. V. Gerritsen, 1899,‘mr. Z.van den Bergh 1909, F. M. Wibaut 1914.J. W. C. Tellegen c.i. 1915, mr. Van Tienende wethouders Wierdels en Ter Haar blijven

de laatste vertegenwoordigers van de ge-slachten, die op een wapen kunnen bogen. Nuis bijna alles l)lanco. Blank het wapen vanWillem de Vlugt, burgemeester. Blank dewapens der verdere wethouders”, tot dat indit jaar 1925 weer een wapen verschijnt, datvan wethouder J. H. A. L. von Frijtag Drabbe.

J. W. E.A M S T E R D A M S C H E G E D I C H T E N . - - H e i n

Boeken publiceert in de Nieuwe Gids vanSeptember een sonnet : A,msterdam in Augus-tus 1925.En Rembrandt heerscht van de Amstel tot

aan ‘t 1 JDie eens in donkren Joden-hoek gezetenZijn êelste werk verknipt zag en versmeten

In de Telegraaf van 13 September leestmen van prof. dr. J. Six veertien regels opAmsterdam 1275~-1925. J. W. E.

D R U K W E R K I N D E ZESTIENDE E E U W . -In de Juni- Juli aflevering van het Boek staatheel wat te lezen over oud amsterdamschdrukwerk. Dr. M. Boas spreekt over uitgavenvan drukjes van Jaques Bourssen 1651-1664,Abraham van Essen 1672, 1674. PieterDirksz., Boeteman 1673’ 1674. AbrahamSchuurman 1684 J Adriaan Roest 1651 enPieter la Burgh 1656. - Dr. C. P. Burger Jr.de voortzetter en voltooier van Moes’ magi-strale Amsterdamsche boekdrukkers en uìt-gevers in de zestiende eeuw beschouwt de Boek-en Prentdruk te L4msterdam tot 1578. Hetwaren geen groote uitgaven, slechts kleingoed ; de prentdruk (houtsnee) was van meerbelang dan de boekdruk. Het aantal boekjesvan dien tijd, dat den naam Amsterdam ver-toont, is klein. Ze behooren tot een grooteregroep, in Amsterdam, in Leiden, in Delft enelders gedrukt, ook in kloosterdrukkerijenals den Hem bij Schoonhoven. Al die boekjeszijn van stichtelijken aard, voor eenvoudigevrome zielen, ze houden bespiegelingen inover het lijden van Jezus, over de maagdMaria enz. Alle zijn van hetzelfde klein-octavo formaat, alle gedrukt met dezelfdeletter, die wij de letter van Hendrik denLettersnijder mogen noemen en alle versierdmet houtsneetjes zonder kunstwaarde’ dik-wijls met een kort rijmpje er bij J alle in denederlandsche taal.

Hugo Janszoon van Woerden gaf in 1506het oudste gedateerde amsterdamsche drukje.Dan volgen Cornelis van Pepingen, PieterJansz. Tyebaut. Omstreeks 1517 begint deeerste groote boekdrukker Doen Pieterszoon,belangrijk door den druk van houtsneden vanJacob Cornelisz en van kopyen van Alardus.Deze groote werkzaamheid eindigt omstreeks1532. Dan komt er stilstand. Jan Seversz,,die Croepel” zet omstreeks 1534 een drukke-rij op : hij gaf o.a. uitgaven over zeevaart.Cornelis Anthonisz, die bij hem uitgaf, waslater bij Jan Jacobsz. Willem Jacobsz.,

Page 82: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

72 AMSTELODAMUM

werkzaam in de zaak van Doen Pietersz.drukte slordig boekjes over het mirakelvanAmsterdam : Jan Ewoutsz. gaf munt-hand-leidingen, zijn zoon Harmen Jansz Mullerde jaarlijksche latijnsche kerkzangen van derectoren, eigenaardig om dat ze gezet zijnin gothische letter. In I 578 bij de Alteratiekomt opnieuw stilstand: na den tijd van vervalheeft Muller den nieuwen bloei, * den grootentijd van Amsterdam nog beleefd. J. W. E.

AMSTERDAM DOOR EEN VREEMDELING BE-KEKEN. - Nederland ift de Ouitenlandsche persvan 21 Augustus vermeldt een artikel vanSilvio Salvaneschi over Amsterdam, gepubli-ceerd in de romeinsche Tevere van 20 Juli.

J. G. MARTIN EN ZONEN. - Uit ervaringweet ik, dat danspartijen vaak georganiseerdworden door leden der fa. Martin en Zonen inde Palestrinastraat. Het is een haarlemschezaak, die vijftig jaar geleden, 29 October be-gonnen werd door J. G. Martin, te voren werk-zaam als gymnastiek- en schermleeraar teLeiden. Hij nam in 1875 over de gymnastiek-en dansschool van S. Vestdijk; ongeveer 25 jaargeleden begonnen de zoons ook in &4msterdamte werken, sinds 1~24 aan bovengenoemd adres.Aldus bericht de Haarlemsche Courant van5 September. J. W. E.

AMSTERDAM EN HET GEUZENLIEDBOEK. --Onlangs verscheen een editie van het Geuzen-liedboek uit de nalatenschap van dr. E. T. Kui-per uitgegeven door dr. P. Leendertz Jr. In het

’ HaYtdelsbltid van ‘29 Augustus gaat de heerL. Nooter na wat hierin verteld wordt omtrent14msterdam in de periode 1572-1578. Amster-dam werd de eenige stad in Holland, die nogde spaansche zijde hield. Zij kwam in een positiewaardoor haar hulpbronnen van buiten af wer-den belaagd. De Alteratie van 1578 maaktehieraan een einde.

Het Geuzeniiedboek laat van die actie weinigzien: enkele vermaningen om de zijde van denPrins te kiezen. Van anti-geuzenliederen vondde heer Nooter slechts twee proeven: een waar-deering van Hendrik van Biesten 0. F. M.voor zijn woonplaats Amsterdam uit 1572 eneen elegie van Buyck, pastoor der Oudekerk,na diens uitzetting. , ,Een priesterhulde aan

.Amsterdam voor zijn trouw, een priestervloekbij zijn ommekeer, is er meer noodig om te doenzien, dat bij Amsterdam in zijn tegenstand hetgeloofsmotief ‘t zwaarst heeft gewogen?”

J. W. E.

V R A G E N B U S *Verzoeke antwoorden Rampelaan 84, Overveen.

VRAGEN.V~RTHETM. - In Fr. Muller, Nederlandsche

Historieplaten dl. 111 vinden wij-onder nr. 6413vermeld : , ,Huwelijk van Prinses Marianne

der Nederlanden met Prins Albert van Pruisen,Ig Sept. 1F30. Gelukwensch in rijm bij dezegebeurtenis. Duitsche calligrafie door dendichter-lithograaf J. Vurtheim te Amsterdam.”

Waar bevindt zich een exemplaar hiervanen wie kan nadere inlichtingen verstrekkenover vestiging, verblijf, vertrek en werkzaam-heden van dezen dichter-lithograaf te Amster-dam ? In het jaar 1841 woonde hij te Utrecht.

A. B. VAN DER VIES.

HOUKEN. - Het Puyboek van Amsterdamvermeldt, dat op I Juni 1770 compareerdenDirk Houken van Orwegen, luters, oud 26jaar op de Weesperstraat, ouders dood, gead-sisteerd met Pieter Vogaart - en MargarethaPeulaar, enz. enz.

Het Poorteyboek van Amsterdam noemtdato 25 Juli 1770 : Dirk Houken van Oors-wegen.

Wat kan met Orwegen en Oorswegen be-doeld zijn en wie verschaft nadere inlichtingenover hem en zijn voorouders ?

A. B. VAN DER VIES.

BEPLANTINGLANGSDEGRACHTEN.- Alsbe-woner van een der grachten zou het mij zeerinteresseeren op volgende vragen een antwoordte ontvangen:

a. Wanneer zijn de boomen langs de Heeren-,Keizers- en Prinsengracht. geplant :

b. geschiedde dit eerst toen de geheele uitlegvoltooid was of

C. bij gedeelten ;d. waren toen de burgwallen en andere

grachten reeds beplant ?Onze zeventiende eeuwsche schilders geven

hierover geen voldoende opheldering. E.

ANTWOORDEN.ZELM~ZIEK. - Een belangstellende waagt

de veronderstelling, en wil zijn naam daaromliever niet genoemd zien, dat met zeemuziekbedoeld kan zijn de trompette marine ge-noemd in Moliere’s Bourgeois gentilhomme ex%vermeld bij Littré i.v. trompette. Ik achthet onwaarschijnlijk dat de trompet, marijnhgd-Nonnengeige met zeemuziek in verbandstaat ; een snaar-instrument van primitievenbouw en betrekkelijk zwakken toon kan,dunkt me, geen aanleiding gegeven hebbentot de benaming van een soort muziek, datin zwang was in de schouwburg, tijdens dedrukke en woelige kermisweek. Wie weeteen betere oplossing ? J. W. E.

ST. JOSEPH KERK. - Niet het torentje derkerk, maar alléén het ijzeren kruis en het ver-gulde haantje, dat als windwijzer dienst doet,zijn afkomstig van de omstreeks 1908 afge-broken N. 2: Kapel. Dit is mij na een nauw-keurig onderzoek gebleken. F. W. W.

Page 83: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 84: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 73

MEDEDEELINGEN VAN HET BESTUURBEZOEK AAN DE LUTHERSCHE OUDE KERK

Het Bestuur bericht dat de bezichtiging van het bovengenoemde Kerkgebouwthans definitief bepaald is op Maandag g November, des namiddags te tweem-e. Ons medelid, architect A. A. Kok zal de bezoekers voorlichten. De organistder Kerk heeft zich bereid verklaard orgelmuziek ten gehoore te brengen.

De toegangsbewijzen zijn aan de aanvragers verzonden.* **

NIEUWE L E D E N

Tot het Genootschap zijn toegestreden : als donateur de heer H. Herbers enals gewone leden de heeren Jac. Dunckers en G. Lorenz.

DE HERSTELLING VAN DE LUTHERSCHE OUDE KERKHiertoe uitgenoodigd door de redactie van het maandblad van ‘t Genootschap

Amstelodamum, heb ik mij. gaame beschikbaar gesteld iets mede te deelen omtrentde Luthersche Oude Kerk en de daaraan plaatsgevonden restauratie. Voorop dientgezegd dat op verzoek van het Kerkbestuur der Evangelisch Luthersche Gemeentein December 1922 een rapport werd uitgebracht omtrent den toestand van het kerk-gebouw, dat in Augustus 1924 met de herstelling werd begonnen, zulks in samenwer-king met den architect D. van Oort, die sedert jaar en dag met het onderhoud vanhet gebouw was belast en dat de kerk in Juli 1925 weder voor den dienst gereed was.

De Luthersche Oude kerk te Amsterdam, Spui hoek Singel, is de oudste Luther-sche kerk in Nederland. Amsterdam heeft nog twee andere Luthersche kerken, n.1.de Luthersche Nieuwe kerk aan den Singel, dat is de ronde kerk, met het fraaigroen-koperen dak en dan de kerk der Hersteld Evangelisch Luthersche Gemeenteaan den Kloveniersburgwal, gebouwd in 1792, voor wat het inwendige betreft naarhet mode1 der Luthersche Oude Kerkl.

Reeds kort na de hervorming in Amsterdam vestigden zich daar ter stede Luthe-ranen, vluchtelingen meest uit Hamburg, uit Antwerpen. In ‘t jaar 1588 was hunaantal reeds zoo groot geworden, dat zij zich eenvoorganger kozen; van een kerk wasnog geen sprake. De bijeenkomsten hadden plaats in de woningen der geloofsgenooten.Niet steeds werden deze Lutheranen door de calvinistische stadsregeering met rustgelaten. Nu eens geduld, dan met verbanning en velerlei minder prettige voorspel-lingen bedreigd, nam het aantal der geloofsbroeders toe, tot de wensch naar eeneigen kerkgebouw wakker werd. Van den aanvang is de plek waar de allereerste,zwakke pogingen in de richting van een luthersch kerkgebouw werden gericht,geweest waar zich thans nog de kerk bevindt. Om een begrip te hebben van den toe-stand toen ter plaatse, bezie men de kaart van Amsterdam van Cornelis Anthonis-zoon van 1544 en die van Pieter Bast van rond 1600. Het hoekje stad, aan denSingel, de buitenkant der stad, bij het Boerenverdriet, de nauwe uitgang te watervan het Spui naar den Singel, is op beide kaarten vrijwel gelijk, een vergeten, sombe-ren hoek achter den stadsmuur, een pakhuizenkwartier. In r5gg huurden de Luther-schen daar een ,,spijcker”, denkelijk een verdieping in een pakhuis, een pakzolderen vertimmerden die tot lokaal van samenkomst 2. In ‘t jaar 1600 huurden zij ,,hetPakhuys staende beneden Spuy en genaemt den Verguulden Pot”. Dat was ‘t begin.

I P. H. Witkamp, Amsterdam in schetsen, tweede serie, pag. 44.2 Dr. J. W. Pont. Nieuwe bijdragen tot kennis van de geschiedenis en het wezen van het Luthera-

nisme in de Nederlanden, deel III, Igro.

Page 85: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

74 AMSTELODXMUM

Dan vol@ een jarenlang bijhuren, koopen, verbouwen van pakhuizen en zolders,geheel op de wijze als men dit heden ten dage nog ziet geschieden met groeiendeinstellingen. Bij herhaling kwamen weder de hinderlijk-bemoeiende dreigementenvan de overheid, wat niet verhinderen kon dat de Pot te klein bleek, ookmet de vele aanwassen en in ‘t jaar r631, den 9 Mei besloten werd een geheel nieuwekerk te bouwen. Wie daarvan de ontwerper was, staat niet te boek. Denkelijk nieteen architect. Zooiets als een kerk bouwen deed toen een eenvoudig handwerksman,een gildemeester en hij deed ‘t in allen eenvoud goed’ In de stukkenwordt als leidendeman bij herhaling genoemd Wessel Becker. In hoeverre deze nu de bouwmeesters-taak naar onze begrippen vervulde, is niet recht duidelijk. Eenmaal bezig, kwamende geschenken, in geld of in natura, waarbij zich zelfs de skandinavische vorsten enduitsche steden niet onbetuigd lieten. Den eersten Kerstdag 1633 werd de kerk ingebruik genomen. Er ontbrak toen nog wel wat aan. Gebrandschilderde vensters,koperen kronen en meer sieradiën kwamen later. Ook het orge1 had heel wat voetenin d’aard eer het er goed en wel stond ; prof. Pont’s boek, hiervoren reeds aange-stipt, geeft van een en ander uitvoerige mededeelingen.

Zoo was dan de kerk der amsterdamsche Lutheranen een fraai monument gewordenen een merkwaardig bouwwerk tevens. Immers het week volkomen af zoowel van dekerksymboliek van voor de hervorming als van de toen nieuwe hervormde kerken,door De Keyser gebouwd. Hoe de kerk er uit zag leert ons een gravure, ongedateerddoch bepaald vervaardigd kort na den bouw, het interieur verbeeldende ziende naarde gaanderij -zi j de. ‘t 1s de prent geletterd : Jan Veenhuysen sculpsit, Michiel Stro-bath excudit en met onderschrift :

De Sichtb’re Tempe1 is gemaeckt van steen en hout ;D’Onsichtbare op den Hoeck-steen Christus vast gebouwt.Laet uw Licht lichten voor de menschen allegader ;Dat s’ uw’ goe wercken sien, en prijsen d’ Opper-Vader.

Deze prent is genummerd 48. Uit welke serie kan dat zijn ? Een fijne ets, als ‘t wareeen voorstudie voor genoemde gravure is in de verzameling van ‘t OudheidkundigGenootschap (gereproduceerd in Awtsterdam in de zeventiende eeuw, dl 1, 47) en isgeletterd : Ian Gosz inv. et fecit 1657, Coert Gosz ext. en draagt tot onderschrift :

Dit’s d’Amsterdamse kerck : daer Luther heeft gestichtDe honigh-soete leer, en ‘s Wereldts Zielen-licht.

Men ziet daar den kansel, die er nog is, het doopruim, dat later door een andervervangen werd, een klein orge1 op de gaanderij, de beschildering der gewelven, dekoperen kronen en verder het gebouw vrijwel zooals het tot ons gekomen is.

Dan komt geleidelijk de zucht naar verandering, vertimmering, te zien wanneermen devele interieur- en exterieur-gravuren en teekeningen chronologisch naast elkaarlegt. We noemen daaruit de gravure van 1756, ,, Beweging in de Luthersche OudeKerk te Amsterdam, bij de Aerdbeving, op Biddag, den 18 Febr. 1756”. Buitenflauwvallende juffrouwen en zich bij de zuilen neerlatende manschappen ziet mendaar dat het groote venster aan de Singelzijde verdwenen is en bedekt door een orgel.Om deze cardinale fout in de verlichting van ‘t gebouw weer te trachten goed temaken ziet men koekoeken in ‘t gewelf. Een smal orgelgaanderijtje, op twee zuilenrustend, geeft toegang tot ‘t orgel. Dit orgel, later door ‘t nog veel grootere van thansvervangen, is thans te vinden in ‘t Rijksmuseum. Het snijwerk en de grauwtjesvan de gaanderij zijn heden nog aanwezig in de gaanderijbalustrade.

De teekening van H. Keun, ad. vid. del 1769 geeft het interieur naar dezelfde zijde.Het doopruim van den oorspronkelijken bouw is alweer weg en vervangen aan de

Page 86: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 75

achterzijde door een ander paneelverdeeld schotwerk en aan de voorzijde door eenopengewerkt hek met gedraaide balusters. Hoe veranderlijk is de mensch ! Voor derestauratie was aanwezig weder een andere afsluiting, gesloten en van eikenhout.Dit toestel is losneembaar vastgezet en na velerlei overwegingen thans naar denzolder verbannen, zoodat nu het doopruim naar de kerkzijde open is.

De gravure van IO Aug. 1790, de eerste Algemeene Vergadering der Mij. tot Nutvan ‘t Algemeen voorstellende, geeft ons een duidelijk beeld van alle details van ‘tkerkruim. Zoowaar is daar de onderste trap a1 met schotwerk betimmerd, van eenfraai stuk redegevende bouwkunst tot een kist gemaakt. Zoo ging ‘t door. Inwendigtimmerde men schotten, wanden, bedierf het staande licht der vensters en priktedan in arren moede lichtgaten in ‘t gewelf, waardoor de geslotenheid daarvan werdvernield. Ook uitwendig liet men de kerk niet met rust. De steenen vensters gingener uit en werden door houten kozijnen vervangen tot ‘t ergste gebeurde, nu ‘n twintigjaar geleden, toen men den geheelen gevel aan de Spuizijde afkloofde om deze tebekleeden met een steenen bekleedsel in machinalen steen, welks doode, suffe kleurzielig afstak bij ‘t warme rood der oude vechtsche drielingetjes. Zoo was dan de kerkverworden tot een armelijk milieu, De eikenhouten banken geel geverfd en dit weerimitatie-eikenhout overgesmeerd. De zandsteenen zuilen geverfd in namaak-zand-steenkleur, de goedgeprofileerde basementen met een kist betimmerd en dit blauw,namaak-hardsteen geverfd, het gewelf eerst ,,Bentheimer” geverfd en daarna bestrooidmet zand in de natte verf, net of ‘t een zandsteenen gewelf uit één stuk was en metergens in een hok op de bovenste galerij een stukje echte origineele beschilderingmet de graten in zwart-wit-rood, de kleuren eener nog niet vergeten vlag. Dankwam daarbij de verzakking van het gebouw zoowel als van de vloeren. De verzak-king der vloeren leek erger dan ‘t was. In vrijwel elke kerk zijn de vloertegels even-zoovele grafgedenkteekenen ; zoo ook hier. Om begrijpelijke redenen, geholpen doorhet samenknijpen van den diepen veenbodem onder ‘t zand, zakken de zerken engaat ailes wat daarop staat van kerkbanken en wat niet a1 scheef staan of er eenaardschudding heeft plaats gehad. Waar nu een timmerage aan den muur vastzit,gaat natuurlijk ailes kapot. Was het daarbij gebleven, dan had men kunnen volstaanmet de zerken te lichten, zandaanvullen en weder leggen. Er was echter een meerernstig euvel. De geheele zuilenrij, rondom, zakte : en geen klein beetje. Boven opde galerij kan men ‘t zonder instrumenten wel zien en dan behoeft men niet op eendecimeter te kijken ! De minder belaste zuilen hielden zich beter, doch door hun tegen-stand lagen de architraafbalken krom en ontwrichtten het geheele samenstel. Endan te denken dat men zoo nu en dan het gebouw afstond voor concerten, waarbij eengetal bezoekers van over de twee duizend werd toegelaten.

Een heistelling met ‘n electrisch gedreven heimachine kwam in huis en klopte eenhonderdtal palen in den grond, rondom in ‘t ruim. Omdat de hoogte van ‘t gebouw nietvoldoende was en uit technische overwegingen, met betrekking tot den grondwater-stand, werden palen van 12 Meter gebruikt, waarop een betonopzetstuk van 3 Meter.Daaroverheen kwamen zware gewapendbetonbalken, dwars door de baksteen-fundeering der zuilen, zoodat deze en feitelijk ‘t geheele inwendige van ‘t gebouw opeen reusachtig ondergronds rek werd opgehangen. De N. V. Nationale betonbouw,die dit werk uitvoerde, had er een heel karwei aan. Om ruimte te maken waren degrafzerken zoolang even buiten gelegd. De bestrating van ‘t voorplein was onderdezen tonnenlast wel een weinig gezakt. Het terugbrengen van de zerken gaf eenongezochte gelegenheid tot eerherstel in aesthetisch opzicht, doch tevens op genealo-gisch gebied. Wat toch was ‘t geval. Eerstens werden in ‘t ruim, dat geheel met houtbevloerd was, honderden lang vergeten zerken wedergevonden. Dan bleek dat menvroeger zerken verwisseld had, heelen voor gebroken geruild had. Ook onder banken

Page 87: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

76 AMSTELODAMUM

kwamen vele steenen charters te voorschijn. Nu Wilde het geluk dat uit ‘t archiefeen plattegrond te voorschijn kwam met de graven en grafnummers en de grafboekende namen lieten controleeren. Aangezien vrijwel alle zerken een nummer droegen, is‘t mogelijk geweest elke zerk te leggen op de origineele plaats, waardoor tevens eeninteressante legger van de voorvaderen der amsterdamsche Lutheranen in den vloerder kerk is verkregen. Bij een andere gelegenheid hoopt schrijver dezes van dezezerken met hun namen en wapens nader verantwoording te doen. Dan is verder hetgeheele interieur opgeknapt en in eere hersteld. De eikenhouten lambriseeringen vanden origineelen bouw van 1633 zijn van de verflaag ontdaan en gerepareerd. De ban-ken, uit verschillende stijlperioden afkomstig, evenzoo ; ook het doopruim en meerbetimmeringen. Door het wegbreken van duizend en een schotten, kisten en plankenis de lichtvalling in ‘t gebouw verbeterd. De meubelen, zitbanken zijn nieuw bekleedmet stoffen in frissche kleur, waardoor het geheele aanzien sterk werd beïnvloed.Nieuwe gordijnen van bevertine hielpen in deze richting mede. Het meest werd destemming van ‘t geheele interieur verfijnd door de kleur van ‘t schilderwerk. Dege-lijke hulp verleende hierbij de kunstschilder A. Hemelman, die ook de grauwtjesvan de orgelgaanderij van de geel geworden vernislaag ontdeed en weer in goedenstaat afleverde ; ‘t waren zoowaar goede schilderstukken geworden ! De preekstoelis ‘n fraai stuk. Het snijwerk doet aan ‘t werk van Lutma denken. Aan a1 deze onder-deelen is heel wat werk geweest en toch ziet men er eigenlijk weinig van. ‘t Staatweer op zijn plaats of er niets gebeurd is. Dat is ‘t eigenaardige van vele onderdeelenvan ,,restaureeren”, n.1. dat deze eerst dan ‘t best zijn geslaagd, wanneer niemandziet dat er iets bijzonders mede gebeurd is ! Zoo nog zooveel : een geel geverfd ge-zangenbordje werd ergens gevonden en op den zolder nog een, nu hangen ze in eiken-hout met gouden letters aan den wand ; op den zolder slingerden kapotte lantaarnsen buiten gaapten ledige lantaarnhangers, nu is de zolder leeg en buiten zijn delantaarns met ‘n electrisch lampje erin ; in een gang stond een smerige kast metnietswaardige rommel, nu staat er in de kerk tegen een wit muurvlak een vroeg-zeventiend’ eeuwsche eikenhouten kast, welke gebruikt wordt voor berging van kerk-boekjes.

In andere onderdeelen moest men als vanzelf met den tijd mede. Er is een keurigecentrale verwarmingsinrichting met alle moderniteiten gemaakt door W. Beuker& Zn., er is een electrisch-licht-installatie, een kerktelefoon en een motor die de orgel-trappers op wachtgeld stelde, gemaakt door Vahlkamp, er zijn nieuwe kronen ge-komen, gemaakt door W. J. Stokvis, er zijn draaiende tochtdeuren, gemaakt doorG. Boon.

Ook buiten is heel wat gebeurd. De gevel-Spui was niet meer te redden, was tehardgrondig bedorven. Wat de schilder eraan kon doen was ‘t eenige. Van den gevel-Singe1 is gemaakt wat ervan te maken was. De entree is verplaatst onder ‘t grootevenster. Welke voorbijganger denkt eraan dat dit geweldige raam van binnen niette zien is, en toch is ‘t zoo ; het groote orge1 staat er dwars voor, niets aan te doen.Velerlei ongerechtigheden zijn verder van dezen gevel verwijderd ; nu moet er nogeen bescheiden beplanting op ‘t voorpleintje komen, waardoor na verloop van jarenbij de vele steenen ook wat groen het stadsbeeld zal stoffeeren.

Het herstellen van het zoo eigenaardige bouwwerk, het bewaren van een eerbied-waardig stuk geschiedenis van Amsterdam is ondergeteekende tot een groot genotbij den arbeid geweest. Moge het gebouw vele jaren aan de gestelde eischen blijvenbeantwoorden.

Amsterdam, October 1925. A. A. KO~‘.

Page 88: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 7 7

LANGS DEN WEG

AMSTERDAM IN 1275 VOI.GENS DETRADITIEIN VONDEL'S GIJSERECHT. - In het Oudheid-kztndig Genootschap poogde de heer C. G. ‘tHooft den staatkundigen en economischen toe-stand van Amsterdam in 1275 te beschrijven,steunende op een vlijtig bijeengebracht jon-ger documentenmateriaal, veelal reeds vanelders bekend, handhavende zijn bekendehypothesen omtrent de oudste geschiedenisder stad. J. W. E.

VEREENIGING HENDRICK DE KEYSER. -De Vereeniging Hendrick de Keyser tot behoudvan architectonisch- of historisch-belangrijkeoude gebouwen werd den 3 Januari 1918 teAmsterdam opgericht.

Hoewel de Vereeniging over het geheeleland werkt, zijn door haar toch te Amsterdamde meeste perceelen aangekocht. Van de 38gebouwen toch welke de Vereeniging bezit,zijn 21 te Amsterdam gelegen. Deze 21 zijn devolgende :

1.2 .3.4.

2:

8:9.

10.II.12.13.14.1.516.17.18.

Nieuwebrugsteeg 13.St. 010fsp00rt 2.Brouwersgracht 48.Warmoesstraat 83.Enge Kerksteeg 4.Prinsengracht 2.Prinsengracht 4.Rapenburg I 3.Heerengracht 59.Enge Kerksteeg 2 (de Vergulden Wan).Prinsengracht 36.Nieuwmarkt 20.Nieuwmarkt 22.Heerengracht 394 (de vier Heemskinderen) .,0. 2. Voorburgwal IOO.Slijkstraat 16.~Brouwersgracht 50.Zeedijk I (laatste huis met een houtengevel) .

19. Heerengracht I 70.20. St. Olofssteeg 4.21. Veerhuis Sloterkade 21/22.

Bovendien werden door de Vereeniging teAmsterdam talrijke perceelen van vernietigingof ontluistering gered, doordat het Bestuurzich met de eigenaars in verbinding stelde ener in slaagde hen te bewegen, hunne architec-tonisch belangrijke gebouwen te restaureerenof althans niet af te breken of te verminken.

LANTAARNS. - In een tweede artikel van hetGroeiende Westen der stad schrijft de amster-damsche correspondent van de N. Rotter-damsche Courant (13 September Ocht. D.):

,,Het eenige straatmeubilair van den Hoofd-weg bestaat nu nog uit de lantaarnpalen vanhet nieuwe type, ,,les poilus”, zooals ze hierin Amsterdam populair heeten, naar denhelm dien ze op het hoofd hebben. Mijzelfdoen die lange magere palen met bovenop het

omgekeerde scheerbekken altijd denken aanDon Quichot”. J. W. E.

BESTEDELINGENHUIS. - In de EnkhuizerCourant van IO October, schrijft de heer J.Schuitemaker Lz., aan de hand van het Ge-denkboek van den heer Van Voorst (1916) overhet Bestedelingenhuis aan de Prinsengrachthoek Leidschegracht. De hoofdvorm derverpleging is thans de opvoeding in gezinnen,vooral in Noord-Brabant en in Gelderland. In1923 waren er ruim 400 bestedelingen in- enuitwonend. Er worden thans heel wat mindervondelingen en verlaten kinderen aangebrachtdan vroeger, een gevolg van de invoering derkinderwetten. Het amsterdamsche bestede-lingenhuis kan een :model genoemd worden.

J. W. E.

AMSTERDAM, ZOOALS HET VROEGER ~AS.-Voor de derde maal heeft de lichtdrukkerijGebrs. van Rijkom onder dezen titel uitgegeveneen kalender. Ook deze kalender voor 1926 telt26 bladen, waarop in lichtdruk even zooveelreproducties van vroegere amsterdamsche topo-grafische afbeeldingen gegeven worden.Dit keerzijn het meest achttiende-eeuwsche gravurendie gediend hebben. Ook aquarellen vanAndriessen, Aartman, Van Liender, Vinkeles,Verrijk en Schouten zijn gereproduceerd, allesuitgekozen uit de topografische atlas op hetgemeente-archief onder voorlichting van dr.Breen. Bijgevoegd is dit keer een facsimilevan het gézicht op den Munttoren langs denAmstel uit de atlas van Fouquet, die uit-nemend geslaagd is als men bedenkt, dat dezereproductie is uitgevoerd in vlakdruk naar eendiepdruk.

De prijs is compleet f 2,50. J. W. E..

REMBRANDTS~ESTERKERKSTOREN.- InhetMaandblad VOOY Beeldende Kunsten van Junischrijft J. Q. van Regteren Altena over Rem-brandts Westerkerkstoren. Hij komt tot deconclusie, dat niet Rembrandt de teekenaar ismaar Abraham Furnerius, een leerling van hemongeveer tusschen I 640 en I 660.

D. GROSHEIDE.

VERDEELING DER GEMEENTE. - In de zit-ting van den Gemeenteraad van 6 October isaangenomen het voorstel van B. en W. deGemeente in vijf hoofdkwartieren te verdeelen:Centrum, Noord, Oost, Zuid en West. Het be-ginsel der vroegere verdeeling der stad in buur-ten, waarmede indertijd Van Lennep, toen ernog geen straatnummering was, de moeielijk-heden drastisch aantoonde, is dus opnieuwaanvaard. In de toelichting tot het voorstelschreef het Gemeentebestuur:

,,Nu door de snelle uitbreiding der stad hetaantal straten sterk toeneemt, wordt het steedsbezwaarlijker, bij het hooren of lezen van eenstraatnaam aanstonds de ligging van die straat

Page 89: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

78 AMSTELODAMUM

te bepalen. Daar aan B. en W. bleek, dat hier-uit inderdaad moeilijkheden ontstaan, achtenzij den tijd gekomen, om de stad te verdeelenin eenige groote kwartieren. Wordt dan totregel aangenomen, dat ieder bij het gebruikenvan een straatnaam daarbij het stadskwartier,waarin die straat ligt, aangeeft, dan mag aan-genomen worden, dat het bovenbedoelde be-zwaar goeddeels is ondervangen.

, ,De administratie der posterijendie op decen-tralisatie van den dienst is bedacht, ziet inverdeeling der stad als bovenbedoeld een ge-wenscht middel om een richtige uitoefening vanden postdienst te bevorderen.

,,Ook de amsterdamsche Vereeniging ter be-hartiging van de Belangen der BinnenlandscheBeurtvaart heeft aan B. en W. te kennen ge-geven, dat de thans voorgedragen regeling inhet belang van haar leden moet worden geacht.

,,B. en W. zouden de stad verdeeld willen zienin vijf kwartieren, die de namen Centrum,Noord, Oost, Zuid en West zouden kunnendragen en de begrenzing van die kwartierenzou als volgt kunnen worden vastgesteld:

1'. Centrum, het gebied, begrensd door hetafgesloten 1 J, Noordzeekanaal, grens Oud-Amsterdam (langs Westerbegraafplaats), spoor-baan Amsterdam-Zaandam, Westerkanaal,Singelgracht en Loozingskanaal;

IJ;’2'. Noord, het geheele gebied benoorden het

,>3’. Oost, het gebied, begrensd door Amstel,Singelgracht en Loozingskanaal;

,,4’. Zuid, het gebied, begrensd door hetNieuwe Meer, Schinkel, lijn Zandpad-Schinkel-havenstraat, Singelgracht en Amstel;

5’. West, het gebied bewesten grens Oud-Amsterdam (langs Westerbegraafplaats), Spoor-baan Amsterdam-Zaandam, Westerkanaal,Singelgracht, lijn Zandpad-SchinkelhavenstraatSchinkel en het Nieuwe Meer.

,,Wordt tot zoodanige indeeling der stad be-sloten, dan zou onder elk naambord van eenstraat gevoegd moeten worden een bordje, aan-gevend het stadskwartier, waarin deze straatligt. Het moge overbodig schijnen zulke bordjesaan te brengen onder alle straatnamen - omdathet niet twijfelachtig is, of bijv. een straataan de noordzijde van het 1 J wel tot Amster-dam-Noord behoort - om den regel, dat menbij den straatnaam het stadskwartier vermeldt,algemeen toegepast te krijgen, komt B. en W.dit noodzakelijk voor.

,,De kosten van het vervaardigen en aan-brengen van deze bordjes, waarvan ongeveer12000 noodig zullen zijn, worden geschat opf 18,000.”

ONZE GRACHTEN. - Architectura, het week-blad van het genootschap Architectura et Ami-citia gaf een geïllustreerd nummer uit, ter ge-legenheid van het jubileum van Amsterdam.

H. Th. Wijdeveld vraagt wat de huidigegeneratie moet aanvangen met de schoonheid

der oude stad, met name met onze grachten.Hij pleit voor een druk verkeer te water, opdatde overbelaste tram aldus uit de binnenstadkan verdwijnen. Een aantal schetsteekeningenvan onze grachten met moderne bebouwingen bruggen zijn bij het artikel gevoegd. - Dr.F. H. Fischer wijst op de ligging van de stad,nimmer geweest de markt van zijn ommelan-den. Het Over-1 Jsche ontwikkelde zich tot eenstreek met eigen kleine stadjes, met hetfriesche huizentype, waar in de stad weinigvan te bespeuren is; het amsterdamsche huisis bepaaldelijk een stadshuis. ,,Er is niets vanover van het min of meer dorpsche breeduitder kleinere hollandsche steden, zelfs van Haar-lem”. - In Amsterdammer, weest als uw stad!herinnert Jan de Meyer aan het water in destad als een zeer belangrijke factor der stede-lijke schoonheid; trouwens dr. Fischer meent datde amsterdamsche atmosfeer en bebouwingmede belangrijke factoren zijn.

Het symbolische omslag prijkt met de namenvan amsterdamsche architecten: Bilhamer, DeKeyser, Vingboons, J. van Kampen, Stalpert,Dorsman, Husley, Vennecool, De Witte, v. d.Hart, Staats, Oudshoorn, Cuypers, De Klerk,De Bazel, Berlage. J. W. E.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDEN

J. W. WILMS. - Indertijd heb ik bij heteeuwfeest van het Wien Neerlandsch Bloeduitvoerig in O+zze Eeuw beschreven het ont-staan van dit volkslied, te danken aan hetinitiatief van Maurits Cornelis van Hall. Hetwas het gevolg van een prijsvraag van hetInstituut, waarop als prijswinnaars bekroondwerden Tollens als dichter en Wilms als com-ponist : de eerste druk verscheen in I 817 bij DenHengst in de Kalverstraat, waar thans dewinkel van Speyer is ; gepopulariseerd werdhet lied tijdens den belgische opstand, doorden tenorzanger De Chavonnes Vrugt. Inons volkslied, het eenige dat de staatkundigeeenheid der onderscheidene gewesten symboli-seert en krachtens zijn aard en structuur vanden hedendaagschen tijd is, zijn dus allerleiamsterdamsche elementen op te merken ; hetvolgende citaat is daarom hier op zijn plaats.Het is ontleend aan een schrijven, door IsaacBelinfante te ‘s-Gravenhage gericht aan koningWillem 11, waarvan de minuut berust in deKoninklijke Bibliotheek in Den Haag en ge-publiceerd is in de N. Rott. Courant van11 September Av. B. Met zijn broeder JosephJustus was hij stichter van het nederlandschecorrespondentiebureau ; zij waren medewerkersaan het Handelsblad, onder het hoofd-redacteur-schap van Van der Biesen. Isaac Belinfanteis het geweest, die meer speciaal te beschouwenviel als de lijf-journalist van den Koning.

Bij de verleening - en niet verleening -

Page 90: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 79

van decoraties bij gelegenheid van het huwelijk8 October 1842 van ‘s Konings dochter metden groot-hertog van Saksen Weimar Eisenachschreef Belinfante o.a. , ,Met leedwezen merktemen op de lijst der gedecoreerden op den heereBertelman, toonkunstenaar van Amsterdam -een treurmarsch van hem, uitgevoerd in I 814bij de begrafenis van een amsterdamschschutter gaf ik uit in mijn AmsterdamscheSchutterqmarschen en speelde dien onlangs opéén der audities in het Rijksmuseum - nietin het minste, omdat men aan de verdienstenvan dien man in het minste te kort zou willendoen, maar omdat er vóór hem een andergroot componist in aanmerking diende ge-nomen te zijn : het is de heer Willems, te Am-sterdam, de vervaardiger van de muziek vanhet nederlandsche volkslied, een algemeengeacht grijsaard. Wanneer men nagaat, datde vervaardiger van het zooveel geruchtgemaakt hebbende nationale duitsche lied :Die freie deutsche Rhein, onmiddellijk zooveleeerekruisen verwierf, dan is het te bejammeren,dat de vervaardiger der muziek van een gedichtdat het vereenigingslied van alle ware NedeL-landers is, tot dusverre vergeten werd”.

J. W. E.

A M S T E R D A M E N R O T T E R D A M A L S TABAKS-MARKTEN. - De N. ,Rott. Crt. van 16 Sept.(A. v. C.) schrijft:

,,Het feit, dat onze oost-indische tabakkenzoowel te Amsterdam als te Rotterdam, debeide voornaamste koopsteden des lands, aan-gevoerd en verhandeld worden, is, aldus merktde Ned. Tab. Crt. op, niet toevallig. ZoowelAmsterdam als Rotterdam zijn havensteden,waar de tabak zonder overlading direct doorde zeeschepen kan worden aangevoerd, terwijltevens goede verbindingen met Duitschland enoverig Europa bestaan. Maar ook is het ont-staan van die markten in verband te brengenmet de omstandigheid, dat de voornaamsteimporteurs in beide plaatsen gevestigd waren,toen de eerste oost-indische tabakken werdenaangevoerd.

,,Toch is het karakter van de amsterdamscheen de rotterdamsche tabaksmarkt wel eenigverschil te ontdekken. Als Sumatramarktis het Amsterdam, dat de eerste vioolspeelt, terwijl in Rotterdam de Java-tabak,meer speciaal de Besoeki-tabak, het artikel is,waarop deze markt steunt. Ook is het aantalimporteurs, dat in Rotterdam tabak aan demarkt brengt, veel kleiner dan te Amsterdam.Sedert de concentratie in de Sumatra-tabak-cultuur wordt te Rotterdam alle Sumatra-tabak

1 uitsluitend door de Tabak-Maatschappij Arends-burg aan de markt gebracht. Ook het aantalimporteurs van Javatabak is in Rotterdamkleiner dan in Amsterdam, waartegenoverechter weer staat, dat de firma A. van Hobo-ken & Co. te Rotterdam geweldige hoeveel-heden Besoeki-tabak importeert. Concurrentie

tusschen Amsterdam en Rotterdam bestaat erfeitelijk niet. In wezen vormen beide marktenéén geheel; doch zijn van elkaar volkomenonafhankelijk. Het makelaarscorps te Rotter-dam staat geheel op zichzelve, evenals hetamsterdamsche. Maar de zeden en gewoontenzijn in beide steden geheel gelijk.

,,Ook de inschrijvingen zijn geheel op de-zelfde leest geschoeid. Voor een gezonde ont-wikkeling van den tabakshandel is zulks ookbeslist noodig. Afwijkingen in de inschrijvings-voorwaarden zouden tot allerlei moeilijkhedenleiden, welke ongewenschte toestanden in hetleven zouden roepen. Het feit dat de tabaks-handel over twee steden is verdeeld, levert voordezen handel weinig bezwaar op. De afstandtusschen Amsterdam en Rotterdam is geringen de inschrijvingsdata worden in volkomenharmonie tusschen de ,,régisseurs” der in-schrijvingen vastgesteld, alles volgens de oudetraditiën. Zoo gaat het al sedert lange jaren.En van eene soort ,,rivaliteit” is dan ook geensprake. De hechte fundeering, waarop beidemarkten berusten, is een waarborg, dat ookin de toekomst Amsterdam met Rotterdamsteeds naast elkaar zullen blijven samen-werken. Er zou trouwens ook geen enkele redenzijn, om hierin eenige verandering te brengen.Het gaat zoo goed en dat is toch de hoofdzaak.”

JACOB CORNELISZ. VAN OOSTZANEN. - Ineen vrij uitvoerig artikel in het Zondagsbladvan de Maasbode van 11 October verzet dr.J. F. M. Sterck zich tegen de onbewezen op-vatting van mr. Schretlen, neergelegd indiens Dutch en f Zemish Woodcutters, die eenaantal ongesigneerde houtsneden wil toeschrij-ven aan Jacob Cornelisz. van Oostzanen, denamsterdamschen houtsnijder en schilder. 2. i.is de uitbreiding van Cornelisz. werk tot veelvroegere jaren dan het begin der zestiendeeeuw, niet voldoende gemotiveerd. J. W. E.

ZIEKTEN. - De Haagsche Post van 3 Octoberpubliceert een artikel over de ziekten onzervoorouders.

, ,Onder de ziekten van Amsterdam waren ver-scheidene epidemieën te boek gesteld, zoo in1517 van een , ,gevaarlij ke ende pestilentialebesmettelijke keelkwaal, die zoo kwaadaardigwas, dat zij, wanneer binnen zes of agt uurengeen bekwaame middelen werden gegeeven,voor de twintig uuren den dood aanbracht”.In den jare 1727 heeft in deze koopstad eengeweldige galkoorts gewoed, naar hare kwaad-aardigheid een pestkoorts geheeten, en in hetjaar I 731 regeerde aldaar insgelijks een hevige, ,Colykziekte” van stuipen en andere toevallenvergezeld. Onder de factoren, die een veel slech-teren gezondheidstoestand in de steden tegen-over het platteland te weeg brachten vindenwij : , ,de onnoemelijk groote hoeveelheden af-val van geslachte beesten en van groenten, diein het stilstaande water der grachten, van geen

Page 91: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

80 AMSTELODAMUM

doortogt voorzien, tot rotting overgaan - deuitwaaseming van de menschen, voornamelijkdaar, waar veelen bij elkaar zijn, zoo b.v. inde Godshuizen - de schoolen, naar de veelheidder kinderen te eng - het verblijf in de tekleine kerken, in den zomer benauwd door deverhitte ademen, in den winter ondraagelijkdoor de stooven en de uitwaaseming der be-glommen koolen. Deeze oorzaaken wordenbuiten twijfel geholpen door het begraaven derdooden in en om de kerken, hetgeen mogelijkmeer kwaad doet dan men denkt. Het Cart-huyzerkerkhof te Amsterdam en verscheidenekerken in de steden geeven dit op een warmenzomeravond genoegzaam te kennen.”

HETOVERBRENGENVANDENACHTWACHT.-De historische Tentoonstelling heeft mijhet volgende in herinnering gebracht. Eenigentijd voor de opening van het Rijksmuseumkwamen mijn tweelingbroeder en ik van eenbezoekje aan onzen oom, den eersten Hoofd-directeur van het Rijksmuseum, en zagentoen de Nachtwacht naar het Museum bren-gen. Een aantal mannen droegen een hooge enlange, platte kist met aan weerszijden draag-stokken en het merkwaardige was, dat zijonder het loopen, toen zij het Museum naderdehet WZen Neerlandsch Bloed zongen, een natio-nale uiting, welke men niet dikwijls bij onsvolk vindt. J. W. B.

STICHTING DER STAD. - Onder dagteekeningvan 15 September j.1. is hier ter stede verspreidonder den titel het Licht van den dageraad, bg-dragen vooq de waarheid van de gemeenschap uitde geestenwereld een getypte uiting van Gijs-brecht van Amstel over de stichting der stad,sprekende bij monde van een medium. De in-houd maakt geen bijzonder betrouwbaren in-druk. J. W. E.

EEN AMSTERDAMSCH WO~RD: BOKSER. -Een sigarenwinkel genaamd de Bokser bevindtzich thans Utrechtschestraat 41, een anderde Kampioen Bokser genaamd, Reguliersdwars-straat 37; op het Amstelveld verkoopt desMaandags een man sigaren, die zich de Tabaks-bokser noem t . M. B.

VRAGENBUSVerzoeke antwoovden Rampelaan 84, Ouerveen.

VRAGEN.

STEDEMAAGD. - Het heeft mijne aandachtgetroffen dat men altijd spreekt van de Stede-maagd van Amsterdam, doch voor zooverremij bekend is, ten minste, nooit van de Stede-maagd van Rotterdam of eenige andere stad.Encyclopedieën en woordenboeken die werdennageslagen lieten de vraag waarom de Stede-

-maagd van Amsterdam een unicum schijnt te

zijn onbeslist. Zou een der lezers dezer rubriekwellicht een antwoord kunnen geven?

C. H. v. R.

STRAATLIEDJE. - Wie kent de woorden vanhet indertijd gezongen straatliedje, dat begon:Margarine, nagemaakte boter, (dan rijmde:stooter). En in welk jaar is het liedje geboren?Gewoonlijk kwamen deze liedjes begin Septem-ber in zwang. De deun ken ik wel.

E. SLIJPER.

EPHRAIMVAN EMBDEN. - In I 785 verscheenbij J. A. Crajenschot alhier een verhandelingover het damspel. Auteur was Ephraim vanEmbden. Bijzonderheden over Van Embdenworden gewenscht.

LIEDJESZANGSTERS. - In het Algemeennederlandsch Politie-weekblad van 6 October,publiceert de heer Leo A. A. Cohen de signale-menten van drie amsterdamsche straat-liedjes-zangsters, Nolletje, Anna Cathrarina Elsebéen haar dochter Doortje, gedateerd 1797 envraagt nadere inlichtingen over het doel dierpublicatie. Wie weet er meer van ? J. W. E.

ANTWOORDEN.

LATJESBRUG. - Misschien heette de bedoel-de brug aan den Overtoom Latjesbrug, maarook dien naam draagt de brug over de N. Hee-rengracht, die naar de Doklaan voert. (ZieAmstelodamum, Oct. p. 69) E. SLIJPER.

V~~RTHEIM. - J. Vürtheim Sr. Geboren 1809.Overleden 19 Juni 1900 te Rotterdam. Oprich-ter der Hofdrukkerij J. Vürtheim & Zoon,Rotterdam. Bij het zestigjarig bestaan derzaak werd in 1893 een soort van gedenkboekuitgegeven, waaruit blijkt dat Viirtheim zichbizonder verdienstelijk heeft gemaakt voor debeveiliging van geldswaardige papieren. Hijvoerde den titel van hoflitograaf (1 869) en in1884 was hij technisch adviseur van de Neder-landsche Bank.

Van zijne gedichten zijn mij bekend:Schiller’s Waarde der VVrouwen, destijds door

hem aangeboden aan 2. K. H. Prins Hendrik(1870);

Heilwensch ter gelegenheid van het Kronings-feest, van H. M. de Koningin. (1874).

De Reinste Liefde Komt van Boven.A. M. VAN DER WAAL.

--- Het blad vermeld onder No. 6413in Fred. Muller Historieplaten bevindt zich inhet Prentenkabinet te Amsterdam. Aldaar isook nog een steendruk op naam van J. Viirt-heim voorstellende naar ik meen, de kerk teErp. Vervolgens verwijs ik nog naar Wurzbach:Niederl. Kunstlerlextkon. J. M. BLOK

Page 92: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,
Page 93: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 8 1

BANGE TIJDEN VOOR VIJF EEUWENWij Amsterdammers hebben in dit jaar een blij herinneringsfeest gevierd, en daar-

bij teruggedacht aan de vreugde, die in het kleine plaatsje aan den Amstelmond zalhebben geheerscht, toen op den z7sten October 1275 het voorrecht der tolvrijheid,dat zulk een belangrijke factor zou worden bij de ontwikkeling van den bloei der stad,was verworven. Laat mij thans op eene gebeurtenis mogen wijzen, waaraan voor hetamsterdamsch gevoel minder aangename herinneringen zijn verbonden. Zij vondplaats ook in een Octobermaand, niet zes en een halve, maar precies vijf eeuwengeleden. Toen heerschte geen blijdschap, maar rouw en schaamtegevoel bij de Am-sterdammers. Want op den zrsten October 1425 was de banier der stad -- de mooiebanier: rood, zwart, rood, met drie witte kruisen op de middenbaan -- in den strijdverloren en in de handen van den vijand gevallen. ‘t Was gebeurd in den oorlogtusschen Jacoba van Beieren en Filips van Bourgondië, in den slag bij Alfen aan denRijn, waar Hollanders tegen Hollanders streden en waar Leiden, Haarlem en Amster-dam verslagen werden door Schoonhoven, Gouda en Oudewater.

Ons vaderland doorleefde vo&- vijf eeuwen moeielijke jaren. ‘t Waren de geboorte-weeën van het Bourgondische tijdvak. De burgeroorlog laaide hoog op. De oudepartijnamen Hoekschen en Kabeljauwschen deden opgeld!

Op den laatsten Mei van het jaar 1417 was Willem de Zesde, graaf van Holland,Zeeland en Henegouwen, gestorven. Hij liet als eenig kind zijne zestienjarige dochterna, ,,vrouw Jacop”, sinds acht weken weduwe van den Dauphin van Frankrijk.Eenige maanden vroeger hadden de edelen en steden van Holland en Zeeland zichverbonden na ‘s Graven dood zijne dochter met haren wettigen voogd, als geborenLandsvrouwe te erkennen. Maar wie zou die voogd zijn? Jan van Beieren, gekozenbisschop van Luik, ‘s Graven broeder, trad als zoodanig op. Korten tijd bleef deverstandhouding tusschen oom en nicht goed. Nog den rsten Augustus 1417 was Janvan Beieren getuige bij de vaststelling der huwelijksche voorwaarden tusschenJacoba en hertog Jan IV van Brabant, met wien zij, overeenkomstig den op zijnsterfbed gegeven raad haars vaders, in den echt zou treden; maar reeds in Septemberrichtte hij tot het concilie van Constanz het verzoek om de dispensatie, die voor hethuwelijk, met het oog op den graad van bloedverwantschap - ze waren neef en nicht-die tusschende jongelieden bestond, noodigwas, ttverhinderen. JanvanBeieren namkort daarop al, ,,ruwaard” bezit van Dordrecht, en nu was de burgeroorlog ont brand.De strijd werd nog meer verbitterd, toen eenerzijds Jan van Brabant, na zijn huwelijkmet Jacoba, den titel van graaf van Holland enz. aanvaardde, en anderzijds Jan vanBeieren, uit den geestelijken stand getreden, door keizer Sigismund met de landen vanWillem VI werd beleend; hij nam voorloopig een einde door het compromis vanWoudrichem, 2 Februari 1419, waarbij wel Jacoba en haar gemaal als gravin en graafwerden erkend, maar Jan van Beieren als mederegent voor den tijd van vijf j aren werdaangewezen, terwijl hij bovendien stadhouder van Holland en Zeeland werd. Aisstadhouder kwam hij ook te Amsterdam en verzette daar onmiddellijk de regeering.De vier hoekschgezinde burgemeesters en drie van de zeven schepenen werden doorKabel j auwschen vervangen. Zoo was Amsterdam kabelj auwsch.

Zes jaren lang - Jan van Brabant had hem later Holland voor 12 jaren verpand- heeft Jan van Beieren de regeering gevoerd, in sterk kabeljauwschen geest. Hijoverleed aan de gevolgen eener vergiftiging op den 6den Januari 1425. En nu werd detoestand weder zeer verward. Jan van Brabant Wilde de heerschappij weer aanvaar-den, doch zag zich tegengewerkt door Jacoba, die haar huwelijk met hem als onwettigwas gaan beschouwen en daarop gehuwd was met Humphrey van Glocester, cenbroeder van Hendrik V van Engeland. De Kabeljauwschen, die in de meeste stedende macht hadden, kozen voor Jan van Brabant. Gouda echter koos voor Jacoba, en ook

Page 94: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

82 AMSTELODXMUM

van Schoonhoven maakten de Hoekschen zich meester, waarbij zich de bekende geschie-denis van hct levend begraven van den kabeljauwschgezinden ridder Allaert Beilincheeft afgespeeld. Jan van Brabant droeg intusschen - 25 Juli 1425 - de regeeringvan Holland en Zeeland over aan zijn en Jacoba’s neef Filips van Bourgondië, ennu werd de strijd verder tusschen Jacoba en Filips gevoerd. Jacoba wist uit Vlaan-deren, waar zij in de macht van Filips was, te ontsnappen en vestigde zich te Gouda.Behalve Schoonhoven huldigde haar ook Oudewater. ,,Daarmede is” - laat ik hetmet de woorden van prof. Blok mogen zeggen ---- het heldentijdperk van Jacobabegonnen. Bijna drie jaren lang heeft zij, voornamelijk steunende op den vesting-driehoek GoudammPSchoonhoven---Oudewater, alleen gestreden tegen den machtigenHertog van Bourgondii; en haren tweeden gemaal, Jan van Brabant. Zij heeft er eeneguerilla, ecn kleinen oorlcg gevoerd met hulp van hare trouwe edelen en hare boeren”.

Een der eerste wapcnfeiten van dezen oorlog, was de slag bij Alfen. Jacoba mengdezich in het heetst van het gevecht en vuurde hare troepen met woord en daad aan.Vcle gevangenen vielen haar in handen, en de banieren, niet alleen van Amsterdam,maar ook van Haarlem cn Leiden, werden als zegeteekenen door haar naar Goudagevocrd. Dezc schitterende overwinning maakte diepen indruk. Geen wonder datFilips van Bourgondië, die toen te Rotterdam vertoefde, aan de verslagen steden eentroostbrief zond, waarin het hcette: ,,Wy dancken u mit allen onser herten vruntlickvan zulcken dycnsten, als ghy ons tot Alphen gedaen hebt, ende noch hopen ons van utc geschien, hoewail dattet u op desen tijt aldair ongelucket is, daer wy hertelic ombcdruct sijn”, en waarin hij hun verder hulp toezegde. In het volgend jaar belegerdeJacoba tevergeefs Haarlem, do& 30 April 1426 behaalde zij eene tweede overwinningbij Alfen, waarbij ook de Amsterdammers weder het onderspit dolven. Vele gevangenenwerden, volgcns de oudc kroniekschrijvers, omgebracht. Slechts ,,zes of zeven rikemanncn van Amsterdam” konden zich loskoopen.

In dczen oorlog stond Utrecht aan de zijde van Jacoba. Ter Gouw heeft de nietonmogelij ke gissing geuit, dat de oostelij ke stadsgracht, de tegenwoordige Gelderschekade en ~loveniersburgwal, die in of kort na 1425 gegraven is, aangelegd is om Am-sterdam beter tegen aanvallen uit Utrecht te kunnen verdedigen.

Tot I+ZH werd de strijd tusschen Jacoba en Filips met wisselende krijgskansengevoerd. Lt\mstvrdam had daarbij n og te kampen met de aanhangers van Jacoba inNoord-Holland; ook namcn Amsterdammers deel aan den zeeslag bij Wieringen, in1427, waar de Hockschen verslagcn werden. Ook tegen Utrecht waren nog maat-rcgelen noodig, totdat het verdrag van Delft den 3den Juli 1428 een einde maakteaan den oorlogstoestand. Jacoba behield daarbij de titels, Filips de regeering. Dehoeksche en kabeljauwsche twisten waren feitelijk geeindigd. JOIL C. B.

LANGS DEN WEG

&-tZOEK A A N DE LUTHERSCHE O U D E KERK. -De voorgenomen excursie door de leden vanons Genootschap aan het gerestaureerde kerk-gebouw der Evangelisch luthersche Gemeenteaan het Spui heeft g November j.l. plaatsgehad. Welkom werden de aanwezigen geheetendoor den voorzitter van de kerkeraad ds. Wempewien daarop dank werd betuigd door prof. dr.Brugman. Door den organist der kerk den heerJac. Bonset werd daarop ten gehoore gebrachthet eerste deel van een sonate van JO~. Renner,organist aan de kerkmuziekschool te Regens-burg. Door den architect der kerk, ons medeliddcn heer A. 1. l<ok, werd vervolgens uiteengezet

de beteekenis van het gebouw in de ontwikke-ling der amsterdamsche protestantsche kerk-architectuur : het is geheel onafhankelijk vande katholieke begrippen der middeleeuwen,het is zonder eenig symboliek, noch georien-teerd, een simpel vergaderlokaal zonder toren.Meer in het bijzonder wees spreker op dengedanen arbeid voor de restauratie en consoli-datie van het gebouw : het brengen van eennieuwe fundeering, het sloopen van allerleioverbodig schotwerk, het aethetisch schilderenvan het houten gewelf enz. Van het vele moei-lijke en kostbare werk, dat het gebouw, naargehoopt mag worden, weer in duurzamenstaat gebracht heeft , z iet men eenvoudigniets, waarlijk geen geringe lof.

Page 95: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODL\MUM 83~-.-- -

Bij de rondgang door het gebouw, waarbijde bezoekers o.m. een collectie oude platenin oogenschouw konden nemen, o.a. eeninterieur van de remonstrantsche kerk aan deKeizersgracht, die waarschijnlijk geweest is deeclitio princeps van dit type kerkgebouw eneen fraaie zeventiende-ec :wsche ebbenhoutenzetel, had de organist opnleuw gelegenheid dekwaliteiten van het orge1 te doen waardeeren.door het spelen van van allerlei o.a. de Béni-diction nuptiale van Saint Saens en eenMarche triomphale van hem zelf, gedrukt in deverzameling nederlandsche orgelmuziek vanJan Swart, den organist van de Hersteld evan-gelisch luthersche gemeente aan de Kloveniers-burgwal. Het orge1 is in 1886 gebouwd doorde firma Batz te Utrecht. De schrijn van hetvroegere orge1 van 1692 is toen in bruikleenafgestaan aan het Rijksmuseum, waar heteen plaats heeft gevonden op de westelijkebinnenplaats. J. w. E.

J . H. ADDICKS. - In het feit dat wijlende heer J. H. ilddicks I Augustus I 855 zijn werk-zaamheden als stads-horlogemaker aanvingheeft de heer J. D. Ketelaar in Chvisticra?zEIUY~E?ZS een tabel gepubliceerd van de werk-zaamheden in Amsterdam verricht doorAddicksen zijn opvolgers, leden van zijn familie. Ikontleen cr aan: nieuwe torenuurwerken in hctl>aleis (1875). Rij ksmuseum (1886), Rij ks-museum, speelwerk met een schroef zondereind, dat den speelton drijft (1902) en Vondel-kerkstoren (1905). Het uurwerk van de N. 2.Kapel van 1621 werd in rgog verwijderd entwee jaar later geplaatst op het gemeente-archief (Amsteldijk); het werd toen ingerichtom ook minuten aan te wijzen. Te voren washet het laatste gemeente-uurwerk dat alleen dem-en aanwees.

,

Naar aanleiding van dit jubleum werdende heeren Vincent en Wagenaar uitgenoodigdliet Paleis-carillon te bespelen 01) 0 September<le5 avonds van haif 9 tot IO ~LU-. Het carillonis in 1913 geheel gere;taurccrd door de firma.!ddicks. J. W. E.

H O L B A K K E R I J E N H O L B R O O D. -Debakkerijvan de diaconie der Ned. herv. Gemeente, inden volksmond de holbakkerij, ongeveer opden hoek van Blaeuerf en Hol, achter deNieuwekerk, werd in 1674 opgericht op initia-tief van Samuel Gerinck; 31 Januari 1674 be-schikten Burgemeesteren goedgunstig op hetverzoek. Daniel Stalpert richtte het gebouw opter plaatse, waar twee jaar te voren (1672) dedrukkerij van Joan Blaeu in vlammen was op-gegaan. Aanvankelijk wercl alleen roggebroodgebakken, in 1676 ook grof tarwebrood, inhet midden der achttiende eeuw ook wittebroocl.Het brood werd door de bedeelden afgehaaldin ru il voor een gestempelde Penning, het brood-loodje. Dst met die loodjes geknoeid werd, ligtvoor de hand ; zoo kwam in den winter van

1710 op 171 I aan het licht, dat BrabantschcMarie op het Fransche pad er een formeelenhandel in dreef. Zij wercl gestraft met te pronk-stelling op het schavot. Aldus de heer H. J.Westerling in hct Handelsblad van 8 OctobcrAv. III. J. W. 1X.

AMSTERDAM EN WATER. - ,Het Huldelsbladvan 8 October publiceert een artikel, waaringewezen wordt op de aesthetische bcteekenisdie het water heeft voor de schoonheid del-stad. ,,Overal, letterlijk overal waar meu inAmsterdam water dempt, wordt schoonheidvernietigd. Amsterdam heeft waterwegennoodig, zeer zeker, voor zijn verbinding metde zee en met de groote rivieren, maar waterals een element van zijn schoonhcid kan hctevenmin missen.” J. W. E.

POSTKANTOOR. - In zijn Heemschutbeschouwingen ovcr het inkomen van Amster-dam een veertig jaar geleden vertelt HenriPolak, dat het hetlenclaagsch postkantoor dcs-tijds Perenburg genaamd was. (HalldelsblCrd24 Oct.). J. W. E.

OUD EN NIEUWUIT AMSTERDAM’S VERLEDENDE HISTORISCEIE TENTOONSTELLING. -- In

den namiddag van clen 27 October heeft in hetStedelijk Museum de slotvergadering van decommissie voor de historische tentoonstellingplaats gehad, waarbij ook de burgemeesterbeschermheer tegenwoordig was.

als

De voorzitter, prof. dr. H. Brugmans, steldevoor de commissie te liquideeren en de ver-dere afwikkeling van zaken op te dragen aande financieele commissie. Aldus werd besloten.

Verder werd goedgekeurd het geheele archiefder tentoonstelling aan te bieden aan de stad,ter plaatsing in het Gemeente-Archief, ondervoorwaarde dat de afdeeling kunstzaken inverband met de museumplannen er beschik-king over houde, zoolang dat noodig is.

Uit het financieel verslag bleek, dat deinkomsten hebben bedragen f 81519~05 Heteindcijfer der uitgaven kan nog niet preciesworden meerredeeld. maar vast staat dat deuitgaven volledig gedekt worden door d einkomsten. De Tentoonstelling is dus ook finan-cieel een groot succes geweest. Een eventueelbatig saldo zal in de kas van het GenootschapAmstelodamum worden gestort.

Reeds thans kan worden meegedeeld. dataile particuliere deelnemers aan het waarborg-fonds hun aandeel dezer dagen volledig terugzullen ontvangen.

Aan het slot der vergadering sprak de voor-zitter burgemeester De Vlugt toe. Hij legde erden nadruk op, dat de burgemeester steeds zcersympathiek heeft gestaan tegenover het doelder tentoonstelling, en altijd bereid is geweest

Page 96: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

84 AMSTELODAMUM

de commissic te ontvangen en bij te staan.Daarnaast heeft de gemeente op royale wijzelokaliteit, geld en kunstschatten ter beschik-kiug gesteld. Met groote voldoening zien wij,aldus spr., op deze tentoonstelling terug ; hetbczock bcdroeg 100 7%~. l)e voorzitter zeidegcmachtigd te zijn een blijvend aandenkenaan de stad aan te bieden, in den vorm vanecn zilveren en een bronzen plaquette, ont-worpen door dcn beeldhouwer J. Richters.Spr. voegde hieraan toe, dat hij juist dezendag voor de slotvergadering gekozen had,omdat het hedrn 650 jaar geleden is, dat FlorisV te T,eidcn het tolprivilege bezegelde.

Rurgemeester De Vlugt betuigde zijn dankaan de commissie voor alles wat zij in dezevoor de stad heeft gedaan. Er waren velercdenen waarom de gemeente gaarne haremedcwerking aan deze tentoonstelling heeft\-erlecnd : het tloel. de samenstelling der com-missie en de gezonde economische basis waarophet geheel was opgezet. Ten slotte betuigdespr. de erkentelijkheid van het gemeente-bestunr voor het blijvend aandenken, dat eenplaats zal krijgen in het gemeente-archief, enhij eindigde met nogmaals den dank van hetgemeentebestuur uit te sprekcn voor den arbeidder commissie.

Des avonds vereenigde het bestuur van hetGenootschap nlle medewerkers aan de tentoon-stclling aan een gezclligen maaltijd. De tafelwas smaakvol versierd in de amsterdamschekleurcn. De voorzitter, prof. Brugmans, heeftde medewerkers toegesproken en in het bij-zonder hulde gebracht aan de beide museum-directeuren, de heeren Schmidt Degener enBaard, aan de financieele commissie, aan denadjunct-secretxris, den heer H. van der Bijll,cn aan de assistente mej. Th. Brummer. Aanbeide laatstgenoemde bood hij een blijvendaandenken aan. Ook aan den heer C. de Graaff.leider van het bureau der financieele commissie,werd dank gezegd, onder aanbieding van eenblijk van waardeering voor zijn arbeid.

~>ROI~. DR J. V. DE GROOT. - In de bekendeILevevzsbevichtex van d e LVaatscha~fi~ cle$<l~edevlmr7schr Idefte~~hunde geeft de heer R. H.Molkenboer 0. P de biographie van dezenamsterdamschen hoogleeraar. De Groot, die4 Juli 18.+8 tc Schiedam was geboren, wasgeheel vreemd aan Amsterdam, toen hij in1894 aan de IJniversiteit tot hoogleeraar in dethomistische wijsbegeerte werd geroepen.Reeds in 1868 had hij te Huissen het wittekleed der Predikheeren ontvangen; sedert washij voornamelijk te Nijmegen werkzaam geweestcn met groot succes onder alle klassen dersamenleving. Pater Molkenboer gaat dan aldusvoort: ,,Zoo werkte De Groot met het woord,met de pen, met zijn heele persoon in en buitenNijmegen eerlijk en geestdriftig voort aan deveelzijdige taak, waarin hij zijn levensplichtcrkende, toen in 1804 de cerste geruchten

van een bizondercu leerstoel in de thomistischewijsbegeerte aan de gemeentelijke Universiteitte Amsterdam werden vernomen. Hetgeen devox populi a1 spoedig voorspeld had, gebeurde.Door het doorluchtig nederlandsch Epis-copaat werd pater de Groot op 12 Juli 1894tot eersten titularis van den nieuwen zetelbenoemd en na eenige weken verhuisde deprofessor met weemoed over ‘t verleden,maar met nieuwen werklust voor dc toekomstvan het beminde hijmegen naar de voor hemonbekendc Amstel&ad “. Verder: ,,Zijn ope-ningsrede op I Octobcr 1894 over den ,H.Thomas van Aquino als wijsgeer”, kalm enklaar voor dc bloem van intellectueel Neder-land, voor zwartgetoogde ln-ofessoren ennaarsgemantelde bisschoppen in de amster-damsche aula uitgesproken, was niet alleen eenprogram, niet alleen een beginselverklaring,maar ‘t bleek een openbaring, een bazuin-stoot, ja werd een verzoening. De allereerstezinsnede dicr oratie ving reeds alle tegenstel-lingen 01’: ,,De liefde tot de waarheid is eenverhevcn kracht in den mensch”, een axioma,dat a1 dadelijk het effekt bereikte, waarnaarDe Groot levenslang gestreefd heeft: weder-zijdsche waardeering van elkanders inzichtenEn de Sympathie, necn het diep respekt, datde aanvankelijk met eenig wantrouwen beke-kcn ,,pastoor” a1 heel spoedig van zijn collega’safdwong, groeide gcdurcnde een volle kwarteeuw van jaar tot jaar. De overtuiging wonveld, dat De Groot niet minder door de hoogekwaliteiten van zijn karakter dan door zijnruime wetenschappelijkheid een sier voor deamsterdamsche Akademie was, zooals bijv.Hector Treub gulweg erkende, Pei bevestigdeen Place met een jarenlange vriendschapbewees.

Rvenals in Nijmegen bleef de pater ook te;2msterdam voor iedereen toegankelijk. Hoe-veel honderden hebben in a! die jaren van zijnprofessoraat niet aangeklopt aan zijn grootesobcre k a m e r v a n h e t Toveutjc - - dCpastorie aan het Singel, waar hij woonde -om daar wetenschappelijk met hem vangedachten te wisselen, meer nog om hunintiemste belangen te bespreken. De prOfeSSOrtoonde zich dan een ,,vader” in de meestverheven beteekenis van het woord. Hij deeldein ouderzorgen en in studentenleed. Hijbegreep, nog dieper met zijn edel hart, dan metzijn klaar hoofd, de zedelijke en andere moei-lijkheden, die vooral jeugdige menschen,rijpend van jongeling tot man, kunnen onder-vinden; en die strijd, door veel mensc!îen-kennis voor hem allerminst een geheim ofverrassing, ging hem levendig ter harte. Hetis de groote roem van professor le Grootgeweest, dat hij van ontelbaar velen de geeste-lijke mentor is geweest; dat hij met zijn sterkGodsvertrouwen of zijn opbeurende blijmoe-digheid vele hopeloozen of zwakkelingen eenreddende hand heeft toegestoken. Als priester

Page 97: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM 85~-.. .~ ~ ~~--.zocht hij het vertrouwen van de studenten, enhet werd hem in ruime mate geschonken. Vanpater De Groot was de meest kritische jongelinggaarne gediend. Werden zijn colleges, de laterejaren niet meegerekend, flink bezocht, nogvoller liep het op zijn privatissima, waar eengezellige en vertrouwelijke toon heerschte enhet geregeld contact met de studenten steedszijn blik op hun karakters scherpte, zoodathij meer voor hen kon doen dan alleen hunhersens laden met wetenswaardigheden enexamenkennis.”

,,Het zou onjuist zijn uit dit slles te COIE~U-deeren, dat het zwaartepunt van De Grootswerkzaamheid a l l een in dcze studentenziel-zorg lag. Het eigenaardige is juist, dat zijngezegende diligentie in die richting buiten zijndirect mandaat om spontaan naar vorenkwam. Het pleit voor de sterke en aantrekke-lijke persoonlijkheid van den professor, dathij meer dan professor alléen werd, a1 dient erde nadruk op gelegd, dat hij tegelijk om zijnwetenschappelijke verdiensten in zoo ruimemate het vertrouwen der zijnen won. Warepater De Groot alleen vroom geweest, het isde vraag, of de niet gemakkelijke heeren stu-denten hem even hoog zouden hebben vereerden even druk zouden hebben gezocht. Maarmen voelde het: De Groot was een geleerde.Hij was een wijsgeer niet zoozeer in den be-perkten technischen zin van het woord alswel in de breede beteekenis van levensdoor-gronder en kenner van de groote problemen,die een menschengeest prikkelen en bezighouden. Deze professor was geen Olympiëren sprak geen orakeltaal; ncen, hij was eenstudax, een denker en een volhardend zoeker;hij stond met zijn wetenschap in het volle,psychische leven. Verankerd als zijn diepcgeest was in den vasten grond van zijn geloofen varend onder de vlag van den -4quincr,koerste hij, zinnend en speurend, in alle rich-tingen van het menschelijk denken, om hetgoede, dat immers overal te vinden is, op tehalen ter verr i jk ing voor zich ze l f en vananderen. Het is enorm, wat deze in de middel-eeuwsche Suvnrnn vastgeheide thomist aanwijsgeerige literatuur van moderne houdingen minder orthodoxe tendenz letterlijk metde pen in de hand heeft bijgehouden. Vooraltot de zielkunde in verband met de geloofs-daad, in verband ook met physiologischeafwijkingen, en daardoor tot de biologie engeneeskunst voelde hij zich aangetrokken, enzooveel inzicht veroverde de autodidact zichvan deze experimenteele wetenschappen, datde bekwaamste vaklui o.a. in verband metzijn studie over Boerhave, erkennen moesten:,,Er is geen medicus in gansch ons land, dieBoerhave zoo diep doorgrond heeft als dezepater Dominicaan”. In gelijken geest liet dedirecteur van het amsterdamsche Blinden-instituut Lenderink zich uit bij De Grootsmerkwaardige studie over de doofstomblinde

Marie Heurtin en dr. hriëns Kappers naaraanleiding van ‘s professors boek Denhevsovev ziel e n leuen.”

,,Na een smartelijk ziekbed van drie wekeneindigde hij, omringd door eenige medebroedersen beminde leerlingen, te Amsterdam op 26Februari 1922 zijn werkzaam en harmonischleven met een schoonen en stichtelijken dood”.

H. B.

DR. 15. T. KIJIPEK. - In de Leucusbeviçhteuilc)OY de Maatschappij dev Nedevlandsçhc Letter-kuvlde is opgenomen dat van dr. Esgo TacoKuiper, die een der uitnemendste leeraren vanhet gymnasium van Amsterdam is gewcest.Den 9 Augustus 1862 te Zwollc geboren, ver-huisde hij reeds in zijn eerste levensjaar naar,Imsterdam, waar z i jn vader b i j de doops-gezinde gemeente was beroepen. , ,Feitelijk,schr i j f t dr . J . W. Bierma, is Kuiper dusAmsterdammer. In deze stad is hij opgegroeiden opgevoed ; hier is hij van jongs af aan bloot-gesteld geweest aan den invloed van het pittige,rijke amsterdamsche leven ; hier heeft hij zijnonderwijs genoten. Hij heeft de lagere schoolbezocht, waarvan de heer Laan hoofd was. OI>twaalfjarigen leeftijd is hij naar het gymnasiumgegaan, dat toen nog vijf klassen telde en inhet oude gebouw aan den Singe1 gevestigd was.Veel op dat gymnasium was vrijer, ongeregel-der ook dan thans meestal het geval is, maarverschillende leeraren, de rector N. J. B.Kappeyne van de Copello in de eerste plaats,waren mannen van beteekenis, figuren ge-schikt om invloed te hebben, en de leerlingenhadden zich in ‘t algemeen over het gegevenonderwijs niet te beklagen. Kuiper sprak ersteeds met waardeering over en de lachwek-kende bizonderheden die ik uit dien tijd weleens van anderen vernomen heb, heb ik vanhem nooit gehoord. Ik vermoed, dat een gevoelvan pieteit zijn mond in dit opzicht sloot. Hijroert in ‘t levensbericht van H. van Gelder dezaak even aan, maar glijdt er met gevoeligekieschheid overheen.

, ,Nog op zeventienj arigen leeftij d verliet hij,in 1880, na het doorloopen van den cursus hetgymnasium en werd in datzelfde jaar studentaan de pas kort bestaande amsterdamscheuniversiteit. Volgens de toen geldende regeling,die een overgang vormde tot den thans noggeldenden toestand, werd hij beschouwd als toe-gelaten uit de vijfde klasse van het ais normaaltype ingestelde gymnasium van zes klassen. Hijmoest dus om tot het candidaats-examen inde nederlandsche letteren te kunnen wordentoegelaten een aanvullings examen doen, hetsuppletoir, waarvan de eischen wettelijk nietheel scherp waren omschreven. Prof. S. A.Naber, die toen, doordat prof. Boot terug-getreden was en prof. Karsten nog niet wasbenoemd, hoogleeraar in Latijn en Griekschbeide was, vatte dit examen niet heel licht op.Hiermee hangt het wellicht Sarnen, dat Kuiper

Page 98: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

86 AMSTELODAMUM-- -.

op raad van zijn ouderen broer Koenraad, denlateren hoogleeraar in het Grieksch, besloot omcandidaats-examen in de klassieke letteren tecloen, voordat hij zijn studie in de nederland-sche letteren begon. Dit candidaatsexamen inde klassieke letteren heeft heel wat moeitevan hem gevergd. In het begin van 1885 heefthij het afgelegd. Hierna heeft hij wel eenigszinsgeweifeld, of hij met de ecns bcgonnen studicder klassieke letteren voort zou gaan, doch zijngroote belangstelling voor a1 wat Nederlandbetrof, gaf den doorslag en hij volgde zijn oor-spronkelijk plan. Bij deze studie was in deeerste plaats het onderwijs van den hoog-lceraar J. Verdam. die tocn aan de amster-damsche hoogeschool hct N ederlandsch invollcn omvang onderwees, voor hem van be-lang. Hiernaast volgdc hij de colleges in degcsclnedcnis van prof. T . T. H. Jorissen enna zijn candidaats-examen, dat hij in 1887deed, die in het Sanskriet van den buitenge-wonen hoogleeraar prof. J. S. Speyer. Dezelaatstc, reeds op het gymnasium zijn leer-meester, heeft, zooals op de meesten van zijnlcerlingen, ook op hem grooten invloed gehad.‘ïoch is door de studierichting, die hij eenmaalgekozen had, prof. Verdam de man geweesttlie zijn wetenschappelijke ontwikkeling voor-a1 heeft geleid. Zijn invloed was des te grooter,doordat het aantal studenten zoo klein was.De omgang werd hierdoor geheel persoonlijk.Vcel heeft hij dan ook met Kuiper alleen ge-gewerkt. l?n op de groote waardeering voorhet onderwijs en de groote genegenheid voorden persoon van zijn leermeester heeft hetbij Kuiper geen invloed gehad, dat hij in letter-kundige richting aan den kant der jongerenstond.

,,Hoe*wel hij een harde werker was, die vooralles zijn studie ernstig opvatte, was hij tochallerminst een student, die buiten het jeugdigeleven van vroolijkheid en gezellig verkeerstand. Zijn gezellige aard en zijn behoefte aanvriendschap naast zijn zin voor humor maak-ten, dat hij een plaats in dat leven zocht; zijndegelijkheid en ernst naast zijn warm’ gevoelverschaften hem een grooten invloed. Menvoelde instinctmatig met een persoonlijkheidte doen te hebben, die een wil bezat en eenkarakter, waarin men vertrouwen kon hebben.Ook om bij komstige eigenschappen, zooalszijn groote lichaamskracht, was hij zeer gezien;dit is ook hierin uitgekomen dat hij lid van dekroegcommissie is geweest.

,,Door zijn candidaats in de oude letterenheeft hij ook een paar jaar langer dan gewoon-lijk moeten studeeren, zoodat hij ook de in destudentenwereld zoo zwaar wegende autoriteitvan den ouden had. In het dispuut gezelschapU. N. I. Ç. A., dat een kring van meer zuivergeestelijk verkeer vormde, heeft hij een rolgespeeld en eveneens tot het bestuur behoord.De letterkundige strijd, die in deze jaren tus-schen de oude richting en de tachtigers werd

gestreden, golfde ook hier, waar Diepenbrocken Gorter lid waren, na. Kuiper koos metgeestdrift partij voor de nieuwe richting, die,ik weet het uit mijn eigen studententijd,overigens onder de jonge menschen volstrektniet louter bewonderaars had. Het ontbrekenvan aandrang tot eigen letterkundig scheppenbewaarde hem hier er voor in deze machtigegeestesbeweging uit zijn richting te wordengedreven. Zijn doctoraal examen in de neder-landsche letteren deed hij in 1888. In Novembervan het jaar daaraan volgcnde werd hij be-noemd tot leeraar in het Nederlandsch en degeschiedenis aan het gymnasium te Leeuwar-d e n .

,,Ruim een jaar nadat hij te Leeuwardenwas gekomen, den 4 December 1890, promo-veerde hij aan de amsterdamsche universiteitcum laude op een dissertatie ovcr de ,,Karelende Elegast”. De lo f , d ien de faculteit,voor welke dit de eerste promotie in de neder-landsche letteren was, aan dit geschrift heefttoegekend, is niet de eenige geweest, dien hetgevonden heef t . Het is a lgemeen gunstigbeoordeeld en heeft verwachtingen voor detoekomst opgewekt.”

In Igor met het begin van den cursus ishij leeraar in de geschiedenis en de antiqui-teiten aan het stedelijk gymnasium te Amster-dam geworden. Hij keerde hiermee terug totde stad, waar hij jongen en student geweestwas en die wel in het bizonder zijn liefde enbelangstelling had. Hij was er, ook a1 vie1 in‘t begin de overgang hem zwaar, bizonder OPzijn plaats, niet alleen in ‘t amsterdamscheleven, waarin hij verschillende vrienden enkennissen van vroeger weervond, maar ookaan het amsterdamsche gymnasium. Demoeilijke, groote klassen behoefden hem geenzorg te bereiden en in ‘t leerarencorps was hijspoedig een man van invloed. In dezen tijd ishij gedurende eenige jaren redacteur geweestvan het Weekblad voor het gymnasiaalen rniddelbaar onderwijs. Niet alleen door hetschrijven van eenige artikels, maar ook doorde regelmatige opgaven van den inhoud vantijdschriften heeft hij hiervoor heel wat werkgedaan. Ook is hij lid geworden van den histo-rischen kring, waarvan de hoogleeraar Brug-mans, de archivaris Breen, Burger, de biblio-thecaris der universiteitsbibliotheek, Leendertz,Enschedé en anderen lid waren. De voordrach-ten, die de leden geregeld voor elkaar hielden,de onderlinge gedachtenwisselingen, zijn deaanleiding geworden, dat hij zijn aandachtop verschillende precies omlijnde onderwerpenheeft gericht en, gedeeltelijk na voordrachtenin den kring, daarover studies in het lichtheeft gegeven. In ieder geval na zijn ziektehad Kuiper een of andere prikkel noodig omtot openbaarmaking van eigen werk te komen.Hij heeft zijn heele leven door hard gewerkt.kennis genomen van a1 het belangrijke, dat erop z i jn studiegebied verscheen, zelfstandig

Page 99: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

AMSTELODAMUM ~.-_---~. 87

verwerkt en aanteekeningen gemaakt, dochbetrekkelijk zelden zijn inzichten en gedachtenin eigen geschrift neergelegd. Verschillendeoorzaken hebben hiervoor bestaan. Zeker ookde ziekte, die hem in ‘t begin van zijn leeraars-loopbaan een klap gaf. Daarnaast zijn grootezorgvuldigheid en waarheidsliefde, die maaktedat hij steeds bang was om iets neer te schrijvendat niet geheel juist was, dat niet aan allekanten sterk stond, die hem telkens tot re-touches bracht en hem haast verhinderde zijnwerk uit handen te geven en het aan dendrukker toe te vertrouwen. Maar daarnaaststaat nog iets anders. Hij miste in zijn geest heteigenlijk constructieve”.

Kuipers laatste jaren waren door toenemen-de ziekelijkheid verduisterd. In rgzr nam hijzijn ontslag. Na zwaar lijden is hij den 4Februari I 924 bezweken. H. B.

GYSBRECHT IN MODERN GEWAAD - InSpel en Dans (Novembernummer) geeft Corn.Veth , , gemoderniseerde” gedeelten van Von-del’s Gijsbrecht voor ‘n opvoering in heden-daagsch costuum (in navolging van de londen-sche Hamlet-opvoeringen !) o.a. dit fragmentuit Broer Peter’s verhaal :

,,Ik zag Van Campen’s Dampaleis a1 vallen,Berlage’s Beurs brandt af en de Effecten-

[Hallen,Het Scheepvaarthuis van J. M. van der MeyStaat op het kantlen. Het is vuurwerk op het 1 JUit Elte’s Stadion slaan hemelhooge vlammen,Piet Kramer’s bruggen zijn onmogelijk meer te

[krammen.Cuyper’s Museum is een zee van vuùr gelijk,De Klerrek’s blok stort van den Spaarre-

/dammer Dij kKromhout’s Americain ligt algeheel in puin,‘t Concertgebouw staat rood, van voet tot aan

[de kruin.Heer Willem trok er uit, omringd door zijn

[getrouwen,Met zang en spel zij er den moed in hoûen.De andre Willem, op het Kleine GartmanpleinSlaat zijnen mante1 om :

‘t heeft weer niet mogen zijn !’(Vit het A lg. HandeZsbZad). H. VAN DER BIJLL.

STALHOUDERIJEN. - De Courant van 26October betreurt naar aanleiding van het feit,dat de firma Korthof aan de N. 2. Voorburgwalover de Pijpenmarkt de inventaris van haarstalhouderij in veiling gebracht heeft, het ver-dwijnen van dit bedrijf in het algemeen, datsteeds meer en meer plaats moet maken voorgarages en huur auto-ondernemingen. J. W. E.

EEN AMSTERDAMSCH WO~RD: BOKSER. -In het Niezcw Israëlitisch weekblad van 8 No-

vember plaatst het sigarenmagazijn de Bokseveen advertentie, houdende mededeeling vande opening van haar zevende filiaal.

J. W. E.

VRAGENBUSVevzoeke antwoorden Rampelaan 84, Overvee%

VRAAG.H UIS AAN DE KLOVENIERSBURGWAL. -

De kapitein baron Bentinck, zwaar gewondin den slag bij Doggersbank, werd overge-bracht naar Amsterdam ten huize van denfiscaal Boreel aan de Kloveniersburgwal, waarhij aan zijn wonden stierf. 1s dit huis nog tevinden en welk nummer was het ?

MR. C. H. BAALE.

ANTWOORDEN.STRAATLIED JE. - Van het bedoelde liedje

heb ik bij mijn verzameld materiaal, wijs enwoorden, welke ik hier volgen laat, daar hetwel aardig is dergelijke liedjes hier in hetMaandblad te bewaren.

Voor tijd zou ik willen aangeven : eenigejaren voor r go0 ; wij zullen dan niet ver vanhet ware zijn. Het is als straatlied destijds zeerpopulair geweest.

Voor dit lied is er nog eens een kermisliedgeweest, waarin de boter bezongen werd, enwel met de volgende woorden :

Een onsje boterKost maar ‘n stooter,

Die goeje tijd, die tijd komt nooit weerom.met refrein : Van je hela, hola, leve de demiesason,op dezelfde wijze waarop tegenwoordigde Amsterdammers aangespoord worden , ,omer de moed maar in te houden”.

J. H. GARMS JR.

- - - Onderscheidene verianten der woor-den vermeldden nog B., dr. M. J. Baale,R. W. C. Eisses, mr. S. J. van Lier, mevrouwH. Polak, M. Simonis, mr. J. Verdam, dr. H.Vrijdag, A. M. van de Waal en W. K. F.Zwierzina; ik gaf den voorkeur aan de redactie-Garms, omdat die de eenige is, die ook demuziek mededeelt.

Mevr. Polak, stelt het ontstaan op omstreeksrgooo dr. Vrijdag hoorde het zingen in Septem-ber in den Parktuin, Plantage, hij meent door

Page 100: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

88 AMSTELODAMUM

Eduard Jacobs, dr. Baale in Juni 1893 dooreen komiek in een varieteiten-theater in dcKalverstraat als refrein van een lang gedichtvan meerdere coupletten, de heer Eisses ver-moedt, dat het ontstaan is omstreeks 1894 enhoorde het te Groningen. Mr. van Lier en deheer Simonis wijzen op een duitsch origineel.0, Margarethe, du Madchen ohne Gleichen0, Margarethe, Will mir dein Mündlcin reichen0, Margarethe, SO reich’ mir deinen MundKüsse mich, küsse mich, ‘s macht ‘s Herz

[gesund.B. brengt de woorden in verband met de

Koningin van Italie en hoorde het lied in I~OIdoor straatzangers met begeleiding van man-doline of viool in dat land, in het bijzonder teNapels.

STEDEMAAGD. - Dat Amsterdam niet deeenige stad is van welker Stedemaagd sprakeis getuigen de penningen, o.a. de volgende uitmijne verzameling : 1595. Lier herwonnen(borstbeeld der Stedemaagd met muurkroon) ;1693. Oprichting van de fontein op de Visch-markt te Leiden ; I 736. Opening der koopmans-beurs te Rotterdam ; 1740. 3e Eeuwfeest vande uitvinding der boekdrukkunst te Haarlemgevierd ; I 741. Luthersche kerk te Middelburgingewijd (alle met een zittende Stedemaagdmet muurkroon) ; 1736. Eeuwfeest der hooge-school te Utrecht (de staande stedemaagd derbisschopstad heeft een mijter op het hoofd!)

W. K.F. Z W I E R Z I N A.

--- Als kleine bijdrage in de beantwoor-ding der vraag in het November-nummerStedemaagd, weet ik u mede te deelen, dater bestond de Maagd van Enkhuizen en deMaagd vaga Dordrecht.

In de retourvloot van 1604 heette een schipde Maagt van Enkhuizen, zie Oud- en NieuwOost-Indië, Valentijn I. pag. 214. Zelfs teAmsterdam bestaat een huis, welks eigendoms-papieren bewijzen dat het in de zeventiendeeeuw de Maagd van Dordt heette, dit is hetperceel Keizersgracht 471, waar thans debekende boekhandel Swets en Zeitlinger isgevestigd.

Ik stelmij voor dat over deze twee stedemaag-den naast deze gevallen zeer veel bekend zal zijn.

De enkhuizer maagd is de vrouw die hetstedewapen vasthoudt. G. C.E. CRONE.

--- De Stedemaagd van Amsterdam eenunicum ? Er zijn zooveel Stedemaagden alser steden zijn, en zij vertoonen zich, zoodra wijeen stad gaan personifieeren. Natuurlijk gaatde Stedemaagd van Amsterdam vaker overde tong, wordt zij veelvuldiger in beeld ge-bracht dan b.v. die van Geertruidenberg, maarik kan den heer C. H. v. R. verzekeren, datook dit stedeke zijn Maagd heeft ; vroegerwas dit een klein maar stevig vrouwtje,zittend in een krans van groene wallen, en inde rechterhand (het kan ook de linker geweest

ziin) een sleutel houdend, de s leutel vanziin) een sleutel houdend, de s leutel vanHolland. Thans. . . .Holland. Thans. . . . maar mededeelingen daar-maar mededeelingen daar-over behooren niet in Amstelodamum thuis.over behooren niet in Amstelodamum thuis.Meer dan één kroniek brengt op het titelblaf!Meer dan één kroniek brengt op het titelblaf!een Stedemaagd in beeld, zoo b.v. de Chronijkeen Stedemaagd in beeld, zoo b.v. de Chronijkz/arz Hoorn, gedrukt bij Feyken Rijp, waarinz/arz Hoorn, gedrukt bij Feyken Rijp, waarinHoorn’s Stedemaagd uitvoerig in dicht-Hoorn’s Stedemaagd uitvoerig in dicht-regelen wordt beschreven. Voor zoover mijregelen wordt beschreven. Voor zoover mijbekend is, is er slechts één Stedemaagd, diebekend is, is er slechts één Stedemaagd, diewettelijk is erkend, n.1. die van Enkhuizen,wettelijk is erkend, n.1. die van Enkhuizen,welks officieel wapen bestaat uit het schildwelks officieel wapen bestaat uit het schildmet de drie gekroonde haringen, gehoudenmet de drie gekroonde haringen, gehoudendoor een Maagd, dit ten teeken, dat de stad,door een Maagd, dit ten teeken, dat de stad,na met wallen omringd te zijn, nimmer doorna met wallen omringd te zijn, nimmer dooreen viiand werd aangerand. Heeft misschieneen viiand werd aangerand. Heeft misschienBraakensiek,Braakensiek, die zoo herhaaldelijk in dedie zoo herhaaldelijk in deGvoene Amsterdam’s Stedemaagd afbeeldt -Gvoene Amsterdam’s Stedemaagd afbeeldt -maar dit, naar ik meen, toch o.m. ook wel eensmaar dit, naar ik meen, toch o.m. ook wel eensdie van Rotterdam deed - er schuld aan, datdie van Rotterdam deed - er schuld aan, datde heer C. H. v. R. zich geen andere Stede-de heer C. H. v. R. zich geen andere Stede-maagden dan de amsterdamsche kan voor-maagden dan de amsterdamsche kan voor-stellen ? De gewoonte, steden als maagden testellen ? De gewoonte, steden als maagden tepersonifieeren, is van klassieken oorsprong.personifieeren, is van klassieken oorsprong.In de oudheid werd de stad (Athene) voor-In de oudheid werd de stad (Athene) voor-gesteld door haar beschermgodin de maagd,gesteld door haar beschermgodin de maagd,Pallas Athene; geen wonder, dat het oudePallas Athene; geen wonder, dat het oudeStadhuis van Amsterdam, met zijn sterkStadhuis van Amsterdam, met zijn sterkclassicistisch karakter ook in zijn versieringen,classicistisch karakter ook in zijn versieringen,op meer dan één plaats de stad als een Maagdop meer dan één plaats de stad als een Maagdvoorstelt. 1s het Jacob van Campen’s schep-voorstelt. 1s het Jacob van Campen’s schep-ping geweest, die de andere Stedemaagdenping geweest, die de andere Stedemaagdenheeft doen geboren worden ? Vermoedelijk zijnheeft doen geboren worden ? Vermoedelijk zijnzij alle, evenals ,,zij alle, evenals ,, ‘s werelds achtste wonder”,‘s werelds achtste wonder”,producten van den geest des tijds, met zijnproducten van den geest des tijds, met zijnzucht naar, liefst klassieke symbolen, een geestzucht naar, liefst klassieke symbolen, een geestdie nog thans in zooverre voortleeft, dat wijdie nog thans in zooverre voortleeft, dat wijook nu nog de personificatie van een stad alsook nu nog de personificatie van een stad alseen Maagd voorstellen, ook in de gevalleneen Maagd voorstellen, ook in de gevallenwaarin een stad noch door speciaal vrouwelijkewaarin een stad noch door speciaal vrouwelijkekaraktertrekken uitmunt, noch, als Enkhuizen,karaktertrekken uitmunt, noch, als Enkhuizen,er prat op kan gaan,er prat op kan gaan, dat zij immer ongereptdat zij immer ongereptbleef.bleef. A. LOOSJES.A. LOOSJES.

EPHRAIM VAN EMBDEN. - Bij F. Muller:EPHRAIM VAN EMBDEN. - Bij F. Muller:De Nederl. Geschiedenis in platen wordt onderDe Nederl. Geschiedenis in platen wordt onderNo. 5592. 1800 vermeld :No. 5592. 1800 vermeld :

,,Ik heb Dam ; wie zoekt, die vindt”. ,,Twee,,Ik heb Dam ; wie zoekt, die vindt”. ,,Tweeplaten over het damspel, waarvan de eersteplaten over het damspel, waarvan de eerstede koffiekamer van Felix Meritis voorstelt,de koffiekamer van Felix Meritis voorstelt,waar vier spelers aan dambord etc. ; de persoonwaar vier spelers aan dambord etc. ; de persoonlinks met hoed op zou de groote speler E. vanlinks met hoed op zou de groote speler E. vanEmbden, joodsch makelaar zijn, wiens ver-Embden, joodsch makelaar zijn, wiens ver-hard. ovey het Damspel (ongeveer 300 bld. methard. ovey het Damspel (ongeveer 300 bld. metI plaat) in 1785 verscheen ; de andere rechtsI plaat) in 1785 verscheen ; de andere rechtszou de waterbouwkundige C. Zillesen zijn, enzou de waterbouwkundige C. Zillesen zijn, eneen derde de damspeler J. A. Jourdani.een derde de damspeler J. A. Jourdani.

De andere plaat stelt een kamer in het Koffie-De andere plaat stelt een kamer in het Koffie-huis de ParadijsvogeZ(?) in de Kalverstraathuis de ParadijsvogeZ(?) in de Kalverstraatvoor, en den ouden Van Embden met zijn zoonvoor, en den ouden Van Embden met zijn zoontegenover elkaar aan een dambord.tegenover elkaar aan een dambord.

, ,Twee zwartekunstprenten, de eerste in mijn, ,Twee zwartekunstprenten, de eerste in mijnbezit, beide bij den heer J. W. Wurfbain”.bezit, beide bij den heer J. W. Wurfbain”.

Het Prentenkabinet bezit beide zwarte-Het Prentenkabinet bezit beide zwarte-kunstprenten.kunstprenten. J. M. BLOK.J. M. BLOK.

Page 101: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

I N H O U D

BlZ.Mededeelingen van het Bestuur 1, 9, 17, 25,

33, 42, 49, 57,659 73J. 2. KANNEGIETER, Een Aemstelslot te

Amsterdam ? . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . . . . I

M. G. DE BOER, Het Groot NoordhollandschKanaal en de plannen tot afsluiting vanhet IJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9

J. W. EnscnEDÉ, Staande horloges . . . . . . . 17

D. KOUWENAAR, Het Rokin . . . . . . . . . . . . . 25JOH. C. BREEN, Amstelodamum 1900-1925 33H. BRUGMANS, Onze Tentoonstelling . . . . . 42J. W. ENSCHEDB, Twee jubilea.. . . . . . . . . . 49H. VAN DER BIJLL, De pers en de Histori-

sche Tentoonstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . 57JOH. C. BREEN, Het Tolprivilegie . . . . . . . . 65A. A. KOK, De herstelling van de Luther-

sche Oude Kerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 73JOH. C. BREEN, Bange tijden voor vijf

eeuwen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 81LangS den weg 4, 12, 19, 27, 35, 44, 51, 58,

68, 77, 82Oud en Nieuw uit Amsterdam’s verleden

6, 14, 19, 29, 37, 45, 54, 61, 70, 7% 83Vragenbus 7, 16, 23, 32, 40, 48, 56, 64, 72,

80, 87Correspondentie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Kleinere bijdragen zijn opgenomen, behalve

van bestuursleden, van :C. H. Baale . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77H. van der Bijll . . . . . . . . . . . . 7, 29, 37, 86

Blz.Mej. J. M. Blok . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48, 88M.Boas . . . . . . . . . . . . . . . 5,19,29,39,88J. W. Boissevain . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58C.P.BurgerJr. . . . . . . . . . . . . . . . . . 64,68N. W. J. Coorengel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23G. C. E. Crone . . . . . . . . . . . . . . . 24, 55, 88J.H.GarmsJr. . . . . . . . . . . . . . . . . . 24,87D. Grosheide . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77A. J. J. Ph. Haas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32E. J. Haslinghuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45G. Hellinga . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2J. G. A. van Hogerlinden . . . . . . . . . . . . . . 56Mej. C. J. Hudig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 6

F. W. Hudig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48W. A. van der Koppel . . . . . . . . . . . . . . . . 7 1J. C. C. Loman . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 231,. A. Lomanr . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12A. Loosjes . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 88W. Mol1 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 2B. Raptschinsky . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53J. Six . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64E. Slijper . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 6

1~. Smit . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5J. C. Sweijs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56J. F. L. de Balbian Verster . . . . . . . . . . . 38A. B. vandervies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2M.P.Vrij . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45P. van der Wielen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40A . H . WolfAzn. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44W. K. F. Zwierzina . . . . . . . . . . . . . . . 23, 88

Page 102: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

R E G I S T E R

Blz.Addicks, J. H. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 3Aemstelslot . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I

Ambtenaren, Taak der technische - invroeger dagen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 22

Amstelodamum, Igoo-1925 . . . . . . . . . . . . 33Amsterdam door buitenlanders geschetst 5Amsterdam door een vreemdeling bekeken

61, 72Amsterdam : een modelstad . . . . . . . . . . . . 63Amsterdam en het Geuzenliedboek . . . . . . . 7 2Amsterdam en Rotterdam als tabaks-

markten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 79Amsterdam en water . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83Amsterdam in 1275 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77Amsterdam zooals het vroeger was . . . 5, 77Amsterdams verzet tegen emancipatie van

Den Helder . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15

Amsterdamsche Gids . . . . . . . . . . . . . . . . . . 60Amsterdamsche Historische Leeskring . . . . 6Amsterdamsche kant . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Amsterdamsche lied, het . . . . . . . . . . . . . . . 20

Amsterdamsche Stadsgezichten . . . . . . . . . 5Arbeiderswoningen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Armenzorg, Geneeskundige . . . . . . . . . . . . . 1 4Armenzorg . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32Assuradeurs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21

Bange tijden voor vijf eeuwen . . . . . . . . . . . 81

Beer,T.H.de.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6Begraven van R.K. Armlastigen . . . . . . . . 16Beplanting langs de grachten . . . . . . . . . . 7 2Beursnoteering . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 4

Bokser . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39, 71, 80, 8 7Bramer, Paulus . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8, 16

Bruggen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28, 6gBruggetje van Six . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2Burgh, Pieter Albert . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64Bijbelsch Museum, het . . . . . . . . . . . . . . . . 58Cinéma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 23, 24Claudius Civilis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 62Diakonie Oude Mannen- en Vrouwenhuis 28

Diemerdij k . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36Druipsteen in Amsterdam . . . . . . . . . . . . . . 68Drukstandaardmeter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35Drukwerk in de zestiende eeuw . . . . . . . . . . 7 1

Blz.Duitsche Predikanten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23Effectenbeurs . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4Elhorst, prof. dr. H. J. . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Embden, Ephraim van . . . . . . . . . . . 80, 88Flatbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 gFoto’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58Fransche Schouwburg . . . . . . . . . . . . . . . . 29Gebouwen, afbeelding van . . . . . . . . . . . . . . 32Geloof en Ongeloof . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37Gemeente, Verdeeling der . . . . . . . . . . . . . . 77Glasschilderen . . . . . . . . . . . . . . . . 40, 48, 56Godsdienstonderwijs bij de Joden . . . . . . . 54Goudsch Glas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44Grachten, Onze. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78Grill, Familie. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45Groot, prof. dr. J. V. de . . . . . . . . . . . . . . 84Gymnasium, Het oude . . . . . . . . . . . . 38, 48Gijsbrecht in modern gewaad . . . . . . . . . . 87Handelsblad, Alg. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 3

H. Sacramentsaltaar van de Heilige Stede 52Heijermans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 3

Historische Tentoonstelling . . . rg, 42, 57, 83Holbakkerij en Holbrood . . . . . . . . . . . . . . 83Holland, Stoommeelfabriek . . . . . . . . . . . . . 51

Honderjarige, Een . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IgHoofdsynagoge, Ned. ITr. . . . . . . . . . . . . . . 4Hooft, Cornelis Pietersz . . . . . . . . . . . . . 46, 47Hoogduitsche Joodsche Gemeente . . . . . . . 46Horlogemakers, Bond van . . . . . . . . . . . . . 56Horst, Tieleman van der . . . . . . . . . . . . . . . 8Hôtelwezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 gHouken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2Huis aan den Kloveniersburgwal. . . . . . . . 87Humanisten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38Italiaansche Opera . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Jeugddienst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40Joden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5Joodsch Tooneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23Joodsche Muziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32, 40Jordaan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5 2Jubilea, Twee . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 49Kalff, prof. dr. G. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7Kanker . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 37Kas-Vereeniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38

Page 103: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

Blz. Blz .Kat, Molen de . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48 Schokland . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3 1Katholieke Kerkbouw . . . . . . . . . . . . . . . . . 60 Sequentie van St. Nicolaas, De . . . . . . . . 70Klerk, De . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . rg Singe1 201 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Koninkl. bezoek aan de Synagoge in 1924 31 St. Josephkerk.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64, 72

Koninkl. Paleis en Handelmaatschappij, Slooping huizen Nieuwmarkt xg en 21 . . . . 29

Over de ligging van . . . . . . . . . . . . . . . . 5g Societeit van Nederl. Scheepsbouw enKrasnapolsky . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 12 Scheepvaart , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56Kuiper, Dr. E. T. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 85 Spraakgebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 38Lantaarns . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 77 Staande Horloges . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 17

Latjesbrug . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Stalhouderijen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 87Leprozenhuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68 Stedelijk Museum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29Liedjeszangsters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Stedemaagd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80, 88Linden, Mr. Joannes van der . . . . . . . . . . . 45 Stichting der Stad . . . . . . , . . . . . . . . . . . . . 80Luthersche Oude Kerk, De . . . . . . 68, 73, 82 Stot-Tai . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16

Maatschappijvlag, Oude Amsterdamsche . . 55 Straatliedje . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . . . . 80, 87Majolica . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31 Taal . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39Maria-Vereeniging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Taaleigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 32Marius eer en opcomen . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Tabakshandel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

Martin en Zonen, J. G. . . . . . . . . . . . . . . . . 72 Tocht van Lumey naar Amsterdam . . . . . . . 47

Mercator-plein . . . . . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . 60 Tolprivilegie, Het . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65

Meijer, Johan Daniël _ . . . . . . . . . . . . . . . . 47 Trijn Pieters . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 47

Molens . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . 37 Uithangteeken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44Nachtwacht, De . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 80 Verdroogde menschenlijken . . . . . . . . . . . . . 64Nieuwer-Amstel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45 Vereeniging Hendrick de Keijser . . . . . . . 77Noordhollandsch Kanaal . . . . . . . . . . . . . . . g Ver. voor Ziekenverpleging . . . . . . . . . . . . . 44Oostzanen, Jan Cornelisz. van . . . . . . . . . . . 7g Veth, Jan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61

Orge1 in het Paleis voor Volksvlijt, Het 52 Vicarie-goederen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52Oslo . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19 Vingboons, Ph. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Passemparare . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 g Vredeskerk . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . . . . . . 1 3

Penning 1913 . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 Vürtheim . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 72, 80Polderhuis . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . r g Vijfzinnen Gang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23Pompstation . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53 Wapens van burgemeesters . . . . . , . . . . . . 71

Poppenhuis, Amsterdamsch . . . . . . . . . . . . 27 Wilms, J. W. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 78Poppenkast . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 3g Wisselbank . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20Portugeesche Joden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 63 Woningtoestanden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28Postkantoor . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 83 IJ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . gPostwezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1 3 Zaken, Oude Amsterdamsche . . . . . . . . . . . 13

Rechtspleging, Uit oude . . . . . . . . . . . . . . . 70 Zeemuziek . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64, 72Rembrandt . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 71 32 Zegel van Amstelodamum . . . . . . . . . . . . . 64Rembrandts Westerkerktoren . . . . . . . . . . . 77 Zeilsport, Tentoonstelling de - voorheenRive, F. W. . . . . . . . . . . . . . . 16, 24, 32, 40 en thans . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31

Rokin................................ 2 5 Zesen, Ph. von . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64Roomsche Kerken tijdens de Republiek 6g Zeuner . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 48, 56Rijksmuseum . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . 70 Ziekten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7gSarphati . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , . 14 Zinnelust, Huis te . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8Schipbreuk te Drontheim . . . . . . . . . . . . . . 21 Zwavelstokken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 24

Page 104: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

N.V. BOEK- EN HANDELSDRUKKERIJ VOORHEEN IPENBUUR & VAN SELDAM - AMSTERDAM

Page 105: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

,

de Jaargang No. 2 Februari 1925

AMSTELODAMUMMAANDBLAD VOOR DE KENNIS VAN AMSTERDAMORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUMS E C R E T A R I S V A N H E T G E X O O T S C H A P D R . J O H . C . B R E E N ,

KEIZERSGRACHT 18, -AMSTERDAM

STUKKEN VOOR REDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN, HET MAANDBLADT E Z E N D E N AAN J. W . E N S C H E D É , R A M P E L A A N 8 4 , O V E R V E E N

P R I J S P E R J A A R G A N G V O O R NIET L E D E N F R . P E R P O S T f 3 . -* AFZONDERLI JKE NUMMERS f 0,25 CI?GEMEENTE-GIR0 SERIE A, No. 65 POST.GIRO No. 5a3qI

3VERVEEN - J . W . ENSCHEDE - R A M P E L A A N 8 4

/. , .

Page 106: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

I

VACANT

tUifgaDen Dan het Genoofschap Hmsfelodamum $t

fVerkrijgbaar gesteld bij :

TBN BRINK-% DB VRIBS, AMSTERDAM.

(1902-1917) . . . . . . . . . . . . f 3.50Voor de leden à f 2. ; meerdere ex. Bf 1.50; Jaarboek XVI tot XXI (1918 to$

l 1924 ?I f 4.-; voor de leden à f 250;compleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n 35.-

J. W. ENSCHEDÉ. Amsterdamsche Klavier-muziek. Voordracht met 5 portr. en 2facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v 0.25

Muzikale Straafzangen fe Amsterdam,omstreeks 1848. Driestemmig mannen- ’koor ri ca

l!ella, uitgegeven door J. W.

ENSCHED , 2e dr. 1914.. . . . . . . . . . . . . . . n 0.15+

tC. G. ‘T HOOFT , Amsterdamsche Stads-

gez ich fenvan JAN V A N D E R H E Y D E N 1 9 1 2 - 1.50

f H. BRUGMANS. Van Raadhuis tot Paleis.Documenten betreffende den overgang

$ van het Amsterdamsche stadhuis totkoninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 4.50Voor de leden . . . . . . . , . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 2.50

VerkriJgbaar gesteldzbij : +

Maandblad. Compl. jaarg. niet meer voor- Ihanden. Afz. nrs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.25

iVerkrljgbaar gesteld bij het Bestuur:

Amsterdam in het einde derzestiende eeuwdoor PIETER BAST. Naar de uitgaaf van1597 in heliogravure gedrukt 1916. 4 bl.in port (uitverkocht) . . . . . . . . . . . . . . . . f lO.-Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n 5 . -

$Amsterdam in hef einde derzestiende ecuw

door Pieter Basf. Toelichting tot de re- $productie der kaart van MDXc’VII en - tdetails ontleend aan jongere gewijzigde %drukken. Met 7 facsim. en 2 vign. . . n 2.- AVoor de leden . . . . . . . . . . ..*........... ” l.- f

J. N. JACORSON JENSEN. Reizigers te Am-sterdam. Beschrgvende lijst van reizenin Nederland door vreemdelingen voor i1850. Bewerkin<r der bekroonde ant- $

i

woorden. 1919 . .T.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 5.-Verkrijgbaar gesteld bij : Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n 3.90

0. ALSBACH & C O . , A M S T E R D A M .

i

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekersJ. W. ENSCHED~. Oude marschen van de v a n h e t Koninklijk Pale/s t e Am- %

amsterdamsche schutterij; klavierbe- sterdam (hollandsche en engelscheeditie) li.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n 0.25 $

werking door J. H. GARMS JR. 1912 . . f 0.60

$1

.

Page 107: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

.

.

VA’CANT

~B~BB~~~~~B~~~B~?~B~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~~

&S

. 1. 4. ,, ,. 4, d, a. 1 , A. d. II

1 VERSCHENEN: t!

fj REIZIGERS TE AMSTERDAMw[R%

/iJ BES~HRIJVENDE LIJST VAN RI~ZEN IN NEDER-gj

E LAND DOOR VREEMDELINGEN V6dR.1850. BE- :ii+!p WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPa$1

EEN VANWEGEHETGENOOTSCHAP AMSTELO-&i

DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

1J.N.JACOBSENJENSEN

De prijs 1s voor hxlen van AMSTELODAMUM t 3.90;voor anderen f 5.-'. gAanvragen te richten tot den Sccretaris van Amstelodamum, dr. JOH. C. BREEN,

IiKeizersgracht 18.

kI

iyDeze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwdwerd ais een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trok

1

1 die belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep-$3SISB

Bi

vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen en 8

8verzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken, gworden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis- Y’

1 ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk.s. !L.sy k.”QJ ‘3i~:~~~~~~~~~~rv~uurr*rrr~,~~~~~~~~~~~~.~~~,~~~~~~~~~~~~~~?~~~~~~~~* .r ,p. .~r.y’~.r~.~,~.~,~,‘r.~‘~~~.~.~.. Y.r’~.~.“y’~.~~,~.~,,,~.~,~,~,~. . II A. a* 4 . 1 . 1 . A. a, . . 4 . a. II . . 1 . II II . . II ,. . . , . 1 . dC A, A. 4 . II . . ‘. 1 . 4 , II 1 . 1 . ,.

.

\

Page 108: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

KALENDER VOOR 1925bevattende 26 bladen met reproductiesnaar oude prenten uit het GemeenteArchief. (De keuze der platen geschieddemet voorlichting van Dr. J 0 H. C. BR EE N).

Prijs met premieplaat(Schreijerstoren) FI. 2.50

Verkrijgbaar in elken boekhandel of bij de Uitgevers:

A m s t e r d a m - Gebrs. van R i jkom

,,NOSOKOMOS”ADRES-BUREAU

Aanvragen voor verpleegstersen verplegers voor Particuliere-en wijkverpleging te richten tot

Mej. M. H. RIEÇK,De Oenestetstraat 9, Tel. Z. 656

ooD. WEEGEWIJS,

Fabriekvan Mahnerwerken,RAPENBURC 14,- Amsterdam. -

. 0

G R A F M O N U M E N T E N ,G R A F Z E R K E N .

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

l

VACANT

Page 109: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

Maart rgz5

AMS.TEI,ODAMUMMAANDBLAD VOOR DE KENNLS VAN AMSTERDAMORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUMS E C R E T A R I S V A N H E T C E K O O T S C H A P D R . J O H . C . B R E E N ,

KEIZERSGRACHT 18, AMSTERDAM

‘STUKKEN VOOR RiDACTIE EN ADMINISTRATIE VAN HET MAANDBLADT E Z E N D E N AAN J. W . ENSCHEDfi, RAMPELAAN 8 4 , OVERVEEN

PRIJS PER JAARGANG VOOR NIET LEDEN FR. PER POST f 3. -* AFZONDERLI JKE NUMMERS f 0,25 G?GEMEENTE-GIR0 SERIE A, No. 65 POSTmGIRO No. 5a3gr

UVERVEEN

.

- J . W . ENSCHEDE: - XAMPELAAN 84. I

Page 110: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

V A C A N T

iUifgaven van het 6enoofschap HmsfeIodamum {

t% Verkrijgbaar gesteld bij : Verkrijgbaar gesteldEbij :

t TEN BRINK & DE VRIES, AMSTERDAM. / J. W. BNSCHEDE, OVERVEEN. i+

i%% -%%%%%%%%%

.[

t%%tt

1

$ Jaarboek I-XV, (1902-1917). . . . . . . . . *. . f

%Voor de leden B .f 2. ; rneerdere ex. àj 1.50; Jnarboek XVI tot XXI (1918 tot

i1924 g f 4..--; voor de leden & f 2 50;conipleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,,

J . W ENSCIIED~. Amsterdomsche Klavier-muziek. Voordracht met 5 portr. en 2

i

facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . *

Muzikale Straatzangea t e A m s t e r d a m ,omstrceks lS48. Driestemmig mannen-koor à ca ella, u i t g e g c v c n door J W .

2e dr. 1914 ,. . . . . . . . . . . . . . . ,,

%

ENSCHED l!,

%C. (i. ‘ T k100FT, Atnstcrtic7nIsc.hP %ads-

pzirhten van JAN VAN DER HEYDCN 1912 .

% H . BRUC~MAXS. Vnn R a a d h u i s t o t Paleis.

i Documenten betreffende den overgangv a n h e t A m s t e r d a m s c h e stadjiuis t o t

+ koninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . ...” ,,Voor de ledttn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n

%. Verkrijgbaar gesteld bif :4 G. ALSBACH Rr CO., AMSTE?RDAM.+

J. W. ENSCHEDB. Oudc marsrhen van deamsterdamsche schutterij; klavierbe-werking doar J. H. GARMS JR. 1912 . . f

3.50

35.-

0.25

0.15

1.50

4.502.50

0.60

Maandbiad. Compl. jaarg. niet meer voor-hande’n. Afz. rlrs. .,.................. 0.25

Verktijgbaar gesteld bij het Bestuur :

Amsterdam in hef finde derzestiende eeuwdoor PIETER BAST Naar de uitgaaf van1597 in Ileliogravure gedrukt 1916 4 bl.in port (uitverkocht) . . . . . . . . . . . . . . . . f lO.-Voor de leden .,.,. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 5.-

Amsterdam in ht t einde derzestiende eeuWdnor Pieter Hast. Toelichting’ tot de re-prodrrctie dcr kaart x~n NDXL’VII e ndetails ontleend oan jongrre gewi/;igded r u k k e n . M e t 7 facs im. en 2 vign. . . ,, 2.-Voor dc leden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,, l.-

J N. JACOBSON JENSEN. Reizigers te Am-sterdam. Hcschrijvende lijst van reixeni n Nederland door vreemdelingen v o o r1850. fiewerking der bekroondc ant-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . w 5.-Voor de leden . . . . . . . . . . . . ..a......... ” 3.90

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekersv a n h e t Koninklijk P a l e s t e A m -s t e r d a m (hollandsche e n e n g e l s c h eeditje) à.. . ,. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . d ,, 0.25

Page 111: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

\ , *

lVACANT .

_I----.~VACANT

BESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-q

iiQIb

1LAND DOOR VREEMDELINGEN VO6R 1850. BE- aWERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OP

‘gj

& EEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO- $j54j&l DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR BY

1

i]. N. JACOBSEN JENSEN f?J&

De prijs b voot leden van AMSTELODAMUM f 3.90; voor anderen f 5.- #P.Bii

Aanvragen te richten tot dea Secretaris van Amstelodamum, dr. JOH. CÌ. BREEN, f$ .Keizersgracht 18. s

il! g-i.,F

Deze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwd @* . werd als een der befangrijkste wereidsteden, waarheen ieder troki die belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep-

Qji$$

ifvaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen en &?il?

‘.F

verzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken, $8;Y worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis-

‘2s$#d ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk. 8$4 qs .~~~~~~~~~B~~B~~~~~~~~~~~~~~~~~~~ v / / / / /hEm%Rw@r&&lE~%pm@.* .r ..,. *fq~~~‘*~,~.*&w .d . I . ‘ , 1 , ,, ,, ,

Page 112: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

KALENDER VOOR 1025bevattende 26 bladen met reproductiesnaar oude prenten uit het GerneehteArchief. (De keuze der platen geschieddemet voorlichting van Dr. J 0~. C. BREEN).

Prijs met gratis premieplaat(Schreijerstoren) Fl. 2.50

Verkrijgbaar in elkon boekhandel of bij de Uitgevers:

Amsterdam - Gebrs. van Rijkom

'WEIiPRECLAiblEKAARTJES,STROOIBlLJETTEN,PRIJSCOU-RANTEN,BUURTBLADENENZ.NIETIN DE PRULLEMAND,MAAR GEEF DIE LIEVER TEN

GESCHENKEAANJ.W. ENSCHEDE,

RAMPELAAN84 - OVERVEEN

D. WEEGEWIJS, IFabriek

van Marmerwerken,RAPENBURG í4,.- A m s t e r d a m . -

0

GR-AFMONUMENTEN,GRAFZERKEN.

000000000000

.VACANT

Page 113: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

mde Jaargang

MAANDBLADVOORDEKENNISVAN AMSTERDAMm ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM o *:

a STUKKEN VOOR REDACTIE PRIJS P E R J A A R G A N G 0

E N ADMINISTRATIE V O O R NIET-LEDENT E Z E N D E N AAN FRANCO PER POST F 3.-J. W. ENSCHEDÉ, A F Z O N D E R L I J K E .

0Ft_AMPELAAN 84, OVERVEEN N U M M E R S 2 5 C E N T S lG E M E E N T E - G I R 0 S E R I E A , N o . 6 5 - POST-GIR0 5 2 3 9 1

-o~~o~o~o~mo~m~o

VACANT

INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER)

S I N G E L 3 6 4 , A M S T E R D A M - TEL. 34107 ’

Levering van antiquarische en moderne boeken op elk gebied en op aanvraag verkrqgbaar :

Catal. 16: Oude reizen - cartographie, enz. - Catal . 24: Ned. Letterkunde tot 1800.Catal. 26: Incunabelen, Bibliographie, Letterkunde, Theologie, Kunst, Recht, Reizen

enz. - Lijst 49:’ Erasmiana.AANKOOP VAN CdEREELE BIBLIOTIIEKEN OF ENKBLE WEKPEN VAN WAABDE.

Page 114: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VÀCANT

a

iUffgCIDeI’I DcIIl heic 0enoofschap $hxsfeIodamum f

% Verkrijgbaar gesteld bij :

î TBN BRINK & DE VRIES, AMSTERDAM. 1

Verkrijgbaar gesteld bij :J. W. ENSCHBDE, OVERVEEN.1

1jaarhoek i-X\', (!902-19lï)............ f 3.30 I

V o o r dc Icden :I j2. - ; meerdcre ex. a

i

f 1.50: Jaarlxwk XI’1 tot XXI (1918 ter192-I it f :.--; voor de leden : L f 2 59;compleet .". . . . . . . . . . . . . . . . . I.. . . . . -. ,, El.-- [

$ -1 . W. ENSCHl:Dt, .~rr~slerdatr~sche Klavier-

%murieli. ~‘oordrncht m e t 5 portr. e n Z

+facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . “.......,... ” 0.25

.Vrl2it;alc Siraalrang~n fr In~slerdarx.crmfrccks 1848. Drlestemmiji mannen-

f

k o o r a cnpelh. tiitgeqeven door J . E’.EXSctiEDÉ. 2e dr. 1914 . . . . . . . . . . . .., . ,, 0.15.

Documenten betreffende den overgangvan het Amsterdamscbe sudhuis t o t

4 kuninklljk pniels 1913 . ..” . . . . . . . . . . . . ,, 4.s

! l oor de iedcn . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ~ ” 2.50

i Verkrljgbaat g e s t e l d bij:

%G. ALSBACH & C O . , AMSTRRDAM.

I

;. u’. ENSCHLDÉ. Olltf~ nrni~chrtr i’un deamwtcrdarmschc schutterij: klrivierbe-

Maandblad. Compl. /aarg. niet meer voor- ’ $handen. Afz. nrs. . . . . . . ..* . . . . . . . . .*. 0.25

%.-%

Verkrijgbaar gesteld bij het Bestuur:t

Amsterdam ia he! einde der zesfieade CJPUISdoor PETER BAST. Naar de uitcaaf van1597 in heiiogravure qe:!rukt 1916 4 bl.in port (uitverkocht) . . . . . . . . . . . . . . . . ,f lO.-Yoor d e ledcr.t . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ~.. ,( 5.- %

4

V o o r de ledene....................... 1 l.-i

J. N. JACOUSON JE?~SES. RcfzL~tqr: iv .Jrn-stesdam. Beschrijvende fils: van rci:l~~: %in Ncderiand door I~zemdelrngPn wo,-1 8 5 0 . Btawerkln; der hckrnoi:.le ~II?-

%

woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . ,~ . . . . ~ IVoor drt ledrr L.....V.................. n

Page 115: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

HEEFT U REEDS ONZE

CATALOGUSAANGEVRAAGD?FRANCO TOEZENDIN6

bekhanéei V’h M. Tokkie Ir.SPUI 1446 - AMSTERDAM- TELEFOON 44207 T

l

VACANT

VACANT

.

V E R S C H E N E N : .

REIZIGERS TE AMSTERDAMBESCHRIJVENDE LIjST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN Vb6R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDe prijs is voor lcden van AMSTELODAMUM f 3.90; VQOI andeten f 5.-

Aanvragen te richten tot dcn Secretaris van Amstelodamum, dr. JOH. C. BREEN,Keizersgracht 18.

Deze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwdwerd als een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trokdie belangstelling had in ‘wetenschap en kunst, handel en scheep-vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welkë gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis-te? maakt het gebruik van het boek gemakkelijk. 0

Page 116: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT .

,,NOSOKOMOS”ADRES-BUREAU

Aanvragea voor verpleegstersen verplegers voor Particuliere-en wijkverpleging te richten tot

Mevr. C. KOCH-TILAN USJoh. Verhulststr. 30boven. - Tel, 20656

- -00000000~0

D. WEEGEh’lJS,Fabriek

van Marmerwerken,RAPENBURG~~,- Amsterdam. -

Q

G R A F M O N U M E N T E N ,GRAFZERKEN,

0000000000Q0

VACANT

Page 117: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

IAMSTEL0DAMUM.IMAANDBLADVOORDEKENNISVAN AMSTERDAM

l ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM m0 0

.*ISTUKKEN VOOR REDACTIE PRIJS PER JAARGANCE N A D M I N I S T R A T I E VOOR NIET-LEDEN

T E Z E N D E N AAN FRANCO PER POST F 3.-J. W. ENSCHEYDÉ, AFZONDERLIJKE I

0RAMPELAAN 84. OVERVEEN N U M M E R S 2 5 C E N T S @

GEMEENTE-GIR0 SERIE A, No. 65 - POST-GIR0 52391

PRENTEIWEILINGDOOR EN TEN HUIZE VAN DE VEILINGHOUDERS

G; THEOD. BOM & ZOONK E R K S T R A A T 3 1 0 - 3 1 4 - A M S T E R D A M

12 E N 13 ME1 1925V e r z a m e t i n g e n v a n A . T H . H A R T K A M P ,(3e gedeelte) J. MULLER, Ds. L.. . . ., .e. a.PORTRETTEN - HISTORIEPRENTEti - STADSGEZICHTEN

BEZICHTIGING 9-11 MEI VAN 10-4 UURGEILL . CATALOGUS OP AANVRAGE VERKRIJGBAAR

VACANT ~

INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER) -

S I N G E L 3 6 4 , A M S T E R D < A M - TEL. 34107

Levering van antiquarische en moderne boeken op elk gebied en op aanvraag verkr&baar :

Catal. 16: Oude reizen - cartographie, enz. - Catal . 24: Ned. Letterkunde tot 1800.Catal. 26: Incunabelen, Bibliographie, Letterkunde, Theologie, Kunst, Recht, Reizen

enz. - Lijst 49: Erasmiana.AANKOOP VAN GEHEELE BIBLIOTHEKEN OF ENKELE WERKEN VAN WAARDE.

Page 118: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

V A C A N T

tLlffgcrDen DQ~ hef 6enoofschap Bmsfelodamum $

tVerkrljgbaar geeteld bij :

I

Vsrkrijgbaar gesteld;bij ::T B N B R I N K & D B VRIES, A M S T E R D A M . ;J. W. BNSCHBDB, OVERVBBN. .j

Jaarboek I-XV, (1902-1917) . . . . . . . . . . . . f 3.50Voor de leden a f 2.-; meerdere ex. af 1 . 5 0 ; J a a r b o e k X V I t o t X X I ( 1 9 1 8 fat

i1924 ,2 f 4.-; voor de leden à f 2.59;compleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ” 35.-

!J . W . ENSCnEDÉ. A m s t e r d a m s c h e Klavier-

muziek. Voordracht met 5 portr. en 2facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ” 0.25

Muzikale Straatzangen te Amsterdam,omstreeks 1848. Driestemmig mannen-koor a ca el la , uitgegeven door J. W.ENSCHED B, 2e dr. 1914 . . . . . . ..& . . . . . . ,, 0 . 1 5

i C. Ci. ‘T HOOFT, Amsterdamsche Stads-g e z i c h t e n v a n J A N V A N D E R H E Y D E N 1912 - 1 . 5 0

l H. BRUGMANS. Van Raadhuis tot Paleis.Documenten betreffende den overgangvan het Amsterdamsche stadhuis totkoninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . . ” 4.50Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . w 2.50

Verkrijgbaar gesteld bij :0. A L S B A C H t C O . , A M S T E R D A M .

t

J. W. ENSCHEDÉ. Oude marschen van deamsterdamsche schutterij; klavierbe-werking door J. H. GARMS JR. 1912 . . f 0.60

M a a n d b t a d . C o m p l . j a a r g . niet meer voor-handen. Afz. nrs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.25

Verkrijgbaar gesteld bij het Beetuur: fA m s t e r d a m i n h e t e i n d e d e r z e s t i e n d e e e u w

door PIETER BAST. Naar de uitgaaf van1597 in heliogravure gedrukt 1916. 4 bl.in port (uitverkocht) . . . . . . . . . . . . . . . . f lO.-Voor de leden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . m ; 5.- t

Amsterdam in het einde der zestiende eeuw +door Pieter B a s t . T o e l i c h t i n tot de re-

d -’$

productie d e r k a a r t v a n M X V I I e nd e t a i l s o n t l e e n d aan j o n g e r e gewiJzigdedrukken. Met 7 facsim. en 2 vign. . . ,, 2,.- fVoor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,, l.- i

J. N. JACOBSON JENSEN. Reiaigers te Am-s t e r d a m . B e s c h r z j v e n d e Iijst v a n reizen $i n N e d e r l a n d door v r e e m d e l i n g e n v o o r1850, Bewerking der bekroonde ant-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . m 5.-Voor de leden . . . . . . . . . ..*........CII ” 3.90

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekersvan het Koninklijk Paleis te Am-sterdam (hollandsche en engelsche i

l editie) ii . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ” 0 . 2 5 l$

Page 119: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

Boekhandel “/h M. Tokkielr.SPUI 14-16 - AMSTERDAM’

T E L E F O O N 4 4 2 0 7

Zendt gratis en francoCATALOGI

KQOPT GEHEELE ENGEDEELT. BIBLIOTHEKEN

VÀCANT

VACANT

.

.

REIZIGERS TE AMSTERDAM 13BESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. NJACOBSENJENSEN wsI

DC pff]8 b VOO~ kbn vm AMSTELODAMUM f 3.90; voor anderea f S.- i

Aanvragen te richten tet dcn Secretaris van Amstelodamum, dr. JOH. C. BREEN,Kcizersgracht 18.

1

IDeze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwd 1werd ais een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trok @die belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep- #vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwqn en averzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis-

g‘*

ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk. ,3

Page 120: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

--- ---

VACANT.

WERPRECLAMEKAARTJES,STROOIBILJETTEN,PRIJSCOU-RANTEN,BUURTBLADENENZ.NIETINDE PRULLEMAND,MAAR GEEF DIE LIEVER TEN

GESCHENKEAANJ.W. ENSCHEDÉ,

RAMPELAAN84 - OVERVEEN

0. WEEGEWIJS,Fabdek

van Marmerwerken,RAPENBURG 14,- A m s t e r d a m . -

0

G R A F M O N U M E N T E N ,G R A F Z E R K E N .

0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0

VACANT

Page 121: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

Me Jaargang No. 6 Juni rgz5

.~.~r’..~m~~II‘.

MAANDBLADVOORDEKENNISVAN AMSTERDAMl ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM .0 STUKKEN VOOR REDACTIE PRIJS PER JAARGANG 0

I

E N A D M I N I S T R A T I E VOOR NIET-LEDENTE ZENDEN AAN FRANCO PER POST F 3.- .J. W. ENSCHEDÉ, 1,

_AFZONDERLIJKE

0RAMPELAAN 84, OVERVEEN N U M M E R S 2 5 C E N T S

II

GEMEENTE-GIR0 SERIE A, No. 165 - POST-GIR0 52391

VACANT

INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER) -

QINQEL 8 6 4 , A M S T E R D A M - TEL. 34107

Levering van antiquarische en moderne boeken op ek gebiedverkr&baar :

Catal. 16: Oude reizefi - cartographie, enz. - Catal. 24: Ned. Letterkunde tot 1800.Catal. 26: Incunabelen, Bibliographie, Letterkunde, Theologie, Kunst, Recht, Reizen

enz. - Lijst 49: Erasmiana.AANHOOPJ’AN VEHEELE BIBLIOTiEKEN OF ENKELE WEBIjEN YAN WAABDE. .I _I , ,, . , _ ,,

Page 122: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

V A C A N T

Verkrijgbaar g.esteld bij : Verkrijgbaar gesteld blj :TEN BRINK (8 DE VRIES, AMSTERDAM. J. W. ENSCHEDE, OVBRVEBN.

I-XV, (1902-1917). . . . . . . . . , . . f 3 .50 %Voor de leden à f2.-; meerdere ex. a Maandblad. Compl. jaarg. niet meer voor-f 1.50;. Jaarboek XVI tot XXI (1918 fat

handen. Afz. nrs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.25%

+ 1924 a f 4.-; voor de leden a f 2.50;compleet %. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I , 3 5 . - Verkrijgbaar gesteld bij het Bestuur:

J. W. ENSCHEDB. Amsterdamsche Klavier-muziek. Voordracht met 5 portr. en 2

Amsterdam in het einde derzestiende eeuwdoor PIETER BAST. Naar de uitgaaf van f

facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . w 0.25 1597 in heliogravure gedrukt 1916.4 bl. %. . . . . . . . . . . . . . . .Muzikale Straatzangen te Amsterdam,

in port (uitverkocht) f lO.-omstreeks 1848. Driestemmig mannen- Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . m 5.-koor L i ca

Bella, uitgegeven door J. W.

ENSCHED , 2e dr. 1914.. . . . . . . . . . , . . . . , , 0.15 Amsterdam in het einde der zestiende eeuw

%door Pieter Bast. Toelichtin tot de re- %

C. G. ‘T HOOFT, Amsterdamsche Stads- productie der kaarf van M 5 XCVII engezichfenvanJAN VAN DER H EYDEN 1912 q 1.50 details ontleend aan jongere gewijzigde $

drukken. Met 7 facsim. en 2 vign. . . n 2.- %H. BRUGMANS. Van Raadhuis tot Paleis. Voor de leden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n l.-

iDocumenten betreffende den overgang

$

van het Amsterdamsche stadhuis tot J. N. JACOBSON JENSEN. Reizigers te Am- %koninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 4.50 sterdam, Beschrvvende lijst van retzenVoor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 2.50 in Nederland door vreemdelingen voor

1850. Bewerking der bekroonde ant-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - 5.-

Vcrkrijgbaar gesteld bij : Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 1) 3.900. ALSBACH % CO., AMSTERDAM.

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekers iJ. W. ENSCHEDÉ. Oude marschen van de van het Koninklijk Pale is te Am- %

amsterdamsche schutterij; klavierbe- sterdam (hollandsche en engelschewerking door J. H. GA’RMS JR. 1912 . . f 0.60 editie) a.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . v 0.25 %

t*+

Page 123: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT VACANT

VACANTl

.I

REIZIGERS TE AMSTERDAMBESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDe prijs b voot kden vu AMSTELODAMUM f 3.90; voor anderea f 5..Aanvragen te richten ht dsa Sccretaris van Amstelodamum, dr. JOH. C. BREEN,

Keizersgracht 18.

Deze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwdwerd fis een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trokdie belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep-vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis-

ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk..

as~J1~1~~a%B~~~~~~m mwvvvrkBmwm,, I. <I, .#

Page 124: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT .

--- -

,,NOSOKOMOS”ADRES-BUREAU

Aanvragen voor verpleegstersen verplegers voor Particuliere-en wijkverpleging te richten tot

Mevr. C. KOCH -TILAN USJob, Verhulststr. 30boven. - Tel. 20656

D, WEEGEWIJS, 1, Fabriek

I van Marmerwerken,

I RAPENBURG -14,- A m s t e r d a m . -

0- G R A F M O N U M E N T E N , >

G R A F Z E R K E N .

I 00000wxxmQo I

VACANT

.

Page 125: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

MAANDBLADVOORDEKENNISJVAN AMSTERDAM. ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM I)0 STUKKEN VOOR REDACTIE PRIJS PER JAARGANG 0

E N A D M I N I S T R A T I E VOOR NIET-LEDENT E Z E N D E N AAN FRANCO PER POST F 3.-J. W. ENSCHEDÉ, AFZONDERLIJKE

0RAMPELAAN 84, OVERVEEN N U M M E R S 2 5 C E N T S

8

GEMEENTE-GIR0 SERIE A, No. 65 - POST-GIR0 5 2 3 9 1

.

VACANT

INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER)

SINGEL 3 6 4 , AM,STERDAM - TEL. 34107

VERSCHENEN :J. S. DA SÇLVA ROSA, Geschiedenis der Port. Joden te Amsterdam,

1593-I 926. Met 48 illustraties.Ingenaaid f 3.90 Gebonden f 4.90

Page 126: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT

Verkrijgbaar gesteld bij :TEN BRHNK & DE VRIES, AMSTERDAM.

Verkrijgbaar gesteid bij :

J. W. ENSCHBDE, OVERVEEN.%

$

t I-XL’, (1902--1517). . . . . . . . . .*. f 3.50

Vwr de leden à f 2. - ; meerdere ex. 3f 1.50; JaarDoek XVI iot XXI il918 tot

+

i

1524 h f 4.-: voor de leden si f 2.50;compleet . . . . .“ . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n 35.-

J.W. ENSWEDÉ. Anlsferdums<-!lc Klavier-muriek. V o o r d r a c h t m e t 5 portr. en 2facsim. 190s . . . . . . . . . . . . . ..*.......... n 0.25

Muzikale Straatzanpn te Amsterdam,ornsfreeks 1838. Dnestemmiq mannen-koor a ca

I!elia, nitgegeven door J. W. i1

ENSCHED , 2e dr. 1914.. . . . . . . . . . . . . . . ,, 0.15 1

+ C. G. 'T HOOFT, Arnsterdamsche Stads-ge%ichten van JAN VAN DEK HEYDEN 1912 I

t H. BRUGMZINS. L’an Raadhuis tot Paieis.Documenten betreffende den overgangvan het Amsterdamsche stadhuis totkoninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . . ,,Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n

% Verkrijgbaar gesteld bij :4 G. ALSBACH â: CO., AMSTERDAM.

1.50

4.502.50

+J. W. EWSCHEDÉ. Oude marschen van de

amsterdamsche schutterij; klavierbe-werking door J. H. GARMS JR. 1912 . . f 0.60

MaandD[ad. Compl. jaarg. niet meer voor- $handen. A f z . n r s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.25 %

%Verkrjjgbaar g e s t e l d bij h e t B e s t u u r :

Amsterdam in het cinde derzestiende r>enwdoor PIETER BA~T. Naar de nitqaaf van i1595 i n hrlioqrnvure gedtukt 1916. 4 bi.in port (nitverkocht) . . . . . . . . . . ...” ., f 10.- %

i’oor de leden.. . . ,. . . . . . . . . . . . . . . . . ., ,, 5.- %+

AmsterdLim in het cinde der zestiende eeuwdoor Pieter Basi. Toelichting tot de re-prodrrctie der kaar! van MRXCVII endetails ontleend aan jongere gewijzigde %drukken. M e t 7 f acs im. en 2 v ign . . . ,, 2.- $Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n l.- $

J. N. JACOBSON JENSEN. Reizigers te Am-sterdam. Beschrïjvende lijst van reizen %in Nederland door vreemdelingen voor %1850. Bewerking der bekroonde ant-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . _ 5 . - %Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ” 3 . 9 0 %

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekers %v a n h e t Koninklijk Pale(s t e Am-sterdam (hollandsche en engelsche

%editie) a.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . “. . . . . . . >t 0.25 %

+

Page 127: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT

VACANT

VACANT

VERSCHENEN:

STERDAM 1:SI

BESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER- --i53LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDC prijs 48 voor fedea van AMSTELODAMUM f 3.90; voor andeten f SF- 1

Aanvragen te richten tot ti Sccretaris van Amstelodamum, dr. JOH. Ç. BREEN,Keizersgracht 18.

Deze uttgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwd ’werd als een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trokdie belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep-vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronoiogische orde genoemd. Een uitvoerig regis-ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk.

Page 128: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT .

WERP RECLAMEKAARTJES,STROOIBILJETTEN, PRIJSCOU-RANTEN, BUURTBLADEN ENZ.NIET IN DE PRULLEMAND,MAAR GEEF DIE LIEVER TEN

GESCHENKE AAN

J. W. ENSCHEDÉ,RAMPELAAN 54 - OVERVEEN /

l

L I

oQoooiiioooo0De WEEGEWIJS,

Fabriekvan Marmerwerken,RAPENBURC 14,- Amsterdam. -

o-

G R A F M O N U M E N T E N ,G R A F Z E R K E N .

000000000000

VACANT

Page 129: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

.

sz~-Jaargznmg- No. 8 ’ September x925

o~o~m~oo~o~m~~e

IAMSTELODAMUMIMAANDBLAb VOOR DE KENNISZVAN’AMSTERDAM

m ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM .

a STUKKEN VOOR REDACTIE PRIJS PE.R JAARGANG 0 *

E N ADMINI!STRATIE VOOR NIET-LEDEN’T E Z E N D E N AANJ. W. ENSCHEDÉ,

FRANCO PER POST F 3.-AFZONDERLIJKE

0i$i%fî?fcA~N~ OVERVEEN NUMMERS:;25 C E N T S

/ *~-r\~%~\\: UUA ‘2 2 r,\ - _ : < _ .lc m

GEMEENTE-G-R0 SERIEZA, N o . 6 5 - P O S T - G I R 0 5’i3;;I

VACANT

,

INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER)

SINQEL 3 6 4 , A M S T E R D A M - TEL. 34107

VERSCHENEN:J. 8. DA SI”LVA ROSA, Geschiedenis der Port. Joden te Amsterdam,

lb93-1925. Met 48 illustraties.Ingenaaid f 3.90 Gebonden f 4.90

Page 130: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

++uu**uu***u++++++~+“’

i

%

Utfgaven Dan het Genootschap Bmsfelodanum i

i

Verkrljgbaar gesteld bi] : Verkrijgbaar gesteld bij :’ %TBN BRINK & DB VRIES, AMSTERDAM. J. W. ENSCHEDE, OVERVEEN. %

f 3.50Voor de leden ri. f 2.-; meerdere ex. à

Maandblad. CompL jaarg. niet meer voor- %

f 1.50. jaarboek XVI fot XXI (1918 tothanden. Afz. nrs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.25 %

l

‘1

1924 ‘a f 4,-; voor de leden a f 2.50;compleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ” 35.- Verkrijgbaar gesteld bij het Bestuur:

J. W. ENSCHED~. Amsterdamsche Klavier-muziek. Voordracht met 5 portr. en 2

Amsterdam in het einde derzestiende eeuw

facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . w 0.25door PIETER BA~T. Naar de uitgaaf van1597 in heliogravure gedrukt 1916. 4 bl. 1. . . . . ..a........

Muzikale Straatzangen te Amsterdam,in port (uitverkocht) f lO.-

omstreeks 1848. Driestemmig mannen- Voor de leden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n 5 . - %koor à ca ella, uitgegeven door J. W. %ENSCHED % Amsterdam in het einde der restiende eeuw, 2e dr. 1914.. ,. . . . . . . . . . . . . n 0.15 door Fiefer Bast. Toelichfing tot de re- %

!

C. G. 'T HOOFT, Amsterdamsche Stads- productie der kaart van MDXC\‘II en$

gezichtenvanJAN VAN DER H EYDEN 1912 w 1.50 details ontteend aan jongere getvijzigdedrukken. Met 7 facsim. en 2 vign. . . , , 2.- $

l H. BRUGMANS. Van Raadhuis tot Paleis. Voor de leden . . . . . . . . s . . . . . . . . . . . . . . . , , l.-Documenten betreffende den overgang

$

i

van het Amsterdamsche stadhuis tot J. N. JACOBSON JENSEN. Reirrigers te Am-koninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 4.50 sterdam. Beschryvende iijst van reizen %

Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . w 2.50 in Nederland door vreemdelingen voor %1850. Bewerking der bekroonde ant- +woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,, 5.- +

i

Verkrijgbaar gesteld bij : Voor de leden . . . . . . . . . . ., . . . . . . . . . . ,. >I 3.99 %G. ALSBACH & CO., AMSTERDAM.

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekers %J. W. ENSCHEDÉ. Oude marschen van de v a n h e t Koninklijk Paleis te Am-

amsterdamsche schutterij; klavierbe- sterdam (hollandsche en engelsche %

wérking door J. H. GARMS JR. 1912 . . f 0.60 editie) 5.. . . . . . ..*.................. ” 0.25 %%

Page 131: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT H

1

I

.-

VACANT

VACANT

REIZIGERS TE AMSTERDAMBESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BEWERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDe pri)r k voot kden van AMSTELODAMUM t 3.90; voot anderen t S.-

Aanvragen tc richten tot bca Secretaris van Amstelodamum, dr. JOH. @. BREEN,Keizersgracht 18.

Deze ultgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwdwerd ais een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trokdie belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep-vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis-ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk.

Page 132: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

. VACANT .

,,NOSOKOMOS”ADRES-BUREAU

Aanvragen voor verpleegstersen verplegers voor Particuliere-en wijkverpleging te richten tot

Mevr. C. KOCH-TILANUSJoh, Verhulststr. 30boven. - Tel. 20656

D. WEEGEWIJS,Fabriek

van Marmerwerken,RAPENBURG 14,- Amsterdam. -

0

GRAFMONUMENTEN,G R A F Z E R K E N .

OOOooOOOOOQO

VACANT

Page 133: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

: ’

12de Jaargang No. 9 October 1925

o~o~m~mo’O~o~~e

iAMSTELODAMlJM1Ifiw~XN~~~~~vooRDE~ENN~S~~~ AMSTERDAM

. ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM mm STUKKEN VOOR REDACTIE P R I J S P E R J A A R G A N G 8

EiN A D M I N I S T R A T I E VOOR NIET-LEDEN

TE ZENDEN AAN FRANCO PER POST F 3.-J. W. ENSCHEDÉ, AFZONDERLIJKE

RAMPELAAN 84, OVERVEEN N U M M E R S 2 5 CENT;S a

G E M E E N T E - G I R 0 S E R I E A , N o . 6 5 - POST-GIR0 5 2 3 9 1

o-‘m~o~mraoI)o~o

VACANT

I’NTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER)

SINGEL 5 6 4 , AMSTERDA,M - TEL. 34107

VERSCHENEN,:J. 8. DA SILVA ROSA, Geschiedenis der Port. Joden te Amsterdam,

1693-1926. Met 48 illustraties.Ingenaaid f 5.90 Gebonden f 4.90

Page 134: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

V A C A N T

Il UifgaDen ~crn h e t Benoofschap Eimsfelodamum i

tVerkrijgbaar gesteld blj :

I

Verkrijgbaar gesteld bij :TBN BRINK & DE VRIES, AMSTERDAM. J. W. ENSCHEDE, OVERVEEN. t

%%

Jaarboek I-XV, (1902-1917). . . . . . . . . , . : f 3.50Voor de leden à f 2. - ; meerdere ex. a

%f 1.50;. jaarboek XVI fof XXI (1918 fol

%1924 a f 4.-; voor de leden h f 2 50;compleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , , 33.-

J. W. ENSCHEDÉ. .Amsterdamsche Klavier-muiek. Voordracht met 5 portr. en 2facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . * 023

i

Mnziknle Siraatzangen t e Am&terdanr.omqtreeks 1848. Driestemmig mannen-koor à cnpella, uitgegcven door J. U’.

Maandblad. Co:npl. jaarg. niet rneer voor-handen. Afz. nrs. ..............,.I... 0 . 2 5

t+

4ENSCIIED& 2e dr. 1914.. . . . . . . . . . . . . . >, 0.15

4+ C. ci. ‘T H!IOFT, AtllsiPrdamscilc Stads-

t

gezichten van JAN vaY DEti HEYDEN 1912 w 1.50

H. BRUGMANS. Van Raadhurs fct Pa!eis.

iDocumenten betreffende den overgangvan het Amsterdamsche stadhuis tot

~ koninklijk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . ,. 4.504 Voor de leder, . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,> 2 . 5 04

i Verkrijgbaar gesteld bij :

%G. ALSBACH & CO., AMSTERDAM.

J. W. ENSCHED~. Onde marschen van deamsferdamsche schutterij ; klavierbe-werking door J.- H. CjARMS JR. 1912 . . i 0.60

Verkrijgbaar gesteld bij het Bestuur :

Amsferdam in her einde derzestiende eexwdoor PIETER BAST. Anar de uitqaaf van1597 in heliogravure gedrukt 1916. 4 bl.in port (uitverkocht) . . . . . . . . . . . . . , . f IO.-Voor dc leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ., 5.-

Amsrerdam in het eitlde derzestiende ecawdoor P[eler Basi. Toelichiing tgf de re-prodactie dcr kaart van MDXCI’II endetails nntlernd aan jonherr gel~~iz!~dedrakken. Met 7 facsim. en 2 VI~:I. . . , , 2.-Vcor de Icden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n l.-

J. N. JACOBSON JENSEN. Reizigers fe Am-sterdam. Beschrijvende I#f l,an reizenin Nederland door vreemdelingen voor1850. Bewerking der bekroortde nnt-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5.-Voor de leden . . . . . . . . . . . ..“........rn ” 3 . 9 0

*A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekersv a n h e f Koninklijk Pale!s t e A m -sterdam (hollandsche en engelscheeditie) 3.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . )t 0.25

i%

%%%%%

i%

%

%%%

Page 135: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

PH. A. WARNERS EN ZOONBOUWKUNDIGEN,AANNEMERS EN MAKELAARS.

TIMMER- EN METSELWERKEN,ONDERHOUD VAN GEBOUWEN,ASSURANTIËNENHYPOTHEKEN.

AMSTERDAM, OVERTOOM 213 - TEL. 23653.

.--_---_

VACANT

BESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDe prijs L mot ledw vao AMSTELODAMUM f 3.90; voot aaderen f S.- ~Aanvragen te richten Dd bea Sccretaris van Amstelodamum, dr. JOH. Ç. BREEN, p

Keizersgracht 18. 4

Dezc uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwd 1werd ah een der belangrijkste wereidsteden, waarheen ieder trok Idie belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep- avaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,

E@

worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig regis-ter maakt het gebruik van het boek gemakkelijk.

Page 136: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

1’A C ANT.

WERP RECLAMEKAARTJES,STROOIBILJETTEN, PRIJSCOU-

RANTEN, BUURTBLADEN ENZ.NIET IN DE PRULLEMAND,MAAR GEEF DIE LIEVER TEN

GESCHENKE AAN

J. W. ENSCHEDÉ,RAMPELAAN 84 - OVERVEEN

RAPENBURG 14,- Amsterdam. -

0

~ GRAFMONUMENTEN,G R A F Z E R K E N .

VACANT

Page 137: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

-rqMAANDBLAD VOOR DE KENNIS VAN AMSTERDAMORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM I

STUKKEN VOOR’REDACTIE PRIJS P’ER JAARCANG a

EN ,ADMINISTRATIE trOOR NIET-LEDENTE ZENDEN AAN FRANCO PER POST F 3.-J. W. ENSCHEDÉ, AFZONDERLIJKE I

N U M M E R S 2 5 C E N T S4

1 < GÉ EENTE-GIR0 SERIE A, No. 65 - POST-GIR0 52391I

*~clrr,m~m1.,1)oI~~4

,I . VACANT2 .

v

INTERNATIONAAL ANTIQUARIAAT(MENNO HERTZBERGER)

SINGEL 964, A M S T E R D A M - TEL. 34107

VERSCHENEN,:J. S. DA SILVA ROSA, Qeschiedenis der Port. Joden te Amsterdam,

15934925. Met 48 illustraties.ingenaaid f 3.90 Gebonden f 4.90

Page 138: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT

Varbrijgbaar gestsld bij :’T B N B R I N K Cc D B VRIES, A M S T E R D A M . I

Verkrijgbaar gerteld bij : tJ . W . B N S C H B D B , O V B R V B B N . %

Jaarboek I-XV, (1902-1917) . . . . . . . . . . . . f 3.56Voor de leden a f 2. - ; meerdere ex. af 1 . 5 0 ; J a a r b o e k X V I t o t X X I ( 1 9 1 8 t o t1924 à f 4.-; voor de leden à f 2.59;compleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . f i 3 5 . -.

i

J. W. ENSCHEDÉ. Amsterdamsche Klavier- .muziek. Voordracht met 5 portr. en 2facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . * 0.25

Muzikale Straatzangen te Amsterdam,omstreeks 1848. Driestemmig mannen-koor a caENSCHED B

ella, uitgegeven door J. W., 2e dr. 1914 . . . . . . . . . . . . . . . . 0.15

%C. Ci. ‘T HOOFT, Amsterdamsche Stads-

gezichtenvan JAN VAN DERHEYDEN 1912 - 1.50

%l H. BRUGMANS. Van Raadhuis tot Paleis.

?

Documenten betreffende den overgangvan het Amsterdamsche stadhuis tot

\ koninklfjk paleis 1913 . . . . . . . . . . . . . . . . n 4.56

Maandblad. Compl. jaarg. niet meer voor-handen. Afz. nrs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 0.25 %

%i

VerkrIjgbaar gesteld bij het Bestuur:A m s t e r d a m i n h e t e i n d e d e r z e s t i e n d e e e u w

i

door PIETER BAST. Naar de uitgaaf van %.1597 in heiiogravure gedrukt 1916.4 bl.in port (uitverkocht) 1... . . . . . . . . . . . . f lO.- fVoor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ..~ * 5.- f

A m s t e r d a m i n h e t e i n d e d e r z e s t i e n d e e e u w +door Pieter B a s t . T o e l i c h t i n tot de re-productie d e r k a a r t v a n M BXCVII en %details o n t l e e n d aan j o n g e r e gewdzigdedrukken. Met 7 facsim. en 2 vign. . . ,, 2.- fVoor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . m l.- t

Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . I 2.56

Vcrkrijgbaar gesteld bij :G . A L S B A C H & C O . , A M S T E R D A M .

J. W. ENSCHÈDB. Oude marschen van de: amsterdamsche schutterij; klavierbe-

werking door J. H. CARMS JR. 1912 . . f 0.60

J. N. JACOBSON JENSEN. Reizigers te Am-s t e r d a m . Beschrijvende Qist v a n r e i z e n $i n N e d e r l a n d door v r e e m d e l i n g e n v o o r2850. Bewerking der bekroonde ant-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . - 5.-Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . )I 3.96

A . W . WEISSMAN. Gids v o o r d e b e z o e k e r svan het KoninkQjk Paleis te Am-sterdam (hollandsche en engelscheeditie) à . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . l 0.25

i

?

Page 139: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

PH. A. WARNERS m.z~ONBOUWKUNDIGEN,AANNEMERS EN MAKELAARS.

TIMMER- EN METSELWERKEN,ONDERHOUD VAN GEBOUWEN,ASSURANTIËNENHYPOTHEKEN.

AMSTERDAM, OVERTOOM 213 - TEL. 23653.

VACANT

VERSCHENEN:

REIZIGERS TE AMSTERDAMBESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDe prijs is voor leden van AMSTELODAMUM f 3.90 ; vgor anderen f 5.-Aanvragen te richten tot den Secretaris van Amstelodamum, dr. JOH. C. BREEN,

Keizersgracht 18.

Deze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwdwerd als een der belangrijkste wereldsteden,*waarheen ieder trokdie belangstelling had in wetenschap en kunst, handel en scheep-vaart. Wat vreemdelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig registermaakt het gebruik van het boek gemakkelijk.

Page 140: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

.

-,;-N o-s-0 K 0’lvl0 S”ADRES-BUREAU

.Aanvragen voor verpleegstersen verplegers voor Particuliere-en wijkverpleging te richten tot

Mevr. C. KOCH-TILAN USJoh. Verhulststr. 30boven. - Tel. 20656

0GRAFMONUMENTEN,

GRAFZERKEN.\

*

’. VACANT

AMSTERDAMZOOALSHETVROEGERWASKALENDER VOOR 1926

bevattefide 26 bladen met reproducties naar oude prenten uit het Gemeente Archief*I (De keuze der plaben geschiedde met voorlichting van DR. JOH. C. BREEN)

PRIJS ME7 GRATIS PREMIEPLAAT (MUlVtTORiN) t 2 . 50VERKRIJQBAAR IN ELKEN BOCKHANDEL OQ 8t.i DE lJITQEVER$:

AMSTERDAM - GEBRS. :FAN RIJKOMVeo de premieplaat (Schreijerrtoren) beboorende bi) de Kalender voor 1225 zijw ,fog eakele exampl,,verkriigb. B 75 cts.

Page 141: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

MAANDBLADVOORDEKENNIS-XAN AMSTERDAM,. ORGAAN VAN HET GENOOTSCHAP AMSTELODAMUM m-a STUKKEN VOOR REDACTIE PRIJS PER JAARGANC l .

E N A D M I N I S T R A T I E VOOR NIET-LEDENT E Z E N D E N AAN FRANCO PER POST F 3.-J. W. ENSCHEDÉ, AFZONDERLIJKE

0RAMPELAAN 84, OVERVEEN N U M M E R S 2 5 C E N T S

GEMEENTE-GIR0 SbRIE A, No. 65 _- POST-GIR0 5 2 3 9 1

.~~m~o’m~oo~~~o

V A C A N T

.

Page 142: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT

i UifgaDen mm bief Qenoofschap Eimsfelodamum if

veiïwijgbaar gesteld bij :I

Verkrijgbaar gesteld bij :’4 TfPz ~RINK & DE ~RIES, AMSTERDAM. J. W. ENSCHBDE, OVERVEEN. t

(1902-1917).. . . . . . . . . . . fVoor de leden à f 2.-; meerdere ex. àf 1.50; Jaarboek XVI tot XXI (1918 tot1924 a f 4.-; voor de leden à f 2.50;compleet . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . , ,

f

J. W. ENSCHEDÉ. Amsterdamsche Ktavier-muziek. Voordracht met 5 portr. en 2facsim. 1908 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ”

Muzikale Straatzangen te Amsterdam,omstreeks 1848. Driestemmig mannen-koor a ca

fella, uitgegeven door J. W.

ENSCHED , 2e dr. 1914 . . . . . . . . . . . . . . . .

’ C. G. ‘T H OOFT , Amsterdamsche Stads-gezichtenvan JAN VAN DER HEYDEN 1912 .

H. BRUGMANS. Van Raadhuis tot Pateis.l

f

Documenten betreffende den overgangvan het Amsterdamsche stadhuis totkoninklijk paleis 1913 . . . . . , . . . . . . . . . . ,)

t Voor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . m+

i

Verkrijgbaar gesteld blj :G. ALSBACH a: CO., AMSTERDAM.

E.

J. W. ENSCHEDI?. Oude marschen van deamsterdamsche schuttertj; klavierbe-.werking door J. H. GARMS JR. 1912 . . f

A

3.50 Maàndblad. Compl. jaarg. niet meer voor-handen. Afz. nrs. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .

3 5 . -

0.25

Verkrijgbaar gesteld bij het BestuurAmsterdam in het einde derzestiende eeuw

door PIETER BAST. Naar de uitgaaf van1597 in heliogravure gedrukt 1916.4 bl.in port (uitverkocht) . . . . . . . . . . . . . ..a fVoor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . *

0.15 Amsterdam in het einde der zestiende eeuw

1.50

door Pieter Bast. Toelichting tot de re-productie der kaart van MDXCVII endetails ontteend aan jongere gewijzigdedrukken. Met 7 facsim. en 2 vign. . . nVoor de leden.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n

4.502.50

J. N. JACOBSON JENSEN. Reizigers te Am-sterdam. Beschrijvende lijst van reizenin Nederland door vreemdelingen voor18.50. Bewerking der bekroonde ant-woorden. 1919 . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . IVoor de leden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . n

0.60

A. W. WEISSMAN. Gids voor de bezoekersvan het Koninklijk Paleis te Am-sterdam (hollandsche en engelscheeditie) a.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . ,,

i0.25 $

$f

0.25 .t

Page 143: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

BOWWKWNDICEN,AANNEMERS BNMAKELAARS.TIMMER- EN METSELWERKEN,ONDERHOUD VAN GEBOWWEN, .a.ASSURANTIËNENHYPOTHEKEN.

AMSTERDAM, OVEFiTOOM 213 - TEL, 23863.

VACANT

VERSCHENEN:

STERDAMBESCHRIJVENDE LIJST VAN REIZEN IN NEDER-LAND DOOR VREEMDELINGEN V66R 1850. BE-WERKING DER BEKROONDE ANTWOORDEN OPEEN VAN WEGE HET GENOOTSCHAP AMSTELO-DAMUM UITGESCHREVEN PRIJSVRAAG, DOOR

J. N. JACOBSEN JENSENDe prijs is voor leden van AMSTELODAMUM f 3.90 ; voor anderen f 5.-Aanvragen te richten tot den Secretaris van Amstelodamum, dr. JOH. C. BREEN,

Keizersgracht 18.

Deze uitgaaf levert opnieuw het bewijs hoe Amsterdam beschouwdwerd als een der belangrijkste wereldsteden, waarheen ieder trokdie belangstel lin g had in wetenschap en kunst, handel en scheep-vaart. Wat vreetndelingen in Amsterdam zagen, welke gebouwen enverzamelingen zij bezochten, welke dingen hun aandacht trokken,worden hier in chronologische orde genoemd. Een uitvoerig registermaakt het gebruik van het boek gemakkelijk.

Page 144: 1925 MAANDBLAD JAARGANG 12 · Haaksma ; P. B. M. Hendrix ; dr. J. D. Hintzen ; ir. G. J. Hoogesteger ; ... het iaar 1300 en prof. dr. H. Brugmans in het achtste jaarboek vanAmstelodamum,

VACANT.

WERPRECLAMEKAARTJES,STROOIBlLJETTEN,PRIJSCOU-RANTEN,BUURTBLADENENZ.NIETINDE PRULLEMAND,MAAR GEEF DIE LIEVER TEN

GESCHENKEAANJ.W. ENSCHEDÉ,

RAMPELAAN84 - OVERVEEN

I

000000000000

0. WEEGEWIJS,Fabriek

van Marmerwerken,RAPENBURC 14,II Amsterdam. -

0

GRAFMONUMENTEN,GRAFZERKEN.

000Q00000000l

VACANT

1 AMSTERDAMZOOALSHETVROEGERWASKALENDER ,VOOR 1926

bevattende 26 bladen met reproducties naar oude prenten uit het Gemeente Archief(De keuze der platen geschiedde met voorlichting van DR. JOH. C. BREEN)PRIdS MET 6RATIS PREMIEPLAAT (MUNTTOREN) t 2 . 50VERKRIJGBAAR IN ELKEN BOEKHANDEL OF BIJ DE UITGEVERS:

1 AMSTERDAM RS. VAN RIJKOMII Van de prrmieplaat (Scbreijsrstorenj behoorende bij do Knlender voer 1925 zijn nog enkele exempl. verkriigb. B 75 cts.