De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate...

28
lei delsen De mythe ‘migratie is goed voor de economie’ 1. inleiding Vrij verkeer van werknemers staat om diverse redenen mo- menteel hoog op de Europese en nationale beleidsagenda en is onderwerp van de actuele discussie in de media. Het wordt gezien als een natuurlijke uitkomst van de Europese eenheidsmarkt. Immigratie wordt beschouwd als oplos- sing voor de structurele problemen die zich op de Europe- se arbeidsmarkten voordoen, zoals personeelsgebrek en als antwoord op de vergrijzing en ontgroening. 1 Voor het zendende land betekent emigratie bevordering van de eco- nomische groei door kennisoverdracht, investeringen, consumptie en inkomensovermakingen door migranten. Een win-win situatie dus. Dat vrij verkeer van werknemers goed is voor de economie is een mythe. Externe effecten van migratie spelen een belangrijke rol, maar deze krijgen in de migratieliteratuur ten onrechte weinig of geen aan- dacht. Dat geldt ook voor de invloed die immigratie hier- door heeft op de emigratie. Bovendien zijn er altijd econo- mische winnaars en verliezers. Om dit aan te tonen wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de (verwachte) economische gevolgen van de Oost-Westmigratie. De economische effecten van migratie betreffen op de eerste plaats econo- mische gevolgen van migratie voor de individuele migrant, die de migratiebeslissing mede bepalen, op de tweede plaats de gevolgen op mesoniveau voor bepaalde groepen op de arbeidsmarkt en de kapitaalverschaffers en op de derde plaats de macro-economische gevolgen voor de tota- le regio, het ontvangende land en voor het zendende land. Samen spelen deze effecten een belangrijke rol in de 87 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’ Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Transcript of De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate...

Page 1: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

lei delsen

De mythe ‘migratie is goed voor de economie’

1 . inleiding

Vrij verkeer van werknemers staat om diverse redenen mo -menteel hoog op de Europese en nationale beleidsagendaen is onderwerp van de actuele discussie in de me dia. Hetwordt gezien als een natuurlijke uitkomst van deEuropeseeenheidsmarkt. Immigratie wordt be schouwd als oplos-sing voor de structurele problemen die zich op de Europe-se arbeidsmarkten voordoen, zoals personeelsgebrek enals antwoord op de vergrijzing en ontgroening.1 Voor hetzendende land betekent emigratie bevordering van de eco-nomische groei door kennisoverdracht, investeringen,consumptie en inkomensovermakingen door mi granten.Een win-win situatie dus. Dat vrij verkeer van werknemersgoed is voor de economie is een mythe. Externe effectenvan migratie spelen een belangrijke rol, maar deze krijgenin de migratieliteratuur ten onrechte weinig of geen aan-dacht. Dat geldt ook voor de invloed die immigratie hier-door heeft op de emigratie. Bovendien zijn er altijd econo-mische winnaars en verliezers. Om dit aan te tonen wordtin dit hoofdstuk ingegaan op de (verwachte) economischegevolgen van de Oost-Westmigratie. De economischeeffecten van migratie betreffen op de eerste plaats econo-mische gevolgen van migratie voor de indi viduele migrant,die de migratiebeslissing mede bepalen, op de tweedeplaats de gevolgen op mesoniveau voor bepaalde groepenop de arbeidsmarkt en de kapitaalverschaffers en op dederde plaats de macro-economische gevolgen voor de tota-le regio, het ontvangende land en voor het zendende land.Samen spelen deze effecten een belangrijke rol in de

87Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 2: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

beoordeling van het economisch nut van migratie.

2 . economische migratietheorie

De economische theorie kan geen complete verklaringgeven voor de migratiestromen, omdat haar uitgangspunt– volledig vrije mobiliteit van arbeid – niet realistisch is.Naast restrictief beleid zijn er taal- en culturele barrières.Echter economische variabelen spelen een belangrijke rolbij de migratiebeslissing. Economen hebben een belangrij-ke bijdrage geleverd aan het begrijpen van geografischemobiliteit door het ontwikkelen en testen van de humancapital-theorie van migratie. De human capital-theoriebeschouwt migratie als een investering waarvan de kostennu worden gedragen om opbrengsten over een langereperiode in de toekomst te verkrijgen. Indien de contantewaarde van de opbrengsten groter is dan de aan de mobili-teit verbonden (monetaire en psychische) kosten wordtverondersteld dat de mensen zullen besluiten te migreren.Regionale welvaartsverschillen spelen een belangrijke rol,zoals loonverschillen, werkloosheidspercentages, kostenvan levensonderhoud, publieke voorzieningen en uitkerin-gen. De belangrijkste kosten zijn de transportkosten, hetgederfde inkomen tijdens verhuizing, de psychische kos-ten van het verlaten van familie en vrienden en het verliesvan senioriteit en pensioenuitkering. Ook de kosten vanverkoop en koop van een huis, het leren van een nieuwetaal en de schoolonderbreking van de kinderen spelen eenrol. Migratie uit Centraal en Oost Europa bevestigt dehuman capital-theorie: leeftijd, gezinsomstandigheden,opleidingsniveau, afstand en werkloosheid zijn belangrij-ke determinanten van migratie.2 Migratie daalt met deleeftijd; gehuwde werknemers migreren minder danalleenstaande werknemers. Leeftijd is de beste voorspellervoor wie zal migreren en opleiding is de beste indicatorvoor wie zal migreren binnen een leeftijdsgroep. De mi -

88Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 3: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

gratievoet neemt toe met het opleidingsniveau. De humancapital-theorie voorspelt eveneens dat migratie afneemtmet de afstand. De economische theorie veronderstelt dusdat wanneer een mens emigreert dit een economisch voor-delige keuze is: de baten overtreffen de kosten. In een per-fecte markt geldt bovendien dat dit microvoordeel ookleidt tot macrovoordeel. Zo stelt de Sociaal-EconomischeRaad in haar advies over arbeidsmobiliteit in de EuropeseUnie (eu ) dat arbeidsmobiliteit tussen en binnen lidstatenin de eu kan leiden tot een betere aansluiting van vraag enaanbod op de arbeidsmarkt. De allocatie van het beschik-bare arbeidspotentieel wordt hierdoor efficiënter en leidtdaarmee tot hogere economische groei. Het wegnemenvan bestaande belemmeringen voor arbeidsmobiliteit isdus van belang.3 Volgens de Commissie Sociaal Econo-misch Deskundigen van de ser dient bevordering van dearbeidsmobiliteit en het opheffen van belemmeringen eenbelangrijke doelstelling van beleid te blijven. Zij pleit inhaar advies van mei 2004 voor opheffing van de beperken-de maatregelen voor het vrije verkeer van werknemers,liefst in Europees verband, en vóór 2007. Zij vreest vooreen domino-effect als Duitsland de opheffing uitstelt tot2011.4 Tegen 2011 moet de hele Europese arbeidsmarkthelemaal vrij zijn.In de migratieliteratuur worden loonverschillen gezien

als een belangrijke en krachtige prikkel die mensen er toeaanzet te migreren en elders een baan te zoeken. Immigra-tie leidt tot meer aanbod op de arbeidsmarkt. De lagerelonen betekenen ook lagere productiekosten. In een con-currerende markt leidt dit volgens de standaard econo -mische theorie tot lagere prijzen en indien de vraag naarproducten niet inelastisch is, stijgt de vraag naar goederenen diensten. Vervolgens nemen de werkgelegenheid en delonen toe. De winst van het gastland van immigratie, hetzogenaamde immigratiesurplus uit de economische mo -dellenmetnaar evenwicht tenderendearbeidsmarktenmetafnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate

89Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 4: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

waarin de output van de immigranten groter is dan huninkomen. Volgens de neoklassieke economische theorieleidt migratie dus tot economische groei. In de praktijk kandie causale relatie ook omgekeerd zijn. Een economische‘boom’ kan tot het aantrekken van immigranten leiden omeen tekort aan arbeidskrachten op te vangen. Zonder dezeimmigratie zouden vacatures open blijven staan en wordt‘nee’ verkocht. De recente ervaring van Spanje illustreertdit. Het Spaanse groeimodel betreft vooral de bouw en dedienstensector, waaronder huishoudens en hotels en res-taurants, en is arbeidsintensief met lage kwalificatie-eisen.De sterke werkgelegenheidsgroei in deze sectoren gedu-rende de jaren 2000-2005 is voor de helft bezet door (ille-gale) immigranten. Deels betreft dit banen waarvoor,ondanks aanzienlijke structurele werkloosheid, een tekortaan aanbod was. Rond 85% van de immigranten werkt inbanen met lage kwalificatie-eisen en beneden hun oplei-dingsniveau. De lonen in de groeisectoren daalden, even-als de productiviteit. Als gevolg van immigratie is de wel-vaartsgroei, de groei van het inkomen per hoofd, in Spanjegedaald. Of dit groeimodel houdbaar is zal nog moetenblijken, immers investeringen in menselijke kapitaal zijnafwezig.5 In theorie is het ook mogelijk dat immigratie toteen stijging van het totale inkomen leidt, maar dit totaleinkomen minder snel stijgt dan het aantal inwoners, zodathet inkomen per hoofd van de bevolking (de welvaart) af -neemt. Ook is het mogelijk dat het immigratiesurplus klei-ner is dan de herverdeling tussen de productiefactoren,arbeid en kapitaal en tussen binnenlandse werknemers enimmigranten.In de praktijk zijn de effecten van migratie op de lonen

en de werkgelegenheid en op de totale output afhankelijkvan het arbeidsmarktgedrag en van instituties, zoals hetminimumloon, de ontslagbescherming en werkloosheids-uitkeringen. Op basis van de neoklassieke theorie luidt deconclusie dat deze instituties loonaanpassingen tegengaanen vervolgens tot werkloosheid leiden. Voor het gastland

90Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 5: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

betekent immigratie daardoor in de praktijk of een dalingvan de lonen of een toename van de werkloosheid, vooralaan de onderkant van de arbeidsmarkt. Indien de arbeids-markt niet ruimt en door immigratie de werkloosheid toe-neemt onder bestaande ingezetenen is het minder zekerdat automatisch een inkomenswinst van die ingezetenenoptreedt.6 De beleidsaanbeveling die hieruit volgt is: im -migratie is voordelig, beperk niet de migratie, maar her-vorm de arbeidsmarktinstituties in het gastland. Volgensde algemeen geldende neoklassieke economische theorieleidt economische groei tot een vermindering van de sala-riskloof, waardoor de verplaatsing van bedrijven en demigratiestromen van arbeid vertragen. Bij vrij verkeer vanpersonen gaat dit proces volgens deze theorie door tot deloonverschillen beperkt zijn tot de kosten van migratie. DeOost-Westmigratie is dus een voordelig tijdelijk feno-meen.

3 . micro -economische effecten

De Europese praktijk laat zien dat migratie gepaard gaatmet aanzienlijke onzekerheden voor de individuele mi -grant. Het inkomen van migranten ligt hoger dan het in -komen in het oorsprongland. Verschillen in economischeontwikkeling hebben effect op de bereidheid van de im -migranten om aangeboden werk in het gastland te aan-vaarden. Het grootste deel van de immigranten is actief inhet onderste segment van de arbeidsmarkt, dat wil zeggendoet laag- en ongeschoold werk. Dat werk is vaak onzekeren laagbetaald. Ook hoger opgeleide immigranten komenveelal terecht in laagbetaalde banen. Migranten uit Oost-Europa slagen er niet in hun menselijk kapitaal in het Wes-ten te verzilveren; de genoten opleiding is onvoldoendeoverdraagbaar.7 Immigranten verdienen minder dan de in -heemse werknemers doordat werkgevers minder informa-tie hebben over migranten en in dienst nemen riskanter is;

91Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 6: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

locatiespecifieke vaardigheden spelen eveneens een rol.Vooral ongeschoolde werknemers lopen de kans te verlie-zen van internationale migratie. Naast verschillen in eco-nomische kenmerken, spelen hier ook directe en indirectediscriminatie een rol. Voor de werkgever in het ontvangen-de land betekent immigratie windfall van menselijk kapi-taal, ook al is het meegenomen menselijk kapitaal niet ge -heel toegesneden, hij heeft er niet voor hoeven te betalen.Ook verdringing en diploma-inflatie kunnen het gevolgzijn. Bij verdringing gaan de banen naar beter opgeleiden,de minder geschoolden worden naar lagere functies ver-drongen, wat de laagst opgeleiden in de werkloosheidsver-zekering doet belanden. Diploma-inflatie houdt in dat bijtoetreding tot de arbeidsmarkt een minder hoge functiewordt bereikt met hetzelfde diploma dan in het verleden.Immigranten uit Oost Europa zijn geconcentreerd in

enkele bedrijfstakken; vooral in de dienstensector, waar-onder particuliere huishoudens, hotels en restaurants ende gezondheidszorg, de bouw en in de land- en tuinbouw.8

Dit zijn sectoren waar de lonen relatief laag zijn en dearbeidsvoorwaarden vaak minder gunstig. Immigrantenzijn ook oververtegenwoordigd in illegale arbeid. Er issprake van baanconcurrentie vooral voor laag geschooldebanen. Aan die onderkant van de Europese arbeidsmark-ten heersen typisch geen tekorten, maar leggen het wette-lijke minimumloon en minimumloonschalen wel een vloerin het loongebouw. Als de loonvoet niet daalt onder hethuidige minimumloon zal er geen welvaartswinst door im -migratie optreden en zal de werkloosheid toenemen. Eenlager minimumloon betekent echter dat werkenden in hetgastland onder de minimale welvaartsgrens zakken.9 Im -migratie zet de minimumlonen onder druk. Een laag oplei-dingsniveau kan er ook toe leiden dat immigranten nietaan het werk komen, als gevolg van de werkloosheids- enarmoedevallen. Het stelsel van sociale zekerheid in hetgastland wordt hierdoor mogelijk extra belast. Het netto-effect van de immigratie op de overheidsfinanciën van het

92Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 7: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

gastland, dat wil zeggen op zowel de overheidsuitgaven als-inkomsten, lijkt tot dusverre gering te zijn.10

Meer ongeschoolde immigranten die bereid zijn om tewerken maken de markt concurrerender en voegen zo intheorie ook extra banen toe voor de lokale werknemersdoor loondaling. Echter indien immigranten vooral be -staan uit ongeschoolden, dan zal er substitutie optredenvoor de ongeschoolden in het gastland, waardoor frictieskunnen ontstaan, zoals integratieproblemen en negatieveexterne effecten zoals maatschappelijke spanningen dietot extra kosten leiden. De hoger opgeleiden in het gast-land zullen profiteren van het grotere aanbod van goed-kopere ongeschoolde werknemers, dankzij de comple-mentariteit tussen de hoogopgeleiden en immigranten.Datge schooldewerknemersenongeschooldewerknemerscomplementen zijn is een standaard veronderstelling in deeconomische migratieliteratuur.11 Immigratie kan dus delonen van ongeschoolden onder druk zetten en de werk-loosheid van ongeschoolden in het gastland doen toene-men. Het tegenovergestelde effect doet zich voor bij immi-gratie van geschoolden. Het merendeel van de empirischestudies laat het theoretisch verwachte negatieve effect zientussen migratie en lonen en werkgelegenheid van laagge-schoolde werknemers en een zwak positief effect vanimmigratie op de lonen en de werkgelegenheid van hoog-opgeleide native werknemers. Er is geen systematisch ver-band tussen immigratie en werkloosheid; of deze relatiegeldt slechts voor de korte termijn. Echter in Europa is dewerkloosheid onder immigranten twee tot drie keer zogroot als onder de nationale bevolking. Het opleidingsni-veau van de buitenlanders heeft een sterk positief effect ophet hebben van werk.12

In een gebied met hetzelfde gemiddelde loon kan debruto migratie hoog zijn, zelfs als de netto migratie nul is.Bijvoorbeeld, werknemers met een productiviteit onderhet gemiddelde verhuizen naar gebieden met een gelijkereverdeling van lonen en werknemers met een bovengemid-

93Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 8: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

delde productiviteit verhuizen naar gebieden met mindergelijke inkomensverdeling. Immers, verwacht mag wordendat geschoolde en professionele werknemers voordeelhebben van migratie vanuit een land met een gelijke in -komensverdeling naar een land waar de loonverschillentussen geschoolde en ongeschoolde werknemers grootzijn. Ongeschoolde werknemers in landen met gelijkere in -komensverdeling zullen minder prikkel hebben tot emi-gratie, omdat zij relatief goed worden betaald. In landenmetrelatiefgroteinkomensverschillenverdienengeschool-de werknemers relatief goed, maar zijn er grote potentiëlevoordelen voor ongeschoolden om te emigreren. Dit heeftuiteraard vergaande economische gevolgen voor zowel hetzendende als het ontvangende land. In Europese verzor-gingsstaten, zoals Nederland, zijn de loon- en inkomens-verschillen relatief klein. Dit trekt mensen aan met bene-den gemiddelde productiviteit en vormt een prikkel vooremigratie van mensen met een bovengemiddelde produc-tiviteit. Averechtse selectie kan het gevolg zijn.Landen met een relatief hoge bescherming (uitkerin-

gen) trekken burgers aan met een hoog risico uit lidstatenmet een laag niveau van sociale uitkeringen. Mensen meteen laag risico zullen het land mogelijk verlaten. Ook dit iseen vorm van averechtse selectie. De financieringsgrond-slag voor de verzorgingsstaten wordt hierdoor smaller.Sociaal toerisme of welvaartstoerisme kan zich voordoen,doordat de sociale voorzieningen en ook het vrije gebruikvan publieke infrastructuur hoger is dan in de recentelijktoegetreden eu -landen. Migratie wordt niet alleen bevor-derd door marktgeoriënteerde prikkels, maar ook doorstaatgeïnduceerde prikkels.13 Door dit sociaal toerismestaan de middelen voor sociaal beleid onder druk. Sociaaltoerisme betreft de migratie van uitkeringstrekkers naarstaten waar de sociale uitkeringen hoger zijn, de stroomvan mensen van minder genereuze naar meer genereuzeverzorgingsstaten. Sociaal toerisme zal toenemen onderinvloed van de euro, maar vooral ook als gevolg van de

94Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 9: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

recente uitbreiding van de eu met 10 lidstaten. De eu uit-breiding kan tot een ontmanteling van de Europese wel-vaartsstaten leiden.14 Er is empirisch bewijs voor het be -staan van sociaal toerisme, met name in de eu . Dit impli-ceert dat voor ongeschoolde of arme ingezetenen de gevol-gen van immigratie niet alleen bestaan uit een reductie vanhun lonen en baanmogelijkheden, maar bovendien uit eenvermindering van redistributieve programma’s.15

De Commissie Sociaal Economische Deskundigen(csed ) van de ser concludeert dat voor sociale zeker-heidstoerisme uit de nieuwe lidstaten niet gevreesd hoeftte worden, vanwege hoge migratiekosten die zwaar druk-ken op de lage inkomens en de mogelijkheden die lidstatenhebben zich hiertegen te wapenen, via regulering. Tegelij-kertijd pleit de csed voor liberalisering.16 Bijvoorbeeld,vanaf 1 mei 2006 hebben burgers van de Europese Unieruimer recht op vrij verblijf in andere landen van de eu .Als ze een geldig identiteitsbewijs of paspoort hebben,mogen ze drie maanden in een ander land van de eu ver-blijven en zouden onder de oude regelgeving in die driemaanden bijstand kunnen claimen. Daarom is medio2006 de Eerste Kamer akkoord gegaan met een aanpas-sing van de Wet Werk en Bijstand om ‘bijstandstoerisme’naar Nederland te voorkomen. In deze aanpassing wordtde voorwaarde opgenomen dat men voor recht op bijstand‘in Nederland woonachtig moet zijn’ en dat inwoners vande Europese Unie die vanaf 1 mei 2006 drie maanden vrijin Nederland mogen verblijven, in die periode geen rechtop bijstand kunnen claimen. De beperking van het rechtop bijstand gaat ook gelden voor inwoners van de eu dieals werkzoekende naar Nederland komen.17

95Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 10: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

4 . macro -economische effecten

Modelmatige schattingen van de economische gevolgenvan migratie tonen aan dat Oost-Westmigratie tot extragroei in de totale regio (eu 25) leidt. In het gastland neemtde economische groei toe en in het zendende land neemtde economische groei af. Voor de totale regio neemt hetinkomen van de werknemers af en dat van kapitaaleigena-ren toe. Werknemers leveren bovendien in ten gunste vande inkomens van de immigranten. In het zendende landprofiteren de werknemers ten koste van de kapitaaleige -naren en in het gastland profiteren de kapitaaleigenarenten koste van de werknemers. Het arbeidsinkomen in hetgastland neemt af als gevolg van loonrigiditeit en werk-loosheidsuitkeringen. Migratie levert een immigratiesur-plus op, maar dit gaat gepaard met inkomensherverdelin-gen tussen regio’s en tussen productiefactoren die aan-zienlijk groter zijn dan dit immigratiesurplus.18Migratie isdus vooral goed voor bepaalde groepen binnen de econo-mie. Tegelijkertijd convergeert het inkomen per capita inde totale regio, omdat de lonen en de werkgelegenheid toe-nemen in het zendende land.19

De macro-effecten van migratie, en daarmee de econo-mische wenselijkheid van volledig vrij verkeer van perso-nen, zijn naast de kenmerken van de immigranten inbelangrijke mate afhankelijk van de economische conjunc-tuur en van de structurele situatie op de arbeidsmarkt. Dearbeidsmarkten in de Europese Unie worden gekenmerktdoor hoge werkloosheid onder laagopgeleiden en eenvraagoverschot naar hoogopgeleiden. Deze twee tegen-strijdige trends zijn niet van voorbijgaande aard, in tegen-deel, verwacht wordt dat dit in de toekomst alleen maarsterker zal worden. Een selectief migratiebeleid dat onge-schoolde immigranten voorkomt en hoogopgeleide bui-tenlandse werknemers (ook van buiten de eu ) aantrekt isniet alleen een veilig beleid om economische groei te be -vorderen, maar ook om de vraag naar ongeschoolde bin-

96Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 11: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

nenlandse arbeidskrachten te vergroten.20 Ierland kan hierals voorbeeld gelden. Dit land is veranderd van een emi -gratieland in een immigratieland. De Ierse economie heeftde afgelopen jaren aanzienlijk geprofiteerd van de toege-nomen instroom van hoogopgeleide mensen, die volgdeop een verandering in de regeling betreffende werkvergun-ningen om het tekort aan arbeidskrachten op te vangen.21

In Ierland is gekozen voor een soortgelijke benadering alsin het Verenigd Koninkrijk. Relevant hierbij is dat alleimmigranten die naar Ierland komen al een werkaanbie-ding hebben en dat de integratie voornamelijk via dearbeidsmarkt plaatsvindt.Het merendeel van de oude eu lidstaten heeft beper-

kingen op immigratie uit de Midden- en Oost-Europeselanden geïntroduceerd gedurende minimaal de eerste tweejaren van overgangsperiode.22 Tot 1 mei 2011 kunnen lid-staten die beperkingen handhaven. Daarna zijn beperkin-gen verboden. Recent is een trend zichtbaar naar een meerselectief beleid, bijvoorbeeld in Duitsland, Verenigd Ko -nin krijk en Frankrijk als voorbereiding op de battle forbrains.Ook in Nederland speelt deze discussie op dit mo -ment.BijvoorbeelddeRaadvanEconomischeAangelegen-heden is voor een selectief migratiebeleid.23 De EuropeseCommissie heeft begin januari 2007 bekend gemaakt,naar Amerikaans voorbeeld, een green card te gaan intro-duceren. Dit systeem van beperkte werkvergunningen zalervoor zorgen dat hoogopgeleide migranten sneller en ge -makkelijker in de eu aan het werk kunnen en willen. Doelis de Europese economie concurrerender te maken. eu -lidstaten zullen echter ook in de toekomst zelf kunnen blij-ven bepalen hoeveel immigranten het toelaat. In septem-ber 2007 zal de Commissie de definitieve plannen voor eenEuropese green card presenteren. Echter ook hier zijn ver-liezers. De Europese Commissie denkt nog na over eenmethode om te voorkomen dat arme landen lijden onderhet massale vertrek van hooggeschoolden (brain drain).Bij voorbeeld, door er voor te zorgen dat hoogopgeleide

97Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 12: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

migranten na een aantal jaren Europa terugkeren naar hungeboorteland om dat te helpen opbouwen.Illegale migratie en pendelarbeid blijven uiteraard op -

ties. In Europa is de groei van illegale arbeid door immi-gratie vooral vraaggeïndiceerd.24 Het merendeel van deillegale migranten wordt als zwartwerker in dienst geno-men. Illegale arbeid biedt werkgevers een mogelijkheid omde arbeidskosten te verminderen en laag te houden. In2005 bedroeg het aantal illegale vreemdelingen in Neder-land naar schatting tussen 70.000 en 185.000.25 De illega-le werknemer is onverzekerd, heeft geen rechtspositie en isaan de willekeur van de werkgever overgeleverd. Oneerlij-ke concurrentie tussen bedrijven met en zonder zwartwer-ker treedt hierdoor op. Dit schaadt de formele economie.Om de toestroom van illegalen in te perken wordt door deeu -landen samengewerkt bij patrouilles aan de buiten-grenzen van de eu . In Nederland is de Arbeidsinspectievanaf 2004 uitgebreid met 80 inspecteurs tot 180 eind2006. Toezicht en handhaving impliceren aanzienlijketransactiekosten.

5 . convergentie of divergentie?

Niet alleen in de reeds genoemde modelmatige schattin-gen van het immigratievolume en van de economische ef -fecten van migratie, ook de Commissie Sociaal Economi-sche Deskundigen (csed ) van de ser gaat in haar adviesuit van economische convergentie tussen Oost en West opde lange duur. Voor de meeste toetredende landen zal hetnogminstens 25 jaar durenvoordat zij een levensstandaardvan driekwart van het gemiddelde van de eu 15 hebben be -reikt.26 Van deze convergentie hoeft echter geen sprake tezijn; in de praktijk kan er zelfs sprake zijn van economi-sche divergentie. De salariskloof tussen Oost en West isaanzienlijk. Bijvoorbeeld, in Nederland zijn de arbeidskos-ten zes tot tien keer zo hoog als in de tien nieuwe lidstaten.

98Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 13: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

Voor een deel worden deze loonverschillen gecompen-seerd door productiviteitsverschillen. Een lage loonvoetdie in redelijke verhouding staat tot de arbeidsproductivi-teit is een belangrijke voorwaarde om te concurreren op deEuropese interne markt. Echter binnen de Europese inter-ne markt bestaat er in de economisch zwakkere regio’s eentendens de lonen te laten stijgen tot het niveau in de landenmet de sterkere economieën. Zowel de werkgevers als dewerknemers in de rijkere landen ondersteunen dit, daar zijhiervan profiteren. De bonden en de werknemers in dearmere landen zullen de hogere lonen als referentiepunthanteren voor hun eigen looneisen. Hierdoor stijgen delonen meer dan de productiviteitsgroei. De arbeidskostenper eenheid product – een belangrijke maat voor de con-currentiekracht – nemen hierdoor toe ten koste van deconcurrentiepositie van de armere moe -landen.27 Hetinvesteringsklimaat verslechtert: voor bedrijven wordt hethierdoor minder aantrekkelijk om een nieuwe productie-lijn op te zetten in bijvoorbeeld die moe -landen. Econo-mische divergentie in plaats van economische convergen-tie kan het gevolg zijn. De toename van de lokale werkloos-heid vormt vervolgens een prikkel tot emigratie.Economische divergentie kan ook optreden als gevolg

van schaaleffecten, zoals naar voren wordt gebracht in denieuwe handelstheorie van Krugman,28wanneer de lidsta-ten zich in toenemende mate specialiseren in goederen endiensten waarvoor zij een comparatief voordeel hebben.De nieuwe economische geografie wijst daarnaast op hetbestaan van agglomeration economics, waarbij de produc-tie zich geografisch clustert als gevolg van het bestaan vangrote aantallen productieverbanden en relaties.29 Schaal-voordelen zijn eveneens de drijvende kracht achter dezeagglomeraties. Bedrijven en werknemers in bepaalde re -gio’s clusteren wanneer die regio’s verder integreren: han-delsliberalisatie stimuleert migratiestromen. Een toenamevan de bevolking heeft schaalvoordelen: meer consumptieen lagere vaste kosten per eenheid product en kortere ver-

99Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 14: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

bindingslijnenwaardoor agglomeratievoordelenontstaan.Immigratie leidt door de schaalvoordelen of de concentra-tie tot een toename van de gemiddelde lonen en emigratietot een daling. Ook dit leidt tot sterkere kern-periferie-patronen. Er is sprake van divergentie in plaats van conver-gentie.DeOost-Westmigratie stabiliseertniet,maarwordteen permanent verschijnsel.Economische ontwikkeling in de oorspronglanden

betekent een toename van inkomen en daarmee een mak-kelijker financiering van de migratiekosten die tot een toe-name van de migratiestroom kan leiden. Of dit effect op -treedt, is afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van hetbetreffende land. Bovendien kan worden verwacht datzelfs indien de nieuwe lidstaten er in slagen een inhaalslagte maken in termen van lonen en levensstandaard, de inko-mensverschillen tussen Oost- en West-Europa groot zul-len blijven. Met ander woorden de beperkingen op immi-gratie zullen niet substantieel de druk op de lonen en debanenmarkt wegnemen, maar eerder tot een uitstel van deinvloed leiden.30

6. oorspronglandbeginsel versuswerklandbeginsel

De activiteiten van zelfstandige buitenlandse werknemersen diensten van buitenlandse bedrijven worden niet mee-genomen in de simulaties van verwachte arbeidsmigratieen verwachte economische effecten van de recente eu -uitbreiding. Bij vrij verkeer van werknemers in de eu geldthet ‘werklandbeginsel’ voor de te hanteren arbeidsvoor-waarden. Met dit werklandbeginsel wordt concurrentie-vervalsing en daarmee negatieve beleidsconcurrentie – so -cial dumping en de race to the bottom – voorkomen. Socialedumping betreft het concurreren van landen op basis vanniet-loonkosten met hun instituties – arbeidsvoorwaar-den, sociale rechten en sociale kosten. De verlaging van de

100Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 15: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

sociale standaarden in het rijke Noorden is een vorm vansociale dumping. Ook het doelbewust geen aandacht be -steden door de minder ontwikkelde eu -landen aan socialewetgeving en sociale bescherming is een vorm van socialedumping. Hier doet zich een ‘gevangenen dilemma’ voor.Of een land verbetert zijn eigen concurrentiepositie wan-neer andere landen geen maatregelen nemen, of het landvoorkomt een verslechtering van de eigen concurrentie-positie indien soortgelijke maatregelen in het buitenlandworden genomen. De race-to-the-bottom verwijst naarconcurrerende sociale afbraak, deregulering en belasting-verlaging die voor de concurrerende landen leidt tot lagerdan gewenste loonniveaus en lager dan geprefereerde ni -veaus van sociale bescherming. Door het werklandbegin-sel wordt concurrentie op basis van arbeidsvoorwaardentussen werkgevers én tussen werknemers onderling tegen-gegaan. Immers zowel gelijke behandeling van werkne-mers als van zelfstandigen wordt gerealiseerd. Dit bevor-dert stabiele arbeidsverhoudingen en arbeidsrust en daar-mee de arbeidsproductiviteit en de concurrentiepositie endraagt bij aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat. Het werklandbeginsel stimuleert het vrije verkeer van

werknemers van arme(re) landen naar rijke(re) landen enontmoedigt demigratie van rijke(re) naar arme(re) landen.De jurist Pennings concludeerde in 2003 dat de achterlig-gende gedachten van het werklandbeginsel nog steedsactueel zijn, met name door de toetreding van de nieuwelidstaten.31 Naar het oordeel van de csed is het onwaar-schijnlijk dat de verschillen in sociale zekerheidsuitgaventussen de oude en de nieuwe lidstaten tot sociale dumpingzullen leiden en zal deze vestigingsplaatsconcurrentie opso ciale premies zich niet voordoen. Concurrentie dientjuist plaats te vinden op basis van loonkosten en socialezekerheidskosten. Zij pleit voor een ruimere toepassingvan het oorspronglandbeginsel en een versoepeling van deregels voor detachering van werknemers op basis van hetwerklandbeginsel.32

101Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 16: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

De Dienstenrichtlijn van de Europese Commissie van13 januari 2004, de zogenaamde Bolkestein-richtlijn, heefttot doel een echte interne markt voor diensten te creëren.De grensoverschrijdende dienstverlening wordt bevor-derd, met name voor het midden- en kleinbedrijf, om daar-mee bij te dragen aan de ontwikkeling van bedrijfsmoge-lijkheden en uiteindelijk meer banen te creëren. De Bol-kestein-richtlijn ruilt het werklandbeginsel in voor hetbeginsel van het land van herkomst, het oorspronglandbe-ginsel, met vergaande gevolgen voor de nationale arbeids-markten. Werknemers die naar een ander eu -land wordenuitgezonden, zullen onder de arbeidsvoorwaarden blijvenwerken van het eu -land waar ze vandaan komen. Ook decontrole van de bedrijven zal gebeuren in het land van oor-sprong. De Sociaal-Economische Raad concludeerde re -centelijk in haar advies over deze Dienstenrichtlijn dat detoepassing van het oorspronglandbeginsel voor het vrijverkeer van diensten geenszins tot aantasting van socialeverworvenheden hoeft te leiden.33 Echter, een vrije marktvoor diensten in de eu betekent dat banen in een lidstaatniet alleen door buitenlandse werknemers, maar ook doorbuitenlandse zelfstandigen kunnen worden bezet. Het ver-schil in standaarden tussen de oude en nieuwe lidstaten isgroot, wat zou kunnen leiden tot concurrentievervalsing.Door de grote verschillen tussen bijvoorbeeld de Poolse enNederlandse arbeidsvoorwaarden bestaat er een prikkeljuridische constructies te bedenken die binnen de wer-kingssfeer van vrij verkeer van diensten vallen, waardoorzij niet gehouden zijn aan de in Nederland geldende mini-mumregels rond arbeid.34 De vrije markt van dienstenstaat haaks op het beleid van de lidstaten om de instroomvan arbeid uit de nieuwe lidstaten te beheersen. Ook de rolvan de sociale partners vermindert en instituties als hetalgemeen verbindend verklaren van cao ’s en verplichtebedrijfstakpensioenen verliezen hun betekenis.In de definitieve versie van de Dienstenrichtlijn die op

16 februari 2006 door het Europese Parlement is goedge-

102Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 17: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

keurd en waarmee de Europese Raad van Ministers op 22mei 2006 heeft ingestemd, is het oorspronglandbeginselgeschrapt. Daarvoor in de plaats is een artikel gekomenmet de titel ‘vrijheid om diensten te verlenen’. In de tekststaat ook expliciet vermeld dat de richtlijn geen invloed zalhebben op de rechten van werknemers in het land waar dedienst wordt uitgevoerd. Bepaalde diensten, zoals openba-re diensten, sociale diensten en gezondheidszorg, uitzend-bureaus, transport enfinanciële dienstenzoals pensioenenen verzekeringen vallen niet onder de nieuwe richtlijn. Hetis de bedoeling dat de richtlijn in 2010 van kracht wordt.De Detacheringsrichtlijn uit 1996 (Richtlijn 96/71 eg )

verplicht de lidstaten erop toe te zien dat ook tijdelijk inhun land tewerkgestelde werknemers aanspraak kunnenmaken op een basispakket aan lokale arbeidsvoorwaarden(minimumloon, arbeidstijden etc.), mits gunstiger dan dearbeidsvoorwaarden in hun gewoonlijke werkland. Deta-chering betreft het direct of indirect via een uitzendbureauuitzenden van een werknemer naar een andere lidstaat omdaar voor rekening van die onderneming tijdelijke arbeidte verrichten. Detachering korter dan 12 maanden is eenuitzondering op de toepassing van het werklandbeginsel.Dan geldt het oorspronglandbeginsel. Voor de socialezekerheid geldt als hoofdregel de toepassing van het werk-landbeginsel. Op basis van Verordening 1408/71 is hieropvoorgedetacheerdewerknemerseenuitzonderingge maakten geldt ook voor de sociale zekerheidswetgeving van ge -detacheerde werknemers korter dan 12 maanden het oor-spronglandbeginsel. In Verordening 833/04 is verlengingtot 24 maanden voorzien.35 Ook voor zelfstandigen geldteen detacheringsbepaling.36 Hier zijn aanzienlijke kosten-voordelen te behalen, omdat zelfstandigen zonder per -soneel niet gebonden zijn aan het minimumloon of eencao .37 Ook uitzendbureaus kunnen aanzienlijke premiesontwijken door gebruik te maken van deze constructie enmensen van een land met lage premies te detacheren naareen landmethogepremies.38Totvoorkortmoestendienst-

103Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 18: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

verleners uit de Europese Unie vooraf tewerkstellingsver-gunningen aanvragen als ze in ons land aan de slag willenmet eigen werknemers uit landen waarvoor geen vrij ver-keer van werknemers geldt. Ondernemers uit de nieuwelidstaten van de Europese Unie klaagden hierover bij deEuropese Commissie. De vergunningplicht zou vrij ver-keer van diensten belemmeren. In Nederland worden bo -na fide werkgevers uit de Europese Unie vanaf december2005 niet meer verplicht om vooraf tewerkstellingsver-gunningen aan te vragen als ze in ons land een dienst ver-richten met eigen werknemers uit Polen of andere landenwaarvoor geen vrij verkeer van werknemers geldt. Vanaf 1december 2005 is er alleen nog maar een meldingsplichtvoor detachering. Voor werknemers van uitzendbureausblijft de tewerkstellingsvergunning wel vereist. Ook ‘post-busondernemingen’ blijven verplicht om vooraf tewerk-stellingsvergunningen aan te vragen.39

7 . negatieve externe effecten

De dichtbevolkte gebieden van Europa vormen ook deeconomische kernen van Europa. Hier zijn de meestebanen, bedrijven en voorzieningen, en is de beste infra -structuur. Als keerzijde van de medaille komt hier echterook de hoogste vervuiling, de meeste congestie en de min-ste natuur voor. De bevolkingsdichtheid in Nederland ismet ruim 470 personen per km2 naar internationale maat-staven absoluut en relatief zeer hoog. Hierdoor is de kansop negatieve externe effecten (overbevolking en verslech-tering van het milieu) van netto immigratie relatief hoog.Deze externe effecten krijgen in de migratieliteratuur enbij de bepaling van de economische gevolgen van migratieten onrechte weinig of geen aandacht.40 Schaaleffectenverlagen de kosten per eenheid product, terwijl congestiede kosten per eenheid product verhoogt. Is er een optimalebevolkingsomvang?

104Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 19: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

In 1993 concludeert de Wetenschappelijk Raad voor hetRegeringsbeleid (wrr ) in haar rapport ‘Ouderen voorouderen’ dat immigratiebevordering als middel tegen devergrijzing geen optie is, omdat de Nederlandse bevol-kingsgroei onwenselijk sterk zou groeien. De wrr con-cludeert: ‘Slechts een substantiële toename van het aantalarbeidsmigranten zou de verhouding tussen draagvlak endraaglast kunnen verbeteren. … Pas bij een jaarlijks mi -gratiesaldo van 125.000 … zou ook het percentage 65-plussers in de bevolking op lange termijn gelijk blijven’. Enschrijft verder: ‘Gesteld dat arbeidsmarkt en samenlevingdergelijke aantallen immigranten al zonder veel frictieszouden kunnen accommoderen, dan zou een sterke groeivan de bevolking hiervan het gevolg zijn. De raad meentdat dit onwenselijk is. Hij ziet geen heil in immigratiebe-vordering als middel tegen vergrijzing’.41 Tien jaar later, in2003, concludeert het Centraal Planbureau dat arbeidsmi-gratie op grote schaal geen effectief middel is om de finan-ciële gevolgen van de vergrijzing te verlichten. Ook voor dearbeidsmarkt vallen geen positieve effecten te verwachtenvan arbeidsmigratie op grote schaal. Wel kan be perktearbeidsmigratie gunstig zijn voor de arbeidsmarkt. Dit isvooral het geval indien immigranten hoger zijn opgeleid,goede vooruitzichten hebben op werk en in moeilijk ver-vulbare vacatures terecht komen.42 Van deze ideale om -standigheden is in de praktijk geen of slechts in beperktemate sprake.De bevolkingsdichtheid in Nederland lijkt een kritische

waarde te hebben overschreden. Zo concludeert de Raadvan Economische Adviseurs (rea ) recentelijk dat door deoverbevolking in Nederland de congestie- en milieudrukondraaglijk dreigt te worden.43 Om die reden is immigra-tie ongewenst en wijst de rea immigratie als instrumenttegen vergrijzing af. Door economen wordt het bruto bin-nenlands product (bbp) per hoofd van de bevolking veelalals maatstaf voor de welvaart gehanteerd en welvaartsver-schillen worden als een belangrijke verklarende variabele

105Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 20: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

voor migratiestromen gezien. Het bbp en dus de welvaartstijgt indien de milieuschade wordt beperkt, bijvoorbeelddoor recycling of door het opruimen van vervuiling. Dezeactiviteiten voegen echter niets toe aan de reële welvaart ineen land, maar weerspiegelen in feite slechts de stijgendetransactiekosten om het economische systeem te latenfunctioneren. Anderzijds bevat het bbp niet de vervuilingvan het milieu die welvaart vernietigt. Het prijskaartje ont-breekt dus.44

8 . meer immigratie leidt tot meer emigratie

Tussen 2000 en 2005 is de bevolkingsgroei in Nederlandgedaald van 123.000 naar 30.000 personen. Deze dalingwordt hoofdzakelijk veroorzaakt door een afname van hetmigratiesaldo. De afgelopen jaren zijn er steeds minderimmigranten gekomen. De immigratie daalde van 133.000personen in 2000 naar 94.000 personen in 2005, het laag-ste aantal sinds 1988. Samenhangend met de aantrekkendeconjunctuur is in 2006 een voorlopig einde gekomen aandeze daling. In het eerste kwartaal 2006 hebben ruim22.000 immigranten zich in Nederland gevestigd; 2.000meer dan in dezelfde periode in 2005. Na terugkerendeNederlanders zijn de Polen de grootste groep immigran-ten. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek komener nauwelijks immigranten uit de andere nieuwe Oost-Europese lidstaten. Het aantal Poolse immigranten nam in2005 toe met 2.000 tot 7.000. In het eerste kwartaal 2006is het aantal Poolse immigranten toegenomen met 1.800tegen 1.400 in de zelfde periode in 2005. Het aantal emi-granten uit Nederland is de laatste jaren juist sterk geste-gen, van 79.000 in 2000 naar 121.000 in 2005. In de eerstehelft van 2006 hebben meer mensen Nederland verlaten(63.000) dan er zijn geïmmigreerd. Het vertrekoverschotbedroeg 19.000; 5.000 meer dan in de eerste helft van

106Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 21: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

2005. In 2004 waren er voor het eerst sinds de jaren vijftigmeer emigranten dan immigranten: er verlieten per saldoruim 16.000 personen Nederland. In 2005 steeg het nega-tieve saldo verder tot 27.000 personen.45 Van alle landenvan de eu heeft Nederland het grootste vertrekoverschot.De meerderheid van deze emigranten heeft de Nederland-se nationaliteit. Nederland is veranderd van een immigra-tieland naar een emigratieland. Daarmee neemt Neder-land binnen West Europa een unieke positie in.46 Deelshangt dit samen met de conjunctuur, deels met het restric-tieve immigratiebeleid van Nederland. Echter de bevol-kingsdruk is de belangrijkste verklarende factor.Nederland heeft zowel relatief als absoluut een zeer

hoge milieudruk. Milieudruk en bevolkingdichtheid zijngekoppeld. De hoge milieudruk in Nederland is het gevolgvan de zeer hoge bevolkingsdichtheid, het hoge inkomens-niveau,deenergie-intensieveproductieendegroteemissie.Ook de milieukwaliteit in Nederland is laag. De mi lieu -kwaliteit heeft betrekking op de toestand van na tuurlijkehulpbronnen, bodem, water en lucht op een bepaald mo -ment. Het gaat hierbij dus om voorraadgrootheden.47 Uitonderzoek van het Nederlands Interdisciplinair Demo -grafisch Instituut (nidi ) blijkt dat niet zo zeer de financië-le prikkels, maar de kwaliteit van de samenleving (milieu-druk) en de demografische druk – de bevolkingsdichtheid– belangrijke motieven zijn om te emigreren. Meer dan80% van de Nederlanders die willen emigreren, dat wilzeggen permanent in het buitenland wil gaan wonen, vindtde bevolkingsdichtheid te hoog. De grootste groep emi-greert met partner en kinderen. Mensen die Nederlandverlaten zijn relatief jong en relatief hoog opgeleid en heb-ben vaker een hoog inkomen.48 Dit sluit naadloos aan bijde human capital-theorie en bevestigt eveneens de mense-lijke kapitaalvlucht waarmee emigratie gepaard gaat en dereeds genoemde averechtse selectie. Dit is economisch on -gewenst, immers nu financieel kapitaal volledig mobiel is,is de scholingsgraad van de beroepsbevolking de voor-

107Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 22: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

naamste determinant van de internationale handel. Emi-gratie en immigratie staan dus in verband met elkaar: hetzijn communicerende vaten. Het negatieve economischeeffect van de door immigratie geïnduceerde brain drainwordt ten onrechte niet meegenomen in de berekeningenvan de economische gevolgen van vrij verkeer van werkne-mers. Bevordering van immigratie is geen oplossing voorvergrijzing en ontgroening, in tegendeel, het vergroot dearbeidsmarktproblemen veroorzaakt door de demo gra fi -sche ontwikkelingen en remt de economische groei door-dat het hoogopgeleiden aanzet het land verlaten. Het be -leid dient zich niet te richten op de kwantiteit, maar op dekwaliteit van de beroepsbevolking, met andere woordeninvesteren in menselijk kapitaal, in kennis van jongeren enoudere werknemers. Selectief immigratiebeleid kan hiereen aanvulling op vormen.

9. conclusies

Individuele economische voordelen van migratie hoevenniet samen te vallen met maatschappelijke economischevoordelen. In tegendeel. De netto economische voordelenvan migratie zijn noch voor het gastland noch voor hetzendende land eenduidig. Vrij verkeer van arbeid heeft zijnsociale en economische prijs: verdringing, oneerlijke con-currentie, verstoring van de arbeidsverhoudingen en aan-tasting van de verzorgingsstaat. Bovendien treden er nega-tieve externe effecten op. Voor zover vrij verkeer van per-sonen al economische voordelen heeft, geldt dit zeker nietvoor iedereen. Migratie heeft aanzienlijke herverdelendeeffecten. Creatie van werkgelegenheid in het zendendeland lijkt een effectievere en efficiëntere manier om con-vergentie bijvoorbeeld tussen Oost en West te realiserenen negatieve externe effecten van omvangrijke migratie -stromen in te dammen.

108Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 23: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

noten

1 Zie bijvoorbeeld ser , Arbeidsmobiliteit in de e u ;csed ,Met Europa meer groei; Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans so tough on migrants?’; United Nations,Replacement migration.

2 Krieger, Migration trends.3 ser , Arbeidsmobiliteit in de e u , p. 32-33.4 csed , Met Europa meer groei, p. 45.5 Zie bijvoorbeeld La Caixa, The Spanish economy monthly

report, februari 2006; La Caixa, The Spanish economymonthly report, oktober 2006.

6 Zie Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans so tough onmigrants?’; Drinkwater e.a., ‘The economic impact ofmigration’.

7 Zie De Mooij en Nahuis, ‘Kansen en bedreigingen van deeu -uitbreiding’; Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans sotough on migrants?’; Leibfritz e.a., ‘Effects of immigra-tion’; Alvarez-Plata e.a., Potential migration;Salt, Currenttrends.

8 Zie De Mooij en Nahuis, ‘Kansen en bedreigingen van de eu -uitbreiding’, p. 19; Boeri en Brücker, ‘Why areEuropeans so tough on migrants?’; Leibfritz e.a.,‘Effectsof immigration’; Alvarez-Plata e.a., Potential migration;Salt, Current trends;Corpeleijn, ‘Migranten en werkne-mers uit de Oost-Europese lidstaten’.

9 Zie Verbon, ‘Sociale zekerheid in de eu -grondwet: bestwel onzeker’.

10 Zie Coppel e.a., Trends in immigration’; Roodenburg enVan den Boom, ‘Economische gevolgen van immigratie’.

11 Zimmermann, ‘European labour mobility’, in: De Econo-mist, 153, 2005, p. 425-450.

12 Zie Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans so tough onmigrants?’; Leibfritz e.a., ‘Effects of immigration’; Coppele.a., ‘Trends in immigration and economic consequences’.

13 Zie Lammers, ‘How will the enlargement affect the oldmembers’.

109Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 24: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

14 Sinn, ‘eu Enlargement’.15 Coppel e.a., ‘Trends in immigration’; Boeri en Brücker,

‘Why are Europeans so tough on migrants?’; Leibfritz e.a.,‘Effects of immigration’.

16 csed , Met Europa meer groei, p. 123.17 Ministerie van szw , Persbericht, 5 juli 2006. Voor een

nadere bespreking van de wijziging van de Wet Werk enBijstand zie de bijdrage van Paul Minderhoud in deze bundel.

18 Zie Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans so tough onmigrants?’; Roodenburg e.a., Immigration and the Dutcheconomy.

19 Zie Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans so tough onmigrants?’; Roodenburg e.a., Immigration and the Dutcheconomy; CPB, Arbeidsmigratie.

20 Zimmermann, ‘European labour mobility’, p. 430.21 Zimmermann, ‘European labour mobility’, p. 430.22 Zie Boeri en Brücker, ‘Why are Europeans so tough on

migrants?’.23 rea , Miljoenennota 2007: Vergrijzing is een verborgen

zegen.24 Zie bijvoorbeeld Entorf en Möbert, ‘The illegal employ-

ment of foreigners’, p. 7-10.25 Van der Heijden e.a., Een schatting van het aantal in

Nederland verblijvende illegale vreemdelingen in 2005.26 csed , Met Europa meer groei, p. 115.27 Zie oecd , Employment outlook, p. 21.28 Krugman, ‘Intra-industry specialisation’.29 Krugman, ‘Increasing returns’.30 Lammers ‘How will the enlargement affect the old

members’, p. 140.31 Pennings, Heeft het werklandbeginsel zijn langste tijd gehad?32 csed , Met Europa meer groei, p. 129-130.33 ser , Advies over de Dienstenrichtlijn.34 Zie Ter Beek e.a., Poolshoogte, p. 28.35 ser , Advies over de Dienstenrichtlijn, p. 120.

110Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 25: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

36 Pennings, Heeft het werklandbeginsel zijn langste tijd gehad?,p. 13.

37 Zie Ter Beek e.a., Poolshoogte.38 Pennings, Heeft het werklandbeginsel zijn langste tijd gehad?,

p. 14.39 Ministerie van szw , Persbericht, 24 november 2005.40 Roodenburg en Van den Boom, ‘Economische gevolgen

van immigratie’.41 wrr , Ouderen voor ouderen, p. 204-205.42 Zie Roodenburg e.a., Immigration and the Dutch economy.43 rea , Miljoenennota 2007: Vergrijzing is een verborgen

zegen.44 Zie Delsen, Exit Poldermodel?, p. 73.45 cbs , Persbericht, 9 augustus 2006.46 cbs , Persbericht, 10 februari 2006; cbs , Persbericht, 10

mei 2006, en Ter Bekke e.a., ‘Emigratie van Nederlanders’.47 Zie Delsen, Exit Poldermodel?, p. 72-74.48 Ter Bekke e.a., ‘Emigratie van Nederlanders’.

l iteratuur

Alvarez-Plata, P., H. Brücker en B. Siliverstovs, Potentialmigration from Central and Eastern Europe into the e u -15.An update, Berlin, diw Deutsches Institut für Wirt-schaftsforschung Berlin, 2003.

Beek, H.M. ter, e.a., Poolshoogte. Onderzoek naar juridischeconstructies en kostenvoordelen bij het inzetten van Poolsearbeidskrachten in drie sectoren, Den Haag, Raad voor Werken Inkomen, 2005.

Bekke, S. ter, H. van Dalen en K. Henkes, ‘Emigratie vanNederlanders. Geprikkeld door bevolkingsdruk’, in:Demos, 2005, 21, nr. 4, p. 24-28.

Boeri, T., en H. Brücker, ‘Why are Europeans so tough onmigrants?’, in: Economic Policy, 2005, p. 629-703; UnitedNations, Replacement migration: Is it a solution to decliningand ageing populations?, New York, United Nations Popu-

111Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 26: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

lation Division Department, Department of Economicand Social Affairs, 2000.

Centraal Bureau voor de Statistiek, Persbericht, Den Haag, 10 februari 2006.

Centraal Bureau voor de Statistiek, Persbericht, Den Haag, 10 mei 2006.

Centraal Bureau voor de Statistiek, Persbericht, Den Haag, 9 augustus 2006.

Centraal Planbureau, Arbeidsmigratie uit de Midden- en Oost-Europese toetredingslanden, cpb Notitie, 14 januari, DenHaag, Centraal Planbureau, 2004.

Commissie Sociaal Economisch Deskundigen, Met Europameer groei, Den Haag, Sociaal-Economische Raad, 2004.

Coppel, J., J.-C. Dumont en I. Visco, ‘Trends in immigrationand economic consequences’, in: Economics DepartmentWorking Paper No. 284, Paris, Organisation for EconomicCo-operation and Development, 2001

Corpeleijn, A., ‘Migranten en werknemers uit de Oost-Europese lidstaten van de Europese Unie’, in: Sociaal-economische Trends, Centraal Bureau voor de Statistiek, 4e kwartaal, 2006, p. 31-37.

Delsen, L, Exit Poldermodel? Sociaal-economische ontwik -kelingen in Nederland, Assen, Van Gorcum, 2001

Drinkwater, S., P. Levine, E. Lotti en J. Pearlman, ‘The economic impact of migration: A survey’, in: InternationalJournal of Economic Development, 2003, 5, nr. 2, artikel nr. 1.

Entorf, H., en J. Möbert, ‘The illegal employment of foreignersin Europe – The demand for illegal migration and marketoutcomes’ in: Intereconomics, 39, 2004, p. 7-10.

Heijden, P.G.M. van der, G. van Gils, M. Cruijff en D. Hes-sen, Een schatting van het aantal in Nederland verblijvendeillegale vreemdelingen in 2005, Utrecht, Universiteit vanUtrecht, 2006.

Krieger, H., Migration trends in an enlarged Europe, Dublin,European Foundation for the Improvement of Living andWorking Conditions, 2004.

112Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 27: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

Krugman, P., ‘Increasing returns and economic geography’,in: Journal of Political Economy, 99, 1991, p. 959-973.

Krugman, P., ‘Intra-industry specialisation and the gains fromtrade’, in: Journal of Political Economy, 89, 1981, p. 483-499.

La Caixa, The Spanish economy monthly report, februari, Barcelona, 2006.

La Caixa, The Spanish economy monthly report, oktober, Barcelona, 2006.

Lammers, K., ‘How will the enlargement affect the old members of the European Union?’, in: Intereconomics,2004, mei/juni, p. 132-141.

Leibfritz, W., P. O’Brien en J.-C. Dumont, ‘Effects of immigration on labour markets and government budgets –An overview’, in: c e s ifo Working Paper Series No. 874,Munich, Ifo Institute for Economic Research, 2003.

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Persbe-richt, 5 juli, Den Haag, 2006.

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Persbe-richt, Den Haag, 24 november 2005.

Mooij, R. de, en R. Nahuis, ‘Kansen en bedreigingen van deeu -uitbreiding’, in: Tijdschrift voor Politieke Ekonomie,2003, 24, p. 3-29

oecd , Employment outlook, Paris, Organisation for Economic Co-operation and Development, 2005.

Pennings, F.J.L., Heeft het werklandbeginsel zijn langste tijdgehad?,Deventer, Kluwer, 2003 (oratie).

rea , Miljoenennota 2007. Vergrijzing is een verborgen zegen,advies van de Raad van Economische Adviseurs aan -geboden aan de Tweede Kamer op vrijdag op 22 septem-ber, Den Haag, Raad van Economische Aangelegenheden,2006.

Roodenburg, H., en L. van den Boom, ‘Economische gevolgenvan immigratie’, in: Tijdschrift voor Politieke Economie, 22, 2000, p. 3-26.

Roodenburg, H., R. Euwals en H. ter Rele, Immigration and theDutch economy, Den Haag, Centraal Planbureau, 2003.

113Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)

Page 28: De mythe 'migratie is goed voor de economie'...afnemende meeropbrengsten, is afhankelijk van de mate 89 Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), Mythen en misverstanden

Salt, J., Current trends in international migration in Europe,Strasbourg, Council of Europe, 2005.

ser , Advies over de Dienstenrichtlijn, 2005.ser , Arbeidsmobiliteit in de e u , Advies 01/04, Den Haag,

Sociaal-Economische Raad, 2001.Sinn, H.-W., ‘eu enlargement and the future of the welfare

state’, in: Scottish Journal of Political Economy, 49, 2002, p. 104-115.

Verbon, H.A.A., ‘Sociale zekerheid in de eu -grondwet: bestwel onzeker’, in:Economisch Statistische Berichten, 20 mei2005, p. 220-222.

wrr , Ouderen voor ouderen. Demografische ontwikkelingen enbeleid, Rapporten aan de Regering 43, WetenschappelijkeRaad voor het Regeringsbeleid, Den Haag, Sdu uitgeverij,1993.

Zimmermann, K.F., ‘European labour mobility. Challengesand potentials’, in: De Economist, 153, 2005, p. 425-450.

114Edith Brugmans, Paul Minderhoud en Joos van Vugt (red.), ‘Mythen en misverstanden over migratie’

Valkhof Pers, Nijmegen 2007 (Annalen van het Thijmgenootschap, afl. 95.1)