1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN...

10
1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN DONK DOOR DR. H. J. JA ANUS D E inneming van Den Briel door de Geuzen op 1 april bracht de Spanjaarden in niet geringe verlegenheid. Ijlings spoedde zich de landvoogd Boussu naar Maassluis met wat hij aan militairen bij elkaar kon krijgen. Hij liet zijn sol- daten overzetten naar het eiland Putten, de scheepjes onder lichte bewaking achterlatend in de Bernisse. Zijn mannen beschikten echter niet over het benodigde bestormings-materiaal en de poging Den Briel te hernemen mislukte. De Geuzen hadden zich niet on- betuigd gelaten, zetten het terrein onder water en staken de Spaan- se schuitjes in brand. Hoe hij de weerstand had onderschat, be- merkte Boussu toen hij voor Dordrecht verscheen. Toegang kon hij daar niet krijgen, wél schepen waarmee hij naar Rotterdam kon varen. Maar ook die van de Maasstad bleken op zijn komst weinig gesteld. Met geweld moest hij zien binnen te komen. De stemming in de stad was de bezetters niet gunstig en relletjes- makers behoefden zich niet in te spannen om bepaalde lagen van de bevolking tot demonstraties aan te zetten. De magistraat pro- beerde door behoorlijke proviandering en huisvesting de Span- jaarden te apaiseren. Ook verzocht de overheid de zeer geziene pastoor van de St. Laurenskerk, Hubertus Duifhuis, het volk kal- merend toe te spreken, - waarin hij min of meer geslaagd zou zijn. De Spanjaarden gevoelden zich intussen in de stad zeer onzeker en bij de geringste aanleiding wisten zij het rapier vlot uit de schede te trekken. Boussu was er zich terdege van bewust, dat het op- treden van zijn troepen eventueel nog bestaande sympathie voor de koning geheel zou uitdoven. Wat zijn mini-krijgsverrichtingen betreft: hij liet Delfshaven nog innemen (en passant ging de kapel van Schoonderlo in vlammen op) - en hij vestigde een soort hoofdkwartier in het kasteel Span- gen. Intussen had hij ander werk aan zijn winkel. Tegen 20 april ont- bood Boussu naar Den Haag de vertegenwoordigers van de ridder- schap en van de grote steden om te overwegen hoe men de Geuzen 225

Transcript of 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN...

Page 1: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK ENMR. MAARTEN DONK

DOOR DR. H. J. JA ANUS

DE inneming van Den Briel door de Geuzen op 1 aprilbracht de Spanjaarden in niet geringe verlegenheid.Ijlings spoedde zich de landvoogd Boussu naar Maassluis

met wat hij aan militairen bij elkaar kon krijgen. Hij liet zijn sol-daten overzetten naar het eiland Putten, de scheepjes onder lichtebewaking achterlatend in de Bernisse. Zijn mannen beschiktenechter niet over het benodigde bestormings-materiaal en de pogingDen Briel te hernemen mislukte. De Geuzen hadden zich niet on-betuigd gelaten, zetten het terrein onder water en staken de Spaan-se schuitjes in brand. Hoe hij de weerstand had onderschat, be-merkte Boussu toen hij voor Dordrecht verscheen. Toegang konhij daar niet krijgen, wél schepen waarmee hij naar Rotterdamkon varen. Maar ook die van de Maasstad bleken op zijn komstweinig gesteld. Met geweld moest hij zien binnen te komen. Destemming in de stad was de bezetters niet gunstig en relletjes-makers behoefden zich niet in te spannen om bepaalde lagen vande bevolking tot demonstraties aan te zetten. De magistraat pro-beerde door behoorlijke proviandering en huisvesting de Span-jaarden te apaiseren. Ook verzocht de overheid de zeer gezienepastoor van de St. Laurenskerk, Hubertus Duifhuis, het volk kal-merend toe te spreken, - waarin hij min of meer geslaagd zou zijn.De Spanjaarden gevoelden zich intussen in de stad zeer onzekeren bij de geringste aanleiding wisten zij het rapier vlot uit de schedete trekken. Boussu was er zich terdege van bewust, dat het op-treden van zijn troepen eventueel nog bestaande sympathie voor dekoning geheel zou uitdoven.

Wat zijn mini-krijgsverrichtingen betreft: hij liet Delfshaven noginnemen (en passant ging de kapel van Schoonderlo in vlammenop) - en hij vestigde een soort hoofdkwartier in het kasteel Span-gen.

Intussen had hij ander werk aan zijn winkel. Tegen 20 april ont-bood Boussu naar Den Haag de vertegenwoordigers van de ridder-schap en van de grote steden om te overwegen hoe men de Geuzen

225

Page 2: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

een vernietigende slag kon toebrengen. Hij wist een bedrag vanf 13.000,— gevoteerd te krijgen tot uitrusting van schepen. OokRotterdam deed daaraan mee.

Tot overmaat van Boussu's ergernis kozen verscheidene stedende zijde van de Prins. Maar de Maasstad hield hij stevig in handen.En het Spaansgezinde element in de stad nam zelfs toe, omdat velegeestelijken en leden van bestuurs-colleges hun muurloze stand-plaats Den Haag niet langer veilig achtten, toen het koninklijkgarnizoen op 2 juli het moeilijk te verdedigen Den Haag verliet omzich bij de hoofdmacht in Rotterdam te voegen. Onder de velen, dieDen Haag de rug toewendden om in de Maasstad veiligheid tezoeken, bevond zich ook Heer Maarten Donk. Hij was toentertijddeken van het kapittel van Sint Maria ten Hove, een functie, diehij nog maar heel kort, nl. sinds mei 1572 bekleedde. In zijn aan-tekenboekje schreef hij op 23 juni (zijn laatste notitie daarin):'Voor dagelijkse uitgaven f 7, voor herstel van een vanzelf-terug-springende grendel f 16 en voor 3 kazen f 13'. Min of meer sym-bolisch doet ons aan het bedrag voor die grendel: het verloop dervoor hem ongunstige gebeurtenissen heeft hij willen tegenhouden,maar het 'sprong terug'. Tussen 23 juni en 2 juli moet hij uit DenHaag vertrokken zijn. Over hem komen wij nader te spreken.

Inmiddels voelden de Spanjaarden zich bedreigd door de stra-tegische vorderingen van Lodewijk van Nassau in de zuidelijkeNederlanden. Alva, die zijn troepen ten zuiden van Bergen opZoom had samengetrokken om Boussu te kunnen helpen, gaf nuaan Boussu last zijn mannen van de Maas weg te nemen en naarHenegouwen te dirigeren. Zeer tegen zijn zin had Boussu zichdaaraan te onderwerpen. Aldus ontruimde hij Rotterdam, prijs-gevende aan de Geuzen een vloot van driehonderd buizen. Op 24juli koos de overheid de zijde van de Prins en de volgende dag ver-scheen de Geuzen-hoofdman Lumey bij de magistraat, aanstondseisende uitlevering van de kerkschatten ter salariëring van zijnkrijgsvolk. Het is niet duidelijk of Lumey de volle som gekregenheeft. De overheid liet nl. die 'schatten' taxeren: zij bleken 2299pond vlaams waard te zijn. Echter, - er bestaat een resolutie vande vroedschap, gedateerd 19 februari 1575: 'Is gestemt dat deTresauriers sullen verkopen de casuffelen ende cappen ofte orna-menten van de kercke deser stede, en werd henlieden daartoe ge-geven volle machte ende authoriteyt off sy deselve aan partyen

226

Page 3: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

binnen dese stede verkoopen dan off sy die naar Engelant willenseinden, alles tot meesten oorbaer ende proffyte deser stede'.

Het is niet ondenkbaar dat de magistraat die 25ste juli talmde.Men heeft er nl. al vaker op gewezen, dat zich naast en tegenoverde radicale groepen een sterke partij bevond, die in meerderheidaanvankelijk konings-getrouw, zich aan de zijde van de Prinsschaarde, toen de heerschappij der nieuwlichters onvermijdelijkbleek. Deze mannen, vooral te zoeken onder de lagere magistraten,kenmerkten zich door een zekere opportunistische redelijkheid.Ietwat koorddansend betoonden zij zich wars van uitersten; zijhielden niet van autoritair optreden. Men mag hen wat conser-vatief noemen maar niet reactionair. Zij waren soms belezen men-sen zonder evenwel degelijk geschoold te zijn. Zij vertegenwoor-digden een type, dat wij telkens kalmerend en genuanceerd horendenken, hoe irriterend dat ook moest overkomen bij 'enthousias-ten'. Deze mentaliteit treffen wij onder de regenten van de 16de envolgende eeuwen telkens aan. In hoeverre de redelijkheid derModerne Devotie uit de 15de eeuw of Erasmiaanse invloed uit de16de hen tot hun practische tolerantie bewoog, valt moeilijk uit temaken.

Wat het kerkelijk leven betreft: in '72, we noemden hem reeds,fungeerde Hubertus Duifhuis als pastoor aan de Grote kerk. Hijhad argwaan gewekt wegens een zekere laksheid ten aanzien vankerkelijke verordeningen. Er doet een verhaal de ronde, dat Duif-huis zich eens onder het gehoor van een Spaanse priester bevond,die in de Grote kerk fulmineerde tegen ontrouwen, die hun gerech-te straf niet zouden ontgaan. Hubertus, die geen Spaans verstond,werd gewaarschuwd door een schipper, die het Spaans machtigwas en deze meende nu, dat die priester op Duifhuis had gedoeld.Hubertus achtte het toen raadzaam met zijn vrouw en kinderen destad heimelijk te verlaten. Zijn broer, burgemeester LeendertJacob van Schilperoort, was hem daarbij behulpzaam. Van Schil-peroort maakte zich in de maand juli óók uit de voeten.

Duifhuis vertrok dus voordat de stad tot de Prins overging.Maar. . . de R.K. eredienst zal tot 24 juli in de Grote kerk voortganghebben gevonden. Er bleken wel Spaanse priesters voorhanden.En ook noemt men in dit verband de reeds vermelde MaartenDonk. Hij bevond zich immers tussen de ambtenaren en geeste-

227

Page 4: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

lijken, die in juli de stad binnenkwamen. Zou hij in Rotterdamdienst hebben gedaan? Naar alle waarschijnlijkheid was hij delaatste priester vóór de 'alteratie', die zich om de parochie van St.Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over dezeman.

Op de vooravond van St. Maarten (10 november) 1505 zag hij,genoemd naar de heilige, het levenslicht op de Donk-hof in hetkleine Honnschaft nabij Kempen in Rijnland. Zijn biografen ver-melden, dat hij bij zijn geboorte zulk een schriel knaapje was, dathij gebakerd en wel de klomp van zijn vader als wieg kon benutten.Tegen ieders verwachting in bleef hij in leven. Een tweelingbroertjePaulus bracht het er minder goed af op aarde; hij vond weldra zijn'plaats tussen de engeltjes'. Maartens moeder, een nogal nerveuzevrouw, had aanvankelijk grote zorg over hem: Maarten was be-paald geen uitblinker... in onze dagen zou men hem aan hetBLO-onderwijs hebben toevertrouwd. Zijn geheugen hield heelweinig vast. Bovendien had hij te lijden onder de wan-pedagogievan een klapgrage schoolmeester. De betere methode van eenvriendelijker opvoeder, gevoegd bij de intensieve gebeden van zijnmoeder en van hemzelf, deden merkbaar betere mogelijkheden inhem ontluiken. De vader van de knaap, Heinrich geheten, een manvan twaalf ambachten en dertien ongelukken, leed aan het bezitvan een uitzonderlijk droge lever, aan het vochtig houden van welkorgaan hij uiterste zorg besteedde. Vader voelde, voor zover hijenig inzicht had, maar weinig voor een intellectuele opvoeding vanzijn zoon, - dit in tegenstelling tot de moeder. Maarten moestpottenbakker worden. De jongen zelf hunkerde naar ruimer op-leiding, verachtte evenwel het potten bakken niet en wist door hetaardewerk te versieren met 'puntkens ende rijmkens' wat geld overte sparen. Dit stelde hem in staat naar Nijmegen ter schole te gaanbij de Broeders des Gemenen Levens, - een verblijf waaraan hij debeste herinneringen zou bewaren. Tegen de winter van 1528 reisdeMartinus naar Leuven om daar hogere studie aan te vangen. Zijnvader had onderwijl met zijn verdere opleiding ingestemd.

Te Leuven kwam Donk in aanraking met o.a. Rieuwert Tapper,de later zo gevreesde inquisiteur. Na zijn studie in de vrije kunstente hebben beëindigd kreeg Maarten het sub-regentschap van huizeStandonck aangeboden. De functie aan dit seminarie liet hem tijd

228

Page 5: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

voor verdere studie. Op 7 mei 1536 ontving hij de priester-wij ding.In 't volgend jaar zag hij zich de opperste leiding van Standoncktoevertrouwd, dit wel uit waardering voor zijn rechtgelovigheid,studiezin en onberispelijke levenswandel.

Het was Tapper, die hem het pastoorschap van Wormer inNoord-Holland aanbood. Toen Martinus van deze benoemingmededeling ontving, bleek hij niet te kunnen bevroeden waar ditdorp kon liggen. Maar goed, hij aanvaardde deze functie. Deparochie bleek zwaar geïnfecteerd door doperse gezindheid en deon-roomsen deden hun best de nieuwe pastoor het leven zuur temaken. Zo faalden al zijn pogingen om een huis te huren of tekopen... Bovendien bleven velen hem de verschuldigde pennin-gen en giften in natura onthouden. Toen het weinige geld, dat hijhad kunnen lenen, vrijwel verbruikt was. . . zie, een goede vromevrouw bood hem heel haar hebben en houden aan . . . ook steldezij zich beschikbaar zijn huishouden te verzorgen, op voorwaardedat hij haar levenslang zou onderhouden. Nadat Heer Maartenzich overtuigd had van haar integriteit, ging hij de overeenkomstaan.

Geduldig en weinig agressief als hij was, poogde de nieuwepastoor te redden wat er te redden viel. Zo organiseerde hij eensoort particuliere school, waar jongelui in ieder geval Latijn kon-den leren en waar hij hen en passant deugden en algemene ont-wikkeling bijbracht. Via de jeugd trachtte hij aldus vat op deouders te krijgen. Voorts zette Donk zich ertoe de geschriften vande Dopers te bestuderen... een ketterij, die hem tot dan toe geheelonbekend was. Zijn tegen-schrifturen schoten nogal naast hundoel, daar de auteur zijn brochures in het Latijn opstelde. Het vielhem nl. moeilijk zich te bedienen van de volkstaal, waarin dewerkjes van dopersen huize waren gesteld. Pogingen om met devoormannen der ketters in aanraking te komen gelukten na veelmoeite, maar de confrontatie oogstte weinig vrucht.

Toen Duncanus in 1558 naar Delft vertrok om het pastoraataan de Oude kerk te behartigen, kon hij met enige voldoening opzijn werk in Wormer terugblikken al was die parochie dan nog nietgeheel van onkruid gezuiverd. De eerste jaren te Delft waren voorMartinus niet zonder zorgen. Hij leed onder een chronisch tekortaan contanten, omdat hij zijn (gekochte) woning moest afbetalen.Gelukkig gaf zijn huishoudster Bela hem nogal wat crediet. Toch

229

Page 6: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

behoefde hij niet krenterig te leven. Hij hield van gezelligheid engaf gaarne een partijtje voor zijn vrienden. De pastoor kocht ookwel eens een lot in een liefdadigheids-loterij:... ééns won hij eenzilveren pateen... en toen hij op de preekstoel stond te preken,kwam er iemand de kansel op om hem van zijn 'geluk' blijde mede-deling te doen. Geestelijk gesproken had hij veel 'nieten' te incas-seren. Niet alleen met de vrij rustige heterodoxen als Dopers enLutheranen kreeg hij te maken, maar sinds ongeveer 1560 ook metde veel agressievere Calvinisten. Hun resoluut optreden, dat vooralindruk maakte bij die lagen van de bevolking, die leden onder eenslinkende welvaart en werkloosheid, maakte het de pastoor moei-lijk. Bovendien bleken de overheden onzeker in hun maatregelen.Zaterdag 24 augustus 1566 werd de Oude kerk gebeeldstormd.Donk, die dit alles machteloos moest aanzien, schreef in zijn noti-tie-boekje : 'wij priesters zijn geacht als slachtschapen'.

Na de onderdrukking van de kortstondige revolte keerden derust en de oude glorie van het katholieke leven niet terug. Ook alhad men getracht de Calvinisten te kortwieken, hun aantal binnende wallen slonk niet. Na de intocht van Alva te Brussel, op 22augustus 1567, achtten velen het raadzaam, ook uit Delft, de wijkte nemen. Een zuiveringsactie werd op touw gezet en Heer Maar-ten moest met zijn collega van de Nieuwe kerk daarbij diensten be-wijzen, hetgeen hem door de on-roomsen niet in dank werd afge-nomen.

In het voorjaar van 1572 kreeg Duncanus zijn aanstelling alsdeken van het kapittel van St. Maria ten Hove in Den Haag. InDelft nam hij 25 april afscheid.

En nu weer naar Rotterdam. Moge Heer Martinus in juli enigezorg hebben besteed aan de parochie van St. Laurens, op de 28stevan die maand bevond hij zich in het kielzog van de Spaanse sol-daten die de stad verlieten, samen met naar schatting vierduizendmensen. Personen van allerlei slag en stand... maar allen vrezendde dupe te worden van de Geuzen. Het was immers nog zo kortgeleden, dat twintig geestelijken onder Lumey's persoonlijke lei-ding de meest uitgezochte folteringen hadden moeten doorstaan(9 juli). En . . . Alva zelf had de koningsgezinden tot de vlucht aan-gespoord. Daar gingen dan de pelgrims... langs Delft, door DenHaag, om Haarlem heen... priesters, kloosterlingen, magistraats-

230

Page 7: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

personen. Eindelijk bereikte men Amsterdam. Sommigen blevendaar, maar anderen, vrezend dat de IJ-stad ook weldra de zijde vanOranje zou kiezen, trokken verder, op Utrecht aan. Daar vondHeer Maarten een onderkomen. Zijn 'far niente' kan echter nietlang hebben geduurd, want hem gewerd de benoeming tot pastooraan de Nieuwe of St. Catharinakerk te Amsterdam. Op de 23steseptember aanvaardde hij dat ambt. Zijn nieuwe parochianen be-reidden hem een luisterrijke ontvangst als wilden zij goedmakenwat hun nieuwe leider de laatste maanden aan teleurstellingen hadmoeten ondervinden. Onder fakkellicht en muziek leidde men hem,die uit Utrecht kwam, naar zijn kerk. Aan zijn ballingschap wasvoorlopig een einde gekomen. De 66-jarige kon opnieuw beginnen.

Maar nu komen er puzzels op ons af. Wat geschiedde er na 24juli '72 te Rotterdam op kerkelijk erf? In andere steden traden nade 'alteratie' Calvinisten zonder verwijl aan om een beschikbaargesteld kerkgebouw in gebruik te nemen. Nu heeft het er alle schijnvan, dat te Rotterdam zulks niet geschiedde. Schijn, zeg ik met op-zet, want de gang van zaken blijkt ondoorzichtig. Bleef de St.Laurens voorlopig nog in R.K. handen? De Staten-vergadering teDordrecht had een zeker evenwicht tussen beide confessies willenbetrachten. Hoe heeft men daar in de Maasstad op gereageerd?Maar als de Grote kerk dan beschikbaar bleef voor de katholieken,- wie deden er dan dienst? De meeste geestelijken hadden de vluchtgenomen en de vijf concubinarii... zouden zij zich bekommerdhebben om de herderloze schare? Hebben rondreizende clande-stiene priesters pastorale zorgen uitgeoefend? Nu houden ouderebiografen van Duncanus vol, dat Donk naar Rotterdam gekomeni»s om de laatste H. Mis op te dragen voordat de Gereformeerdende (jrote kerk overnamen. Dit zou dan gebeurd zijn in de weekvoor Zondag 16 november. Na die laatste katholieke hoofddienstzouden daö de burgemeesters zoveel mogelijk alle beelden enaltaarstukken hsbben laten verwijderen om ze voorlopig op teslaan in het koor. Hethoogaltaar sloopte men in 1581.

De oudere biografen van Maarten Donk willen hem naar Rot-terdam hebben in november '72, omdat hij deken van Den Haagwas. Maar ik meen, dat P. Noort'eloos overtuigend heeft aange-toond, dat Donks dekenaa' met Rotterdam niets uitstaande had.Hij was, en dat worde nog «*ens met nadruk gezegd, deken van het

231

Page 8: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

kapittel van St. Maria ten Hove en dat dekenaat kon zich te Rot-terdam niet laten gelden, omdat de St. Laurens-parochie als 'doch-ter van Rotte' ressorteerde onder de abdij van St. Paulus te Utrecht.Een visitatie-plicht droeg Donk dus niet op zijn schouders. Hijfungeerde niet als 'land-deken'.

Bovendien: Donk was in november 1572 pastoor te Amsterdamen zijn overkomst naar Rotterdam zou zeker niet onopgemerktzijn gebleven en ook enig tumult hebben veroorzaakt. Ja, zelfs had't hem gevaar kunnen opleveren. En dat strookte niet met zijn aard.Hij heet een voorzichtig man, er niet op belust sensatie te verwek-ken. Trouwens, hij had al het nodige achter de rug! Lafhartig magmen hem volgens zijn biograaf Noordeloos niet noemen, eenwaaghals evenmin. Alleen een zeer deugdelijk bewijs zou ons ervankunnen overtuigen, dat hij in november '72 in Rotterdam heeftvertoefd. Met dat al blijft de zin van Hazewinkel irriterend waar:'Nadere bizonderheden waarop de "alteratie" in haar werk ging,ontbreken helaas'.

We lopen in de mist, óók wanneer we vragen wie de eerste Cal-vinistische dienst op zondag 16 november in de Grote kerk heeftgeleid. Men heeft wel beweerd, dat Cornelis Cooltuyn de eerstepredicatie heeft verricht, maar dat moet uitgesloten worden ge-acht, daar Cooltuyn reeds in 1567 te Emden was overleden. (Meteen beminnelijke naïveteit houden de redacteurs van HervormdRotterdam in de nrs. van 3 en 10 november 1972 de legende voorde goegemeente levend, dat 'waarschijnlijk door Cornelis Kool-tuin' de eerste 'gereformeerde leerrede' is gehouden!). Waarom deGereformeerden tot de 16de november hebben gewacht of móete^wachten, blijft een intrigerend raadsel.

Met dat al blijft het duister wie die dienst heeft geleid. O\er eeneigen vaste voorganger kon (vrij zeker) de kleine Hervo»rnde ge-meente niet beschikken. Waarschijnlijk maakte men gebruik vande diensten van rondtrekkende en dus tijdelijke er> incidentelevoorgangers. Predikanten, die een protestantse universiteit haddenafgelopen, had men nauwelijks voorhanden. Do reizende predikerswaren meestal ex-priesters, die tijdens 'net Spaans bewind devlucht hadden genomen wegens hun nieuwe overtuiging, óf omdatzij iets op hun kerkelijke kerfstok hadqen, gehuwden veelal, vaaklieden van een wat onhandelbaar en roerig temperament, zoalslater bij de ordening en nadere stabilisatie van de Kerk zou blijken.

232

Page 9: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

Zou die vroege Hervormde gemeente uit talrijke leden hebbenbestaan? Stellig niet, - we durven haar te taxeren op hooguit twee-honderd mannen en vrouwen, meestal schippers, kleine nering-doenden en handwerkslieden. Als we hen kenden, zouden we kun-nen constateren dat zich onder de eerste ouderlingen en diakenenmaar heel weinig notabelen en weigestelden bevonden. Want voorzo'n geëxponeerd ambt kon men de aanzienlijken niet aantrekken.Zij konden toch immers niet weten of de Spanjaarden zoudenterugkeren en . . . dan waren zij de dupe!

Wat die eerste kleine gemeente vóór had, dat was: zij behoefdeniet te improviseren. Reeds te Wesel (1568) en te Emden (1571)hadden de Gereformeerden op hun synoden zelfs de indeling in'classes' voorbereid... toen in de Nederlanden alleen nog maarkerken-onder-het-kruis een kommervol bestaan leidden. Zij had-den hun kerkorde toen reeds en hun confessie en hun tucht en hunHeidelberger en hun Psalmberijming van Datheen.

Om niet al te zeer in de nevels te eindigen: nog een klein staartje,het einde van Duncanus' leven. Hij mocht dan sinds september '72het eervol priesterschap te Amsterdam vervullen, in 1578, toen destad 'om' ging, had hij opnieuw de pelgrimsstaf op te nemen. Hijvestigde zich toen te Amersfoort. Daar vond de toen 73-jarige op-name in een klooster. Maar ook daar drongen de nieuwe gedach-ten door. Op 22 december 1581 lichtten de rakkers van de Amers-foortse schout hem van zijn bed. Na veelvuldige plagerijen kwamhij weer op vrije voeten. In een particuliere woning genoot hij deverzorging door een oude vrouw, zodat hij zich geheel kon gevenaan een leven van gebed en arbeid. Op Witte Donderdag 16 april1590 heeft de ruim 84-jarige het tijdelijke met het eeuwige ver-wisseld.

Het leven van Duncanus overziende, rijk aan moeite en vol eer-lijke behoefte om de geschonden schaapskooi Christi te herstellen,gelijk hij die gebouwd zag, moeten we zeggen: hij kwam te laat.Toen hij optrad waren vele gemoederen reeds zó los geraakt van debinding aan de katholieke waarden, dat al zijn ijver en kunde ten-slotte maar bij weinigen aansloegen. Tegen het einde van zijn levensprak hij 't eens uit: 'Als ik de Mis niet meer kan opdragen en nietlanger kan schrijven voor de Kerk, wat moet ik dan verder op dewereld doen?'. Hij heeft gewerkt zolang het voor hem dag was.

233

Page 10: 1572: ROTTERDAM, DE SINT LAURENSKERK EN MR. MAARTEN …rjb.x-cago.com/GARJB/1973/12/19731231/GARJB-19731231-0252/st… · Laurens heeft bekommerd. En daarom het een en ander over

Om het verhaal leesbaar te houden, heb ik geen enkele annotatie aange-bracht. De geraadpleegde werken zijn o.a.:

Felix Rütten, Martin Donk 1505-1590. Munster i.W. 1906.P. Noordeloos, Pastor Maarten Donk. In de serie Batavia Sacra.

Utrecht-Brussel 1948.H. C. Hazewinkel, Geschiedenis van Rotterdam, deel II 1940.L. J. Rogier, Geschiedenis van Katholiek Delfshaven. Haarlem 1930.H. A. Enno van Gelder, Van Beeldenstorm tot Pacificatie. Amster-

dam-Brussel 1964.J. Wiarda, Huibert Duifhuis, prediker van St. Jacob. Diss. Amster-

dam 1858.Mej. dr. A. Th. C. Kersbergen, De confessioneele kleur van de Rotter-

damsche aristocratie na 1572. In Rotterdamsch Jaarboekje 1941, p.16-40.

BLADVULLING

ONVEILIGHEID, BALDADIGHEID EN PROSTITUTIE

Eenige bewoners van de Coolvest, maken bij deze de bevoegde autoriteitopmerkzaam op de onveiligheid en de baldadigheid, die dagelijks in diewijk plaats hebben.

Hoeveel steenen en zand daar in korten tijd is vernield en in het watergeworpen, zal de rekening van de Fabrikatie beter aanwijzen, dan hethier op te geven is. Het is verwonderlijk, dat, daar de wijken zoo nauw-gezet door de Politie aan agenten worden aangewezen, die schandalenin deze wijk zoo aanhoudend kunnen plaats hebben.

Ook zouden genoemde bewoners en bezoekers van den 'Doele' gaarneernstiger toezicht op de prostitutie willen uitgeoefend zien.

Eenige bewoners van de Coolvest enbezoekers van den Doele.

' */.*/. 5 y«// 7575 J

234