1391 Minder Ziekteverzuim En Arbeidsongeschiktheid

2
diversen 170 10-2007 > zorg & financiering wenteling op de werkgevers van vijftig procent van de zorguitgaven ontpopt zich als een loon- kostenversneller met alle schadelijke gevolgen voor de concurrentiepositie van bedrijven en de participatiemogelijkheden van mensen op de arbeidsmarkt. De werkgevers hebben geen enkele invloed op de stijging van de zorgkosten, maar krijgen wel ieder jaar de rekening ervan gepresenteerd, aangezien zij de helft van deze kosten voor hun rekening moeten nemen.’ De werkgevers stellen tevens dat zij de financie- ringswijze van de zorgverzekering ook niet bevorderlijk vinden voor het kostenbewustzijn en het noodzakelijke besef bij de consument dat zijn groeiende vraag naar zorg ook een prijs heeft. De keuze om de rekening van de stijgende zorgkosten bij een derde partij – de werkgevers – te leggen staat daar haaks op. Bron: ZN Journaal, 2007, nr. 37< 1391 minder ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid Het ziekteverzuim is de afgelopen 25 jaar meer dan gehalveerd, van tien procent in 1980 tot ruim vier procent in 2005. Dat is een van de conclusies uit het rapport Beter aan het werk, dat het Sociaal en Cultureel Plan- bureau (SCP) heeft gepubliceerd. Het rapport is tot stand gekomen in samenwerking met het CBS en TNO Kwaliteit van Leven. In het rapport schetst het SCP een beeld van ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid in de afgelopen decennia tot en met 2005. De effecten van de nieuwe arbeidsongeschiktheidswet WIA die in 2006 werd ingevoerd, zijn hierin nog niet onderzocht. Na vele vergeefse pogingen in de afgelopen decennia om de verzuim- en arbeidsongeschikt- heidsproblematiek het hoofd te bieden, is in enkele jaren tijd veel resultaat geboekt. Het ziek- teverzuim en de instroom in de arbeidsonge- schiktheid zijn sterk afgenomen. In 25 jaar tijd is het ziekteverzuim in Nederland meer dan gehalveerd, van tien procent in 1980 naar ruim vier procent in 2005. Het ziekteverzuim onder vrouwen daalde van 8,1 procent in 1993 naar circa 4,5 procent in 2005. Onder mannen daalde het in diezelfde periode van 5,1 procent naar circa 4 procent. Vrouwen verzuimen relatief vaker dan mannen, maar het verschil tussen mannen en vrouwen wordt in de loop der jaren steeds geringer. Overigens kan de vermindering van het verzuim in de laatste jaren ten dele wor- den toegeschreven aan de gevolgen van de neer- gaande conjunctuur vanaf 2001. Een verhoging van het werkloosheidspercentage met één pro- centpunt leidt gemiddeld tot een verlaging van het verzuim met een kwart procentpunt. Ver- schillen in ziekteverzuim blijken moeilijk te ver- klaren. Zo blijkt bijvoorbeeld het verzuimper- centage slechts in beperkte mate beïnvloed te worden door kenmerken van het werk. Instroom in WAO in vijf jaar sterk gedaald In vijf jaar tijd is de instroom van werknemers in de arbeidsongeschiktheid sterk gedaald, van 13 per 1000 werknemers in 2001 naar 4,5 per 1000 werknemers in 2006. Hoewel vrouwen relatief vaker arbeidsongeschikt worden verklaard dan mannen, daalt hun instroom in de WAO sneller. Binnen twaalf maanden heeft circa twintig pro- cent van de werknemers die in de WAO zijn inge- stroomd de WAO alweer verlaten: vijftien procent naar werk, twee procent naar een andere uitke- ring (WW, Bijstand), twee procent vanwege ‘demografische uitstroom’ (bereiken van 65-jari- ge leeftijd, overlijden) en één procent vanwege ‘terugtrekking van de arbeidsmarkt’. Binnen vijf tot zes jaar na instroom in de WAO is circa de helft van de uitkeringsgerechtigden minimaal één keer uit de WAO gestroomd. Circa dertig procent stroomt uit naar werk. Na het eerste jaar in de WAO nemen de uitstroomkansen wel sterk ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 170

Transcript of 1391 Minder Ziekteverzuim En Arbeidsongeschiktheid

Page 1: 1391 Minder Ziekteverzuim En Arbeidsongeschiktheid

diversen

170 10-2007 > zorg & financiering

wenteling op de werkgevers van vijftig procentvan de zorguitgaven ontpopt zich als een loon-kostenversneller met alle schadelijke gevolgenvoor de concurrentiepositie van bedrijven en departicipatiemogelijkheden van mensen op dearbeidsmarkt. De werkgevers hebben geenenkele invloed op de stijging van de zorgkosten,maar krijgen wel ieder jaar de rekening ervangepresenteerd, aangezien zij de helft van dezekosten voor hun rekening moeten nemen.’

De werkgevers stellen tevens dat zij de financie-ringswijze van de zorgverzekering ook nietbevorderlijk vinden voor het kostenbewustzijnen het noodzakelijke besef bij de consument datzijn groeiende vraag naar zorg ook een prijsheeft. De keuze om de rekening van de stijgendezorgkosten bij een derde partij – de werkgevers– te leggen staat daar haaks op.Bron: ZN Journaal, 2007, nr. 37<

1391 minder ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid

Het ziekteverzuim is de afgelopen 25 jaar meerdan gehalveerd, van tien procent in 1980 totruim vier procent in 2005.

Dat is een van de conclusies uit het rapport Beteraan het werk, dat het Sociaal en Cultureel Plan-bureau (SCP) heeft gepubliceerd. Het rapport istot stand gekomen in samenwerking met hetCBS en TNO Kwaliteit van Leven. In het rapportschetst het SCP een beeld van ziekteverzuim enarbeidsongeschiktheid in de afgelopen decenniatot en met 2005. De effecten van de nieuwearbeidsongeschiktheidswet WIA die in 2006werd ingevoerd, zijn hierin nog niet onderzocht.Na vele vergeefse pogingen in de afgelopendecennia om de verzuim- en arbeidsongeschikt-heidsproblematiek het hoofd te bieden, is inenkele jaren tijd veel resultaat geboekt. Het ziek-teverzuim en de instroom in de arbeidsonge-schiktheid zijn sterk afgenomen. In 25 jaar tijdis het ziekteverzuim in Nederland meer dangehalveerd, van tien procent in 1980 naar ruimvier procent in 2005. Het ziekteverzuim ondervrouwen daalde van 8,1 procent in 1993 naarcirca 4,5 procent in 2005. Onder mannen daaldehet in diezelfde periode van 5,1 procent naarcirca 4 procent. Vrouwen verzuimen relatiefvaker dan mannen, maar het verschil tussenmannen en vrouwen wordt in de loop der jarensteeds geringer. Overigens kan de verminderingvan het verzuim in de laatste jaren ten dele wor-

den toegeschreven aan de gevolgen van de neer-gaande conjunctuur vanaf 2001. Een verhogingvan het werkloosheidspercentage met één pro-centpunt leidt gemiddeld tot een verlaging vanhet verzuim met een kwart procentpunt. Ver-schillen in ziekteverzuim blijken moeilijk te ver-klaren. Zo blijkt bijvoorbeeld het verzuimper-centage slechts in beperkte mate beïnvloed teworden door kenmerken van het werk.

Instroom in WAO in vijf jaar sterk gedaald

In vijf jaar tijd is de instroom van werknemers inde arbeidsongeschiktheid sterk gedaald, van 13per 1000 werknemers in 2001 naar 4,5 per 1000werknemers in 2006. Hoewel vrouwen relatiefvaker arbeidsongeschikt worden verklaard danmannen, daalt hun instroom in de WAO sneller.Binnen twaalf maanden heeft circa twintig pro-cent van de werknemers die in de WAO zijn inge-stroomd de WAO alweer verlaten: vijftien procentnaar werk, twee procent naar een andere uitke-ring (WW, Bijstand), twee procent vanwege‘demografische uitstroom’ (bereiken van 65-jari-ge leeftijd, overlijden) en één procent vanwege‘terugtrekking van de arbeidsmarkt’. Binnen vijftot zes jaar na instroom in de WAO is circa dehelft van de uitkeringsgerechtigden minimaaléén keer uit de WAO gestroomd. Circa dertigprocent stroomt uit naar werk. Na het eerste jaarin de WAO nemen de uitstroomkansen wel sterk

ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 170

Page 2: 1391 Minder Ziekteverzuim En Arbeidsongeschiktheid

diversen

171zorg & financiering > 10-2007

af. De kans op uitstroom was in de periode 1998-2003 vrij stabiel en bleek nauwelijks beïnvloeddoor de conjunctuur of de verandering in deWAO-instroom, die vanaf 2001 scherp daalt.

Inkomensontwikkeling

De inkomensontwikkeling van de ‘werkhervat-ters’ is positiever dan die van de blijvers in de

WAO, maar het verschil is niet erg groot. Reedsbij WAO-intrede blijken de latere werkhervatterser minder vaak op achteruit te zijn gegaan dande blijvers. Toch heeft ruim een derde (37 pro-cent) vier jaar na werkhervatting een lager inko-men dan in het laatste WAO-jaar.Bron: ZN Journaal, 2007, nr. 40<

1392 vijftig procent kankersterfte te voorkomen door gezonde leefstijl

Van de sterfte aan kanker is ten minste vijftigprocent te verklaren door ongezond gedrag.Bijna de helft van de Nederlanders weet echterniet dat een ongezonde leefstijl de belangrijkstefactor is die het risico op kanker verhoogt.Risicofactoren zoals milieu en erfelijkheid wor-den door de respondenten onterecht overschat.

Dat concludeert KWF Kankerbestrijding uiteigen onderzoek dat is gehouden onder 542 res-pondenten. Bovendien denkt 31 procent van deonderzoeksgroep dat ze weinig tot erg weiniginvloed kunnen uitoefenen om zelf de kans opkanker te verminderen. Om de kennis enbewustwording van een ongezonde leefstijl bijhet ontstaan van kanker te verbeteren, startKWF Kankerbestrijding de massamediale cam-pagne ‘6× sterker tegen kanker’.

Gezond leven, minder kans op kanker

De zes leefstijlfactoren die bij het ontstaan vankanker een rol spelen zijn roken, ongezondevoeding, onvoldoende lichaamsbeweging, over-gewicht, te veel alcohol en overmatig zonnen.Van deze zes leefstijlfactoren is roken verrewegde meest invloedrijke factor: ongeveer dertigprocent van de kankersterfte in Nederland isgerelateerd aan tabaksgebruik. Het aandeel vanoverwicht op de kans op kanker wordt geschatop zeven à acht procent. Voor voeding ligt dat

percentage tussen 15 en 35. Uit epidemiologischonderzoek blijkt dat het aandeel van voeding inde afgelopen decennia wel kleiner is geworden.Er is echter genoeg bewijs dat voldoende groen-te- en fruitconsumptie een beschermende rolheeft op sommige soorten van kanker. Erfelijk-heid en milieufactoren dragen slechts elk vooreen paar procent bij aan de kankersterfte. Voorstress is geen relatie met kanker aangetoond,terwijl 31 procent van de respondenten ditnoemt als risicofactor.

Campagne

Een garantie om kanker te voorkomen is niet tegeven. Maar mensen kunnen zelf de kans ver-minderen door gezond te leven. KWF Kankerbe-strijding vindt het daarom belangrijk het publiekgoed te informeren over de invloed die leefstijlri-sicofactoren hebben op het ontstaan van kanker.om zo het aantal nieuwe gevallen van kankerterug te dringen. Cora Honing, hoofd preventieen patiëntenvoorlichting bij KWF Kankerbestrij-ding: ‘Willen we dat in Nederland in de toekomstsubstantieel minder mensen kanker krijgen, dankan dat eigenlijk alleen als de mensen gezondergaan leven. Op www.6xsterkertegenkanker.nlkunnen mensen hun kennis over risicofactorenvan kanker testen en geven we tips hoe mensenhun kans op kanker kunnen verminderen.’Bron: KWF Kankerbestrijding, 12 september 2007<

ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 171