1388 Advies CVZ Over Aanwijzing Zorgkantoren 2006

2
stelsel 50 9-2005 > zorg & financiering Op verzoek van de Staatsecretaris van VWS heeft het College voor zorgverzekeringen (CVZ) bij brief van 22 september 2005 de Staatssecre- taris geadviseerd over de voordracht van Zorg- verzekeraars Nederland (ZN) voor de aanwij- zing van de zorgkantoren ingaande 2006 (de lopende aanwijzingen voor vier jaren expireren dan). Op 23 december 2004 heeft het CVZ een signa- lement uitgebracht over de uitvoeringsstructuur van de AWBZ. In dit rapport, met de ondertitel ‘Tijdens de verbouwing moet de verkoop door- gaan’, constateert het CVZ dat bij de uitvoering van de AWBZ een hybride situatie is ontstaan waarin het sturingsconcept en de verantwoorde- lijkheidsverdeling niet helder zijn. In de AWBZ is in de loop der tijd het verantwoordelijkheids- patroon gecompliceerd door toevoeging van hulporganen als indicatieorganen, zorgkanto- ren en een centraal administratiekantoor. Het CVZ vindt het dan ook een goede zaak dat het kabinet de uitvoeringsstructuur van de AWBZ fundamenteel onder de loep neemt. Tegen de achtergrond van het voornemen van VWS om in 2006 een besluit te nemen over de vormgeving van de AWBZ-uitvoering in de volgende jaren brengt het CVZ nu advies uit over de voordracht van ZN binnen het kader van de huidige wet- en regelgeving. Op dit moment voorziet het Admi- nistratiebesluit in een aanwijzing voor telkens vier jaar. De Staatssecretaris geeft aan dat zij de komende aanwijzing wil beperken tot maximaal drie jaar. Met die beperking wordt een duidelijk signaal afgegeven dat het nodig is om in 2006 duidelijkheid te verschaffen over de toekomstige uitvoeringsstructuur van de AWBZ. Het CVZ onderschrijft dan ook het voornemen om de aanwijzing te beperken tot maximaal drie jaar. Daarvoor is wijziging nodig van het Administra- tiebesluit. Het CVZ heeft inmiddels begrepen dat deze wijziging onderdeel uitmaakt van het invoeringstraject van de Zorgverzekeringswet. ZN stelt voor om de huidige verbindingskanto- ren opnieuw aan te wijzen voor de jaren 2006 tot en met 2008. Het CVZ adviseert dit voorstel over te nemen, met dien verstande dat het een voor- behoud maakt bij de duur van de aanwijzing. ZN schrijft in zijn voordracht dat de zorgkanto- ren zich sinds het ontstaan in 1998 loyale uit- voerders hebben getoond van de AWBZ. Het CVZ onderschrijft dat. Dat neemt echter niet weg dat het College toezicht zorgverzekeringen (CTZ) recent aan een aantal zorgkantoren con- crete aanbevelingen heeft gedaan voor de verbe- tering van de bedrijfsvoering. Het CTZ is nage- gaan in hoeverre de betrokken zorgkantoren uit- voering hebben gegeven aan deze verbeterpun- ten. Op 12 oktober 2005 heeft het CTZ over zijn bevindingen gerapporteerd. Het CTZ kwalifi- ceert het functioneren van de afzonderlijke zorgkantoren (concessiehouders) als ‘matig’, ‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. De kwali- ficatie ‘matig’ zal leiden tot intensivering van het toezicht door het CTZ. Het CVZ adviseert om de aanwijzing van zorgkantoren waarvan het CTZ het functioneren als ‘onvoldoende’ of ‘matig’ kwalificeert, te beperken tot één jaar. Als het functioneren van de betrokken zorgkan- toren in de loop van 2006 verbeterd blijkt te zijn, kan de aanwijzing vervolgens worden verlengd tot drie jaar. Als het functioneren niet verbetert, zal in 2006 overleg moeten worden gestart gericht op beëindiging van de concessie per 1 januari 2007. In zijn brief meldt ZN dat op dit moment niet voor iedere zorgverzekeraar duidelijk is welke rechtspersoon uiteindelijk de functie van zorg- kantoor zal uitvoeren. Deze onduidelijkheid is het gevolg van het feit dat zorgverzekeraars overwegen om de rechtsvorm aan te passen aan de mogelijkheden die de Zorgverzekeringswet biedt. Uit de door ZN gebruikte formuleringen leidt het college af dat het hier een puur techni- sche operatie betreft. Het CVZ zal met ZN werk- 1388 advies cvz over aanwijzing zorgkantoren 2006

Transcript of 1388 Advies CVZ Over Aanwijzing Zorgkantoren 2006

Page 1: 1388 Advies CVZ Over Aanwijzing Zorgkantoren 2006

stelsel

50 9-2005 > zorg & financiering

Op verzoek van de Staatsecretaris van VWSheeft het College voor zorgverzekeringen (CVZ)bij brief van 22 september 2005 de Staatssecre-taris geadviseerd over de voordracht van Zorg-verzekeraars Nederland (ZN) voor de aanwij-zing van de zorgkantoren ingaande 2006 (delopende aanwijzingen voor vier jaren expirerendan).

Op 23 december 2004 heeft het CVZ een signa-lement uitgebracht over de uitvoeringsstructuurvan de AWBZ. In dit rapport, met de ondertitel‘Tijdens de verbouwing moet de verkoop door-gaan’, constateert het CVZ dat bij de uitvoeringvan de AWBZ een hybride situatie is ontstaanwaarin het sturingsconcept en de verantwoorde-lijkheidsverdeling niet helder zijn. In de AWBZis in de loop der tijd het verantwoordelijkheids-patroon gecompliceerd door toevoeging vanhulporganen als indicatieorganen, zorgkanto-ren en een centraal administratiekantoor. HetCVZ vindt het dan ook een goede zaak dat hetkabinet de uitvoeringsstructuur van de AWBZfundamenteel onder de loep neemt. Tegen deachtergrond van het voornemen van VWS om in2006 een besluit te nemen over de vormgevingvan de AWBZ-uitvoering in de volgende jarenbrengt het CVZ nu advies uit over de voordrachtvan ZN binnen het kader van de huidige wet- enregelgeving. Op dit moment voorziet het Admi-nistratiebesluit in een aanwijzing voor telkensvier jaar. De Staatssecretaris geeft aan dat zij dekomende aanwijzing wil beperken tot maximaaldrie jaar. Met die beperking wordt een duidelijksignaal afgegeven dat het nodig is om in 2006duidelijkheid te verschaffen over de toekomstigeuitvoeringsstructuur van de AWBZ. Het CVZonderschrijft dan ook het voornemen om deaanwijzing te beperken tot maximaal drie jaar.Daarvoor is wijziging nodig van het Administra-tiebesluit. Het CVZ heeft inmiddels begrependat deze wijziging onderdeel uitmaakt van hetinvoeringstraject van de Zorgverzekeringswet.

ZN stelt voor om de huidige verbindingskanto-ren opnieuw aan te wijzen voor de jaren 2006 toten met 2008. Het CVZ adviseert dit voorstel overte nemen, met dien verstande dat het een voor-behoud maakt bij de duur van de aanwijzing.ZN schrijft in zijn voordracht dat de zorgkanto-ren zich sinds het ontstaan in 1998 loyale uit-voerders hebben getoond van de AWBZ. HetCVZ onderschrijft dat. Dat neemt echter nietweg dat het College toezicht zorgverzekeringen(CTZ) recent aan een aantal zorgkantoren con-crete aanbevelingen heeft gedaan voor de verbe-tering van de bedrijfsvoering. Het CTZ is nage-gaan in hoeverre de betrokken zorgkantoren uit-voering hebben gegeven aan deze verbeterpun-ten. Op 12 oktober 2005 heeft het CTZ over zijnbevindingen gerapporteerd. Het CTZ kwalifi-ceert het functioneren van de afzonderlijkezorgkantoren (concessiehouders) als ‘matig’,‘onvoldoende’, ‘voldoende’ of ‘goed’. De kwali-ficatie ‘matig’ zal leiden tot intensivering vanhet toezicht door het CTZ. Het CVZ adviseertom de aanwijzing van zorgkantoren waarvanhet CTZ het functioneren als ‘onvoldoende’ of‘matig’ kwalificeert, te beperken tot één jaar.Als het functioneren van de betrokken zorgkan-toren in de loop van 2006 verbeterd blijkt te zijn,kan de aanwijzing vervolgens worden verlengdtot drie jaar. Als het functioneren niet verbetert,zal in 2006 overleg moeten worden gestartgericht op beëindiging van de concessie per1 januari 2007.

In zijn brief meldt ZN dat op dit moment nietvoor iedere zorgverzekeraar duidelijk is welkerechtspersoon uiteindelijk de functie van zorg-kantoor zal uitvoeren. Deze onduidelijkheid ishet gevolg van het feit dat zorgverzekeraarsoverwegen om de rechtsvorm aan te passen aande mogelijkheden die de Zorgverzekeringswetbiedt. Uit de door ZN gebruikte formuleringenleidt het college af dat het hier een puur techni-sche operatie betreft. Het CVZ zal met ZN werk-

1388 advies cvz over aanwijzing zorgkantoren 2006

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 50

Page 2: 1388 Advies CVZ Over Aanwijzing Zorgkantoren 2006

algemeen

51zorg & financiering > 9-2005

afspraken maken over de technische voorberei-ding van het aanwijzingsbesluit. Indien zorgver-zekeraars voornemens zouden zijn om de takenvan het zorgkantoor onafhankelijk van de zorg-verzekeraar in een geheel afzonderlijke rechts-persoon onder te brengen, ontstaat een nieuwesituatie waarover het CVZ op dit moment geenoordeel heeft.

De werkgebieden van de zorgkantoren kwamenaanvankelijk overeen met de WZV-regio’s.Inmiddels zijn de WZV-regio’s (Wet ziekenhuis-voorzieningen) opgesplitst in drie subregio’s enis de WZV-regio Stedendriehoek opgesplitst inde zorgkantoorregio’s Apeldoorn, Zutphen e.o.en Midden IJssel. Verder hebben gemeentelijkeherindelingen geleid tot wijziging van de werk-gebieden. Het CVZ adviseert om de werkgebie-den van de zorgkantoren eenduidig vast testellen door middel van een bijlage bij het aan-wijzingsbesluit. Door het vaststellen van dezebijlage ontstaat weer eenduidigheid over de

werkgebieden en de benaming en nummeringvan de zorgkantoorregio’s. Het CVZ zal deze bij-lage, na publicatie van het aanwijzingsbesluit,breed verspreiden en ter inzage leggen in debibliotheek. Publicatie van de bijlage in deStaatscourant kan daardoor achterwege blijven.Het CVZ zal vervolgens op zich nemen om dezebijlage bij gemeentelijke herindelingen te actua-liseren.

In het aanwijzingsbesluit van 8 januari 2002(Stcrt. 13) is aan de aanwijzing de voorwaardeverbonden dat de als verbindingkantoren aange-wezen rechtspersonen medewerking verlenenaan de uitvoering van het op 13 maart 2001 tus-sen de Staatssecretaris van VWS, het CVZ en ZNgesloten ‘Convenant inzake taken en beheers-kosten zorgkantoren’. Het CVZ adviseert dezevoorwaarde wederom op te nemen, waarbij hijopmerkt dat er op dat op 16 december 2004 eennieuw convenant is gesloten.Bron: CVZ<

Zorgverzekeraars Nederland (ZN) adviseertStaatssecretaris Ross van VWS om de huidigezorgkantoren opnieuw aan te wijzen als uitvoe-ringsorganen voor de AWBZ voor de periode2006-2008. Dit schrijft Martin Bontje, algemeendirecteur van ZN aan de Staatssecretaris.

De bewindsvrouw had ZN verzocht om vóór1 september advies uit te brengen over de aan-wijzing van de zorgkantoren voor een periodevan drie jaar. Volgens Bontje verloopt de huidigeuitvoering naar tevredenheid. Gezien de veleveranderingen in de AWBZ en het onduidelijketoekomstperspectief hebben zorgverzekeraarssterk behoefte aan de continuïteit van de huidigeuitvoering van de AWBZ.In het advies van ZN aan de Staatssecretarismemoreert Bontje hoe de zorgkantoren sindshet ontstaan in 1998 constructief hebben mee-

gewerkt aan de ontwikkeling van de AWBZ. Zehebben fors geïnvesteerd in het grote projectmodernisering AWBZ, en in taken als zorgtoe-wijzing, wachtlijstbeheer, cliëntenvoorlichtingen het persoonsgebonden budget. Op hetgebied van de zorginkoop speelt het zorgkan-toor een steeds grotere rol, onder andere doorhet opheffen van de contracteerplicht voor extra-murale zorg. Verder hebben de zorgkantorenadequaat ingespeeld op steeds strengere eisenvan de toezichthouder op het gebied van de ver-slaglegging en verantwoording.

Bevindingen van het CTZ

Bontje verwijst in het advies verder naar debevindingen van het College toezicht zorgverze-keringen (CTZ). Het CTZ constateert in zijn ver-antwoordingsrapport over 2003 dat zorgkan-

1389 zn adviseert over nieuwe aanwijzing zorgkantoren

ZenF0905-cyaan.qxd 9-12-2005 11:55 Pagina 51