1364 Huisarts Hoort Regierol Te Hebben
Transcript of 1364 Huisarts Hoort Regierol Te Hebben
zorg
68 10-2006 > zorg & financiering
Patiënten die zeventien keer of vaker per jaarnaar de huisarts gaan, blijken verantwoordelijkvoor ongeveer 42 procent van de totale werklastvan de huisarts. Het gaat daarbij om tien pro-cent van de totale patiëntenpopulatie en danmet name chronisch zieken.
Dat schrijven onderzoekers van het Nederlandsinstituut voor onderzoek van de gezondheids-zorg (Nivel) in Huisarts en Wetenschap. Het onder-zoek is gebaseerd op gegevens van het LandelijkInformatie Netwerk Huisartsenzorg (LINH) uit2004.Gemiddeld komen patiënten 6,7 keer per jaar in
contact met de huisartsenpraktijk. De ‘groot-gebruikers’ zijn doorgaans ouder. Patiënten dieéén keer naar de huisarts gingen zijn gemiddelddertig jaar, de doorsneeleeftijd van patiënten diemeer dan veertig keer contact hadden met dehuisarts is 68.Hoewel de kleine groep patiënten voor een grotewerklast zorgt, denken de Nivel-onderzoekersdat veel huisartsen het leveren van goede conti-nuïteit van zorg aan vaak chronisch zieke pa-tiënten niet zozeer als een last ervaren, maarjuist als een zinvolle taak die voldoening geeft. Bronnen: Nivel, 16 november 2006 enwww.mednet.nl, 15 november 2006<
1363 chronisch zieken bepalen bijna helft werklast huisarts
1364 huisarts hoort regierol te hebben
Praktisch alle Nederlanders (97%) vinden dat dehuisarts een regiefunctie moet hebben. Zijonderschrijven de stelling dat huisartsen pa-tiënten zo nodig moeten verwijzen naar anderehulpverleners en door hen geïnformeerd moe-ten worden over het verloop van de behande-ling. Tachtig procent geeft aan graag met dehuisarts te willen overleggen over de voorge-stelde behandeling van de medisch specialist.Verder blijkt dat de huisarts meer dan verwachtop eigen initiatief gevoelige onderwerpen magaankaarten, zoals mishandeling of leefstijl. Eenandere opmerkelijke conclusie is dat de Neder-landse huisarts honkvast is: gemiddeld heeft hij14 jaar en 44 weken dezelfde praktijk; dat isongeveer een halfjaar korter vergeleken met1970.
Dat zijn de voornaamste conclusies van onder-zoeken die het Nederlands Huisartsen Genoot-schap in het kader van het vijftigjarig bestaanliet uitvoeren door TNS-NIPO en het Nederlandsinstituut voor onderzoek van de gezondheids-zorg, Nivel.
Verwachtingen nauwelijks veranderd
Vergeleken met het TNS-NIPO-onderzoek uit1999 zijn de verwachtingen van zowel patiëntenals huisartsen redelijk stabiel gebleven ondanksde veranderingen in maatschappij en gezond-heidszorg. Over de praktijkondersteuner, eenrelatief nieuwe functie in de huisartsenpraktijk,is 85 procent van de ondervraagden tevreden.Het onderzoek van het Nivel richtte zich opdiverse aspecten van de continuïteit van zorg inde huisartsgeneeskunde, zoals de mobiliteit vanpatiënten en huisartsen en de gevolgen ervan, deorganisatie van de huisartsenzorg binnen enbuiten kantooruren en het zorggebruik vanbepaalde groepen patiënten.
Een derde onderzoek is een internationaleenquête naar de kwaliteit van de huisartsenzorgvanuit het perspectief van de huisarts. De afde-ling Kwaliteit van Zorg (WOK) van het UMC StRadboud voerde dit onderzoek uit. Opvallend isdat Nederlandse huisartsen een belangrijke rolhebben in het verlenen van palliatieve zorg en
ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 68
69zorg & financiering > 10-2006
huisartsen
dat de meerderheid van hen tevreden is over hetgezondheidssysteem en hun functie. Het patiën-
tenperspectief is een aandachtspunt.Bron: NHG, 15 november 2006<
1365 aantal huisartsenconsulten stijgt met tien procent
Uit de eerste halfjaargegevens van Vektis overde ontwikkeling van de huisartsenzorg in 2006blijkt dat het declaratieverkeer van huisartsengoed op gang is gekomen. De eerste halfjaarcij-fers wijzen uit dat het aantal consulten substan-tieel is gestegen. Naar verwachting ligt het aan-tal minstens tien procent hoger dan voorafingeschat. Geconstateerd kan worden dat huis-artsen op basis van de invoering van de Zorg-verzekeringswet en de nieuwe financierings-regeling prima gedijen. Er zijn geen huisartsenin financiële problemen gekomen.
Conform de afspraken in het Vogelaar-akkoordheeft Zorgverzekeraars Nederland (ZN) Vektisgevraagd om een aantal aspecten uit het Voge-laar-akkoord te monitoren. De gegevens van deeerste twee kwartalen zijn nu beschikbaar. Uitde monitor komt naar voren dat de inzet van hetaantal praktijkondersteuners (verpleegkundi-gen) in huisartsenpraktijken fors is gestegen.Naar alle waarschijnlijkheid wordt het beschik-bare macrokader van 49 miljoen euro overschre-den met twintig miljoen euro.
Declaratieverkeer
Het declaratie- en betalingsverkeer tussen huis-artsen en zorgverzekeraars is over het algemeen
in orde. Dit is ook geconstateerd in het kwar-taaloverleg tussen Landelijke Huisartsen Vereni-ging (LHV), VWS en ZN van juni, onder leidingvan Vogelaar. Bij de declaraties vanaf juli hebbenzich geen noemenswaardige problemen voorge-daan. De resterende problemen worden verhol-pen met behulp van de helpdesk ‘Vecozo huis-artsenzorg’, waar huisartsen hun problemenkunnen melden. Knelpunten die zich moeilijklaten oplossen worden besproken en (zo veelmogelijk) opgelost binnen de ‘veegploeg huis-artsen’ waarin LHV, ZN en VWS participeren.Uit de gegevens van Vektis blijkt verder dat hetmerendeel van de huisartsen (95%) digitaaldeclaraties verstuurt. Dit betekent dat de doorverzekeraars extra beschikbaar gestelde finan-ciën (15 miljoen) tot het gewenste resultaat heb-ben geleid én er door huisartsen heel veel werkis verricht om te automatiseren. De totale kostenvan de module Modernisering en Innovatie zalde ingeschatte 75 miljoen euro benaderen. Omna te gaan of de inschattingen van Vektis juistzijn, zullen de uitkomsten van de enquête vanhet derde kwartaal richtinggevend zijn.Bron: ZN Journaal, 2006, nr. 43<
ZenF-1006 cyaan.qxd 13-12-2006 11:33 Pagina 69