1313 Overheveling Van De GGZ Naar De Zorgverzekeringswet; Indicatie Voor Niet-Geneeskundige...

2
Het College voor zorgverzekeringen adviseerde op 25 augustus 2008, onder nummer 28049513, in een geschil tussen een verzekerde en het indi- catieorgaan. Verzekerde was een 51-jarige man met een autismespectrumstoornis (ASS) bij een bovengemiddelde intellectuele begaafdheid. Het behandeltraject binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) was inmiddels beëin- digd, er waren geen therapeutische mogelijk- heden meer. Verzekerde woont samen met zijn echtgenote en hun twee kinderen die beiden bekend zijn met het syndroom van Asperger. Op naam van de kinderen was door Bureau Jeugdzorg (BJZ) een indicatie afgegeven voor ondersteunende bege- leiding, activerende begeleiding en tijdelijk ver- blijf. Verzekerde had een indicatie aangevraagd voor ondersteunende begeleiding algemeen (OB-alg = individueel) klasse 3, activerende begeleiding algemeen (AB-alg) klasse 4 en 1 etmaal tijdelijk verblijf (VB-td). Het betrof ver- lenging en uitbreiding van een eerdere indicatie. Op 31 januari 2008 was de volgende indicatie afgegeven: OB-alg klasse 2 voor individuele begeleiding bij consolidatie van vaardigheden, verkregen inzichten, bij financiën en administratie, als- mede voor ontlasting en ondersteuning voor de echtgenote van verzekerde en voor een casemanager om zorgverlening op elkaar af te stemmen en de ‘helikopterview’ te behouden; AB-alg klasse 2 gericht op plannen, organise- ren, functioneren binnen vader- en partnerrol, leren omgaan met beperkingen en verkregen inzichten; 2 dagdelen ondersteunende begeleiding (OB- dag = in groepsverband) voor dagbesteding ter vervanging van arbeid en ter ontlasting van de thuissituatie. De indicatie voor OB-dag en AB-alg was afgege- ven voor een periode van één jaar. Het College overwoog dat met ingang van 1 januari 2008 de geneeskundige ggz is overge- heveld van de Algemene wet bijzondere ziekte- kosten (AWBZ) naar de Zorgverzekeringswet (Zvw). Het gaat daarbij om alle extramurale ggz en het eerste jaar van alle intramurale genees- kundige ggz. De geneeskundige ggz is gericht op herstel of voorkoming van verergering van een psychiatrische aandoening. In de genees- kundige ggz bestaat geen onderscheid tussen behandeling en geneeskundige activerende begeleiding (AB). De activiteiten van geneeskun- dige AB vallen onder de noemer ‘behandeling’, omschreven in de Zvw als geneeskundige zorg. De niet-geneeskundige ggz (ondersteunende begeleiding (OB), AB en persoonlijke verzor- ging (PV)) valt wel nog steeds onder de AWBZ. Bij niet-geneeskundige AB gaat het om begelei- ding die gericht is op vaardigheidstraining in het kader van zelfredzaamheid. In het onderha- vige geval was verzekerde volgens zijn psychia- 1313 overheveling van de ggz naar de zorgverzekeringswet; indicatie voor niet-geneeskundige activerende begeleiding na psychiatrische behandeling jurisprudentie 31 zorg & financiering > 10-2008 noodzakelijke multidisciplinaire voortraject had plaatsgevonden. Ter toelichting op deze stelling verwees appellant naar de werkwijze van de behandelend arts. De zorgverzekeraar had niet gereageerd op het onderbouwde verweer van betrokkene dat daarvan wel sprake was geweest. Evenmin had de zorgverzekeraar aanleiding gezien dit verweer te weerspreken door zich ter zitting van de Raad te laten vertegenwoordigen. Onder deze omstandigheden nam de Raad aan dat betrokkene uit een oogpunt van doelmatige zorgverlening op de gevraagde behandeling was aangewezen. Bron: RZA 2008, 102< ZenF-1008-cyaan.qxd 12-11-2008 11:20 Pagina 31

Transcript of 1313 Overheveling Van De GGZ Naar De Zorgverzekeringswet; Indicatie Voor Niet-Geneeskundige...

Page 1: 1313 Overheveling Van De GGZ Naar De Zorgverzekeringswet; Indicatie Voor Niet-Geneeskundige Activerende Begeleiding Na Psychiatrische Behandeling

Het College voor zorgverzekeringen adviseerdeop 25 augustus 2008, onder nummer 28049513,in een geschil tussen een verzekerde en het indi-catieorgaan. Verzekerde was een 51-jarige manmet een autismespectrumstoornis (ASS) bij eenbovengemiddelde intellectuele begaafdheid.Het behandeltraject binnen de geestelijkegezondheidszorg (ggz) was inmiddels beëin-digd, er waren geen therapeutische mogelijk-heden meer.

Verzekerde woont samen met zijn echtgenote enhun twee kinderen die beiden bekend zijn methet syndroom van Asperger. Op naam van dekinderen was door Bureau Jeugdzorg (BJZ) eenindicatie afgegeven voor ondersteunende bege-leiding, activerende begeleiding en tijdelijk ver-blijf. Verzekerde had een indicatie aangevraagdvoor ondersteunende begeleiding algemeen(OB-alg = individueel) klasse 3, activerendebegeleiding algemeen (AB-alg) klasse 4 en 1etmaal tijdelijk verblijf (VB-td). Het betrof ver-lenging en uitbreiding van een eerdere indicatie.Op 31 januari 2008 was de volgende indicatieafgegeven:– OB-alg klasse 2 voor individuele begeleiding

bij consolidatie van vaardigheden, verkregeninzichten, bij financiën en administratie, als-mede voor ontlasting en ondersteuning voorde echtgenote van verzekerde en voor eencasemanager om zorgverlening op elkaar af testemmen en de ‘helikopterview’ te behouden;

– AB-alg klasse 2 gericht op plannen, organise-ren, functioneren binnen vader- en partnerrol,leren omgaan met beperkingen en verkregeninzichten;

– 2 dagdelen ondersteunende begeleiding (OB-dag = in groepsverband) voor dagbestedingter vervanging van arbeid en ter ontlasting vande thuissituatie.

De indicatie voor OB-dag en AB-alg was afgege-ven voor een periode van één jaar.

Het College overwoog dat met ingang van1 januari 2008 de geneeskundige ggz is overge-heveld van de Algemene wet bijzondere ziekte-kosten (AWBZ) naar de Zorgverzekeringswet(Zvw). Het gaat daarbij om alle extramurale ggzen het eerste jaar van alle intramurale genees-kundige ggz. De geneeskundige ggz is gerichtop herstel of voorkoming van verergering vaneen psychiatrische aandoening. In de genees-kundige ggz bestaat geen onderscheid tussenbehandeling en geneeskundige activerendebegeleiding (AB). De activiteiten van geneeskun-dige AB vallen onder de noemer ‘behandeling’,omschreven in de Zvw als geneeskundige zorg.De niet-geneeskundige ggz (ondersteunendebegeleiding (OB), AB en persoonlijke verzor-ging (PV)) valt wel nog steeds onder de AWBZ.Bij niet-geneeskundige AB gaat het om begelei-ding die gericht is op vaardigheidstraining inhet kader van zelfredzaamheid. In het onderha-vige geval was verzekerde volgens zijn psychia-

1313 overheveling van de ggz naar de zorgverzekeringswet;indicatie voor niet-geneeskundige activerende begeleidingna psychiatrische behandeling

jurisprudentie

31zorg & financiering > 10-2008

noodzakelijke multidisciplinaire voortraject hadplaatsgevonden. Ter toelichting op deze stellingverwees appellant naar de werkwijze van debehandelend arts. De zorgverzekeraar had nietgereageerd op het onderbouwde verweer vanbetrokkene dat daarvan wel sprake was geweest.Evenmin had de zorgverzekeraar aanleiding

gezien dit verweer te weerspreken door zich terzitting van de Raad te laten vertegenwoordigen.Onder deze omstandigheden nam de Raad aandat betrokkene uit een oogpunt van doelmatigezorgverlening op de gevraagde behandeling wasaangewezen.Bron: RZA 2008, 102<

ZenF-1008-cyaan.qxd 12-11-2008 11:20 Pagina 31

Page 2: 1313 Overheveling Van De GGZ Naar De Zorgverzekeringswet; Indicatie Voor Niet-Geneeskundige Activerende Begeleiding Na Psychiatrische Behandeling

stelsel

32 10-2008 > zorg & financiering

ter uitbehandeld, maar was nog wel AB aange-wezen, waarvoor concrete begeleidingsdoelenwaren geformuleerd. De geïndiceerde OB leekhiervan ook onderdeel uit te maken. Er was tenonrechte verblijf tijdelijk geïndiceerd ter ont-

lasting van de gezinssituatie. De echtgenote zoude zorg door een zorgaanbieder moeten latenverlenen.Bron: RZA 2008, 103<

De Centrale Raad van Beroep deed op 29 april2008, onder nummer 06/1461 AWBZ, uitspraakin een geschil tussen een verzekerde en het indi-catieorgaan over de weigering uitbreiding tegeven aan de indicatie voor huishoudelijke ver-zorging.

De rechtbank had het beroep van verzekerdetegen het indicatiebesluit niet-ontvankelijk ver-klaard op de grond dat appellante geen (pro-ces)belang meer had bij een beslissing van derechtbank over de rechtmatigheid van datbesluit. De Raad overwoog dat de in geding zijn-de indicatiestelling betrekking had op de functiehuishoudelijke verzorging over een in het verle-den liggende, reeds afgesloten periode. Hetstond vast dat appellante (ook) over die periodeeen persoonsgebonden budget wenste. In de

artikelen 2.5.6.4 en 2.5.6.8 van de, ten tijde ingeding geldende, Regeling Subsidies AWBZ(Algemene wet bijzondere ziektekosten) enZiekenfondswet – in onderling verband bezien –ligt besloten dat de ontvanger van een persoons-gebonden budget over de besteding van een –beperkt – gedeelte daarvan geen verantwoordinghoeft af te leggen. Nu voorts in de Regeling geenbelemmering is opgenomen voor het met terug-werkende kracht verlenen van (in elk geval ditvrij te besteden gedeelte van) het persoonsge-bonden budget, kon reeds hierom niet wordengezegd dat ieder (proces)belang van appellantebij een rechterlijke beslissing over de rechtma-tigheid van het besluit van 20 april 2005 ont-brak. De aangevallen uitspraak moest wordenvernietigd.Bron: RZA 2008, 104<

1314 procesbelang bij rechterlijke beslissing over rechtmatigheidindicatiebesluit; regeling subsidies awbz en zfw bevat geenbelemmering voor het met terugwerkende kracht verlenenvan het (vrij te besteden gedeelte) van het pgb

ZenF-1008-cyaan.qxd 12-11-2008 11:20 Pagina 32