1302049 Dyn Pers 4 03 opmaaksite2016.bdvereniging.nl/dynamischperspectief/dp200304.pdf ·...

28
Perspectief Dynamisch 2003 juli N o 4 augustus Dynamisch Perspectief Nieuws en informatie over biologisch-dynamische landbouw en voeding Nieuws en informatie over biologisch-dynamische landbouw en voeding 2003 juli N o 4 augustus Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ Uitslag ledenenquête Reacties op Manfred Klett’s preparatenpromotie De echo van de vogelpest Genieten van Slow Food Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ Uitslag ledenenquête Reacties op Manfred Klett’s preparatenpromotie De echo van de vogelpest Genieten van Slow Food Perspectief Dynamisch 2003 juli N o 4 augustus Dynamisch Perspectief Nieuws en informatie over biologisch-dynamische landbouw en voeding Nieuws en informatie over biologisch-dynamische landbouw en voeding 2003 juli N o 4 augustus Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ Uitslag ledenenquête Reacties op Manfred Klett’s preparatenpromotie De echo van de vogelpest Genieten van Slow Food Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ Uitslag ledenenquête Reacties op Manfred Klett’s preparatenpromotie De echo van de vogelpest Genieten van Slow Food

Transcript of 1302049 Dyn Pers 4 03 opmaaksite2016.bdvereniging.nl/dynamischperspectief/dp200304.pdf ·...

Perspect ief D

ynam

isch

2003juli No4augustus

Dyn

amis

chP e r spect ief

Nie

uws e

n in

form

atie

ove

rbi

olog

isch-

dyna

misc

he la

ndbo

uw e

n vo

edin

gN

ieuw

s en

info

rmat

ie o

ver

biol

ogisc

h-dy

nam

ische

land

bouw

en

voed

ing

2003juli No4augustus

Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ • Uitslag ledenenquête • Reacties op ManfredKlett’s preparatenpromotie • De echo van de vogelpest • Genieten van Slow FoodPortret: ‘Geen overhaast idealisme’ • Uitslag ledenenquête • Reacties op ManfredKlett’s preparatenpromotie • De echo van de vogelpest • Genieten van Slow Food

Perspect ief D

ynam

isch

2003juli No4augustus

Dyn

amis

chP e r spect ief

Nie

uws e

n in

form

atie

ove

rbi

olog

isch-

dyna

misc

he la

ndbo

uw e

n vo

edin

gN

ieuw

s en

info

rmat

ie o

ver

biol

ogisc

h-dy

nam

ische

land

bouw

en

voed

ing

2003juli No4augustus

Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ • Uitslag ledenenquête • Reacties op ManfredKlett’s preparatenpromotie • De echo van de vogelpest • Genieten van Slow FoodPortret: ‘Geen overhaast idealisme’ • Uitslag ledenenquête • Reacties op ManfredKlett’s preparatenpromotie • De echo van de vogelpest • Genieten van Slow Food

2-maandelijkse uitgave voor leden van deVereniging voor Biologisch-DynamischeLandbouw en Voeding (BD-Vereniging)

ISSN 1389-7438

BD-Vereniging en advertentie-acquisitie:Vereniging voor

Biologisch-Dynamische Landbouw en Voeding Diederichslaan 25

Postbus 236, 3970 AE Driebergene-mail: [email protected]

internet: www.demeter-bd.nl tel: 0343-531740, fax: 0343-516943

Redactie:Bruno van der Dussen, Jola Meijer

Vaste medewerkers:Bernard Asselbergs, Maaike Boschloo,

Jan Diek van Mansvelt, Frank Woets

Sluitingsdatum kopij:Aanleveren kopij voor het

september-oktobernummer tot 1 augustus 2003.

Bij voorkeur van te voren telefonisch overleg,tel. 075-6873159

Kopij op diskette (minimaal Word 97) of via e-mail: [email protected]

Vormgeving:Fingerprint Driebergen, Gerda Peters

Pre-press en druk: Drukkerij Kerckebosch ZeistGedrukt op Reviva, 50% reclycled, chloorvrij

De BD-Vereniging is houdster van het merk DEMETER

CopyrightTegen overname van artikelen bestaat in princi-

pe geen bezwaar, mits hier van tevoren toe-stemming voor is verleend en dit duidelijk

wordt vermeld.

Geen overhaast idealisme

Vogelpest in de ‘Maakbare Wereld’ volgens LNV

Genieten van Slow Food

Perspect ief

Dyn

amis

ch

2003juli No4augustus

Dyn

amis

ch

P e r spect ief

Nie

uws e

n in

form

atie

ove

rbi

olog

isch-

dyna

misc

he la

ndbo

uw e

n vo

edin

gN

ieuw

s en

info

rmat

ie o

ver

biol

ogisc

h-dy

nam

ische

land

bouw

en

voed

ing

2003juli No4augustus

Portret: ‘Geen overhaast idealisme’ • Uitslag ledenenquête • Reacties op ManfredKlett’s preparatenpromotie • De echo van de vogelpest • Genieten van Slow FoodPortret: ‘Geen overhaast idealisme’ • Uitslag ledenenquête • Reacties op ManfredKlett’s preparatenpromotie • De echo van de vogelpest • Genieten van Slow Food

INHOUDDynamisch Portret

Uitslag ledenenquête

Reacties op Manfred Klett

Vogelpest

De Boogschutter

Slow Food

Vers van het land…

Perspectief

Memo

Agenda

BD-info

3

7

9

12

16

17

22

22

25

26

27

Bedachtzaam omschakelennaar BD op de melkvee-houderij van Gerjo Koskamp

Reacties vanuit de DemeterVoorwaarden Commissie,Biologica en de BD-praktijk

Waarin de BD-landbouw endeze authenticiteits-beweging elkaar moetenkunnen vinden

Vooraf“Scharrelkip smaakt niet beter dan de plof-kip”, kopte NRCHandelsblad medio juni in het katern Intensieve Veeteelt. Te-neur van het verhaal was dat proeverijen aantonen dat smaakeen illusie is. Jammer dat NRC niet op de hoogte was van deproeverijen die Slow Food Nederland organiseerde. Ton Baarsen Jan Diek van Mansvelt doen daar verslag van. Ook de diverse keurmerken die betrekking hebben op de land-bouw en veeteelt kwamen aan bod. Helaas vergat NRC het De-meter-keurmerk te noemen. Of dringt de Demeterpromotie nogniet door tot de ‘buitenwereld’?In Dynamisch Portret vertelt Gerjo Koskamp hoe hij omschakeltnaar BD.Voorts aandacht voor de uitslag van de enquête onder de ledenvan de BD-Vereniging, de lezing van Klett op de jaarvergade-ring en (nogmaals) de vogelpest.Bij de vaste rubrieken verwelkomen we een nieuwe rubriek. JanSaal zal ons regelmatig op de hoogte houden van het geheimeleven van zijn bijenvolken.

Dynamisch Portret

juli - augustus 2003 3

BD was al vroeg het ideaal van Gerjo Koskamp. Toch doet hijniets overhaast. Momenteel schakelt hij om naar de biologisch-dynamische melkveehouderij.Door de telefoon legde Gerjo Koskamp me de weg uit: neem van-af de A12, vlak voor de Duitse grens, de A18 naar het noorden,en dan via Varsseveld naar Halle en daar voorbij, rij je naar deBielemansdijk 11a.Langs de A18 wordt het steeds landelijker. Ik tref het, met dezezonnige dag. Prachtig, al die verschillende groentinten in de bomenen op de weiden. En de bloeiende paardebloemen: in de ene weideeen vleugje geel, in een wei daarnaast alleen maar blauwgroen grasen dan weer een felgele weide. Ook het rood van de zuring komt erhier en daar al door. Langs de wegen staan nog aardig wat bomen indeze buurt en hier en daar een boomgroep langs een weiland.Als ik bij hem aankom is Gerjo paraat. Hij heeft al gemolken. De die-ren zijn naar buiten. Hij maakt zijn ontbijt en nodigt me uit een hapjemee te eten, met een kop koffie erbij. In zijn woon-eetkamer-keukenvallen me veel vloeiende vormen op, alles met natuurvriendelijke mate-rialen gemaakt: hout, leem, pvc-loze elektriciteitskabels met afscher-ming tegen elektrische straling, milieuvriendelijke verf. Een vriendelijkdriehoekige box met schapenvacht staat tussen de tv-hoek en de lees-en praathoek. “We hebben in huis diverse leefmilieus voor de bewonersnet zoals ik buiten, in mijn bedrijf, diverse leefmilieus voor de plantenen dieren heb ingericht”. Woondiversiteit als pendant van de biodiversi-teit. In de bio-koffie drinken we de bijna-BD-melk van de eigen koeien,en op het brood eten we Eko-kaas van De Dageraad, waar de melk vanzijn koeien in zit. Heerlijk. Gerjo geniet er zichtbaar van te vertellen hoehij grondig over alles heeft nagedacht. Hij gaat er helemaal voor om zoconsequent mogelijk te leven en werken.

Geen overhaast idealismeAls enige zoon van een boeren echtpaar, met twee zussen boven hem eneen jongere zus, riep iedereen altijd dat hij natuurlijk boer zou worden.Dus wilde hij dat natuurlijk niet en ging na het VWO in Wageningenplantenveredeling studeren.Maar al na enkele weken merkte hij dat dat het niet voor hem was: veelte theoretisch. “En eigenlijk wilde ik boer worden”. Hij koos toen eenbreed pakket bij Veeteelt: de houderij, de voeding en de fokkerij, metdaarnaast graslandkunde en economie.“Ik leerde de antroposofie al vroeg in mijn studie kennen. Dat kwam on-der meer via een bio-bouwer waar mijn vriendin en ik regelmatig op dekinderen pasten. Toen wist ik het meteen: dit is het voor mij. Het wasdus van meet af aan mijn doel om bd-boer te worden. Maar ik beseftemeteen ook al dat ik dat heel rustig, stap voor stap, en grondig door-dacht wilde realiseren. Niks geen overhaast idealisme, maar zorgvuldigalle informatie verzamelen en vervolgens alle mogelijkheden afwegen”.

BD als ideaalJan Diek van Mansvelt

Omschakelen naar BD is een financiële aangelegenheid, wordt meestalbeweerd. Toch is dat niet het belangrijkste. Minder inkomsten wegen vaak

op tegen het idee om om te schakelen. Maar hoe om te schakelen? GerjoKoskamp, veehouder in de Achterhoek, doet het op zijn manier: “Niks

geen overhaast idealisme, maar zorgvuldig alle informatie verzamelen envervolgens alle mogelijkheden afwegen”.

Het zoeken naar mogelijkheden om verschillende doelstellingen te inte-greren vond hij een aantrekkelijke uitdaging. Bijvoorbeeld akkerbouw bijde veeteelt, landschap naast de mestbehandeling, eigen veeveredelingen ook een eigen afzet van kaas en vlees op het bedrijf. “Die uitdaging iser wat mij betreft nog steeds: aan de ene kant lukt er al best veel, maaraan de andere kant wacht er ook nog van alles om aangepakt te worden.Maar ik moet het dan wel aankunnen, zowel financieel als wat de werk-druk betreft. Dus niet alles tegelijk”.

“Na mijn studie, in 1996, kon ik een volle baan krijgen bij het Centrumvoor Landbouw en Milieu (CLM) in Utrecht”. Van daaruit zoekt hij sa-men met boeren naar mogelijkheden om steeds duurzamer en milieu-vriendelijker te gaan werken. Eerste stappen op weg naar meer integra-tie in het bedrijf, dan EKO en te zijner tijd eventueel BD. In de weekein-den was hij steeds ‘vanzelfsprekend’ thuis om zijn vader te helpen in hetmelkveebedrijf. Samen hadden ze met zijn moeder in 1996 een maat-schap gevormd: VOF Ruimzicht.

Gerjo’s vader was in zijn jonge jaren één van de eerste ‘kunstmest-boe-ren’ uit de buurt. En met zijn omstreeks 1974 al vroeg onthoornde kud-de ziet hij al dat bio-gedoe van zoonlief niet zo zitten. Toch wil hij hetbedrijf wel graag aan hem, zijn enige zoon, overdoen. “Ik denk dat hij instilte hoopte dat ik die wilde bio-haren al werkend wel kwijt zou raken,

zoals ik destijds ook dat rare idee om geen boer te wil-len worden al snel na het begin van mijn studie had bij-gesteld”.

Vanaf 2000 begon Gerjo het accent van zijn werk naarhet eigen bedrijf te verleggen: via 4, 3 en daarna 1.5dagen per week in Utrecht naar 3, 4 en nu 5,5 dag alsboer. In die jaren bouwde hij ook een oude schuur om,naast de boerderij van zijn ouders, tot woonhuis voorzijn gezin. Sinds kort is hij daarbovenuit ook nog vadervan een prachtige zoon Job. Zijn vrouw Annet heeftmaatschappelijk werk gestudeerd en werkt 20 uur perweek in het asielzoekers centrum van Doetinchem,waar zij sinds kort de draad weer oppakte na haarzwangerschapsverlof. Zijn vader doet nu nog de helftvan het melken, voeren en verder wat hem uitkomt enwat tegelijk ook in Gerjo’s nieuwe systeem past. “Endat is gelukkig nog heel wat” benadrukt Gerjo, die ergblij is met die hulp. “Mijn drie zusters staan wat deomschakeling naar BD betreft overigens helemaal ach-ter mij. En dat is natuurlijk een niet geringe steun in derug”.

Ondertussen zijn we een goed halfuur verder en hebben ook de tweedebak koffie op. We moeten hoognodig naar buiten: de koeien, de stallen,de weiden, de voersilo, de mestput, de nieuw aangelegde hagen en dehoutwal wachten. Gerjo wil graag laten zien hoe hij het voor elkaar heeften ik ben benieuwd.

Direct achter het huis ligt de loopstal: gehakseld stro in de ligboxen eneen roostervloer achter het voerhek. De mest praktisch geurloos. Detoevoeging van Effectieve Micro-organismen (EM) draagt er zeker aanbij dat de mest hier rijpt in plaats van rot. Door de roosters heen is goedte zien dat die pruttelt en borrelt dat het een lust is. De nu komendemaanden worden de koeien nog bijgevoerd met kuilvoer (gras, maïs engraan) dat met een blokkendoseerwagen voor het voorhek wordt neer-gelegd: Gerjo heeft ruim genoeg voer liggen. “Binnenkort zullen vaderen ik de eerste snede gaan maaien, daar waar de koeien nog niet gelo-pen hebben. Daarmee kunnen we dan meteen al een nieuwe kuil makenvoor volgend jaar”.Aan de andere kant van de stal ligt de melkput. Er worden 8 dieren perkeer gemolken. De melk stroomt via de melkglazen, waarin je de melkvan elk dier apart kunt zien, naar de melktank. De melk van 6 melk-beurten wordt om de drie dagen opgehaald door De Dageraad, in Otter-sum ten zuiden van Nijmegen, ca een uur rijden van hier. Die verkooptde melk direct: zoet en/of gekarnd, maar ook als kaas, al dan niet met

4 Dynamisch Perspectief

DYNAMIsch portret

foto 4

kruiden. Veel daarvan gaat naar Duitsland. De prijs die de boeren voorde melk krijgen is overigens niet om naar huis te schrijven. Gerjo heeft50 melkkoeien die door de bank genomen zo’n 7.500 liter per jaar leve-ren: niet gek! “Toch dekken de melkinkomsten nog niet in voldoendemate de kosten” zegt Gerjo. “Het gezinsinkomen heeft echt nog aanvul-ling nodig: mijn werk bij CLM en dat van Anna zeker ook. Maar we wer-ken volop aan de ontwikkeling van het bedrijf om daar in de toekomstvoldoende inkomen uit te halen”.

Tussen de jongveestal en de voormalige varkensstal lopen we naar hetland: Gerjo bewerkt nu zo’n 41 ha. Het land ligt zo goed als totaal directaangesloten om de boerderij: alleen de Bielemansdijk doorsnijdt het.Na de regens van de laatste dagen ligt het grasland er supermals bij. Hetis een soortenrijk grasland, met een mooi klavergehalte en op dit mo-ment rijk bezet met stralende paardebloemen. Gezien hun melkgift,glanzende vachten, stevige klauwen en algemene gezondheid zijn dekoeien er trouwens ook zeer tevreden over. Er groeien veel kruiden in deweiden, naast zo’n 10 grassoorten.

Toen Gerjo’s vader in 1960 het bedrijf overnam, hij was toen pas 18 enzijn vader en moeder waren overleden, was het 12 ha groot. Hij zagkans het uit te breiden tot 20 ha en 50 melkkoeien. Met zo’n 80 fokzeu-gen erbij haalde hij een inkomen waarmee hij z’n vrouw en vier kinderenkon onderhouden. In de afgelopen jaren heeft Gerjo zelf het bedrijf metnog eens 21 ha weten uit te breiden tot de huidige 41 ha, waarvan 13ha pacht. Alles mooi direct rond de boerderij gelegen. Een fraaie combi-natie van geluk en wijsheid, lijkt me.

PaardebloemenIn het grasland aan de andere kant van de weg heeft Gerjo de afgelopenjaren geëxperimenteerd met effectieve micro-organismen (EM). Hij zagop het met EM behandelde stuk minder paardebloemen dan op het on-behandelde stuk: het doorwortelen van de bodem door de paardebloe-men was er kennelijk minder nodig, omdat de preparaten het bodemle-ven stimuleerden. Maar de weiden van de gangbare boeren hebben ookminder of geen paardebloemen: daar zijn ze gedeeltelijk of geheel weg-gespoten. We praten erover hoe in de tachtiger jaren opeens ontdektwerd dat de koeien graag paardebloemen eten en er goed melk van ge-ven ook. Decennia lang is er immers van alles en nog wat gedaan omdeze ‘concurrenten van het gras’ uit de weilanden weg te houden. Paar-debloemen werden toen door de veeboeren als bewijs van nalatigheidgezien. Nu zijn ze herkend als kleurrijk voor het landschap, smakelijkvoor de koeien en doorluchtend voor de bodem.

OmschakelenHet was trouwens toch een heel avontuur om om te schakelen van de

gangbare kunstmest behandeling naar de bd-gecomposteerde mest. Hetbegon in 1996 met een halvering van de kunstmestgift. “In 1998 gaf iknog slechts 150 kg N/ha. Dat gaf een behoorlijke stress aan het gras-land, dat kon je goed zien! Maar niet aan mij. Ik had er alle vertrouwenin. Ik had klaver ingezaaid, kleimineralen gestrooid en EM aan de drijf-mest toegevoegd, dus het moest goed komen. Dat wist ik zeker. Eerstgaf ik nog 90 m3 en nu nog slechts de helft”. De klaver sloeg goed aanen sinds 2002 zit Gerjo weer op het productiepeil van vroeger: metslechts een deel van de N-gift van toen, en een veel betere voedingskwa-liteit. Nu wil hij van de 170 kg N/ha die oké zijn voor EKO naar de 112kg N/ha die de BD maximaal toestaat, een reductie van nog eens ca30%. Bodem en plantenleven moeten dus nog meer presteren dan totnog toe: een hele uitdaging voor beiden en de boer! Maar dat is wel de‘gein’ waar Gerjo voor gaat: de inputs omlaag brengen en de opbreng-sten omhoog, dus meer productie met minder mest door een productie-ver bodemleven.

Gerjo’s veestapel bestaat uit een mix van zwartbonte en rode koeien.De oudste koe is ruim 13 jaar en nog steeds goed productief. De laat-ste jaren is hij begonnen eigen stiertjes aan te houden om de vaarzente dekken. We praten over de lijnenteelt van Bakels, die het afwisse-lend werken met eigen stieren uit 3 of 4 familielijnen op het bedrijfaanbeveelt. Gerjo zoekt naar varianten van de rode en zwartbonte die-ren die qua gezondheid en productie zo goed mogelijk aan zijn streeken zijn bedrijfsvoering zijn aangepast. Want daar gaat het tenslotteom.Helaas zijn melkziekte en het Rota-virus nog lastige problemen: dit jaarverloor hij 7 kalveren aan dat virus. Met vaccinatie en homeopathischemiddelen hoopt hij echter ook die problemen te boven te komen.Bij het jongvee wijst Gerjo me met gepaste trots de aankomende horensvan de kalveren van dit jaar: de nu hoornloze kudde zal over een jaar of5 weer helemaal uit gehoornde dieren bestaan. “Dan zijn het weer echtekoeien” zegt hij, en verheugt zich zichtbaar over dat perspectief. Hetidee dat je je vee eindeloos aanpast aan je voorstelling van efficiëntiezoals in de intensieve veehouderij gebeurt, in plaats van aan de dieren afte lezen wat zij nodig hebben om gezond en blij te kunnen leven, stuithem tegen de borst.

Al met al heeft Gerjo nu 41 ha, waarvan ca 30 ha grasland. Op de restvan de percelen teelt hij graan: zomergerst en triticale (een tarwe soort,red.) voor krachtvoer en stro, samen ca 7 ha, en verder ook nog zo’n 4ha mais voor eigen ruwvoer. De nieuw verworven akkerbouwstukken zijnnog maar net in de vruchtwisseling opgenomen. Over een jaar of wat zaldie vruchtwisseling over alle geschikte percelen gaan rouleren. Die ak-kerbouwpercelen bewerkt hij vooralsnog met loonwerk: eigen machinesdaarvoor aanschaffen is veel te duur.

juli - augustus 2003 5

DYNAMIsch portret

NatuurwaardenMaar niet alleen de productieoppervlakte telt voor hem, ook het land-schap is belangrijk. Hij heeft er allerlei plannen voor, waarvan een deelal in uitvoering is. Zo heeft hij langs het erf, aan de kant waar zijn vaderwoont, een rijk gemengde houtwal van 6x60 meter aangelegd, tussen deweg en de drinkpoel. Die drinkpoel is ook de overstort voor zijn eigenwaterzuivering: met een heliofytofilter van riet, lisdodden, lissen, pitrusen micro-organismen. In die waterzuivering komt het relatief warmespoelwater van de twee huishoudens en het spoelwater van de melkma-chine. Dat houdt de filter ook in de winter actief. Aan de andere kant van de stallen, bij de voersilo, heeft hij ook een rijbomen geplant en verderop, langs de weide ook. Je ziet de boompjes nualleen nog van dichtbij. Over een jaar of tien is dat natuurlijk heel an-ders. Het idee om voor het vee schaduwbosjes te planten spreekt hemdirect aan.

“Ik weet nog uit de verhalen hoe mijn opa in 1930 op deze plek was be-gonnen. Het was een van de laatste ontginningen waarin ‘het landschap’nog nauwelijks telde. En dus gingen mijn vader en zijn collegae in destreek in die lijn verder. Grond was schaars, dus moesten veel houtsin-gels weg, zodat er geen productieoppervlak onbenut zou blijven. Leef-ruimte voor insectenetende insecten en vogels was toen geen thema.Daar had je de chemie voor. En van zon en wind-schaduw voor het veewas toen al helemaal geen sprake”. We bespreken dat dat sowieso nogeen heel pril thema is in de landbouw, zelfs in de EKO en BD.Langs de beek wil hij de oeverkanten hier en daar afvlakken, zodat devegetatie rijker kan worden en de dieren wellicht ook nog kunnen drin-ken. Op de terugweg kijken we nog even bij de pasgeboren kalfjes in ‘nesten’van strobalen. De jongste is nog geen dag oud. Doet aandoenlijk opsta-pogingen als we komen kijken. Van oudsher, dat wil zeggen zo lang hijzich kan herinneren, gaan de kalfjes enkele uren na de geboorte van dekoe weg. Anders lopen ze immers in de weg bij het melken. Ik vraaghoeveel tijd dat eigenlijk scheelt per melkbeurt. Gerjo lacht een beetjeverlegen en zegt dan, oplichtend, dat het natuurlijk helemaal geen puntis om het kalf een dag of twee bij de koe te laten, zodat het even ‘bij’kan komen. Het is puur gewoonte geworden om ze meteen apart te zet-ten. Een gewoonte met een verhaal erbij. En ik denk aan de vele kerendat ik eigen gewoonten, die ik tot dan toe voor puur nodig had gehou-den, kon doorprikken. Zoals het idee dat bd-eten te duur is, terwijl we inons land juist allemaal teveel eten, met alle hart, vaat en andere kwalenvan dien. Maar ook het scheiden van afval, of het niet stoken met ramenopen. Bij ons, consumenten, gaat dat allemaal vrij geruisloos, maar bijde boeren is alles wat ze wel en niet doen voor iedereen zichtbaar. Openen bloot. Zeker in de EKO en BD landbouw, waar de intensieve veehou-derijstallen, waarin eigenlijk niemand mag komen, ontbreken.

Tenslotte kijken we nog even in de oude stal van het ouderlijk huis, waarGerjo de verkoop doet: zo’n 80 kg kaas per maand en zo’n 6 koeien perjaar. Nu is het nog behelpen, maar op niet te lange termijn wil hij er eenechte boerderijwinkel in bouwen. Zijn vrouw ziet zich dat niet doen,maar natuurlijk is er in de omgeving vast wel iemand te vinden die daareen paar dagdelen per week aan wil wijden. Zo lever je als BD boer nogarbeidplaatsen op ook: een sociale bijdrage aan het leven op het land. Inhet verlengde daarvan breng ik de mogelijkheid ter sprake om te zijnertijd ook ruimte te maken voor een aantal gezinswoningen op en rond heterf. Bijvoorbeeld voor senioren en/of ouders met jonge kinderen. Gerjogeeft aan al wel een aantal jaren rond te lopen met plannen voor eenzorgboerderij: “Voorlopig is er nogmeer dan genoeg te doen om alles water al is te optimaliseren, om het echt opde grond te krijgen. Maar alles hoeftniet ineens. Mijn gezin en ik hebbentenslotte zelf ook de rust nodig om ge-zond te blijven”.

Wat een energie, wat een plannen,maar ook: wat een vakmanschap enzelfbeheersing om alles wat nodig is opz’n tijd te doen. Opgewekt nemen weafscheid: het komt goed! ■

6 Dynamisch Perspectief

RuimzichtGerjo KoskampBielemansdijk 11a7025 CN Halle0314-380001650 melkkoeien 41 ha: 30 ha grasland, 10 ha graan: zomergersten maïs

DYNAMIsch portret

Uit de vereniging

Geweldig, maar liefst 19,5 % (stand per 15juni 2003) van de leden stuurden het

enquêteformulier terug. Om nu alvast eenterugkoppeling te verzorgen, zie hier de scores.

Eind augustus vergadert het bestuur over deresultaten van de enquête. Daarna komen we erop terug. Dan heeft een analyse van de reacties

zijn weerslag kunnen vinden in een lijst vanaanbevelingen waar het bestuur en de redactie

van Dynamisch Perspectief mee aan de slagkunnen.

Geslacht Man 49% Vrouw 51%

Leeftijd - 25 0% 25 - 40 11% 40 - 60 55% 60 + 34%

Opleidingsniveaulager 3% MBO 20% HBO 49% universitair 28%

Lid van BD-Vereniging < 2 jaar 10% 2 - 5 jaar 23% 5 - 15 jaar 32% > 15 jaar 35%

Respondent beschouwt zichzelf als passief lid 47% betrokken lid 46% actief lid 7%

Voornaamste motivatie lidmaatschap ondersteunen van bd-landbouw 37% gezonde voeding 16% milieu en diervriendelijkheid 16% Antroposofie 13% werkzaam in b(d)-landbouwpraktijk 9% om Dynamisch Perspectief te kunnen lezen 5%

actief in biologische landbouwwereld 4%

Beoordeling activiteit BD-Vereniging Positief 63% zeer positief 27% Redelijk 9% Onvoldoende 1%

Activiteit die het meeste aanspreekt begeleiding van de bd-boeren 44% Demeter-controle en certificering 22% Dynamisch Perspectief 17% Publicaties 8% Conferenties 5% Preparatenverkoop 4%

Mening over verplicht preparatengebruik Vanzelfsprekend 42% geen mening 29% Ongepast 11% achterhaald, alternatieven zijn beter 9% ja, maar alleen eerste 7 jaren verplicht 9%

Dynamisch Perspectief wordt beoor-deeld als bd-informatief 57% breed-informatief 27% select publiek 16% Oninteressant 0%

Inhoud Dynamisch Perspectief hoge kwaliteit, goed onderbouwd 54% best aardig 34% sterk wisselende kwaliteit 12% onvoldoende, slecht onderbouwd 0%

juli - augustus 2003 7

Trouwe, trouwe ledenJos Pelgröm

Hoe leest u Dynamisch Perspectief ? Selectief 52% van A tot Z 36% Vluchtig 11% Niet 1%

Waardering vormgeving GemiddeldDynamisch Perspectief Formaat 7,8 Dikte 7,8 Voorkant 7,7 Papiersoort 7,7 tekst - foto’s 7,6 Lettertype 7,5 foto’s 7,5 Bladverdeling 7,5 Lettergrootte 7,3 Totaal gemiddeld 7,6

Score op onderdelen Gemiddeld Reportages 8,0 bd-thema’s 7,8 van het bd-land 7,6 landbouw thema’s 7,6 Voeding 7,5 de vereniging 7,4 Maatschappelijk 7,3 Sterrenkalender 7,1 ingez. Artikelen 7,0 ingez. Brieven 7,0 Totaal gemiddeld 7,4

Wat mag Dynamisch Perspectief in dewinkel kosten ? € 2,50 42% € 3,00 39% € 3,50 14% € 4,00 5%

Samenvatting Bij ons onderzoek naar Demeter-kennis en–voorkeur van natuurvoedingsconsumentendat met behulp van enquêtes in natuurwinkelsis uitgevoerd was het grootste deel van de res-pondenten boven de 35 jaar. Driekwart van derespondenten was vrouw. De respondentenhebben over het algemeen een hoge opleidinggevolgd en een boven modaal inkomen. Eenklein deel van de respondenten heeft aangege-ven dat ze kinderen hebben die op de VrijeSchool zitten of hebben gezeten.Het grootste deel van de respondenten let bij deaankoop van producten in de Natuurwinkel ophet keurmerk. De rest van de respondentengaat er vanuit dat de producten die in de Na-tuurwinkel te koop zijn allemaal verantwoordzijn en let daarom niet op de keurmerken.In het onderzoek is gevraagd naar de bekend-heid van het keurmerk Demeter. De respon-denten van Driebergen bleken meer bekend tezijn met Demeter-producten dan de respon-denten uit Schoorl.In het onderzoek viel op dat meerdere mensende Yomio-flessen van het ZuiverZuivel-merkals Demeter-product zien. Terwijl Yomio nietdoor de BD-Vereniging gecertificeerd is methet Demeter-keurmerk.Verder is uit het onderzoek gebleken dat men-sen gezondheidsaspecten de belangrijkste redenvinden bij aankoop van Demeter-producten. Er

is in het onderzoek verband gelegd tussen hetwel of niet hebben van kinderen op Vrije Schoolen de gedachten die bij hen opkomen als zij hetbegrip Demeter horen. Hieruit is te concluderen,dat bij mensen met kinderen op Vrije School desmaak en diervriendelijkheid de eerste gedach-ten zijn. Bij mensen zonder kinderen op de VrijeSchool is de eerste gedachten zuiverheid en na-tuurlijk. Daarnaast zijn deze antwoorden ver-deeld naar bestedingsgedrag. De light buyersdenken vooral aan de bodem en verantwoordproduceren, de medium buyers aan natuurlijk &zuiver en de heavy buyers denken aan gezond-heidsaspecten & diervriendelijkheid.In het onderzoek is aan de consumenten ge-vraagd of er een verschil is tussen Demeter enEKO. Meer dan 75% van de respondenten gafaan dat er een verschil was. De helft van demensen noemde het biologisch-dynamischeaspect als punt van verschil.Toen er aan de consumenten werd gevraagd watze van het boekje Demeter smaakt hemels von-den, koos het grootste deel van de respondentenvoor de omschrijving informatief. Bijna 75%van de mensen gaf aan dat ze zeker van planzijn om de recepten, die in het boekje staan, uitte proberen. Aan de consumenten werd ook ge-vraagd of ze bereid waren om één euro uit tegeven aan het boekje. Bijna de helft van demannen en driekwart van de vrouwen zegt datze bereid zijn om voor het boekje te betalen. ■

8 Dynamisch Perspectief

Onderzoek Demeter-kennis bij klanten natuurvoedingswinkels

Twee studentes van de Hogeschool Amsterdam, Sequi Booylas en Mieke de Haan (studierichtingVoeding en Diëtetiek) hebben een onderzoek verricht naar Demeter-kennis en Demeter–voorkeur bij

klanten van twee natuurvoedingswinkels, één in Driebergen en één in Schoorl. In de samenvattingvan hun rapport blijkt dat het wel mee valt met de kennis van het Demeter-keurmerk. AangezienDriebergen en Schoorl niet als de gemiddelde plaatsen te beschouwen zijn, zijn de conclusies ons

inziens ook niet te veralgemeniseren. Onderstaand de samenvatting van hun rapport.

Uit de vereniging

DoorzettingsvermogenHeleen van Elsacker (bd-boerin)

Nieuw was het niet voor mij wat Manfred Klettvertelde, gegrepen was ik wel door de wijzewaarop hij met hart en ziel sprak over de stof-felijke en geestelijke manier van “bemesten”,aangeduid in een aantal trappen. De plant ver-bonden met het levende, het dier verbondenmet het bezielde, de mens verbonden met hetgeestelijke, als tegenhanger noemde hij dedesorganiserende werking van stikstof als mi-nerale stof, in bijvoorbeeld kunstmest.Hij beschreef de ‘kracht’ die als grote onbe-

kende aanwezig is in de mest, naast alle aan-wijsbare stoffen. De beschrijving van de pre-paraten in de Landbouwcursus ziet hij als eenvrucht van vele jaren geesteswetenschappelijkearbeid.Duidelijk werd het opnieuw dat het enormdoorzettingsvermogen vraagt van mij als bd-erom me er blijvend mee uiteen te zetten, alshet niet anders kan pleit hij zelfs voor illegaalwerken met organen. (Wat bij mij de nodigevragen oproept). Experimenten zoals ikzelfdoe met het paardebloempreparaat kwamen ineen nagesprek aan de orde en gaven nieuwekijk op de ligging van de organen in het dier

en de volgorde waarin ze genoemd worden inde Landbouwcursus. Kortom preparaten, daarkunnen we nog jaren op studeren en mee ex-perimenteren.

DogmaJansje en Jan Timmerman (bd-boerin/boer)

Manfred Klett heeft de intentie van de Land-bouwcursus goed neergezet, maar laat daarnade intentie niet de intentie, maar dogmatiseertde woorden van Steiner. Daardoor wordt degroei doodgeslagen, die juist zo broodnodig is,want ons inziens heeft Steiner gezegd dat weverder moeten gaan in de ontwikkeling van depreparaten.In de discussie was hij niet zichtbaar openvoor de vragen en opmerkingen en deed voor-komen van: jullie kunnen je gang gaan in dezoektocht naar alternatieven, maar illegaal depreparaten gebruiken had bij hem de voor-keur.Wij denken dat de regels van de EU, die onsbelemmeren in de oude ‘leer’, aangegrepenmoeten worden om nieuwe wegen tezoeken/in te slaan om verder te komen in hetgezond maken van de aarde. En dat we nietmoeten schuwen heel andere wegen te bewan-delen dan die Steiner aangegeven heeft, ommisschien over zoveel tijd te zien, dat een enander toch in elkaar past als een puzzel.

Kwartje vielLeen van Zelderen, bd-veehouder

Tja, Kletts verhaal was natuurlijk niet nieuw.Het meeste kunnen we terugvinden in SteinersLandbouwcursus. Ook de 7 jaar cycli om hetontstaan van de Landbouwcursus heen kennenwe nog van zijn voordracht over de Akasha-kroniek welke hij al eens jaren terug hield, opeveneens een jaarvergadering van de BD-Ver-eniging.Maar wàt een voordracht. Ik had persoonlijk

juli - augustus 2003 9

Reacties op Manfred KlettOp de jaarvergadering op 12 april hield Manfred Klett een indrukwekkende lezing over (het gebruikvan) de preparaten. De redactie vroeg enkele aanwezigen om in het kort weer te geven wat op hen

de meeste indruk heeft gemaakt. Dit leverde een interessant scala van bevindingen op.

altijd nogal wat moeite om Steiners stoffige,starre verhaal over preparaten en het gebruikervan te vertalen naar de praktijk. En hierstond iemand dit te verklaren met zo’n boei-ende vanzelfsprekendheid, dat je wel kunt zeg-gen dat bij mij ineens het spreekwoordelijkekwartje was gevallen. Geweldig. Klett’s praatjeheeft er bij mij voor gezorgd dat Steiners ver-haal zich van mijn hoofd naar mijn hart heeftverplaatst. Koberwitz 1924? Warmonderhof 2003!Wàt een mens. Wàt een voordracht.Het meeste wat bij mij indruk heeft gemaakt?Ten eerste: de rol van de stikstof in de (bd-)landbouwpraktijk. (“lager dan al het levende”)Ten tweede: ten aanzien van de preparatenmaakte hij ons duidelijk dat we niet zo arrog-ant moeten zijn om te denken dat we als mens(nog niet?) eenzelfde werking kunnen bewerk-stelligen zonder de hulp van plant- en dierlijkesubstanties.Ten slotte: elke boer (gangbaar, EKO of De-meter) zal het na het aanhoren van Klettswoorden over het wezen van de koe wel uitzijn of haar hoofd halen om dit dier te ont-hoornen.Bijna on-Nederlands om geen kritiek te heb-ben? Nou, oké, één minpuntje dan. Met Manfreds opmerking dat we ons maar zo vrijmoeten voelen om ons op illegale manier metSteiners preparaten te bezigen, schoot geenDemeter-boer wat op. Want de tweestrijd inzijn hoofd woekert voort. Enerzijds is er hetomstreden Europese verbod op het gebruikvan dierlijke organen en anderzijds de ver-plichting voor Nederland - door grote Interna-tionale Demeter-druk - om preparaten te ge-bruiken. Terwijl bestuur en bureaubemanningvan de BD-Vereniging laten afdrukken dat “hetzich aan de wet gehouden voelt” verwachtdatzelfde bestuur van dezelfde BD-Verenigingwel van hun Demeter-boeren dat zij zich op il-legale wijze als Demeter-boer handhaven. Enis de leegloop van licentiehoudende boeren uitde vereniging begonnen. “Het kaf van het ko-ren scheiden” heet het. Welnu, het is te niet

hopen dat er straks alleen nog een Verenigingvan Biologisch Dynamische Voeding over is.Om maar even aan te geven hoe dicht waar-den en normen en oorzaak en gevolg soms bijelkaar liggen.

Helende krachtAlja Ackermans, bedrijfscoach

Rudolf Steiner heeft zijn boek Filosofie derVrijheid geschreven in zijn jonge jaren. De landbouwcursus met de preparaten heefthij aan het eind van zijn leven gegeven als re-sultaat van het spiritueel geesteswetenschap-pelijk onderzoek van 22 jaar.Na veel schouwen in de geestelijke wereld ont-wikkelde deze ingewijde de preparaten.In een tijd van kernsplitsing en het uiteenval-len van de materie zijn daar de preparatenmet hun grote helende kracht.Wij kunnen er voor kiezen deze diepwerkendehelende krachten steeds verder te laten door-werken door ze ieder jaar weer temaken/scheppen en te spuiten.

Kracht van de liefdeJos Schuylenburg, bd-boer

In zijn korte gecomprimeerde lezing werd ikgetroffen door twee dingen, naast natuurlijkzijn bezielde manier van spreken over bd-land-bouw.Het eerste was z’n opmerking dat de Land-bouwcursus een soort ‘technologie van de vrij-heid’ was.Het zijn handvaten die uitgereikt worden totde ‘verwandlung’ van stof tot geest, door mid-del van het gebruik van compost (pflanzlichesdüngt pflanzliches), van vercomposteerde mest(seeliches düngt seeliches) en van preparaten(geist düngt geist).Het stoffelijke, minerale zelf is eigenlijk ‘dood’en in de vorm van kunstmest werkt het zelfsnegatief, verstorend.

De tweede opmerking van Klett: Maar er isnog een kracht die nog veel omvattender ensterker is, namelijk de kracht van de liefde.Dat is de opdracht van de mens in onze tijdom met de kracht van de liefde alles om tezetten. Alle handelingen, gedaan met een lief-devolle houding, zullen werkzaam zijn naar detoekomst.

Zelf het nodige doenJan Saal, voorzitter

De jaarvergadering heeft dit jaar veel aan in-houdelijkheid gewonnen door de lezing vanManfred Klett over de preparaten. Het werdmij duidelijk dat je zo’n verhaal alleen kuntvertellen wanneer je jarenlang met de antro-posofie en met de landbouwcursus bezig bent.Dat blijkt dus belangrijk te zijn, jarenlang metiets bezig zijn dat je net niet helemaal be-grijpt. Dan gaat het steeds meer leven.Er kwamen geen directe antwoorden op vra-gen die bij de Nederlandse boeren leven over

10 Dynamisch Perspectief

Uit de vereniging

de werkzaamheid van de preparaten. Zijn re-acties op de vragen vond ik toch pareltjes vanwijsheid, waarmee hij probeerde om zijn visiete verwoorden, zonder de ander tegen te spre-ken. De suggestie om desnoods illegaal depreparaten te maken, heb ik opgevat als eenpersoonlijke opmerking om in moeilijke tijdenhet hoofd niet te laten hangen maar moedigoplossingen te zoeken en te staan voor wat jewilt.Wat kun je meer verwachten dan dat iemandvrij vertelt over zijn visie en dat ook nog inbegrijpelijke taal. Daarmee heeft hij natuurlijkniet al onze vragen beantwoord. Daar had ikechter ook niet echt op gerekend. Waarschijn-lijk zullen we zelf ook het nodige moeten doenom op die vragen een antwoord te krijgen. Ikprobeer enkele van zijn gezichtspunten inmijn gedachten te puzzelen en zo mijn toe-gang tot de preparaten verder te verdiepen.Het zal nodig zijn want ik zie in de preparatenbelangrijke instrumenten van de bd-bewe-ging. We zullen ze nodig hebben in de komen-de jaren.

Denken en doenRené Groenen, bd-boer

De voordracht van Manfred Klett was voor mijeen indrukwekkende getuigenis van een mensdie een leven lang intensief met biologisch-dy-namische landbouw in de weer is, eerst als on-derzoeker, maar vooral gedurende tientallenjaren als boer.Een klein, maar typisch voorbeeld van devoordracht: als boer heb je twee manieren ommet de preparaten een innerlijke relatie aan tegaan.Als eerste is er de weg van het doen. Alles watmet de preparaten te maken heeft zoveel mo-gelijk zelf doen; van het verzamelen van depreparatenplanten tot en met het roeren enuitbrengen van de spuitpreparaten. Dat heeftook zijn werking op de mens die dat doet. Zovertelde Klett dat hij tijdens het roeren (metde hand) vaak invallen kreeg en ‘wist’ wat eenbepaalde akker of gewas nodig had.Als tweede is er de weg van het denken. Pro-beren te begrijpen wat de preparaten zijn. Inwelke dimensie zij hun werkzaamheid hebben.De context waarbinnen de preparaten zijn ont-staan, spreekt al boekdelen. Zo staat de Land-

bouwcursus (1924) tussen twee andere be-langrijke ontwikkelingen in die van de ontwik-keling van de synthetische stikstof ten behoevevan de Eerste Wereldoorlog en de ontwikke-ling van de kernenergie in de jaren dertig. Te-genover deze twee destructieve krachten staatde mogelijkheid tot opbouw van de prepara-ten. Verder kun je de preparaten als het hartvan de Landbouwcursus zien. Deze is op haarbeurt het sluitstuk van de antroposofie.Door deze twee wegen kan je gevoel ook be-wogen worden, het heeft dan meer een objec-tief karakter dan wanneer je met je gevoel be-gint. Bij mij werkte dat in ieder geval zo. Bijhet horen van deze woorden kreeg ik eenwarm gevoel. Een vermoeden van het belangvan de preparaten. Dat gaat ver boven het be-lang van je eigen bedrijf uit. Daar kunnen wede komende generaties mee vooruit.De stemming in de zaal vond ik ook heel erggoed. De chemie tussen Duitsers en Nederlan-ders hoeft niet altijd vanzelfsprekend goed tezijn. Dit keer was dat duidelijk wel het geval,er werd aandachtig geluisterd over en weer.Kortom een unieke gelegenheid om het ge-wicht en de actualiteit van de preparaten teervaren. ■

juli - augustus 2003 11

De laatste Rondzendbrief (nr. 81, voorjaar2003) vanuit de NaturwissenschaftlicheSektion is weer ter beschikking voor be-langstellenden.

Leden die een kopie van deze rondzendbriefwillen ontvangen kunnen contact opnemenmet het bureau

(tel 0343 531740, fax 0343 516943,e-mail: [email protected]).

Overigens kunt u de rondzendbrieven ookdownloaden vanaf onze website:www.demeter-bd.nl/klett.html. ■

Rundbrief Nr. 81 van de NaturwissenschaftlicheSektion am Goetheanum

Door de eeuwen heen zijn er met onregelmati-ge tussenpozen altijd besmettelijke dierziektenvoorgekomen. Steeds weer bleek, dat er tochenkele dieren in meer of mindere mate be-stand waren tegen de betreffende ziekte. Eenbekend voorbeeld is Mond- en Klauwzeer.MKZ is een seizoensziekte.

Vlak na de Eerste Wereldoorlog was er noggeen vaccinatie tegen mogelijk. Met meer enminder (sterfte) succes verzorgden boeren hunzieke koeien in de winter. In het voorjaarneemt de besmettingsdruk af en bekeek deboer zijn veestapel. De slechtste koeien gingennaar de slager en hij fokte verder met de die-ren die er het best doorgekomen waren. Deziekte leidde dus tot een kwalitatieve verbete-ring van de veestapel. Ongeveer 10 jaar latertrad er weer MKZ op en herhaalde het geheelzich. Het voorgaande moet bepaald niet wordengeïdealiseerd, de schade kon heel groot zijn.Het leidde er wel toe dat voor de boer fokdoel-stellingen als vitaliteit en weerstand tegenziekten bovenaan bleven staan, hetgeen de ge-zondheid van het ras ten goede kwam. Met de

komst van de vaccinaties konden de primairefokdoelstellingen verschuiven naar hogere pro-ductiviteit. De natuurlijke weerstand tegenziekten was minder belangrijk geworden.Vooral na de Tweede Wereldoorlog sloeg de‘rat-race’ ook toe in de veehouderij. Vergaan-de specialisatie en daarmee gepaard gaandeschaalvergroting kwamen op met als gevolg inhet algemeen veel meer dieren op veel minderoppervlakte. Maar ook een verminderd welbe-vinden en een afnemende weerstand tegenziekten bij de dieren. Bij de kippen werden se-lectie op legcapaciteit enerzijds en selectie opsnelle groei anderzijds prioriteiten. Problemendie daardoor ontstonden waren bijvoorbeeldworminfecties, die zichzelf in stand houdendoor de vervuiling van de uitloop met teveelmest. De oplossing die goed past in het ‘Mo-

12 Dynamisch Perspectief

Foto

: Mic

hiel

Wijn

berg

h

VogelpestDe vogelpest lijkt inmiddels van de voorpagina’s van

de dagbladen verdwenen. Slechts een enkel berichtis er af en toe nog in te vinden. Dynamisch

Perspectief laat de vogelpest niet zomaarvoorbijgaan. In drie verschillende artikelen geven

Hans Meijer, Bert van Ruitenbeek en Leen vanZelderen hun visie op de vogelpest.

Klassieke vogelpest en andere besmettelijke

dierziektenHans Meyer, lid Demeter Voorwaarden Commissie*)

dernisme’, de ‘maakbare wereld’, is om de kipniet meer op de grond te laten lopen, maar opgaas. Dan kan er immers geen besmettingdoor de mest meer plaatsvinden. Dat hiermeeeen van de meest primaire levensbehoeftenvan de kip, namelijk het kunnen krabben enscharrelen (dat doen ze al vanaf de derde le-vensdag), grof geweld wordt aangedaan is vanondergeschikt belang in een economisch kli-maat waarin veel en goedkoop voedsel heelbelangrijk is. Goede smaak is kennelijk alleenvan belang voor de rijken. De legkip is gede-gradeerd tot: “een tijdelijke verpakking vaneen winstgevend ei”.De rol van de consument is in dit krachtenveldnog niet aan de orde geweest. De producentdie zijn kostprijs omlaag brengt kan meer ei-eren afzetten. Voor de meeste consumenten iseen ei een ei. Als men het kwaliteitsverschilniet kan proeven is het er niet en dan koop jetoch het goedkoopste ei. Van het verschil inlevenskwaliteit voor het producerende dier ismen zich niet bewust of men interesseert zicher niet voor. De anonieme tussenhandel isdaar mede debet aan. Het zou beter zijn als deconsument bij de producent zou kopen. Dankunnen ze zien hoe er geproduceerd wordt. Alseen landbouwhuisdier uitsluitend een econo-misch object is, en alleen maar een instrumen-tele waarde heeft, dan kun je een bestrijdings-methode als ‘stamping out’ verzinnen. Met alleconsequenties van dien die we nu weer dage-lijks kunnen zien! Het veel betere alternatief

van ‘ringvaccinaties’ wordt met een geweldigepartij smoezen door de eurocraten van tafelgeveegd. In ontwikkelingslanden is ‘stampingout’ geen optie. Daar zijn ze te arm voor. Metsucces wordt daar de ‘ringvaccinatie’ toege-past. Rondom een getroffen bedrijf worden ineen ruime straal, alle dieren gevaccineerd. Hetvirus verspreidt zich natuurlijk nog wel, maarde dieren worden niet meer ziek, en de ver-meerdering van het virus stopt vrij snel.Een van de argumenten tegen vaccineren isonze exportpositie. Het is flauwekul, want zo-dra je een besmettelijke dierziekte hebt sluitende landen waar die ziekte niet voorkomt hungrenzen sowieso. Door minister Veerman is alsargument tegen vaccineren aangevoerd datgevaccineerde kippen toch nog het virus kun-nen verspreiden, dus dat vaccinatie niet effec-tief zou zijn. Een kip die niet ziek is als ze wordt gevacci-neerd, zal na de vaccinatie het virus niet kun-nen verspreiden. Voor een kip die nog in deincubatieperiode zit, kan Veerman gelijk heb-ben. Maar over hoeveel dieren hebben we hetdan? Miljoenen minder dan die nu volstrektzinloos worden geruimd als preventie. De ver-oorzaakte schade die door die preventieve rui-mingen wordt veroorzaakt wordt niet ver-goed!Het beleid van Europa en in het kielzog daar-van van het ministerie van LNV gaat uit van de‘Maakbare wereld’. Als we maar flink tekeergaan raken we het virus wel kwijt. In Italië is

al gebleken dat het niet lukt en bij ons zal hetook niet lukken. We pakken een driedimensio-naal probleem op een twee-dimensionele ma-nier aan. We moeten accepteren dat we hetKlassieke Vogelpestvirus nooit meer kwijt ra-ken. Er is maar een oplossing, pluimveerassenfokken die over voldoende weerstand tegenhet virus beschikken.Daarom is het ook oerstom op besmette be-drijven alle dieren te ruimen in tegenstellingtot meerdere malen daags door de stallengaan en de zieke dieren eruit halen en doden.Want als er een paar overblijven, of de ziekteveel later krijgen dan de anderen, beschikkendie misschien over een erfelijke aanleg metmeer weerstand.In dit licht is het ook van de zotte dat ookhobbykippen preventief worden geruimd! Datzijn nu net de oude rassen waarvan het minis-terie toegeeft dat die meer weerstand tegen deKlassieke Vogelpest hebben, maar die ook nietresistent zijn. Men zal vermoedelijk vanuit deoude rassen een fokprogramma moeten opzet-ten. We hebben nu kansen op praktijkervarin-gen. Maar dat willen de eurocraten helemaalniet, want dat zou het geloof dat we metstrenge maatregelen de ziekte kunnen onder-drukken aan het wankelen brengen! ■

*) Hans Meyer heeft vorig jaar het boekje De kleine Kip-

penhouderij van Andreas Wijgmans opnieuw herzien

(uitgave van de BD-Vereniging).

juli - augustus 2003 13

vogelpest

Open Dagen biologische boer uitgesteld tot september

Het einde van de vogelpestcrisis was eind april nog niet in zicht. Om die reden besloot Biologica omde landelijke Open Dagen bij de Biologische boer en tuinder zoals gepland op 21 en 22 juni uit te

stellen tot het weekend van 20 en 21 september. Twee jaar geleden werden de Open Dagen ook aleens afgelast vanwege de MKZ-crisis. De redactie vroeg aan Bert van Ruitenbeek, directeur van

Platform Biologica naar de reden van uitstel.

“Was het echt nodig om de Open Dagen uit testellen?”Bert: “Biologica neemt vanzelfsprekend zijnverantwoordelijkheid om elk risico op verdereverspreiding van het vogelpestvirus en ookmogelijke gevolgen voor de mens te vermij-den. Daarom is uitstel van de Open Dagen deenige mogelijkheid, zeker omdat vrijwel allebiologische boeren en tuinders wel wat hobby-kippen houden. Tegelijkertijd vraagt deze cri-

sis juist om meer betrokkenheid en kennis vanburgers en politici bij alternatieve dierhoude-rijsystemen zoals de biologische landbouw.Het werken aan de natuurlijke weerstand vandieren door ruimte te geven aan het diereigengedrag en het sterk verminderen van het aan-tal productiedieren per oppervlakte is volgensBiologica de enige duurzame oplossing om de-ze - zich bijna jaarlijks afspelende - drama’sop het platteland te voorkomen”.

“De biologische sector leek in het begin van decrisis de zwarte Piet te krijgen met buitenlo-pende kippen die het virus zouden versprei-den. Maar inmiddels is vastgesteld dat deziekte niet is begonnen bij een biologischepluimveehouder. Toch is over de oorzaak vanverspreiding nog geen duidelijkheid”.Bert: “Veel belangrijker is echter de constate-ring dat de bio-industrie slechts lijkt te kunnenvoortbestaan bij volledige uitsluiting van denatuur in de breedste zin van het woord. Tij-dens de MKZ-crisis hadden we de discussie ofde herten op de Veluwe niet moesten wordenafgeschoten, bij de varkenspest waren de wil-de zwijnen bijna aan de beurt en nu ook allehobbykippen. Het afmaken van alles wat bui-ten loopt en van nature ziektekiemen met zichmeedraagt, is geen alternatief. Het werkenaan alternatieve houderijsystemen waar vooralwordt gewerkt aan sterke rassen en omstan-digheden waardoor de weerstand wordt ver-hoogd - en soms geholpen met vaccinatie - isbelangrijker dan ooit”.

Viroloog Ab Osterhaus zei in het AgrarischDagblad (25/4/03): ‘Het hele BSE probleemis destijds ontstaan omdat we het slachtafvalin de vorm van diermeel weer teruggaven aande koeien (is en was verboden in de biologi-sche landbouw - red.). Daarnaast hebben weeen intensieve veehouderij opgezet zonder tevaccineren: grote schuren met honderdduizen-den kippen. Als er dan een kip is aangestoken,werkt dat als een lont in het kruitvat.”Bert: “Osterhaus geeft hiermee aan dat dit

soort crises nagenoeg onbeheersbaar zijn doorde grote hoeveelheden dieren die dicht bij el-kaar worden gehouden. De biologische pro-ductiemethode is geen oplossing voor alleziekten en kwalen. Wel biedt het een oplos-singsrichting door te werken aan gezondesterke dieren, die in kleinere groepen en opeen groter oppervlak bij elkaar leven. Het ver-der werken aan ontsmetten, afsluiten en isole-ren van enorme hoeveelheden dieren die als‘kasplantjes’ leven is een illusie. Het vraagtom boeren in maanpakken en dieren die ondervolledig geïsoleerde en gecontroleerde om-standigheden worden opgefokt en verwerkt.De huidige industrie-vleeskip leeft zes wekenen is volledig gefokt op het tot zich nemen vanvoedsel. Als zij dan niet wordt geslacht zakt zedoor de poten of krijgt een hartaanval”.

De landbouw, maar vooral de veeteelt is delaatste decennia steeds meer afgeschermdvoor de gewone burger. Moet dat niet eensdoorbroken worden?”Bert: “Biologica wil een landbouw die toegan-

kelijk is voor burgers en waar planten en die-ren tijd krijgen om te leven en te groeien. Metde Open Dagen nodigen we consumenten enpolitici uit op het biologische boerenerf zodatze kennis kunnen maken met de productieme-thode en de smaak van biologische voeding.Alleen als we het draagvlak voor een duurza-me landbouw versterken, kunnen we hopelijkde heilloze en negatieve spiraal van de inten-sieve landbouw doorbreken. Of zoals demis-sionair minister Veerman van LNV het op onsEKO-congres op 25 maart verwoordde: “Degangbare landbouw is te dwangmatig op kost-prijs gericht.Uiteindelijk is het een kwestie vannormen en waarden: hoe ga je om met je die-ren, met het milieu, met elkaar. De eko-sectoris daarbij gangmaker”. De conclusie van Bio-logica is dat de vogelpest tot een echte omslagin de dierhouderij zal moeten leiden.” ■

Wilt u weten welke biologische bedrijven bij uin de buurt deelnemen aan de Open Dagen?Kijk op www.platformbiologica.nl of bel: 030-2339970.

14 Dynamisch Perspectief

Foto

: Mic

hiel

Wijn

berg

h

Ook het pluimvee ontkwam er dus niet aan ommassaal opgeofferd te worden ter instandhou-ding van ons economisch op ‘winst’ gebaseer-de beleid. In de paniek werd zelfs gesprokenover vijzelen en rattenvergif. Het werd de gas-kamer. Ook voor de hobbymatig gehoudendieren. Als wegwerpverpakkingen in krattenaan de openbare weg; bepaald niet de schoon-heidsprijs aangaande stervensbegeleiding. Debeschuldigende vinger wees weer snel richtingbiologische landbouw. Toch niet realistisch omje kippen en ander pluimvee buiten rond te la-ten scharrelen.Boze tongen beweren dat het nu heersende al-gemene ruimingsbeleid aangaande besmette-lijke dierziekten uitwerking is van een voorop-gezet plan om de overschotten te lijf te gaan:zuivel, vlees, eieren, alles wat door de markt-werking de prijs drukt. Hoe minder concurren-ten hoe beter. Als middel tegen overproductiezijn het druppels op een gloeiende plaat, maarboze tongen zouden er best eens niet zo vernaast kunnen zitten. “Stamping out” op be-drijfsniveau. De één z’n dood (het dier), de an-der z’n brood (de ondernemer).

Het wordt de dierhouders flink ontmoedigd omte herstarten met hun bedrijf. Je zag het na devarkenspest en de mkz, nu met de vogelpest.Menige slachterij gaat failliet en de na een uit-braak en ruiming verplichte leegstand van debio-industriestallen drukt zwaar op de finan-ciële positie van de ondernemers. Zes wekenzonder inkomsten zijn moeilijk te overbrug-gen. Banken en gemeenten hanteren voor ag-rariërs andere normen dan voor bijvoorbeeldeen voetbalclub. Ook degenen die hobbymatigvee willen houden worden flink ontmoedigdom hiermee door te gaan. Registratie en hetverplichten om aan programma’s van dierziek-

tebestrijding mee te doen zijn hiervan enkelevoorbeelden. De aardigheid aan hun hobbyverdwijnt – evenals de zeldzame en oude ras-sen.

En de praktijk?Een half miljoen handtekeningen van mensendie het non-vaccinatie beleid afgeschaft willenzien, zijn niet genoeg om een handjevol be-leidsmakers in Brussel te overtuigen of tot an-dere inzichten te brengen. Maar het gros derboeren ziet schaalvergroting nog steeds alsgrootste kans om te overleven.Zijn de colonnes van de grijs-blauwe Rendac-auto’s het toekomstige straatbeeld? Discussiesover andere vormen van dierhouderij wordenmet heel weinig diepgang gehouden. Wordener opties aangedragen die pleiten voor anderegezichts- en uitgangspunten dan is daar altijdnog het machtige scholings- en voorlichtings-apparaat. Wat er voor zorgt dat uit de pas lo-pende andersdenkenden weer netjes in het ge-lid worden geduwd. M.i. ligt er een grote brondie vele veranderingen mogelijk kan maken inde opvoeding. Zij maakt een mens tot wat hijis en denkt.

Als denkend kuddedier zou men wel eens beternaar de natuur mogen kijken. Door zich steedsmaar aan te passen overleven virussen enbacteriën zoals mkz, klassieke vogelpest,SARS. Aanpassen = overleven, overleven = aanpas-sen.Dit houdt niet in: vee aanpassen aan onzetechnisch als optimaal bedachte stallen (ont-hoornen, snavelkappen, couperen), maar deomstandigheden zo veel als mogelijk aanpas-sen aan de natuurlijke behoeften van het dier.Of de (te) materialistisch ingestelde mensen

van hun fouten willen leren, valt nog te bezien.Het toegeven van gemaakte fouten zou al eeneerste grote stap zijn in de goede richting. Jeziet dat gangbare landbouwvoorlichters zichtoch al wat vaker uit interesse in de richtingvan het biologische (-dynamische) landbouw-erf begeven. Ook de landelijke open dagen bijde biologische boer mogen zich verheugen opeen groter wordende belangstelling. Door ookaan de consument middels bijvoorbeeld excur-sies, Demeter-proeverijen en huisverkoopzichtbaar te maken hoe en waar de sector meebezig is, zal voetje voor voetje worden bereiktdat men, niet alleen ten tijde van voedsel- endierziekteschandalen, de biologisch (-dynami-sche) landbouw de erkenning gaat geven diedeze verdient. En komt misschien het beschul-digende vingertje niet meer zo snel in onzerichting.

*) De veestapel van Leen van Zelderen werd zelf een paar

jaar geleden geruimd vanwege de MKZ-crisis. Zie Dyna-

misch Perspectief 2001, nr 5.

juli - augustus 2003 15

vogelpestWeg met het wegwerpbeleid !

Leen van Zelderen, bd-veehouder*)

16 Dynamisch Perspectief

De Boogschutter verschijnt laag aan de zuide-lijke hemel. Je herkent hem aan zijn pijl enboog en het groepje van vier sterren bij zijnborst. In een gebied met weinig lichtverontrei-niging zijn ook de sterren van het hoofd envan de sluier zichtbaar. De Schutter staat linksvan de Schorpioen, een veel duidelijker ster-renbeeld. De Schutter is gemakkelijker te her-kennen als het beeld “achter” de Schorpioen,het komt na de Schorpioen op en volgt hemop zijn hemelboog, dan aan zijn sterren.Schorpioen en Schutter stijgen aan de zuid-oostelijke hemel maar weinig. Van deze beel-den blijft het onderste deel onder de horizonverborgen. Van alle Dierenriembeelden be-schrijven Schorpioen en Schutter de meestkorte en lage hemelbogen. Het hoofd van deSchutter doorloopt elke dag zo’n kleine en zui-delijke hemelboog als de zon in december.De Boogschutter is een geheimzinnig mytholo-gisch wezen. De oudste overlevering stamt uitde Babylonische cultuur. De jachtgod

PA.BIL.SAG heeft een menselijk bovenlijf enhet onderlijf van een hengst. De jager heeftzijn pijl en boog schietklaar en kijkt met ge-concentreerde blik. De Babylonische god heeftbovendien een hondenkop, die de andere kantuit kijkt. De hengst is in volle vaart; hij heefttwee staarten, een paardenstaart en het ach-terlijf van een schorpioen. In het overgangsge-bied tussen menselijk bovenlijf en dierlijk on-derlijf zijn grote vleugels. De Egyptenarenhebben van de Babyloniërs de Dierenriemovergenomen; hun Schutter heeft echter geentwee staarten, de schorpioen-staart ontbreekt.De Grieken lieten ook de vleugels en de hon-denkop weg. Op de meeste afbeeldingen staathet paard stil. Voor hen was de Schutter eencentaur. Deze afbeelding lijkt het meest op hetGriekse beeld.De Boogschutter is ‘s avonds alleen zichtbaarin de maanden juli - oktober. Aan de hemelstaan Schutter en Tweelingen tegenover elkaar:als het ene beeld ondergaat, komt het andere

op. In juli gaan de Tweelin-gen gelijk met de zon onderin het noordwesten, in dietijd komt de Schutter op inhet zuidoosten. Hij lijkt testijgen onder een nogal vlak-ke hoek en blijft in het zui-den laag. Na vier uur klim-men gaat de Schutter dalenen verdwijnt tijdens de och-tendschemering achter dezuidwestelijke horizon. In julibeschrijft de Schutter zijn la-ge hemelboog gedurende dekorte nacht. Hij kan slechtsmaximaal acht uur boven dehorizon staan.In alle opzichten is deSchutter het tegenbeeld vande Tweelingen, de tweejeugdige helden die bij deGrieken zo geliefd waren omhun avontuurlijk leven. Hetsterrenbeeld Schutter toont

zich maar weinig en juist dit verborgen zijn iseen sleutel om hem beter te leren kennen. Dejachtgod heeft het vermogen de bewegings-driften in het onderlijf zo te beteugelen dat hijmet pijl en boog scherp kan richten. De snelleen krachtige paardenbenen brengen de Schut-ter overal heen, waar hij naar toe wil. Hij moetzich echter zeer inspannen om zijn blik te kun-nen concentreren. In juli nodigt de natuur onsuit om, zoals de blije Tweelingen doen, te ge-nieten van de schoonheid die de omgeving onsnu biedt. De nachtwereld toont het beeldSchutter: de menselijke geest beheerst hetkrachtige leven. Doelgerichtheid is voorwaardeom de omgeving een nieuwe vorm te kunnengeven. Over een half jaar, van 18 decembertot 20 januari, gaan zon en Schutter tegelijkop en onder, dan leeft de plantenwereld ver-borgen in de knoppen en zaden. Als de zon inde Schutter staat, lijkt het alsof de natuur uit-gestorven is, maar in het verborgene is degeestwereld, de kosmos, aanwezig. ■

BoogschutterLiesbeth Bisterbosch

Op zondag 15 juni jl werd er een bijzonderekaasproeverij georganiseerd door de StichtingSlow Food Nederland1. Op het EKO bedrijf vanJan Dirk van der Voort waren die middag een20-tal Boerenkaasproducenten verzameld dieallen trots hun thuisgemaakte producten lietenproeven. Ook de kaas van het eigen bedrijf, DeOlde Remeker, kon worden gekeurd. Daar-naast waren er op die middag een 5-tal lezin-gen die alle verwant waren aan het themakaas. In tegenstelling tot professionele kaas-keuringen die ik in het verleden heb meege-maakt, waarbij elke kaas tegen een soort van

‘gouden standaard’ werd aangelegd, ging hetdeze middag om het culinaire genieten en hetproeven van diversiteit aan smaken.

Regionale traditiesDeze kaasproeverij is één van de culinaire ac-tiviteiten van de Slow Food Beweging, name-lijk het ‘mogen genieten van product met eeneigen smaak’. Persoonlijk associeerde ik debeweging vooral met aandacht voor allerhandeoude culinaire recepten en traditionele berei-dingen van producten, die om hygiënemaatre-gelen steeds verder verboden zijn. Na de BSE

crisis mocht men niet langer bepaald orgaan-vlees en ingewanden van dieren consumerenin verband met (vermeende) voedselveiligheid.Ook mag je geen verse schapenkeutels aan dekaas toevoegen om deze een mooie groenekleur en een eigen smaak mee te geven, laatstaan dat je vliegenmaden mag inzetten voorde rijping van je bijzondere streekkaasje. InNederland wordt de boerenkaastraditie be-dreigd omdat men de kaas van ongepasteuri-seerde (lees: rauwe) melk maakt. Tijdens debereiding van een Goudse boerenkaas wordtde melk niet afgeroomd (48+) en wordt de

juli - augustus 2003 17

SLOW FOOD

Veel wetenschappers maar ook anderen zijn van mening dat smaak een illusie is. Tal van proeverijenzouden dat aantonen. De praktijk blijkt (in sommige gevallen?) anders te zijn. Alleen de

wetenschappelijke bewijsvoering is in de toekomst verborgen, aldus Jan Diek van Mansvelt. ZowelJan Diek als Ton Baars gaan in op de geneugten die Slow Food te bieden heeft.

Slow Food en BD-landbouw: de eigen aard van product en productieproces

Ton Baars

melk tijdens de bereiding niet warmer dan 37oC. De hele bacterieflora die in de melk aan-wezig is, kan tezamen met het toegevoegdekaaszuursel zorgen voor een eigen rijping vande kaas. Het aardige is dan, dat naarmatemen meer een bedrijfszuursel heeft en naar-mate men een eigener grasland- en voersa-menstelling heeft, de kaas meer een eigengeur en smaak kan ontwikkelen. Dit is hetgeende Slow Food beweging bij uitstek stimuleert:op basis van authenticiteit, regionaliteit enoriginaliteit worden producten gemaakt meteen eigen en herkenbaar karakter. Slow Foodstaat voor een diversiteit aan smaak en hetbehoud van cultuurbepaalde culinaire tradi-ties. De Slow Food Beweging is met namesterk ontwikkeld in landen met een eigen keu-ken, in combinatie met een volksaard diewaarde hecht aan regionale tradities. Landenals Italië en Frankrijk zijn dan ook sterk verte-genwoordigd.

Slow Food versus Fast FoodEr zijn meerdere redenen, waarom de biolo-gisch-dynamische landbouw zich naar mijnmening zou moeten identificeren met de SlowFood Beweging. Ik had met name associatiesmet het begrip authenticiteit, wat je ook kuntvertalen als oorspronkelijkheid en waarmee iksterke overeenkomsten zag met het begrip in-tegriteit oftewel eigenwaarde. Toen wij vanuithet Louis Bolk Instituut vorig jaar het project‘natuurlijkheidsdefinitie in de biologischelandbouw’ afronden, is er een drievoudige in-vulling gepresenteerd van het begrip natuur-lijkheid: (1) natuurlijkheid wordt op stofniveaugeassocieerd met een afwijzend standpunt vanchemische middelen. Dit ligt voor in de mond:“biologische landbouw gebruikt geen chemi-sche bestrijdingsmiddelen en geen kunstmest.”(2) De tweede invulling van natuurlijkheid vielsamen met “het denken in systemen, het ni-veau van de natuurlijke processen en regula-tiemechanismen”. (3) Het derde niveau vannatuurlijkheid kwam voort uit “het respectvoor de aard van de andere”. Het is met name

dit niveau waar de Slow Food Beweging overcommuniceert, namelijk over de authenticiteitvan product, receptuur en productieproces. In-teressant is dat zij dit koppelt aan de vraagnaar regionale rassen, vergeten groente- enfruitsoorten. Zo’n koppeling is meer dan alleeneen nostalgische actie om een romantisch ver-leden in de ere te houden. Vanuit een jaren-lange veredeling en selectie zie je dat dergelij-ke streekrassen planten en dieren hebbenvoortgebracht die het eigene van een streeklieten zien. Planten en dieren die eigenschap-pen hadden die pasten bij een landbouwkundi-ge streek in termen van droog-nat, zand, kleiof veen, schraal of rijk. Streekverschillen die

door kunstmest en bestrijdingsmiddelen sterkgenivelleerd zijn, waardoor je ongeacht grond-soort en streek overal Bintjes kon telen, En-gels raaigras kweekte en Holstein koeien konvoeren met krachtvoer uit de Derde Wereld.Door de kunstmest en bestrijdingsmiddelenwerden streekverschillen opgeheven en gingmen over op wereldrassen, bulkproductie enwereldhandel. Het toppunt van deze ontwikke-ling werd het zg. Fast Food, samengesteldeproducten waarvan men de oorsprong nietmeer kende en die door fabrieksmatige voor-bewerking sterk gestandaardiseerd was. Debereidingstijd in de keuken werd allengs kor-ter, mede opgestuwd door onze hectische cul-tuur, waar geen tijd meer is voor culinair ge-nieten.

A little dirt …Binnen de biologische beweging is de biolo-gisch-dynamische landbouw bij uitstek een‘Slow Food Landbouw’. Door de keuzen die

gemaakt zijn voor een gesloten bedrijfsvoering(100% biologische ingrediënten), door haarexpliciete keuze voor de integriteit van aarde,plant en dier zou de bd-landbouw een ver-standshuwelijk moeten sluiten met de SlowFood Beweging. Punten van gemeenschappe-lijke inzet zijn: communiceren over de integri-teit van product en productieproces, authenti-citeit van product en regio en het besef vankwaliteit en smaak van het product en de in-vloed van de bereidingswijze hierop. Daar-naast is het van belang dat beide bewegingenzich sterk maken voor het gevaar van eendoorgeschoten hygiëne op het landbouwbedrijfen in de voedselbereiding. Eén van de mooieuitspraken van de Wageningse immunoloogHuub Savelkoul over de hygiënische kwaliteitvan ons voedsel en onze omgeving is: ‘a littledirt does not hurt’ (een beetje viezigheid isniet erg). Positief gezegd: wij hebben omge-vingskiemen nodig om ons eigen afweersys-teem op te bouwen. Er is geen behoefte aandoorstraald, dood voedsel, aan overmatige hy-giëne. Voor de volksgezondheid op de langetermijn is het vermoedelijk te bewijzen dat wijbeter af zijn met producten die je lichaam sti-muleren om een gezond afweersysteem instand te houden en verder uit te bouwen.Voedsel moet leiden tot een balans die afweergenereert in plaats tot een situatie, waarin jesteeds vatbaarder wordt voor invloeden vanbuiten af.De authenticiteit van het Demeter-product isde laatste jaren sterk beklemtoond in de De-meter-promotiecampagne: ‘koeien hebbenhoorns, kippen een snavel, je eet volwassensla, wat leidt tot oogappels van Demeter’. Inde campagne is sterk geappelleerd aan hetrespecteren van de aard van het beestje, aaneen gerijpt en evenwichtig gegroeid productdat zowel de inwendige als de uitwendigemens streelt en verzorgt. Vanuit zo’n grond-houding moet je bedrijfsmatig wel uitkomenbij regionale productie en streekeigen rassenop basis van kringlooplandbouw. Wil je dekracht van de regio en het eigen bedrijf ver-

18 Dynamisch Perspectief

Door integriteit te communiceren en uit te leven

kunnen bd-landbouw en Slow Food Beweging

veel aan elkaar hebben.

sterken dan moet je wel een fokkerijsysteemhebben gebaseerd op familieteelt. Je hebt danniets meer aan wereldrassen die onaangepastzijn voor de typische eisen die jouw streek enbedrijf aan de dieren stelt. Vanuit dit idee komje dicht in de buurt van regionale rassen, ras-sen die iets lieten zien van de agronomischekwaliteiten van een streek. Niet voor niets wa-ren er vele rassen aan heideschapen, verschil-lende rassen melkschapen, vele koeienrassenen uiteenlopende regionale rassen die eenaanpassing hadden voor het typische, het ei-gene van een streek. Door integriteit te communiceren en uit te le-ven kunnen bd-landbouw en Slow Food Bewe-ging veel aan elkaar hebben. Voor de bd-land-bouw is het daarbij belangrijk, dat integriteitgebaseerd is op een gezond en evenwichtigagro-ecosysteem waarbij geen kunstmest enbestrijdingsmiddelen worden gebruikt: 100%biologisch, 100% dynamisch en 100% inte-ger. Slow Food spreekt zich over deze zakenniet zo uit. Zij heeft meer het authentieke, dehang naar smaak voorop staan, ongeacht hetproductieproces. Gezien het grote aantal eco-logische en biologisch-dynamische boeren-kaasproducenten op de Slow Food kaasproe-verij in Lunteren kan het niet anders zijn, datbeide bewegingen elkaar verder moeten vin-den en versterken. ■

Het was 1991 in New York. Ik was er voor eenbestuursvergadering van de internationalebiolandbouw organisatie (IFOAM), toen ikvoor het eerst de term ‘Slow Food’ tegen-kwam. Die sprak me meteen enorm aan, om-dat hij zo pakkend contrasteert met de fastfood trend die de laatste decennia overal door-dringt. Kant en klaar, meenemen en wegwe-zen, kopen en thuis alleen nog maar opwar-men in de magnetron. Eten is meer en meeraan het verworden tot snacken: een hapje inhet voorbijgaan, een hapje bij de TV, een hap-je onderweg, een hapje in de lift, een hapje bijde krant. Het is naar keuze vetvrij, suikervrij,cholesterolvrij, en/of vol van vitaminen, es-

sentiële mineralen of pakkende smaakjes. Enliefst nog met een speedy, vlot, snel, geliktebuitenkant, die het goed doet op TV en de bill-boards. Het gaat om het image: als je XOY eetof drinkt, net als die film- of TV-ster, dan hoorje erbij. Dan ben je pas iemand.Nog geen jaar daarvoor hadden we een IFOAMoverleg gehad in Toscane. Daar werden, we naeen lange dag vergaderen, tussen 21 uur enmiddernacht uitvoerig getrakteerd op heerlijkegerechten uit de streek. Bereid door een kokdie niets liever deed dan zijn gasten verwen-nen met wat er op dat moment in zijn tuin,zijn dorp, zijn buurt aan groenten, wortels,knollen en vruchten beschikbaar was. Bereid

juli - augustus 2003 19

Slow food of de aardigheid van het genietenJan Diek van Mansvelt

en gepresenteerd volgens recepten die voort-borduurden op de typische keuken van zijnmoeder, in dat dorp, in dat dal. En even na-tuurlijk als de basisproducten voor die gerech-ten uit de streek zelf kwamen, waren er ookvisgerechten, schelpdieren, inktvissen enkreeften uit de Middellandse zee en vruchtenuit Sicilië. Wijnen uit de buurt stonden ge-broederlijk naast wijnen van verder weg. Dusgeen bekrompen niks-van-buiten gedoe, maarwel volop aandacht en waardering voor hethier en nu van daar waar we waren. Trots opde eigen kwaliteit, het eigen karakter, de ei-genheid van de streek, in dat jaargetij. Zo zieik het nu.Tijdens zulke maaltijden golfde onze aandachtheen en weer tussen de zaken die ons als be-stuur bezig hielden en de verrassende produc-ten met hun vele kleuren, geuren, smaken enconsistenties zoals we die voorgeschoteld kre-gen. Onze blik werd verruimd, onze spijsverte-ring werd geactiveerd. We konden onze grotebeleidsproblemen even in een ander licht zien.Samen de tijd nemen om echt te genieten vanhet eten en drinken werkte steeds veel meeren dieper verbroederend dan samen snel eensnack, zoals we ook wel eens deden om ‘geentijd te verliezen met eten’. Terugkijkend kan ikgoed zien hoe de fastfood trend elk van ons inzijn of haar cocon vasthield. De diverse clubjesvan onderling bevriende bestuursleden blevenbijeen staan, los van de andere clubjes. Deeenmaal ingenomen, dikwijls van thuis meege-brachte posities bleven dan onveranderd.Daartegenover bleken de ochtend na zo’n rus-tige en kwalitatief rijke ‘Slow Food’ maaltijdde onoverkomelijke blokkades in de oordeels-vorming vaak als vanzelf opgelost. We warendaar dan allemaal in het hier en nu gekomen,bevrijd uit onze van thuis meegebrachte co-cons. Zo simpel.

BacteriënDit deed me ook denken aan de toeristischeervaringen van Nederlanders in het buiten-land. Vroeger namen mensen zo veel mogelijk

eten en drinken van thuis mee: niet dat onge-wisse gedoe met die vreemde producten uitzo’n ander land. Nu gaan velen met een veiligegroepsreis en bezoeken daarmee alleen de ge-controleerde toeristische horeca waar de in-ternationale gerechten worden geserveerd.Natuurlijk zit er een snufje couleur locale aan,maar het moet niet te gek worden: friet, kar-bonades, bier en ijs zorgen voor de zekerheid.Alles safe meneer, ook voor vrouw en kinde-ren.En inderdaad, hoe vaak komt het niet voor datonbedachtzame toeristen die zomaar ergens ineen vreemde stad in een vreemd land gaaneten er misselijkheid of zelfs buikloop vanoverhouden? Ander eten is echt anders. En hoeminder we gewend zijn, hoe minder ons li-chaam er op is ingesteld zich creatief op te

stellen tegenover nieuwe smaken en – eerlijkis eerlijk - nieuwe bacteriën, hoe moeilijkerhet ons valt met de nieuwheid van ander etenom te gaan.Maar dat geldt ook voor de manier waarop wedie andere plaatsen van de wereld, die anderelanden en steden überhaupt kunnen zien. Deéén ziet immers overal alleen maar de zelfdesoort winkels, kranten en kiosken als thuis: deinternationale mode, de internationale films,de internationale kranten. Dat geeft zekerheid:‘alles is hetzelfde dus ik ben ook nog steedsdezelfde. Dat is maar goed ook, want als wehet te gek maken, raken we uit ons doen, danworden we niet goed’.De ander zal juist het andere van de verschil-lende steden en landen die hij of zij bezoektproberen te zien: wat is hier anders. Hoe

proeft, ruikt, smaakt, voelt, gaat het levenhier? Dat kost natuurlijk wel meer tijd. Je moetdan ten eerste echt op die andere plek aankunnen komen. Je moet er wennen, landen,aarden. Acclimatiseren noemde men dat vroe-ger. En dat kost al gauw een hele week.

Overdreven gepolariseerd zou je kunnen zeg-gen dat je met de ene aanpak van je vakantiezo dicht bij jezelf blijft dat je niets van het an-dere van het andere land, van de andere men-sen, de andere cultuur ontmoet terwijl je doorje zelf open te stellen het gevaar loopt jezelf teverliezen door totaal in die andere wereld opte gaan.Misschien kun je verveling, hanggedrag bijbars en flipperkasten en zo zien als sympto-men van overdreven zelfbescherming: cocon-gedrag. Buikloop en wat daar op lijkt zou jedan als symptoom kunnen zien van een stap tever naar buiten gaan. Op die weg kun je im-mers jezelf verliezen. Maar let op: die buikloopen zelfs ergere aandoeningen gaan in het me-rendeel van de gevallen weer over. Na ziektevolgt beterschap. We krijgen de ziekte er on-der. We komen er over heen.

SartreEr op terugkijkend zou je kunnen zien dat dieaandoeningen aanleiding waren om ons fastfood gedrag, ons ge-ren en ge-race te vertra-gen. Slow down, kalm aan, zegt het leven,neem de tijd om te genieten, de tijd om hetandere in je door te laten dringen, zodat je er-door veranderen kan, er aan kan groeien.Grappig te bedenken dat Sartre, midden vorigeeeuw, de ander gelijk stelde met de hel. Hij be-schreef hoe de onderhandelaar door zijn op-drachtgevers wordt afgeschoten als hij het aanhem van thuis meegegeven onderhandelingsre-sultaat niet voor de volle 100% realiseert.Thuis gaat er kennelijk van uit dat de ander datvoorstel moet slikken of stikken. Wat mij be-treft een mooi voorbeeld van hoe de ontmoe-ting niet werkt. En overlopen van de ene naarde andere partij is ook niet echt een oplossing.

20 Dynamisch Perspectief

Slow down, kalm aan, zegt hetleven, neem de tijd om te

genieten, de tijd om het andere inje door te laten dringen, zodat jeerdoor veranderen kan, er aan

kan groeien.

Het lijkt mij de kunst om een gevoel te ont-wikkelen voor de balans tussen twee kwaden:je teveel of je te weinig open stellen voor deander, voor het andere.Als ik daarover doordenk realiseer ik me datveranderen niet kan zonder anderen. En metveranderen bedoel ik hier mezelf ontwikkelen.Om te veranderen, mij verder te ontwikkelen,heb ik de ander, de anderen nodig. En om datveranderingsproces in de gaten te kunnenhouden, moet ik naar mezelf kunnen kijken indat veranderingsgebeuren. Dat kijken kan ikniet continu. Wakkere en slapende periodeswisselen elkaar daarbij af. Mezelf verliezen enmezelf veranderd weer terugvinden: daar lijkthet om te gaan.Terug naar het eten en de tegenstelling tussenfast food en Slow Food moet ik bekennen datik regelmatig genoegen neem met een snellehap. Maar ook dat het uitgebreid eten metvrienden een veel dieper contact mogelijkmaakt. En dat het uit eten nemen, uit etengaan bij of te eten vragen van mensen tot debeste manieren hoort om ze beter te lerenkennen.

Ranzig, zepig, zuur, fruitig …..Terug naar het hier en nu. Op een stralendezondag in juni hield de werkgroep kaas vanSlow Food Nederland een landelijke kaasproe-verij (zie ook Slow Food en BD-landbouw vanTon Baars, red.). Een hele diverse groep van250 à 300 mensen met heel wat kinderen, hadzich daar verzameld om in de kraampjes van15 zelfkazende boeren meer dan 120 verschil-lende kazen te proeven die in ruim 20 verschil-lende soorten kaas waren onder te verdelen zo-als lamsoorkaas, Nedergeit kaas, Noord-Hol-landse Menshanger, Blauwe Klaver kaas enWitte Meikaas. Die kraampjes stonden in dezogenaamde kaasstraat: een kring rondom dekraam van meesterkok Eric van Veluwen die 6culinaire kaasgerechten presenteerde, waaron-der: een bitterbal van geitenkaas in gesponnentarwe en sesamzaadjes, met een chutney vansjalotten, en een sorbet van witlof met geiten-

blauw-schimmel op een kletskop van oude Re-mekerkaas. Terwijl ik dit opschrijf loopt hetwater me weer in de mond, zo lekker warendie happen. En dan was er de tafel van sma-ken, waar de kaaskeurmeesters hun kennisheel creatief ten toon stelden: er waren 10 sta-pels kaasstukjes, elk met een nummer. De be-zoekers kregen een papier met 10 genummer-de blokken, waarin telkens 15 verschillendesmaken konden worden aangekruist. Naast debekende zoet, zout, zuur en bitter ook smakenals ranzig, zepig, gistig, scherp, vlak en fruitig.En verder kon je dan ook invullen of het omgeiten-, schapen of koeien ging. In principezouden er nog kazen van andere beesten alsbuffels, kamelen, lama’s, rendieren, elandenmee kunnen doen, maar die horen dan eigen-lijk in andere landen thuis. In de NederlandseArk van de Smaak werden 5 van de 6 streek-kazen voorgesteld die met verdwijnen wordenbedreigd terwijl ze in een streek van ons landtoch een zekere traditie hebben gehad, bijzon-dere kenmerken hebben qua smaak en berei-ding en niet slechts door een enkel bedrijf ge-produceerd worden. De Texelse schapenkaasen de Boeren-Leidse waren twee daarvan.

Wetenschappelijke bewijsvoeringWat mij erg aansprak was dat zeker de helftvan de aanwezige Slow Food kaasboeren bd-of EKO- boeren waren. Die kiezen immers inhun bedrijfsvoering kwaliteit boven kwantiteit:wat de levensomstandigheden van het vee be-treft zowel als van de gewassen en de bodemswaaruit alles voortkomt. En dus hebben dieeen prachtige basis voor hoogwaardige ver-werkingsproducten zoals kaas en andere zui-vel, maar ook voor hun eieren, vlees, groetenen fruit, vers en verwerkt. Wat de andere SlowFood kaasboeren betreft, die mikken ook alle-maal op kwaliteit boven kwantiteit. Liever watminder als het maar lekker is. Dat scheelt ookerg in de vervetting, met alle daarvan afgelei-de hart- en vaatziekten. Zowel het eetplezieren dus de aandacht voor het eten, als de na-druk op een goed basisproduct, in dit geval

dus een smakelijke melk met voldoende van dejuiste vetten, spelen daarbij een rol.Leuk was dat naast de Slow Food mensen ookvertegenwoordigers van de werkgroep zelfka-zende boeren en de werkgroep boeren streek-producten aanwezig waren, maar ook onder-zoekers van het Louis Bolk Instituut dat veeldoet aan ‘in het landschap passend boeren’ envertegenwoordigers van de bio-winkel-ketensen groothandel.Door al het proeven en praten kwam ik er nietmeer toe de mini-lezingen te volgen. Maar inhet perfect verzorgde programmaboekje las ikdat John Grashuis, van Bachantes, verteldeover de overeenkomsten tussen de wijn-cul-tuur en de kaas-cultuur. Beide danken hunkwaliteit aan de plaats van herkomst, de tijdvan pluk, de soort verwerking (beiden ophout), de rijpingstijd en zo meer. In beide ge-vallen is het contrast tussen de fast-food-mas-sa producten zonder enige identiteit en deunieke Slow Food streekproducten echtenorm. Zowel wat de kwaliteit van de produc-ten zelf betreft, die je op tafel krijgt, als watde kwaliteit betreft van het landelijk gebiedwaarin de boeren voor de kwaliteit van destreek kiezen. Termen als heelheid, integriteit,levensplezier en gezondheid liggen op mijn lip-pen, ook al is de weg naar wetenschappelijkebewijsvoering hierbij nog een eind weg in detoekomst verborgen.Tenslotte wil ik het brood niet onvermeld latendat bij alle kaaskramen als kaasdrager werdaangeboden. Heerlijk brood, van veelal uitFrankrijk geïmporteerde biologische tarwe enrogge, gebakken door Menno ’t Hoen uit deRotterdamse Boulangerie Artisanade, gemalenmet echte molenstenen en gebakken op de he-te vloer van een zware heetwateroven. Wat deSlow Food strategie betreft zou Menno hetvolgend jaar wellicht een biologische Rotter-dammer als broodspecialiteit kunnen presen-teren: van bio-graan uit Zuid Holland. Ik hebin elk geval genoten van de enthousiaste men-sen en hun heerlijke producten, waar het le-vensplezier vanaf straalde. ■

juli - augustus 2003 21

slowfood

Een stralende en warme voor-jaarsdag: in de frisgroene weidennog veel stralend gele paarde-bloemen, deels al met witte kaar-sen. De zuring komt er hier endaar rood doorheen. Daarbovende blauwe hemel, met zwaluwenen kievieten. Het wordt een dag over het voed-selweb. Daarmee wordt bedoeld:het netwerk van eten en gegetenworden dat in vele vormen in elklandbouwbedrijf voorkomt. Velesoorten bacteriën die door wor-men gegeten worden, heel watverschillende vogels en kleinezoogdieren die wormen eten, en-kele roofvogels die kleine vogelsen zoogdieren eten. Insecten diezieke en dode planten eten, ande-ren die dode dieren eten en weeranderen die zich aan mest tegoeddoen. Zowel in de groei en bloeivan de gewassen (opbouwcyclus)als in rijping en verwelking (deafbraakcyclus) zijn allerlei ver-

schillende planten en dieren be-trokken, schadelijke zowel alsnuttige. Als prof. Goewie, de dagvoorzit-ter en organisator van dit sympo-sium prof. Brussaard introdu-ceert, zit de zaal zo goed als volmet onderzoekers, beleidsma-kers, studenten, practici en ande-re belangstellenden.

Waar gaat het over?Thema van deze dag was devraag hoe je als landbouwweten-schappers iets voor de boer kanbetekenen waar hij in zijn concre-te en complexe werkelijkheid vanalledag iets aan heeft. Enerzijds proberen de weten-schappers van tegenwoordig veelmeer dan vroeger grip te krijgenop de veelheid aan factoren dierond de gewasontwikkeling eenrol spelen. Dankzij de opkomstvan de computer als razendsnellerekenmachine kunnen de resulta-

22 Dynamisch Perspectief

Sijmen Brandsma

VERS Van het land.....

Iedere vrijdagochtend duik ik de buitenwereld in, dan breng ik degroente-abonnementen rond. 100 km, 47 drempels en een groeiendaantal rotondes later ben ik weer gelukkig op de tuin. Die rotondeszijn een verhaal op zich, omdat het nu eenmaal een cirkel is metniets erin meent men dat het de uitgelezen plek is om een kunstwerkte plaatsen. Meestal een uitvergroot niet te herkennen machine-on-derdeel of iets anders wat niet teveel mag kosten, want er zijn nogheel wat rotondes te vullen en het potje ‘kunst’ is maar beperkt. Erzijn uiteraard uitzonderingen. Ik wijd express een beetje uit omdat ikiedere keer weer blij ben om terug te zijn en echte schoonheid kanzien.Simpele dingen, zoals de eerste zonnestralen die op het veld vallen,bloedrode klaprozen naast donkerblauwe hondstong, de strakke bed-den waarvan de 5 rijen groenten zich aan het eind lijken te ontmoe-ten, een witbloeiend veld aardappelen, de geur van honing als jelangs de tuinbonen loopt. Maar ook een vergeten schoffel staand te-gen een schuur, of de verblindende schittering van de aluminium be-regeningsbuizen kunnen dat gevoel oproepen. Met daarboven de al-tijd maar weer veranderende luchten. Het zijn natuurlijk maar mo-menten, wanneer ook ik de rust voel om echt te kijken. ‘s Avonds alsik een rondje loop en vaak op de zondag. Het zijn de momenten die voor mij en ik denk voor de meeste agra-riërs de stimulans zijn om door te gaan. Een mengsel van verwonde-ring over de schepping en het eigen aandeel daarin.Momenten die ik een ieder van harte gun, misschien kunt u zich inuw vakantie lopend langs de akkers eens verplaatsen in de laarzenvan de boer.Scheppend en dienend.

Goede vakantie, Sijmen. ■

PERSPECTIEF

Managen van Biodiversiteit: Voedselwebconcept als brug tussenmodel en veldVerslag van een symposium georganiseerd door Prof. dr. Ir.Eric Goewie, (Wageningen Universiteit), op de Eemlandhoe-ve in Bunschoten, 8 mei j.l.

ten van tientallen jaren land-bouwkundig onderzoek aan ge-wasgroei, bemesting, onkruidont-wikkeling en aantasting doorschimmels en insecten in model-len aan elkaar worden gekoppeld.Daarbij is en blijft echter cruciaalwelke gegevens je in je modelstopt, want meer dan je er instopt kan er niet uitkomen.

Neem de boer mee in je stu-dies In zijn inleiding zei Brussaard dathet hem duidelijk was gewordendat je niet alleen de natuurlijkeelementen in die modellen moestopnemen maar ook de boer metal zijn voorkeuren en kundighe-den. Anders blijven die modellente abstract: ze slaan dan overalen nergens op, namelijk op de‘gemiddelde’ situatie, dat wilzeggen een situatie die nergensecht voorkomt.

Neem de consumenten meein je beleidMaaike van Wijngaarden en ChrisMaas Geesteranus (MinisterieLNV) gingen nog een stap verderdoor te stellen dat je alleen eenlevendiger landbouw-landschapzult krijgen als je de natuur alsvriend en medewerker leert zienin plaats van als vijand, zoals datvroeger geleerd werd. ‘Van kei-hard slaan - een karate mentali-teit - naar die van het samendansen in de geest van Aikido’.Maar zij benadrukten daarbij datdie cultuuromslag bij de boerenniet echt kan doorzetten als deconsumenten niet duidelijker inbeeld komen. Naast rekening tehouden met de verschillende boe-

ren zou het beleid meer rekeningmoeten houden met de consu-menten en hun verschillendevoorkeuren en uitgavenpatronen.Met de boeren alleen ben je ernog niet. Zij lieten daarbij in hetmidden of dat ook betekent datde consumenten in de computer-modellen moeten worden opge-nomen of alleen in de beleids-overwegingen. Wel was duidelijkdat zij niet wilden wachten tot dewetenschappers daarover uitge-praat en uitgedacht waren. Zijzochten naar mogelijkheden omop korte termijn steun te kunnengeven aan praktische initiatievenwaarin de directe relatie tussenproducenten en consumentenvorm krijgt. De verdere ontwik-keling van streekproducten enabonnementensystemen hoortdaar zeker bij.

Denken in modellen of wer-ken met de werkelijkheid?Frans Smeding vertelde van hetonderzoek waarop hij onlangs inWageningen promoveerde. Daar-in deed hij een poging een brugte slaan tussen de wetenschappe-lijke modelvorming en de directwaarneembare werkelijkheid vande boer. Hij sprak van ‘voedsel-webben’. Hoe het ene organismeleeft van het andere en vervol-gens weer voedsel is voor eenvolgend organisme. Hij liet zienhoe dat zowel in de opbouwfasevan de landbouwgewassen speelt(de planten groeien op basis vande voeding in de bodem) als ookin de afbraakfase (de bodem leeftvan de afbraak van de gewasres-ten en de bemesting die de boergeeft). Je zou kunnen zeggen dat

die afbraak de biologische motoris van de bodemverbetering. Endie bodemverbetering is op zijnbeurt dan weer de basis voor deverbetering van de kwaliteit vande gewassen, van het vee en zo-doende van het bedrijf als geheel.Hij liet fraaie plaatjes zien vankleinere en grotere bodemdier-tjes: hoe sommigen daarvan levenvan het verteren van plantenres-ten terwijl anderen leven van hetopeten van die diertjes om vervol-

gens zelf weer voedsel te zijn voornog hogere dieren. Dat was in dieplaatjes allemaal met pijlen aan-gegeven. Een web van pijlen: hetvoedselweb. Hij had gevonden datop bedrijven met een ruimerevruchtwisseling, minder kunst-mest en bestrijdingsmiddelen enmeer verschillende landschapsele-menten zoals hagen en slootran-den dichtere voedselwebben voor-komen dan op de bedrijven diedaar niet aan deden. Daar was

natuurlijk minder te beleven, alsik het zo mag zeggen. Frans Sme-ding had ook wel het nodige gere-kend aan zijn voedselweb om erop te kunnen promoveren. Maarin de werkgroep die hij verzorgdeaan de slootrand van het bedrijfvan Jan Huijgen kwam duidelijknaar voren hoe veel hij ophad metalle plantjes en diertjes die daarte zien waren; hij genoot zicht-baar van de directe werkelijkheidvan het bedrijf. Dat zelfde gold

ook voor de beide andere onder-zoekers van het Louis Bolk Insti-tuut, die ons het leven van de bo-dem en dat van het grasland lie-ten zien (Geert Jan van den Burgten Nick van Eekeren). In zijnfraaie open stal liet Jan Huijgen,boer en oprichter van de Eem-landhoeve, ons de verschillendegeuren van verse en oude, vanstrorijke en stro-arme mest rui-ken en zien. Schokkend eenvoudigte merken hoe lekker de goede

juli - augustus 2003 23

mest ruikt en hoe naar de slechte.Schokkend te horen hoe in de lek-ker ruikende mest veel meer ver-schillende diersoorten leven danin de slecht ruikende mest. Je hadhet zelf kunnen bedenken.

Waar ging het ook alweerover?Voor veel onderzoekers en be-leidsmensen was dat toch wel een‘AHA’ beleven: O, ja, hier gaathet over. Maar tegelijk ook eenbijna onoverkomelijke vraag, na-melijk: hoe moeten we met diereële, tastbare, concrete werke-lijkheid waarin de boeren levenomgaan in onze abstracte wereldvan gemiddelde tel-, meet- enweeggegevens?Al met al een gevarieerde enleerzame dag, waarop duidelijkwerd dat het er in de landbouw-wetenschap van de komende ja-ren om gaat de weg naar de wer-kelijkheid terug te vinden. Het opde werkelijkheid projecteren vande laboratorium situaties heeftzijn tijd gehad. In de hydrocultu-ren, ligboxen en kippenbatterijenhebben we kunnen zien hoe dat -letterlijk - ont-aard. Nu is hetzaak de systematische helderheidvan de wetenschapscultuurdienstbaar te maken aan de indi-viduele besluitvorming van deboer. De boer die het land culti-veert in dienst van de consumen-ten. De consumenten die zich ooksteeds meer van hun verantwoor-delijkheid bewust worden.

Wat verder?Als thema’s die zijdelings aan deorde kwamen en zeker voor na-der onderzoek in aanmerking ko-

men noem ik hier graag de vol-gende:

– Wat is eigenlijk het minimumaantal GVE’s per ha dat nodigis om de akkerbouw, tuinbouwen fruitteelt in ons land vrucht-baar te houden? We hebbenhet eigenlijk steeds over hetmaximum toelaatbare aantalGVE’s. Is het vee niet veelmeer een bedrijfstak die destikstof binnen het bedrijf c.q.de samenwerkende bedrijvenhelpt verplaatsen? Daartoe ui-teraard gebonden aan vol-doende koolstof om niet tevervluchtigen of uit te spoelen?Voor de stikstof input die aandie eis voldoet, is er immersde biologische stikstofbindingop het bedrijf, door micro-or-ganismen zowel als vlinder-bloemigen.

– In de bemestingsregels van deoverheid zou meer met hetC/N gehalte van de mest gere-kend kunnen worden, als maatvoor de uitspoelbaarheid danwel vervluchtiging van de stik-stof. Door alleen naar de N tekijken wordt het momenteelveel milieubewuste boeren on-mogelijk gemaakt om ade-quaat, dat wil zeggen in hunsysteem passend, te bemes-ten.

– Hoe zou het zijn om in delandbouw nu eindelijk af testappen van de steeds weercontraproductief werkende fac-tor c.q. maatregelensubsidieen over te stappen op sys-teemsubsidie? Daarmee ben jedan ook meteen af van de pro-ductsubsidie. Maatregelen en

productsubsidie waren door debank genomen lucratiever voorde toeleverende en afnemendeindustrie dan voor de boerenin het algemeen. Bodemkwali-teit inclusief watervoorzieningsmogelijkheid en kwaliteit, af-stand tot de grote steden enbedrijfsvoering (geïntegreerd,EKO, BD) zouden dan factorenvoor de subsidieberekeningkunnen zijn, met een afnemen-de subsidie bij toenemendebedrijfsgrootte.

– Naast de bestaande waak-zaamheid voor verborgen kos-ten in de bedrijfsvoering zouhet ook wel eens aardig zijnminstens even alert te wordenvoor verborgen opbrengsten.Denk alleen al aan de biologi-sche N-binding, het voordeelvan koeien die 12 jaar produc-tief zijn versus die maar 2 à 3jaar melk en een kalf geven,het samen weiden van koeienen geiten (tegen kweek en zo).Juist op bedrijven van ‘ouder-wetse’ boeren en vooruitstre-vende BD’ers ligt daar nog eenschat aan economische kennisverborgen. En als we ophou-den de overproductie van degangbare boeren te subsidië-ren (zie vorig punt), waardoorwe de marktprijzen ‘omlaag-spiralen’, en ophouden onzeexport te subsidiëren, waar-door we de boeren in de im-portlanden dwarszitten, van-gen we veel vliegen in éénklap. Het CBS kan daar meerover zeggen dan het LEI(Landbouw Economisch Insti-tuut, red.), is al vaker geble-ken.

Tenslotte: als we het over eiwit-gehalten, C/N verhoudingen, Ngehalten van bodems, gewassen,melk en vlees etc. hebben, moe-ten we dan niet altijd erbij ver-melden wat de kwaliteit is vande eiwitten, koolhydraten envetten waarover het eigenlijkgaat? En dit met het oog op hetdoel waarvoor ze bestemd zijn.Nu is het nog veel te vaak eenvergelijk van appels en perenzonder dat dit expliciet gemaaktwordt.

Cursus Economie, Milieu &Derde WereldOp zoek naar structurele verbete-ringen voor natuur en milieu? Be-nieuwd hoe mensen in de DerdeWereld zelf hun situatie kunnenverbeteren? Dan is de CursusEconomie, Milieu & Derde Wereldmisschien wel iets voor u. Dezedoe-het-zelfcursus van Strohalmbelicht op speelse wijze de ach-tergronden van de milieu- en ar-moedeproblematiek en biedt uit-zicht op praktische oplossingen.De inhoud bestaat onder andereuit historische voorbeelden vansuccesvolle geldsystemen, eenandere kijk op de huidige econo-mie en actuele voorbeelden vanlokale, rentevrije geldsystemen inNederland en de Derde Wereld.De cursus is gebaseerd op hetboek Voor Hetzelfde Geld. Daarinzet Strohalm haar ideeën uiteenover economie en milieu, econo-mische groei, geld, rente en al-ternatieven. Het laat zien hoe an-dere economische uitgangspuntenkunnen leiden tot een andere sa-menleving.

24 Dynamisch Perspectief

De cursus duurt vijf tot acht bij-eenkomsten. Individueel of ingroepen, op verschillende plaat-sen in Nederland.

Strohalm ontwikkelt in samen-werking met vele anderen in bin-nen- en buitenland rentevrije lo-kale spaar- en ruilsystemen dieplaatselijke economieën nieuw le-ven inblazen en mensen in staatstellen duurzaam gebruik te ma-ken van hun omgeving.

Meer informatie of aanmelden:[email protected] of tel: 030 – 2314314.Kijk ook op de website:www.strohalm.nl/cursus

Bijen zijn meer dan ze lijkenJan Saal

Het zijn natuurlijk op het eerstegezicht maar heel kleine beestjes.Ze vliegen wat rond, van bloemtot bloem en doen zo op het eer-ste gezicht niemand kwaad. Bijnadere bestudering echter gaat ereen wereld voor je open. dan ko-men er talloze verrassende feitenaan het licht en blijkt een bij erginteressant te zijn. Mijn persoon-lijke interesse werd in 1984 ge-wekt, toen ik hoorde dat vrijwelalle Europese bijen ziek waren.Wanneer imkers niet met een be-paalde gifstof zouden werken, zoubinnen enkele jaren 80 tot 90%van de bijenvolken in Europasterven. Dat leek mij een zovreemde gedachte, dat ik besloot

om dat te gaan onderzoeken. Ookhad ik een vage hoop dat vanuitde antroposofie daartegen ietsondernomen zou kunnen worden.In het voorjaar van 1985 heb ikzonder veel kennis van zakenmijn eerste twee volken aange-schaft. Niet vermoedend dat ditbesluit mij voor lange tijd aan debijen zou verbinden.Dat eerste jaar heb ik de ogen uitmijn hoofd gekeken. De bijenkor-ven stonden achterin de tuin enregelmatig was ik daar ook tevinden. Ik had nog niet veel overhet imkeren gelezen en dacht:“Wanneer je maar geen honingoogst zullen ze zichzelf redelijkkunnen redden”. Dat bleek echterop een misverstand te berusten.Die winter bleek dat ze te weinigvoer hadden kunnen opslaan,waardoor ze het volgende voor-

jaar niet haalden. Met al mijngoede bedoelingen heb ik ze toengewoon laten verhongeren. Hetspeet me zeer en ik ben toenmaar eens in de literatuur gedo-ken. Het begin van een ontdek-kingstocht, waarvan ik u in dekomende nummers iets wil latenzien.Enkele weetjes: Een goed bijen-volk kan in de zomer 60.000 bij-en bevatten. Er bestaat verschiltussen zomerbijen en winterbijen.De zomerbijen leven ongeveer 3maanden en de winterbijen onge-veer 6 maanden. Een koninginkan ongeveer 4 jaar oud wordenen is daarmee de enige bij dieeen volgend jaar in een volk te-ruggevonden kan worden. Alleandere bijen zijn dan inmiddelsvervangen.

juli - augustus 2003 25

M E M ODe rubriek Memo staat open voor leden

van de BD-Vereniging. Een berichtje (van

maximaal 35 woorden) kunt u sturen

naar de redactie van Dynamisch Perspec-

tief, Postbus 236, 3970 AE Driebergen.

Memo’s zijn nooit anoniem en hebben

geen commercieel karakter.

Vakantiehuisje te huur op Land &Boschzigt vanaf 7 juli as. Bos, water,bd-voeding voorhanden.Tel 035 6561687 (na 18.00 uur).

Foto

: Mic

hiel

Wijn

berg

h

Nieuwe EKO-gidsBiologica brengt een nieuwe EKO-gids uit. In dit handzame boekjekunnen consumenten in één oog-opslag zien waar bij hen in debuurt biologische voeding, textielen tuinplanten te koop zijn.De 1370 adressen zijn ingedeeldin vijftien rubrieken: van natuur-voedingswinkels, slagerijen, boe-renmarkten tot restaurants.Nieuw is de rubriek ‘bezoekboer-derijen’ en ‘boer & consument-samenwerkverbanden’.De EKO-gids is gratis en kan op-gevraagd worden bij Biologica,tel. 030-2339970 of per e-mail:[email protected]. Alsbedrijven, winkels en andere or-ganisaties meer dan één gids be-stellen, wordt één euro onkosten-vergoeding per exemplaar in re-kening gebracht.

Agrarische uitgavenBij uitgeverij Roodbont verschij-nen om de haverklap nieuwe uit-gaven op het gebied van biologi-sche landbouw. Teveel om in Dy-namisch Perspectief aan de ordete stellen, al doen we dat wel afen toe. Behalve een onderne-mersreeks met boeken als Be-

drijfsbeëindiging, Overname &opvolging, Melkers van morgenen Praktijkgids mest is er eenpraktijkreeks Tips en adviezen ende reeks overige uitgaven.Onlangs verscheen Boeren in ba-lans, waarin ondermeer de re-cente onderzoekingen werdenbeschreven over het Friese Mine-ralenproject Vel & Vanla.Info op te vragen bij uitgeverijRoodbont, tel. 0575-545688 ofwww.roodbont.nl.

Van de redactieIn het vorige nummer van Dyna-misch Perspectief worden in hetartikel Composteren als levens-werk een aantal uitspraken doorTjeerd Elzinga geciteerd over Agri-ton en prof. Higa. Agriton distan-tieert zich van de inhoud hierover.Tjeerd Elzinga wijst er op dat dezeuitspraak niet betrekking heeft opde huidige situatie bij Agriton.Zowel de redactie als Tjeerd El-zinga betreuren het als zou hier-door een misverstand kunnenontstaan waardoor dit inbreukzou doen op de goede betrekkin-gen met Agriton.

Van de redactieDe foto van Volkier Bentinck inhet vorige nummer is gemaaktdoor Corrian Hukema.

26 Dynamisch Perspectief

GiftenHet bestuur van de BD-Vereni-ging is bijzonder verheugd datveel leden naast de ledenbijdra-ge voor 2003 een extra bedraghebben geschonken aan het Wil-ly Schilthuisfonds. Het fondswaaruit projecten voor ontwik-keling van de bd-landbouw gefi-nancierd kunnen worden. DeBD-Vereniging mag over 2003een bedrag van € 17.000,- aandit fonds toekennen.Daarnaast heeft de BD-Vereni-

Willy Schilthuisfondsging in juni een tweetal legatenontvangen van in totaal€ 18.000,-.Het bestuur zal zich binnenkortbuigen over de projectaanvragendie er liggen, om te bekijken wel-ke uit het Willy Schilthuisfondsgefinancierd kunnen worden. Graag spreekt het bestuur op de-ze plaats haar dank uit aan alleschenkers !Van een lid uit Engeland (Sussex)ontving het fonds een bedrag van€ 500,-.

Tot 2 septemberEéndaagse workshop Holis-tisch panorama van ons land-schapInhoud: Landschap en tijd, land-schap en ruimte, landschap en denatuurrijken, landschap en boer-derij.Docent: Gerrit Impens (ecologischlandbouwadviseur en trainer inIndia)Kosten docent per workshop:€ 125 euro, excl. reiskostenver-goedingInf: Pauline van Dieoen, tel.0317-418010

20 en 21 septemberOpen dagen bij de biologisch(-dynamische) boerInfo: 030-2339970

Vanaf 24 septemberScholingscursus B(D) land-bouw (2 jaar)10 blokken per jaar van 3 dagen.Alle vakken om zelfstandig werk-zaam te zijn in de landbouw.Plaats: KraaybeekerhofKosten: € 1195,- per jaar (excl.maaltijden)Info en aanmelden: 0343-512925

Vanaf 26 september Natuurvoedingsconsulent (3 jaar)In deze opleiding leer je mensente helpen op hun weg richting ge-zondheid. De opleiding is erkenddoor de beroepsvereniging Na-tuurvoedingsconsulenten.Plaats: KraaybeekerhofKosten: € 1750,- per jaarInfo en aanmelden: 0343-512925

LidmaatschapLidmaatschap van de BD-Vereniging: Lidmaatschap € 25,-/jaar. Uitge-breid lidmaatschap € 50,-/jaarDonateur (geen ledentijdschrift)vrije bijdrage. Leden in het bui-tenland: € 32,- (binnen Europa),€ 34,- (buiten Europa).Lidmaatschappen lopen per ka-lenderjaar (januari t/m decem-ber). Een lidmaatschap wordtstilzwijgend verlengd, tenzij uvóór 1 december van het lopendejaar heeft opgezegd.

Leden en donateurs ontvangenjaarlijks (in januari) een accept-girokaart voor de contributie/bij-drage voor het komende kalen-derjaar. Betaling van de contri-butie kan ook geschieden doormachtigen voor automatische incasso (neemt u hiervoor evt.contact op met het bureau vande BD-Vereniging) (Heel graagzelfs!).

Schenkingen en legatenDe BD-Vereniging heeft een arti-kel 24 status bij de belastings-dienst, hetgeen betekent dat be-dragen tot € 8284,- geheel vrijzijn van successierecht, vanaf ditbedrag betaalt de BD-Verenigingeen aangepast tarief van 11%.Omdat de BD-Vereniging door debelastingdienst wordt gezien alseen “algemeen nut beogende in-stelling” zijn schenkingen tot eenbepaald bedrag (2003: € 4143,-)vrijgesteld van schenkingsrecht.Giften in de vorm van een ten-minste 5 jaar durende lijfrente,notarieel vastgelegd, zijn geheel

Adviezen voor(amateur)tuindersVoor adviezen over tuinieren(voor amateurtuinders) kunt ubellen met de DLV Groen &Ruimte infolijn 0321 388888(tussen 8.00 - 12.00 uur)

PublikatiesVoor uitgaven van de BD-Vereni-ging en derden verwijzen we unaar Dynamisch Perspectief nr. 3of naar de website www.deme-ter-bd.nl. ■

BD-infoPreparatenAlle prijzen zijn inclusief verzendkosten binnen Nederland.

Diederichslaan 25, Postbus 236, 3970 AE Driebergen, tel 0343 531740, fax 0343 516943, e-mail: [email protected], website: www.demeter-bd.nl. Postgiro voor leden 147485,Rekeningnr. België: 000-1638509-82

100% Biologisch. 100% Dynamisch.

Nr. Soort preparaat Prijs per portie

500 Koemestpreparaat € 6,-

501 Kiezelpreparaat € 3,-

502 – 507 Kompostpreparaten (set à 6 soorten) € 13,-

502 – 507 Kompostpreparaten per soort € 2,50

Let op: Voor licentiehouders, leden met een uitgebreid lidmaatschap en le-den wonend in het buitenland gelden andere tarieven voor de preparaten.Meer info hierover via het secretariaat van de BD-Vereniging.

Bestelwijze:Door overmaking van het bedrag op Postgiro 313786 (voor België postre-kening: 000-1638509-82) t.n.v. de BD-Vereniging onder vermelding van degewenste preparaten en het verzendadres. Uw bestelling wordt u dan zosnel mogelijk (ca. 2 weken, houdt u hiermee rekening in uw planning !)toegestuurd.

De preparatenwijzer (folder)Beknopt overzicht van de preparaten (en grondstoffen) die gebruikt wordenin de bd-landbouw en die u kunt bestellen bij de BD-Vereniging (incl. prijs-lijst), 2001. Gratis

aftrekbaar. Heeft u warme voor-nemens en u behoeft info, belt udan even (tel 0343 531740) metJos Pelgröm.

Rondzendbrieven Naturwis-senschaftliche Sektion Goe-theanum(“Klett-brieven”) Geïnteresseerden kunnen dezebrieven (al dan niet vertaald inhet Nederlands) toegezondenkrijgen, of ze kunnen worden ge-download vanaf www.demeter-bd.nl/downloads.html. Neem voortoezending contact op met hetbureau van de BD-Vereniging.

Sinds haar oprichting in 1937werkt de Vereniging voor Biolo-gisch-Dynamische Landbouw enVoeding (BD-vereniging) aanverbreding van de bekendheidvan de biologisch-dynamischelandbouw en aan de verdiepingvan de inzichten daarvan. De in-komsten van de vereniging be-staan uit de contributies van leden, donaties en uit licentie-gelden voor het gebruik van het Demetermerk. Daarnaast ont-vangt ze jaarlijks uw warme gif-ten.Statuten van de vereniging kun-nen door leden van de verenigingopgevraagd worden bij het bu-reau van de vereniging.

Bestuur:Jan Saal (voorzitter), GerardBrinks (vice-voorzitter), Jos Kok(penningmeester), Michael Veltman (secretaris), Ton Baars,Maria van Boxtel, Stijn van Wely

Medewerkers bureau BD-Vereniging:Jos Pelgröm (directeur), Rienk terBraake (Coördinator Demeter-licentiezaken), Merle Koomans v.d. Dries (assistent Demeter-licentiezaken), Lydia Schmidt (secretariaat).

juli - augustus 2003 27

Demeter boter in het nieuw!

Verkrijgbaar in de natuurvoedingsspeciaalzaak!Zuiver Zuivel • Antwoordnummer 701 • 1900 VD Limmen • www.zuiverzuivel.nl

Zuiver Zuivel produceert al meer dan 20 jaar biologisch(-dynamisch)e kwaliteitsproducten en was de eerste produ-cent van biologisch dynamische zuivelproducten in Nederland.Het vakmanschap vindt u terug in ons assortiment dagversezuivel, boter en kaas. Het authentieke karakter van de biolo-gisch-dynamische melk die onze melkveehouders leveren blijftoptimaal behouden in deze producten. Door onze jarenlangeervaring kunnen we ons met recht “Specialist in biologischezuivel” noemen.

Onze Demeter roomboter heeft een nieuw jasjegekregen. Zodat u de boter van Demeter kwaliteitnog beter kunt herkennen in de winkel.