13 14 si t deel 1 kenmerken van groepen

99
Samenwerken in team 16-05-2022

description

 

Transcript of 13 14 si t deel 1 kenmerken van groepen

  • 1. Samenwerken in team3-12-2013

2. Welkom Deel 1: Kenmerken van groepen 1 Wat is een groep? 2 Meerwaarde van groepen 2.1 Het belang van de groep voor het individu 2.2 Het belang van de groep voor de organisatie 3 Groepstypen 3.1 Op basis van interacties en verbindingen 3.2 Op basis van productiviteit 4. Groepsstructuur 4.1 Rollen 4.2 Normen 4.3 Cohesie3-12-2013 3. Welkom3-12-2013 4. Pedagogisch coachKinderenGezinnenTeam3-12-2013 - p.4Context 5. Verantwoordelijkheid t.a.v. medewerkers en de dienstverlening Opleidingscompetentie 5: professionalisering ondersteunen De Bachelor stimuleert en motiveert divers geschoolde medewerkers tot professionele ontwikkeling op vlak van opvoeden van kinderen, ontwikkeling van kinderen ondersteunen en partner zijn van de gezinnen van de kinderen, door het zelf vervullen van een modelfunctie, door het geven en ontvangen van feedback in een open verstandhouding, en door het creren van een gunstige professionaliseringscontext voor de medewerkers. Opleidingscompetentie 6: sociaal-pedagogisch project samen vormgeven De Bachelor draagt samen met een team van divers geschoolde collegas verantwoordelijkheid voor het gemeenschappelijk sociaal-pedagogisch project en creert daarvoor actief de randvoorwaarden. 3-12-2013 - p.5 6. Kennismaken met modellen, processen en inzichten om een team de gepaste ondersteuning en sturing te bieden 1. Kenmerken van groepen 2. Groepsontwikkeling 3. Leiderschap in groepen 4. Werken in een team 5. Begeleiden van het team 3-12-2013 - p.6 7. Deel 1: Kenmerken van groepen3-12-2013 - p.7 8. Na het verwerken van dit hoofdstuk: kan je vanuit verschillende standpunten een groep definiren; weet je wat de meerwaarde is van een groep voor een individu en de organisatie; ken je verschillende soorten groepen; weet je wat een rol en een rolconflict is; ken je het verschil tussen taak- en procesrollen en kan je ze benoemen; weet je wat waarden en normen zijn en ken je hun verschillend belang. 3-12-2013 - p.8 9. Van welke groepen ben je lid? Maak een spinschema Waarom ben je lid van deze groepen?3-12-2013 - p.9 10. 1. Wat is een groep?3-12-2013 11. Rangschik de omschrijvingen van een groep van 1 tot 7 Welke omschrijving is het meest correct?3-12-2013 - p.11 12. Vergelijk met een klasgenoot Maak eventueel een nieuwe rankschikking3-12-2013 - p.12 13. 1. DoelenEen groep is een verzameling van mensen die gemeenschappelijk een bepaald doel willen bereiken.Leden van een politieke partij streven een gemeenschappelijk doel na3-12-2013 - p.13 14. 2. InterdependentieEen groep is een verzameling van individuen die op een bepaalde manier van elkaar afhankelijk zijn.Een werkgroep voor de vernieuwing van de speelruimte3-12-2013 - p.14 15. 3. InteractieEen groep is een verzameling individuen die directe contacten (interactie) met elkaar onderhouden.Alle medewerkers van IBO De Zonnestraal3-12-2013 - p.15 16. 4. Perceptie van groepslidmaatschap Een groep is een sociale eenheid die uit twee of meer personen bestaat die zichzelf als lid van een groep beschouwen.De duivenmelkers in een caf3-12-2013 - p.16 17. 5. Gestructureerde relatiesEen groep is een verzameling individuen van wie de interacties door een aantal rollen en normen gestructureerd worden.Het bestuur van een basketbalclub3-12-2013 - p.17 18. 6. Wederzijdse benvloedingEen groep is een verzameling individuen die elkaar benvloeden.Het gedrag van een voetbalspeler op het veld benvloedt dat van de andere spelers uit de ploeg3-12-2013 - p.18 19. 7. Motivatie Een groep is een verzameling individuen die door zich te verenigen bepaalde persoonlijke behoeften trachten te bevredigen. Oomkes (2000): - De Behoefte aan vriendschap: collegas die met elkaar afspreken - De behoefte om bepaalde activiteiten samen uit te voeren: een muziekgroep - De behoefte om een bepaald doel te bereiken: Greenpeace - De behoefte voor sociaal contact: kaartnamiddagen - Voor het bereiken van instrumentele redenen: lid zijn van een golfclub voor de prestige 3-12-2013 - p.19 20. 7. MotivatieTwee soorten taakgerichte redenen via een groep privdoelen bereiken sociaalgerichte redenen sympathie en vriendschap3-12-2013 - p.20 21. Conclusie Overlap tussen definities Zeer specifieke definities Consensus: niet elke verzameling van individuen vormt een groep3-12-2013 - p.21 22. Losse verzameling bestaat uit verschillende individuen die zich op hetzelfde moment op dezelfde plaats bevinden maar die geen eenheid vormen of een bepaalde overeenkomst vertonen. Voetgangers die samen voor het stoplicht wachten 3-12-2013 - p.22 23. Kleine groep twee of meer individuen die direct contact met elkaar hebben, die zich in het nastreven van gemeenschappelijke doelen bewust zijn van hun positieve wederzijdse afhankelijkheid, die zich bewust zijn van hun lidmaatschap van de groep en zich bewust zijn van de anderen die deel uitmaken van de groep. 3-12-2013 - p.23 24. Grote groep Zie definitie kleine groep Verschil: dat de leden van een grote groep geen direct contact met elkaar hebben3-12-2013 - p.24 25. 2. Meerwaarde van groepen3-12-2013- p.25 26. 3-12-2013 - p.26 27. 3-12-2013 - p.27 28. Meerwaarde van groepen Het belang van de groep voor het individu Het belang van de groep voor de organisatie3-12-2013 - p.28 29. 2. Meerwaarde van groepen 2.1 Het belang van de groep voor het individu3-12-2013- p.29 30. Het belang van de groep voor het individu Invloed op identiteit en zelfbeeld Invloed op andere bestaansredenen Piramide van Maslow3-12-2013 - p.30 31. Invloed op identiteit en zelfbeeld Groepen zijn belangrijk om tot mensvorming te komen Psychosociale ontwikkeling Invloed van groepen op identiteit en zelfbeeld Deel uitmaken van gezin, klasgroep, sportclub, Meervoudige identiteit Je bent pedagogisch coach en moeder en lid van de karateclub en voorzitter van de lokale fietsbond 3-12-2013 - p.31 32. Twee belangrijke functie van groepen (Oomkes, 2000): De bouwstenen van de maatschappij Groep bevordert de individuele overlevingskansen De gietvormen van het individu Een groep vormt een individu en schaaft een individu bij 3-12-2013 - p.32 33. Invloed op andere bestaansaspecten Behoeftepiramide geeft de behoeften van mensen weer Afhankelijk van de groep waartoe men behoort, levert deze groep bijdrage aan de basisbehoeften 3-12-2013 - p.33 34. Behoeftepiramide van Maslow3-12-2013 - p.34 35. 2. Meerwaarde van groepen 2.2 Het belang van de groep voor de organisatie3-12-2013- p.35 36. Het belang van de groep voor de organisatie Belang dat interne groepen/teams goed functioneren Groepen als het instrument om spanning tussen individu en organisatie te overbruggen 3-12-2013 - p.36 37. Groep levert een bijdrage aan organisatiebelang Complementariteit Competenties van individuen kunnen worden gebundeld Sociale motivatie Sociale druk, waardering, collectieve doelen Flexibiliteit Minder afhankelijk van n individu 3-12-2013 - p.37 38. Groep levert een bijdrage aan organisatiebelang Teamleren Kennis inzichten en vaardigheden worden uitgewisseld Problemen oplossen Groepswerk verhoogt creativiteit Cordinatie Groep als forum voor overleg en wederzijdse afstemming 3-12-2013 - p.38 39. Groep levert een bijdrage aan organisatiebelang Draagvlak Beslissingen die in groep genomen worden, bieden breder draagvlak voor de implementatie Socialisatie Groepen spelen een belangrijke rol in het socialisatieproces3-12-2013 - p.39 40. Groep levert een bijdrage aan individuele behoeften Veiligheid Aanvaarding Waardering Sociale vergelijking Sociale perceptie Sociale identiteit Delen van problemen Gemeenschappelijke bronnen 3-12-2013 - p.40 41. 3. Groepstypen3-12-2013- p.41 42. Groepstypen Op basis van interacties en verbindingen Op basis van productiviteit3-12-2013 - p.42 43. 3. Groepstypen 3.1 Op basis van interacties en verbindingen3-12-2013- p.43 44. Neem je spinschema erbij Zoek naar eigen voorbeelden Indien nodig, zoek je bijkomende eigen voorbeelden3-12-2013 - p.44 45. Op basis van interacties en verbindingen Collectiviteit grote tot zeer grote groeperingen waarvan de leden op basis van gemeenschappelijke waarden, normen en belangen een zeker samenhorigheidsgevoel kennen, maar waarin de leden geen directe interactie met de meeste andere leden hebben 3-12-2013 - p.45 46. Op basis van interacties en verbindingen Primaire groep gekenmerkt door persoonlijke en intieme relaties in directe contactsituaties en door spontaan gedrag Secundaire groep gekenmerkt door koele, onpersoonlijke, rationele en formele relaties 3-12-2013 - p.46 47. Op basis van interacties en verbindingen Formele groep de wezenskenmerken expliciet en formeel geformuleerd. Het doel, de rollen en normen zijn op voorhand gekend. Informele groep Het doel, de rollen en normen zijn vaag en impliciet gebleven 3-12-2013 - p.47 48. Remmerswaal (2009) onderscheid tussen beide groepen niet zo strak door te voeren Homans Iedere groep bestaat uit Extern systeem Intern systeem = informele groepsstructuur en groepsprocessen Voorbeeld: formele en informele leider 3-12-2013 - p.48 49. Op basis van interacties en verbindingen Ingroup omvat onszelf en iedereen die we verder met wij willen aanduiden (= wij-groep) Outgroup bestaat uit alle anderen, iedereen die we van dit wij willen onderscheiden (= zij-groep) 3-12-2013 - p.49 50. 2 principes Stereotypering De ingroupleden neigen tot stereotypering van de outgroupleden Het verschil wordt benadrukt Leden van categorie (geen individuen)Bedreiging van buitenaf Elke rele of ingebeelde bedreiging van buitenaf (= outgroup) versterkt de cohesie en solidariteit 3-12-2013 - p.50 51. Op basis van interacties en verbindingen Referentiegroep een groep, die het individu gebruikt als vergelijkingsnorm om tot een oordeel te komen over zijn attitudes, zijn bekwaamheden of zijn huidige situatie Positieve referentiegroep het individu wil er graag toebehoren Negatieve referentiegroep het individu wil de eigenschappen van die groep vermijden. Hij wil er niet mee geassocieerd worden Voorbeeld: een puber wil zich losmaken het gezin 3-12-2013 - p.51 52. 3. Groepstypen Op basis van productiviteit3-12-2013- p.52 53. Op basis van productiviteit Groepsprestatiecurve Het verschil tussen effectieve en ineffectieve groepen Vier groepstypen: Pseudogroepen Traditionele groepen Effectieve groepen Zeer succesvolle groepen 3-12-2013 - p.53 54. 3-12-2013 - p.54 55. De productiviteit van een kleine groep wordt bepaald door de wijze waarop ze gestructureerd is Ontstaanswijze van een groep mogelijk de oorzaak is van de (in)effectiviteit 3-12-2013 - p.55 56. Pseudogroep De leden werken samen Ze hebben daarbij geen belang Ze geloven dat ze beoordeeld worden in termen van prestaties (individuele vergelijking) Leden als concurrenten informatie achterhouden, misleiding, wantrouwen Groepsleden zouden productiever zijn als ze alleen werken Groep kent geen ontwikkeling Zangwedstrijd: duet zingen individueel zo goed mogelijk, globale resultaat minder goed (te luid, speciale intonaties,) 3-12-2013 - p.56 57. Traditionele groep Boodschap gekregen dat ze moeten samenwerken aan opdracht Leden geloven dat ze individueel beloond/beoordeeld zullen worden Werk = gestructureerd zo weinig mogelijk werk Communicatie over de wijze waarop het werk gedaan moet worden Hardwerkende leden zouden meer presteren als ze zelfstandig zouden werken Leerkracht geeft een groepswerk. Sommige leerlingen gaan direct aan de slag, anderen doen weinig (of niets) 3-12-2013 - p.57 58. Effectieve groep Meer dan de som van de delen Kenmerken: Positieve interdependentie Leden werken gezamenlijk om heldere groepsdoelen te realiseren Wederzijdse communicatie Gedeeld leiderschap en deskundigheidsmacht Mogelijkheid tot kritische bevraging Conflicten worden constructief opgelost3-12-2013 - p.58 59. Zeer succesvolle groep Alle criteria van een effectieve groep Presteert boven de verwachting Hechte emotionele band tussen groepsleden Wederzijds zorg voor elkaars persoonlijke ontwikkeling Zeldzaam Meeste groepen halen dit niveau van ontwikkeling niet3-12-2013 - p.59 60. 4. Groepsstructuur3-12-2013 61. Welke gedragsregels in een groep vind jij belangrijk? Worden die in de groepen waar je in zit ook nageleefd? Welke rol vervul jij meestal in groepen? Ben je tevreden met die rollen?3-12-2013 - p.61 62. Groepsstructuur Groepen hebben een bepaalde structuur Een groep functioneert als er interactie is tussen groepsleden Als twee (of meer) individuen zich verenigen, begint zich een groepsstructuur te ontwikkelen3-12-2013 63. Groepsstructuur Binnen een groep: een netwerk van relaties tussen groepsleden = groepsstructuur Individu neemt een bepaalde plaats of positie in Pedagogisch coach neemt een andere plaats in binnen de groep dan kinderbegeleiders 3-12-2013 64. Weten hoe een groep functioneert? Vast interactiepatroon in een groep Rollen: verantwoordelijkheid van de leden Normen: kapstokken waarop het gedrag vastgesteld zal worden Cohesie: bundeling van krachten die werkzaam zijn in een groep en die de groep bijeenhouden 3-12-2013 65. In welk gedrag (houding/uitspraak) herken je de verschillende aspecten? Rolconflicten Taakrollen Procesrollen Disfunctionele rollen Normen 3-12-2013 - p.65 66. 4. Groepsstructuur 4.1 Rollen3-12-2013 67. 4.1.1 Wat is een rol? Een rol is een combinatie van verwachtingen die bepalen hoe een groepslid dat een bepaalde positie bekleedt zich tegenover groepsleden in een andere posities dient te gedragen.Van een voorzitter verwachten we dat hij de vergadering zal openen, zal leiden en zal afronden. Andere leden die deze positie niet bekleden, kunnen dit niet doen. Het wordt niet van hen verwacht. 3-12-2013 - p.67 68. Rollen Toegewezen rollen Spontane rollen3-12-2013 - p.68 69. Rolverwachtingen Het gedrag dat groepsleden verwachten van een bepaalde positie 4 elementen: Communicatiepatroon Positie in de groep Maatschappelijke kijk Leeftijd, sexe, sociale klasse 3-12-2013 - p.69 70. Rollen zijn dwingend De groep oefent druk uit op een groepslid om een bepaalde rol te blijven uitoefenen Mensen hebben voorkeur voor een bepaalde rol Eigen levensgeschiedenis Persoonlijkheid Je kan ook bewust een bepaalde rol opnemen Professioneel en dagelijks leven 3-12-2013 - p.70 71. Voordelen rollen bieden stabiliteit voor de groep; rollen scheppen duidelijkheid omdat ze het gedrag van mensen voorspelbaar maken; rollen zorgen ervoor dat de wijze waarop groepsleden hun taken uitvoeren op elkaar aansluiten, zodat de groepsdoelen gerealiseerd kunnen worden. 3-12-2013 - p.71 72. 4.1.2 Rolconflicten Ontstaat wanneer verschillende groepsleden verschillende opvattingen hebben over hoe een bepaalde functie ingevuld moet worden Conflicterende verwachtingen t.o.v. n bepaalde rol 3-12-2013 - p.72 73. Intern rolconflict Een intern rolconflict is een rolconflict waarbij er tegenstrijdige verwachtingen ten aanzien van een en dezelfde rol zijn.Een kinderbegeleider vraagt verlof aan op het moment dat er onderbemanning is door ziekte van medewerkers. De leidinggevende en de begeleider hebben een verschillende verwachting t.o.v. eenzelfde rol. 3-12-2013 - p.73 74. Extern rolconflict Bij een extern rollenconflict zit er spanning tussen twee verschillende rollen die een persoon moet spelen.Een pedagogisch coach die moet opkomen voor de belangen van zn eigen kinderdagverblijf en die als voorzitter van het Lokaal Overleg Kinderopvang zich objectief moet kunnen opstellen. 3-12-2013 - p.74 75. Bijzondere vorm van extern rolconflict De verwachtingen van een rol zijn in strijd met jezelf als persoon Rol als leidinggevende verwacht om besluitend van Raad van Bestuur uit te voeren. De Raad van Bestuur wil dat de leidinggevende tot 19u aanwezig moet zijn (3/week). Dit komt in conflict met je persoonlijk standpunt: je kijk op je gezinsleven. 3-12-2013 - p.75 76. 4.1.3 Taak- en procesrollen Twee functionele rollen te onderscheiden: Taakrol: die de doelstellingen van de groep helpen te verwezenlijken Procesrol: de rollen die relationele en emotionele ondersteuning geven Beide rollen door n en dezelfde persoon vervuld worden Vaak onbewust opgenomen Een pedagogisch coach bewust beide rollen opnemen 3-12-2013 - p.76 77. Taakrol Een taakgerichte rol zorgt ervoor dat de leden kunnen werken aan de opdrachten.Een gespreksleider zorgt ervoor dat een groepsoverleg doelgericht kan verlopen.3-12-2013 - p.77 78. Procesrol Een groepsgericht rol zal ervoor zorgen dat er op een prettige manier samengewerkt zal worden.Een bemiddelaar zorgt ervoor dat de plooien weer worden gladgestreken nadat er een conflict aan de oppervlakte komt.3-12-2013 - p.78 79. Taakgericht gedragProcesgericht gedragInitiatief nemenAanmoedigen/waarderenInformatie bij elkaar brengenDeuropener zijnMeningsvorming realiserenBenoemen van waarden en normenVerhelderen/ concretiserenVolgend en luisterend opstellenCordinerenEmoties verwoordenSamenvatten.3-12-2013 - p.79 80. 4.1.4 Disfunctioneel gedrag Niet-functionele rol Disfunctionele rol3-12-2013 - p.80 81. Disfunctionele rol Niet-functionele rollen zijn rollen waarbij de bijdragen aan de groep niet constructief is. De bijdragen is gericht op eigenbelang, dwarsliggen, erkenning zoeken, oppositie voeren,Een groepslid vertoont steeds hetzelfde gedrag en alleen maar dit gedrag: voortdurend grappend tussenkomen of zich steeds kritisch opstellen.3-12-2013 - p.81 82. 4. Groepsstructuur 4.2 Normen3-12-2013 83. Neem de waardenlijst door. Selecteer de 5 waarden die het best weergeven wie je nu bent.3-12-2013 84. 3-12-2013 85. Wat is een waarde? Waarden zijn algemene, abstracte ideen die uitdrukken wat in een bepaalde cultuur/groep/gemeenschap als goed, en dus als ideaal, wordt nagestreefd.3-12-2013 - p.85 86. Wat is een norm? Normen zijn de concrete gedragsregels die aangeven hoe men zich in een bepaalde situatie moet of niet mag gedragen. Gebaseerd op waarden Richtlijnen voor gedrag waaraan je je in principe hoort te houden 3-12-2013 - p.86 87. Normen zijn veel breder dan rollen Normen duiden aan hoe alle groepsleden dienen te handelen in een bepaalde situatie, terwijl een rol een specifieke normering biedt voor het gedrag van een bepaalde positie 3-12-2013 - p.87 88. Het verband tussen waarden en normen Normen zijn een uitingsvorm van een bepaalde waardeJe mag niet liegen. EerlijkheidIk durf zeggen wat ik denk. 3-12-2013 - p.88 89. 4. Groepsstructuur 4.3 Cohesie3-12-2013 90. Groepscohesie De groepscohesie kunnen we omschrijven als de mate waarin de groepsleden zich aangetrokken voelen tot elkaar en zich identificeren met de groep Emotionele samenhang binnen de groep Noodzakelijke voorwaarde Zonder cohesie drijven groepsleden uit elkaar 3-12-2013 - p.90 91. Groepscohesie Hoe groter de cohesie hoe sterker de wens aanwezig is om lid te blijven van een groep en om deel te nemen aan de groepsactiviteiten3-12-2013 - p.91 92. Welke krachten spelen een rol? De kosten-batenanalyse van het lidmaatschap Leiderschap Bedreiging van buitenaf Bevrediging van taakgerichte en sociale behoeften3-12-2013 - p.92 93. Verband tussen cohesie en productiviteit Wat is de impact van de mate van groepscohesie op de productiviteit van een groep? In het algemeen: groepscohesie heeft een positieve impact op de mate van productiviteit Resultaten onderzoek: NIET eenduidig! 3-12-2013 - p.93 94. Verband tussen cohesie en productiviteit Het effect van de groepscohesie op de prestatie is afhankelijk van de groepsnormen3-12-2013 - p.94 95. Instrumentele cohesie Instrumentele cohesie is het besef beide groepsleden dat ze wederzijds afhankelijk zijn van elkaar om de groepsdoelstelling(en) te behalen. Dit besef van onderlinge afhankelijkheid creert ook een gevoel van samenhorigheid.3-12-2013 - p.95 96. In welk gedrag (houding/uitspraak) herken je de verschillende aspecten? Rolconflicten Taakrollen Procesrollen Disfunctionele rollen Normen 3-12-2013 - p.96 97. 3-12-2013 - p.97 98. Bespreking en uitwisseling in kleine groep Een tweede keer bekijken Opnieuw bespreken3-12-2013 - p.98 99. Vragen?3-12-2013 Bestudeer de cursus paginas 9 - 34 Vragen via forum - p.99