1284 Extra Geld Voor Terugdringen Wachtlijst Jeugd-GGZ
Transcript of 1284 Extra Geld Voor Terugdringen Wachtlijst Jeugd-GGZ
jeugdzorg
97zorg & financiering > 10-2007
Gezin perspectief bieden door een start temaken met de landelijke invoering van cam-pussen die gericht zijn op scholing en het lei-den naar werk. In afwachting van onderzoek
naar de doelgroep, methoden en juridischkader zijn middelen gereserveerd oplopendtot twintig miljoen euro in 2011.
Bron: Jeugd en gezin, 18 september 2007<
1283 beroep op jeugdzorg blijft toenemen
De wachtlijst in de jeugdzorg blijven toenemen,maar niet sterker dan verwacht. Dat schrijftminister André Rouvoet (Jeugd en Gezin) in eenbrief aan de Kamer.
Op 1 juli 2007 moesten bijna 3100 kinderen lan-ger dan negen weken wachten op jeugdzorg. Op1 april waren dat er 2100. Om de gestegen vraagnaar jeugdzorg het hoofd te kunnen bieden,heeft minister Rouvoet in juni van dit jaar beslo-ten dertig miljoen euro extra beschikbaar te stel-len aan de provincies en grootstedelijke regio’s.Dit bedrag komt boven op de veertig miljoeneuro die vanaf 2007 structureel extra beschik-baar zijn vanwege de verwachte extra groei. ‘Bijde extra toekenning in juni heb ik al rekeninggehouden met deze vraagontwikkeling. Ik ga er
dan ook van uit dat deze middelen toereikendzijn om in de toegenomen vraag te kunnen voor-zien’, aldus de minister in de brief.Het eerder in de media geschetste beeld dat hetaantal jeugdbeschermingsmaatregelen, waaron-der ook de (voorlopige) ondertoezichtstellin-gen, toeneemt, is volgens Rouvoet juist. Maaruit de cijfers blijkt vooralsnog niet dat de toena-me zo fors is als in de media wordt gesugge-reerd. Verklaringen zijn vooral te vinden in detoegenomen aandacht voor jeugdproblematiek,de toegenomen alertheid van eenieder en vooralprofessionals. ‘De cijfers geven aan dat de toe-nemende alertheid ertoe leidt dat we méér ern-stige situaties op het spoor komen, niet dat eroverhaast en onterecht wordt ingegrepen.’ Bron: www.jeugdengezin.nl, 5 september 2007<
1284 extra geld voor terugdringen wachtlijst jeugd-ggz
De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) stelt dat erextra geld nodig is om de wachtlijsten bij dejeugd-ggz (geestelijke gezondheidszorg) weg tewerken. Dit is de belangrijkste conclusie uit deonlangs afgeronde knelpuntenprocedure.Daarnaast bevestigt het onderzoek de eerdereconclusie van de NZa dat er geen reden is voorregionale cliëntenstops. Op landelijk niveau iser voldoende budget om eventuele knelpuntenin de Algemene wet bijzondere ziektekosten(AWBZ) op te vangen.
Naar aanleiding van de uitkomsten uit de knel-procedure adviseert de NZa staatssecretarisBussemaker van VWS wel om 28,6 miljoen euro
incidenteel toe te voegen aan het budget van dejeugd-ggz om de wachtlijstproblematiek aan tepakken. Daarnaast blijkt uit de analyse van knel-punten dat de verpleeghuiszorg aan verzor-gingshuisbewoners een aandachtspunt is. DeNZa adviseert landelijk 6,7 miljoen euro extra teverstrekken voor deze zogenoemde overbrug-gingszorg. Dat is nodig om aan de kwaliteits-eisen te voldoen die de Inspectie voor deGezondheidszorg (IGZ) en het College BouwZorginstellingen voor deze zorg stelt. De NZa concludeert op basis van de aangelever-de informatie van zorgkantoren voor de knel-puntenprocedure dat er op landelijk niveau geenproblematische knelpunten zijn. Regionale
ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 97
zorg
98 10-2007 > zorg & financiering
cliëntenstops zijn niet te verklaren door eengebrek aan geld, want landelijk is er nog budgetdat niet besteed is. De NZa heeft op verzoek van de staatssecretariseen nieuwe methode voorgesteld om de groei-
ruimte voor 2008 te bepalen. Dit groeimodelgaat uit van indicaties en leeftijdgegevens inplaats van historische budgetten, zodat de groei-ruimte beter wordt afgestemd op de zorgvraag.Bron: NZa, 11 oktober 2007<
1285 knmg: aanpak kindermishandeling moet beter
Naar schatting honderd- tot honderdvijftigdui-zend kinderen zijn jaarlijks het slachtoffer vankindermishandeling. Vijftig à tachtig van henkomen zelfs te overlijden. De afgelopen jarenzijn veel plannen gelanceerd en afsprakengemaakt om de aanpak van kindermishande-ling te verbeteren. Toch gaat er nog veel mis.Met name in de eerste lijn lijken artsen heelweinig melding te maken van kindermishande-ling. Hoe komt dat? Zien zij het niet? Of willenzij het niet zien?
Op verzoek van de KNMG-districten Groningen,Friesland en Drenthe deed het UMCG (Univer-sitair Medisch Centrum Groningen) onderzoeknaar de knelpunten bij de signalering en mel-ding van kindermishandeling in de eerste entweede lijn. Dit resulteerde in het rapport‘Knelpunten signalering Kindermishandeling’,dat onlangs werd gepresenteerd tijdens eensymposium getiteld ‘Zorgen om kindermishan-deling. Goede spelers slecht team?’
Is het kindermishandeling?
Kindermishandeling is moeilijk te definiëren.Zelfs dagvoorzitter H.E.M. Baartman, emeritushoogleraar VU (Vrije Universiteit) met leerop-dracht preventie en hulpverlening inzake kinder-mishandeling, bekende niet te weten wat kinder-mishandeling is. De wettelijke definitie is breeden onwerkbaar. Het meest praktisch is uit tegaan van alle gevallen waarin er zorgen bestaanover de veiligheid van een kind. Dat het ookmoeilijk is om kindermishandeling te herken-nen, bleek uit vrijwel alle inleidingen die volg-
den. Door middel van stemkastjes mochten deaanwezigen kenbaar maken of zij bij bepaaldecasusinformatie aan kindermishandeling dach-ten of niet. De zaal was vaak unaniem maar zat erook een paar keer behoorlijk naast. Huisartsenzien vaak slechts flarden en hebben vooral metemotionele verwaarlozing en mishandeling temaken, de moeilijkst te herkennen vorm van kin-dermishandeling. ‘Houd vast aan je niet-pluisge-voel’ was een advies van een van de inleiders.
Volgens mevrouw K.M. de Vries, onderzoekstervan het UMCG, ervaren artsen vooral een gebrekaan kennis en vaardigheden. Zowel in de initiëleartsenopleiding als in de verschillende vervol-gopleidingen moet volgens haar veel meer aan-dacht komen voor kindermishandeling. Alleartsen moeten basiskennis hebben over signale-ren. De meest betrokken artsen, zoals huisart-sen, jeugdartsen en kinderartsen, moetenspecifieker worden geschoold en ook periodiekworden bijgeschoold. Ook moeten zij commu-nicatieve vaardigheden trainen om gesprekkenmet ouders te voeren, aldus de onderzoekster.
Meldcode KNMG
Uit het onderzoek blijkt ook dat onzekerheidover het beroepsgeheim nog steeds een knel-punt is. De Meldcode van de artsenorganisatieKNMG, die artsen houvast moet geven over devraag wanneer het beroepsgeheim opzij magworden gezet, moet beter worden geïmplemen-teerd. De Meldcode wordt momenteel geëvalu-eerd en begin 2008 aangepast. De Roode(KNMG) lichtte alvast een tipje van de sluier.
ZenF-1007 cyaan.qxd 29-11-07 12:18 Pagina 98