123 Kinderen Gaan Minder Naar De Huisarts Dan Vijftien Jaar Geleden

1
diversen 135 zorg & financiering > 1-2005 afstemming plaats tussen huisarts, bedrijfs- arts en paramedicus. Het CVZ adviseert de Minister de verantwoordelijkheid voor het stimuleren van samenwerking tussen beroepsgroepen te beleggen. De beroepsgroep dient heldere informatie beschikbaar te stellen voor werkgever en werknemer zodat die weten welk product ze kopen en wat ze daarvoor betalen. Bron: CVZ, november 2004< Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) is verantwoordelijk voor de coördinatie en de financiering van het Nationaal Programma Grieppreventie. In opdracht van het CVZ moni- tort het Landelijk Informatie Netwerk Huisart- senzorg (LINH) sinds 1997 het bereik van het Nationaal Programma Grieppreventie. Recent heeft het LINH de uitkomsten van de monito- ring over het griepseizoen 2003/2004 afgerond. De omvang van de risicopopulatie in de LINH- praktijken is tussen 2002 en 2003 gestegen van 23,3 naar 23,6 procent van de totale populatie die staat ingeschreven bij huisartsen. In 1999 was dit nog 21,7 procent. Het LINH schrijft de groei in het afgelopen jaar toe aan de toenemende vergrijzing en de toena- me van het aantal chronisch zieken. Vooral het aantal mensen met diabetes mellitus is toegeno- men. Het LINH verwacht dat de groei van de risicopopulatie zich de komende jaren zal voort- zetten. Uit het LINH-onderzoek blijkt dat van de totale hoogrisicopopulatie in 2003 75 procent daad- werkelijk tegen griep is gevaccineerd. Dit is het- zelfde percentage als in 2002 en 2001. Verder heeft het LINH met behulp van de onder- zoeksgegevens berekend dat de vaccinatiegraad van de totale Nederlandse bevolking 17,6 pro- cent is. Uit de feitelijke financiële verslagleg- ging over het jaar 2003 van de uitvoerder van de griepvaccinatiecampagne, de Stichting Nationaal Programma Grieppreventie (SNPG), blijkt dat 17,8 procent van de bevolking is gevac- cineerd. Het LINH is van mening dat de door het LINH berekende vaccinatiegraad van de totale Nederlandse bevolking en gerealiseerde vacci- natiegraad van de SNPG met elkaar vergelijk- baar zijn. Bron: CVZ< 122 monitoring griep 2003 In 1987 gingen kinderen gemiddeld 2,7 keer per jaar naar de huisarts, in 2001 was dit gedaald tot 2,1 keer per jaar, een afname van twintig procent. Kinderen kwamen in 2001 vaker met huidpro- blemen (zoals huidschimmels en krentenbaard) en minder vaak met bovenste-luchtwegproble- men (zoals verkoudheid) bij de huisarts dan kin- deren in 1987. Huisartsen verwijzen kinderen minder vaak door naar een medisch specialist dan vijftien jaar geleden. Wel was er een toena- me van verwijzingen voor psychologische pro- blemen, vooral leerproblemen. Dit blijkt uit onderzoek naar de aandoeningen van kinderen in de huisartspraktijk, waarop Hanneke Otters op 15 december 2004 promo- veerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Bron: Nivel, 15 december 2004< 123 kinderen gaan minder naar de huisarts dan vijftien jaar geleden

Transcript of 123 Kinderen Gaan Minder Naar De Huisarts Dan Vijftien Jaar Geleden

Page 1: 123 Kinderen Gaan Minder Naar De Huisarts Dan Vijftien Jaar Geleden

diversen

135zorg & financiering > 1-2005

afstemming plaats tussen huisarts, bedrijfs-arts en paramedicus. Het CVZ adviseert deMinister de verantwoordelijkheid voor hetstimuleren van samenwerking tussenberoepsgroepen te beleggen.

– De beroepsgroep dient heldere informatiebeschikbaar te stellen voor werkgever enwerknemer zodat die weten welk product zekopen en wat ze daarvoor betalen.

Bron: CVZ, november 2004<

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) isverantwoordelijk voor de coördinatie en definanciering van het Nationaal ProgrammaGrieppreventie. In opdracht van het CVZ moni-tort het Landelijk Informatie Netwerk Huisart-senzorg (LINH) sinds 1997 het bereik van hetNationaal Programma Grieppreventie. Recentheeft het LINH de uitkomsten van de monito-ring over het griepseizoen 2003/2004 afgerond.

De omvang van de risicopopulatie in de LINH-praktijken is tussen 2002 en 2003 gestegen van23,3 naar 23,6 procent van de totale populatiedie staat ingeschreven bij huisartsen. In 1999was dit nog 21,7 procent. Het LINH schrijft de groei in het afgelopen jaartoe aan de toenemende vergrijzing en de toena-me van het aantal chronisch zieken. Vooral hetaantal mensen met diabetes mellitus is toegeno-men. Het LINH verwacht dat de groei van de

risicopopulatie zich de komende jaren zal voort-zetten.Uit het LINH-onderzoek blijkt dat van de totalehoogrisicopopulatie in 2003 75 procent daad-werkelijk tegen griep is gevaccineerd. Dit is het-zelfde percentage als in 2002 en 2001.Verder heeft het LINH met behulp van de onder-zoeksgegevens berekend dat de vaccinatiegraadvan de totale Nederlandse bevolking 17,6 pro-cent is. Uit de feitelijke financiële verslagleg-ging over het jaar 2003 van de uitvoerder vande griepvaccinatiecampagne, de StichtingNationaal Programma Grieppreventie (SNPG),blijkt dat 17,8 procent van de bevolking is gevac-cineerd. Het LINH is van mening dat de door hetLINH berekende vaccinatiegraad van de totaleNederlandse bevolking en gerealiseerde vacci-natiegraad van de SNPG met elkaar vergelijk-baar zijn.Bron: CVZ<

122 monitoring griep 2003

In 1987 gingen kinderen gemiddeld 2,7 keerper jaar naar de huisarts, in 2001 was ditgedaald tot 2,1 keer per jaar, een afname vantwintig procent.

Kinderen kwamen in 2001 vaker met huidpro-blemen (zoals huidschimmels en krentenbaard)en minder vaak met bovenste-luchtwegproble-men (zoals verkoudheid) bij de huisarts dan kin-deren in 1987. Huisartsen verwijzen kinderen

minder vaak door naar een medisch specialistdan vijftien jaar geleden. Wel was er een toena-me van verwijzingen voor psychologische pro-blemen, vooral leerproblemen.Dit blijkt uit onderzoek naar de aandoeningenvan kinderen in de huisartspraktijk, waaropHanneke Otters op 15 december 2004 promo-veerde aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.Bron: Nivel, 15 december 2004<

123 kinderen gaan minder naar de huisarts dan vijftien jaar geleden

ZenF-0105-cyaan.qxd 9-2-2005 19:39 Pagina 135