1215 Helft Van Het Ambulancevervoer Heeft Geen Spoedeisend Karakter

1
zorg 124 9-2006 > zorg & financiering In 2005 vonden 32.982 abortussen plaats (incl. overtijdbehandelingen). Een deel daarvan betrof vrouwen die in het bui- tenland woonden en voor de abortus naar Nederland kwamen. 28.738 abortussen waren bij vrouwen die in Nederland woonden. Op elke duizend vrouwen in de vruchtbare leeftijd die in Nederland woonden, waren er 8,6 abortussen. De inspectie constateert, door vergelijking met voorgaande jaren, dat het aantal abortussen in Nederland stabiliseert. De meeste abortussen vonden plaats in de eerste zeven weken. De licht dalende trend bij tienerzwangerschap- pen zette door. Bron: kort bericht IGZ, 19 oktober 2006< > abortusklinieken 1214 igz: aantal abortussen in nederland stabiliseert Met de nieuwe Wet ambulancevervoer in aan- tocht, wil het College voor zorgverzekeringen bepalen of loskoppeling van spoedvervoer en besteld vervoer in de ambulancezorg wenselijk is. Volgens onderzoeksbureau Research voor Beleid betreft de helft van de ambulanceritten geen spoed. In opdracht van het College voor zorgverzeke- ringen (CVZ) onderzocht Research voor Beleid de aard van het ambulancevervoer. Het onder- zoeksbureau concludeert voorzichtig dat onge- veer de helft van alle ambulanceritten gepland zijn, terwijl de andere helft spoedritten betreft. Heel erg hard zijn deze gegevens echter niet, want uit een enquête van het ministerie van VWS blijkt dat het percentage besteld ambulancever- voer per regio behoorlijk verschilt. In sommige regio’s ligt het besteld vervoer op dertig procent van het totaal aantal ambulanceritten, terwijl dat in andere regio’s tachtig procent is. Deze ver- schillen komen onder andere voort uit het gege- ven dat de ene regio meer vergrijsd is dan de andere. Maar ook verschillende definities van het begrip ‘zorg’ leiden ertoe dat er in sommige regio’s veel meer gepland ambulancevervoer plaatsvindt. In de praktijk wordt tachtig procent van de pa- tiënten in de bestelde ritten liggend vervoerd, waarbij ook medische of verpleegkundige han- delingen nodig zijn. In totaal twintig procent wordt zittend vervoerd en deze groep heeft hooguit verzorging en begeleiding nodig tijdens het vervoer. Patiënten die geen verpleging of verzorging nodig hebben onderweg, zouden ook gebruik kunnen maken van alternatieve vervoermidde- len, zoals een ligtaxi of een hulpambulance. Dat zou pleiten voor een splitsing tussen bestel- de en spoedambulanceritten. Binnen de regio- nale ambulancevoorzieningen zijn de gedachten hierover niet zeer positief. Splitsing brengt mogelijk hoge kosten mee, omdat extra ambu- lances aangeschaft moeten worden. En wanneer deze minder uitgeruste ambulances worden ingezet ten koste van de huidige, betekent dit een verlies aan kwaliteit. Bron: Stcrt. 2006, nr. 190< > ambulancezorg 1215 helft van het ambulancevervoer heeft geen spoedeisend karakter

Transcript of 1215 Helft Van Het Ambulancevervoer Heeft Geen Spoedeisend Karakter

Page 1: 1215 Helft Van Het Ambulancevervoer Heeft Geen Spoedeisend Karakter

zorg

124 9-2006 > zorg & financiering

In 2005 vonden 32.982 abortussen plaats(incl. overtijdbehandelingen).

Een deel daarvan betrof vrouwen die in het bui-tenland woonden en voor de abortus naarNederland kwamen. 28.738 abortussen warenbij vrouwen die in Nederland woonden. Op elkeduizend vrouwen in de vruchtbare leeftijd die in

Nederland woonden, waren er 8,6 abortussen.De inspectie constateert, door vergelijking metvoorgaande jaren, dat het aantal abortussen inNederland stabiliseert. De meeste abortussenvonden plaats in de eerste zeven weken. De licht dalende trend bij tienerzwangerschap-pen zette door.Bron: kort bericht IGZ, 19 oktober 2006<

> abortusklinieken

1214 igz: aantal abortussen in nederland stabiliseert

Met de nieuwe Wet ambulancevervoer in aan-tocht, wil het College voor zorgverzekeringenbepalen of loskoppeling van spoedvervoer enbesteld vervoer in de ambulancezorg wenselijkis. Volgens onderzoeksbureau Research voorBeleid betreft de helft van de ambulancerittengeen spoed.

In opdracht van het College voor zorgverzeke-ringen (CVZ) onderzocht Research voor Beleidde aard van het ambulancevervoer. Het onder-zoeksbureau concludeert voorzichtig dat onge-veer de helft van alle ambulanceritten geplandzijn, terwijl de andere helft spoedritten betreft.Heel erg hard zijn deze gegevens echter niet,want uit een enquête van het ministerie van VWSblijkt dat het percentage besteld ambulancever-voer per regio behoorlijk verschilt. In sommigeregio’s ligt het besteld vervoer op dertig procentvan het totaal aantal ambulanceritten, terwijl datin andere regio’s tachtig procent is. Deze ver-schillen komen onder andere voort uit het gege-ven dat de ene regio meer vergrijsd is dan deandere. Maar ook verschillende definities van

het begrip ‘zorg’ leiden ertoe dat er in sommigeregio’s veel meer gepland ambulancevervoerplaatsvindt.In de praktijk wordt tachtig procent van de pa-tiënten in de bestelde ritten liggend vervoerd,waarbij ook medische of verpleegkundige han-delingen nodig zijn. In totaal twintig procentwordt zittend vervoerd en deze groep heefthooguit verzorging en begeleiding nodig tijdenshet vervoer.Patiënten die geen verpleging of verzorgingnodig hebben onderweg, zouden ook gebruikkunnen maken van alternatieve vervoermidde-len, zoals een ligtaxi of een hulpambulance.Dat zou pleiten voor een splitsing tussen bestel-de en spoedambulanceritten. Binnen de regio-nale ambulancevoorzieningen zijn de gedachtenhierover niet zeer positief. Splitsing brengtmogelijk hoge kosten mee, omdat extra ambu-lances aangeschaft moeten worden. En wanneerdeze minder uitgeruste ambulances wordeningezet ten koste van de huidige, betekent diteen verlies aan kwaliteit.Bron: Stcrt. 2006, nr. 190<

> ambulancezorg

1215 helft van het ambulancevervoer heeft geen spoedeisendkarakter

ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 124