120404 Archievenblad Mei 2012 Pag.12-13
Click here to load reader
-
Upload
rolandbisscheroux -
Category
Documents
-
view
35 -
download
1
Transcript of 120404 Archievenblad Mei 2012 Pag.12-13
12 2012 nummer 4
Op weg naar een gedeelde voorzieningDe organisatie van digitaal archiveren
bij de Regionale Historische Centra
In het kader van Open! geeft Klaartje Pompe, voorzitter van de Werkgroep
Voorbereiding Implementatie e-Depot, een overzicht van de stand van zaken rondom een aantal
projecten om digitaal archiveren aan te pakken. Met de kennis en hulp van het Nationaal Archief
bereiden Regionale Historische Centra (RHC’s) zich voor om de digitale uitdaging aan te gaan.
Klaartje Pompe n
De Regionale Historische Centra (RHC’s)
en het Nationaal Archief bereiden zich
gezamenlijk voor op een zorgvuldige en
succesvolle implementatie van duur-
zaam digitaal archiveren. In de periode
2011-2012 werken de RHC’s intensief
samen aan vier actielijnen rondom het
beheer van archieven in een gezamen-
lijk e-Depot. Door afspraken te maken
over procesvoering, technische infra-
structuur, gegevensontsluiting en
organisatie wordt de basis gelegd om in
de toekomst al het beschikbare digitale
materiaal van de aangesloten partijen
toegankelijk te houden voor het
publiek.
Vanaf 2009 werken RHC’s met het
Nationaal Archief samen aan de
realisatie van een e-Depot.1 De software
van het e-Depot is geschikt voor
meervoudig gebruik. Geschikt dus om
op alle overheidslagen die behoren tot
het werkingsgebied van de RHC’s
– rijksinstellingen in de provincie,
provincie, gemeentes en waterschappen –
in te zetten. Uitgangspunt is dat het
Nationaal Archief met het eigen e-Depot
diensten rond opname, opslag en
preservering kan en wil verlenen aan
anderen. Centraal doen wat centraal kan
en decentraal doen wat decentraal
moet.
PilotBij de start van de samenwerking is de
aandacht uitgegaan naar de digitaal
depot applicatie, de software waarmee
de digitale informatie duurzaam
opgeslagen en toegankelijk gehouden
wordt. Nadat het Nationaal Archief in de
zomer van 2009 de eerste release van
de e-depot applicatie vrijgegeven heeft,
is in datzelfde jaar een pilot gestart met
de RHC’s. Daarbij is onderzocht op welke
manier het Nationaal Archief e-Depot
diensten zou kunnen verlenen aan de
RHC’s en daarmee ook aan andere
archief- en overheidsorganisaties. De
pilot was bescheiden in omvang en
betrof de opname van twee digitale
archieven. De ‘hands on’ ervaring om in
een testomgeving met het e-Depot te
werken, was voor de eigen mede-
werkers van de deelnemende RHC’s
– Het Utrechts Archief, Noord-Hollands
Archief en Zeeuws Archief – essentieel
om duidelijk te krijgen welke aanvul-
lende functionele wensen er waren
vanuit een RHC omgeving. Mede op
basis van de ervaringen is de software
geschikt gemaakt voor ‘multi tenants’.
Meerdere afnemers, ‘tenants’, van de
software gaan in de nabije toekomst
gebruik maken van hun eigen deel in
het e-Depot van het Nationaal Archief.2
Werkgroep Met het ondertekenen van een
convenant hebben het Nationaal Archief
en de elf RHC’s uitgesproken dat ze de
ambitie hebben om te komen tot een
optimale afstemming van ieders taken
en een optimale inrichting van het
proces gericht op de voorbereiding van
de implementatie van een gemeen-
schappelijk e-Depot bij alle deelnemers.
Deze overeenkomst is het startschot
voor de ‘Werkgroep Voorbereiding
Implementatie e-Depot (WVI) 2011-
2012’. Alle betrokkenen leveren kennis,
capaciteit en middelen die nodig zijn om
te komen tot een viertal essentiële
bouwstenen voor de implementatie van
een e-Depot. Hard- en software worden
vanuit het Nationaal Archief centraal
beheerd en geleverd. De andere
componenten – organisatie, beleid,
processen en procedures, financieel
beheer, personeel, databeheer en
databeveiliging – worden of door de
RHC’s zelf of samen met het Nationaal
Archief voorbereid.
Samen optrekkenEind 2012 levert de WVI producten op
vanuit vier secties: Werkprocessen,
Architectuur, Metagegevens en
Personeel & Organisatie. Specialisten
| Open! |
Maurice Lipsch Fotografie.
nummer 4 2012 13
van de RHC’s en het Nationaal Archief
zijn verenigd in het werkprogramma;
een mooi voorbeeld van landelijke
samenwerking en gezamenlijk
optrekken. De producten zijn in eerste
instantie bedoeld voor de eigen
voor bereiding maar kunnen ook van
belang zijn voor andere archief organi-
saties en lokale overheden. Het gaat om:
- een handboek met beschrijvingen van
de drie centrale bedrijfsprocessen van
een RHC: verwerven, beheren en
beschikbaar stellen. Om de
organisatie goed te laten werken met
het e-Depot zijn beschreven
werkprocessen onontkoombaar;
- een beschrijving van de bestaande
informatie-architectuur bij de RHC’s en
het Nationaal Archief, een beschrijving
van de noodzakelijke informatie-
architectuur en een plan hoe de
verbinding tussen beiden gelegd kan
worden;
- één toepassingsprofiel voor
metagegevens ten behoeve van
lokale overheden. Dit bevordert een
soepele uitwisseling van informatie
tussen de overheidsorganisaties en
een soepele aansluiting op het
e-Depot. Vanuit de WVI wordt gewerkt
aan een toepassingsprofiel voor het
eigen werkingsgebied;
- een beschrijving van de rollen, taken,
verantwoordelijkheden en
competentie profielen die horen bij de
centrale bedrijfsprocessen. Met het
hieraan gekoppelde opleidingstraject
zijn medewerkers van RHC’s
voorbereid op het digitale archiveren.
In de WVI, stuurgroep, werkgroep en
secties zijn vertegenwoordigers van alle
RHC’s en het Nationaal Archief actief. De
werkgroep, waarin de sectievoorzitters
zitten, zorgt voor de onderlinge afstem-
ming en informeert de stuurgroep en het
convent. Het convent bestaat uit directeu-
ren van de RHC’s en het Nationaal Archief.
De stuurgroep vertegenwoordigt het
convent en wordt gevormd door Saskia
van Dockum (Het Utrechts Archief), Eddy
de Jonge (Groninger Archieven), Hannie
Kool (Zeeuws Archief), Martin Berendse
(voorzitter, Nationaal Archief) en Lieuwe
Zoodsma (Noord-Hollands Archief).
Op hun beurt worden zij ondersteund
door de werkgroep en de secties onder
leiding van Klaartje Pompe, Kaj van Vliet
(Het Utrechts Archief), Hanneke van
Aalst (Zeeuws Archief), Andrieke Ollefers
(Gelders Archief) en Roland Bisscheroux
(Noord-Hollands Archief).
Verwachte resultatenDe WVI is in mei 2011 gestart vanuit een
onderkennen van de noodzaak
gezamenlijk op te trekken rond het
duurzaam digitaal archiveren. Het is een
bijzonder traject om met collega’s van
twaalf organisaties uit alle provincies
van het land samen te werken aan één
doel. Het Nationaal Archief levert kennis
en ervaring aan de RHC’s. De betrokke-
nen bij de WVI zijn de ambassadeurs van
het e-Depot in de eigen organisatie. Het
gaat bij de WVI maar voor een deel om
de techniek van het e-Depot; het gaat
om organisaties. De organisatie van het
RHC is met beschreven werkprocessen
rond het verwerven, beheren en
beschikbaar stellen, een eenduidige
informatie architectuur en opgeleide
medewerkers, straks voorbereid voor de
implemen tatie fase. En de organisaties
van de ketenpartners zullen een
toepassings profiel voor de
metagegevens in gebruik nemen om
aan te kunnen sluiten bij het e-Depot.
Voor de ketenpartners biedt het e-Depot
belangrijke voordelen. Het meedoen in
het gezamenlijk e-Depot, en daarmee
digitale informatie na het afdoen van
een zaak duurzaam kunnen opslaan,
betekent kostenbesparing op de
ontwikkel- en beheerkosten van de
eigen omgeving. Elk RHC brengt naar
vermogen deze boodschap en de
noodzaak voor duurzame toegankelijk-
heid van digitale informatie onder de
aandacht van de lokale partners. De
dialoog met de ketenpartners,
gemeente secretarissen en andere
verantwoordelijken voor het informatie-
beheer bij provincie, gemeente en
waterschap, vindt plaats bij roadshows,
zoals al in Haarlem (10 oktober 2011:
‘Informatie duurzaam digitaal
toegankelijk’) en Middelburg (5 maart
2012: ‘Voor een duurzame overheid!’)
zijn gehouden.
Ook de dialoog met vertegenwoordigers
van VNG, IPO en de Unie van Water-
schappen vindt plaats, onder meer over
het ‘Toepassingsprofiel metagegevens’.
Wellicht komt vanuit een gezamenlijke
opdracht een Toepassingsprofiel
metagegevens voor alle lokale
overheden tot stand. Een gezamenlijke
architectuur voor de RHC’s heeft de
potentie in zich om een
referentiearchitectuur voor archief-
organisaties te worden. Komt zo het
eind aan de spaghetti-architectuur in
zicht?
Los van de inhoudelijke kanten is een
grote verdienste van het voorbereidings-
traject de samenwerking die tussen alle
RHC’s is ontstaan. Op alle lagen is men
betrokken bij het project: van directeur
tot medewerker tot zorgdrager. De
resultaten zullen daarom niet alleen een
product zijn van samenwerking: het
zullen de voorwaarden zijn waaronder
we ons verbinden.
Vervolg in 2013Zijn we klaar na de WVI? Wanneer is het
e-Depot voor de RHC’s ‘af’? Wanneer zijn
de RHC’s aangesloten op hun eigen
domein in het e-Depot? Hoe verhoudt
het e-Depot van de RHC’s zich tot
toetsingskaders zoals ED3 2.0? Ook na
2012 zijn er genoeg vragen en
uitdagingen. De WVI levert producten op
waarmee de implementatiefase vanaf
2013 kan worden uitgevoerd. Een
uitvoering die ook gezamenlijk opgepakt
zal moeten worden.
Meer weten? www.duurzaamtoegankelijk.
blogspot.com of mail naar
Noten 1 n Definitie E-Depot: “Het geheel van
organisatie, beleid, processen en
procedures, financieel beheer, personeel,
databeheer, databeveiliging en aanwezige
hard- en software, dat het duurzaam
beheren van te bewaren digitale
archiefbescheiden mogelijk maakt” (ED3,
2008).
2 n De resultaten van deze pilot zijn te
vinden op www.duurzaamtoegankelijk.
blogspot.com.
Klaartje Pompe n afdelingsmanager
Beheer bij het Noord-Hollands Archief en
voorzitter van de Werkgroep
Voorbereiding Implementatie e-Depot
Regionale Historische Centra.
| Open! |
Roadshow Haarlem (foto part. coll.).
Plenaire bijeenkomst sectie Architectuur (foto
part. coll.).