1182 NVZ Steunt Knmg En Ggz In Roep Om Waarborgfonds Voor Onverzekerden

1
financiering 92 9-2006 > zorg & financiering 1182 nvz steunt knmg en ggz in roep om waarborgfonds voor onverzekerden De NVZ is blij met het pleidooi van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst (KNMG) en de Geestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ) aan de Tweede Kamer om een waarborgfonds voor onverzekerden op te richten. De NVZ pleit al langer actief voor zo’n waarborg- fonds, dat garant moet staan voor de kosten die zorgaanbieders maken wanneer zij medisch noodzakelijke zorg moeten leveren aan bijvoor- beeld illegalen die zich niet kunnen verzekeren. Uit de huidige wetgeving en rechtspraak blijkt dat onverzekerden recht hebben op medisch noodzakelijke zorg waarvoor de patiënt is geïn- diceerd. Door de instelling van het waarborgfonds kun- nen zorgverleners rekenen op een volledige ver- goeding voor de geleverde diensten, waardoor de toegang voor medisch-specialistische zorg voor álle burgers in Nederland gewaarborgd is. Bron: bericht NVZ, 4 oktober 2006< 1183 preferentiebeleid zorgverzekeraars levert 2,1 miljoen euro op Het preferentiebeleid van zorgverzekeraars heeft volgens Vektis in de eerste zes maanden tot een kostenbesparing van 2,1 miljoen euro geleid. Het resultaat is nog bescheiden, vooral vanwege het overschaduwende effect van het geneesmiddelenconvenant en de belemmering van prijsconcurrentie door de laagsteprijsregel- systematiek in de Wet tarieven gezondheidszorg (WTG). Minister Hoogervorst wil met de Neder- landse Zorgautoriteit (NZa) bekijken hoe verze- keraars het preferentiebeleid kunnen verbete- ren, om in de toekomst tot meer prijsconcur- rentie te kunnen komen. Uit een evaluatie blijkt tevens dat het beleid geen nadelige consequen- ties voor patiënten heeft gehad. De wijziging van het Verstrekkingenbesluit zie- kenfondsverzekering in 2003 heeft verzekeraars de mogelijkheid gegeven om van groepen geneesmiddelen met dezelfde werkzame stof, preferente middelen aan te wijzen die worden vergoed. Niet-aangewezen middelen behoren in principe niet tot de aanspraak. Zorgverzekeraars kunnen hierdoor voor bepaalde medicijnen zelf bepalen welke medicijnen zij vergoeden. In het preferentiebeleid zijn dat in de regel goedkopere medicijnen, die dezelfde werking hebben als de duurdere. Er geldt ook een uitzondering op dit beleid. Indien het medisch niet verantwoord is om een preferent middel bij een individuele patiënt voor te schrijven, behoort een niet-prefe- rent middel tot de aanspraak. Eenmalige verschuiving Vijf zorgverzekeraars zijn op 1 juli 2005 gestart met het voeren van een gezamenlijk preferentie- beleid. Twee verzekeraars hebben zich daar later bij aangesloten. Zij zijn het preferentiebeleid gestart met drie werkzame stoffen, binnen twee soorten geneesmiddelen. Het gaat om een maagzuurremmer (omeprazol) en twee cho- lesterolverlagers (simvastatine en pravastatine). Uit de evaluatie van Vektis blijkt dat het prefe- rentiebeleid tot een kostenbesparing van onge- veer drie miljoen euro heeft geleid, als gevolg van substitutie van merkmiddelen naar generie- ke middelen. Ongeveer dertig procent van de verzekerden die tot dan toe een specialité gebruikten is als gevolg van de inzet van het pre- ferentiebeleid overgestapt op een generiek. Van die generieke substitutie is circa dertig procent

Transcript of 1182 NVZ Steunt Knmg En Ggz In Roep Om Waarborgfonds Voor Onverzekerden

Page 1: 1182 NVZ Steunt Knmg En Ggz In Roep Om Waarborgfonds Voor Onverzekerden

financiering

92 9-2006 > zorg & financiering

1182 nvz steunt knmg en ggz in roep om waarborgfonds vooronverzekerden

De NVZ is blij met het pleidooi van deKoninklijke Nederlandsche Maatschappij totbevordering der Geneeskunst (KNMG) en deGeestelijke Gezondheidszorg Nederland (GGZ)aan de Tweede Kamer om een waarborgfondsvoor onverzekerden op te richten.

De NVZ pleit al langer actief voor zo’n waarborg-fonds, dat garant moet staan voor de kosten diezorgaanbieders maken wanneer zij medischnoodzakelijke zorg moeten leveren aan bijvoor-beeld illegalen die zich niet kunnen verzekeren.

Uit de huidige wetgeving en rechtspraak blijktdat onverzekerden recht hebben op medischnoodzakelijke zorg waarvoor de patiënt is geïn-diceerd. Door de instelling van het waarborgfonds kun-nen zorgverleners rekenen op een volledige ver-goeding voor de geleverde diensten, waardoorde toegang voor medisch-specialistische zorgvoor álle burgers in Nederland gewaarborgd is. Bron: bericht NVZ, 4 oktober 2006<

1183 preferentiebeleid zorgverzekeraars levert 2,1 miljoen euro op

Het preferentiebeleid van zorgverzekeraarsheeft volgens Vektis in de eerste zes maandentot een kostenbesparing van 2,1 miljoen eurogeleid. Het resultaat is nog bescheiden, vooralvanwege het overschaduwende effect van hetgeneesmiddelenconvenant en de belemmeringvan prijsconcurrentie door de laagsteprijsregel-systematiek in de Wet tarieven gezondheidszorg(WTG). Minister Hoogervorst wil met de Neder-landse Zorgautoriteit (NZa) bekijken hoe verze-keraars het preferentiebeleid kunnen verbete-ren, om in de toekomst tot meer prijsconcur-rentie te kunnen komen. Uit een evaluatie blijkttevens dat het beleid geen nadelige consequen-ties voor patiënten heeft gehad.

De wijziging van het Verstrekkingenbesluit zie-kenfondsverzekering in 2003 heeft verzekeraarsde mogelijkheid gegeven om van groepengeneesmiddelen met dezelfde werkzame stof,preferente middelen aan te wijzen die wordenvergoed. Niet-aangewezen middelen behoren inprincipe niet tot de aanspraak. Zorgverzekeraarskunnen hierdoor voor bepaalde medicijnen zelfbepalen welke medicijnen zij vergoeden. In hetpreferentiebeleid zijn dat in de regel goedkopere

medicijnen, die dezelfde werking hebben als deduurdere. Er geldt ook een uitzondering op ditbeleid. Indien het medisch niet verantwoord isom een preferent middel bij een individuelepatiënt voor te schrijven, behoort een niet-prefe-rent middel tot de aanspraak.

Eenmalige verschuiving

Vijf zorgverzekeraars zijn op 1 juli 2005 gestartmet het voeren van een gezamenlijk preferentie-beleid. Twee verzekeraars hebben zich daar laterbij aangesloten. Zij zijn het preferentiebeleidgestart met drie werkzame stoffen, binnen tweesoorten geneesmiddelen. Het gaat om eenmaagzuurremmer (omeprazol) en twee cho-lesterolverlagers (simvastatine en pravastatine).Uit de evaluatie van Vektis blijkt dat het prefe-rentiebeleid tot een kostenbesparing van onge-veer drie miljoen euro heeft geleid, als gevolgvan substitutie van merkmiddelen naar generie-ke middelen. Ongeveer dertig procent van deverzekerden die tot dan toe een specialitégebruikten is als gevolg van de inzet van het pre-ferentiebeleid overgestapt op een generiek. Vandie generieke substitutie is circa dertig procent

ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 92