1159 Knelpunten Rond Spoedzorg Opgelost

2
indicatiestelling 59 zorg & financiering > 9-2006 1159 knelpunten rond spoedzorg opgelost Vanaf 1 oktober 2006 hanteert het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ) landelijk een pro- cedure waarmee de registratie en financiering van spoedzorg gewaarborgd worden. Het CIZ levert een bijdrage aan de registratie van de spoedzorg, omdat er rondom spoedzorg knel- punten optraden en onduidelijkheid bestond over de juiste procedure en over de verant- woordelijkheden van de verschillende partners in de keten. Te midden van alle afspraken en procedures binnen de trits indicatiestelling, zorgverlening en -financiering, ontbrak nog een sluitende regeling voor het afhandelen van spoedzorg. Zorgaanbieders maakten zich zorgen over de financiering van de geleverde zorg en meldden zich bij het CIZ voor indicaties met terugwer- kende kracht. Ook een zorgkantoor zag zijn jaarrekening niet goedgekeurd: geleverde en betaalde zorg zonder een onderliggend rechts- geldig indicatiebesluit werd door de accountant niet erkend. Het desbetreffende zorgkantoor verzocht het CIZ-kantoor om alsnog indicatie- besluiten af te geven. Het CIZ kan echter onmogelijk aan deze verzoe- ken voldoen, omdat het Zorgindicatiebesluit dat eenvoudigweg niet toelaat. Wel zijn alle signalen aanleiding geweest voor het CIZ om in het voor- jaar een regeling te ontwerpen die de knelpun- ten zou oplossen, en dan vooral de problemen rondom de financiering van al geleverde zorg. De regeling die er nu ligt, is goedgekeurd door alle partners in het Platform Indicatiestelling, waarin het ministerie van VWS, het College van Zorgverzekeringen (CVZ) en Zorgverzekeraars Nederland (ZN) participeren. De aanvragen voor spoedzorg die volgens deze, landelijk uniforme, procedure zijn afgehandeld zullen geen proble- men meer opleveren. Procedure In het kort komt de procedure neer op het vol- gende: een zorgaanbieder die besluit spoedzorg in te zetten, dient een indicatieaanvraag in bij het CIZ. Hij doet dit zo snel mogelijk, maar uiterlijk de volgende werkdag na ‘de dag waarop de zorg is ingezet’. Naast het volledig ingevulde aanvraagformulier gebruikt de zorgaanbieder het formulier ‘opgave inzet spoedzorg’ om de aard en omvang van de reeds ingezette zorg aan te geven. Na ontvangst van deze formulieren verwerkt het CIZ twee aanvragen: een registratie voor de spoedzorg: in deze re- gistratie wordt de zorg aangegeven die de aan- bieder heeft ingezet. Deze registratie wordt meteen doorgegeven naar het zorgkantoor; een aanvraag voor een indicatiebesluit. Ver- volgens geeft het CIZ zo spoedig mogelijk een indicatiebesluit af: minimaal een dag na bin- nenkomst van aanvraag en eerste registratie, maximaal veertien dagen later. Hiermee wordt volledig tegemoetgekomen aan wat het Zorg- indicatiebesluit voorschrijft, namelijk dat er binnen veertien dagen na de start van de spoedzorg een indicatiebesluit moet zijn. Veertien dagen Zolang de spoedperiode duurt, is er sprake van een ‘registratieve’ indicatie. Dat wil zeggen een indicatie die niet valt onder de juridische defini- tie van de Algemene wet bestuursrecht. De zorg die geboden wordt onder de vlag van deze re- gistratie kan maximaal veertien dagen duren. Als binnen deze veertien dagen de spoedzorg al is afgerond – de cliënt maakt om welke reden dan ook geen gebruik meer van de AWBZ-zorg – dan beperkt het CIZ zich tot het afgeven van een registratie van de geleverde zorg. Hierdoor is het mogelijk de geleverde zorg af te wikkelen langs de bestaande (administratieve) weg.

Transcript of 1159 Knelpunten Rond Spoedzorg Opgelost

indicatiestelling

59zorg & financiering > 9-2006

1159 knelpunten rond spoedzorg opgelost

Vanaf 1 oktober 2006 hanteert het CentrumIndicatiestelling Zorg (CIZ) landelijk een pro-cedure waarmee de registratie en financieringvan spoedzorg gewaarborgd worden. Het CIZlevert een bijdrage aan de registratie van despoedzorg, omdat er rondom spoedzorg knel-punten optraden en onduidelijkheid bestondover de juiste procedure en over de verant-woordelijkheden van de verschillende partnersin de keten.

Te midden van alle afspraken en proceduresbinnen de trits indicatiestelling, zorgverleningen -financiering, ontbrak nog een sluitenderegeling voor het afhandelen van spoedzorg.Zorgaanbieders maakten zich zorgen over definanciering van de geleverde zorg en melddenzich bij het CIZ voor indicaties met terugwer-kende kracht. Ook een zorgkantoor zag zijnjaarrekening niet goedgekeurd: geleverde enbetaalde zorg zonder een onderliggend rechts-geldig indicatiebesluit werd door de accountantniet erkend. Het desbetreffende zorgkantoorverzocht het CIZ-kantoor om alsnog indicatie-besluiten af te geven.Het CIZ kan echter onmogelijk aan deze verzoe-ken voldoen, omdat het Zorgindicatiebesluit dateenvoudigweg niet toelaat. Wel zijn alle signalenaanleiding geweest voor het CIZ om in het voor-jaar een regeling te ontwerpen die de knelpun-ten zou oplossen, en dan vooral de problemenrondom de financiering van al geleverde zorg.De regeling die er nu ligt, is goedgekeurd dooralle partners in het Platform Indicatiestelling,waarin het ministerie van VWS, het College vanZorgverzekeringen (CVZ) en ZorgverzekeraarsNederland (ZN) participeren. De aanvragen voorspoedzorg die volgens deze, landelijk uniforme,procedure zijn afgehandeld zullen geen proble-men meer opleveren.

Procedure

In het kort komt de procedure neer op het vol-gende: een zorgaanbieder die besluit spoedzorgin te zetten, dient een indicatieaanvraag in bijhet CIZ. Hij doet dit zo snel mogelijk, maaruiterlijk de volgende werkdag na ‘de dag waaropde zorg is ingezet’. Naast het volledig ingevuldeaanvraagformulier gebruikt de zorgaanbiederhet formulier ‘opgave inzet spoedzorg’ om deaard en omvang van de reeds ingezette zorg aante geven.Na ontvangst van deze formulieren verwerkt hetCIZ twee aanvragen:– een registratie voor de spoedzorg: in deze re-

gistratie wordt de zorg aangegeven die de aan-bieder heeft ingezet. Deze registratie wordtmeteen doorgegeven naar het zorgkantoor;

– een aanvraag voor een indicatiebesluit. Ver-volgens geeft het CIZ zo spoedig mogelijk eenindicatiebesluit af: minimaal een dag na bin-nenkomst van aanvraag en eerste registratie,maximaal veertien dagen later. Hiermee wordtvolledig tegemoetgekomen aan wat het Zorg-indicatiebesluit voorschrijft, namelijk dat erbinnen veertien dagen na de start van despoedzorg een indicatiebesluit moet zijn.

Veertien dagen

Zolang de spoedperiode duurt, is er sprake vaneen ‘registratieve’ indicatie. Dat wil zeggen eenindicatie die niet valt onder de juridische defini-tie van de Algemene wet bestuursrecht. De zorgdie geboden wordt onder de vlag van deze re-gistratie kan maximaal veertien dagen duren.Als binnen deze veertien dagen de spoedzorg alis afgerond – de cliënt maakt om welke redendan ook geen gebruik meer van de AWBZ-zorg –dan beperkt het CIZ zich tot het afgeven van eenregistratie van de geleverde zorg. Hierdoor is hetmogelijk de geleverde zorg af te wikkelen langsde bestaande (administratieve) weg.

ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 59

stelsel

60 9-2006 > zorg & financiering

Definitie spoed

Intern heeft het CIZ de regeling al verspreid enin den lande kan zij al worden toegepast.Hoewel de regeling een goede oplossing biedtvoor de ‘dagelijkse’ knelpunten, zijn er nu alhiaten in geconstateerd. De grootste zorg vanhet CIZ is dat er geen landelijk uniforme defini-tie is van wat spoedzorg is. Het CIZ mag in zijnprocedures nergens het etiket ‘spoed’ gebrui-ken. Dat is voorbehouden aan de zorgaanbie-ders en zorgkantoren.Zonder een uniforme definitie kan het CIZ dusgeconfronteerd worden met allerhande aanvra-gen onder de noemer ‘spoed’ waarbij het CIZzelf vraagtekens zet maar waarbij het niet in depositie is iets te ondernemen. Een voorbeeldhiervan is al opgetreden. Voor de CIZ-kantorenbetekent dit een extra inspanning: spoed gaatnamelijk voor, waardoor andere aanvragen blij-ven liggen.

Een uniforme definitie van het begrip ‘spoed-zorg’ zal onduidelijkheid wegnemen en daar-mee veel extra – wellicht overbodig – werk voorhet CIZ voorkomen.

AZR

Het CIZ is er trots op een bijdrage te leveren aanhet inpassen van de regeling voor spoedzorg inde bestaande procedures, waar de AWBZ-bredezorgregistratie (AZR) een belangrijke rol inspeelt. Daarmee is aansluiting bij bestaandeadministratieve procedures gewaarborgd en isvoorkomen dat een nieuwe procedure enkel enalleen voor spoedzorg moest worden opgetuigd.Een aantal CIZ-regio’s werkt al volgens de nieu-we procedure. Vanaf 1 oktober zal die landelijkworden gehanteerd.Bron: bericht CIZ-nieuws, 21 september 2006<

> jurisprudentie

1160 uitspraken van de geschillencommissie zorgverzekeringen

Premie

Verzekerde verzoekt de commissie te bepalendat verzekeraar de aangeboden collectiviteits-korting toepast en de te veel betaalde premierestitueert. Verzekerde heeft een zorgverzeke-ring, gebaseerd op de Zorgverzekeringswet.Begin januari 2006 heeft verzekeraar bericht datde collectiviteitskorting niet van toepassing zouzijn. Ook een herhaald verzoek om de kortingwerd afgewezen.

Verzekerde stelt dat verzekeraar hem begindecember 2005 een aanbod voor een zorgverze-kering heeft gedaan. Verzekerde hoefde, als hijdit aanbod accepteerde, geen verdere actie teondernemen. Van enig voorbehoud van de kantvan verzekeraar was geen sprake.

Verzekeraar stelt dat het aanbod is gedaan ondervoorbehoud van een formeel akkoord. Daarnaheeft de voormalige werkgever van verzekerdebesloten de collectiviteit niet bij verzekeraaronder te brengen. In verband hiermede is de col-lectiviteitskorting vervallen. Verzekerde is daar-over op 11 januari 2006 ingelicht. Het premie-verschil is veroorzaakt door het niet bereikenvan overeenstemming tussen partijen.De commissie acht zich bevoegd kennis tenemen van het geschil en daarover een bindendadvies uit te brengen. Op grond van artikel 2.5.1,tweede lid van de Invoerings- en aanpassingswetZorgverzekeringswet is een verzekeringsplichti-ge, die voor 16 december 2005 van zijn verzeke-raar een aanbod heeft ontvangen, voor eenzorgverzekering per 1 januari 2006 volgens de indat aanbod aangeduide variant van de zorgver-

ZenF-0906-cyaan.qxd 17-11-06 10:55 Pagina 60