1151 Voorzieningenrechter Zoekt Oplossing In Der Minne Bij Crisis Stichting Verstandelijk...
Transcript of 1151 Voorzieningenrechter Zoekt Oplossing In Der Minne Bij Crisis Stichting Verstandelijk...
jurisprudentie
93zorg & financiering > 9-2007
spraak van het Indiase gerechtshof betekent dathet minder waarschijnlijk wordt dat Indiapatentrechten zal toekennen voor medicijnendie wij broodnodig hebben. We doen bij dezeneen beroep op farmaceutenmultinationals enrijke landen om de Indiase patentwet niet langeronder druk te zetten en te stoppen met ijverenvoor strengere patentwetten in ontwikkelings-landen.’
Wet veranderen
Met de rechtszaak poogde Novartis de Indiasepatentwet te veranderen en een uitgebreiderepatentbescherming op zijn producten te krijgendan geboden door de Indiase wet. VolgensNovartis is de Indiase patentwet in strijd met deregels van de Wereldhandelsorganisatie (WTO)en met de Indiase grondwet. Maar de Indiaserechter besliste anders en wees al Novartis’eisen af.
Innovaties
India startte met het toekennen van medicijn-patenten in naleving van WTO-regels, maarbouwde een beschermingsregeling in zijn wetin, zodat alleen echte innovaties patenten kun-nen krijgen. Dit betekent dat bedrijven die eenpatent aanvragen voor aanpassingen op een eer-der uitgevonden molecuul, met als doel hunmonopoliepositie ten aanzien van bestaandemedicamenten nog verder uit te breiden, inIndia van een koude kermis thuiskomen. Het isdeze regeling waar Novartis aan wilde tornen.Een uitspraak in het voordeel van Novartis zouIndia’s rol als grootste producent van betaalbaremedicijnen ernstig in gevaar brengen.Arme landen en menig internationale organisa-tie zijn sterk afhankelijk van de import vanbetaalbare medicijnen uit India. 84 procent vande aidsremmers die Artsen zonder Grenzen zijnpatiënten over de hele wereld geeft, zijn merklo-ze medicijnen die in India zijn geproduceerd.Bron: Artsen zonder Grenzen, 6 augustus 2007<
‘Sommige conflicten kunnen mensen beter zelf,juist in hun eigen belang, oplossen’, aldus devoorzieningenrechter in een uitspraak over hetafzetten van een bestuurslid van een stichtingdie is opgericht als ouderinitiatief voor de huis-vesting en de zorg voor elf verstandelijk gehan-dicapten. De voorzieningenrechter heeft partij-en dringend in overweging gegeven het via eenmediationtraject te proberen.
Los van de uitspraak in deze zaak acht de voor-zieningenrechter het daarnaast raadzaam datpartijen zich beraden over een nieuwe samen-stelling van het bestuur. De voorzieningenrech-ter wijst de vorderingen af. De rechter is bijzon-der duidelijk en ziet eigenlijk geen rol voor zich-zelf weggelegd: ‘Onderhavige zaak is een
schoolvoorbeeld van een conflict dat nu juistniet via de rechter zou moeten worden opgelost. Ten eerste komt het conflict voort of is ten min-ste sterk verweven met problemen en wrijvingendie tussen bepaalde betrokken personenbestaan. Ten tweede gaat het niet alleen om de personen[gedaagde sub 1] en [eiser sub 2], maar is hethele bestuur verdeeld in twee kampen terwijlpartijen, wat de uitspraak ook zal zijn, metelkaar verder zullen moeten. Een rechterlijk von-nis werkt doorgaans niet bevorderend voor dedaartoe benodigde vertrouwensrelatie.Ten derde hebben alle partijen hetzelfde grotebelang, namelijk de huisvesting van en de zorgvoor hun verstandelijk gehandicapte kinderen.Kenmerk van een zaak als deze is dat een vonnis
1151 voorzieningenrechter zoekt oplossing in der minne bij crisisstichting verstandelijk gehandicapten
ZenF-0907 cyaan.qxd 3-10-2007 15:34 Pagina 93
zorg
94 9-2007 > zorg & financiering
– toe- dan wel afwijzend – een oplossing van hetconflict geen stap dichterbij brengt.’
Mediationtraject
Zoals de voorzieningenrechter ook tijdens dezitting al heeft opgemerkt is de enige weg waar-langs mogelijk een oplossing bereikt kan wor-den die van constructieve gesprekken onder lei-ding van een onafhankelijke derde. De voorzie-ningenrechter geeft partijen daarom dringendin overweging om nogmaals te proberen eenmediationtraject te starten.Voor het welslagen van dat traject is overigensten minste noodzakelijk dat partijen zich verderonthouden van de onaangename en onzakelijke
stijl van communiceren richting de andere partijwaaraan beide partijen blijkens het dossier énhun optreden tijdens de zitting inmiddelsgewend zijn.Los van de uitspraak in deze zaak acht de voor-zieningenrechter het daarnaast raadzaam datpartijen zich beraden over een nieuwe samen-stelling van het bestuur, aangezien de indrukbestaat dat een oplossing zonder de betrokken-heid van bepaalde, thans het conflict domine-rende, personen beter voorstelbaar is. Aldus de‘reprimande’ van mr. R.J. Paris.Bronnen: Nederlands Juridisch Dagblad, 15 augustus2007 en LJN: BB1664,Voorzieningenrechter Rechtbank’s-Gravenhage, KG 07/817<
ZenF-0907 cyaan.qxd 3-10-2007 15:34 Pagina 94