1052 Waardering Voor Activiteiten Consultatiebureau

1
zorg 58 7-2005 > zorg & financiering Gemeenten (VNG) en het Ministerie van Volks- gezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De gege- vensset is door het zorgveld en onder regie van NICTIZ gerealiseerd. Het Ministerie van VWS heeft eind 2004 met Zorg, GGD Nederland, de VNG de afspraak gemaakt de JGZ te informatiseren. Voor het Programma Informatisering JGZ is 3,5 miljoen euro beschikbaar. In het programma Informatisering JGZ zetten deze partijen zich in om een integraal landelijk elektronisch cliëntendossier (ECD) voor de JGZ te realiseren, dat bijdraagt aan een betere JGZ. De set zal binnenkort door geselecteerde JGZ-koplopers binnen testtrajecten gebruikt gaan worden. Bron: persbericht Ministerie van VWS, 8 juli 2005< Nagenoeg alle zuigelingen en bijna tachtig pro- cent van de vierjarigen komen minstens een keer per jaar op het consultatiebureau. Ouders hechten aan deze vorm van gezondheidszorg: zij geven aan het belang van de activiteiten van de bureaus gemiddeld een 8 op een schaal van 0 tot en met 10. Dit blijkt uit cijfers van het CBS. In 1981 kwam 85 procent van de kinderen van nul tot en met vier jaar minstens één keer per jaar voor controle op het consultatiebureau. In 2004 is dat percentage negentig. Het bezoekpercentage daalt naarmate de kinde- ren ouder worden. Rond de eerste verjaardag komen nagenoeg alle kinderen naar het consul- tatiebureau, van de vierjarigen komt bijna tachtig procent. Ouders of verzorgers van de jongsten gaan ook vaker, tot wel acht keer in het eerste levensjaar van het kind. Als het kind vier jaar is, gaan ouders gemiddeld nog maar één keer per jaar naar het consultatiebureau. Het consultatiebureau wordt overigens niet gezien als vervanging voor de huisarts. In min- der dan drie procent van de gevallen wordt een bezoek aan de huisarts wel eens uitgesteld om- dat er een afspraak met het consultatiebureau is. Doorverwijzingen Ruim een op de vijf kinderen is naar aanleiding van een bezoek aan het consultatiebureau wel eens doorverwezen voor verder onderzoek, advies of behandeling. Bijna een op de vier door- verwijzingen had betrekking op heupproble- men. Hierbij valt het op dat dit bij meisjes twee keer zo vaak voorkomt als bij jongens. Ook gehoor- en gezichtsproblemen leiden relatief vaak tot een doorverwijzing. Méér dan wegen en meten De activiteiten van het consultatiebureau wor- den door ouders belangrijk gevonden. Uitge- drukt in een rapportcijfer varieert hun oordeel tussen 7 en 9. Ouders vinden inenten, lichame- lijk onderzoek en het testen van de kinderen belangrijker dan de minder actieve handelingen zoals het geven van voedingsvoorlichting of het bespreken van gedrags- of opvoedings- problemen. Geen verschil in bezoek naar herkomst- groepering Er bestaat zo goed als geen verschil in het bezoek aan het consultatiebureau naar her- komstgroepering. Bijna alle ouders van jonge kinderen zijn vertrouwd met het consultatiebu- reau. Zowel onder allochtone ouders of verzor- gers als onder autochtone ouders is het bereik nagenoeg negentig procent. Bron: bericht CBS, 18 juli 2005< 1052 waardering voor activiteiten consultatiebureau

Transcript of 1052 Waardering Voor Activiteiten Consultatiebureau

Page 1: 1052 Waardering Voor Activiteiten Consultatiebureau

zorg

58 7-2005 > zorg & financiering

Gemeenten (VNG) en het Ministerie van Volks-gezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De gege-vensset is door het zorgveld en onder regie vanNICTIZ gerealiseerd. Het Ministerie van VWS heeft eind 2004 metZorg, GGD Nederland, de VNG de afspraakgemaakt de JGZ te informatiseren. Voor hetProgramma Informatisering JGZ is 3,5 miljoeneuro beschikbaar.

In het programma Informatisering JGZ zettendeze partijen zich in om een integraal landelijkelektronisch cliëntendossier (ECD) voor de JGZte realiseren, dat bijdraagt aan een betere JGZ.De set zal binnenkort door geselecteerdeJGZ-koplopers binnen testtrajecten gebruiktgaan worden.Bron: persbericht Ministerie van VWS, 8 juli 2005<

Nagenoeg alle zuigelingen en bijna tachtig pro-cent van de vierjarigen komen minstens eenkeer per jaar op het consultatiebureau. Oudershechten aan deze vorm van gezondheidszorg:zij geven aan het belang van de activiteiten vande bureaus gemiddeld een 8 op een schaal van0 tot en met 10. Dit blijkt uit cijfers van het CBS.

In 1981 kwam 85 procent van de kinderen vannul tot en met vier jaar minstens één keer perjaar voor controle op het consultatiebureau.In 2004 is dat percentage negentig.Het bezoekpercentage daalt naarmate de kinde-ren ouder worden. Rond de eerste verjaardagkomen nagenoeg alle kinderen naar het consul-tatiebureau, van de vierjarigen komt bijnatachtig procent.Ouders of verzorgers van de jongsten gaan ookvaker, tot wel acht keer in het eerste levensjaarvan het kind. Als het kind vier jaar is, gaanouders gemiddeld nog maar één keer per jaarnaar het consultatiebureau.Het consultatiebureau wordt overigens nietgezien als vervanging voor de huisarts. In min-der dan drie procent van de gevallen wordt eenbezoek aan de huisarts wel eens uitgesteld om-dat er een afspraak met het consultatiebureau is.

Doorverwijzingen

Ruim een op de vijf kinderen is naar aanleidingvan een bezoek aan het consultatiebureau wel

eens doorverwezen voor verder onderzoek,advies of behandeling. Bijna een op de vier door-verwijzingen had betrekking op heupproble-men. Hierbij valt het op dat dit bij meisjes tweekeer zo vaak voorkomt als bij jongens. Ookgehoor- en gezichtsproblemen leiden relatiefvaak tot een doorverwijzing.

Méér dan wegen en meten

De activiteiten van het consultatiebureau wor-den door ouders belangrijk gevonden. Uitge-drukt in een rapportcijfer varieert hun oordeeltussen 7 en 9. Ouders vinden inenten, lichame-lijk onderzoek en het testen van de kinderenbelangrijker dan de minder actieve handelingenzoals het geven van voedingsvoorlichting ofhet bespreken van gedrags- of opvoedings-problemen.

Geen verschil in bezoek naar herkomst-groepering

Er bestaat zo goed als geen verschil in hetbezoek aan het consultatiebureau naar her-komstgroepering. Bijna alle ouders van jongekinderen zijn vertrouwd met het consultatiebu-reau. Zowel onder allochtone ouders of verzor-gers als onder autochtone ouders is het bereiknagenoeg negentig procent.Bron: bericht CBS, 18 juli 2005<

1052 waardering voor activiteiten consultatiebureau

ZenF0705.qxd 29-7-2005 14:58 Pagina 58