1050 Zorgverzekeraars Goed Bezig Bij Opsporing Fraude

1
financiering 62 8-2008 > zorg & financiering Gezien het huidige akkoord en het vonnis van de rechter in kort geding, is het individuele pre- ferentiebeleid toegestaan. Zorgverzekeraars zijn hierbij verplicht het preferentiebeleid ge- heel zelfstandig te bepalen en uit te voeren. Zodra zij dit niet doen, is het bepaald niet on- denkbaar dat sprake is van een kartelovertre- ding en de Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) zal optreden. De kosten voor het gebruik van geneesmiddelen nemen – onder meer door de vergrijzing en toe- name van het aantal chronisch zieken – nog altijd toe. Om deze kosten te beteugelen zijn in de afgelopen jaren diverse afspraken gemaakt tussen overheid, zorgverzekeraars, apothekers en fabrikanten. Sinds 2005 maakt een door zorgverzekeraars gezamenlijk gevoerd preferentiebeleid onder- deel uit van deze afspraken. Met het beleid bepa- len zij – ten aanzien van drie medicijngroepen – dat alleen medicijnen van de fabrikant met de laagste prijs voor vergoeding in aanmerking komen. Hiermee beoogde men de kosten van het geneesmiddelengebruik te verlagen, maar deze daling bleek beperkt. Een verdere uitbrei- ding van het gezamenlijke preferentiebeleid was echter niet mogelijk. Op individuele basis wel. Het in 2008 afgesloten Transitieakkoord liet hiervoor alle ruimte en zorgverzekeraars zijn hier gretig op ingesprongen. Bij de totstandkoming van het individuele beleid zijn zorgverzekeraars verplicht daar zelfstandig invulling aan geven. Op het moment dat zij nagenoeg dezelfde productcategorieën aanwij- zen in dezelfde preferentieperiode, kan sprake zijn van ‘gecoördineerd en uniform’ handelen. De rechter heeft bepaald dat dit niet verenigbaar is met het akkoord. Deze handelwijze van verze- keraars kan bovendien ook strijdig zijn met het kartelverbod. Het is voor de marktpartijen van groot belang dat zij zich bewust zijn van deze risico’s. De NMa bepaalt per concreet geval of sprake is van een overtreding van het kartelverbod, waar- bij zij rekening houdt met de zogenoemde vrij- stelling. Zorgverzekeraars kunnen hiervan profi- teren als aan vier wettelijke voorwaarden wordt voldaan. De samenwerking moet bijdragen aan de economische vooruitgang en een billijk aan- deel in de daaruit voortvloeiende voordelen moet de gebruikers ten goede komen. Zodra de huidige prijzen van preferente geneesmiddelen worden vergeleken met die van een maand gele- den, wordt duidelijk dat het preferentiebeleid tot fors lagere prijzen heeft geleid. Ook mag ver- Minister Klink van Volksgezondheid ziet in de stijging van het opgespoorde fraudebedrag bij zorgverleners tot acht miljoen euro in 2007 geen aanleiding om aanvullende maatregelen te nemen tegen deze praktijken. ‘Het betekent dat de investeringen van zorgver- zekeraars in de bestrijding van fraude opnieuw hun vruchten hebben afgeworpen’, aldus de minister in antwoord op Kamervragen van SP’ers Henk van Gerven en Jan de Wit. De zorg- verzekeraars vervullen een centrale rol bij de opsporing en bestraffing van frauderende zorg- verleners en maken bij elke fraude een keuze uit de beschikbare sancties. Dat kan variëren van een waarschuwing tot aangifte bij de Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst/economische controledienst (FIOD-ECD). Dit is in 2007 in 57 gevallen van fraude gedaan. Wat vervolgens met deze aangiften is gebeurd, is de minister niet bekend. Bron: AM Signalen, 16 juli 2008< 1050 zorgverzekeraars goed bezig bij opsporing fraude 1051 aandacht voor kartelrisico’s bij nieuw preferentiebeleid ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 62

Transcript of 1050 Zorgverzekeraars Goed Bezig Bij Opsporing Fraude

Page 1: 1050 Zorgverzekeraars Goed Bezig Bij Opsporing Fraude

financiering

62 8-2008 > zorg & financiering

Gezien het huidige akkoord en het vonnis vande rechter in kort geding, is het individuele pre-ferentiebeleid toegestaan. Zorgverzekeraarszijn hierbij verplicht het preferentiebeleid ge-heel zelfstandig te bepalen en uit te voeren.Zodra zij dit niet doen, is het bepaald niet on-denkbaar dat sprake is van een kartelovertre-ding en de Nederlandse Mededingingsautoriteit(NMa) zal optreden.

De kosten voor het gebruik van geneesmiddelennemen – onder meer door de vergrijzing en toe-name van het aantal chronisch zieken – nogaltijd toe. Om deze kosten te beteugelen zijn inde afgelopen jaren diverse afspraken gemaakttussen overheid, zorgverzekeraars, apothekersen fabrikanten. Sinds 2005 maakt een door zorgverzekeraarsgezamenlijk gevoerd preferentiebeleid onder-deel uit van deze afspraken. Met het beleid bepa-len zij – ten aanzien van drie medicijngroepen –dat alleen medicijnen van de fabrikant met delaagste prijs voor vergoeding in aanmerkingkomen. Hiermee beoogde men de kosten vanhet geneesmiddelengebruik te verlagen, maardeze daling bleek beperkt. Een verdere uitbrei-ding van het gezamenlijke preferentiebeleid wasechter niet mogelijk. Op individuele basis wel.

Het in 2008 afgesloten Transitieakkoord liethiervoor alle ruimte en zorgverzekeraars zijnhier gretig op ingesprongen. Bij de totstandkoming van het individuele beleidzijn zorgverzekeraars verplicht daar zelfstandiginvulling aan geven. Op het moment dat zijnagenoeg dezelfde productcategorieën aanwij-zen in dezelfde preferentieperiode, kan sprakezijn van ‘gecoördineerd en uniform’ handelen.De rechter heeft bepaald dat dit niet verenigbaaris met het akkoord. Deze handelwijze van verze-keraars kan bovendien ook strijdig zijn met hetkartelverbod. Het is voor de marktpartijen vangroot belang dat zij zich bewust zijn van dezerisico’s. De NMa bepaalt per concreet geval of sprake isvan een overtreding van het kartelverbod, waar-bij zij rekening houdt met de zogenoemde vrij-stelling. Zorgverzekeraars kunnen hiervan profi-teren als aan vier wettelijke voorwaarden wordtvoldaan. De samenwerking moet bijdragen aande economische vooruitgang en een billijk aan-deel in de daaruit voortvloeiende voordelenmoet de gebruikers ten goede komen. Zodra dehuidige prijzen van preferente geneesmiddelenworden vergeleken met die van een maand gele-den, wordt duidelijk dat het preferentiebeleid totfors lagere prijzen heeft geleid. Ook mag ver-

Minister Klink van Volksgezondheid ziet in destijging van het opgespoorde fraudebedrag bijzorgverleners tot acht miljoen euro in 2007geen aanleiding om aanvullende maatregelen tenemen tegen deze praktijken.

‘Het betekent dat de investeringen van zorgver-zekeraars in de bestrijding van fraude opnieuwhun vruchten hebben afgeworpen’, aldus deminister in antwoord op Kamervragen vanSP’ers Henk van Gerven en Jan de Wit. De zorg-

verzekeraars vervullen een centrale rol bij deopsporing en bestraffing van frauderende zorg-verleners en maken bij elke fraude een keuze uitde beschikbare sancties. Dat kan variëren vaneen waarschuwing tot aangifte bij de Fiscaleinlichtingen- en opsporingsdienst/economischecontroledienst (FIOD-ECD). Dit is in 2007 in 57gevallen van fraude gedaan. Wat vervolgens metdeze aangiften is gebeurd, is de minister nietbekend.Bron: AM Signalen, 16 juli 2008<

1050 zorgverzekeraars goed bezig bij opsporing fraude

1051 aandacht voor kartelrisico’s bij nieuw preferentiebeleid

ZenF-0808-cyaan.qxd 12-9-2008 10:23 Pagina 62