1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

5

Click here to load reader

Transcript of 1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

Page 1: 1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

jeugdzorg

105zorg & financiering > 7/8-2006

In juni 2006 kwam het jaarverslag 2005 van deInspectie Jeugdzorg uit. Hier volgen enkelebelangrijke onderdelen uit dat verslag.

Algemeen

Jeugdzorg is er om kinderen te helpen en tebeschermen waar dat nodig is. Het is belangrijkdat alle instanties die zich met jeugdzorg bezig-houden steeds naar manieren blijven zoeken omhun werk voor de kinderen en hun ouders te ver-beteren. Dat geldt ook voor de beleidsmakersvan de ministeries van VWS en Justitie en van deprovincies en grootstedelijke regio’s, voor deinstellingen voor jeugdzorg en voor de inspectiezelf.Er verandert veel ten goede in de jeugdzorg.Allerlei ontwikkelingen zijn gaande of wordengestart. In 2005 is er zichtbaar gewerkt aan ver-betering door de beleidsmakers, door onder-steunende instellingen en door instellingen in‘het veld’. Hieronder staan enige initiatieven enactiviteiten op dit gebied.Ook de Inspectie jeugdzorg werkt aan verbete-ring van de kwaliteit van het toezicht. In 2004heeft de inspectie gewerkt aan inhoudelijke enorganisatorische veranderingen. In 2005 is ditwerk doorgegaan. Ook een langeretermijnvisie op de jeugdzorg enhet toezicht is belangrijk. In mei van dit jaarheeft de inspectie een minisymposium georga-niseerd met als thema ‘Jeugdzorg in 2010’. Hierzijn spannende vergezichten voor de jeugdzorgaan bod gekomen.

Verbeteringen in de jeugdzorg

Door alle instanties is hard gewerkt aan het instand houden en verbeteren van het kwaliteits-niveau van de jeugdzorg. Dit onder vaak nietgemakkelijke omstandigheden. De nieuwe Wetop de jeugdzorg trad begin 2005 in werking enbracht de nodige aanpassingsproblemen met

zich mee. Centrale uitgangspunten van de wetzijn het verbeteren van de zorg aan cliënten vande jeugdzorg en het versterken van de positievan de cliënt. Ondanks een jarenlange periodevan voorbereiding op deze vraaggerichte bena-dering heeft dat veel van de aanbodgeoriënteer-de jeugdzorg gevraagd. Dit omslagproces is danook zeker nog niet afgerond.Het afstemmen op een sluitende keten van zorgtussen het gemeentelijke jeugdbeleid, bureaujeugdzorg en het geïndiceerde zorgaanbodbracht heel wat hoofdbrekens met zich mee. In-stellingen en overheden hadden vaak te makenmet lange wachtlijsten en wachttijden.

Veel verbeterprojecten van start

In de aanbiedingsbrief van de Voortgangs-rapportage jeugdzorg 2005 aan de TweedeKamer wordt het jaarverslag 2004 van deInspectie jeugdzorg aangehaald op het punt datde inspectie positieve ontwikkelingen binnen dejeugdzorg voor dat jaar constateert. Maar net alsde inspectie schrijven de bewindslieden vanVWS en Justitie dat de kwaliteit van de jeugdzorgverder moet verbeteren.De ministeries van VWS en van Justitie hebbendaartoe in 2005 meerdere programma’s gestartdie gericht zijn op structurele verbetering van dejeugdzorg. Ook provincies en grootstedelijkeregio’s, bureaus jeugdzorg, zorgaanbieders engemeenten hebben, met steun van de ministe-ries, een groot aantal activiteiten in gang gezetom de kwaliteit van de jeugdzorg verder te ver-beteren.

Beter beschermd

Het ministerie van Justitie heeft een omvangrijklandelijk beleidsprogramma gestart om knel-punten in de jeugdbescherming op te lossen.Het realiseren van kortere doorlooptijden en hetverbeteren van de samenwerking in de jeugdbe-

1040 jaarverslag 2005 inspectie jeugdzorg

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 105

Page 2: 1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

zorg

106 7/8-2006 > zorg & financiering

schermingsketen zijn de centrale doelen in ditbeleidsprogramma.Knelpunten bleken onder meer uit onderzoeks-rapporten van de inspectie (‘Onderzoek naar dezaak Savanna’ en ‘Kansen in de keten, eenonderzoek naar de keten in de jeugdzorg’) en uitde ‘Eerste voortgangsrapportage’ van de Jeugd-zorgbrigade.

Deltaplan voor de gezinsvoogdij en aanpassing wetgeving

Verbetering van de uitvoering van de gezins-voogdij (Deltaplan voor de gezinsvoogdij, eencombinatie van methodiekvernieuwing en case-loadverlaging) en voogdij (nieuwe visie op voog-dij) worden landelijk geïmplementeerd. Aan-passing van kinderbeschermingswetgevingmoet dit proces ondersteunen.De inspectie is een groot voorstander van hetvoornemen de gronden voor de kinderbescher-mingsmaatregelen opnieuw te formuleren zodataan de bepaling van het Internationaal verdragvoor de rechten van het kind tegemoet wordtgekomen. In al haar rapportages en adviezenpleit zij er immers voor dat het belang van hetkind de eerste overweging moet zijn. Met haarrapport over de zaak Savanna heeft de inspectieertoe bijgedragen dat de Wet op de jeugdzorgwordt aangescherpt wat betreft het centraal stel-len van het belang van het kind. Het belang vanhet kind zal voorrang krijgen boven dat van deouders, als beide belangen botsen.

Jeugd Terecht (Actieprogramma aanpakjeugdcriminaliteit 2003-2006)

Het voorkomen van delicten en het terugdringenvan recidive is de centrale doelstelling van ditprogramma. Dat daarbij speciale aandachtwordt besteed aan de aanpak van criminaliteitdie door kinderen jonger dan twaalf jaar wordtuitgevoerd, spreekt de inspectie in het bijzonderaan. Preventie en aanpak op zo jong mogelijkeleeftijd kan niet genoeg geaccentueerd worden.

Een van de vele initiatieven die onder dit actie-programma tot stand moet komen betreft deuitbreiding van scholings- en trainingsprogram-ma’s (STP). De inspectie heeft dit verslagjaaronderzoek verricht naar de resultaten van STP.Naast de bemoedigende resultaten die uit ditonderzoek naar voren komen, constateert deinspectie dat STP als middel om een betereterugkeer in de samenleving te bevorderen nogte weinig wordt benut.

Effectiviteit in de jeugdzorg

Een ander actiepunt uit het programma JeugdTerecht – het instellen van de erkenningscom-missie die alle strafrechtelijke interventies voorjeugdigen gaat toetsen op effectiviteit – is in hetverslagjaar geëffectueerd. Op termijn verwachtde inspectie van deze commissie een positievebijdrage op de kwaliteitsverbetering van destrafrechtelijke interventies.Die positieve verwachtingen heeft de inspectieoverigens ook voor de niet-strafrechtelijke inter-venties die in het veelomvattende programma‘Effectiviteit van Jeugdzorg’ aan de orde komen.Op dit moment worden interventies en pro-gramma’s voor het jeugdbeleid nog in onvol-doende mate getoetst op effectiviteit, consta-teert de staatssecretaris van VWS in de Voort-gangsrapportage jeugdzorg 2005.Tegelijkertijd kondigt zij een programma aanom tot een uitvoeringspraktijk te komen die evi-dence based of ten minste consensus based is. In hetkader van dit programma is ZonMw gevraagdeen onderzoeksprogramma ‘Jeugd’ op te zetten.Dit programma levert de komende jaren infor-matie over effectieve interventies. Daarnaast isde Databank Effectieve Jeugdinterventies ingebruik genomen (www.jeugdinterventies.nl).Daarmee is informatie over effectiviteit goedtoegankelijk.Verder wordt gewerkt aan een systeem van certi-ficering van interventies voor de gehele jeugd-keten. Begin 2007 moet dat operationeel zijn.Vooruitlopend hierop is aan het SCO Kohn-

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 106

Page 3: 1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

jeugdzorg

107zorg & financiering > 7/8-2006

stamm Instituut opdracht verleend om te startenmet een beoordelingspanel voor jeugdzorginter-venties.De inspectie zal de uitvoering van de op effecti-viteit gerichte programma’s met grote belang-stelling volgen.

Doorbraak in de jeugdzorg

Het ministerie van VWS richt zich evenalsJustitie op doorlooptijden (van de indicatiestel-ling) en op initiatieven tot verbetering van dekwaliteit. Het project ‘ Doorbraak in de jeugd-zorg’, een methode om de lange wacht- en door-looptijden in de jeugdzorg drastisch terug tedringen, is hiervan een goed voorbeeld.De wachtlijsten bij de Advies- en MeldpuntenKindermishandeling, onderdelen van hetbureau jeugdzorg, dienden eind 2005 wegge-werkt te zijn, omdat de ernst van de problema-tiek van de kindermishandeling daartoe geredeaanleiding geeft. Daarom is de doorbraak-methode niet alleen ingezet bij de toegang vande bureaus jeugdzorg, maar ook bij de AMK’s.In verschillende rapportages van de inspectiekomt het knelpunt wacht- en doorlooptijden bijde AMK’s direct dan wel indirect naar voren.Om die reden onderschrijft de inspectie de doorVWS ingeslagen weg.

De inspectie wil verder nog wijzen op belangrij-ke initiatieven die door verschillende overhedenen vertegenwoordigende koepels (VWS, Justitie,IPO, interprovinciaal overleg, en VNG, Vereni-ging van Nederlandse Gemeenten) zijn aange-pakt; initiatieven die gericht zijn op het bereikenvan een sluitende keten van jeugdzorg. Naast deontwikkeling van het gemeentelijke jeugdbeleiden de aansluiting daarvan op de jeugdzorg,denkt de inspectie hier aan de aansluiting vanhet onderwijs en het bureau jeugdzorg, de aan-sluiting van het bureau jeugdzorg op het geïndi-ceerde zorgaanbod en de initiatieven binnen hetbureau jeugdzorg zelf om de verschillende func-ties goed op elkaar aan te laten sluiten. Een pro-

ces dat met kracht zal moeten worden voortge-zet.Een ander belangrijk initiatief is het komen totprestatie-indicatoren in de jeugdzorg. Op initia-tief van de ministeries van VWS en Justitie, hetIPO, de MOgroep en de inspectie zelf wordtgewerkt aan de ontwikkeling van prestatie-indi-catoren die inzicht bieden in de kwaliteit van hetprimaire proces. Het IPO trekt het traject vanuitwerking.

Kwaliteitsbeoordeling in de jeugdzorg

Een belangrijke ontwikkeling is dat de StichtingHarmonisatie Kwaliteitsbeoordeling in deZorgsector (HKZ) in 2005 samen met het velden in overleg met de inspectie het certificatie-schema voor instellingen voor jeugdzorg heeftuitgebracht, voor de toegang van bureaus jeugd-zorg, de aanbieders van geïndiceerde jeugdhulp-verlening en de jeugd-ggz. Het ministerie vanVWS heeft de inspectie gevraagd om vanaf 2007toezicht te houden op de werking van kwaliteits-systemen.

Samenvattend beeld van de jeugdzorg opgrond van het toezicht

Kinderen hebben recht op verantwoorde zorg.De inspectie stelt dat verantwoorde jeugdzorg inieder geval inhoudt dat de veiligheid van hetkind is gewaarborgd. Verder moet er een goedesamenwerking zijn tussen instellingen zodatkinderen en ouders niet tussen wal en schip val-len en moeten kinderen en ouders inbreng heb-ben bij het bepalen van de hulp. De inspectieverwacht dat instellingen systematisch werken.Dat is een voorwaarde voor effectief handelen,zodat kinderen daadwerkelijk beschermd engeholpen kunnen worden. Daarbij is het vanbelang dat instellingen voor jeugdzorg steedsnaar manieren blijven zoeken om hun hulpverle-ning aan kinderen en hun ouders te verbeteren.Deze paragraaf geeft een beeld van de kwaliteitvan de jeugdzorg op grond van het toezicht dat

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 107

Page 4: 1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

zorg

108 7/8-2006 > zorg & financiering

de inspectie in 2005 heeft verricht. Hierbij is hetvan belang te weten dat de grote landelijkeonderzoeken van de inspectie en enige uitge-breide onderzoeken naar aanleiding van cala-miteiten vooral plaats hebben gevonden bij debureaus jeugdzorg.Een uitgebreide weergave van de resultaten van2005 per onderzoek staat in Deel III van het jaar-verslag.De inspectie constateert in 2005 een aantal posi-tieve ontwikkelingen en ook een aantal risico’sen tekortkomingen in de kwaliteit van de jeugd-zorg.

Veiligheid van het kind

In vrijwel alle onderzoeken toetst de inspectie deveiligheid van het kind. Dit is het uitgangspuntvoor verantwoorde jeugdzorg. De inspectie ver-wacht dat jeugdzorginstellingen deze veiligheidte allen tijde kunnen waarborgen.De inspectie stelt vast:– dat jeugdzorginstellingen in het algemeen

zeker aandacht hebben voor de veiligheid vankinderen;

– dat veiligheid een belangrijk criterium is bijhet maken van afwegingen en het nemen vanbeslissingen.

Toch blijkt dat de veiligheid van kinderen nietaltijd gewaarborgd is. De inspectie concludeertdat er risico’s ontstaan:– als er verschillende instellingen bemoeienis

hebben met het kind (zie hieronder bij‘Samenwerking’);

– als er wachtlijsten bestaan, want dan komt hetvoor• dat de ernst van de situatie waarin het kind

verkeert niet direct wordt beoordeeld,• dat er onduidelijkheid is over wie tijdens de

wachttijd verantwoordelijk is voor het kind;– als er hulp wordt aangeboden door nieuwe

zorgaanbieders, waar niet altijd alle voor-waarden voor een veilig opvoedingsklimaataanwezig zijn.

Samenwerking

Samenwerking van voorzieningen is van grootbelang voor de kwaliteit van de hulpverlening.In alle onderzoeken waarbij meerdere instellin-gen betrokken zijn, kijkt de inspectie naar dezeonderlinge samenwerking. Het komt vaak voordat een gezin met meerdere instellingen tegelijkte maken heeft of dat de ene instelling de hulp-verlening van de andere overneemt. Het gaathier om de zogeheten ‘keten van voorzienin-gen’. De inspectie verwacht dan een sluitendeaanpak van de problemen van de cliënt. Desamenwerking moet vooral doorzichtig eneffectief zijn. Samenwerking is uiteraard geendoel op zich maar een middel om effectief zorgte kunnen bieden.De inspectie stelt vast dat er goede voorbeeldenvan samenwerking zijn:– waarbij bureaus jeugdzorg de regie over de

zorg voeren;– waarbij zij heldere en concrete afspraken

maken met ketenpartners;– waarbij face to face contact is met andere par-

tijen.Maar de inspectie constateert, evenals in 2004,dat er bij samenwerking risico’s ontstaan:– de continuïteit van de hulpverlening schiet

nog tekort. Wanneer instanties hun bemoeie-nis en verantwoordelijkheid overdragen aaneen andere instantie, gebeurt het nog te vaakdat instanties niet controleren of de zorgdaadwerkelijk is overgenomen;

– instellingen spreken elkaar nog te weinig aanop de overdracht van gegevens die cruciaalzijn voor de hulpverlening;

– instellingen die tegelijkertijd hulp verlenenaan een cliënt maken nog te weinig sluitendeafspraken waaruit duidelijk blijkt wie voorwelke zaken verantwoordelijk is.

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 108

Page 5: 1040 Jaarverslag 2005 Inspectie Jeugdzorg

jeugdzorg

109zorg & financiering > 7/8-2006

Inbreng van jeugdigen en ouders bij hetbepalen van de hulp

De inspectie verwacht dat jeugdigen en hunouders betrokken worden bij de hulpverlening.Hun inbreng is ook een voorwaarde voor verant-woorde zorg, omdat het belangrijk is dat zij zichkunnen vinden in de aanpak die wordt gekozen.De inspectie constateert de volgende positieveontwikkelingen:– cliënten worden meer betrokken bij de hulp-

verlening dan in het verleden het geval was,hoewel die betrokkenheid nog niet altijdgegarandeerd is;

– de inspectie ontvangt minder klachten vancliënten over hun inbreng in de hulpverle-ning;

– ruim twee derde van de bureaus jeugdzorgverricht onderzoek naar de tevredenheid vande cliënt.

De inspectie concludeert ook dat:– de mening van (oudere) kinderen onvoldoen-

de wordt gehoord;– het betrekken van de ouders van kinderen

voor wie een kinderbeschermingsmaatregelvan toepassing is, meer zorgvuldigheid ver-dient.

Systematisch werken aan verantwoorde zorg

De inspectie verwacht dat instellingen voorjeugdzorg systematisch en doelgericht werkenaan concrete resultaten. De instellingen moetenzich hierbij telkens afvragen of cliënten daad-

werkelijk geholpen zijn met de aangebodenhulp. Zij moeten hun hulpverlening evaluerenen op basis hiervan zo nodig hun manier vanwerken bijstellen.De inspectie vindt het een goede zaak dat:– binnen de jeugdzorg aandacht zichtbaar

wordt voor het ontwikkelen van kwaliteits-systemen; het gaat er daarbij om dat de zorgsystematisch beheerst, bewaakt en verbeterdwordt;

– de ontwikkeling naar certificering aandachtstimuleert voor systematisch werken binnende instellingen.

De inspectie signaleert nog tekortkomingenwaardoor risico’s ontstaan:– binnen instellingen is tijdige controle en stu-

ring vaak niet goed georganiseerd;– waar dit wel is geregeld, gebeurt de uitvoering

ervan vaak niet eenduidig, inzichtelijk enplanmatig;

– er wordt binnen instellingen onvoldoenderegie gevoerd over de inzet van hulpverleners;binnen instellingen wordt onvoldoende geë-valueerd en bijgesteld.

De inspectie is ervan overtuigd dat er door deinstellingen met veel inzet aan verbeteringwordt gewerkt.

Het gehele Jaarverslag 2005 van de Inspectiejeugdzorg is te downloaden van www.inspectie-jeugdzorg.nl. Bron: www.inspectiejeugdzorg.nl, 13 juni 2006<

Directeur-generaal Volksgezondheid Hans deGoeij heeft ZonMw 33 miljoen euro toegekendvoor een programma met de naam ‘Vroegtijdigesignalering en interventies’. Dat gaat lopen van2007-2012: per jaar is er 5,5 miljoen beschik-baar. Binnenkort gaat een snelle en pragmati-sche eerste ronde van start.

Van die 33 miljoen euro worden betere instru-menten ontwikkeld en geïmplementeerd omgedragsproblemen vroegtijdig op te sporen en tebehandelen. Met deze maatregel volgt VWS hetadvies hierover van de Inventgroep op.Bron: bericht Nieuwsbrief Julius Centrum, 18 september2006<

1041 33 miljoen euro extra voor onderzoek jeugd(gezondheids)zorg

ZenF-0708-06-n.qxd 12-10-2006 9:51 Pagina 109