1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert....

37
1. Inhoudsopgave Inleiding 2,3 Kaart 1: toelichting Bossche JOM kaarten 2000-2001 4,5 Bevolkingssamenstelling Kaart 2: netto gezinsinkomen (4-11) 8,9 Kaart 3: huur- of koopwoning (4-11) 10,11 Respondenteigenschappen Kaart 4: persoonlijke identificatie (12-17) 12,13 Leefbaarheid Kaart 5: rapportcijfer buurt (12-17) 14,15 Kaart 6: veiligheidsgevoel overdag (12-17) 16,17,18 Leefstijl Kaart 7: rapportcijfer jeugdactiviteiten gemeente (4-11) 20,22,23 Kaart 8: rapportcijfer jeugdactiviteiten gemeente (12-17) 21,22,23 Kaart 9: surfen op internet (12-17) 24,25 Gezinsomstandigheden en zelfstandigheid Kaart 10: beoordeling gedrag (12-17) 26,27 Fysieke gezondheid Kaart 11: beoordeling fysieke gezondheid (12-17) 28,29 Psychosociale gezondheid Kaart 12: beoordeling gevoelens (12-17) 30,31,32 Onderwijsdeelname Kaart 13: motivatie onderwijsdeelname (4-11) 33,34,35 Kaart 14: verzuim (4-11) 37,38 Kaart 15: lezen, Nederlands (4-11) 39,40 Kaart 16: rekenen, Wiskunde (4-11) 41,42 Jeugd Barometer Cohorten: jongerenprofielen 43,44

Transcript of 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert....

Page 1: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

1. Inhoudsopgave

Inleiding 2,3Kaart 1: toelichting Bossche JOM kaarten 2000-2001 4,5

BevolkingssamenstellingKaart 2: netto gezinsinkomen (4-11) 8,9Kaart 3: huur- of koopwoning (4-11) 10,11

RespondenteigenschappenKaart 4: persoonlijke identificatie (12-17) 12,13

LeefbaarheidKaart 5: rapportcijfer buurt (12-17) 14,15Kaart 6: veiligheidsgevoel overdag (12-17) 16,17,18

LeefstijlKaart 7: rapportcijfer jeugdactiviteiten gemeente (4-11) 20,22,23Kaart 8: rapportcijfer jeugdactiviteiten gemeente (12-17) 21,22,23Kaart 9: surfen op internet (12-17) 24,25

Gezinsomstandigheden en zelfstandigheidKaart 10: beoordeling gedrag (12-17) 26,27

Fysieke gezondheidKaart 11: beoordeling fysieke gezondheid (12-17) 28,29

Psychosociale gezondheidKaart 12: beoordeling gevoelens (12-17) 30,31,32

OnderwijsdeelnameKaart 13: motivatie onderwijsdeelname (4-11) 33,34,35Kaart 14: verzuim (4-11) 37,38Kaart 15: lezen, Nederlands (4-11) 39,40Kaart 16: rekenen, Wiskunde (4-11) 41,42

Jeugd Barometer Cohorten: jongerenprofielen 43,44

Page 2: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

2. Inleiding

De Bossche Jeugd- en Onderwijsmonitor (JOM) is ontstaan vanuit de wens van de gemeente ’s-Hertogenbosch en de Bossche instellingen, om nu en in de komende jaren een uniform beeld te krijgen van de ontwikkeling van de jeugd van 0 tot en met 24 jaar. Dit resulteerde in de ontwikkeling van een pragmatisch sociaal-wetenschappelijk onderzoeksinstrument. De omvang en beperkingen, randvoorwaarden en condities van de JOM zijn opgenomen in ‘Als de hertogen het jonge bos willen doorzien; Monitor voor jeugd en onderwijs van ’s-Hertogenbosch; onderzoeksplan JOM’. Tevens is er een handleiding bij de Bossche JOM beschikbaar.

De JOM bestaat uit twee groepen onderzoeken: het generieke onderzoek en het diepte onderzoek. Het generieke deel bestaat uit 4 categorieën:

JOM 1: vragenlijsten ingevuld door ouders van kinderen van 0 tot en met 11 jaar; JOM 2: vragenlijsten ingevuld door jongeren van 12 tot en met 24 jaar; JOM 3: interviews met jongeren van 6 tot en met 24 jaar; JOM 4: gesprekken met sleutelfiguren over kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot en

met 24 jaar.Het generieke onderzoek omvat (naast respondentkenmerken) tien onderzoeksgebieden die relevant zijn in de ontwikkeling van de jeugd: gezinsomstandigheden, fysieke gezondheid, onderwijsdeelname, sociaal netwerk, toekomstperspectief, psychosociale gezondheid, voorzieningen, vrije tijdsbesteding, seksualiteit en leefstijl.De diepte onderzoeken bestaan uit onderzoek naar leerling-resultaten (Cito) en de sociaal-emotionele ontwikkeling (SESL) van leerlingen voor de basisschoolleeftijd.

De JOM kent een onderzoekscyclus van twee jaren. Dit rapport geeft een geografisch beeld en beschrijving van de finale resultaten van de eerste JOM-cyclus (2000-2002). Het onderzoek is gebaseerd op een aselecte steekproef, waarvan de respons als volgt verdeeld is:

3. Leeftijdscategorie 4. Respons-rate 5. Absolute respons0 – 3 jarigen 67% 6014 – 11 jarigen 67% 154612 – 17 jarigen 45% 75818 – 24 jarigen 30% 400

Het generieke onderzoek, en in het bijzonder de kwantitatieve onderzoeksresultaten, levert op 2 manieren resultaten en conclusies voor de beantwoording van beleidsvragen.Ten eerste worden een aantal belangrijke kenmerken uit een bepaald onderzoeksgebied geselecteerd en geografisch per wijk in beeld gebracht1. De responsgegevens zijn geanalyseerd per postcodegebied; clustering van postcodegebieden geeft een indicatie van de stand van zaken per wijk. De geografische kaarten worden begeleid door teksten, waarin de resultaten van de bijbehorende analyses zijn weergegeven. Er worden een drietal vergelijkingen gemaakt:

a. Per leeftijdscategorie en per kenmerk wordt voor de gehele stad de stand van zaken in percentages weergegeven;

1 De keuze om een bepaald kenmerk in geografisch beeld te brengen is gebaseerd op: de relevantie van het betreffende kenmerk voor de ontwikkeling van de jeugd; de relevantie van bepaalde kenmerken voor de ontwikkeling van jeugd- en onderwijsbeleid; resultaten die opvallen en waarvoor een nadere verklaring wenselijk is.

Page 3: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

b. Elk postcodegebied wordt vergeleken met het gemiddeld resultaat van de gehele stad (in procenten). Elke wijk wordt ingekleurd afhankelijk van het resultaat van de genoemde vergelijking. De score kan goed (groen) zijn, matig (geel) of slechter (rood) dan in vergelijking met de gehele stad.

c. Indien de verdeling over de responsmogelijkheden van een bepaald kenmerk normaal verdeeld is, dan wordt een vergelijking gemaakt met een standaard normale verdeling (bij gebrek aan vergelijkbare landelijke gegevens). Dit is als verwachting geformuleerd.

Daarnaast wordt de multiple regressietechniek gebruikt om verschillende kenmerken uit verschillende onderzoeksgebieden in relatie met elkaar te brengen, teneinde te kunnen bepalen welke kenmerken in meerdere of mindere mate van invloed zijn.

Ten tweede worden leeftijdsprofielen in beeld gebracht. Van elke leeftijdscategorie (0-3, 4-11, 12-17, 18-24 jaar) is de middelste groep (cohort) genomen (2, 7, 15 en 21 jaar). De volgende Jeugd Barometer kenmerken zijn weergegeven:

Motivatie onderwijsdeelname Waardering kindercentra Motivatie arbeidsdeelname Onderwijsresultaten lezen/Nederlands Onderwijsresultaten rekenen/Wiskunde Beoordeling fysieke gezondheid Beoordeling gevoelens Beoordeling gedrag Beoordeling woning Rapportcijfer activiteiten gemeente Aanvangsleeftijd alcoholgebruik Aanvangsleeftijd roken Beoordeling aantal vrienden Realisatie geslachtsgemeenschap Beoordeling bezigheden Beoordeling veiligheidsgevoel Rapportcijfer buurt Beoordeling toekomstperspectief

Op deze wijze krijgt men inzicht in de ontwikkeling van de jeugd, bij het vorderen van de leeftijd.

In de teksten die de geografische kaarten begeleiden, zijn de resultaten van het generieke onderzoek (JOM 1 tot en met 4) opgenomen. Tevens zijn, indien relevant, ook conclusies weergegeven uit de diepte onderzoeken en andere bronnen (zie bronvermelding).De Bossche JOM-kaarten zijn indicatief van aard. Indien specifieke beleidsvragen in het onderhavige rapport niet of slechts gedeeltelijk aan bod komen, dan kunnen op verzoek nadere analyses uitgevoerd worden.

Tot slot: het verdient aanbeveling om de toelichting bij de Bossche JOM-kaarten grondig te lezen, alvorens de geografische kaarten en bijbehorende teksten te bestuderen. Dit komt een juiste interpretatie van de getoonde resultaten ten goede!

Toelichting Bossche JOM kaarten 2000-2001 (kaart 1)

Page 4: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Toelichting bij de verslaglegging en weergave van de finale onderzoeksresultaten Jeugd- en Onderwijs Monitor (JOM) 2000-2001

De kaarten Kenmerk: Hier wordt de vraag (item) uit de betreffende vragenlijst weergegeven. Respondent: Hier wordt weergegeven welke groep gerespondeerd heeft. Leeftijdscategorie: Hier wordt weergegeven (voor) welke leeftijdscategorie gerespondeerd (is) heeft. Kaartkleuren: Postcodegebieden (vier nummers) worden ingekleurd (rood, geel of groen). Bij sommige

kaarten wordt gebruik gemaakt van twee kleuren, bijvoorbeeld bij type woning (huur- en koopwoning). Voor toelichting kleuren zie “Geografische weergave resultaten”.

Opmerking(en): Iedere eerste opmerking betreft de interpretatie van de gekleurde postcodegebieden. Indien van toepassing of noodzakelijk zijn specifieke opmerkingen per kaart weergegeven.

Geografische weergave resultaten: Standaard is gekozen voor inkleuring per postcodegebied (vier nummers). De gemeten waarde per postcodegebied is vergeleken met het totale gemeentelijke percentage per categorie, te beginnen met de laagste of ‘slechtste’ antwoordcategorie. In de rood gekleurde postcodegebieden is het gemeten percentage van de ‘slechtste’ antwoordcategorie hoger dan het totale gemeentelijke percentage in die antwoordcategorie. In de geel gekleurde postcodegebieden is het gemeten percentage van de ‘middelste’ antwoordcategorie hoger dan het totale gemeentelijke percentage in die antwoordcategorie. De overige postcodegebieden worden groen ingekleurd (rest). In de wit/grijze postcodegebieden is het responspercentage en/of de bewoningsgraad te laag, waardoor geen meetgegevens beschikbaar zijn.

Postcodegebieden in relatie tot de wijkindeling: Grofweg kan gesteld worden dat door samenvoeging van specifieke postcodegebieden een beeld per wijk ontstaat. Op deze manier is de verdeling van een bepaald kenmerk per wijk zichtbaar. Er zijn echter postcodegebieden die in 2 of meerdere wijken kunnen voorkomen (bijvoorbeeld 5245: zowel Rosmalen noord, de Groote Wielen als Empel).

Bebouwing: Doordat de bebouwing als grijstint op de achtergrond is weergegeven, kan men een beeld krijgen van de bevolkingssituatie.

De resultaten en conclusies (teksten) Algemeen: Onder elke kaart wordt volgens een bepaald stramien nadere informatie verstrekt over het

behandelde kenmerk. Uitgangspunt: Het uitgangspunt betreft het kenmerk (item) en de groep (respondent en leeftijdscategorie) die

geografisch in beeld zijn gebracht. Tabel: In de eerste tabel zijn responspercentages (%) per antwoord- en leeftijdscategorie van de totale

steekproef in de gemeente ’s-Hertogenbosch weergegeven. De leeftijdscategorie die geografisch op de bijbehorende kaart is afgebeeld, is in de tabel vet gedrukt. Soms worden tabellen met extra informatie toegevoegd, indien relevant voor het betreffende kenmerk. De conclusies betreffen de specifieke leeftijdscategorie van het geformuleerde uitgangspunt en (dus ook) de bijbehorende geografische kaart. Indien resultaten van andere leeftijdscategorieën worden weergegeven, dan wordt dit uitdrukkelijk tussen haakjes vermeld. Voor alle duidelijkheid wordt het responsaantal (n) bij iedere tabel apart vermeld. Dit is de totale respons in de betreffende leeftijdscategorie. Per kenmerk kan het responsaantal verschillen (bijvoorbeeld door ontbrekende antwoorden). Echter, omdat dit rapport een indicatieve en pragmatische waarde heeft, is ervoor gekozen het detailniveau te beperken en niet overal het specifieke responsaantal te vermelden.

Normale verdeling en verwachting: Indien de respons op het kenmerk in de steekproef normaal verdeeld is, dan is in de eerste tabel ook een verwachting (in percentages) weergegeven. Met behulp van een

Page 5: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

verwachting kan het resultaat per wijk of postcodegebied vergeleken en beoordeeld worden. De verwachting wordt als standaard genomen, in plaats van vergelijkbare, ontbrekende landelijke gegevens. Er is voor de volgende verwachtingen, in 3 categoriën gekozen:-84% van de respondenten scoort hoger dan een ½ standaarddeviatie (std) onder het gemiddelde;-13,5% van de respondenten scoort tussen een ½ std onder en 1½ std onder het gemiddelde;-2,5% van de respondenten scoort lager dan 1½ std onder het gemiddelde.

Resultaten (analyses): Voor zover beschikbaar, relevant en statistisch significant, worden resultaten weergegeven op basis van de volgende analyses:- frequentie (aantal en percentages)- verschillen (kruistabel en variantie-analyse)- samenhangen (correlatie en multiple regressie)

Conclusies: De conclusies zijn in de eerste plaats gebaseerd op de resultaten van JOM 1 en 2. Deze worden gecomplementeerd met de resultaten van JOM 3 en 4, CBS-gegevens, resultaten uit het cohortonderzoek (leerlingresultaten), sociaal-emotionele screeningslijst en andere beschikbare bronnen.

NB. Beleidsaanbevelingen:De resultaten en conclusies kunnen aanleiding geven tot beleidsinterventies, gericht op bepaalde leeftijdscategorieën of wijken (postcodegebieden) in de gemeente ’s-Hertogenbosch (beleidsrelevante gebieden). Dit rapport is echter geschreven met het doel om de resultaten van JOM 2000-2002 overzichtelijk weer te geven, en hieruit conclusies te trekken op grond van statistische analyses. De formulering van concrete beleidsinterventies en initiatieven hiertoe behoren tot het takenpakket van specifieke deskundigen en verantwoordelijken (beleidsmedewerkers). Indien beleidsmedewerkers van gemeenten en/of andere instellingen vragen hebben die niet of onvoldoende in dit rapport aan bod komen, dan is het mogelijk nadere analyses uit te voeren op het gegevensbestand van JOM 2000-2002. Hiertoe kan men zich wenden tot de projectleider JOM bij de gemeente ’s-Hertogenbosch.

Meer informatieGemeente ’s-HertogenboschAfdeling Jeugd en OnderwijsDrs. Mark SterkePostbus 123455200 GZ ‘s-Hertogenbosch073-6159366/9074

Page 6: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Bevolkingssamenstelling (kaart 2)

Uitgangspunt: netto gezinsinkomen, ouders/verzorgers 4-11 jarigen

Leeftijdscategorie Minder dan € 998,32

Tussen € 998,32 en € 1905,88

Meer dan € 1905,88

Weet niet

Aantal (n)

0 – 3 7,6% 35,6% 56,8% - 6014 – 11 10,9% 38,2% 50,9% - 154612 – 17 7,6% 23,1% 34,7% 34,6% 76818 – 24 8,7% 22,6% 41,1% 27,7% 400

Onderlinge samenhangen (4-11) tussen gezinsinkomen en andere kenmerken, in volgorde van belangrijkheid (multiple regressie; matige samenhangen; van hoog naar laag): Rapportcijfer woning Rapportcijfer buurt Mate van sportbeoefening Verveling

Arbeidssituatie (Ouders/verzorgers 4-11)Type werk Respondent PartnerBetaald werk, meer dan 33 uur 18,8% 71,9%Betaald werk, 18-32 uur 25,3% 10,9%Betaald werk, minder dan 18 uur 19,7% 3,8%Werkloos 1,1% 0,7%Arbeidsongeschikt 2,7% 1,3%

Deelname aan peuterspeelzaalwerk en kinderopvang naar inkomen (0-3)Inkomen Peuterspeelzaalwerk KinderopvangMinder dan € 998,32 10,1% 1,5%Tussen € 998,32 en € 1905,88 41,1% 15,8%Tussen € 1905,88 en € 2813,44 34,5% 52,0%Meer dan € 2813,44 14,3% 30,6%NB. Het aantal respondenten waarvan het kind deelneemt aan het peuterspeelzaalwerk en/of de kinderopvang is

respectievelijk 168 en 196.

Conclusies (JOM 1 en 2; 4-11) In 8 van de 25 postcodegebieden heeft meer dan 11% van de gezinnen (4-11 jarigen) een netto

gezinsinkomen lager dan € 1000,00 per maand. Er zijn uiterst matige samenhangen tussen inkomen en het grote aantal kenmerken. Kleine aanwijzingen

bestaan voor een samenhang tussen activiteiten door respondenten en inkomen, beoordeling van de eigen woning, en inkomen en leefbuurt en inkomen (zie ook huur- en koopwoning).

Er is bijna geen werkloosheid en arbeidsongeschiktheid onder de ouders van basisschooljeugd.

Conclusie (JOM 1 en 2; 18-24)

Page 7: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

De groep 18-24 jarigen heeft voor iets minder dan de helft een volledige opleiding genoten en ongeveer 1/3 heeft een volledige baan. De rest heeft een parttime baan al of niet in combinatie met een opleiding. De werkloosheid onder jongeren (18-24) is laag.

Page 8: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Bevolkingssamenstelling (kaart 3)

Uitgangspunt: huur- of koopwoning, ouders/verzorgers 4-11 jarigen

Leeftijdscategorie Huurwoning Koopwoning Aantal (n)4-11 34,3% 65,7% 1546

Rapportcijfers woning, buurt, “wat gemeente doet voor de jeugd (jeugdwerk)” (4-11)Rapportcijfer Huurwoning Koopwoning

Gem. Std Gem StdWoning 7,1 1,6 8,2 1,0Buurt 6,8 1,8 7,9 1,2“Jeugdwerk” 6,0 1,7 6,6 1,2

Combinatie huur/koopwoning met inkomen (4-11)Inkomen Huurwoning KoopwoningMinder dan € 998,32 97,4% 2,6%Tussen € 998,32 en € 1905,88 47,3% 52,7%Tussen € 1905,88 en € 2813,44 13,0% 87,0%Meer dan € 2813,44 5,9% 94,1%

Conclusies (JOM 1 en 2; 4-11) In 11 van de 25 postcodegebieden woont meer dan 34,3% van de bewoners (4-11) in een huurwoning. Ongeveer eenderde van de bevolking woont in een huurhuis en tweederde in een koopwoning. De rapportcijfers voor de eigen woning, de eigen leefbuurt en dat wat de gemeente doet voor de jeugd zijn

voor de eigen woningbezitter beduidend hoger. Naar mate het inkomen stijgt neemt het aantal bewoonde huurwoningen af en neemt het aantal

koopwoningen toe.

Page 9: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Respondent eigenschappen (kaart 4)

Uitgangspunt: persoonlijke identificatie, 12-17 jarigen

Leeftijdscategorie: Nederlands Anders Aantal (n)12 – 17 93,7% 6,3% 76818 – 24 96,4% 3,6% 400

Kenmerken (12-17 jarigen)Nederlands

(n=720)Anders(n=48)

Inkomen ouders (rapportage door 12-17 jarigen)Minder dan € 1000 5,8% 27,0%€ 1000 - € 1909 22,7% 27,0%€ 1909 - € 2818 23,5% 11,1%Meer dan € 2818 12,9% 6,3%

Weet niet 35,2% 28,6%Goede gezondheid 89,8% 88,7%Goede psychosociale gezondheid 83,4% 80,0%Onderwijsdeelname per schoolsoortBasisonderwijs 5,7% 6,7%Svo 4,8% 6,7%Vbo – Ivbo – Vmbo 13,4% 16,7%Mavo – Vmbo-t 22,9% 26,7%

Havo – vwo 42,3% 26,7%ROC 4,1% 8,3%Hbo 0,8% -Anders 6,2% 8,3%Totaal 100% 100%

Motivatie onderwijsdeelname(sterk) mee eens 83,9% 77,8%OnderwijsleerresultaatLezen/Nederlands 76,2% 75,3%

Rekenen/wiskunde 60,2% 55,3%

Nederlands(n=720)

Anders(n=48)

Ik doe meestal wat mijn ouders mij zeggen (sterk) mee eens

79,5% 87,5%

Insluiping met doel diefstal: nee 98,9% 98,4%Iemand met mes of wapen verwond: nee 99,6% 98,4%Diefstal uit winkel: nee 96,3% 93,8%Betrapt of (op)gepakt door politie (ja) 9,3% 12,5%Veiligheidsgevoel overdag: (sterk) mee eens 71,1% 74,6%Verveel je je wel eens? Heel vaak 5,0% 7,8%Vind je dat je genoeg vriend(inn)en hebt? Ja 94,0% 88,5%

Conclusies (JOM 1 en 2; 12-17)

Page 10: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

In 9 van de 25 postcodegebieden identificeren meer dan 6,3% van de respondenten zichzelf als niet-Nederlands of ‘anders’.

Een klein deel van de bevolking identificeert zichzelf als niet-Nederlands (genoemd ‘anders’) De inkomensverdeling tussen Nederlanders en anderen is verschillend: Nederlandse ouders hebben een

evenwichtigere verdeling dan de ouders van ‘anderen’. Ouders van ‘anderen’ hebben gemiddeld een lager inkomen dan ouders van ‘Nederlanders’.

Onderwijsdeelname naar schoolsoort: Nederlanders hebben een evenwichtigere verdeling dan de ‘anderen’. ‘Anderen’ maken wat meer gebruik van het SVO, VBO, ROC en MAVO en duidelijk minder van het HAVO/VWO.

Bij een groot aantal kenmerken zijn de verschillen tussen Nederlanders en ‘anderen’ minimaal; ‘anderen’ hebben echter vaker wat minder ‘positieve’ scores (zie percentages). Let wel: het respondentaantal van ‘anders’ is beduidend lager dan van ‘Nederlands’.

De ‘anderen’ zijn gehoorzamer naar hun ouders toe.

Opmerking De succesvolle interventies worden per kenmerk genoemd in JOM 4 voor beide identificaties.

Page 11: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Leefbaarheid (kaart 5)

Uitgangspunt: rapportcijfer buurt, 12-17 jarigen

Leeftijdscategorie Gemiddelde Standaard-deviatie

Aantal (n)

0 – 3 7,6 1,44 5514 – 11 7,5 1,54 151012 – 17 7,1 1,85 72318 – 24 6,7 1,75 396

Voorzieningen die gemist worden in de buurtLeeftijd Opvang Veld Speel-

tuinKinder-boerderij

Skate-baan

Plein Café Beschutte plek

0 – 3 4,7% 13,0% 14,6% 21,1% - - - -4 – 11 - 31,8% 28,6% - 21,0% - - -12 – 17 - 13,0% - - 22,4% 18,0% - 29,6%18 - 24 - 10,3% - - 8,3% 10,0% 20,0% 8,5%

Conclusies (JOM 1 en 2) Het gemiddelde rapportcijfer voor de buurt is (in alle leeftijdscategorieën) voldoende. In 2 van de 25 postcodegebieden ligt het gemiddelde rapportcijfer (12-17) tussen 4,3 en 6,2; in de overige

postcodegebieden (behalve 5222) ligt het gemiddelde rapportcijfer hoger dan 6,2. Naarmate de leeftijd vordert neemt de tevredenheid over de buurt af. De 12-17 jarigen missen in hun buurt een veld, skatebaan, plein of beschutte plek.

Conclusie (JOM4) Sleutelfiguren maken zich zorgen omtrent ruimtegebrek om te spelen.

Opmerkingen zie tevens veiligheidsgevoel overdag 12-17 jarigen, kaart 6. Conclusies over vrijtijdsbesteding en gebruik van voorzieningen zijn opgenomen in de conclusies over leefstijl (kaart 7

en 8).

Page 12: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Leefbaarheid (kaart 6)

Uitgangspunt: veiligheidsgevoel overdag, 12-17 jarigen(‘Ik voel me overdag wel eens niet veilig’)

Leeftijdscategorie (Sterk) mee

oneens

Mee eens

Sterk mee eens

Aantal (n)

Verwachting volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%0 – 31 57,8 35,7 6014 – 111 74,1 25,9 154612 – 17 71,4 25,3 3,3 76818 – 24 66,2 29,2 4,5 4001 Respondenten: ouders, ander type vraag; zie handleiding.

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt zijn: Ik voel mij vaak onzeker (correlatie = 0,25) Ik voel mij ’s avonds wel eens niet veilig (correlatie = 0,43)

Percentage Respondenten(n=768; 12-17)

Strafbare feiten gepleegd Bekladden en graffiti 6,7% Lastigvallen en bedreiging 4,2% Wapen bij je dragen 4,1% Winkeldiefstal 3,9% Diefstal school/studie/werk 3,8%Overige feiten scoren lager dan 3,8%.

Veiligheidsaspecten Ben je wel eens betrapt of (op)gepakt door de politie? 9,5% Doorverwijzing naar HALT-bureau 4,9% Vaker een strafbaar feit gepleegd 6,7%

SlachtoffersWat is mij overkomen (de laatste 12 maanden) Andere spullen gestolen 13,0% Bromfiets/scooter gestolen 11,1% Bedreiging 8,9% Vernieling 8,7% Geld gestolen 6,0% In elkaar geslagen 3,6%

Page 13: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Conclusies (JOM 1 en 2; 12-17) In 11 van de 25 postcodegebieden is meer dan 3,3% van de respondenten het sterk eens met de uitspraak ‘ik voel me

overdag wel eens niet veilig’. In 11 andere postcodegebieden is meer dan 25,3% het eens met bovenstaande uitspraak. Jongeren voelen zich regelmatig buitenshuis/op straat onveilig, in ernstigere mate geldt dit voor meisjes. Ze zijn

slachtoffer op voornamelijk twee terreinen: een groot aantal jongeren is wel eens bedreigd en diefstal van spullen zoals auto, (brom-)fiets en/of scooter.

De onveiligheidsgevoelens kunnen niet verklaard worden door gepleegde criminaliteit. Het lijkt erop dat persoonlijke kenmerken en buurtkenmerken mogelijke oorzaken zijn voor deze onveiligheidsgevoelens.

In het algemeen komt het beeld naar voren dat ouderen vaker dan jongeren en jongens vaker dan meisjes zich schuldig maken aan strafbare feiten. Vooral jongens worden betrapt en/of opgepakt. Vooral opgepakte jongens zijn, naarmate de leeftijd vordert, recidivist.

Conclusie (JOM 1 en 2; 0-12) Ouders van jonge kinderen beoordelen de verkeerssituatie als minder veilig. Deze ouders zijn ontevreden over de

kwaliteit en veiligheid van speelterreinen (onoverzichtelijk, aan het water en/of onveilige speeltoestellen).

Conclusies (JOM 3 en 4) In interviews met jongeren wordt vaker (dan in JOM 2) crimineel gedrag toegegeven. Sleutelfiguren zien de tendens dat de criminaliteit verhard. Oorzaken criminaliteit onder jongeren bestaan volgens sleutelfiguren uit: verveling, meedoen met vrienden om erbij te

horen, gebrek aan grenzen en het vervagen van de normen en waarden. Succesvolle interventies om (herhaling van) crimineel gedrag te voorkomen:

- Bureau Halt- Meteen straffen op maat- Politiebezoek op school- Jeugd preventie projecten (Bureau Jeugdzorg)- Jongerenwerk.

Conclusie (overige bronnen) In vergelijking met landelijke cijfers (CBS; 19992) is de Bossche jeugd minder crimineel (zelfrapportage3).

2 CBS; Jeugd 1999; Cijfers en feiten3 JOM 3; ’s-Hertogenbosch 2000-2002

Page 14: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Leefstijl (kaart 7 en 8)

Uitgangspunt kaart 7: rapportcijfer gemeente voor wat er voor de jeugd gebeurt,

ouders/verzorgers 4-11 jarigen

Verdeling kaart 7 (4-11 jarigen):Groen gem. > 5,7Geel 4,3 ≥ gem. ≥ 5,7Rood gem. < 4,3

Uitgangspunt kaart 8: rapportcijfer gemeente voor wat er voor jongeren gebeurt, 12-17

jarigen

Verdeling kaart 8 (12-17 jarigen):Groen gem. > 5,5Geel 3,7 ≥ gem. ≥ 5,5Rood gem. < 3,7

Rapportcijfer activiteiten gemeente (jeugdwerk)Leeftijdscategorie Gemid. Std Aantal (n)0 – 3 6,4 - 1 5514 – 11 (kaart 7) 6,4 1,42 142412 – 17 (kaart 8) 6,3 1,76 70118 – 24 6,2 1,54 3531 geen standaarddeviatie in verband met berekening van 2 gemiddelden (categorieën 0 – 1½ jarigen en 1½ -3 jarigen).

Conclusies vrijetijdsbesteding en voorzieningen (JOM 1 en 2; 0-11) Ouders van jonge kinderen zijn in het algemeen tevreden over de voorzieningen in de buurt. Een gewenste aanvulling

op de beschikbare voorzieningen is: ruige en groene speelterreinen (hutten bouwen), zwemvoorzieningen, een dierenparkje of dierentuin en activiteiten.

De jongste groep kinderen heeft een grote verscheidenheid aan vrijetijdsbesteding. De kinderen spelen vaak binnen of in de tuin. De helft van de kinderen leest graag boeken of tijdschriften. De meeste

kinderen spelen veel buiten; tikkertje, verstoppertje, fietsen. Of ze gaan naar plekken waar meer kinderen zijn. Zomers mogen de meesten tot 20.00 uur buiten spelen. Als het eerder donker is, moeten ze thuis zijn. Deze kinderen sporten niet veel in wedstrijd/teamverband.

Sleutelfiguren maken zich zorgen omtrent ruimtegebrek om te spelen (JOM4).

Conclusies vrijetijdsbesteding en voorzieningen (JOM 1 en 2; 12-24) De jongeren zijn voldoende tevreden met wat de gemeente voor jongeren doet. Deze tevredenheid neemt wat af naarmate de leeftijd vordert.

Page 15: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Vrijwel alle jongeren vinden 's-Hertogenbosch een leuke stad. Het gaat dan met name om kenmerken als buurthuizen, winkels, kermis, eigen buurt. Toch missen de jongeren nog wel een aantal zaken zoals een plek voor kinderen/jongeren om overdekt met elkaar buiten te zijn, paintball, karten, langere openingstijden buurthuis.

De jongeren kennen meestal twee soorten vrijetijdsbesteding. Binnenshuis wordt er veel tv gekeken of op de computer gespeeld. Lezen omvat meestal het lezen van strips/tijdschriften. Buitenshuis sporten veel kinderen (al dan niet clubgebonden), hangen rond met vrienden en praten veel samen.

Slechts weinig jongeren vervelen zich, verveling neemt enigszins toe naarmate de leeftijd vordert. De grootste groep jongeren sport meerdere keren per week. Naarmate kinderen ouder worden, worden zij vaker lid van

een sportvereniging. Bij 12 jaar is 60 à 70% lid van een sportvereniging. Daarna neemt het weer wat af. De oudere jeugd kijkt elke dag tv of video, luistert muziek, belt met vriend(inn)en en leest. De oudere groep jongeren

maakt voor slechts een klein deel gebruik van een coffeeshop. De brugklassers surfen veel op internet en spelen computerspelletjes en zijn druk met hun hobby bezig. Alle jongeren bezoeken vaak vrienden, bioscoop of theater en maken gebruik van een snackbar. De jongste groep

jongeren (12-17 jaar) hangt rond op straat en de wat ouderen bezoeken discotheek, feestjes/parties, popconcerten en cafe.

Jongeren wensen meer uitgaansgelegenheden om naar toe te gaan (diverse typen disco’s). Deze wensen zijn in overeenstemming met het Alexander participatie onderzoek.

Meer dan 80% van alle jongeren gaat op vakantie.

Conclusies leefstijl/(on)gezond gedrag (JOM 1 en 2; 0-24) De meerderheid van alle jongeren gebruikt 5 keer of meer per week een ontbijt en een warme maaltijd. Bij kinderen vanaf 12 jaar neemt roken/alcoholgebruik sterk toe naarmate de leeftijd vordert. Een kwart van de jongens

van 12 á 13 jaar drinkt al alcohol, meisjes wat minder vaak. Jongens gokken vaker dan meisjes. Onder jongeren is er een matig gebruik van hasj en marihuana; 13% van de jong volwassenen (18-24 jaar) gebruiken.

Zij gebruiken in beperkte mate harddrugs. 60% van de ouders accepteert het gebruik van alcohol en in mindere mate het roken. Zelfrapportage van ouders geeft aan dat zij voor 25 à 33% regelmatig sigaretten roken. Jongeren geven aan voldoende vriend(inn)en te hebben. Vaste relaties nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Geslachtsgemeenschap start bij de leeftijd van ongeveer 14 jaar en neemt toe naarmate de leeftijd vordert. Ongewilde

seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna 40% van alle vrouwen voor hun 16e levensjaar één of meer negatieve ervaringen met seksueel misbruik.

De redenen waarom in een aantal gevallen geen condoom wordt gebruikt zijn:- jongeren vertrouwen elkaar;- het gebruik van de pil;- het hebben van vaste verkering;- en bij jongens van 12-17 speelt ook een rol dat ze er geen bij zich hebben.

Conclusies sleutelfiguren (JOM 4) Op de vraag welke voorzieningen de sleutelfiguren missen in de gemeente 's-Hertogenbosch wordt door negen

sleutelfiguren aangegeven dat ze ruimtes missen waar jongeren bij elkaar kunnen komen, elkaar kunnen ontmoeten en doen waar ze zin in hebben. Hierbij wordt gedacht aan bijvoorbeeld een binnenaccommodatie, waar ze muziek kunnen draaien, graffiti kunnen spuiten of kunnen kletsen, of aan een hangplek buiten. Ook skate-baantjes en speelruimtes in de wijk (speeltuintjes, veldjes) en (openbare) zwemgelegenheden worden gemist in 's-Hertogenbosch.

Page 16: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Ook aan de verkeersveiligheid in 's-Hertogenbosch moet iets gedaan worden. Het aantal verkeersveilige plekken moet volgens de sleutelfiguren worden vergroot.

Ten slotte geeft één van de sleutelfiguren aan een infotheek te missen, waar jongeren naar toe kunnen voor vragen over allerlei onderwerpen, zoals werk, opleiding, hulpverlening en muziek.

Concluderend kunnen we zeggen dat er in de gemeente 's-Hertogenbosch verschillende succesvolle interventies zijn die werken voor kinderen en jongeren. Veel genoemde succesvolle interventies op het gebied van opvoeding en psychosociale gezondheid zijn projecten van de GGZ, Bureau Jeugdzorg en de Thuiszorg. Ook de opvoedingswinkel is succesvol te noemen, ook al worden niet alle risicogroepen bereikt.

Op het gebied van veiligheid, riskant gedrag en criminaliteit doet de politie goed werk. Zij werken wijkgericht en zoeken de jongeren op in de wijken en op scholen.

Door de sleutelfiguren worden verschillende suggesties gegeven van wat er in de gemeente 's-Hertogenbosch volgens hen verbeterd zou kunnen worden voor kinderen en jongeren.

- Ten eerste wordt op verschillende gebieden aangegeven dat men meer samenwerking wil met andere instellingen. De instellingen waar men op doelt zijn onder andere scholen, gemeente, politie, hulpverlening en jongerenwerk.

- Ook wordt belangrijk gevonden om scholen te betrekken bij verschillende dingen, zoals voorlichtingen over pesten, weerbaarheidstrainingen en opvoedingsondersteuning. Een school is namelijk een belangrijke plaats om kinderen en jongeren te bereiken. Probleem hierbij is dat scholen nu al een overvol programma hebben en vaak te kampen hebben met geld- en personeelstekorten.

- Verder wordt aangegeven dat het belangrijk is om op jonge leeftijd met interventies te beginnen. Deze interventies dienen dan vooral preventief van aard te zijn. Te denken valt aan voorlichtingen in de hoogste groepen van het basisonderwijs over bijvoorbeeld alcohol en drugs of criminaliteit.

- Ten slotte missen de sleutelfiguren voor jongeren vooral een ruimte in 's-Hertogenbosch waar ze elkaar kunnen ontmoeten en waar ze kunnen doen waar ze zin in hebben.

- Voor jonge kinderen worden in sommige wijken peuterspeelzalen gemist. Er zijn wijken waar helemaal geen peuterwerk is, en wijken waar er te weinig peuterwerk is, waardoor er lange wachtlijsten zijn.

Page 17: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Leefstijl (kaart 9)

Uitgangspunt: surfen op internet, 12-17 jarigen

Computerspelletjes / Surfen op internetLeeftijdscategorie Zelden/nooit 1-4 x per maand Meer/vaker Aantal (n)4 – 11 1 14,7 22,9 62,4 154612 – 17 2 30,9 21,4 47,6 76818 – 24 2 27,1 22,8 50,1 4001 gebruik computerspelletjes2 surfen op internet

Conclusies (JOM 1 en 2; 4-24) De helft van alle jongeren van 4-24 jaar gebruikt de computer voor spelletjes en/of surfen op internet. Dit gebruik is weinig inkomensafhankelijk.

Page 18: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Gezinsomstandigheden en zelfstandigheid (kaart 10)

Uitgangspunt: beoordeling gedrag, 12-17 jarigen‘ik doe meestal wat mijn ouders zeggen’

Leeftijdscategorie (Sterk) mee eens

Mee oneens

Sterk mee oneens

Aantal (n)

Verwachting volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%4 – 11 74,9 23,9 1,3 154612 – 17 80,2 17,9 1,9 768

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt: Ik ben opstandig of ongehoorzaam (correlatie = -0,3) Ik ben gemotiveerd om in de lessen mee te doen (correlatie = 0,3)

Omgangskenmerken in het gezin (12-17 jarigen) (sterk) mee eens De sfeer thuis is goed 92,2% Ik mag zelf bepalen wat ik doe; mijn ouders laten mij daar vrij in 38,8% Als ik problemen heb, is er wel iemand waar ik naar toe kan gaan 90,1%

Voorspellende kenmerken (in volgorde van meer naar minder invloed): Ik overleg met mijn ouders over veel beslissingen Ik ben vaak zeer opgewekt Ik ben gemotiveerd om in de lessen mee te doen Ik word veel gepest De sfeer thuis is goed

Omgangskenmerken in het gezin (4-11 jarigen) (sterk) mee eens Ik mag zelf bepalen wat ik doe; mijn ouders laten mij daar vrij in 18,6% Ik leg vaak uit aan mijn kind waarom ik iets verbied of vraag 96,2% Ik overleg veel met mijn kind voor ik een beslissing neem 62,7%

Omgangskenmerken in het gezin (18-24 jarigen) (sterk) mee eens Ik overleg met mijn ouders over veel beslissingen 72,5% Ik bepaal zelf wat ik doe, mijn ouders laten mij daar vrij in 82,8% De sfeer thuis is goed 90,6%Conclusies (JOM 1 en 2; 0-24) Ouders met kinderen hebben meestal een betaalde baan en de werkloosheid is laag. Jongeren tot en met 17 jaar wonen

meestal bij hun ouders, van de oudere groep woont meer dan de helft zelfstandig. De belangrijkste vrijetijdsbesteding van alle ouders is: luisteren naar muziek, lezen en/of sporten. De meeste ouders zijn tevreden over de wijze waarop het kind zich gedraagt. Ouders rapporteren weinig problemen in

de opvoeding. Het zijn psychologische, omgangs- en onderwijskenmerken die verband houden met het gedrag tussen ouders en hun

kinderen (zelfrapportage door jongeren). In 60 % van de gevallen krijgen pubers zakgeld, sommigen hebben een klein salaris of kleedgeld. Driekwart van de

jongvolwassenen (18-24 jaar) heeft salaris al of niet in combinatie met een studiebeurs. 41 % heeft een studiebeurs. Naar mate jongeren ouder worden krijgen ze meer “zelfbeschikkingsrecht”.

Page 19: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

De inhoud van de activiteiten maakt niet veel verschil als het gaat om de leeftijd van de ondervraagde kinderen. Er is wel een verschil te zien bij kinderen van allochtone afkomst en kinderen van Nederlandse afkomst.

Kinderen van Nederlandse ouders vermaken zich vaak in pretparken door het hele land. Veel kinderen gaan ook op vakantie, vaak ook ver weg. Sommige kinderen noemen ook het uit eten gaan als een activiteit met het gezin.

Het lijkt er op dat een deel van de kinderen van allochtone ouders minder activiteiten met ouders ondernemen, behalve de jaarlijkse vakantie naar land van herkomst ouders. Daarnaast is er een groep kinderen van allochtone ouders waarbij de kinderen dingen met de ouders doen zoals spelletjes, puzzelen, een enkele keer naar een pretpark, naar familie in het land etc.

Conclusies sleutelfiguren (JOM 4) Bijna alle sleutelfiguren geven aan dat we ons zorgen moeten maken over de opvoeding van kinderen. Ouders hebben

problemen met het aangeven van grenzen, hebben geen controle meer over hun kind of hebben te weinig tijd om aandacht te geven aan hun kind(eren).

Vooral eenoudergezinnen, gebroken gezinnen, allochtonen en kinderen met gedragsproblemen lopen een hoger risico om problemen te krijgen in de opvoeding.

Page 20: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Fysieke gezondheid (kaart 11)

Uitgangspunt: beoordeling fysieke gezondheid, 12-17 jarigen

Leeftijdscategorie Goed Matig Slecht Aantal (n)0 – 3 96,1 3,5 0,3 6014 – 11 95,1 4,9 0,1 154612 – 17 89,7 9,7 0,5 76818 – 24 76,2 22,6 1,3 400

Respons- percentage

Gezondheid 12-17 jarigen Langdurige aandoening 10,9% Bezoek huisarts (laatste drie maanden) 33,7% Bezoek specialist of ziekenhuis (laatste drie maanden) 14,6% Ongeluk verkeer, thuis, sporten (laatste 12 maanden) 24,1%

- behandeling daarvan 48,9% Bezoek huisarts na ongeluk 41,8% Bezoek specialist of ziekenhuis na ongeluk 25,8%Er zijn niet of nauwelijks relevante samenhangen gevonden met de andere onderzoeksgebieden van de JOM.

Gezondheid 0-3 jarigen Complicaties bij de zwangerschap 16,4% Kind heeft in couveuse gelegen 10,8% Langdurige aandoening 6,4% Bezoek huisarts (laatste drie maanden) 51,6% Bezoek specialist of ziekenhuis (laatste drie maanden) 30,1% Ongeluk verkeer, thuis, sporten (laatste 12 maanden) 7,9%

- behandeling daarvan 26,1% Medicijnen tegen erge drukte/gespannen 1,4%

Gezondheid 18-24 jarigen 31,5% van de mensen met een deeltijdopleiding, 75% van de werklozen en 39,7% van de mensen die deeltijd werken

(8-32 uur) hebben een slechter gezondheidsgevoel dan overige leeftijdgenoten.

Conclusies (JOM 1 en 2; 0-24) Jonge kinderen tot en met 11 jaar zijn in het algemeen gezond, ze voelen zich goed, zijn gelukkig en opgewekt. Ouders

rapporteren echter enkele zorgpunten met betrekking tot de ontwikkeling: slaapgedrag, ongehoorzaamheid, eetgedrag en gespannenheid.

Zelfbeoordeling door jongeren 12-24 geeft aan dat de gezondheid verslechtert naarmate de leeftijd vordert. Alle leeftijdscategorieën, met uitzondering van de categorie 18-24 jaar, ervaren de eigen gezondheid als goed en scoren

boven het landelijke percentage van 78%. Een belangrijk deel van het bezoek aan huisarts of specialist/ziekenhuis heeft te maken met een ongeluk. Bij kinderen onder de 11 jaar betreft ziekte vooral keel, hoofd en/of buikpijn (vooral bij meisjes). Dit wordt meestal

behandeld met paracetamol/aspirine.

Page 21: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Psychosociale gezondheid (kaart 12)

Uitgangspunt: beoordeling gevoelens, 12-17 jarigen

Leeftijdscategorie Goed Matig Slecht Aantal (n)Verwachting volgens normale verdeling1 84,0% 13,5% 2,5%1½ – 3 95,4 2,9 1,7 6014 – 11 91,8 7,2 1,0 154612 – 17 83,2 13,2 3,3 76818 – 24 77,3 15,9 6,8 400

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt (correlatie ≥ 0,3): Lusteloos (-0,3) Vaak onzeker (-0,3) Vaak somber of depressief (-0,4) Tevreden met zichzelf (0,3) Zich zorgen maken (-0,3) Vaak zeer opgewekt (0,3) Vaak eenzaam (-0,3) Voelt zich gelukkig (0,4) Gemotiveerd voor onderwijs (0,3)Er bestaan ook samenhangen met school, gezinsomstandigheden, leefstijl, omgang met ouders, veiligheid, relaties, vrije tijdsbesteding, vriendenkring en diverse rapportcijfers. Echter, deze zijn allen onder de grens 0,3 (correlatie < 0,3).

Voorspellende kenmerken m.b.t. het uitgangspunt:Maak je je zorgen over de toekomst Rapportcijfer buurt waarin je woont

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt (18-24 jarigen) (correlatie) Fysieke gezondheid (0,4) Onrustig/gespannen en gebruik slaap- of kalmeringsmiddelen (-0,2) Diverse psychologische kenmerken zoals lusteloosheid, moeheid, erg huilen, somberheid/depressiviteit,

tevredenheid, zich zorgen maken, onzekerheid, opgewektheid, eenzaamheid, gelukkig zijn hangen samen met de psychosociale gezondheid (correlatie > 0,3).

Motivatie voor de opleiding (0,3) Zorgen over de toekomst/opleiding (-0,4) Motivatie voor het werk (0,3) Zorgen over de toekomst/werk (-0,4) Zich vervelen (-0,3)

Conclusies (JOM 1, 2 en 4; 4-24) Alle jongeren tot ongeveer 17 jaar voelen zich gelukkig, echter bij de groep vanaf 12 jaar nemen deze positieve

gevoelens iets af. De aard en verscheidenheid van de kenmerken die samenhangen met psychosociale gezondheid neemt af, niet het aantal

kenmerken. Fysieke gezondheid lijkt een goede voorspeller voor psychosociale gezondheid.

Page 22: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Bijna 90% (16) van de sleutelfiguren maakt zich zorgen over de psychosociale gezondheid van kinderen en/of jongeren. Kinderen zitten niet lekker in hun vel, zijn onrustig, gespannen of angstig. Het is moeilijk voor kinderen om zich staande te houden, er wordt van ze verwacht om ergens bij te horen.

Bij een gestoorde psychosociale gezondheid ligt de oorzaak in veel gevallen in een problematische thuissituatie (zoals bij eenoudergezinnen), een gebrekkige opvoeding of geen of weinig aandacht van de ouders voor de kinderen.

Ook zijn kinderen gevoelig voor allerlei maatschappelijke problemen, die zij zich aantrekken, waardoor de psychosociale ontwikkeling niet normaal verloopt.

Een grote risicogroep voor de ontwikkeling van een gestoorde psychosociale gezondheid zijn vooral allochtone kinderen en jongeren. Bij allochtone kinderen zijn vooral het verschil in cultuur, een traumatisch verleden en aanpassingsproblemen de oorzaak, maar ook de opvoedingssituatie thuis en de schoolprestaties spelen een rol. Ook drukke en impulsieve kinderen lopen een verhoogde kans op het ontwikkelen van psychosociale problemen.

Page 23: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Zorgen over en opvoeding van het jonge kind (0-3 jaar)

Leeftijd Belasting/zorgen in %Zeer Een beetje Niet N.v.t.

0 – 1½ jaar 2,9 20,4 24,7 52,01½ - 3 jaar 5,4 17,9 26,2 50,6

Aard van de zorgen (percentage>16%) bij 0-1½ jarigen: Slaapgedrag 18,7% Eet- en drinkgedrag 16,7%

Hulp zoeken bij opvoeding/ontwikkeling (0-1½ jarigen): Partner 33,6% Familie/vriend(in) 32,9% Hulpinstanties 34,8%

Aard van de zorgen (percentage>16%) bij 1½-3 jarigen: Driftbuien 26,4% Opstandigheid/ongehoorzaamheid 28,7% Rusteloosheid 16,7% Gevoeligheid huid 24,7% Tijdelijke koppigheid 16,9% Slaapgedrag 20,0% Eet- en drinkgedrag 28,4%

Hulp zoeken bij opvoeding/ontwikkeling (1½-3 jarigen): Partner 40,1% Familie/vriend(in) 37,4% Hulpinstanties 28,3%

Conclusie (JOM 1; 0-3) Bij ouders van jonge kinderen (0–1½ jaar) is de hoofdzorg: slaap-, eet- en drinkgedrag. Bij de kinderen van 1½-3 jaar

neemt de aard en verscheidenheid toe.

Page 24: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Onderwijsdeelname (kaart 13)

Uitgangspunt: motivatie onderwijsdeelname, 4-11 jarigen(mijn kind is in de klas gemotiveerd om mee te doen)

Leeftijdscategorie (Sterk) mee eens

Mee eens

Sterk mee

oneens

Aantal(n)

Verwachting volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%4 – 11 96,2 3,2 0,6 154612 – 17 83,3 15,5 1,2 768

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt (correlatie): Rekenen (0,3) Lezen (0,3) Verzuimt nooit (0,4) Met plezier naar school (0,5) Relatie leerkracht en kind (0,5) Voelt zich op zijn gemak in de klas (0,6) Gaat met zelfvertrouwen naar school (0,6) Praat gemakkelijk over dingen op school (0,4)

Voorspellende kenmerken op het uitgangspunt (in volgorde van meer naar minder voorspellend) Zich op zijn gemak voelen in de klas Zelfvertrouwen Over dingen praten Rekenen Nooit verzuimen Niet rusteloos/hyperactief Lezen

Respons- percentage

Pesten (sterk) mee eens Mijn kind wordt veel gepest 6,0% Mijn kind pest vaak andere kinderen 5,5% Beide (van het totaal aantal kinderen) 1,7%

Voorspellende kenmerken voor de groep 12-17 jarigen (in volgorde van meer naar minder voorspellend) Ik kan goed opschieten met mijn leraren Ik ga met plezier naar school Ik weet dat ik de meeste vakken op school goed kan Ik doe meestal wat mijn ouders mij zeggen Ik ben in de klas op mijn gemak Psychosociale gezondheid (zich goed voelen) Lezen/Nederlands

Page 25: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Conclusies (JOM 1 en 2; 0-17) Ruim 1/3 van de kinderen wordt opgevangen in de kinderopvang en 1/3 in het peuterspeelzaalwerk. De ouders

beoordelen de kindercentra als zeer goed. De meeste kinderen nemen deel aan het reguliere basisonderwijs. Er is een hoge mate van motivatie om aan het

onderwijs en het arbeidsproces deel te nemen. De onderwijsdeelname in het voortgezet onderwijs is hoog. In het basisonderwijs verzuimt 8% wel eens. In het voortgezet onderwijs wordt door 6,6% ongeoorloofd verzuimd. Het geoorloofd verzuim in het voortgezet

onderwijs is hoog (ziekte etc.). Landelijk zijn er geen betrouwbare gegevens ter beschikking. In de hoogste leeftijdscategorie heeft 67% van de laatstgenoten opleiding een diploma behaald. De onderwijsleerresultaten van het lezen/Nederlands zijn goed en die van rekenen/wiskunde nemen af naarmate de

leeftijd toeneemt.

Conclusies (JOM 3: 6-15 jarigen) De meeste geïnterviewden (6-11 jaar) hebben een positieve schoolbeleving. Ook als vakken minder goed gaan, heeft dit

geen negatieve werking op hun schoolbeleving. De meeste leerlingen geven ook aan dat het contact met de leerkrachten/docenten redelijk tot goed is. School is een plek om je vrienden te ontmoeten, en dat maakt de aanwezigheid minder zwaar. Opvallend is wel dat een op de drie leerlingen op het voortgezet onderwijs van school veranderd is. Leerlingen spijbelen niet en blijven alleen thuis als ze ziek zijn. De meeste leerlingen volgen in het voortgezet onderwijs het VMBO.

De kinderen die op het basisonderwijs zitten blijken geen grote problemen te hebben als vakken minder goed gaan. Ze geven ook aan hier vaak extra hulp bij te krijgen.

Conclusies (JOM 4) Bijna alle sleutelfiguren geven aan dat de schoolbeleving bij kinderen en jongeren problematisch kan zijn. Het meest

genoemd worden pesten en spijbelen, maar ook het geen zin hebben om te leren, het zich onveilig voelen (kwetsbare kinderen) en moeite hebben met het kiezen van een vervolgopleiding. Voor peuters wordt aangegeven dat het problematisch is dat er op sommige plekken in 's-Hertogenbosch, bijvoorbeeld in de Kruiskamp, geen peuterwerk aanwezig is.

Op scholen wordt veel gepraat met kinderen over thema's als pesten en het omgaan met elkaar. Op (veel) scholen worden pestprotocollen opgesteld. Dit zijn succesvolle activiteiten. Scholen zijn hier goed mee bezig. Ook zijn er (middelbare) scholen die gebruik maken van een time-out voorziening voor kinderen die even weg moeten uit hun omgeving. Kinderen met problemen kunnen op scholen worden doorverwezen naar het maatschappelijk werk of de schoolarts. Hier hebben zij goede ervaringen mee.

Verder worden projecten van de GGZ om kinderen meer weerbaar te maken als succesvol ervaren. Het wordt belangrijk gevonden om in de toekomst een betere samenwerking tussen scholen te krijgen. Het tekort aan leerkrachten wordt als een probleem ervaren, maar de sleutelfiguren zijn er zich van bewust dat dit

moeilijk op te lossen is. Daarbij komt dat de scholen volgens de sleutelfiguren veel te groot zijn, wat ten koste gaat van het veiligheidsgevoel van kinderen. Scholen moeten duidelijke regels uitdragen, zodat kinderen en ouders weten waar ze aan toe zijn en stelling nemen tegen pesten. Ook zou de overgang van basisschool naar middelbare school beter moeten worden begeleid.

Conclusie (overige bronnen) De taakwerkhouding van basisschoolkinderen is voor meisjes wat beter dan voor jongens (SESL-onderzoek).

Page 26: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Onderwijsdeelname (kaart 14)

Uitgangspunt: verzuim, 4-11 jarigen(mijn kind verzuimt nooit)

Leeftijdscategorie (Sterk) mee eens

Mee eens

Sterk mee

oneens

Land.3Aantal

(n)

Verwachting volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%4 – 111 91,3 8,3 0,3 154612 – 172 87,8 12,2 14,0 76818 – 242 69,9 30,1 42,0 4001 totaal verzuim2 verzuim, niet ziek: ongeoorloofd verzuim;

normale verdeling: 84 = 0 dagen verzuim; 13,5 en 2,5%: overig3 landelijk CBS 1997: spijbelen

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt (correlatie): Mijn kind is gelukkig (0,25) Met plezier naar school (0,4) Relatie kind-leerkracht is goed (0,4) Voelt zich in de klas op zijn gemak (0,4) Gemotiveerd (0,4) Met zelfvertrouwen naar school (0,4) Praat gemakkelijk over dingen op school (0,3) Kan goed lezen (0,24)

Voorspellende kenmerken op het uitgangspunt voor 4-11 jarigen (in volgorde van meer naar minder voorspellend) Niet rusteloos/hyperactief Rapportcijfer woning Relatie leerkracht – leerling Motivatie

Voorspellende kenmerken voor de groep 12-17 jarigen (in volgorde van meer naar minder voorspellend) Ik doe meestal wat mijn ouders zeggen Ik ben goed in het gebruik van de atlas, woordenboeken e.d.

Conclusies (JOM 1 en 2; 4-24) In het basisonderwijs wordt minder verzuimd dan volgens de verwachting. Na de basisschool neemt het ongeoorloofd verzuim sterk toe, met name bij de groep 18-24 jarigen. Kinderen die in het voortgezet onderwijs niet verzuimen luisteren naar hun ouders en voelen zich competent.

`

Page 27: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Onderwijsdeelname (kaart 15)

Uitgangspunt: lezen (Nederlands), 4-11 jarigen(Mijn kind kan goed lezen)

Leeftijdscategorie (Sterk)mee eens

Mee oneens

Sterk mee

oneens

Aantal(n)

Verwachting volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%4 – 11 87,8 10,9 1,3 154612 – 171 76,2 20,1 3,8 76818 – 241 79,3 20,3 0,4 4001 Nederlands vanaf ongeveer 12 jaar

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt (correlatie): Mijn kind is in de klas gemotiveerd om mee te doen (0,3) Mijn kind kan goed rekenen (0,5) Mijn kind is goed in het vak wereldoriëntatie (0,4) De relatie tussen mijn kind en de leerkracht is goed (0,3) Mijn kind gaat meestal met plezier naar school (0,3) Mijn kind gaat met zelfvertrouwen naar school (0,3) Wat vindt u van de manier waarop uw kind, in vergelijking met leeftijdsgenootjes, praat? (0,2)

Voorspellende kenmerken op het uitgangspunt voor 4-11 jarigen (in volgorde van meer naar minder voorspellend) Mijn kind kan goed rekenen Mijn kind is goed in het vak wereldoriëntatie De relatie tussen mijn kind en de leerkracht is goed Mijn kind gaat met zelfvertrouwen naar school Mijn kind gaat meestal met plezier naar school

Kenmerk dat samenhangt met het uitgangspunt voor 12-17 jarigen (correlatie) Ik ben gemotiveerd om in de lessen mee te doen (0,3)

Lezen/Nederlands per schoolsoort (12-17 jaar)Schoolsoort (Sterk) mee

eensMee

oneensSterk mee

oneensAantal (n)

Volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%Basisonderwijs 88,1 7,1 4,8 42SVO 71,4 22,9 5,7 35VBO – IVBO – VMBO 81,2 17,7 1,0 96MAVO – VMBO-t 76,2 21,4 2,4 168HAVO – VWO 74,2 22,4 3,4 294ROC 84,4 12,5 3,1 32HBO 40,0 40,0 20,0 5Anders 65,9 25,0 9,1 44Pearson’s Chi2: p=0,058

Page 28: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Conclusies (JOM 1 en 2 en overige bronnen) De onderwijsleerresultaten van het lezen/Nederlands zijn goed. De Cito-scores voor lezen in groep 6 (DMT 1,2 en 3; oktober 2000) zijn gemiddeld (niveau C). De AVI-scores zijn gemiddeld 6,3 (std.=2; n=588): voldoende/goed. Lezen scoort gemiddeld bij alle groepen in het basisonderwijs.

Page 29: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Onderwijsdeelname (kaart 16)

Uitgangspunt: rekenen (wiskunde), 4-11 jarigen(mijn kind kan goed rekenen)

Leeftijdscategorie (Sterk) mee eens

Mee eens Sterk mee

oneens

Aantal(n)

Verwachting volgens normale verdeling 84,0% 13,5% 2,5%4 – 11 85,9 12,4 1,7 154612 – 171 59,8 26,1 14,1 76818 – 241 45,9 31,1 23,0 4001 wiskunde vanaf ongeveer 12 jaar

Kenmerken die samenhangen met het uitgangspunt (correlatie): Mijn kind is in de klas gemotiveerd om mee te doen (0,3) Mijn kind gaat met zelfvertrouwen naar school (0,3) Mijn kind kan goed lezen (0,5) Mijn kind is goed in het vak wereldoriëntatie (0,4)

Voorspellende kenmerken op het uitgangspunt voor 4-11 jarigen (in volgorde van meer naar minder voorspellend) Mijn kind kan goed lezen Mijn kind gaat met zelfvertrouwen naar school Mijn kind is goed in het vak wereldoriëntatie Mijn kind is in de klas gemotiveerd om mee te doen De relatie tussen mijn kind en de leerkracht is goed

Rekenen /wiskunde per schoolsoort (12-17 jaar)Schoolsoort (Sterk)

mee eensMee

oneensSterk mee

oneens

Aantal (n)

Verwachting volgens normale verdeling

84,0% 13,5% 2,5%

Basisonderwijs 43,6 35,9 20,5 39SVO 58,3 30,6 11,1 36VBO – IVBO – VMBO 69,1 22,3 8,5 94MAVO – VMBO-t 60,2 26,8 13,1 168HAVO – VWO 59,7 25,3 15,0 293ROC 50,0 28,1 21,9 32HBO 40,0 40,0 20,0 5Anders 67,4 23,3 9,3 43Opmerking: Voor de leeftijdsgroep 18-24 jaar bestaat een soortgelijk beeld, echter de verwachting wordt nog minder gehaald.

Conclusies (JOM 1 en 2 en overige bronnen) De onderwijsleerresultaten van het rekenen/wiskunde nemen sterk af naar mate de leeftijd vordert. De Cito-scores voor rekenen in groep 6 (rekenen en wiskunde) zijn gemiddeld of iets eronder (niveau C en B). Rekenen scoort gemiddeld bij alle groepen in het basisonderwijs. Er moet onderzoek gedaan worden naar de onderwijsleerresultaten in het voortgezet onderwijs.

Page 30: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

Jeugd Barometer Cohorten (jongerenprofielen)

Cohorten1. 1998 2-jarigen N=1502. 1993 7-jarigen N=1833. 1985 15-jarigen N=1194. 1979 21-jarigen N=641

1 circa eenderde mannen en tweederde vrouwen in het cohort 1979

Barometer kenmerken1. motivatie onderwijsdeelname 0-100%2. waardering kindercentra 0-100%3. motivatie arbeidsdeelname 0-100%4. onderwijsresultaten lezen/Nederlands 0-100%5. onderwijsresultaten rekenen/wiskunde 0-100%6. beoordeling fysieke gezondheid 0-100%7. beoordeling gevoelens 0-100%8. beoordeling gedrag 0-100%9. beoordeling woning 0-100%10. rapportcijfer activiteiten gemeente 0-100%11. aanvangsleeftijd alcoholgebruik (in jaren)12. aanvangsleeftijd roken (in jaren)13. beoordeling aantal vrienden 0-100%14. realisatie geslachtsgemeenschap 0-100%15. beoordeling bezigheden 0-100%16. beoordeling veiligheidsgevoel 0-100%17. rapportcijfer buurt 0-100%18. beoordeling toekomstperspectief 0-100%

Conclusiesa) Voldoende resultaten en/of positieve ontwikkelingen worden gezien bij:

1. motivatie onderwijsdeelname2. waardering kindercentra3. motivatie arbeidsdeelname4. onderwijsresultaten lezen/Nederlands8. beoordeling gedrag9. beoordeling woning10. rapportcijfer activiteiten gemeente13. beoordeling aantal vrienden14. realisatie geslachtsgemeenschap15. beoordeling bezigheden17. rapportcijfer buurt18. beoordeling toekomstperspectief

Page 31: 1  · Web viewOngewilde seksuele contacten in brede zin nemen toe naarmate de leeftijd vordert. Dit is vooral van toepassing bij meisjes: ruim 20%. Landelijk gezien hebben bijna

b) Onvoldoende resultaten en/of negatieve ontwikkelingen worden gezien bij:5. onderwijsresultaten rekenen/wiskunde6. beoordeling fysieke gezondheid7. beoordeling gevoelens11. aanvangsleeftijd alcoholgebruik 12. aanvangsleeftijd roken16. beoordeling veiligheidsgevoel

c) Bij b) valt op dat de zich voordoende negatieve ontwikkelingen verband houden met het ouder worden, met name 5, 7 en 16.

d) De Bossche Jeugd is fysiek gezond, maar ook hier wordt de oudere jeugd steeds ongezonder.

NB. De bovengenoemde getallen komen overeen met de tussentijdse resultaten van de JOM, beschreven in het Commissievoorstel Tussentijdse resultaten Jeugd- en Onderwijsmonitor JOM 2000 (’s-Hertogenbosch, reg.nr. 01.0410).