1 Ten geleide 07-08 - UGent › ~phamers › index_bestanden › Voorstelling W… · 1. De grond...
Transcript of 1 Ten geleide 07-08 - UGent › ~phamers › index_bestanden › Voorstelling W… · 1. De grond...
30-9-2007
1
Ten geleide 07-08• In deze uiteenzetting wijken we wat af van het klassieke
stramien (doelgroep, werkingsmethode, visie, behandeling) omdat jullie al over het centrum gehoord hebben….W ij it h b id h t iti f
1
• We ververwijzen uitghebreid naar het cognitief gedragstherapeutisch kader (model dat gedeeld wordt door een aantal medewerkers)
• Gaan in op de samenhang organisatiekader -pedagogischregime
• Nieuwere initiatieven: De Tijdstap (naast Dagbegeleiding en Ambulante Begeleiding), resultaten ook van SOW (Stevig op de bu a e ege e d g), esu a e oo a SO (S e g op dewerkvloer), hippotherapie worden toegelicht.
• We kunnen ook kijken naar: gedeelde handelingsplanning school-MPI
2
Presentatie te vinden op:
http://users ugent be/ phamershttp://users.ugent.be/~phamers
Contactgegevens: [email protected] of [email protected]
30-9-2007
2
Macro zicht:
3
I Centrum & Eigenheid ervanI. Centrum & Eigenheid ervanII. Visie op doelgroep & MethodiekIII. Theoretische invalshoekIV. Casuïstiek
Een aantal aspecten moeten we bewust beperkt houden
Niemand kan de handen van een ander wassen.Boeddha
4
We proberen vooral over onze werking te praten en niet die van andere centra.Wat we zeggen is dus zomaar niet veralgemeenbaar naar alle cat. 14 centra
De De eigeneigen--aardigheid aardigheid is immers dat we een is immers dat we een specifieke werkvorm voorstellenspecifieke werkvorm voorstellen
Daarnaast een theoretisch kader toelichtenDaarnaast een theoretisch kader toelichten
30-9-2007
3
Waarschuwing of nuancering
• We merken dat de werkmethodieken tussen de verschillende MPI’s meer gelijklopend worden (cf LSCI als een belangrijke interventietechniek)
5
LSCI als een belangrijke interventietechniek). • Dit betekent dat waar men vroeger kon spreken
van een centrum met een aantrekkelijk werkingsmodel, men nu eerder zal spreken van een centrum waar het “draait” of “niet draait”.
Wijsheid?• You must be the change you want to see
6
You must be the change you want to see in the world.Mahatma Ghandi
• Verwijst naar het belang van modelleren• Maar ook naar een ethisch bewustzijn • We hebben het dan zowel over mandaat naar jongeren, als over arbeidsethiek
30-9-2007
4
In een notendopwaarvoor we staan:
• Basis: (Semi)-residentieel werk met jongeren met ernstige gedrags- en emotionele problemen (10-18/21 j ) I t t k i 6 j i i t t
7
jaar). Internaat erkenning 65 jongeren, semi-internaat 36 plaatsen – 4 bedden DAB).
• School Type 3, Type 2 en Type 1, OV3 & OV2. Jongens –meisjes. Recent “dienst dagbegeleiding”
• Centrum is pluralistisch.• Kern: eenheid School – MPI. Deze eenheid geeft de
gasten ook een mandaat om er te zijn: “Ik zit in Eke op school”.
“ ” id i i ki d i• Jongeren “moeten” naar identiteit kiezen tussen drie alternatieven:
BUSO: “ik ben dom”GES: “ik ben gek”BJ: “ik ben een gangster”
Onze missie:Kansen creëren voor jonge mensen!
We bieden specifieke begeleiding, behandeling, onderwijs en waar nodig ook onderdak aan jongeren die het langdurig en waar nodig ook onderdak aan jongeren die het langdurig moeilijk hebben in hun ontwikkeling.We creëren kansen, samen met deze jongeren en met hun familiale en sociale context, zodat ze zich een plaats kunnen vinden in de maatschappij.We doen dit in een geest van pluralisme, respect voor de uniciteit van elke persoon, van samenwerking en van een zo hoog mogelijke kwaliteithoog mogelijke kwaliteit.We willen fungeren als een expertisecentrum. Onzedeskundigheid m.b.t. de begeleiding van jongeren met emotionele en gedragsstoornissen stellen we ter beschikking aan andere organisaties. Tegelijk stellen we ons leerbaar op
30-9-2007
5
9
De structuur verduidelijkt met het organigram (maart 2006)Let op dit verwijst naar hiërarchie en niet naar vergader & en niet naar vergader & overlegmomenten
10
Personeels-vzw?
Mei 2006
30-9-2007
6
11
April 2007
In een notendopwaarvoor we staan:
• Vanuit de traditie zijn we vooral gekend als een centrum dat op een sterk gestructureerde manier werkt met jongeren met een zwaar agressieprobleem
12
met jongeren met een zwaar agressieprobleem. • Meer en meer gebeurt een verschuiving van
“verblijfstehuis” naar “trainingscentrum”. (Cfr deels naar van der PLoeg hfdst 4)Dit laatste sluit aan bij een GT traditie.
• Opvallend daarbij is hoe een veranderde werking: bijv veel meer gericht op training van vaardigheden, sterker g p g g ,richten op waarden en waarderend werken, samenwerken met context, maar zeer traag doorsijpelt naar de buitenwereld (expertmeeting 8/2/2006)
30-9-2007
7
Verschuiving?• Ten onrechte horen we dit soms samenvatten als:
“Ook Wagenschot is naar het centrum aan het verschuiven”I d d l j t GES
13
• In de doelgroep van jongeren met een GES probleem zien we een verticale splitsing tussen reactieve en proactieve agressie.
• Of is er een deelgroep van jongeren met sterke anti sociale componenten (kenmerken van een psychopathische ontwikkeling) waar ook wij weinig psychopathische ontwikkeling) waar ook wij weinig succes mee kunnen boeken?
Verschuiving?• De structuur en de werking van 20-25 jaar terug was
meer aangepast aan proactieve agressie. Ondertussen zien we grote veranderingen in de maatschappij. Verder werden we vroeger met het oude model toch wel wat in de nek gekeken
14
wel wat in de nek gekeken.• Soms moet je (los van het voorgaande) als centrum in
zijn geheel, of voor bepaalde leefgroepen op een bepaald moment een stapje terug zetten: nieuwe mensen moeten getraind worden “oudere” medewerkers kunnen(tijdelijk) vermoeid raken. Belangrijk blijft om actief uit te zijn op verdere ontwikkeling, groei van een team van een centrumontwikkeling, groei van een team van een centrum
• Voor het eerst in vele jaren hebben we besloten om in het najaar 2005 een absolute bovengrens van toelaatbare agressie te definiëren (een tip hiertoe kregen we reeds begin de jaren’90). Extreme agressie maakt een systeem onveilig en instabiel.
30-9-2007
8
Al lang geschrapte of genuanceerde elementen?
15
Voor alle duidelijkheid: deze zaken kaderden binnen een grote ernst en engagement om de jongeren op weg te helpen
Wat hebben we behouden? Wat zijn klemtonen?• Vanuit een werkgroep “De geest van wagenschot”
kwamen een aantal typerende omschrijvingen naar
16
voor.• Verder merken we dat iedereen theoretisch voluit
overtuigd is van een positieve benadering. Op praktisch niveau blijkt de positieve bekrachtigende, waarderende opstelling naar jongeren niet zo vlot om te zetten naar een duurzame houding.
• We hebben op beleidsmatig vlak de keuze gemaakt l i ti k d d t t om als organisatie ook waarderend om te gaan met
ons personeel. In de hoop van het organisatiemodel en het pedagogisch model stevig te verankeren. Een personeelsvergadering met Kessels & Smit leverde een aantal positieve aspecten die medewerkers bij de organisatie en collega’s noteren.
30-9-2007
9
Wat hebben we behouden? • We hebben ons de vraag gesteld of we op
bepaalde momenten termen niet dreigden te er arrenverwarren:▫ Structureren met negatieve opstelling,
doemdenken?▫ Alertie met wantrouwen?▫ Positief zijn met onecht zijn of doen alsof?
17
Wat hebben we verder behouden?
18
• Zeer veel respect voor gedeelde visies die leven bij basismedewerkers.
• Nieuwe sterkte wordt gevormd door de integratie van de wetenschappelijke inzichten met ervaringen van de basismedewerkers.
• Synergie van basis en beleid wordt bewaakt.y gWisselwerking top – basis en omgekeerd.
• Ondersteuning van basismedewerkers • Mensen mogen initiatief nemen, krijgen ruimte,
mogen verantwoordelijkheid nemen
30-9-2007
10
Wat hebben we behouden? • We zijn vasthoudender dan sommige andere settings.
Ons incasseringsvermogen qua problematiek van een
19
g g q pjongere is vrij hoog. Bereidheid om jongeren terug te nemen na zware feiten is nog steeds hoog. Met die doelgroep kunnen wij agressie verwachten. Omwille van dit probleem kunnen we ze niet aan de deur zetten. Wij willen met de jongeren werken, ondanks zware agressieproblematiek
• Mensen kunnen nog altijd hun gedacht zeggen, “ruzie g j g gg ,maken” en nadien weer samen werken. Toch is er een grens: anders zal men te snel komen tot te brede persoonsduidende uitspraken.
• Non formalistische omgangsstijl. Weinig buigen of barsten – geest. Bijsturing vanuit de collegialiteit en niet vanuit de hiërarchie.
Wat hebben we behouden? • Het compromis tussen extern toezicht en sociale
controle en zelfsturing wordt gezocht in het ë lf d d id lijk
20
creëren van zelfsturende teams en duidelijke richtlijnen.
• Kwaliteiten die de medewerkers aan zichzelf toeschrijven (begin 2006)▫ Doorzettingsvermogen, volharding (15 x)▫ Geduld (11 x)Geduld (11 x)▫ Varia: enthousiasme, gedrevenheid, positieve
ingesteldheid, inzet, luistervaardigheid, inlevingsvermogen, inzicht, organisatietalent, zelfvertrouwen, humor, creativiteit
30-9-2007
11
21
Het voorgaande belet niet dat er…Een vertaalprobleem was
Een 1ste dilemma• Je bent verplicht om je werkingsmethodieken te
expliciteren
22
expliciteren.
• Een opmerking van medewerkers is dat we zoveel werkplannen hebben dat de basisboodschap niet meer aan de basis komt
• We hebben het hier m.a.w over het conflict tussen eenvoud (overzicht, overdraagbare kennis) & grondigheid (diepgang)
30-9-2007
12
23
Things should be made Things should be made as simple as possible, but not any simpler.
Albert EinsteinAlbert Einstein
• Verwijst naar het belang van een eenduidige (1) overzichtelijke (2) methodiek
30-9-2007
13
Een antwoord met 2 componenten:• We werkten de 10 basisregels uit (volgende slide)• Bij iedere vorming zullen we refereren we naar de
basismethodiek (van LSCI -MPI of SOW- School)b d h d k l d
25
▫ Bijv. bij een vorming rond het drugwerkplan werd benadrukt dat de manier van concretiseren via de Marlatt keten met raakpunten heeft met de tijdslijn FAS2/ het opstellen van de conflictcyclus; je het model kan gebruiken om inzicht te creëren FASE 4 en kunt gebruiken om nieuwe gedrag aan te leren FASE 5FASE 5
2610 basisprincipes v3 02-07Waarden, attitudes & grondhoudingen basaal model, LSCI, SOW, Gedeeld
1. De grond waarop wij zaaien is die van wederzijds respect (en verbondenheid), met jongere, oudersysteem en omgeving
2. Structureer en organiseer, drijf niet ongericht mee, wees consequent, wees duidelijk; markeer, alles op zijn tijd en plaats. Werk gefaseerd Gebruik de groep als middel
3. Werk preventief (plan, analyseer en stuur bij)4 Gedrag & Emotie: Kijk verder dan gedrag (decodeer op niet bedreigende 4. Gedrag & Emotie: Kijk verder dan gedrag (decodeer op niet bedreigende
manier) - maak contact met de jongere en zijn leefwereld. Bekijk de dingen in een breder kader.
5. Communiceer helder, blijf concreet, luister actief en geef ik-boodschappen. Ondersteun communicatie visueel
6. Wees een duidelijk, aantrekkelijk en inspirerend model voor de jongere.7. Volg op en deel met anderen.8. Tijd brengt raad, heb geduld. Verwacht niet teveel in één keer. Denk in stappen.
Het voordeel van herhalend probleemgedrag is dat je meerdere kansen krijgt om een goede aanpak of een alternatief te bedenken. Denk niet te snel in “er op of er onder” termen. Denk in (haalbare) stappen. Herhaal. Creëer werkbaarheid( ) ppZie een probleem als een kans om te groeien
9. Heb steeds oog voor het positieve hoe klein ook. Moedig voortdurend aan.Waarderend werken betekent: versterken van kwaliteiten, van mogelijkheden, oog voor wat wel loopt (niet fixeren op tekorten en beperkingen). Als er een straf moet vallen houd die redelijk
10. Houd vol (humor helpt & creativiteit ook)
30-9-2007
14
Stroobant tekent het spanningsveld tussen structuur en zorg als volgt (Geert Stroobant):
27
Afhankelijk van de nood moet je je stijl kunnen aanpassen
Onderliggend als gemeenschappelijke noemer lijkt een waarderende stijl onmisbaar!
5 Positieve feedback 1• Doet de kans toenemen dat het gedrag nogmaals gesteld
wordt• Wanneer een jongere regelmatig positieve feedback op zijn
gedrag krijgt dan neemt het zelfvertrouwen toeD f db k t dt d j k k
28
• Door feedback te geven, wordt de jongere ook opmerkzaam gemaakt op de positieve gevolgen van hun gedrag - iets dat ze uit zichzelf misschien niet zo snel zouden waarnemen.
• Door het in een verbale vorm te gieten verhoogt de kans op transfer van het vertoonde gedrag naar andere situaties. Er ontstaat immers een “meta-leren”, dat bij verbaal zwakkere jongeren minder snel spontaan zal optreden.
• De werkrelatie wordt versterktD l f b• De algemene sfeer verbetert
• Als we deze positieve feedback dan ook nog aan een waarde kunnen koppelen ( verbondenheid, vriendelijkheid, respect, beheersing… ), dan is er een verhoogde kans dat de jongere in de toekomst ook zelf meer vanuit waarden zal denken en handelen
30-9-2007
15
Actualiteit 2007• Uitwerken fasering voor internaat• Werken met situatietypes (Geert Stroobant)
29
• Werken met situatietypes (Geert Stroobant)• Planmatig werken• Vraag gestuurd werken• Nieuw dagelijks bestuur/nieuwe
schooldirecteur/ nieuwe schoolpedagoog• Netwerkvorming fusievorming• De school zal zich ook moeten bezinnen over • De school zal zich ook moeten bezinnen over
inhoudelijke koers (cfr. modulair onderwijs?/ leerzorgkader: types worden 4 clusters met ook 5 zorgniveau’s)
• IJH / implicatie decreet jongerenrechten
30
Een stapje naar…De cognitieve gedragstherapie
30-9-2007
16
(Cognitieve) GedragstherapieIn zijn algemeenheid
Expliciteren van handelenZoeken naar wetenschappelijke onderbouwvan stellingen, effectiviteit handelen
Empirisch model van hulpverlening
Cognitief & gedragsmatig werken
31
Cognitief & gedragsmatig werken• vaardigheden trainen• werken rond de samenhang
•Gebeurtenis•Gewaarwording•Gedachte•Gevoel•Gedrag
Stellingen
32
• De methodiek en het ritme van een cognitief gedragstherapeutische benadering past naadloos bij de opvoedkundige praktijk van onze setting.
• Soms mis ik in die praktijk toch nog wat meer strakkere systematiek en eenduidigheid (cf.
lid ti d ht i lij d h h li )revalidatiegedachte: inslijpende herhaling)
30-9-2007
17
Afwijking van van der Ploeg• We gaan niet akkoord met de stelling dat gedrag
kan afgeleerd worden• Verder werken we heel weinig met expliciete
b l i
33
beloningsystemen• Er zijn gelijkenissen en verschillen met het
competentiemodel (zie verder)• Van der Ploeg heeft het vooral over de klassieke
gedragstherapie en niet over cognitieve therapie• Centrale rol PS in hulpverleningsproces te
weinig beklemtoond weinig beklemtoond • De functies : zelfzorg, SOVA, ZEPO en
zelfhandhaving die bij van der Ploeg geclusterd zijn in een model zitten bij ons meer verspreid
2de dilemma:Het conflict van de GT
34
• Gedrag is geleerd en is dus te veranderen via bijkomend leren en positieve bekrachtiging.
• Anderzijds merken we hoe bepaalde personeelsleden voorbijgaan aan de “handicap” van deze jongeren en teveel als p j ggewone kinderen willen bekijken met wie je op een gewone manier moet kunnen omgaan. Het vorige leidt tot sterke frustratie aan beide kanten.
30-9-2007
18
Wat betekent de combinatie van “leren” en “handicap”
35
pbijv. voor de leerkrachten als opdracht?
36
rain
ing
ng
3-voudige opdracht:
Ged
rags
-& a
ttitu
detr
Vakt
rain
ing
itief
em
otio
nele
trai
niC
ogn
30-9-2007
19
Stoornissen – gestoord, verstoord?
37
• We spreken over “stoornissen”• Maar had Luc Verheijen van Kessels & Smit ons
niet gewaarschuwd voor stoornis, of deficit denken? Het zogenaamde “gap”model?
• We hernemen een paar van zijn beweringen
38
Twee strategieën voor ontwikkeling
Een deficiëntie- of gapbenaderingEen deficiëntie of gapbenadering
• Veranderen = oplossen van een probleem
• Oplossing = het wegwerken van een probleem
• Van « onbekwaam » naar « bekwaam »Van « onvermogen » naar « vermogen »
• Veronderstelling dat iedereen in nagenoeg alles (enigszins) bekwaam kan worden en dat bij iedereen de zwakke punten de meeste ruimte voor groei bieden.
• Analyse en verandering staan los van elkaar
30-9-2007
20
39
Twee strategieën voor ontwikkeling
Een deficiëntie- of gapbenaderingEen deficiëntie of gapbenadering
• Fasen in het veranderproces:
1. Vaststellen van de belangrijkste problemen en tekorten: wat gaat hier niet goed?
2. Analyseren van de oorzaken: waar ligt het aan?
3. Brainstorm: wat zijn mogelijke oplossingen?
4. Ontwikkelen van een actieplan: wat gaan we doen?
• Of bij ontwikkelen van mensen: wat moet het zijn – wat is het – wat is er dus niet – training om de gaten op te vullen
40
Twee strategieën voor ontwikkeling
(ongewilde) gevolgen van een deficiëntie- of gapbenadering(ongewilde) gevolgen van een deficiëntie of gapbenadering
• Langzaam: aandacht voor de oorzaken van gisteren
• Geen nieuwe positieve beelden over de toekomst: denken over ‘wat niet’ i.p.v. ‘wat wel’
• Visieloze stem, vermoeidheid, deficit vocabularium
• Negatieve cultuur: weerstand, effect op onderlinge relaties
• De expert zal het wel weten
30-9-2007
21
41
Twee strategieën voor ontwikkeling
Een « waarderende benadering »
• De kiemen van de gewenste toekomst zijn nu reeds aanwezig (alles wat je aandacht geeft, groeit)
• Persoonsgerichte benadering: de persoon staat centraal
• Veronderstelling dat talenten de meeste ruimte bieden voor persoonlijke groei (‘zwak punt’ kan je nooit ombuigen in
‘ k ’)een ‘sterk punt’)
• Echt excellente prestaties neerzetten vraagt het optimaliseren van datgene waar van nature je kracht ligt
• Analyse & veranderen vallen samen: zien = veranderen
42
Twee strategieën voor ontwikkeling
Een waarderende benadering is gericht op:
• Oplossingen, eerder dan problemen
• Op een gewenste toekomst, eerder dan een verwenst verleden
• Op wat (ondanks alles) wel nog goed gaat, eerder dan wat niet meer gaat
Oplossingsgericht = werken met simpele vuistregels:
• Ga op zoek naar wat nog werkt en doe meer van hetzelfde
• Als iets niet werkt, doe dan iets anders
• Wat niet stuk is, moet je niet herstellen
30-9-2007
22
43
Twee strategieën voor ontwikkeling
Een waarderende benaderingEen waarderende benadering
• Fasen in het veranderproces:
1. Onderzoek kwaliteiten: wat gaat er goed, wat is de moeite waard?
2. Bepaal hoe je het zou willen: welke droom heb je over de toekomst?de toekomst?
3. Formuleer een ambitie: wat is je gewenste toekomst?
4. Actie: hoe maak je die ambitie realiteit?
44
Boeken toe?
30-9-2007
23
Neen, want:Neen, want:
45
• We gaan geen dingen tegenover elkaar zetten, maar naast elkaar
• Wat halen we dus uit het stoornisdenken?• Wetende dat de valkuilen zijn▫ Fatalisme en teveel in het verleden hangen▫ De kwaliteiten die ruimte voor groei bieden uit het
oog verliezen▫ Afhankelijkheid van de expert en niet meer
autonoom denken▫ De ander teveel zien als een object dat moet
veranderen en niet als een persoon van vlees en bloed
Stoornisdenken
46
• Belet ons in de valkuil te trappen dat we de specifieke kenmerken van onze doelgroep uit het oog verliezen en ze vanuit een emanciperende, waarderende benadering juist onrecht aandoen door miskenning van noden
30-9-2007
24
Kernkwaliteiten
47
• Werken met kernkwadranten verwijzen naar een element uit de positieve psychologie bruikbaar bij handelingsplanning en teamwerking.
De stap naar de doelgroep
48
De stap naar de doelgroep
30-9-2007
25
49
50
De afbeelding kan niet worden weergegeven. Het is mogelijk dat er onvoldoende geheugen beschikbaar is op de computer om de afbeelding te openen of dat de afbeelding beschadigd is. Start de computer opnieuw op en open het bestand opnieuw. Als de afbeelding nog steeds wordt voorgesteld door een rode X, kunt u de afbeelding verwijderen en opnieuw invoegen.
30-9-2007
26
51
Voorgaande tekeningen zijn Voorgaande tekeningen zijn gemaakt door jongeren die gemaakt door jongeren die
mishandeld of misbruikt mishandeld of misbruikt werdenwerden
G t h t d it l it d
werdenwerden
Gaat het dan uitsluitend over:
Alleen slachtoffers?
52
Er is ook heel wat daderschap
Het gaat over een groep die naast Het gaat over een groep die naast betrokkenheid (= slachtofferschap)vraagt naar een strikte structuur en disciplinering (= daderschap)
30-9-2007
27
Valkuilen: derde dilemma?
53
• In het werk met daders kan men te meegaand (te therapeutisch) zijn, te weinig grenzen trekken, waardoor er angst kan ontstaan bij de jongere zelf, maar er zeker onveiligheid komt in je centrumM k ht k t t d i h • Men kan echter ook te streng worden, zich verliezen in zijn “autoritaire” rol (cf Milgram en Zimbardo)
Ook in de gedragstherapiel k d b k k d
54
• Als ik gedrag op contingentieniveau bekijk, dan zal ik op bepaalde momenten geen aandacht mogen geven na probleemgedrag. Is immers een +S+
• Als ik het schema “niemand geeft om mij” wil bijsturen dan moet ik wel contact leggen en in dialoog gaan.dialoog gaan.
• Oplossing? • Zorgen voor voldoende positieve betrokkenheid
op momenten dat er geen duidelijk probleemgedrag is.
• Deze zaken ook op metaniveau aangeven
30-9-2007
28
Opmerking
55
• We vertellen in het schema over de doelgroep veel over wat er bij de jongeren & hun gezinnen allemaal mis kan zitten….▫ Weet dat het zoeken naar oorzaken geen enkel
verband heeft met het vastleggen van schuld, maar eerder naar het zoeken van interventie eerder naar het zoeken van interventie mopgelijkheden
▫ Dat er nog een ander belangrijke partner is….
Er is een negatieve interactie tussen de actuele
56
maatschappelijke evoluties en de typische kwetsbaarheid van onze jongeren
Wie neemt hier actie?
30-9-2007
29
57
Maatschappelijke factoren: De gezagsfunctie in de maatschappij vervaagt. Schandalen worden niet meer in de doofpot gestopt. Tezelfdertijd ontstaat de indruk dat ieder corrupt en pervers is (pastoor, dokter, advocaat, minister, politie). De media brengen vrij veel geweld. Via computerspelletjes en internet wordt een beeld van de maatschappijVia computerspelletjes en internet wordt een beeld van de maatschappij opgehangen waar alles kan,ieder zijn eigen impulsen volgt. De normen die er zijn hebben meer iets van praktische afspraken dan van algemeen geldende regels. Er is economische onzekerheid: werk is niet meer zo evident Er is een uitgesproken drugprobleem en racisme Er is een druk om jongeren meer te geven op materieel vlak dan dat het gezin aankangezin aankan Het middel komt veel centraler te staan ten koste van het proces. Ouders ontschuldigen zich in het opvoedingsproces door externe kritiek en zijn daarin model naar hun kinderen. Men is mondiger geworden Misbruik wordt sneller aangeklaagd
Spanningsveld
58
B dLeerstoornisR sist t
K-dienst
RevaMPI Cat 14BUSO T3
Bizar gedragComplex gedragStoornis realiteitOverspoeling
Resistent gedrag(herhalende systematische oefening)
JBPOSGezinsondersteunendMOFSanctie + heropvoeding
30-9-2007
30
59Zwak begaafd Licht mentaal gehandicaptZwakker verbaal dan perf.Stoornis executieve functiesBIS/BAS ontregelingVIM probleem
ijMaatschappij
Hoge impulsiviteitZwakke concentratie(overbeweeglijk)Emotioneel kwetsbaar
Verwaarlozings-Mishandelings-Misbruiksituatie
Negatief zelfbeeld (weinig onderscheid ideaal beeld & zelfbeeld)Flaterend extern zelfbeeldZwakke AutonomiefunctieRechten toe-eigenenFundamenteel ongeloof in mogelijkheden tot verandering (intern & extern)
•Agressie(verbaal/fysiek)(reactief/proactief(dwingegdrag)•Seksueel uitageren•Fugue
LeerproblemenSchoolmoeheid
•Zwart:wit denken•Weinig rolneming•(cognitief/emotioneel)•Ontkennin
2 3
0
4
III
III
IV C
Maa
tsch
appi M
aatschappij
Emotioneel kwetsbaar
Gezinsmilieu: BASAAL•Ouder(s) met pathologie / eigen onverwerkt verleden•Weinig oplossingvermogen•Weinig draagkracht in verhouding tot draaglast•Economisch weinig stabiel•Veel onderlinge twist en onenigheid•Relaties vaker gekleurd vanuit macht (wie bepaalt), neiging om de tegen
( )
Wantrouwen, verlatingsangst, wraakgevoelens, hostiliteit, stemmingswissels, geringe frustratietolerantie
Onveilig, ambivalent gehecht / hunkerend
•Fugue•Diefstal•Liegen•Manipulatie•Risicogedrag (drug, vuur)•Straf & afwijzing uitlokken•Hervalgedrag•Gestuwd gedrag
Somatiseren
g, splitsing•Passief, vermijden palliatief•Externe attributie•Idealiseren & verwerpen
1
2’
4’III’
A
B
3’
Maatschappij
positie in te nemen, agressief coping model•Gebroken gezinnen met kinderen uit verschillende relaties(ongelijk behandeld)OPVOEDINGSVAARDIGHEDEN•Weinig consequent optreden•Gestoorde feedback (positief/negatief)•Zwakke regelstelling, zwakke normen, defect toezicht•Geen positieve betrokkenheid eerder wisselend•Emotionele diskwalificatie•Gebroken gezinnen met kinderen uit verschillende relaties(ongelijk behandeld)•Zondebok mechanisme, parentificatie
SomatiserenTicsAutomutilatieDepressieEncopresis(enuresis)ObesitasFaalangst
Negatief beïnvloed door peergroup
PH ‘05 V6
5
D
In DSM termen• Op as 1 treffen we voor onze setting vaak volgende
noteringen: ADHD (diverse vormen), (OOG), gedragsstoornis gemengde stoornis van gedrag en
60
gedragsstoornis, gemengde stoornis van gedrag en emotie, stoornis in de impulsbeheersing, periodiek agressiestoornis; tic stoornis, Gilles De La Tourette syndroom, enuresis, encopresis. Verder kunnen we vaker de reactieve hechtingsstoornis noteren. Soms worden ook angststoornissen (bv. separatieangststoornis)of depressie vermeld. Misbruik van middelen komt ook voor.
• Op as 2 worden vaak genoteerd: zwakbegaafdheid, zwakzinnigheid, leerstoornissen; persoonlijkheidsstoornis in ontwikkeling, borderline persoonlijkheidsstoornis; in mindere mate kenmerken uit autistisch spectrum
30-9-2007
31
Uit deze visie op de doelgroep volgt een model van handelen:
61
van handelen:
62
30-9-2007
32
Situering t.o.v de waardenontwikkeling (Wood)
63
64
Stroomdiagram van Aanmelding over Opname tot Oriëntatie! (Telefonische) aanmelding
! Opvragen gegevens
! Ontvankelijk verklaren / Doorverwijzen
! Uitnodigen cliënt, ouders, verwijzer / Samenstellen intaketeam - voorbereiden i ntake
! Intake & Kennismakingsgesprek:< Kennismaking / schets procedure (eerst ouders, dan pas jongere erbij)< Ingaan op aanmeldingsvraag; bevraging problematiek< Voorstellen: MPI / School; opnamecontract als leidraad / Structuur en Confronat iemodel< Afstemmen, onduidelijkheden uitklaren, verdere afspraken
! Evaluatie door intake team: Ja / Nee (+ liefst alternatief) of Voorwaardelijk J a! Beslissing kenbaar maken! Huisbezoek: ondertekenen contract / opvolging Vlaams Fonds / administratie! Opnamemoment< Fase 1: Begrenzing en Beeldvorming / Autotriteitskader
P Afremmen negatief gedragR l t ll d t l
Ouderwerking:3 exploratiie & info
uitwisseling
3 opbouwen werkrelatie:L vertrouwen opbouwenL weerstanden hanterenL probleemduiding
3 samenwerkingLmotivatie om aan
P Regelstellend, controleP Directief / Vasthoudend
< Fase 2: Ontwikkelingsfase: P Sov, Problem solvingP Legitimatie van ons handelenP Positieve feedback
< Fase3: Consolidatie& OriënatiefaseP Thematisch werken / ZepoP Luisterend, stimulerendP Eigen keuzes leren maken en op gevolgen leren inschatten
! Oriëntatie & nazorg
Lmotivatie om aanproblemen te werken
Lcommunicatieve & ouderlijke vaardigheden
Lsteun bieden
3 overname door ouders en/ofandere diensten
30-9-2007
33
65Taakvelden (Kok) Conflictanalyse /
Hantering Therapiefasering Lineham
Therapiefasering Young
1.basisfuncties / veiligheid
1.functionele analyses in operante termen ( contin-gentiemanagement, stimuluscontrole, responspreventie / mediatieprogramma’s)
1.installeren van veiligheid afbouw suïcidaal gedrag
1. Relatie leggen, rationale, praktische afspraken
2.vermindering van gedrag dat de therapie verstoort aangepaste sociale vaar-digheidstraining:
2. Symptoom en crisismanagement
Kernoplettendheidsvaardigheden:(Redelijke zelf, Emotionele Zelf, Wijze Zelf) (observeren, beschrijven, participeren / oordeelsvrije houding aannemen, aandacht richten op één ding tegelijk, effectief zijn) Intermenselijke effectiviteitsviteitsvaardigheden; Emotieregulatievaardigheden; Vaardigheden voor het gverdragen van crisis
2.sociaal klimaat 2.sociale vaardigheidstraining, problem solving, rolneming, zelfcontrole
3. Correctie denkfouten, schema-identificatie en opsporen van historische wortels
3.verwerking traumatiserend verleden
3.individueel therapeutisch opvoeden
3.functionele analyses via referentiële conditionering (cf teken-betekende); identiteitsopbouw cognitief werken
4.opbouw zelfrespect bereiken individuele doe-len
4. Traumaverwerking en schemaverandering
5. Afronding
Bemerking• Het leven in de groep vormt bij ons nog steeds
een voornaam leermomentW dt i t l t i l ti
66
• Wordt niet louter gezien als een negatieve beknottende bijwerking op het individueel handelingsplan
• Er was een discussie: blijven we werken met verticale groepen (werken op binding -continuïteit) of gaan we leefgroepen organiseren
t d j k d t i waartussen de jongeren kunnen doorstromen in functie van bereikt ontwikkelingsniveau. We kozen voor doorstroming (wat ook weerspiegeld wordt in de bouwplannen van het MPI)
30-9-2007
34
Taakvelden psycholoog/ orthopedagoog:
67
orthopedagoog:
Taakvelden• Steun aan team i.v.m. beeldvorming, handelingsplanning, crisishantering, kadering, systematisch werken gerichtheid op
68
systematisch werken, gerichtheid op ouderwerking.
• Vorming van team, wetenschappelijke inzichten• Individueel:▫ Specifiek diagnostische vragen▫ Problemen die te delicaat zijn om door
aandachtsopvoeder te laten begeleiden (verwerking trauma hoge emotie hoge techniciteit gevraagd)trauma, hoge emotie, hoge techniciteit gevraagd)
▫ Therapie op vraag van jongere▫ Therapie op verzoek van opvoeders
(daderbegeleiding)▫ Groepjes jongeren trainen via bepaalde protocollen
30-9-2007
35
Opgepast!
• Door individueel werk met jongere dreigt soms een spanningsveld tussen de therapeut (begrip van jongere in 1 op 1 begeleiding) & het team (met jongere geconfronteerd i h ië )
69
in groep- groepshygiëne)• Hantering:▫ Voldoende overleg▫ Besef dat jongere maar kan begeleid worden als het ook in de groep
lukt (niet concurentiëel maar complementair)▫ Sfeer creëren van onderling respect en cultuur van feedback geven
(communicatieve traditie)▫ Opletten dat de begeleiding van een jongere vanuit een team gebeurt
i d bij l i d h d d en niet de bijna exclusieve opdracht wordt van de aandachtsopvoeder.
▫ Ga consequent op met je beloftes, beloof niets dat je achteraf misschien niet kan waarmaken
Evaluatie job door OP’s• Veel tijd gaat naar “achternaloopwerk”. Een
kapitaal aan werkuren gaat hier verloren.• Sterk beleidsbetrokken. Gaat ten koste van
d d l k
70
individueel werk & contact met jongeren.• Toenemende investering in de school.• Theoretisch is de OP eindverantwoordelijke IHP.
In praktijk wordt dit bij sommige besprekingen in de leefgroep al eens te sterk vergeten (en wordt de inbreng van de OP teveel gezien als “consultatie”. OP en HO vormen samen het “kernteam” = begeleidingsunit voor een specifieke leefgroep.
30-9-2007
36
Nieuwe initiatievenDe Tijdstap&A b l b l idi
71
Ambulante begeleiding& Dagbegeleiding
72
23-2-2006
De Tijdstap: een project voor de herintegratie van jongeren met een GES probleem in BSO of TSOEen programma type Langere Time Out (3 maanden)
Zes weken programmaCLB
Stelt plan vanBijzondere Aanpak op (intensieve begeleiding)
Analyse in functie vanSterkte/zwakte
Bij verder gebrek aan herstel &Aanhoudende problemen & niet willen
Schoolweigering
Definitieve verwijdering van school
Niet w
illen
Jongere stelt bij herhaling ernstige gedragsproblemen
Onvoldoende verbetering met:Interne begeleiding
Korte time-out
Niet kunnen
De Tijdstap
Overstap naar BUSO Wagenschot&
Semi-internaat:Intensieve beeldvormingTraining buiten de klasTraining binnen de klas
Extra leerpakketten uit school oorsprong‘Spoedprocedure +
De Terugkeer
Leerling keert terug“vrijwaring” van slaagkansen
Niet kunnen
Wel kunnen
ulp
Niet k
Verloop is niet deterministisch: bij positieve ontwikkeling stopt chronologie
Start aanvraagdossier Vlaams Fonds)’
Inschakeling Ambulante Begeleiding
Verdere Intensieve afstemmingJongere-School-Gezin
Extra
hu
In voorfase:Betrekken gezinInschakelen CGGZ
kunnen
In geval van ASO, BUSOOf ongepaste afdeling: Niet kunnen
30-9-2007
37
73
Vergelijking competentiemodel en model Wagenschot (’00)
Het competentiemodel
PROTECTIEVE FACTOREN
VAARDIGHEDEN
Het Competentiemodel van Slot ingekleurd vanuit het Structuur en confrontatiemodel
74
STRESSOREN organisch:
traumata:* mishandeling* misbruik* verlating* wisseling school & setting
ONTWIKKELINGSTAKEN
STRESSOREN
gezin /omgeving:* onveilige buurt* sociaal economisch zwak* - opvoedingsvaardigheden* eigen niet verwerkte ziektegeschiedenis/pathologie* veelvuldige schoolwissels* neg peers
* vaak moeilijke hechting* zwakke autonomiefunctie* negatief weinig uitgetekend zelfbeeld* weinig rolneming* gn respect voor eigen lichaam* zwakke normering
organisch:emotioneel kwetsbaarzwakbegaafdimpulsiviteit / zwakke concentratie/ overachtiefsyndromen: Gilles de la Tourette, Klinefelter,..
PH ‘00 - V1
30-9-2007
38
Vergelijking Wagenschot -CompetentiemodelGemeenschappelijk aan beiden: I. Beiden vertrekken van een ontwikkelingsmodel. Model betekent dat we
een theorie hebben over de publieksgroep, dat we doelstellingen
75
hebben en daar een expliciete methodiek bij laten aansluiten. Het model van Slot heeft wel een empirische ondersteuning. Het model waar wij mee werken is een ervaringsmodel.
II. In beide modellen wordt er gewerkt op vaardigheden en problem solving technieken gekoppeld aan leeftijdseisen. Men werkt dus, zeker in de aanvangsfase, op gedrag eerder dan op emotie. Beide modellen staan (zeker in een aanvangsfase) terughoudend ten opzichte van emotieventilatie als helende factor.
III Bij b id d ll d d iti l t i k t b htIII. Bij beide modellen worden de positieve elementen in kaart gebracht. IV. Beide modellen hebben een aantal gemeenschappelijke elementen: het
definiëren van regels & bepalen van routines, ingaan op de basishoudingen van de opvoeders naar de jongeren (en elkaar toe), het werken met een individueel programma en oog hebben voor crisishantering.
V. Het gaat bij beiden om een gefaseerd proces.
Verschillend tussen beide modellen I. In het model dat wij hanteren wordt de impact van
psychopathologie zwaarder ingeschat (cf. meerlagig en meervoudigprobleemgedrag). Het motivationeel “kapot zitten” (met de erbijhorende ontkenningen) de emotionele kwetsbaarheid de
76
Vergelijking Wagenschot Vergelijking Wagenschot --CompetentiemodelCompetentiemodel
horende ontkenningen), de emotionele kwetsbaarheid, deondergane trauma’s, de vaak negatieve input vanuit hetgezinsmilieu bij onze publieksgroep zijn naar onze mening nietlouter om te keren door een positieve benadering. We verwijzen hier ook naar de theorie van Gray.
II. Hier willen we aan toe voegen dat het negatief gedrag vaakgeautomatiseerd is. Dit wil zeggen dat het gedrag minder beïnvloedwordt vanuit de consequenties die erop volgen. Het zijn eerder dediscriminatieve stimuli die een bijna automatisch verloop van het
t i G t ti d d dt it dproces triggeren. Geautomatiseerd gedrag wordt vanuit anderehersengebieden gestuurd dan nieuw in te oefenen gedrag.
30-9-2007
39
77Vergelijking Wagenschot Vergelijking Wagenschot --CompetentiemodelCompetentiemodel
III. We gaan er aansluitend bij het voorgaande van uit dat dwingerig gedrag vaak intermittent bekrachtigd werd. Dit betekent
dat het resistent tegen uitdoving. IV. Vaardigheidstraining is bij ons belangrijk. Ze staat echter veel minder centraal. We werken/verrekenen veel sterker
elementen rond zelfbeeld en cognitieve schema’s. In het competentiemodel is er een sterk positieve benadering die overweegt. In het conflict en structuurmodel is er een periode van begrenzen en vaak negatieve feedback. Het positieve is in die periode eerder te vinden in het engagement (“We laten u niet los”; “Hier raak je niet weg door slecht gedrag”).
De voorgaande punten rond de kerneigenschappen van onze publieksgroep vormen de motivatie tot onze andersoortige aanpak.
V. Het contextuele, verschillende perspectieven, hanteringsgedrag, ziektetheorie en loyaliteiten worden in ons model meer verrekend. Om het met een boutade te zeggen: “Het gezin is meer dan een verzameling van protectieve factoren en stressoren”.
VI. Het competentiemodel werkt zeer sterk in op een aspect (het opdrijven van vaardigheden binnen een uitgesproken positieve sfeer). Wij werken breder, op verschillende terreinen maar minder diep.
VII. Alhoewel wij gestructureerd werken (een uitgebreid regelpakket door alle opvoeders consequent toegepast) is het competentiemodel veel meer uitgewerkt (cf. vrijheidsgraden, het opsplitsen van vaardigheden in deelvaardigheden, werken met basisrechten en een bijkomend te verdienen privilege)
VIII. In het competentiemodel krijgt de groep veel uitleg over wat er met de andere jongeren aan de hand is, en wordt hen vaak expliciet om hun medewerking gevraagd We houden het hier nogal op het recht op een persoonlijk en privé(be)leven doorexpliciet om hun medewerking gevraagd. We houden het hier nogal op het recht op een persoonlijk en privé(be)leven door de jongeren: “Ieder bemoeit zich met zijn eigen problemen en betrekt er geen anderen bij dan de groepsleiding”.
IX. Anderzijds zullen we de jongere in aanvang weinig keuzes aanbieden. Vanuit een opgelegd/afgedwongen programma & regelstructuur willen we gaandeweg komen tot succeservaring, inspraak en meer zelfsturing. Binnen het competentiemodel verloopt het ganse proces positiever en sneller.
X. In de aanvangsfase is er in ons model een belangrijke nadruk op de afbouw van probleemgedrag. In het competentiemodel richt men zich sterk op het faciliteren van bestaand en het aanleren van nieuw gedrag. Indien bepaalde ontwikkelingstaken te zwaar zijn, wordt er aan taakverlichting gedaan. Bij te lichte taken wordt aan taakverzwaring gedaan. Binnen beide modellen is het belangrijk dat men taken aanbiedt die juist boven het huidige vaardigheidsniveau liggen.
Typerende elementen CGT(verdieping)
78
30-9-2007
40
You can’t solve a problem
79
You can t solve a problemwith the same thinkingthat created the problem
EinsteinEinstein
Kernelement
80
• Belangrijke invloed van de leertheorie(niet contingent leren, klassieke conditionering, operante conditionering, modelleren)
• Het is een optimistische benadering ver weg van het biologisch determinisme of het oude medische stoornis denken
• Als gedrag geleerd is of te leren is, dan is alternatief gedrag mogelijk en is de mens gedurende gans zijn leven niet de slaaf van zijn verleden.
30-9-2007
41
Typerende elementen CGT• Therapeutisch werken doorloopt een proces: kennismaking
(hulpvraag, uitklaren mandaat), opbouwen werkrelatie, beeldvorming, therapieplan, uitvoering deelfases, effectevaluatie bijsturing – proces vergelijkbaar met empirisch model
81
p• Het opstellen van een probleemsamenhang is een cruciaal
gegeven, een knooppunt in het proces• Leren vraagt: systematiek, herhaling, inoefening oog voor
transfer of learning• Als een gewenst gedrag niet gesteld wordt, niet alleen zoeken
naar een achterliggende reden, maar ook of er voldoende vaardigheden aanwezig zijn (ontwikkelingsgericht denken).
• Leren betekent: afleren teveel aan negatief gedrag aanleren Leren betekent: afleren teveel aan negatief gedrag, aanleren van nieuw gedrag, faciliteren bestaand maar te weinig frequent gedrag.
• Bij geautomatiseerd gedrag heeft het weinig nut om nog te zoeken naar oorzaken.
Typerende elementen CGT• Verhouding Cliënt-Therapeut = Sporter-Coach
(expliciteren van handelen, therapie gericht op het leven, empirisch -didactische opstelling therapeut, cliënt houdt de verantwoordelijkheid wat hij ermee doet)
• Leren gebeurt in het leven werken met
82
Leren gebeurt in het leven werken met opdrachten:DOEN
• Oog voor context (jongere & ouders & peers)• Als iets werkt cf protocollair werken dan nemen we het
over (of we het nu een leuke benadering vinden of niet).• Vragenlijsten, observatie en rapportage als manier van
objectiveren• Gedrag moet heel concreet gemaakt: topografische g g p g
beschrijving en functionele analyse.• Sterk gericht op het nu en de toekomst (minder op
verleden als bron van te corrigeren elementen)• Interventies in principe beperkt in tijd• Wat we vertellen moet toegankelijk zijn voor alle
betrokkenen
30-9-2007
42
Recent inzicht
• Gedrag wordt niet afgeleerd in de zin dat het definitief verdwijnt uit ons repertoire
83
definitief verdwijnt uit ons repertoireJe kan alternatief gedrag stellen waardoor het oorspronkelijk (probleemgedrag) niet meer vertoond wordt.
• Toch blijft het gedrag bestaan. Onder bepaalde omstandigheden bijvoorbeeld bij hoge emotie g j j gkunnen oude gedragspatronen terug geactiveerd worden.
• Belangrijke implicatie: leren leven met herval
Alle resultaat = effect van CGT?• Besef dat een groot gedeelte van het therapeutisch effect (40-60%)
gelegen is in placebo effect (Cf Hafkenscheid ‘03 Schaap).• Knoppert (’98)stelt dat het effect van de non specifieke therapiefactoren
bij een effect van 1 gelijk is aan 0,5• Weet dat alle therapie zijn beperkingen heeft (cfr therapie-effect • Weet dat alle therapie zijn beperkingen heeft (cfr. therapie effect
ambulante sector: van 0,29 tot -0,4 - universitaire centra 0,7-0,9) • Er wordt veel gebruik gemaakt van mediatie. De plaats van de
individuele therapie is niet centraal: samenwerken met anderen is cruciaal
Verder is het belangrijk om deze elementen in het (achter)hoofd te houden:• Ontwikkelingstaken• Identiteit van de jongere• Geen schijneenvoud: complexe problemen vragen interventies op meerdere problemen
gericht en via meerdere interventies aangestuurd.g g• Normaal kiest een GT uit de probleemsamenhang één te bewerken probleem en maakt hij
daarop topografische beschrijvingen en functionele analyses waaruit een therapieplan volt. Bij ons is het therapieplan geënt op de probleemsamenhang in zijn totaliteit.
• Belang van motivatie & hanteren van weerstand• Belangrijke rol van het verleden als bron van schema’s (ook op te nemen in therapie)• Een jongere kan je niet los zien van zijn context
84
30-9-2007
43
Andere recente toevoegingend l k d
85
• Emotie is meer dan arousal (vroeger kende men alleen de termen: operants, coverants en respondenten). Dit laatste stond dan voor de emotionele component.
• Men doet nu ook aan emotie-educatie (leren herkennen en differentiëren van gevoelens
• Men moet de emotie actveren om ze te kunnen Men moet de emotie actveren om ze te kunnen bewerken
• Daarnaast worden zaken toegelaten waarvan men nog niet goed weet hoe het werkt, maar waarvan de effectiviteit wel vaststaat (EMDR, Mindfulness)
Wat voegt het cognitieve toe aan de klassieke gedragstherapie?• Cognitie is een vorm van gedrag (voegt in die betekenis niets toe)• Belangrijke mediërende factor tussen situatie en gedrag
B l ijk bij l t f tiël diti i f d d
86
• Belangrijk bij louter referentiële conditionering of daar waar de betekenisverlening rond een gebeurtenis opgebouwd centraal staat. We kunnen deze conditionering afzetten tegen verwachtingsleren waar er (op basis van negatieve ervaringen) de effectieve verwachting bestaat dat een probleem gaat opduiken (VP OP hier is een prikkel voorspeller eerder dan verwijzer naar iets).
• Cognitieve komt niet voort uit de gedragstherapie zelf: zowel Beck als Ellis zijn psychodynamisch gevormdEllis zijn psychodynamisch gevormd
• Het is een ingehaald succesnummer (cf zoals ook het zen-boeddhisme nu wordt binnen gehaald)
• Cognitief werken blijkt effectief. Maar de wetenschappelijkheid van zijn stellingen/onderbouw blijkt deels niet te kloppen
30-9-2007
44
87
Golven in de GTLeerwetten op contingente basisTweede golf: cognitief werken g g(inhoud)Derde gold: distancing, ACT
Golven in de CT
88
• Directie benadering. Alle emotie verloopt over gedachte• Er is een cyclische samenhang tussen Gebeurtenis
Gewaarwording Gedachten Gevoel Gedrag Gevolg• Naast een meer richten op emotie merken we ook een
minder directieve opstelling (socratische dialoog)• Men gaat zich richten naar core beliefs of hot cognitions:
de schema’s• Menheeft meer aandacht voor “aandachtsprocessen” dan
voor de inhoud van gedachten (mindfulness)
30-9-2007
45
Therapeutische mogelijkheden (in grotere lijnen)• Attributietraining• Rolnemingsvaardigheden
89
• Rolnemingsvaardigheden• Problem solving strategieën aanleren (cf. ook Z.I.T:
zelfinstructie-training zoals Stop Think Do van Kendall• Ellis technieken: RET• Beck: Denkfouten, kansberekening/een experiment
opzetten/ continuümtechnieken• Het werken met child modes zoals in de Dialectische
(Cognitieve) Gedragstherapie cf Linehan, Young, Arntz /psychodrama /psychodrama .
• Stressinoculatietraining van Meichenbaum• Zelfcontroletraining• Zelfinstructietraining Kendall• Woedehanteringsmodel Novaco• Daderbegeleiding
90
Huwelijk LSCI en GTWe werken naar conflictoplossing met LSCImet LSCIDe conflictcyclus opstellen tijdslijn of werken met het ABC schema staat centraal als concretisatie en veranderingsmiddel
30-9-2007
46
Voorbeeld conflictcyclus: extern perspectief
91
Stoel naar klasgenoot gesmetenWeet dat dit kamerarrest betekent
Opvolging door Volwassene = mogelijk
Gaat naar kamer en zet muziek luid(geen muziek tijdens kamerarrest)Smijt radio in stukken
tegen de muur
Nieuwe stresssituatie
Muziek uit,Ander radio kwijt!
Voorbeeld conflictcyclus: intern perspectief
92
KamerarrestIk heb het verdiend Ik werd uitgedaagdIk heb geen keuze
Niet leuk, maar berustend
Radio uit(kent regel vermoedelijk niet)
ERGERNIS
WOEDE
•Ik werk mee en ze gunnen meniet eens mijn radio•Als ik mijn fouten toegeef moetenWOEDE •Als ik mijn fouten toegeef moetenZe me gerust laten
Radio tegen muurMogelijk cognities:•Je zelf niets laten afpakken, ander voor zijn•Nu werk ik ook niet meer mee
Herhaling??•Smijten met zaken als woedehantering (cf stoel)
30-9-2007
47
93
WAT GEBEURDE ER ?
WAT DACHT IK?
WAT DEDEN DE
ANDEREN?
WAT VOELDE
IK?
WAT DEED IK?
Voor de jongeren: invulblaadje conflict
WAAR? .........................................................
SITUATIE
94
WANNEER?
.........................................................
WIE WAS ER BIJ? ......................................................... WIE DEED WAT? .........................................................
WAT DACHT IK?
............................................................................................................................ ............................................................................................................................
WAT VOELDE IK?
30-9-2007
48
Voor jongeren
95
............................................................................................................................ .....................................................................
WAT DEDEN DE ANDEREN ?
WAT DEED IK ?
.......................................................
96
STOP! Eerst stoppen we met alles en proberen we rustig te worden. We ademen diep in en uit en we ontspannen
onze spieren (we laten onze vuisten los). We kunnen maar een goede oplossing bedenken wanneer we terug rustig zijn.
Methode:STOPDENKDOEinvulblad
DENK We denken even na hoe we met dit conflict kunnen omgaan.
Wat zijn goede oplossingen en wat zijn slechte oplossingen?
DENK aan de 3 voorwaarden: Tovenaar: onze oplossing moet mogelijk zijn; wij kunnen niet toveren. Nar: de oplossing moet rekening houden met mezelf en de anderen. De nar
maakt mensen blij. Uil: de oplossing moet het probleem oplossen. De uil is slim.
DOE! DOE!We gaan de beste oplossing proberen.
EVALUATIE: Is het gelukt? Zoniet, proberen we een andere oplossing.
30-9-2007
49
97STOP! Ben je rustig? Geef op de thermometer aan hoe kwaad je bent. Denk eraan dat je niet helder kan denken als je nog heel kwaad bent!
Als je rustiger wil worden, adem dan diep in en uit en ontspan je spieren; laat je vuisten los. Ben je zover?
98DENK We denken even na hoe we met dit conflict kunnen omgaan. Probeer zoveel mogelijk oplossingen te bedenken... Je kan er toch zeker 4 vinden, niet? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................ DENK aan de 3 voorwaarden:
Tovenaar: onze oplossing moet mogelijk zijn; wij kunnen niet toveren. Nar: de oplossing moet rekening houden met mezelf en de anderen. De nar maakt mensen blij. Uil: de oplossing moet het probleem oplossen. De uil is slim.
Als je naar de voorwaarden kijkt, wat zijn dan slechte oplossingen? ................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................. Wat zijn goede oplossingen? ..................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
30-9-2007
50
99DOE! We gaan de beste oplossing proberen! Wanneer ga je dat doen? (TIP: wacht niet te lang!) .......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... Bij wie ga je je oplossing proberen? .......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... Hoe lang gaat het duren? .......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... Waarom ga je het doen? .......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... Wat als het niet lukt?
100EVALUATIE: Heb je je oplossing geprobeerd? Is het gelukt? Duidt op de lijn aan hoe goed je je oplossing gelukt vindt, zet een kruisje: NIET GELUKT HEEL GOED GELUKT!
Wat vond de opvoeder/leerkracht van je oplossing? Wat vond de opvoeder/leerkracht van je oplossing? ....................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... Als je nog een andere oplossing moet proberen, welke ga je dan nemen? .......................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................... Is iedereen nu tevreden? Is het conflict nu helemaal voorbij? ..........................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................................
Leuk, nu kan je weer met een schone lei herbeginnen!!
30-9-2007
51
O d li d j
101
Opdeling van de jongeren naar verschillende kenmerken
Trapjes & Soorten?• Er zijn globaal 2 groepen terug te vinden
102
• Er zijn globaal 2 groepen terug te vinden.• Jongeren met één of meer as1 stoornissen in
combinatie met een problematische achtergrond• Jongeren die neigen naar een as2 stoornis• Vanzelfsprekend is de scheidingslijn tussen
beide groepen niet absoluutg p
30-9-2007
52
h l
103
Het as1 verhaal
Maar eerst tonen we nog even een overzicht van
104
beïnvloedende factoren rond agressie
gerangschikt per niveau(cf. Lochman)(cf. Lochman)
30-9-2007
53
105Erfelijk /PerinataalErfelijk /Perinataal Bij vroege starters erfelijke factorBij vroege starters erfelijke factor
Alcoholprobleem ouders, Alcoholprobleem ouders, ondervoeding, geboortecomplicatiesondervoeding, geboortecomplicaties
Onderprikkeling Autonoom Onderprikkeling Autonoom zenuwstelsel in combinatie metzenuwstelsel in combinatie metzenuwstelsel in combinatie met zenuwstelsel in combinatie met ontremd temperamentontremd temperament
HormonaalHormonaal Meer testosteron (in adolescentie)Meer testosteron (in adolescentie)Meer Cortisol na provocatie (alleen bij Meer Cortisol na provocatie (alleen bij gezinnen met lage SES) cf diathesegezinnen met lage SES) cf diathese--stressmodelstressmodel
NeuropsychologischNeuropsychologisch Lager verbaal IQ, stoornis executieveLager verbaal IQ, stoornis executieveNeuropsychologischNeuropsychologisch Lager verbaal IQ, stoornis executieve Lager verbaal IQ, stoornis executieve functies, VIM, BIS/BASfuncties, VIM, BIS/BAS
NeurotransmittorNeurotransmittor Geweldplegers lage hoeveelheid Geweldplegers lage hoeveelheid SerotineSerotineBij provocatie minder Monoamine Bij provocatie minder Monoamine oxidase A moet een teveel aan oxidase A moet een teveel aan neurotransmittors afbrekenneurotransmittors afbreken
106Buurt en peersBuurt en peers Onveilige buurt en lage sociale cohesieOnveilige buurt en lage sociale cohesieVerwerping door peers (= voorspeller)Verwerping door peers (= voorspeller)
Gezins & opvoedingsvariabelenGezins & opvoedingsvariabelen Woede modelWoede modelZwakke opvoedingsvaardigheden Zwakke opvoedingsvaardigheden (Patterson)(Patterson)(Patterson)(Patterson)Dwinggedrag (Prinzie)Dwinggedrag (Prinzie)Emotionele diskwalificatieEmotionele diskwalificatie
EmotieEmotie Emotioneel kwetsbaarEmotioneel kwetsbaarChild modesChild modes
C itiC iti I t t ti f tI t t ti f tCognitieCognitie InterpretatiefoutenInterpretatiefoutenExterne attributieExterne attributie
GedragGedrag Gestuwd gedragGestuwd gedragReactieve en proactieve agressieReactieve en proactieve agressie
30-9-2007
54
CD Conduct disorder
107
• Sommige auteurs bijv Frick (’98) willen de breedte van dit begrip accentueren door te spreken van “gedragstoornissen” of “conduct disorders”
CD en ADHD?Stan Kutcher, e.a. (2004)
108
• 50% van de jongeren met ADHD hebben tevens ODD of CD
• Ongeveer 2/3 van de adolescenten met CD hebben ADHD
• Het samen gaan van ADHD en CD wordt verklaard door een overlap van 50% op genetisch gebied.
30-9-2007
55
109
Succesvolle programma’s
CD en ADHD?Stan Kutcher, e.a. (2004)
110
• Bij ADHD zonder CD: 1ste interventie is psychosociaal (oudertraining, interventies in de klas of individueel gedragsmatig programma) en/of medicatie (sommige landen eisen dat men in lichtere gevallen van ADHD vertrekt vanuit psychosociale interventie).p y )
• Bij ADHD met Cd: psychosociaal en medicatie• Bij louter cd: psychosociaal. Pas als dit
onvoldoende is in 2de instantie medicatie (Risperdal)
30-9-2007
56
Walter Matthys: Effectiviteit residentie bij CD (lagere school)
• Een sociaal leermodel blijkt effectiever dan een
111
jprogramma gebaseerd op intrapsychische verandering. Voorafgaand aan de CB behandeling dienen contingency management en sociale vaardigheden getraind.
• Kazdin toonde aan dat een combinatie van een programma van cognitieve gedragsmatige elementen en training ouderlijke vaardigheden meest succesvol is.
• Het residentiële luik moet voor vele jaren gevolgd door een ambulant luik. een ambulant luik.
Dit heeft consequenties naar de werking:•Residentiële behandeling wordt na een tijd (2j) minder effectief•Indien men geen generalisatie naar de context nastreeft is het effect zeer snel verdwenen
Dus…
112
Veel trainen op vaardigheden Ouders betrekkenOuders betrekkenLangdurige werken (maar daarom niet eindeloos
residentieel)Voortdurend kijken hoe je het geleerde gedrag ook bij
andere personen, in andere situaties en in andere contexten kan leren aanwenden.
30-9-2007
57
Raymond DiGiuseppe behandelen van agressie• Ingrediënten ideaal pakket: ▫ Motivatie ontwikkelen▫ Therapeutische relatie ontwikkelen
113
▫ Therapeutische relatie ontwikkelen▫ Fysiologische arousal beheersen▫ Cognitieve verandering bewerkstelligen▫ Gedragsverandering implementeren▫ Omgevingsteun voorzien▫ Terugval preventie vaardigheden ontwikkelen
H t l ï t ti b k t lli▫ Herstel en reïntegratie bewerkstelligen
4 succesvolle therapieën volgens P. Frick
114
• Programma’s werkend via contingentie management
• Ouderlijke vaardigheidstraining• Cognitief gedragsmatige vaardigheidstraining• Medicatie (rilatine voor ADHD groep)
30-9-2007
58
2 h l
115
Het as2 verhaal
Gedesorganiseerde hechtingstoornis
116
• Een deel van de groep kan je de “ongrijpbaren” noemen of “kinderen van de chaos”
• Ze hebben een aantal opvallende kenmerken
PH1
Dia 116
PH1 Verder uitwerken met dia's uit borderline 2006Paul Hamers; 11/12/2006
30-9-2007
59
De ongrijpbaren
117
• Opvallend is de grilligheid en de chaos waarin ze leven. Men krijgt de indruk dat zij ergens een controleknop hebben waardoor zij kunnen kiezen of er een crisis komt of niet.
• Na een conflict is er niet de gebruikelijke “dal-periode”.p
• Vaak scherp sociaal inzicht. Meedogenloze opstelling naar anderen.
• Kerncognitie: “Niemand ziet mij graag”• Zorgen voor “splitting” tussen de medewerkers
Schema’s (Jeffrey Young)
• Een schema bevat een hoeveelheid kennis over iets (schema tafel; moeder)
• Schema’s sturen de waarneming de
118
• Schema s sturen de waarneming, de interpretatie, de activering van bepaalde geheugen inhouden, het antwoord dat zal geformuleerd worden.
• Psychopatholgie komt overeen met hyper-vigilantie van bepaalde schema’s die g pdominant worden bij informatieverwerking.
30-9-2007
60
Schema’s (Jeffrey Young)• Ze worden getriggerd door bepaalde gebeurtenissen;
eens getriggerd werken ze zelfbevestigend. • Gesteld voor een probleem waarin de huidige schema’s
tekort schieten kan men twee dingen doen: accommoderen (het schema aan passen aan de nieuwe
119
( prealiteit) of assimileren (de betekenis van een gebeurtenis vervormen zodat ze alsnog past binnen de bestaande schema’s). Bij persoonlijkheidsstoornissen merk je vooral assimilatie.
• Je komt schema’s op het spoor door de Arrow Down Techniek: als dit zou waar zijn, wat zegt dit dan over uzelf, de ander, de wereld?
• De negatieve automatische gedachten zijn het onkruid De negatieve automatische gedachten zijn het onkruid. De basisschema’s de wortels
• Je kan cognitief werken vergelijken met het pellen van een ui/ of zoeken naar de wortels van onkruid om het in de kiem te bestrijden.
Basisschema’s Young
120
Onverbondenheid en Afwijzing: verlating, wantrouwen/misbruik, emotionele deprivatie, onvolmaaktheid/schaamte, sociale isolatie, sociaal p , , ,ongewenst zijn, Verzwakte autonomie en verzwakte prestatie: functionele afhankelijkheid/incompetentie, kwetsbaarheid, verstrengeling/kluwen/niet ontwikkeld zelf, mislukking, Verzwakte grenzen:zich rechten toe-eigenen, onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline, Gerichtheid op anderen: onderwerping, zelfopoffering, goedkeuring/erkenning zoekengoedkeuring/erkenning zoeken, Overmatige waakzaamheid en inhibitie: negativiteit/pessimisme emotionele geremdheid , meedogenloze normen/overkritisch zijn, bestrafferigheid. Meer nog dan in de schaalscores zullen we bij een afname geïnteresseerd zijn in de specifiek aangestipte items met een hoge score; deze verwijzen heel specifiek naar een basisschema.
30-9-2007
61
121
Linehan
122
30-9-2007
62
Tegenstrijdige noden123
De chaos is te verklaren uit een voortdurend oscilleren tussen een aantal tegenstrijdige noden. De betrokkene is niet in staat te komen tot een hogere synthese, maar blijft ter plaatse trappelen, overgeleverd aan het grillige spel van tegenstrijdige krachten. We zetten de tegenstrijdigheden op een rijtje: 1. Er bestaat een spanningsveld tussen zichzelf aanvaarden zoals men enerzijds is en
anderzijds de nood om te veranderen. 2. Er is een nood om nieuwe dingen te verwerven; het verwerven van die vaardigheden
leidt tot onafhankelijkheid, waar de cliënt uit is op binding, aandacht, warmte, nabijheid, onvoorwaardelijke, voortdurende aandacht en bevestiging.
3. Er is een spanning tussen het vasthouden aan eigen integriteit en het leren van p g g gnieuwe vaardigheden. Als nieuwe vaardigheden leerbaar zijn, dan is dat ter zelf der tijd een bevestiging van het feit dat het al zo lang aanhouden van de problemen in feite een gevolg is van eigen onwil, schuld, slechtheid.
Chaos komt voort uit een combinatie van traumatiserende omgevingsfactoren invaliderende omgeving: (p 15) behoeften en emoties worden ontkend i.p.v.
124
Lineham: centrale begrippen
ingevolgd of minstens bevestigd -als het kind zegt dorst te hebben wordt dit betwijfeld; uitingen van verdriet, pijn of angst worden onthaald op hoongelach en afwijzing; op emotionele uitingen wordt de ene keer niet gereageerd, een andere dan weer heel sterk; mislukken wordt steeds toegeschreven aan het kind, los van de inspanning die het reëel leverde; aangezien men het uiten van emoties diskwalificeert en slechts reageert na extreme escalatie, ontwikkelt het kind iets dat zweeft tussen extreme teruggetrokkenheid en extreme ontremming ). Deze invaliderende omgeving zal in interactie treden met een biologische kwetsbaarheid Verder is een fundamenteel kenmerk van deze jongeren hun emotionelekwetsbaarheid: dat ze op prikkels uit de omgeving erg reactief reageren. Deontreddering door emotionele prikkels duurt lang, ze keren niet zo snel terug naarhet emotionele basisniveau). Ze kunnen (Psychotherapie, 1995- nr 3, p288): disfunctionele vormen van gedragmoeilijk afremmen, hun emotionele stemming van het moment loslaten en hungedrag in doelen organiseren, hun fysiologische prikkeling moeilijk verhogen ofverlagen afhankelijk van wat de situatie vraagt, hun aandacht afleiden van prikkelsdie hun emotioneel verwarren, moeilijk emoties ervaren zonder een rebound effect teondergaan van een andere secundaire emotie (blijdschap wordt gevolgd doorverdriet).
30-9-2007
63
Schema modes
• Schema’s zijn te clusteren volgens schema-modes. Het is d l h t lf f ti l t t d bij
125
een deel van het zelf of een emotionele toestand waarbij schema’s en coping stijl betrokken zijn. Een schema modus is niet volledig geïntegreerd met de andere delen van het zelf.
• Deze worden op verschillende momenten hypervigilant. Ze geven zicht op weerkerende patronen in het gedrag. Cliënt zal zich op verschillende momenten met andere
di l imodi vereenzelvigen.• Bij Borderline: Mishandelende/verwerpende ouder,
hunkerende/verlaten kind, kwade kind, onthechte beschermer, volwassene (cfr. Wijze zelf).
Schema modes126
VolwasseneVolwassene
Afwijzende ouderAfwijzende ouder
Onthechte beschermerOnthechte beschermer
Hunkerend /Hunkerend /verlaten kindverlaten kindKwade kindKwade kind
30-9-2007
64
Schema-modes: opgepast• Het gaat niet over verschillende
persoonlijkheden binnen één individu
127
persoonlijkheden binnen één individu.• Opgelet als je bij jongeren spreekt over de
afwijzende ouder: ze zitten in een andere afhankelijksheids-,loyauteits- en omgangspositie dan volwassenen waarvoor Young zijn theorie ontwierp.ontwierp.
128
AFWEZIGE OUDERSFeestende moeder die me niet beschermt tegen vriendjesVader .... Afwezig en gelijkenis met K..* Ik kleed me uitdagend, ik wil naaktmodel zijn, ik spreek seks
casettes in.* (Omkering) Ik speel hulpverlener voor Jan (mijn vriend). TERUGTREKKER
* Ik praat ik verkoop show maar steek mijn
DE VOLWASSENE / DE OVERSCHOUWER* Het wordt tijd dat ik iets van mijn leven maak.
ZELF BESTRAFFER* Ge kunt niets domme trut, blijf maar dromen* Ik drink als ik een kans zie mezelf te pletter* Ik ben dom en lelijk.
A /
* Ik praat, ik verkoop show, maar steek mijnonzekerheid weg door te spreken van later
* Ik ga in discussies over détails om mijnonmacht te verstoppen.
* Ik doe mijn best niet want het stelt toch nietsvoor (school/job)
* Ik fantaseer er op los.
HET KIND IN MIJ* Ze laten me alleen.* Ze beschermen me niet.* Ik kan de opdrachten nog niet aan, ben nog een klein meisje* Ik ben het beu om de problemen voor anderen op te lossen* Anderen zijn mooier (zus)* Ik ben het beu om alsmaar mijn best te doen terwijl niemand naar mij omkijkt.
HET KWADE KIND / DE REBEL* Wacht maar ik zet het jullie betaald.* Mijn pa zal voor mij betalen.* Als gij peist dat ik voor uw schone ogen opdrachten zal
uitvoeren, dan zijt ge aan het verkeerde adres.* Ik ben beter dan de rest* Als ge me zin niet geeft, dan ga ik uit de bol; ik ben koppig* Ik vertrek op mijn 18de
PH. ‘00-v2
30-9-2007
65
PS Jongen X 129
Moeder zwak; aanvankelijk geen MgevoelEerste 6 jaar (tot geboorte zus) bij MV VerwennenMaterieel compenseren
Geen compentetiegevoel opgebouwd
Geboorte zusRelationele spanning ts ouders
Instabiele relaties Wisselende stemming
Veelheid aan 1 4
Vader:
Coercief gedrag
Angstig ambivalente hechting
Ondanks rustige baby
Geen compentetiegevoel opgebouwdContingent op gedrag
Afwijzende ouderDom, niets kunnen,hopeloosSlecht fout, niets goed, oorzaak miserie
Zwakke normeringO idd llijk i
klachten
Vreemdheid t.o.v. zichzelf
1’
1’’
2
3’Vader:Agressiemodel (impulsief)Drankprobleem (zuchtigheid)Gezagsmatige affectloze maarConsequente opstelling
Hunkerende Angstige kindZus liefde geven die hij misteSoms lief en vriendelijk, behoefte aandachtTwijfel om relatie aan te gaanInsufficiënt, lijden
Ontrekkende kindDrugs, bende, alles durvenFantasie, fugueAndere domineren dr kennis
Kwade kindBrutaal, rebellie, provoceren,Woede over gemiste liefdeVulgaire taal, geweld
+ normaal begaafdGn concentratiestoornisHonger naar uitleg PH 09-04 v1
Onmiddellijk gewin
3
+
Aanpak Borderline (schema modi) voor leerkrachten en opvoeders:
• Duidelijke structuur inbrengen, waardoor de omgeving voorspelbaar wordt
• Oog hebben voor de wisselende stemming en wisselende zijnsvorm• Niet laten verleiden tot hetzelfde perspectief als de invaliderende
omgeving (al word je daar goede reden toe gegeven)
130
omgeving (al word je daar goede reden toe gegeven)• Model van de “goede ouder”; in wijsheid emotie en reden
combineren• Niet te therapeutisch werken. Niet te snel ingaan op het trauma;
zelfbeschadigend gedrag halt toe roepen en trainen op sociale vaardigheden en emotiecontrole/regulatie
• Veilige grenzen voorzien tot waar contact en uitwisseling kan gaan “Ik ben je leerkracht die om je begaan kan zijn, maar in de eerste plaats blijf ik je leerkracht”; Afspreken met welk probleem door verwezen wordt naar wieB f d h l i ll i ifi k i k • Besef dat hun leren niet alleen erg emotiespecifiek is maar ook situatiespecifiek
• Emotie (zelfs positieve) niet te hoog laten oplopen en preventief dempen –zolang de persoon dat niet zelf heeft leren reguleren
30-9-2007
66
CasuïstiekDe jongen met een agressieprobleem
131
De jongen met een agressieprobleem
132
Onze algemene werkwijzeGVP&&PS
30-9-2007
67
Zoektocht• We gingen op zoek naar een model om
133
• We gingen op zoek naar een model om meervoudig & meerlagig probleemgedrag in kaart te brengen
• In het werk met jongeren en adolescenten was er geen kader om identiteit in kaart te brengen
• We wensten info uit externe bronnen, cliëntrapportage, observaties, testgegevens te i tintegreren
• We willen oog hebben voor probleemfactoren maar ook voor sterke punten en protectieve elementen
Grafische Voorspelling
134
Grafische Voorspelling ProbleemsamenhangGVPOnze encyclopedie
30-9-2007
68
135
Concrete werkwijze• GVP: Informatie vertalen naar een aantal rubrieken▫ Hulpvraag▫ Erfelijkheid, medisch, organisch
G i
136
▫ Gezin▫ Identiteit, Denken & Waarden
Perspectieven persoonsmodel Verhoftadt-DenèveSchema’s
▫ Communicatieve & Sociale vaardigheden▫ Gevoelens▫ Gedrag & Coping▫ Stressoren
• PS: Meest werkzame elementen opgeven en verbanden aangeven• PS: Meest werkzame elementen opgeven en verbanden aangeven• Therapieplan opstellen▫ Logisch afgeleid uit voorgaande analyse▫ Hulpvraag verrekenen
30-9-2007
69
Grafische voorstelling profliel
137
• Een encyclopedische, gestructureerde weergave van cliëntgevens:
→Volledig→ Snel toegankelijk
• Model verder in te kleuren met theoretische i i hinzichten
138
M E T A Z E LF A LT E R B E E LD
PE RS OO N / ID E N T ITE IT = ZIJ N & D E N K E Nm e t in b eg ri p va n no rm en en waa rd en
Erfelijkh eidOrganiciteitStofwisselingsstoorn issen(cf. neurotransmittor-balans, vo ed in g)Ontwikkelingss too rnisIntelligentieTemperamen tImpuls iviteitSpanningsbeho efte
GRAFISCHE VOORSTELLING PROFIEL X ° dd/mm/jj -Opname: dd/mm/jj
SOCIALE & COMMUNICATIEVE VAARDIGH EDEN
Concretiseren (ABC),contact leggen (gesprek, iets vragen), reageren opkritiek/woede, eigen kritiek/woede uiten, compliment geven en ontvangen,mening geven, inleven in de ander.Actief luisteren, ik gericht praten, geen verlies methodeOnderscheid inhoud en betrekkingsdisputen, interpuncties.Terugkerende interactiepatronen - Spelsituaties (cf. omslag)
GEVO ELENS(kinderen/basisgevoelens:
GEDRAGVriend en / buurtIntieme vriendschap /bindingVrije tijd / sp ortJo b/ Sch ool(sch oolverlo op, pres taties,concentratie, motivatie,stud ievaardigheden, socialecontacten schoo l)Gezond heid / R is ico gedrag:d th ill d
* Men k an oo k een schem a m aken m et pe r leef tij dscategor ie, per aspec t, ver sc hill ende t est s.* Op dit sch ema t ekenen w e nog geen p ijlen ; vo or i eder e cliën t zijn ze im mer s apart te co nstru eren, ook
te ar gum enter en. Ook binn en 1 v eld m oeten so ms pi jlen getr okken wor den. Al is h et schem a mul tileve l/ m ult i pr oblem , select eer al s o verg ang naa r het ther apiep lan en kele b ijzon der releva ntesamen hangen . Maak een Gr afische V oor st elli ng ( Chro nolo gische) Gear gum enteer deP rob leemsam enhang : GV (C) GP. Pr oblem en = aanm eldi ng/h ulpv raag + gespr ek + dia gnosti ek.
* Not eer n iet al leen zw akke el ement en ( -) st erkt es (+ ).* S ch ets voo r d iver se aspect en het tij dsperspect ief, het o ntwi kkeli ngsver loop .* Redu ceer d it schem a niet tot een on persoo nlij ke check list, maar sch ets een i deosyncr atische
getu igeni s .
Aan meldings klacht:Wie, Wat, Bedo eling (?),Termijn (?)
Z E LF-B E EL D
au to m at i s ch e ge da ch t en
s tr at eg is c he as s u m p t ie s (s a)co n d i tio n el e a ss u m p t ies (c a)
B A S ISS C H E M A ’S (b s )(o u d ers ch em a’ s: m o raal ,ide aal ) -k in d sc h em a ’s :w eg lat in g en , o n tk en n i n g stu krea l it ei t )/ cf . ch i ld m o d es
ID E AA L
M E T A Z E LF
o nju i st e z on e (o j)
reë el b ew us t (rb )v oo rb ew u st (v b )
o nb ew u s t (o b )
ID E AA L
A LT E R - B E E LD
ID E AA L
blij, bang, boo s,ver drietig,afkeer, verbazin g)
Emo tionele kwetsb aarh eiddepres sief/ teleurg es teld,uitgelaten/ op gewond en /geluk, sch uw, h umeu rig,boo s, moe, gewetensvol/zorgzaam, onverschillig,arrogant /trots , angstig/nerveus/ onveilig/paniekerig, (so ciale)inadequatie/ verlegen/beschaamd, (afgeleidegevoelens)
gefrus tr eerd, vernederd,schu ld ig, en tho usiast,trots, liefdevol,
S temmingswissel / Over-ond err eageren / Sch uld -almacht/ Hypervigilan tie/
Actief-pass ief faalangstig
drug s, thrillg ed rag ,onb eschermde sek sualiteit,voedings stoornissen (aspectgedrag cf. br ak en )Omgaan met gezag / regels
Symp to menExternaliserend:lieg en, man ipu leren, fu gue,agress ie (verbaal/n on-verbaal; reactief, pro actief),stelen.Internaliserend:encopres is , automutilatie,(para)s uïcidaal gedrag, enures is , tics , somatiseren.
ZELFHAND -H AVINGPro blem s olvingFru stratie ha nter ingCop ing : actiefaanpakken, passief/ actiefafwachten (zinn enverzetten met iets anders),vermijden, steun zoeken,
GEZIN:* Samenstelling / structu ur (cf. lo s zand -
kluwen )* Functioneren (normen,
w aarden,expressie, conflict, recreatie,maatschappelijke oriën tatie,organis atie (taken)
* O pvoedin gsvaardigheden(betrokkenh eid, positievebekrachtiging, probleem o plossen,discipline [regels formuleren, grenzenbewak en , sanctio nerin g], monitoring)
* Typ ische interactiep atr onen(zondebok , parentificatie, symbiose,trian gulatie, geperverteer de triadeemotio nele diskw alificatie, do ublebind) / elementen uit s ubcultuur (cfmigranten)
* Pathologie van individuele led en (watis Zelfbeeld, Meta-en Alter b eeld vande respectievelijke ouders , wat zijn decentrale assu mp ties, aan welkopvo ed ing sregime wer den zij
Opm: A Binnen ieder van de zes velden gaat men telkens op zoek naar Intern/ extern zelfbeeld; Niveau van bewustzijn; Centrale cognities; Ook in het onbewuste zijn erfoute kernen te vinden (cf. vermeende verwerping die verdrongen is ); in de ideaal-beelden zijn er realistische en onrealistische elementen te vinden; voor deverschillende aspecten van het persoonsmodel bekijken we heden, verleden en toekomst.Na hypotheses door de opsteller geformuleerd noteren we: (hyp)Enigzins veralgemenend kan men zeggen dat het Bewust overeenkomt met het Volwassen niveau, het Onbewuste en het Voorbewuste meer met de Kind en
P H ‘ 0 1 / v 1 2 - 4
Acu te stress orenOver gan gss ituatiesChr onische s tresso renRisico Situaties en HR S
piekeren, zich zelfgerus ts tellen, neg emotieuiten/ humorFocus intern versus extern(cf sociale angst) In rolkleven (praeco x)/ niet inrol ger ak en (impotent) cf. Ook v erd eling aan dach tlich aam/omgeving/procesof taakveiligh eidsgedragRela tion ele opstelling:assertief, terugtrekken,angs tig uitv oeren
opvo ed ing sregime wer den zijblootgesteld, wat zijn deonverw erktheden u it hun leven, welkeboo dschappen kregen zij mee van hu noud ers
* O ntwikkelingsges chiedenis ,ziektetheorie, hanteringsgedrag,perceptieverschillen tussen d eversch illende p artijen
SIGNIFICANTE ANDEREN(cf grootouders / vrienden)
DENKSTIJ L / ATTRIBUTIESTIJL- denkfouten (BECK) / tunnel denken/veiligheidss ignaal ontkennen.- cognitieve mechanismen: ontkenning, omkering, omzetting in tegendeel, te niet doen, rumineren (in sit), post-mortem denken (na sit) / gut-thinking (ik ben wat ik
voel), magisch denken, dubbele standaard hanteren () in naar zz kijken en ander beoordelen). Zie ook schemaontkenning,/vermijding, schemabevestiging,schema(over)compensatie; T.o.v. de … problemen: voorbeschouwings fase, overpeinzing, beslissing, actieve verandering, consolidatie, terugval (partiëel, breder/tijdelijk,permanenter. Verder:(vervorming t.o.v. prikkel/situatie-gedrag -oplossingen
MOTIVATIESTIJL:(DRIVE cf. TA )- alles moet in orde zijn voordat ik kan genieten, nooit genoeg stijl: genieten uitgesteld door telkens weer nieuwe eisen.- nu is het goed, maar morgen zullen we moeten boeten voor vandaag.- nooit zal ik gelukkig zijn (zichzelf saboteren op weg naar succes).- altijd overkomt mij weer (negatieve herhalingen die men opzoekt door schijnbaar onbewuste keuzes -cf. scheiden en weer zelfde type man kiezen)- behoefte aan erkenning, sociale steun, dominantie, altruïsme, onafhankelijkheid, conformisme/ variatie, zakelijkheid,doelgerichtheid, besluitvaardigheid,
pres tatiemotivatie, orde en netheid
STRO KES: - positieve en negatieve strokes in de s ociale omgang- balans moeters en mogers- hoe krijgt iemand in zijn functioneren +S+, -S-, °S-; +S-, -S+, °S+
- balans tussen intrinsieke motivatie (pleizer door doen) en extrinsieke motivatie (plezier aan ouders; in functie van eigen imago opbouw) (cf. ook kort en lang termijnperspectief)
g g gg ,Ouderstructuur.
B Schema’s: ONVERBONDENHEID & AFWIJZING: Verlating/instabiliteit, Wantrouwen/misbruik, Emotioneel tekort/ emotionele deprivatie, Defect/ s chaamte,Sociale Isolatie/ vervreemding; VERZWAKTE AUTONOMIE & VERZWAKTE PRESTATIE: Afhankelijkheid/ incompetentie, Kwetsbaarheid voor gevaar enziekte, Kluwen / niet ontwikkeld zelf, Falen; VERZWAKTE GRENZEN: Gerechtigd zijn/ Grandiositeit, Onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline;GERICHTHEID OP ANDEREN:Onderwerping, Zelfopoffering, Goedkeuring zoeken/ erkenning zoeken; OVERMATIGE WAAKZAAMHEID & INHIBITIE:Negativiteit/ pes simisme, Emotionele remming/ inhibitie, Onverbiddelijk hoge normen/ overkritisch zijn.
30-9-2007
70
GVP Naam, °, Intake of opname
HULPVRAAG: Wie, Wat, Waarom [Bedoeling (?), Termijn (?), Net Nu] Voorbijganger,Bezoeker, Koper, Coach; T.o.v. de problemen: voorbeschouwingfase, overpeinzing, beslissing, actieve verandering, consolidatie, terugval (partieel, breder/tijdelijk, permanenter). Ook:(vervorming t.o.v. prikkel/situatie-gedrag –oplossingen) Wondervraag / Positieve aspecten ERFELIJKHEID MEDISCH ORGANICITEIT
* Typische interactiepatronen (zondebok, parentificatie, symbiose, triangulatie, geperverteerde triade, emotionele diskwalificatie, double bind) / elementen uit subcultuur (cf migranten) * Pathologie van individuele leden (wat is Zelfbeeld, Meta-en Alter beeld van de respectievelijke ouders, wat zijn de centrale assumpties, aan welk opvoedingsregime werden zij blootgesteld, wat zijn de onverwerktheden uit hun leven, welke boodschappen kregen zij mee van hun ouders * Ontwikkelingsgeschiedenis,
PERSOON/ IDENTITEIT = ZIJN & DENKEN met inbegrip van normen en waarden INHOUD: Opm: A Binnen ieder van de zes velden gaat men telkens op zoek naar Intern/ extern zelfbeeld; Niveau van bewustzijn; Centrale cognities.Voor de
ME TA ZELF
onjuis te zone (oj)
reëe l bewust (rb)voorbew ust (vb)
onbewus t (ob)
IDEA AL
ALT ER -BEE LD
IDEA AL
ZELF-B EE LD
automat is che gedac hten
strat egische a ssum pti es (sa)condit ionel e assum ptie s (c a)
B AS ISS C H EMA ’S (bs)(ouderschem a’s: m oraa l,ide aal ) -kindsc hema’s :w eglat ingen, ontke nning stukrea lit eit )/ cf. chi ld modes
IDEA AL
Stofwisselingsstoornissen (cf. neurotransmittor- balans, voeding), BIS/BAS ,VIM, Ontwikkelingsstoornis, Intelligentie, Concentratie, Temperament (trekangst), Impulsiviteit, Spanningsbehoefte, Prikkelgevoeligheid GEZIN: * Samenstelling (naam, °, beroep-studie, Kerngerzin, NSG, enz. -genogram / structuur (cf. los zand -kluwen). Plaats en betekenis in de kinderrij. Relaties tussen de broers & zussen. Affiniteiten en rivaliteiten * Functioneren (normen,
g gziektetheorie, hanteringgedrag, van het gezin als systeem - perceptieverschillen tussen de verschillende partijen. Kritische incidenten binnen gezin. * Mate dat de ouders in de ontwikkeling van het kind SIGNIFICANTE ANDEREN (cf grootouders/ vrienden) SOCIALE & COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN: Concretiseren (ABC)- tijdslijn- conflictcyclus;,contact leggen (gesprek, iets vragen); reageren op kritiek/woede; eigen kritiek/woede uiten; compliment geven
j gverschillende aspecten van het persoonsmodel bekijken we heden, verleden en toekomst. Na hypotheses door de opsteller geformuleerd noteren we: (hyp) Men kan een // trekken met de Ouder, Kind, Volwassene component uit de TA; B Schema’s: ONVERBONDENHEID & AFWIJZING: Verlating/instabiliteit, Wantrouwen/misbruik, Emotioneel tekort/ emotionele deprivatie, Defect/ schaamte, Sociale Isolatie/ vervreemding; VERZWAKTE AUTONOMIE & VERZWAKTE PRESTATIE: Afhankelijkheid/
waarden,expressie, conflict, recreatie, maatschappelijke oriëntatie, organisatie (taken)) Doordeweeks verloop, bij conflict, ideaal ? Onderlinge nabijheid en machtsverhouding. Specifieke taakverdelingen * Opvoedingsvaardigheden (betrokkenheid, positieve bekrachtiging, probleem oplossen, discipline [regels formuleren, grenzen bewaken, sanctionering], monitoring) –verschil voorstelling / realiteit, mate van sociale wenselijkheid (i.t.t. voorgaande gaat het hier over bewust verdraaien)
p gen ontvangen,;mening geven;inleven in de ander (onderscheid cognitieve rolneming- scripts en emotionele rolneming. Actief luisteren, ik gericht praten, geen verlies methode / maak onderscheid tussen een gebrek aan vaardigheden en het niet aanwenden ervan. Onderscheid inhoud en betrekkingsdisputen, interpuncties. Terugkerende interactiepatronen - Spelsituaties (cf. omslag)
jincompetentie, Kwetsbaarheid voor gevaar en ziekte, Kluwen / niet ontwikkeld zelf, Falen; VERZWAKTE GRENZEN: Gerechtigd zijn/ Grandiositeit, Onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline; GERICHTHEID OP ANDEREN:Onderwerping, Zelfopoffering, Goedkeuring zoeken/ erkenning zoeken; OVERMATIGE WAAKZAAMHEID & INHIBITIE: Negativiteit/ pessimisme, Emotionele remming/ inhibitie, Onverbiddelijk hoge normen/ overkritisch zijn.
Denk ook aan Child Modes (Verwerpende Ouder, Hunkerend kind, Woedend Kind, Onhechte Beschermer, Volwassene Eigen ziektetheorie vormt onderdeel van identiteit VORM: DENKSTIJL / ATTRIBUTIESTIJL - denkfouten (BECK) / tunnel denken/veiligheidssignaal ontkennen. - cognitieve mechanismen: ontkenning, omkering, omzetting in tegendeel, te niet doen, rumineren (in sit), post-mortem denken (na sit) / gut-thinking (ik ben wat ik voel), magisch denken, dubbele standaard hanteren ( in naar zz kijken en ander beoordelen). Zie ook schemaontkenning / ermijding
- hoe krijgt iemand in zijn functioneren +S+, -S-, °S-; +S-, -S+, °S+ - balans tussen intrinsieke motivatie (pleizer door doen) en extrinsieke motivatie (plezier aan ouders; in functie van eigen imago opbouw) (cf. ook kort en lang termijn perspectief) GEVOELENS (kinderen/basisgevoelens: blij, bang, boos,verdrietig, afkeer, verbazing) Emotionele kwetsbaarheid / hechting depressief/ teleurgesteld, uitgelaten/ opgewonden/ gel k sch h me rig boos moe ge etens ol/
(schoolverloop, prestaties, concentratie, motivatie, studievaardigheden, sociale contacten school) Gezondheid / Risicogedrag: drugs, thrillgedrag, onbeschermde seksualiteit, voedingsstoornissen (aspect gedrag cf. braken) Omgaan met gezag / regels Symptomen Externaliserend: liegen, manipuleren, fugue, agressie (verbaal/non-verbaal; reactief, proactief), stelen. Internaliserend: encopresis, automutilatie, (para)suïcidaal gedrag, enuresis, tics, somatiseren. Actief passief faalangstig toestandangst sociale Zie ook schemaontkenning,/vermijding,
schemabevestiging, schema(over)compensatie. MOTIVATIESTIJL:(DRIVE cf. TA ) - alles moet in orde zijn voordat ik kan genieten, nooit genoeg stijl: genieten uitgesteld door telkens weer nieuwe eisen. - nu is het goed, maar morgen zullen we moeten boeten voor vandaag. - nooit zal ik gelukkig zijn (zichzelf saboteren op weg naar succes). - altijd overkomt mij weer (negatieve herhalingen die men opzoekt door schijnbaar onbewuste keuzes -cf. scheiden en weer zelfde type man kiezen) Waarden motieven: behoefte aan erkenning sociale
geluk, schuw, humeurig, boos, moe, gewetensvol/ zorgzaam, onverschillig, arrogant /trots, angstig/ nerveus/ onveilig/ paniekerig, (sociale) inadequatie/ verlegen /beschaamd, (afgeleide gevoelens) gefrustreerd, vernederd, schuldig, enthousiast, trots, liefdevol, Stemmingswissel / Over-onderreageren / Schuld -almacht/ Hypervigilantie/ (ACUTE/ Chronische) STRESSOREN Overgangssituaties Chronische stressoren
Actief-passief faalangstig, toestandangst, sociale angst, OCD ZELFHAND-HAVING Problem solving; Frustratie hantering. Coping: actief, aanpakken, passief/ actief afwachten (zinnen verzetten met iets anders), vermijden, steun zoeken, piekeren, zichzelf geruststellen, neg emotie uiten/ humor Focus intern versus extern (cf sociale angst) In rol kleven (praecox)/ niet in rol geraken (impotent) cf. verdeling aandacht lichaam/omgeving/proces of taak veiligheidsgedrag Waarden, motieven: behoefte aan erkenning, sociale
steun, dominantie, altruïsme, onafhankelijkheid, conformisme/ variatie, zakelijkheid,doelgerichtheid, besluitvaardigheid, prestatiemotivatie, orde en netheid STROKES (= eenheid van menselijke interactie): - positieve en negatieve strokes in de sociale omgang - balans moeters en mogers
Chronische stressoren Risico Situaties en HRS GEDRAG Schoolse ontwikkelingsgeschiedenis; hulpverleningsgeschiedenis. Functioneren: Vrienden / buurt; Intieme vriendschap / binding; Vrije tijd / sport; Job/ School
veiligheidsgedrag Relationele opstelling: assertief, terugtrekken, angstig uitvoeren P H V11 sept 2007
30-9-2007
71
DetailbesprekingHét GVP model bestaat nietJe maakt eigen invulling in functie van:•Doelgroep•Eigen theoretisch kader
Detailbespreking
GVP Naam, °, Intake of opname
HULPVRAAG: Wie, Wat, Waarom [Bedoeling (?), Termijn (?), Net Nu] Voorbijganger,Bezoeker, Koper, Coach; T.o.v. de problemen: voorbeschouwingfase, overpeinzing, beslissing, actieve verandering, consolidatie, terugval (partieel, breder/tijdelijk, permanenter). Ook:(vervorming t.o.v. prikkel/situatie-gedrag –oplossingen) Wondervraag / Positieve aspecten ERFELIJKHEID MEDISCH ORGANICITEIT Stofwisselingsstoornissen (cf. neurotransmittor- balans, voeding), BIS/BAS ,VIM, Ontwikkelingsstoornis, Intelligentie, Temperament (trekangst), Impulsiviteit, Spanningsbehoefte, Prikkelgevoeligheid (trekangst), Impulsiviteit, Spanningsbehoefte, Prikkelgevoeligheid GEZIN: * Samenstelling (naam, °, beroep-studie, Kerngerzin, NSG, enz. -genogram / structuur (cf. los zand -kluwen). Plaats en betekenis in de kinderrij. Relaties tussen de broers & zussen. Affiniteiten en rivaliteiten * Functioneren (normen, waarden,expressie, conflict, recreatie, maatschappelijke oriëntatie, organisatie (taken)) Doordeweeks verloop, bij conflict, ideaal ? Onderlinge nabijheid en machtsverhouding. Specifieke taakverdelingen * Opvoedingsvaardigheden (betrokkenheid, positieve bekrachtiging, probleem oplossen, discipline [regels formuleren, grenzen bewaken, sanctionering], monitoring) –verschil voorstelling / realiteit, mate van sociale wenselijkheid (i.t.t. voorgaande gaat het hier over bewust verdraaien) * Typische interactiepatronen (zondebok, parentificatie, symbiose, triangulatie, geperverteerde triade, emotionele diskwalificatie, double bind) / elementen uit subcultuur (cf migranten) double bind) / elementen uit subcultuur (cf migranten) * Pathologie van individuele leden (wat is Zelfbeeld, Meta-en Alter beeld van de respectievelijke ouders, wat zijn de centrale assumpties, aan welk opvoedingsregime werden zij blootgesteld, wat zijn de onverwerktheden uit hun leven, welke boodschappen kregen zij mee van hun ouders * Ontwikkelingsgeschiedenis, ziektetheorie, hanteringgedrag, van het gezin als systeem - perceptieverschillen tussen de verschillende partijen. Kritische incidenten binnen gezin. * Mate dat de ouders in de ontwikkeling van het kind SIGNIFICANTE ANDEREN (cf grootouders/ vrienden)
30-9-2007
72
SOCIALE & COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN: Concretiseren (ABC)- tijdslijn- conflictcyclus;,contact leggen (gesprek, iets vragen); reageren op kritiek/woede; eigen kritiek/woede uiten; compliment geven en ontvangen,;mening geven;inleven in de ander (onderscheid cognitieve rolneming- scripts en emotionele rolneming. Actief luisteren, ik gericht praten, geen verlies methode / maak onderscheid tussen een gebrek aan vaardigheden en het niet aanwenden ervan. Onderscheid inhoud en betrekkingsdisputen, interpuncties. Terugkerende interactiepatronen - Spelsituaties (cf. omslag) PERSOON/ IDENTITEIT = ZIJN & DENKEN met inbegrip van normen en waarden INHOUD: INHOUD: Opm: A Binnen ieder van de zes velden gaat men telkens op zoek naar Intern/ extern zelfbeeld; Niveau van bewustzijn; Centrale cognities.Voor de verschillende aspecten van het persoonsmodel bekijken we heden, verleden en toekomst. N h th d d t ll f l d t (h )
ME TA ZELF
onjuis te zone (oj)
reëe l bewus t (rb)voorbew ust (vb)
onbewust (ob)
IDEA AL
ALT ER-B EE LD
IDEA AL
ZELF-B EE LD
aut omat ische gedac h ten
s trat egische a ssumpties (sa)condit ionel e as sum ptie s (c a)
B AS ISS C H EM A ’S (bs)(ouderschem a’s: moraa l,ide aal ) -kindsc hema’s:w eglat ingen, ontke nni ng stukrea lit eit )/ cf. chi ld modes
IDEA AL
Na hypotheses door de opsteller geformuleerd noteren we: (hyp) Men kan een // trekken met de Ouder, Kind, Volwassene component uit de TA; B Schema’s: ONVERBONDENHEID & AFWIJZING: Verlating/instabiliteit, Wantrouwen/misbruik, Emotioneel tekort/ emotionele deprivatie, Defect/ schaamte, Sociale Isolatie/ vervreemding; VERZWAKTE AUTONOMIE & VERZWAKTE PRESTATIE: Afhankelijkheid/ incompetentie, Kwetsbaarheid voor gevaar en ziekte, Kluwen / niet ontwikkeld zelf, Falen; VERZWAKTE GRENZEN: Gerechtigd zijn/ Grandiositeit, Onvoldoende zelfcontrole/zelfdiscipline; GERICHTHEID OP ANDEREN:Onderwerping, Zelfopoffering, Goedkeuring zoeken/ erkenning zoeken; OVERMATIGE WAAKZAAMHEID & INHIBITIE: Negativiteit/ pessimisme, Emotionele remming/ inhibitie, Onverbiddelijk hoge normen/ overkritisch zijn. Denk ook aan Child Modes (Verwerpende Ouder, Hunkerend kind, Woedend Kind, Onhechte Beschermer, Volwassene Eigen ziektetheorie vormt onderdeel van identiteit
ME TA ZELF
onjuis te zone (o j)
ALT ER -B EE LDZELF-B EE LD
reëe l bewust (rb)voorbew ust (vb)
onbewust (ob)
automat ische gedac hten
s trat egische a ssumpti es (sa)condit ionel e assum ptie s (c a)
B AS ISS C H EMA ’S (bs)(ouderschem a’s: moraa l,ide aal ) -kindsc hema’s :w eglat ingen, ontke nning stuk
lit it )/ f h i ld d
IDEA AL IDEA AL
rea lit eit )/ cf. ch i ld m odes
IDEA AL
30-9-2007
73
VORM: DENKSTIJL / ATTRIBUTIESTIJL - denkfouten (BECK) / tunnel denken/veiligheidssignaal ontkennen. - cognitieve mechanismen: ontkenning, omkering, omzetting in tegendeel, te niet doen, rumineren (in sit), post-mortem denken (na sit) / gut-thinking (ik ben wat ik voel), magisch denken, dubbele standaard hanteren ( in naar zz kijken en ander beoordelen). Zie ook schemaontkenning,/vermijding, schemabevestiging, schema(over)compensatie. MOTIVATIESTIJL:(DRIVE cf. TA ) - alles moet in orde zijn voordat ik kan genieten, nooit genoeg stijl: genieten uitgesteld door telkens weer nieuwe eisen. - nu is het goed, maar morgen zullen we moeten boeten voor vandaag. - nooit zal ik gelukkig zijn (zichzelf saboteren op weg naar succes). - altijd overkomt mij weer (negatieve herhalingen die men opzoekt door schijnbaar onbewuste keuzes -cf. scheiden en weer zelfde type man kiezen) yp )Waarden, motieven: behoefte aan erkenning, sociale steun, dominantie, altruïsme, onafhankelijkheid, conformisme/ variatie, zakelijkheid,doelgerichtheid, besluitvaardigheid, prestatiemotivatie, orde en netheid STROKES (= eenheid van menselijke interactie): - positieve en negatieve strokes in de sociale omgang - balans moeters en mogers - hoe krijgt iemand in zijn functioneren +S+, -S-, °S-; +S-, -S+, °S+ - balans tussen intrinsieke motivatie (pleizer door doen) en extrinsieke motivatie (plezier aan ouders; in functie van eigen imago opbouw) (cf. ook kort en lang termijn perspectief) GEVOELENS (kinderen/basisgevoelens: blij, bang, boos,verdrietig, afkeer, verbazing) Emotionele kwetsbaarheid / hechting depressief/ teleurgesteld, uitgelaten/ opgewonden/ geluk, schuw, humeurig, boos, moe, gewetensvol/ zorgzaam, onverschillig, arrogant /trots, angstig/ nerveus/ onveilig/ paniekerig, (sociale) inadequatie/ verlegen /beschaamd, (afgeleide gevoelens) gefrustreerd, vernederd, schuldig, enthousiast, trots, liefdevol, Stemmingswissel / Over-onderreageren / Schuld -almacht/ Hypervigilantie/
30-9-2007
74
(ACUTE/ Chronische) STRESSOREN Overgangssituaties Chronische stressoren Risico Situaties en HRS GEDRAG Schoolse ontwikkelingsgeschiedenis; hulpverleningsgeschiedenis. Functioneren: Vrienden / buurt; Intieme vriendschap / binding; Vrije tijd / sport; Job/ School (schoolverloop, prestaties, concentratie, motivatie, studievaardigheden, sociale contacten school) Gezondheid / Risicogedrag: drugs, thrillgedrag, onbeschermde seksualiteit, voedingsstoornissen (aspect gedrag cf. braken) Omgaan met gezag / regels Symptomen Externaliserend: liegen, manipuleren, fugue, agressie (verbaal/non-verbaal; reactief, proactief), stelen. Internaliserend: encopresis, automutilatie, (para)suïcidaal gedrag, enuresis, tics, somatiseren. Actief-passief faalangstig, toestandangst, sociale angst, OCD ZELFHAND-HAVING Problem solving; Frustratie hantering. Coping: actief, aanpakken, passief/ actief afwachten (zinnen verzetten met iets anders), vermijden, steun zoeken, piekeren, zichzelf geruststellen, neg emotie uiten/ humor Focus intern versus extern (cf sociale angst) In rol kleven (praecox)/ niet in rol geraken (impotent) cf. verdeling aandacht lichaam/omgeving/proces of taak lichaam/omgeving/proces of taak veiligheidsgedrag Relationele opstelling: assertief, terugtrekken, angstig uitvoeren P H V1 sept 2007
148
ProbleemsamenhangPSDe samenvatting
30-9-2007
75
Positie
149
• Naast een encyclopedisch geheel, hadden we ook noodzaak aan een samenvatting, iets dat vergelijkbaar is met de Holistische Theorie in de GT
150
30-9-2007
76
151
Na de samenhangKomt dan het therapieplan
Therapieplan
152
e ap epla
• Brainstorming• Beslissingsfase
30-9-2007
77
Vormgeving Brainstorming:ProbleemProbleem DoelDoel InterventieInterventie EvaluatieEvaluatie ValkuilValkuil
JongereJongere
GezinGezin
OudersOuders
SchoolSchool
RelatieRelatie
Vrije tijdVrije tijd
153
Casus
154
Brahim
30-9-2007
78
Inkleuring
155
• Brahim is een 16 jarige Turkse jongen • Hardnekkige agressieproblematiek die escaleert
(vuistslag, kopstoot, weinig schuldbewust –berekend in agressie zegt er niets aan te kunnen doen)Uitd & t• Uitdager & gepeste
156Brahim Ö - °25/3/90 - opname SI 24/10/04- internaat :07/02/05 AANMELDINGSKLACHT : Omdat moeder de gedragsproblemen niet onder controle krijgt vraagt ze naar een opname internaat. Organisch, medisch, stoornis, erfelijkheid Turkse afkomst. WISC-R (jan ‘98): VIQ 61, PIQ 52, TIQ 54. Onderschatting van zijn mogelijkheden. Blijkt concreet inzicht te hebben in problemen en weet ze op te lossen. WISC R (1-2005): TIQ:59;V:66;PIQ:55) Oogsupressie (?), Varicoseule (juni ’05) GEZIN
echter niet instaan voor de opvoeding en opvolging van Brahim en stuurde hem naar zijn M. Het is niet duidelijk hoe Brahim de scheiding van zijn ouders en de afwijzing door V heeft ervaren. Moeder krijgt invaliditeitsuitkering. SI in afwachting I. SOCIALE & COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN: Ziet zelden eigen aandeel in conflict vertrekt vanuit de stelling dat de ander iets misdoet waarop hij dan reageert. SI: Slechte tafelmanieren (werkt anderen hierdoor op de zenuwen) SI: Wordt gepest door anderen; pest zelf om niet uit de boot te
STRESSOREN:Harde aanpak door vader (?) bron M Scheiding ouders 16/11/02: conflict met andere SI aan station door 6 man in elkaar geslagen, met ziekenauto naar ziekenhuis GEVOELENS Voelt zich vlug bedreigd. Angsten (bijv. voor enge ruimtes. GEDRAG Beïnvloedbaar. Kan zich moeilijk beheersen in vrije situaties, reageert wild,
Vader: O. M. (°21/5/60) arbeiderMoeder: K. G. (°16/11/69) inpakster Kinderen Brahim, zus E (°30/5/93) en zus E. (°27/4/94) M en V feitelijk gescheiden ’03 M. hartproblemen -invalide. Nog 2 kdn, verblijven bij M. Ouders zijn affectief positief betrokken maar bieden zeer weinig structuur (juni ‘00). Brahim loopt vrij veel op straat en er is weinig monitoring. Enerzijds wordt hij heel vrij gelaten door M en mag hij zijn zin doen (meegaan in zin doen), M heeft hem echter ook nodig (overleggen, M laat beslissingen aan Brahim over, parentificatie?), anderzijds wil ze hem een aantal regels opleggen maar het lukt haar niet. M klaagt enorm over zijn gedrag en wil hem op internaat. Ze voelt zich machteloos (combineren van moeder- en vaderrol). Ze beschrijft zichzelf als zieke vrouw (somatiseren; hartklachten; gewrichtsreuma), niet in staat Brahim op te volgen. Het feit dat er geen man in huis is betekent voor haar dat Brahim niet kan
g p p fvallen. Identiteit: META ZELF: Klassenraad S J (OV3): Praktische ingesteldheid en hulpvaardigheid. De impulsiviteit maakt de afwerking slordig. Meta zelf mentor CBCL:zowel vcor Internaliseren(T76)7 als externaliseren (T85) als totaal: klinisch (T87): teruggetrokken:T70; lichamelijke klachtenT:60; angstig/depressief:T79; Sociale problemen T84; Denkproblemen T81; Aandachtsprobleem T88;Delinquent T78;Agressief gedrag T 90. Stotteren, dwanghandeling: nekspieren spannen, anderen bedreigen, driftbuien, achterdochtig, voelt zich geviseerd, koppig, slechte schoolresultaten, onhandig zijn hoogscorende symptomen.. ZELF-BEELD ‘Ik luister niet altijd naar mijn M, ik ga op straat met vrienden.’ Negatief zelfbeeld.
j j gimpulsief en tegendraads. Dikwijls betrokken in conflicten en ruzies met leeftijdsgenoten en volwassenen (bijv. voor opname SI gevecht met Marokkaanse jongen. Politie kwam tussen; moeder diende kosten van ziekenhuis te betalen). Spijbelen, afdwing gedrag naar moeder (bijv.GSM stuk smijten om nieuwer model te krijgen) THUIS Volgens M was hij altijd al moeilijk: zenuwachtig, roepen, ruzie maken, niet willen begrijpen, verbaal agressief, bedreigen. Problemen zijn geëscaleerd met vertrek van V, Brahim luistert helemaal niet meer naar M. Ze is bang dat hij haar zou slaan. Loopt veel op straat, tot ‘s avonds laat. Maakt veel ruzie met zussen. Stelt zich bazig op en pest hen. SCHOOL Aan de deur gezet in MPI S J. Erkent zijn eigen aandeel niet in de conflicten op school. Schooljaar 04-05: overgang OV2 Geschiedenis 3 jr gewoon kleuteronderwijs. 2 maal eerste lj. Daarna gee a u s s bete e t voo aa dat a et a
gevolgd en opgevolgd worden. V oefent bezoekrecht niet uit, hij ziet de kinderen weinig. Brahim zegt dat hij zelf af en toe bij V langs gaat. M zegt dat V soms te streng was. Ontwikkelingsgeschiedenis M kwam naar België in ‘72 met haar gezin. Groeide hier op en heeft zich vrij goed aangepast. Op haar 20ste werd ze uitgehuwelijkt (huwde in Turkije met man die ze nog nooit zag). Na haar huwelijk zag ze haar man 1 jaar niet. Daarna vestigden ze zich in Brussel. M was niet gelukkig in haar huwelijk. Het huwelijk liep spaak en de ouders scheidden in Turkije in ‘01. Brahim werd aan V toegewezen, de 2 dochters aan M. V wou
ALTER-BEELD ‘Papa is te streng.’ (wat een reden is om niet graag naar V te gaan). B. zegt dat moeder de dochters liever ziet (SI) Mijn zussen zijn knapper (ASO). Ze verwijten me voor BLO DENKSTIJL-MOTIVATIE-STROKES: Weinig normbesef. Geen respect voor vrouwelijk gezag. Brahim poogt thuis als oudste de rol van de vader in te nemen. Verstandelijk kan hij dit niet aan, wat tot conflicten leidt.
3 j gewoo eute o de w js. aa ee ste j. aa aoverschakeling naar BLO type 1. Van sep ‘967tot juni ‘03 BLO. Advies BUSO type 1 OV3. ‘03-’04 Obsjr St Jozef. ‘04-’05 2de bouw St Jozef. Symptomen Zie CBCL onder metazelf
30-9-2007
79
PS Brahim Ö °25/3/90 157
Cultuur:•Mannen de baas
• niet naar vr. luisteren Afwezige (B ontkent), Mishandelende (?)
strenge vader; die S. mogelijk opzet tegen moeder
8
1’
Verstandelijke& Sociale beperking
Hoge angstdispositie (hyp)
Mogelijk wat
Moeder (ziekterol): ontwijkt uit angst en wil hem weg
Neg. Zelfbeeld: iedereen is tegen mij (behalve vader): onvolmaaktheid & isolatie (Ba)
Als ik aangevallen word mag ik mij
Prikkelbaar
Angst &
Woede
1
6 2
3
g jachterdochtig ingekleurd (cf vader)
6”
Roeit met de riemen die hij heeft
+
7 4
word mag ik mij verdedigen (sa)
Zweeft tussen positie van pesten & gepeste: Slachtoffer & dader
PH- 09’007 v1
Vechten, spijbelen , tegendraads, moeilijk beheersen, koppig
Impulsief, dominant
beïnvloedbaar
6’
5
Neg feedback omgeving
Samengevat• Intellectuele & sociale beperking beperking en angstdispositie
(trekangst te objectiveren!) gaan in interactie. Vijandige interpratiebias (Dodge) is hier deels gevolg van verstandelijke beperking. (Zwak begripsvermogen wordt gezien als rem voor therapie)
• Angst wordt verder aangestuurd, maar ook woede, prikkelbaarheid.• Uitagerend gedrag: moeder vermijdt vader stuurt verder aan
158
• Uitagerend gedrag: moeder vermijdt, vader stuurt verder aan• Ontstaan schema’s onvolmaaktheid en isolatie• Wil domineren, bepalen, de beste zijn (compenstie + cultuur),
gefrustreerd over tekorten. • Zijn houding brengt nog negatieve feedback mee van anderen• Vrij sterke angst en onveiligheidbeleving bende als bescherming (zie
verder)• Heel stressgevoelig: overspoeld door problemen agressie• Musturbation• Opvallend samengaan van p g
▫ Beperkingen (achterdocht – intellectueel)▫ Model vader + cultuur – impliciete & expliciete boodschappen▫ Reacties omgeving
30-9-2007
80
Let op• Belang circulaire causaliteit• Kijken naar bewerkbare en niet bewerkbare
factoren (let op met dit laatste: gevaar fatalisme)• Onderscheid lineair verband, mediërend,
159
, ,modererend , circulair
• Opletten denkfouten: cirkelredenering, correlatie als causaliteit, wat vooraf gaat is oorzaak (nood aan model)
• Verschil tussen onderkennende hypothese (er is een angstdispositie) en een verklarende hypothese (door de negatieve reacties van anderen loopt de (door de negatieve reacties van anderen loopt de stress verder op – de zwakke verbale vermogens en het model vanuit de vader (en de cultuur) zijn een rem op verwoorden en leiden tot uitageren.
• Positieve fatoren niet vergeten• Bemerk dat hier nergens sprake is van een
hulpvraag van B zelf
Je kan tekenen op bl i k
160
probleemniveau maar ook gedragsketens weergeven
Conceptualiseren op metaniveauOntwikkelen van draaiboekenOntwikkelen van draaiboekenWisselwerking theorie praktijk= kenmerkend voor universitaire opleiding
30-9-2007
81
161Brahim – situatie feb ‘07
Vader: verlies van status•Moeder hertrouwd•V problemen cf. huurcontract; Brahim als tolk•V valt weg binnen eigen problematiek nl depressie (- toezicht)•V vraagt B om in de instelling niets
(t t / b i ht d )
Aantal gasten uit Turkse omgeving(rijkeren) nemen B. op sleeptouw
Voelt zich aanvaard.Ent zich op minderwaarde→
3
4
zeggen (trots/ bericht naar moeder)
Mijn V ziet mij graag; Ik respecteer hem (moet helpen)
Stress &Ongecontroleerdestraattijd
Ent zich op minderwaarde→Overmoed en Hoogmoed
B. Dreigt met bende vanuit onveiligheid
125
6
7
8
Bendevorming en onveiligheidOp school
S. Lokt agressie van anderen uit
Eigen ontregelde agressie5’
Ph 02/2007
SamengevatNog wat info:• Brahim heeft in het najaar werk bij een marktkramer,
aanvankelijk loopt dit goed tot de man een hersenbloeding krijgt (tussendoor: wij moedigen hem aan om de man te bezoeken- de familie beleeft dit als een vorm van stalking)
162
g)• Nadien vindt hij werk bij een plantenkweker, afhankelijk
van het seizoen is er meer of minder werk. Als er minder werk is mag hij van moeder niet meer frequent op weekend komen. Hij mag om de 14 dagen van zaterdag tot zondagavond naar huis.
• Brahim volgt zoals gezegd OV2 opleiding. Hij heeft de hoogste punten en vindt zich de slimste van de leefgroep omdat hij de hoogste punten van de leefgroep heeft (terwijl omdat hij de hoogste punten van de leefgroep heeft (terwijl de anderen in OV3 zitten).
30-9-2007
82
Het verhaal vanaf juli ‘05
163
• Brahim gaat begin van de vakantie naar huis. Moeder blijkt voor twee maanden naar Turkije te zijn (met de dochters) om te hertrouwen
• In september duikt vader plots op hij vraagt aan Brahim om ieder weekend bij hem te komen.
Gesprek dd. 17-09• Brahim is eerst wat gespannen. Dan stelt hij zich zeer
spreekvaardig op. Hij is echt een puzzelaar die ondanks zijn geringer abstractievermogen dingen poogt te vatten en
164
j ge ge abst act e e oge d ge poogt te atte ete combineren. Als hij iets niet vat, dan kan hij dat gewoon zeggen en pogen we samen het eens op een andere manier te vertellen.
• Over situatie thuis: Ziet moeder graag (met gulle glimlach). Moeder legde uit dat ze dringend naar Turkije moest en hem daarom niet kon verwittigen. Hij aanvaardt deze uitleg (om het moederbeeld of de moederliefde staande te houden; bij doorvragen voelt hij wel dat er wat schort) houden; bij doorvragen voelt hij wel dat er wat schort). Vader is kwaad op moeder omdat ze hertrouwde. Verder omdat ze het huis in Turkije niet op naam van Brahim wil zetten. Moeder zegt dat ze dat niet doet omdat vader van Brahim de helft zou opeisen en dat hij niet zou kunnen weigeren. Moeder verwoordt haar houding dus als beschermend.
30-9-2007
83
Gesprek dd. 17-9• Brahim besluit blufpoker te spelen: Hij zal moeder
zeggen dat hij wekelijks naar huis wil of dat hij naar vader zal gaan. Dit zal moeder niet willen want vader zou Brahim in zijn kwaadheid kunnen opstoken om moeder
165
Brahim in zijn kwaadheid kunnen opstoken om moeder aan te pakken wat Brahim niet zou kunnen weigeren. Zegt wel moeder ooit uitgemaakt te hebben maar nooit fysiek aangepakt te hebben.
• Met de zussen is er een rivaliserende band. Brahim zegt bewonderend dat ze Latijn volgen en hem uitmaken voor BLO. Dit is en bevestiging van zijn kinderlijk zelfbeeld. Verder zijn er kinderlijke ruzies. Vroeger over bij b ld i i D ill bijvoorbeeld een situatie met noten. De zussen willen dezelfde soort noten als Brahim; hier komt een conflict van; vader komt tussen en geeft Brahim slaag. Brahim blijkt niet te snappen dat de zussen hem uit de bol doen gaan, waar hij de brokken vangt. Heeft hij er wel zicht op dat kleine kinderen andere behoeftes hebben?
Gesprek dd. 17-9• Brahim zegt dat hij van vader wel lappen kreeg, maar dat
dit binnen de cultuur viel. Hij werd bijvoorbeeld nooit geslagen met een broeksriem. In geen van zijn conflicten nu moet hij terugdenken aan feiten van toen. Hij vertelt ook dat een aantal conflicten er waren omdat hij zijn vader
166
j jtegen sprak, waarop een majeure oorveeg met evenwichtsverlies voor Brahim volgde.
• Woedeaanval. Hij geeft aan dat anderen weten hoe ze hem moeten bespelen (bijvoorbeeld oogjes trekken), hij ontploft dan. Bevestigt woordelijk de gegevens uit het EEG: geen absences. Poogt zich te beheersen gaat naar kamer en zit dan een tijd te wenen en na te beven (daar geen flash back naar vroeger) Blijkbaar gaat het over een combinatie van naar vroeger). Blijkbaar gaat het over een combinatie van spanningscontrole en “slechte gedachten”.
• Lijkt open te staan voor leermoment, maar zal het via Hedi (mentor)laten weten. Wil geen medicatie. Motief tot veranderen: Als hij zo vatbaar blijft voor “setup”, dan zal hij later op het werk uitvliegen en aan de deur gezet worden.
30-9-2007
84
Gesprek dd. 17-9
• Verliefdheid (zoals geweten een stressor): Stelt zich stoer K ht f d t hij h t i t l d
167
op. Kan pas achteraf aangeven dat hij het intern wel anders beleeft. Kan ook gevoelens van beginnende verliefdheid met op en af gevoel, aan en uit, de angst voor het verlies verwoorden. Officiële stelling: de relatie met Gina stopt omdat het niet mag in de groep.
September kruipt verder
• Hij mag alle dagen naar vader waarop moeder capituleert. Vader heeft Brahim nodig om een sociale woning te verwerven met 2 slaapkamersM d h f d ki d bij l B hi di h
168
• Moeder heeft de kinderbijslag van Brahim nodig om het huis af te betalen en de school van de andere kinderen te betalen.
• Moeder spreekt Nederlands en contacteert ons rechtstreeks. Vader via het buurthuis Rabot en Brugse Poort. Men brengt over dat vader vorig jaar problemen had (en een psychiatrische opname kende). Nu wil hij zijn zoon een perfecte opvoeding geven waar moeder dat niet kan. p p g gHet enige dat hij Brahim vraagt is te bevestigen dat hij bij hem verblijft domicilie. Moeder mag de KB houden
30-9-2007
85
September kruipt verder
• Moeder zegt dat vader Brahim aantrekt om haar te treffen.• Als centrum pogen we alle partijen te overtuigen dat men
169
• Als centrum pogen we alle partijen te overtuigen dat men Brahim niet mag dwingen te kiezen voor een van beide ouders en tegen een andere.
• Het thema brengt heel wat stress in voor Brahim. Hij is dankbaar naar de hoofdopvoeder toe omdat hij “hem goede raad geeft” Hij ziet de opvoeders als een kompas. Met hun steun kan hij tegen vader zeggen dat deze de handtekening steun kan hij tegen vader zeggen dat deze de handtekening kan krijgen maar hem verder met rust moet laten
• Ondertussen vernemen we van moeder dat het appartement van vader recht over haar deur is. Vader zou haar bedreigen en heeft ook een wapen.
Oktober- november• Brahim heeft een conflict met een andere jongere
die hij aanvalt. De hoofdopvoeder komt tussen en
170
j pmoet Brahim immobiliseren en later isoleren in de pingpong ruimte. Brahim beschuldigt de hoofdopvoeder van racisme.
• Hij voelt zich geviseerd en gaat in verzet tegen de setting.
• Moeder belt een eerste weekend af. Ze zegt dat er gdringend naar Brussel moet. We vermoeden dat Brahim de weekends dat hij thuis is te eisend is (nieuwe dure schoenen) of te dominant is
30-9-2007
86
De bom
171
• Brahim komt de leefgroep binnen. Hij vraagt Davy waar zijn handschoenen zijn? Davy zegt dat ze op school vergat? Hierop gaat Brahim Davy te lijf. De opvoeder komt tussen en stuurt Barhim naar zijn kamer. Brahim weigert. De opvoeder maant hem aan en neemt hem bij de arm. Verwijten voor racisme. Gaat dan voor de opvoeder de gang naar zijn kamer in. Halfweg draait hij p g g j g jzich om en slaat hij de opvoeder uit volle macht op zijn kin. Deze blijft overeind en steekt Brahim op zijn kamer. Gaat naar bureau om de permanent te verwittigen. Ondertussen kiest Brahim het hazenpad.
• We besluiten tegen Brahim klacht in te dienen voor slagen en verwondingen
Studie van de krater• Brahim ging ervan uit dat de opvoeder wist dat de
Davy zijn handschoenen niet geleend had (met zijn toestemming), maar ontvreemd had
h d h l b l fd d hij k
172
• Davy had op school beloofd dat hij ze zeker zou terug geven; de vlotte mededeling van “vergeten” werd door Brahim als een provocatie gezien
• Een iemand naar de kamer sturen en de ander niet wordt wel vaker gezien als de schuld naar de jongere schuiven die naar zijn kamer gestuurd wordt (waar de opvoeder dit juist doet omdat de wordt (waar de opvoeder dit juist doet omdat de bewuste jongeren tegen hem in verzet gaat en verwijt)
30-9-2007
87
De duistere wintermaanden• Brahim verblijft bij zijn vader. Deze beschuldigt op zijn
beurt de opvoeders van racisme.• Hij zal Brahim op semi-internaat sturen Het semi-
173
• Hij zal Brahim op semi internaat sturen. Het semiinternaat vindt de jongen te agressief en niet begeleidbaar vanuit de vader. Het internaat vindt een overgang nu niet aangewezen.
• Na deze weigering gaan vader en Brahim op zoek naar een andere school. Type 3 OV2 is niet vlot te vinden. Brahim wil naar het gewoon onderwijs. OV2 blijkt minder verwerkt dan verwacht.
• Moeder is tegen deze stap maar durft dit uit schrik voor • Moeder is tegen deze stap, maar durft dit uit schrik voor vader en Brahim niet uitspreken.
• We schakelen het CBJ is ter bemiddeling. Vader opent een aanval op de Kb en eist de dochters op. Moeder neemt een advocaat onder de arm.
Bemiddelingscommissie
174
• Wagenschot stelt als voorwaarden voor een terugkeer:▫ In schakeling medicatie▫ Verplichte therapie▫ Discussie semi internaat wordt nu niet gevoerd▫ Uitklarend gesprek naar opvoeder toe (Brahim ▫ Uitklarend gesprek naar opvoeder toe (Brahim
bekent schuld op de BC)• Er wordt gezegd dat hij bij het niet nakomen van
de voorwaarden naar de JR verwezen zal worden.
30-9-2007
88
Hobbelige terugkeer
175
• Het gesprek over wat gebeurd is verloopt moeilijk Brahim is rancuneus. Dan bindt hij in. Hij blijft tegen derden wel zeggen dat hij onschuldig is.
• Dit verzet valt geleidelijk weg. Hij poogt in de groep zijn positie terug in te nemen door te dreigen.
• Vader zal wekelijks komen controleren of hij niet te hard wordt aangepakt. Vader komt een keer.g p
• Brahim kiest ervoor om naar vader op weekend te gaan en bij moeder op bezoek te gaan.
• Détail: sinds hij bij vader is, is de verstokte roker gestopt met roken en wil hij Frans leren
176
De individuele therapieHerkenbare concepten
30-9-2007
89
Definities agressie & Co
177
• DiGiuseppe (1994):▫ Woede: interne, mentale, subjectieve
gevoelstoestand geassocieerd met cognitieve en fysiologische arousal patronen.
▫ Agressie: openlijk gedrag dat uitgevoerd wordt met de intentie om een object of een persoon
h d f l t l t t bschade of letsels toe te brengen.▫ Vijandigheid: een persoonlijkheidstrek, waartoe
besloten kan worden door woede die zich uit in verschillende situaties gecombineerd met verbale of fysieke agressie.
Dodge: Coderingsfouten bij agressieve jongeren
178
Ze een gebeuren in de buitenwereldsneller als vijandig, bedreigend zulleninterpreteren. Ze bij het verwerken van de informatiebelangrijke informatie over het hoofd zien Ze minder oplossingsmethodes zullenbedenken dan niet agressieve jongeren Zebedenken dan niet agressieve jongeren.Zemeer agressieve oplossingsmethodeszullen bedenken. Hun gedrag reden is tot afwijzing wat opzich weer het begin vormt van een meeragressieve interpretatie en gedrag.
30-9-2007
90
Aanvullend bij het emotiemodel dat we bekeken• Zowel het faalangstmodel van Depreeuw als het
agressie model van Novaco vertrekken van een i i d i /i h i (fi i l)
179
primaire waardering/inschatting (first apraisal).• We kunnen hier denken aan wat P. Eelen de
evaluatieve respons noemt. Verwijzend naar Zajonc stelt hij dat het gaat om een 'onmiddellijke en onontkoombare reactie, gebaseerd op een holistische en totale prikkelanalyse. Een
l i i f ievaluatieve reactie gaat vooraf aan en is medebepalend voor eventuele daarop volgende autonoom- vegetatieve, instrumentele en expressieve motorische en verbale responsen.'
Doelgroep & verslaggeving Paul Hamers
Model NovacoCognitieve Processen
* frustratie* ergernis* belediging* onrechtvaardigheid* aanval
* inschatting / interpretatie* verwachtingen* zelfspraak
Uitwendige Elementen
WoedeGedragsreactie
aanval
* b l i Arousal+Cognitievebetekenisverlening
* verbale agressie* fysieke agressie* passieve agressie* ontsnappings ofvermijdingsgedrag
30-9-2007
91
Waarderingsproces:• Primaire inschatting: de waarschijnlijkheid op het
optreden van woede verhoogt naarmate (i) een gebeurtenis als onverdiend of onfair beleefd wordt (II) als iemand met opzet iets veroorzaakt (III) het had
181
als iemand met opzet iets veroorzaakt (III) het had kunnen voorkomen worden (IV) diegene die het probleem veroorzaakte zou moeten gestraft worden.Secundaire inschatting: gaat over het evalueren van coping mogelijkheden in functie van de stressor
• Samengevat: Woede is waarschijnlijk in situaties waar iemand iets ondergaat dat had kunnen voorkomen worden en waar tegenover hij geen oplossingen kan worden en waar tegenover hij geen oplossingen kan stellen.
182
Belang?Deze eerste inschatting blijkt zeker bij de werking met onze jongeren bij de werking met onze jongeren een extreem groot belang te hebben
30-9-2007
92
Brahim
183
• Vermenging Dodge en mentale handicap• Vijandige attributie zit ook in first apraisal• Attributie:anderen provoceren en opvoeders
trekken hen voor: extern, stabiel, globaal en oncontroleerbaar = geen intrinsieke motivatie
th ivoor therapie• Via cultuur gerechtigd tot slaan
Opmerkelijk
184
• Wil je deze jongeren agressief krijgen dan moet je vooral 2 dingen doen:▫ Aanstaren▫ Zeggen: “Uw moeder…”
30-9-2007
93
Concreet individueel programma• Opbouw motivatie: mogelijk medicatie vermindering;
komen tot eigen hulpvraagEd ti d d ( d th t )
185
• Educatie rond woede (o.a. woede thermometer)• Relaxatietechniek (o.a. bovenbouw rond autonomie)• Oefenen in stresscontrole (een probleem tezelfdertijd
aanpakken)• Conflictanalyse:▫ Training op interpretatie▫ Problem solving▫ Middel-doel denkendde doe de e▫ Irrationele cognities & musturbation aanpakken
• Stressinoculatie (stoplicht methode)• Opbouw alternatieve normen rond bende vorming• Op termijn schema thuisbegeleiding bij moeder?
Educatie rond woede
186
• Wat roept het woord woede en kwaadheid op?• Zinnen aanvullen en denken aan kwaadheid• Situatie waar je kwaad was concretiseren: school
leefgroep en thuis.Situeren van je gevoel binnen schema Donald D kDuck
30-9-2007
94
187
Lochmans Woede thermometer
Losgeslagen/woeden
188
•Agressie wordt beleefd in “alles” of Losgeslagen/woedend
Stomend/ kwaad
Geïrriteerd/verveeld
g“niets” termen. Door de thermometer kunnen jongeren hun woedeniveau benoemen en triggers erkennen.
• Probleemoplossing is eenvoudiger bij lage arousal
/
Gefrustreerd
•Lochman gebuikt een grote versie op de vloer tijdens rollenspel
30-9-2007
95
Stressinoculatietechniek (cf. REI).
189
Deze techniek van Meichenbaum omvat verschillende fasen van aanbreng:• I. Instructiefase: waar men uitleg geeft over de werking van stressoren
(fysiologisch en cognitief). Verder uitleg over de vier stappen.II. Inoefenfase (met trainer tijdens sessie)III. Uitvoerfase pogingen in realiteit
• 4 fasen in script:A. voorbereidingsfase op confrontatieB. de bom: inslag van de stressor: fysiologische en cognitieve coping (aandacht naar binnen)C aandacht terug op te verrichten proces met af en toe interpuncties uit C. aandacht terug op te verrichten proces met af en toe interpuncties uit B (cf. achterover leunen, even bezinnen, rustig gedachten de vrije loop laten), slogan formuleren.(aandacht naar buiten)D. Evaluatie: wat deed ik goed, waar kan het nog wat beter? Zelfbeloning niet uit de weg gaan.
Het schema thuisbegeleiding
190
• Doel: ▫ Structuur in te brengen▫ Geen straf, maar een middel▫ Discussie tot een minimum te beperken▫ Rechten en plichten balans duidelijk te maken▫ Geeft ruimte om zowel de ouderlijke vaardigheden Geeft ruimte om zowel de ouderlijke vaardigheden
als de communicatieve aspecten te begeleiden▫ Een zo gelijkaardig mogelijk schema voor
meerdere jongeren zodat ieder de techniek in de vingers krijgt
30-9-2007
96
Het schema thuisbegeleiding
191
• Noodzakelijk: ▫ Een overlegmoment met de ouders en de jongere▫ Een evaluatiemoment
• Als alles goed loopt kunnen beide momenten samen vallensamen vallen
Het schema thuisbegeleidingLeerpunten & Gouden regels:
•
•
Uur Taken Vrije tijd Opmerkingen ☺ of (+ 1 woord over de situatie
Gepland OK↔ Niet OK Gepland OK↔ Niet OK Voor 8 uur
192
8 u 9 u 10 u 11 u 12 u 13 u 14 u 15 u 16 u 17 u 18 u 19 u 20 u20 u 21 u 22 u 23 u en later Globale beoordeling van het weekend (wat ging goed; wat liep moeilijk) Vragen voorstellen naar volgend weekend
30-9-2007
97
Na het begin van de therapie• Iedereen verbaast zich erover hoeveel moeite Brahim doet. Toch blijft
de aantrekkingskracht om in de groep te domineren aanwezig• Als stressbronnen noemt hij: thuis, leefgroep & school (pesten), Frans
leren (anderen sneller) medische aspecten (acné scheefgroei kin
193
leren (anderen sneller), medische aspecten (acné, scheefgroei kin, varicoseule)
• Een conflict: ▫ Hij is geopereerd voor een complicatie op de varicoseule▫ In de leefgroep heeft hij een short aan; zijn windel valt af. Een meisje merkt
op dat het precies een halve pamper is▫ Hij was al zenuwachtig en gaat in de aanval. Opvoeder komt tussen en
verwijst hem naar zijn kamer.▫ Verwijt opvoeder (mentor van N.) dat hij haar voortrekt▫ Op kamer nog woedend, scheldend & bedreigend▫ Opvoeder geeft hem als sanctie 2 reglementen. Hij weigert ze te schrijven en Op o d g g j g j
wordt nog agressiever. Slaat met vuist op muur. Smijt zaken op grond. Gaat aan bureau zitten met hoofd op armen en begint te snikken
▫ Opvoeder komt naast hem zitten: “Kalmeer, rustig maar”▫ Volgt gesprek moet op kamer blijven, maar krijgt alternatieve straf tekst over
respect.
Verdere analyse
194
• Brahim wordt gevraagd of hij niet op een andere manier kon laten blijken dat hij de 2 reglementen niet wilde maken?
• Hij ontkent. Pas na het conflict werden ze geschrapt en vervangen door een taak (+S+ voor conflict). Verder stijging imago, meisje biedt ) jg g g , jachteraf excuses aan +S+
• We komen terug op het feit: wat als je bij een baas zo reageert?
30-9-2007
98
Zou je de PS van Brahim kunnen
195
Zou je de PS van Brahim kunnen hermaken volgens de schema modi?Mishandelende ouderHunkerende kindHunkerende kindKwade kindOnthechte beschermerVolwassene?
196
Stukje filmHarreveld
30-9-2007
99
Amazones
197
• Bekijk de film• Noteer voor Marjorie een aantal bijzonderheden
(Orden volgens de rubrieken uit de GVP)• Poog een PS te maken
Marjorie• Marjorie door stiefpapa verkracht• scène opvoedster: agressie lijkt wat ritueel gespeeld zonder veel
woede; lijkt meer zaak van aandacht te zijn.• kwade kind schermt het gekwetste kind af • onttrekkend naar gesprek• hunkerend kind: hand op raam en knuffel in bed, zoen
198
u e e d d: a d op aa e u e bed, oe
• verhaal aan reporter▫ eerst niet weten, dan stilaan bewustzijn▫ moeder volgt eerst nadien niet meer
• afleidbaar door omgeving
• verhaal confrontatie met vader alleen om dan terug naar huis te gaan
30-9-2007
100
199Voorlopige PS Marjorie x? jaar
MisbruikPleegvader(van jonge lft?)
PM volgt eerst
Schuld?Dwinggedrag
SPANNING WoedeRoepenEisenKritiek op behandelin
BOB
Nat. Ouders?
PM volgt eerstKiest dan voor SV
Wie is te vertrouwen? Wie ziet mij graag?
Verlangen naar huis(broertje)
Opv vinden dit gn goede zaak
behandeling
Automutilatie
Sec aandacht
(broertje)
Confrontatie met PV
Zijn er binnen PGOok affectieve elementen? PH/9-04/V1
Literatuur
200
• Arntz, A.(1991), Principes en technieken van de cognitieve therapie, Dth 4, jrg 11, 252-268.• Arntz, A., Dreessen, (1993). L., Cognitieve therapie bij persoonlijkheidsstoornissen. Dth 1, jrg 13, 5-26. • Baumeister,R & Campbell K., (1999). The intrinsic Appeal of Evil: Sadism, Sensational Thrills, and Threatened Egotism, Personality and
Social Psychology Review,Vol 3., No. 3, 210-221.• Brehm,S., Kassin, S. Fein, S. & Mervilede, I (2000) Sociale psychologie. Gent: Academia Press.• Greenberger, D. & Padesky, C. (1999) Je gevoel de baas. Leer je negatieve denkpatronen veranderen. Lisse: Swets & Zeitlinger• Hafkenscheid,A (2003) Cognitieve gedrasgtherapie moet, kan en hoeft niet wetenschappelijk weerlegbaar te zijn, Tijdschrift
Gedragstherapie, jrg 36, juni 2003.• Knoppert E.,Kölling P., Hoogduin C. (red), (1998). Richtlijnen ter bevordering van therapie-trouw, Houtem-Diegem: Bohn Stafleu Van
Loghum.• Lineham, M., (1996),Borderline Persoonlijkheidsstoornissen. Handleiding voor training en therapie, Lisse: Swets & Zeitlinger.• Koops, W. & Slot, W.(red) (1998) Van lastig tot misdadig. Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.• Padesky, C., Schema veranderingsprocessen in de cognitieve therapie, Psychotherapie 3, 3, 385-390.• Peeters, R. (2003). Behandeling van posttraumatische stress-stoornis. Verslag van een workshop door drs. Pasya Thiel. Berichtenblad
Vlaamse Vereniging voor Gedragstherapie.• Schacht, R. ,Peeters, R. (2000)Schemagerichte therapie voor moeilijke mensen. Een nieuwe uitdaging voor de cognitieve
gedragstherapie, Leuven,-Appeldoorn: Garant.• Schacht , R., Peeters, R. (1998), Cognitieve therapie en moeilijke mensen. Het integratief model van J.E. Young. Tijdschrift Klinische
Psychologie, 2de jrg.Psychologie, 2de jrg.• Van Tilburg, W., Van Den Brink, W., Artnz, A.(red),(1998). Behandelingsstrategieën bij de borderline persoonlijkheids-stoornis.
Houten/Diegem: Bohn Stafleu Van Loghum.• Young, J.,E. & Pijnaker, H.(1999).Cognitieve therapie voor persoonlijkheidsstoornissen. Een schemagerichte benadering. Houten: Bohn
Stafleu Van Loghum.Baumeister,R & Campbell K., (1999). The intrinsic Appeal of Evil: Sadism, Sensational Thrills, and Threatened Egotism, Personality and Social Psychology Review,Vol 3., No. 3, 210-221.
• Young, J., & Klosko, J. (1999). Leven in je Leven. Leer de valkuilen in je leven herkennen. Lisse: Swets & Zeitlinger