1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer...

107
HIPPISCHE OPLEIDINGEN Verzorging van het Paard De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 1

Transcript of 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer...

Page 1: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

HIPPISCHE OPLEIDINGEN

Verzorging van het Paard

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 1

Page 2: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Inhoudsopgave

Inleiding 3

Hoofdstuk 1: Kennismaking paardenhouderij Nederland5

Hoofdstuk 2: Ontwikkelingsgeschiedenis van het paard8

Hoofdstuk 3: Gedrag en zintuigen 14

Hoofdstuk 4: Uitmesten, mestopslag en –afvoer 23

Hoofdstuk 5: Harnachement 26

Hoofdstuk 6: Dekens 46

Hoofdstuk 7: Beweging geven, begeleiden en monsteren53

Hoofdstuk 8: Longeren 59

Hoofdstuk 9: Transport 74

Verklarende woordenlijst 81

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 2

Page 3: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

InleidingBij dit lesmateriaal kan je het boek ‘Paard en Welzijn’ ook gebruiken. Daarnaast is dit lesmateriaal interactief, dat betekent dat er in dit lesmateriaal filmpjes zijn verwerkt. Om deze filmpjes te kunnen bekijken is het belangrijk dat je jouw schoolcode en wachtwoord weet. De filmpjes zijn aangegeven in een blauwe link. Om naar de site te gaan, houd je de CRTL knop ingedrukt en gelijktijdig druk je de linkermuisknop in. Vervolgens

krijg je dit scherm te zien:

Klik dan op de button ‘Log in met je schoolaccount’. Daarna krijg je dit scherm:

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 3

Page 4: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Zoek in de zoekbalk naar de ‘Groene Welle’.

Druk op de ‘verder’ knop, dan krijg je dit scherm:

In de eerste balk vul je jouw eigen schoolcode in. LET OP! Voordat je de schoolcode invoert moet je het volgende invullen: zwolle\ Bijvoorbeeld: zwolle\3233222

In de tweede balk voer je gewoon jouw wachtwoord in en druk vervolgens op aanmelden.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 4

Page 5: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 5

Page 6: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

1: Kennismaking paardenhouderij NederlandDe paardenhouderij bestaat in Nederland uit meerdere sectoren die behoorlijk van elkaar verschillen (bijv. fokkerij en sport). Ook de paardenhouders onderscheiden zich nogal van elkaar; de één houdt paarden als hobby, de ander moet een inkomen halen uit zijn paardenactiviteiten. Het doel en de uitvoering van deze activiteiten zijn voor beide groepen totaal anders. Bij de hobbyisten is de liefde voor het paard het belangrijkste, bij de professionals het bedrijfsresultaat.

Bij onze opleiding proberen wij zoveel mogelijk te werken vanuit een bedrijfsmatige benadering. Ons doel is leerlingen op te leiden die plaats vinden in het beroepenveld van de paardenhouderij.

1.1 Gebruiksmogelijkheden

In Nederland wordt het paard voor verschillende doeleinden gebruikt. De dressuur en springsport zijn hierin misschien wel de grootste doeleinden. Maar er zijn nog meer gebruiksdoeleinden. Hieronder een aantal manieren:

1. Springsport2. Dressuursport3. Military4. Endurance5. Tuigpaardensport6. Westernsport7. Drafsport8. Rensport9. Geschiktheidproeven (IBOP, merrietest, VSN)10. Mensport 11. Vierspansport12. Houden en verzorgen13. Fokken14. Opfokken15. Merrie/hengstenkeuring16. Shows17. Vrijheidsdressuur18. Verkoop (handel)19. Trouwkoetsen20. Corrigeren21. Africhten22. Recreatief rijden en mennen23. Slachten

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 6

Page 7: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

1.2 Bedrijfstypen

De paardenhouderij kan je in 2 delen opdelen.

Primaire paardenhouderij

Dit zijn paardenhouderij bedrijven die hun inkomsten direct uit de paardenhouderij halen. Er zijn dus paarden op het bedrijf aanwezig. Bij primaire paardenhouderijen kan je denken aan:

- Hengstenhouderij - Voorbrengen/keuringsklaar maken

- Stoeterij - Catch-driver/jockey- Opfokbedrijf - Manegebedrijf- Pensionstal - Verhuurbedrijven- Handelsstal - Stalhouderij- Africhtingstal - Rusthuizen- Wedstrijdstal - Particulier- Entertainment

Secundaire paardenhouderij

Dit zijn bedrijven die hun inkomsten indirect uit de paardenhouderij halen. Er hoeven geen paarden op het bedrijf aanwezig te zijn om hun beroep uit te oefenen.

- Hoefsmeden - Sportaccommodaties- Dierenartsen - Instructeurs- Tandartsen - Opleidingen/cursussen- Homeopathie -

Onderzoek/voorlichting/advies- Stallenbouwfirma’s - Slagerijen- Carrosseriebouw - Voerleveranciers- Ruitersportartikelen - Commissionairs- Stamboeken - Adviseurs- Sportorganisaties (KNHS)

Opdrachten1a. In welke takken van paardengebruik ben jij actief?

1b. Welke komen het meest voor in jouw klas?

2. Koppel 4 bedrijven van de primaire paardenhouderij aan de paardengebruiksmogelijkheden.

Primaire paardenhouderij Gebruiksmogelijkheden

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 7

Page 8: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

3. Aan welke secundaire paardenhouderijen hebben primaire paardenhouderijen behoefte? Koppel 4 van deze bedrijven aan elkaar.

Secundaire paardenhouderij Primaire paardenhouderij

4. Probeer de belangrijkste kenmerken (activiteiten, inkomsten, personeel, deskundigheid en voorbeeld) van de primaire bedrijfstypen in te vullen in de onderstaande tabellen. Doe dit voor 2 bedrijfstypen waar jij stage zou willen lopen. Eerst volgt er een voorbeeld:

Bedrijf: HengstenhouderijActiviteiten: Dekken, insemineren,

spermaverkoopInkomsten: Dekgeld, stalgeldPersoneel: Stal, laboratorium, administratief,

veterinair personeel, insiminatorDeskundigheid: Fokkerij, vruchtbaarheid, sociale

vaardighedenVoorbeeld: Radstake, Nijhof, VDL, Brinkman

Bedrijf: Activiteiten:Inkomsten:Personeel:

Deskundigheid:Voorbeeld:

Bedrijf:Activiteiten:Inkomsten:Personeel:

Deskundigheid:Voorbeeld:

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 8

Page 9: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2: Ontwikkelingsgeschiedenis van het paardEr bestaan heel veel verschillende paardenrassen over de wereld. Al deze paardenrassen kunnen er qua uiterlijk anders uitzien. Niet alleen in grootte, maar ook in lichaamsbouw en als gevolg daarvan de wijze van lopen. En dan hebben we het nog niet eens gehad over al de verschillende haarkleuren dat een paard kan hebben. Maar hoe zijn wij eigenlijk gekomen tot het paard dat wij nu hebben? Daar gaan wij het dit hoofdstuk over hebben.

2.1 Evolutie

Er is veel bekend over de evolutie van het paard. Dit komt door de vondst van vele fossielen. Het heeft miljoenen jaren geduurd voordat de paardachtige ‘Equus’ is ontstaan. Het paard heeft gedurende miljoenen jaren grote veranderingen ondergaan die het paard maken tot wat het vandaag is. Van de primitieve paarden van vroeger tot de topsporter van vandaag. Om te kunnen overleven moet het paard zich aanpassen aan zijn veranderende omgeving. Er wordt gedacht dat de veranderingen van het paard gebeurd zijn om te kunnen overleven in een veranderende leefomgeving en klimaat. Er zijn een aantal fasen geweest voordat het paard zoals wij hem kennen ontstond.

Het dier waar het waarschijnlijk aan de basis stond van het huidige paard is de Eohippus.

Eohippus

De eohippus gaat het verste terug in de tijd, namelijk 60 tot 40 miljoen jaar geleden. De eohippus wordt gezien als de oudste voorouder van het paard dat wij nu kennen. De eohippus en de equus (paard) hebben weinig uiterlijke overeenkomsten. De eohippus had vier tenen aan de voorbenen en drie tenen aan de achterbenen met hoefachtige nagels. De eohippus had een stokmaat van tussen de 25 en 45 centimeter bij de schoft en had een gebogen rug. De eohippus at voornamelijk bessen en bladeren uit het bos. De eohippus leefde vooral alleen of in kleine groepen.

Miohippus

De miohippus was de ‘opvolger’ van de eohippus. De miohippus had drie tenen aan de voorbenen. De miohippus had zich al meer aangepast aan droge open oppervlaktes en grasland. De miohippus kon al meer en grotere hoeveelheden stugge grassoorten vermalen en vertelen. Doordat er meer grasland beschikbaar kwam door het dalen van de zeespiegel, werd de leefomgeving groter. Toen kwam ook het moment dat de positie van de ogen in het hoofd veranderde, dit gebeurde omdat de paarden dan beter over het hoge gras konden kijken tijdens het grazen. Zo konden ze de omgeving blijven scannen op roofdieren.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 9

Page 10: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Merychippus

Terwijl in Europa alle paardachtige uitstierven ontwikkelde de paardachtige zich verder in Noord-Amerika. Ongeveer 25 miljoen jaar geleden ontstond er een nieuwe paardachtige de merychippus. Dit paard had een stokmaat van 90 tot 100 centimeter en was de eerste die zich sterk aan ging passen aan een andere leefomgeving. Een voorbeeld van deze aanpassing is een sterk ontwikkelde middelste teen. De merychippus had nog steeds drie tenen, maar de middelste teen was zo sterk ontwikkeld dat de andere twee tenen de grond niet meer raakten. Daarnaast werden de tanden vergroot en de mond werd anders, waardoor de grasachtige planten beter gegeten en vermaalt konden worden. Ook het gedrag werd aangepast op de nieuwe leefomgeving. Voor de merychippus was het interessanter om in grotere groepen te gaan leven om overlevingskansen te verhogen.

Pliohippus

De pliohippus was ongeveer een ezel qua formaat en leefde 7 miljoen jaar geleden in Noord-Amerika. De pliohippus was de eerste paardachtige die een eenhoevige voet had. De pliohippus had een gemiddelde stokmaat van 122 centimeter. Aan het einde van de ontwikkeling van de pliohippus begon het uiterlijk steeds meer te lijken op het paard (equus) dat wij nu kennen.

Equus

1 tot 2 miljoen jaar geleden bereikte de paardachtige Azië, Europa en Afrika. Terwijl pliohippus zich in Azië, Europa en Afrika zich aanpast aan de nieuwe omgeving, stierf de pliohippus in Amerika uit om onbekende redenen. De laatste ontwikkelingsfase van het paard vond daarom plaats in Azië en Europa. De voorouders van het paard vertoonde overeenkomende eigenschappen met zebraachtige en ezelachtige.

De lange geschiedenis van ontwikkeling van de paardachtige naast de zebra- en ezelachtige zorgt voor de hechte relatie tussen deze groepen. Ze behoren allemaal tot dezelfde groep, equus.

Als we naar de paarden van tegenwoordig kijken zijn zien we dat er veel verschillende grootte, zwaarte en kleuren zijn. Vandaar dat er ook bijna met grote zekerheid gezegd kan worden dat het paard van drie verschillende oertypen afkomstig zijn. Deze drie voorhistorische typen waren:

1. Steppepaard2. Woudpaard3. Vlaktepaard

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 10

Page 11: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Steppepaard

Het steppepaard is vrijwel onveranderd gebleven. Dit komt waarschijnlijk door de moeilijke bereikbaarheid van het leefgebied. In het jaar 1881 is hij ontdekt door kolonel N.M. Przewalski. En zo is het Aziatische wilde paard aan de naam Przewalski paard gekomen. Op het leefgebied waar dit paard voor het eerst gezien werd is het uitgestorven, maar dankzij dierentuinen wordt dit soort nog in stand gehouden.

Woudpaard

Het woudpaard is zwaarder en veel trager in zijn bewegingen dan het steppepaard. Hij is dan ook waarschijnlijk de oervader van het koudbloedpaard, zoals de Shire en het Belgisch trekpaard.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 11

Page 12: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Vlaktepaard

Dit paard is ongeveer het tegenovergestelde van het woudpaard. Het vlaktepaard was eleganter en slanker gebouwd dan het steppepaard. Hij had langere en slankere benen en zijn voeten waren niet zo smal en lang als die van het steppepaard, maar ook niet zo groot en breed als die van het woudpaard. De lichter gebouwde paarden en pony’s stammen waarschijnlijk af van het vlaktepaard. Een bekend voorbeeld hiervan is de Tarpan, die in Polen nog in stand wordt gehouden.

Opdrachten1a. Hoeveel jaar geleden bestond de Eohippus?

1b. Heeft de Eohippus uiterlijke overeenkomsten met het paard? Waarom?

2a. Wat veranderde bij de Miohippus aan het hoofd?

2b. Waarom is dat verandert?

3. Waarom heeft het paard zich überhaupt moeten aanpassen?

4a. Uit welke drie oertypen stamt ons huidige paard af?

4b. Noem van ieder oertype een paardenras dat nu nog bestaat?

2.2 Indeling van het dierenrijk

De paardachtigen zijn een familie van onevenhoevige zoogdieren. De indeling van het dierenrijk bij het paard is als volgt:

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 12

Page 13: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2.3 Het paard van nu

Het paard heeft een aantal grote ontwikkelingen ontgaan, om het paard te zijn dat wij nu kennen:

- Toename in grote- Ontwikkeling en specialisatie in de hersenen, vooral het deel met

betrekking tot het leren en het verwerken van informatie- Afnamen in functionerende tenen- Geen tenen meer, maar de ontwikkeling van de hoef- Het langer worden van de ledematen

Al deze ontwikkelingen hebben er toe geleid dat een groot en zwaar dier erg snel kan zijn. Dit verkleint de kans op mogelijke bedreigingen aangezien het paard beter in staat is te vluchten. Toen de paarden 50 miljoen jaar geleden veel naar de graslanden trokken zijn er nog een aantal belangrijke veranderingen aan de orde geweest:

- De ontwikkeling van duurzame, hoog gekroonde tanden met een groter maal oppervlakte

- Ontwikkeling in de achterste ingewanden om lage kwaliteit gras te kunnen verteren. Hiervoor zijn de darmen erg groot geworden

- Omdat paarden steeds kleine beetje eten, functioneren de maag en darm constant

- Ontwikkelingen van regio’s in de hersenen die in contact staat met het verwerken van impulsen vanuit de mond en lip, hierdoor kan het paard selectief grazen.

2.4 Belang voor het paard van nu

Zoals je net hebt gelezen heeft het paard vele ontwikkelingen mee gemaakt. De manier waarop paarden tegenwoordig worden gehouden, verschilt met de manier waarop de paarden miljoenen jaren geleden leefde. Sinds de domesticatie zijn de paarden aangepast aan de mens. Er zijn alleen wel altijd situaties waar gedacht moet worden aan de geschiedenis/natuurlijke omstandigheden van het paard. Paarden zijn van oorsprong steppedieren, die leven in groepsverband. Van nature is het paard in staat lage en hoge temperatuurschommelingen te verdragen. Door het beperkte voedselaanbod op de steppen eten paarden soms wel 16 uur per dag kleine beetjes en lopen ze tussen de 5 en 6 kilometer. In de afgelopen 6000 jaar heeft het paard zich steeds meer aangepast aan de mens. Toch is gebleken dat paarden die vrij worden gelaten in groepsverband in een ruime weide, zich snel weer hetzelfde gaan gedragen als paarden in het wild. Daarom is het belangrijk dat de huisvesting van het paard zoveel mogelijk overeen komt met de belangrijkste behoeften van het paard:

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 13

Page 14: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

- Het paard is een groepsdieren en heeft behoefte aan sociaal contact met soortgenoten

- Het paard is gewend vele kilometers per dag af te leggen, daarom is voldoende beweging noodzakelijk. Deze beweging zorgt ook voor een betere werking van het maagdarmstelsel en het bewegingsapparaat.

- Het paard eet het grootste deel van de dag kleine porties. Het maagdarmstelsel is hierop ingesteld. Als het paard een langer tijd geen ruwvoer krijgt, kunnen er beschadigen voorkomen in het maagdarmstelsel.

Opdrachten1a. Welke grote ontwikkelingen heeft het paard ondergaan om te

worden zoals het paard nu is? Noem er vijf.

1b. Welke ontwikkelingen heeft het paard ondergaan toen ze naar het grasland vertrokken?

2a. Maak de zin af: Paarden zijn van oorsprong … dieren, die leven in … verband.

2b. Noem de belangrijkste behoeften van het paard.

3a. Noem de 5 pijlers die gebruikt worden bij het waarborgen van het paardenwelzijn.

3b. Hoe kun je het welzijn van het paard in de wei verbeteren?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 14

Page 15: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

3: Gedrag en zintuigenHet paard is een kuddedier en dat heeft grote gevolgen voor de manier waarop het zich gedraagt, niet alleen in de omgang met mensen, maar ook op stal, in de wei en in allerlei andere situaties. Wanneer je begrijpt hoe kuddedieren zich gedragen en hoe ze in bepaalde situaties zullen reageren, zul je beter met paarden kunnen omgaan. Je zult dat ook veel beter kunnen voorkomen dat er voor het paard of voor jou gevaarlijke situaties ontstaan.

3.1 Karakter

Uit de manier waarop een paard zich gedraagt tegenover soortgenoten of tegenover de mens, kun je veel afleiden over zijn karakter. Het ene paard zal veel heftiger reageren op indrukken van buitenaf dan een ander paard. Dit heeft te maken met zijn temperament, dat hij van zijn voorouders heeft meegekregen. Vergelijk maar eens de reactie van een Arabier met die van een Belgisch trekpaard op een bepaalde gebeurtenis. Maar naast deze van nature aangeboren gedragsverschillen heeft ook ieder paard zijn eigen karakter. Dit karakter wordt gevormd door ervaringen van het paard, bijvoorbeeld door de omgeving waarin het opgroeit of de manier waarop het paard behandeld wordt. Je kunt bij een paard, als je het juist behandelt, zijn goede eigenschappen naar voren halen en minder goede eigenschappen onderdrukken. Met een slechte behandeling bereik je het omgekeerde. Hierbij moet je wel blijven beseffen dat een paard niet, zoals de mens, het verschil weet tussen goed en kwaad. Het weet wat wel en niet mag, doordat wij hem dat duidelijk maken. Een paard kent ook geen gevoelens van schaamte of ondankbaarheid, ook al vertalen wij dat wel eens zo. Voor een paard zijn alleen zijn eigen behoeftes belangrijk. De enige uitzondering daarop is het moederlijke gedrag van de merrie ten opzichte van haar veulen. Om te weten hoe je een paard positief kunt beïnvloeden, moet je het paard eerst begrijpen. Dit begrijpen leer je voor een groot deel door veel met paard om te gaan in verschillende situaties en door ze daarbij te bestuderen. Een ander deel om ze te begrijpen leer je door meer te weten over zijn natuurlijke leefomgeving.

Het paard in zijn natuurlijke leefomgeving

De geschiedenis van het paard laat zien dat het paard van de grote vlaktes komt, waar ze in kuddeverband leefden. Kuddedieren hebben geen vast verblijfplaats, maar trekken rond op zoek naar voedsel en water. Elke kudde heeft een leider. Meestal is dit de hengst, maar het kan ook de merrie zijn. De leider is het paard met het meest dominante en positieve karakter. De leiding krijg je door ervoor te vechten, net zolang tot je boven aan de rangorde staat. Iedere kudde kent een rangorde. Hierdoor weet ieder paard zijn plaats en vindt er geen verspilling van tijd plaats, bijvoorbeeld over wie als eerste mag drinken. De leider mag altijd eerst en dan het paard onder de leider, dan die daaronder enzovoort.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 15

Page 16: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Een paard alleen op de vlakte is natuurlijk heel kwetsbaar. In een kudde is ieder dier sterker. De vijand kan dan moeilijker een keuze maken welk paard ze aan gaan vallen, de paarden kunnen elkaar waarschuwen en maken als groep meer indruk. Een paard is dus een kuddedier dat leeft in een bepaalde rangorde. Vluchtgedrag

Paarden zijn kwetsbaar. Ze lijken wel sterk en machtig, maar hun tanden en hoeven zijn, net als bij andere grazers, niet ingesteld op vechten. Tegen de scherpte tanden en klauwen van een roofdier beginnen ze weinig. Vandaar dat het paard geen gevecht aangaat, maar vlucht als er gevaar dreigt. Alleen als het paard niet kan vluchten, zal het zich als laatste redmiddel proberen te verdedigen.

Het paard is een prooidier en doordat erop gejaagd werd door roofdieren, moest het paard altijd op zijn hoede zijn. Als er iets vreemds te zien, te horen of te ruiken, kan dat een vijand zijn. En dan telt elke seconde. Het paard gaat niet op zijn gemak kijken of er misschien gevaar dreigt, maar het reageert zo snel mogelijk door weg te rennen. Vandaar dat veel paarden bij ons nogal schrikachtig overkomen. Maar weet dat zo’n snelle reactie in de natuur het verschil van leven en dood kan betekenen.

Vertaling naar onze omgeving

Als we dit alles weten over het paard en we vergelijken dit met hoe wij paarden houden, dan vallen een aantal dingen op. Zo is het paard van nature veel bewegingsvrijheid gewend en eet het dier de hele dag door. Wij houden de dieren in aparte boxen en voeren ze op gezette tijden. Dit kan de nodige problemen geven die vrij goed te ondervangen zijn. Zo is het belangrijk een paard regelmatig en voldoende beweging te geven. Het zien van soortgenoten en het hebben van sociaal contact met ze is voor de dieren van groot belang. De hele dag voeren is niet praktisch. Maar voer geven waar ze een tijdje mee bezig zijn, zoals hooi en stro, lost al veel problemen op. Verveling is het paard zijn grootste vijand op stal. Hierdoor gaat het dier zelf afleiding zoeken, wat zich uit in vervelende en soms schadelijke stalondeugden.

We weten nu waarom een paard schrikt van onverwachte bewegingen en geluiden. En waarom het reageert als een ander paard schrikt. Door het paard hierin te belemmeren, krijg je spanning en vanuit die spanning kun je weinig meer doen. De kunst is om het dier vertrouwd te maken met veel verschillende situaties.

Opdrachten1a. Wat houdt de term temperament in?

1b. Hoe wordt het karakter van een paard gevormd?

2a. Welke behoeften zijn belangrijk voor een paard?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 16

Page 17: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2b. Wat is daarop een uitzondering?

3a. Maak de zin af:Paarden zijn … dieren. … dieren hebben … verblijfplaats, maar trekken rond op zoek naar … en …. Elke kudde heeft een …. Meestal is dit de ….

3b. Wat wordt er met rangorde bedoelt?

4a. Wat doet een paard als er gevaar dreigt?

4b. Waarom kunnen paarden schrikachtig overkomen?

4c. Aan welke gedragingen kun je goed zien dat een paard een kudde- en vluchtdier is?

5a. Wat valt erop als we het paard vergelijken met de manier waarop wij het paard houden?

5b. Wat is de grootste vijand van het paard als hij op stal staat?

6. In welke onderstaande situatie kan het paard een bepaald natuurlijk gedrag niet uitvoeren?

Alleen op stal Groep op stal Alleen in de wei

Groep in de wei

3.2 Paardentaal

Paarden maken met hun lichaamstaal heel veel duidelijk. Voor het begrijpen van deze taal is het vooral belangrijk om goed te kijken en te bedenken dat ieder paard zijn eigen karakter heeft. Met de lippen eet het paard, maar ook gebruikt hij ze om de eigen vacht en die van andere paarden te verzorgen. De lippen en tanden worden door de hengst heel zachtjes gebruikt als hij een merrie wil ‘versieren’, maar een paard kan die tanden ook heel agressief gebruiken naar ander paarden en mensen.

De snuit en de neus worden gebruikt om erachter te komen met wat of wie het paard te maken heeft. Soms doet het paard dit met opengesperde neusvleugels. Bij alarm of nieuwsgierigheid opent het paard zijn ogen verder en is ook de pupil goed te zien.

Een gezond, ontspannen paard draagt zijn hals in een hoek van 45 graden ten opzichte van het lichaam. Als hoofd en hals onrustig op en neer

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 17

Page 18: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

bewegen, kan dit wijzen op nervositeit. Ook pijn in de voorbenen is te zien aan het knikken met de hals.

De oren zijn de beste graadmeter voor de gevoelens van het paard. Zij staan in principe gericht naar elk geluid dat het paard hoort. Kwaadheid geeft het paard aan door de oren plat te leggen en de lippen samen te persen. Onzekerheid uit het paard door zijn oren gespannen te bewegen. Ook de benen spreken duidelijke taal. Als het paard dribbelt, kan dat betekenen dat het ongeduldig of gespannen is. Steigeren kan een uiting van alarm of agressie zijn, maar ook een teken van verzet als er teveel van hem verlangd wordt.

De staart geeft ook veel duidelijke tekens. Een ontspannen paard draagt zijn staart ook ontspannen. Drukt het paard de staart tegen het lichaam dan geeft het aan dat het klaar is om aan te vallen of meer tegenstand te bieden. Een merrie geeft zo aan, dat ze niets van de hengst wil weten. Ongeduldige paarden zwiepen hun staart heen en weer tijdens het rijden. Een stilstaand paard dat met zijn staart zwiept, verveelt zich waarschijnlijk of heeft last van vliegen. Schrapen met de voet is een vorm van bedelen, stampen met de voet duidt op ongenoegen.

Met geluiden kan een paard ons en andere paarden in de groep ook veel vertellen. Laag hinniken kan een teken van plezier zijn, net als snuiven of proesten. Hoog en schril hinniken is juist vaak een teken dat het paard het niet naar de zin heeft, hetzelfde geldt voor snorken en tandenknarsen.

Opdrachten1a. Waar gebruikt het paard, naast het eten, zijn lippen voor?

1b. Waar gebruikt het paard zijn tanden voor, naast het eten?

2a. Wat doet het paard allemaal met zijn snuit?

2b. Wat doet het paard bij alarm of nieuwsgierigheid?

3a. Wat kan een paard met zijn benen duidelijk maken?

4a. Wat zijn de oren voor het paard?

4b. Beschrijf de uitdrukking die het paard maakt met zijn oren in het onderstaande tabel:

Uitdrukking BeschrijvingVrolijkOnzekerheidKwaadheid

5. Wat kun je uit het staartgebruiken van het paard opmaken?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 18

Page 19: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

6. Wat kan het paard vertellen door het maken van geluiden?

3.3 Gedragsafwijkingen

Door een paard te observeren en er regelmatig mee om te gaan, leer je hoe het dier zich normaal gedraagt. Afwijkingen van het normale gedrag geven aan dat er iets aan de hand is. Voor ons is het van belang om inzicht te krijgen in het gedrag om zo op de juiste manier met een paard om te gaan en om het afwijkende gedrag juist te interpreteren. Zo kun je erachter komen wat het probleem is.

Ook is het goed om de lichaamstaal van paarden te kennen. Paarden onder elkaar praten niet zoals wij mensen dat doen. Ze produceren wel geluid, maar ze maken verder veel meer gebruik van lichaamstaal. Soms zijn de bewegingen die ze maken duidelijk waarneembaar. Een andere keer zijn deze bewegingen heel klein. Voor deze paardentaal maakt het paard gebruik van zijn hele lichaam. Hiermee neemt het dier een vriendelijke of onderdanige houding aan, maar het kan ook een hele dreigende houding zijn. Als wij de houding niet juist interpreteren dan kan het zijn dat we een dreiging/waarschuwing missen en zo in botsing komen met het paard.

Paarden voelen zich niet altijd even prettig in hun, door ons gemaakte, leefomgeving. Daardoor kan afwijkend gedrag ontstaan. Afwijkend gedrag op stal wordt ook wel aangeduid met de term stalondeugden. Voorbeelden hiervan zijn:

- Kribbebijten- Luchtzuigen- Weven- Likken/bijten- Ontsnappen- Mest eten- Slaan - Rondjes lopen- Kroon betrappen- Boze dieren- Schrapen- Staart schuren

In het onderstaande filmpje worden de stalondeugden toegelicht:

http://provisioning.ontwikkelcentrum.nl/objects//OC-33087-2-2d/OC-33087-2-2d.html

Door dit gedrag zou waardevermindering van het paard kunnen optreden, slijtage aan de benen en tanden, beschadigingen van staart en hoeven etc. het vervelende is dat dit soort gedrag vaak aanstekelijk werkt op andere paarden in de stal. Vaak kun je tekenen van dit afwijkend gedrag ook terugvinden in de stal of aan de omheining. Denk bijvoorbeeld aan

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 19

Page 20: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

afgekloven hout delen, vieze plekken op de muur, kapotgebeten dekens etc.

Als je weet waarom het paard dit gedrag vertoont, kun je een oplossing proberen te vinden om van dit gedrag af te komen. Nog beter is het natuurlijk om dit gedrag te voorkomen.Opdrachten1a. Wat wordt er bedoeld met de term ‘stalondeugd’?

1b. Hoe kun je deze stalondeugden voorkomen?

2. Zet 4 stalondeugden in de tabel en vermeldt daarbij hoe je ze kunt herkennen, wat de gevolgen er van kunnen zijn en hoe je dit (eventueel) kunt oplossen.

Stalondeugd Te herkennen aan

Gevolge voor het paard

Oplossing

3.4 Zintuigen

Paarden reageren op prikkels van buitenaf. Ze nemen dus allerlei dingen waar in hun omgeving. Hun gedrag wordt voor een groot deel bepaald door wat ze waarnemen. De zintuigen van een paard zijn:

- De reuk- Het gehoor- Het gevoel (tast, pijn, trilling)- De smaak- Het gezicht

In het onderstaande filmpje worden de zintuigen kort toegelicht:

https://www.ontwikkelcentrum.nl/provisioning/VSPlayer.aspx?Mode=Preview&id=OC-30097-05

De reuk

De reuk is bij een paard sterk ontwikkeld. De aanwezigheid van een ander paard kan nog uren daarna door een paard waargenomen worden. Onbekende soortgenoten worden besnuffeld. Paarden kunnen elkaar en hun woonomgeving aan de geur herkennen. Veulens herkennen de geur van hun moeder en andersom. De angst voor vreemde voorwerpen verdwijnt pas als eraan geroken is. Hengsten bakenen hun terrein vaak af

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 20

Page 21: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

met urine en mest. Geur is ook belangrijk bij het seksuele gedrag. De hengstige merrie geeft een duidelijk geurboodschap aan de hengst.

Paarden kunnen menselijke geuren waarnemen en daarmee ook ontdekken of je zenuwachtig of bang bent. Bepaalde scherpe geuren, zoals parfum of rook vindt een paard meestal onprettig.

Het gehoor

Ook het gehoor is zeer goed ontwikkeld. De grote, beweeglijke oorschelp is hierbij een goede hulp. Door de oren voortdurend te bewegen bepaalt het paard de plek waar het geluid vandaan komt. Paarden kunnen veel meer horen dan wij. Daardoor kan het voorkomen dat een paard schrikt van een geluid dat wij veel minder of helemaal niet horen. Dit zijn vooral de hoge sissende geluiden, zoals die van een spuitbus.

De stand van de oren geeft de gemoedstoestand van het paard heel duidelijk weer. Als ze sterk naar voren gericht staan, geeft dit aan dat het paard aandacht heeft voor een bepaald voorwerp. Als het paard ontspannen is, liggen de oren laag en slap. Staan de oren naar achteren dan heeft het paard het niet naar zijn zin. Draaiende beweeglijke oren zijn het kenmerk van een oplettend paard. Als een paard in de groep de oren plat heeft en het hoofd naar beneden dan betekent dit dat het zich onderdanig opstelt.

Ieder paard heeft zijn eigen stemgeluid. Daaraan kunnen zij elkaar binnen de groep herkennen. Het veulen leert snel het geluid van zijn moeder herkennen en daarmee ook wat zijn moeder van hem wil.

Elk geluid heeft voor het paard een betekenis. Als je tegen een paard spreekt, is vooral belangrijk welke toon je gebruikt en niet wat je zegt. Die toon kan geruststellend en kalmerend zijn, maar ook angstaanjagend. Daar is het paard heel gevoelig voor.

De smaak

Het is per paard nogal verschillend hoe de smaak ontwikkeld is. Sommige paarden eten zonder veel problemen bedorven voedsel, terwijl ander datzelfde voedsel niet aanraken. Een paard wordt niet door reuk of smaak gewaarschuwd tegen het eten van planten die schadelijk zijn voor zijn gezondheid. Het eten van taxus, rododendron, nachtschade, acacia en jacobskruiskruid kan zelfs dodelijk zijn. Het is belangrijk daar bij het weiden van paarden op te letten. Er wordt gezegd dat paarden van zoete dingen houden, maar dit is nooit bewezen. Sommige paarden lijken juist bittere planten zoals smeerwortel of witlofwortel heerlijk te vinden.

Het gezicht

Het gezicht is bij een paard minder ontwikkeld dan het gehoor. Een paardenoog ziet anders dan een mensenoog. Een paard ziet minder details, maar kleine bewegingen, ook in de verte ziet het paard heel De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 21

Page 22: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

scherp. Paarden zien dingen dus vooral als totale massa en herkennen iets aan zijn omtrek. Daarom schrikken ze soms van bukkende mensen, de omtrek is dan onherkenbaar geworden.

Alles wat verder weg is dan 400 meter moet een paard waarnemen in combinatie met andere zintuigen. Door de plaatsing van de ogen kan een paard met recht gericht hoofd de gehele horizon zien. Een paard kan ongeveer 340 graden om zich heen kijken. Het paard is een vluchtdier, het moet achter zich kunnen kijken om het mogelijke gevaar te zien. In het gezichtsveld van een paard komen maar twee blinde vlekken voor. Dit zijn de plaatsen die zich binnen afstand van 1,20 meter voor het paard en direct achter het paard bevinden.

Het paard kan de ogen onafhankelijk van elkaar bewegen. Daardoor is het mogelijk om met het ene oog vooruit te kijken en met het andere oog opzij. Als het hoofd rechtop gehouden wordt, kan het paard niet zien wat erop de grond ligt. Het zal dan het hoofd moeten buigen of het zijwaartse draaien en met een oog naar beneden kijken. Bij veel koudbloedrassen zijn de ogen meer opzij van het hoofd geplaatst. Daardoor kan het wel goed opzij kijken, maar minder goed naar voren.

Het paardenoog is gevoeliger voor zwakke lichtstralen dan het mensenoog. Daardoor ziet het paard in het donker beter. Het paardenoog moet zich echter wel langer aanpassen bij de overgang van licht naar

donker.

Het gezichtsveld van het paard met een opgeheven hoofd (a) en met gebogen hoofd (b).

Opdrachten1a. Noem de zintuigen van een paard.

1b. Welk zintuig is het slechts ontwikkeld?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 22

Page 23: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2a. Op welke manier kunnen paarden elkaar en hun omgeving herkennen?

2b. Wat kunnen paarden ontdekken als ze een menslijke geur ruiken?

3a. Weet een paard door zijn smaak of bepaalde dingen giftig voor hem zijn? Waarom?

3b. Welke planten zijn giftig voor een paard?4a. Ziet een paard hetzelfde als een mens? Waarom?

4b. Kan een paard alles zien, oftewel, kan een paard zijn omgeving in 1 oogopslag zien, of ziet hij ook bepaalde dingen niet?

4c. Maak de zin af:Het paard kan in het donker … zien dan de mens. Het paardenoog moet zich wel … aanpassen bij de overgang van … naar ….

3.5 Paarden de zebra in de stal

Bij dit hoofdstuk hoort een video, ‘Paarden de zebra in de stal’. De docent zal deze video starten. Nadat je deze video hebt bekeken kun je onderstaande vragen maken.

1. Paarden (herbivoren) leven in kuddes. Wat zijn hier de voordelen van?

2a. Hengsten nemen wel eens een dreigende houding aan. Hoe ziet deze houding/dit gedrag eruit?

2b. Wat wil de hengst met deze houding aangeven?

3. Waar bestaat een kudde uit?

4. Waar is de sociale structuur van een kudde op gebaseerd?

5. De ogen van het paard zijn het minst ontwikkeld vergeleken met andere zintuigen. Toch hebben ze een bepaalde aanpassing in hun ogen om in het wild te kunnen voortbestaan. Welke?

6. Wat zou de reden(en) kunnen zijn dat zebra’s strepen hebben?

7. Hoe kom het dat een paard tijdens een sprong de hindernis niet kan zien?

8. Welke gedragingen vertonen 2 vechtende hengsten?

9. Zet verschillende gedragingen die paarden in een kudde vertonen tegenover de gangen/oefeningen die de Lippizaner bij de Spaanse Rijschool laat zien.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 23

Page 24: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

10. Waarom ruiken paarden aan hun eigen mest?

11. In welke situatie ‘kan’ een paard flemen?

12. Wie bepaald in het wild wanneer een merrie gedekt wordt?

13. Waarom moet een veulen na de geboorte zo snel mogelijk in contact komen met de moeder?

14. Waarom moet een veulen na de geboorte zo snel mogelijk staan?

15. Geef 3 redenen waarom paarden rollen.

16. Leg kort uit wat een paard doet als hij op 3 benen staat.

17. Welke typische ‘paarden’ gedragingen ben je tijdens het bekijken van deze video tegen gekomen?

4: Uitmesten, mestopslag en –afvoerAls je de paardenstal niet regelmatig schoonmaakt, wordt het in de stal een rotzooi. Dat wordt dan een kweekplaats voor ongedierte en ziektekiemen, die de gezondheid van het paard nadelig beïnvloeden. Belangrijk is ook om de omgeving van de stal schoon te houden. Het is het visitekaartje van het bedrijf.

4.1 Uitmesten

Je kunt op verschillende manieren uitmesten. Je kunt iedere ochtend de natte plekken uit de stal verwijderen en de bodembedekking aanvullen. Maar je kunt ook een paar keer per week uitmesten en de rest van de week de bodembedekking opstrooien. Als het nodig is, verplaats je de mest naar achteren en doe je de oude, nog schone bodembedekking, erover. Vervolgens schud je de nieuwe bodembedekking erover heen. Je hebt dan waarschijnlijk wel meer last van vliegen en een ammoniakgeur. In het onderstaande filmpje wordt precies uitgelegd hoe je een paardenstal kunt uitmesten:

https://www.ontwikkelcentrum.nl/provisioning/VSPlayer.aspx?Mode=Preview&id=OC-41157-2-17

4.2 Bodembedekkingen

He type, de dikte en de reinheid van de bodembedekking zijn belangrijke factoren die het welzijn en de gezondheid van paarden in de stal kunnen

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 24

Page 25: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

beïnvloeden. De bodembedekking bestaat uit een onderlaag en een toplaag.

Onderlaag

In combinatie met een te dunne toplaag van de bodembedekking kan de onderlaag, oftewel vloer, voor problemen zorgen. Voor paarden die veel liggen en/of in slechte conditie zijn, zou een harde onderlaag in combinatie met een dun opgestrooide stal minder comfort bieden dan een dikke laag bodembedekking. De onderlaag is van belang voor het afvoeren van urine en daarmee voor de kwaliteit van de bodembedekking en het stalklimaat. Daarom is het belangrijk om te weten welke onderlaag aanwezig is in de huisvesting. De meest voorkomende onderlagen zijn, steen/beton, rubber, zand.

Toplaag

Er zijn verschillende soorten toplagen. Elke soort heeft zijn voor en nadelen wat gezondheid en welzijn betreft. De meest gebruikte soorten toplagen zijn stro (gedroogde stengels van granen en zaagsel (kleine houtsnippers). Ook vlas wordt veel gebruikt. Uit onderzoek is gebleken dat paarden stro boven zaagsel en vlas kiezen. Dit komt waarschijnlijk omdat paarden in stro beter hun natuurlijke voedsel zoekgedrag kunnen uitvoeren. Het is belangrijk dat de toplaag vocht kan ‘afvoeren’, omdat er anders ammoniak uit de urine van het paard kan vrij komen. Dit kan de luchtwegen van het paard aantasten of de hoeven verzwakken. Het is belangrijk dat de toplaag royaal en voldoende dik is. Het paard moet schoon, droog en comfortabel kunnen liggen. Bij een ongeschikte te natte, of onvoldoende dikke toplaag zal het paard minder snel gaan liggen. Dit kan leiden tot welzijn problemen of verminderde prestaties, omdat het paard niet vaak genoeg (diep) kan slapen.

Opdrachten1a. Wat zijn de belangrijkste stalgereedschappen die je nodig hebt bij

het uitmesten van een stal?

2a. Waarom gebruiken wij een bodembedekking in de stal?

2b. Waaruit bestaat een bodembedekking?

2c. wat zijn de meest voorkomende onderlagen?

2d. Waarom moet de toplaag vocht kunnen afvoeren?

2e. Noem naast stro nog 3 andere soorten bodembedekkers. Schrijf ook op wat de kenmerken van deze bodembedekkers zijn.

Bodembedekker Kenmerk

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 25

Page 26: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

4.3 Mestopslag

Jouw paard is een gevaar voor het milieu. Het produceert urine die de bodem aantast en mest met kwalijke ammoniakdampen. In het weiland heeft het paard de volle vrijheid om zijn behoefte te doen. Maar sla je de mest op, dan moet je de bodem goed beschermen. Iedereen die weet of kan weten dat de grond door zijn handelen (dus mest opslaan) vervuild kan raken, moet maatregelen nemen.

Een goede opslagplaats heeft een vloeistofdichte bodemplaat (bijv. beton), opstaande randen, een vloeistofdichte opvang voor mestvocht en een goede afdekkingsmogelijkheid. De afmetingen van de opslag zijn afhankelijk van de hoeveelheid paarden en de keren dat de mest wordt weggehaald. Het is vrij algemeen gebruikelijk dat de mest eens per 14 dagen wordt weggehaald. Bij het uitmesten van een box kan worden gerekend op een hoeveelheid van ongeveer ,06 m3 (ongeveer 3 kruiwagens) mest per (grote) beurt. Als je bedrijfsmatig paarden houdt of in omvang bedrijfsmatig paarden houdt, is een milieuvergunning verplicht. Het is wisselend per gemeente wat nu precies ‘bedrijfsmatig paarden houden is’. De ene gemeente neemt vier paarden als norm en de andere acht. Indien de gemeente beslist dat jij, met drie paarden, bedrijfsmatig bezig bent en jij denkt daar anders over, dan is die zaak altijd verloren, dan ben je dus een milieuvergunning verplicht.

Om een mooie mestopslag te creëren, is het beter om hem regelmatig te onderhouden. In het onderstaande filmpje wordt uitgelegd hoe dit in zijn werk gaat:

https://www.ontwikkelcentrum.nl/provisioning/VSPlayer.aspx?Mode=Preview&id=OC-41157-2-4

4.4 Mestafvoer

Er zijn verschillende manieren om de mestopslag leeg te krijgen. Zo kan je ervoor kiezen om de mest te laten afvoeren. Er zijn verschillende bedrijven gespecialiseerd in het afvoeren van (paarden)mest. Deze bedrijven komen regelmatig de mest ophalen. Maar je kunt er ook voor kiezen om de mest te ‘laten uitrijden’. Daarmee wordt bedoeld dat de mest verspreid wordt over een weiland. Aan het uitrijden van dierlijke meststoffen, en dus ook paardenmest, zitten een aantal regels verbonden. Zo mag je geen mest uitrijden van 15 september tot 1 februari. Dan geldt er nog een verbod voor het uitrijden op bevroren of besneeuwde gronden.

Opdrachten1. Waarom is het paard ‘een gevaar voor het milieu’?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 26

Page 27: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2a. Hoe ziet de meest ideale mestopslag eruit? Laat je fantasie in de vrije loop.

2b. Waar moet je nog meer opletten als je besluit een mestopslag te maken?

3. Geef toelichting op de relatie mestopslag en mestafvoer.

4. Mag je het gehele jaar mest uitrijden? Waarom?

5: Harnachement

Harnachement is een ander woord voor het tuig van het paard. Het harnachement heeft als doel het paard op te tuigen, zodat het paard gebruikt kan worden voor werk onder het zadel, voor de wagen, aan de hand of op welke wijze dan ook. Het gebruik van harnachement kan worden opgedeeld in 3 groepen:

1. Op het paard (berijden van het paard)2. Achter het paard (paard inspannen voor de wagen)3. Naast het paard (longeren/vrijheidsdressuur)

Goed harnachement past goed op/bij het paard, hindert het paard niet in zijn bewegingen en veroorzaakt geen drukplekken.

Opdrachten

1a. Wat wordt er met harnachement bedoeld?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 27

Page 28: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

1b. Het gebruik van harnachement kan opgedeeld worden in 3 groepen. Namelijk:

5.1 Het hoofdstel

Het hoofdstel kan in 2 groepen worden onderverdeeld:

1. Optoming met bit2. Optoming zonder bit, ook wel bitloos genoemd

Optoming met bit

De meest voorkomende disciplines die beoefend worden in de paardensport zijn springen en dressuur, in deze disciplines wordt meestal gebruik gemaakt van een optoming met bit. Aan de meeste hoofdstellen zijn de volgende onderdelen aanwezig:

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 28

Page 29: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Een optoming met bit kan verschillende neusriemen en bitten hebben. Veel voorkomende neusriemen zijn een gecombineerde neusriem, zoals in de afbeelding hierboven, lage neusriem (ook wel africhtingneusriem genoemd), de hoge (Engelse) neusriem en de Mexicaanse neusriem.

Optoming zonder bitVroeger werden paarden naar alle waarschijnlijkheid bitloos getemd en bereden, dit gebeurde met een neusriem gemaakt van pees, leer of touw. Dit deden ze om de besturing gemakkelijker te maken. De bitloze optoming is toen gemaakt. Tegenwoordig bestaan er verschillende moderne uitvoeringen van bitloze hoofdstellen.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 29

Page 30: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De Hackemore is een veelvoorkomende vorm van bitloze optoming die o.a. gebruikt in de springring. De werking van dit hoofdstel gaat door middel van een hefboomprincipe. Als je dus kracht uitoefent wordt de werking versterkt, de scharen bewegen naar achteren waardoor de neusriem op de neus en kinriem tegen de onderkaak drukt. Vervolgens klemmen de neus- en kinriem de neus en onderkaak op elkaar.

Dan zijn er ook nog andere soorten bitloze optomingen:

- Bosal (onderlangs systeem)- Kaakgekruiste (kruislings systeem)- Kingekruiste (merotisch systeem)- Sidepull (zijdelings systeem)

Opdrachten:

1. Het hoofdstel kan opgedeeld worden in 2 groepen namelijk:

2. Benoem de onderdelen van het hoofdstel en leg de functie ervan uit.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 30

Page 31: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Onderdeel Functie

1:

2:

3:

4:

5:

6:

7:

8:

9:

10:

11:

12:

3. Noem 2 verschillende soorten neusriemen.

4a. Wat is een veelvoorkomende bitloze optoming?

4b. Hoe werkt deze optoming?

5. Er zijn nog meer bitloze optomingen. Benoem er 3.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 31

Page 32: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

5.2 Bitten

Met een optoming met bit worden alle hoofdstellen waarbij het paard iets in zijn mond heeft waardoor het bestuurbaar is bedoeld. Het bit wordt ook wel trens genoemd, de bakstukken en teugels zijn vast gemaakt aan dezelfde ring. Bij een stang wordt het bakstuk vast gemaakt aan een oog boven de stang en de teugel wordt vast gemaakt aan het gat eronder, hierdoor ontstaat er een schaarwerking. Stangen hebben dus wel een schaarwerking en trenzen niet.

Trenzen

Trenzen kunnen van verschillende materialen gemaakt worden, ijzer, roestvrijstaal, koper, argentaan, aurigan, rubber, kunststof, leer. Trenzen zijn er in twee uitvoeringen:

1. Gebroken2. Ongebroken

Een gebroken trens werkt in op de lagen van de paardenmond als een soort notenkraker, een ongebroken trens werkt recht in op de lagen van de paardenmond en iets op de tong. De scherpte van de inwerking van een trens in de paardenmond is afhankelijk van:

- De dikte van het mondstuk- Het materiaal van het mondstuk- Enkel of dubbel gebroken’- Vorm van het mondstuk- Vorm van de bitring

Stangen

Voor de scherpte van de inwerking van een stang geldt naast het bovengenoemde (trenzen) ook nog:

- De lengte van de scharen- De kinketting- De hoogte van de tongboog

Verschillende bitten

Een bit moet glad zijn zonder scherpe randen en het deel van het bit dat op de lagen van de paardenmond rust, moet een dikte hebben van minsten 1,0 cm dik.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 32

Page 33: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

In de klasse B t/m M zijn er een aantal bitten die toegestaan zijn vanuit de KNHS, voor de dressuur zijn dat de bustrens, watertrens, D-trens, kneveltrens, Fulmertrens, halve kneveltrens en het scholingsbit. Het mondstuk van de trens kan enkel gebroken, dubbel gebroken en ongebroken zijn (geen stang, want een stangbit heeft scharen). Een roterend mondstuk is ook toegestaan bij een enkel en dubbel gebroken bit, bij een roterend bit kan het mondstuk ook iets verhoogd zijn. Bitten met bescherming bij de bitringen en bitringen bij trenzen zijn toegestaan.

Vanaf de Z dressuur mag er met dezelfde optoming gereden worden als in de klasse B t/m M, een filet baucher bit, maar er mag ook met een stang en trens (hoofdstel) gereden worden. Als er wordt gekozen om met stang en trens te gaan rijden, wordt er o.a. gebruik gemaakt van een onderlegtrens. Deze onderlegtrens kan een water of bustrens zijn. Het mondstuk is enkel gebroken, dubbel gebroken, of roterend. Het mondstuk van de stang kan je in twee types opdelen, zonder tongvrijheid en met meer/minder tongvrijheid. De scharen van een stang mogen gebogen zijn, of een S-vorm hebben. Als er gebruik wordt gemaakt van een kinketting is het verplicht deze te voorzien van een kettingbeschermer.

Voor het springen gelden de zelfde toegestane bitten als bij de dressuur klasse B t/m M, behalve het scholingsbit, deze is niet toegestaan bij het springen. Maar bij het springen mag er ook gebruik gemaakt worden van een pessoa-bit, ophaalbit of pelhambit. Het mondstuk van een pelham kan ongebroken of gebroken zijn, bij een gebroken pelham is een kinketting toegestaan. Bij een pelhambit en pessoa-bit is een ‘vorkje’ verplicht, dit ‘vorkje’ verbindt de bitring en de ring eronder met elkaar.

Welk bit er ook gebruikt wordt, de werking is zo scherp als de hand die de teugel vasthoudt.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 33

Page 34: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 34

Page 35: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 35

Page 36: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Teugels

Teugels zijn er in allerlei soorten verkrijgbaar. De meest gebruikte teugels zijn dressuurteugels en springteugels.

Opdrachten

1a. Hoe wordt het bit ook wel genoemd?

1b. Wat is het verschil tussen een trens en een stang?

2a. Trenzen zijn van verschillende materialen gemaakt. Benoem er 3.

2b. Trenzen zijn er in 2 uitvoeringen, namelijk:

3a. Hoe werkt een gebroken trens in?

3b. Hoe werkt een ongebroken trens?

4a. De scherpte van de inwerking van een trens is afhankelijk van 5 factoren. Namelijk:

4b. Voor de scherpte van de inwerking van een stang geldt naast het bovengenoemde ook:

5. Maak een overzicht met verschillende bitten. Noteer de naam, opvallende kenmerken. Noteer dit in het onderstaande tabel.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 36

Page 37: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Naam bit Opvallende kenmerken

Werking

6. Welke regel geldt voor elk bit?

5.3 Het zadelEr zijn 2 soorten zadels;

1. Boomzadels2. Boomloze zadels

Een boomzadel is voorzien van een boom, wat je kunt zien als een hard frame. Dit ‘frame’ is overtrokken met kussens en leer.

Boomzadels

Voor alle zadels geldt dat ze in balans moeten liggen en geen drukkingen mogen veroorzaken. De kamer moet voldoende hoog en breed zijn. De boom moet horizontaal liggen, zodat de kussens in hun geheel kunnen dragen. Om het verschuiven van het zadel te voorkomen moet er voldoende worden aangesingeld. De lengt van de boom is variabel en afhankelijk van de bouw van het paard en de ruiter. De lengte van een

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 37

Page 38: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

zadel wordt aangegeven in inches (1 inch is 2,54 cm) en de maat loopt op met een halve inch.

Verschillende typen zadels

Er zijn verschillende typen zadels, welk type zadel bij een ruiter/amazone past is aangepast aan het gebruiksdoel. De meest gebruikte zadels zijn het veelzijdigheidzadel, het dressuurzadel en het springzadel. Een veelzijdigheidzadel kan zowel voor de dressuur als voor het springen gebruikt worden, de vorm ligt ook tussen het dressuur en springzadel in. Het dressuurzadel heeft lange, rechte zweetbladen en een vrij diepe, korte zit, de wrong zorgt ervoor dat het been stil langs het paard ligt. Het springzadel geeft de ruiter een goede beenligging door een naar voren gebouwd zweetblad en een stevige wrong, waardoor de ruiter boven de sprong goed in balans kan blijven.

Controleren van een harnachement

Zoals in eerder aangegeven moeten het harnachement passen bij het paard. In het onderstaande filmpje wordt toegelicht hoe je het harnachement kan controleren op juistheid.

http://provisioning.ontwikkelcentrum.nl/objects//OC-33075-2-1d/OC-33075-2-1d.html

Boomloze zadels

Een boomloos zadel heeft geen boom, maar vaak wel een vaste voorboom. Deze voorboom zorgt ervoor dat het zadel niet op de bovenkant van de schoft rust. Een vast deel aan de achterzijde van het zadel zorgt ervoor dat de ruiter er niet afschuift, als het paard sneller voorwaarts gaat of een helling op loopt. Tussen de twee vaste delen zitten alleen kussen. Het boomloos zadel heeft als voordeel dat het soepeler is, waardoor het zich beter aan de vorm van het paard aanpast, daardoor krijgt het paard meer bewegingsvrijheid. Daarnaast heb je met een boomloos zadel (naar zeggen) beter contact met het paard, waardoor je het paard beter aanvoelt.

Opdrachten

1a. Er zijn 2 soorten zadels, namelijk:

1b. Waarvan is een boomzadel voorzien?

2. Benoem de onderdelen van het zadel en beschrijf de functie er van op.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 38

Page 39: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Onderdeel Functie

1:

2:

3:

4:

5:

6:

7:

8:

9:

10:

11:

12:

13:

14:

15:

16:

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 39

Page 40: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

3. Er zijn verschillende typen zadels. Schrijf in het onderstaande tabel op welk typen zadels er zijn, welke discipline je dit zadel gebruikt en waar je het type zadel aan kunt herkennen.

Type zadel Discipline Opvallend kenmerk

4. Hoe controleer je het zadel op juistheid?

5. Hoe zit een boomloos zadel in elkaar?

5.4 HulpteugelsHulpteugels zijn bedoeld om de ruiter te helpen het paard met een bepaalde hoofd-halshouding te laten lopen. De bewegingsvrijheid van het paard wordt beperkt. Er zijn hulpteugels die gebruikt kunnen worden tijdens het rijden, maar ook tijdens het longeren. Hulpteugels zijn altijd bedoeld om te helpen, niet om te dwingen.

Martingaal

Een martingaal wordt toegepast bij paarden die de gewoonte hebben het hoofd omhoog te brengen, waardoor de ruiter het contact met het paard verliest. Bij een juiste hoofdhouding heeft de martingaal geen inwerking en lopen de teugels vanaf het bit in een rechte lijn door de

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 40

Page 41: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

martingaalringen naar de hand. Deze hulpteugel mag tijdens het springen worden gebruikt, ook in de basiswedstrijdsport.

Chambon

Met deze hulpteugel wordt het paard gevraagd met zijn hoofd voorwaarts neerwaarts te gaan. Wanneer het paard zijn hoofd omhoog brengt, neemt de druk achter de oren en in de mondhoeken toe. Bij het zoeken naar een uitweg voorwaarts en neerwaarts zal de chambon steeds zachter inwerken en tenslotte zal druk achter de oren en in de mond verdwijnen. Het paard vindt de oplossing zelf bij het gebruik van een chambon.

Gogue

De inwerking van de gogue is hetzelfde als van de chambon, alleen vraagt de gogue, doordat de teugel rond loopt, meer ruggebruik en zo heeft deze hulpteugel een meer aanleunende en ontspannende werking. Doordat het paard een constante aanleuning houdt met het bit, zal het mogelijk eerder nageeflijk gaan lopen. De gogue kan zowel tijdens het rijden als bij het longeren gebruikt worden.

Thiedemann-teugel

Deze teugel schakelt in zodra het paardenhoofd te hoog gegeven of te lang gestrekt is. De teugel is gemakkelijk in gebruik en mag bij de laagste dressuurklassen tijdens wedstrijden bij het losrijden worden gebruik. De teugel moet niet te strak vast gemaakt worden, het paard kan gemakkelijk vallen wanneer het uit evenwicht raakt.

Slofteugel

Een slofteugel is een lange, doorlopende teugel die door beide bitringen gaat, de slofteugel wordt bevestigd tussen de voorbenen of onder de zweetbladen aan de singel (dus zijkant). De slofteugel moet je met gevoel gebruiken, wanneer de ruiter onvoldoende drijft en alleen aan de slofteugel het paardenhoofd naar beneden trekt, wordt het paard kort in de hals en zal zich niet gaan ontspannen en de achterhand zal niet goed meekomen.

Halverlenger

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 41

Page 42: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De halsverlenger is een elastieken hulpteugel. Het wordt gebruikt voor paarden die verkorten in de hals en tegen de hand van de ruiter inkomen.

Opdrachten1a. Waar zijn hulpteugels voor bedoeld?

1b. Wat wordt er beperkt bij een paard als je gebruikt maakt van een hulpteugel?

2. Noteer in het onderstaande tabel verschillende soorten hulpteugels, schrijf de werking van de hulpteugel op en schrijf een opvallend kenmerk van de hulpteugel op.

Soort hulpteugel Werking hulpteugel Opvallend kenmerk

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 42

Page 43: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

5.5 Het mentuigHet tuig speelt een belangrijke rol bij het ‘aangespannen rijden’. Het tuig vormt de verbinding tussen het paard, de menner en het rijtuig. Het mentuig bestaat uit verschillende onderdelen, ook is er een verschil in tuig, je hebt een borsttuig of gareeltuig.

Het borsttuig

Het borsttuig wordt het meest gebruikt in de mensport, de strengen verbinden het borsttuig met het rijtuig. Het borsttuig bestaat uit enkele onderdelen;

1. De borstriem; de breedte van de borstriem is afhankelijk van de te trekken last (gewicht). Hoe zwaarder de last, hoe breder en sterker de borstriem moet zijn.

2. Hals- en de draagriem; deze riem houdt de borstriem op de juiste hoogte. Het is erg belangrijk dat deze riem op de juiste hoogte ligt. Als het te hoog ligt drukt het borstriem tegen de luchtpijp, waardoor de ademhaling van het paard belemmerd. Ligt het te laag ontstaan er drukkingen op de huid doordat de schouder tegen de borstriem schuurt.

3. Stopriem4. Strengen; de strengen verbinden het borsttuig met het rijtuig.5. Beweegbare leidselsleutels

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 43

Page 44: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Het gareeltuig

Het gareeltuig bestaat uit verschillende onderdelen;

1. Gareelkussen; het gareelkussen moet aan de vorm van de hals en de schouder van het paard zijn aangepast.

2. Gareelbeugel; de gareelbeugel bestaat uit twee helften. Deze beugel ligt in de groeve van het gareelkussen, dit zorgt voor de vormvastheid van het gareel.

3. Gareelriempje; het gareelriempje verbindt beide helften van de gareelbeugel aan de bovenzijde aan elkaar.

4. Strengkap; de strengkap is met twee in elkaar gesmede ogen aan de gareelbeugel verbonden.

5. Trompet; de trompet verbindt de onderzijde van de twee helften van de gareelbeugels met elkaar. Aan de trompethaak kan de springriem worden bevestigd.

6. Springriem; de springriem is officieel geen onderdeel van het gareel, maar wordt bijna altijd gebruikt. Het voorkomt dat het gareel naar ‘boven springt’, wanneer het rijtuig achteruit gaat.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 44

Page 45: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De rest van het tuig

Naast een borst/gareeltuig heb je ook een schofttuig nodig. Bij een enkelspan heeft het schoftje vooral als functie de bevestiging en het dragen van de lamoenen. Het schofttuig bestaat uit verschillende onderdelen.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 45

Page 46: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Vervolgens heb je nog een rug/staartriem nodig, deze riem heeft als functie het op de plaats houden van het schofttuig en bevestiging van de broek. De rugriem wordt aan een uiteinde aan de ring (voor de rugriem, zie 1 hierboven) vastgemaakt en het andere uiteinde aan de straatriem.

De broek voorkomt (bij een enkelspan) dat het rijtuig bij het afdalen van een heuvelachtig terrein het paard zou kunnen raken. De kruisriem houdt de broek op de juiste hoogte. De broekriem verbindt de broek met het

lamoen van het rijtuig.

Het hoofdstel verbind door de bevestiging van het bit via de leidsel de paardenmond met de hand van de menner en vormt zo dus de schakel in de besturing van de aanspanning. Het hoofdstel bestaat bijna uit dezelfde onderdelen als bij ‘het normale hoofdstel’. Een menhoofdstel heeft echter nog een windriem met daaraan oogkleppen bevestigd en bevat de frontriem een ‘rozet’ aan beide kanten.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 46

Page 47: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Opdrachten1. Waarom speelt het tuig een belangrijke rol bij het aangespannen rijden?

2a. Er zijn 2 verschillende soorten tuig, namelijk:

2b. Wat is het verschil tussen deze 2 tuigen?

3a. Waaruit bestaat een borstriem en waar dienen die onderdelen voor? Schrijf dit op in het onderstaande tabel.

Onderdeel Functie

3b. Het gareeltuig bestaat uit verschillende onderdelen. Schrijf deze samen met de functie op in het onderstaande tabel.

Onderdeel Functie

4a. Waarvoor dient het schofttuig?

4b. Waarvoor dient de rug/staartriem?

4c. Waarvoor dient de broek?

5. Bestaat het menhoofdstel uit dezelfde onderdelen als een ‘normaal hoofdstel’? Waarom?

5.6 BeenbeschermingEr bestaan verschillende soorten beenbescherming om de benen, pezen en kogels te beschermen als je met je paard aan het werk bent. Beenbescherming is van verschillend materiaal gemaakt, neopreen, kunststof, katoen of fleece. Je beschermt je paard onder verschillende

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 47

Page 48: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

omstandigheden, tijdens het longeren; bij het losgooien; tijdens het rijden; tijdens transport of op stal als na verzorging.

Peesbeschermers

Peesbeschermers beschermer de achterkant van de voorbenen en de kogels tegen aantikken door de achterbenen of ander ‘geweld van buitenaf’.

Pijkous

Pijpkousen zijn beenbeschermer die om het volledige been heen vallen. Ze beschermen zowel de pees als de voorkant van het been tegen letsel van buitenaf.

Strijklap

Een strijklap is een korte beschermer voor de kogel van het achterbeen. Een strijklap kan gedeeltelijk open zijn, dan is alleen de binnenkant van de kogel beschermt of gesloten, dan is de hele kogel beschermt.

Springschoen

De springschoen is voornamelijk bedoeld om het aftrappen van de voorijzers met de achterhoeven te voorkomen. Ook kan een springschoen als bescherming dienen van de hoef en hoefballen. Er zijn dichte springschoenen, die bevestig je door ze over de hoef heen te trekken en er zijn open springschoenen die maak je dicht met klittenband of riempjes.

Bandages

Bandages dienen ter bescherming tijdens de training. Bandages moeten vakkundig aangebracht worden, te strak aanbrengen kan beknelling veroorzaken en te losse bandages kunnen afzakken. Er zijn verschillende typen bandages.

Werkbandages zijn elastisch en moeten worden aangebracht met onderlappen. Een onderlap verdeelt de druk die door de elastische bandage wordt aangebracht.

Stalbandages zijn dikker en minder elastisch dan werkbandages, ze worden voornamelijk gebruikt bij een paard die in rust staat.

Als reisbandage kunnen dezelfde bandages gebruikt worden als de stalbandages, de onderlap die je gebruikt is alleen langer, waardoor die tot/over de kroonrand valt.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 48

Page 49: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Opdrachten

1. Waarvoor dient beenbescherming?

2. Er bestaan verschillende soorten beenbescherming. Beschrijf deze samen met de functie van de desbetreffende beenbescherming in het onderstaande tabel.

Type beenbescherming Functie

3a. Er zijn verschillende typen bandages, namelijk:

3b. Wat is het verschil tussen deze bandages?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 49

Page 50: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

6: DekensDoor sommige mensen wordt er meer geld uitgegeven aan de accessoires van het paard dan aan het paard zelf. Eén van de dingen waar je oneindig veel geld aan uit kunt geven zijn dekens. Soms koop je nieuwe dekens, omdat je paard de dekens steeds kapot maakt en soms koop je de dekens, omdat je gewoon met de mode mee wilt gaan.

Fokmerries en jonge paarden hebben meestal geen dekens nodig (hooguit in geval van ziekte, denk hierbij aan acute hoge koorts). De groep ruiters die redelijk intensief traint maakt sowieso ’s winters gebruik van dekens. Dan is er nog een groep ruiters /trainers die intensief met de paarden bezig is. Bij deze groep worden soms ook dekens in de zomer gebruikt.

6.1 Soorten dekens

Zomerdekens

Zomerdekens zijn vaak dun en ongevoerd en vooral bedoeld ter comfort van het paard; - de paarden hebben minder last van vliegen- de paarden verkleuren minder door de zon- de paarden zijn minder aan de temperatuurschommelingen

onderhevig- de paarden blijven schonerDe kwaliteit van de zomerdekens is wisselend. Sommige bestaan alleen uit een lap katoen, andere dekens hebben een canvas of nylon bovenlaag.

Voor- en najaarsdekens

Dit zijn eigenlijk een soort tussendekens; niet echt dun en niet echt dik. Deze dekens worden gebruikt voor de overgang van warm naar kouder weer en van kouder naar warmer weer.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 50

Page 51: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Winterdekens

Geschoren paarden hebben winterdekens nodig. Niet geschoren paarden hebben pas een deken nodig als de buitentemperatuur onder de -5 graden Celsius komt. Pas op: de gevoelstemperatuur kan door de wind aanzienlijk lager aanvoelen dan de daadwerkelijke temperatuur. Koude wind kan dus ook een reden zijn het paard een winterdeken op te leggen.

Winterdekens zijn vaak echt warme (en daardoor ook vaak dikke) dekens, bedoeld om het paard warm te houden;

- het paard zal hierdoor makkelijker in een korte en dunne vacht blijven

- de paarden blijven schonerDe kwaliteit en uitvoering van winterdekens is er groot; bilkoorden, verschillende soorten borstsluitingen, singels en materialen. Waterdichte, ademende winterdekens hebben de voorkeur. In sommige gevallen is één deken niet voldoende en zal het paard onder meerdere dekens staan. De kwaliteit van de onderdekens is weer anders als van een bovendeken; de onderdeken moet kunnen ademen.Uitrijdekens

Deze dekens worden gebruikt om paarden los te stappen/werken of uit te stappen in een koudere periode. Meteen na de training kun je een zweetdeken op je paard leggen om te voorkomen dat hij te snel afkoelt. Haal deze deken er wel weer op tijd af! Een goede zweetdeken transporteert het vocht naar de buitenkant, zodat de huid van het paard droog wordt. Maar als de deken het zweet heeft opgenomen, wordt deze nat en onder een natte deken koelt het paard af. Laat de deken na gebruik nog steeds goed drogen. Een uitrijdeken is een kleinere deken die je tijdens het rijden kunt gebruiken. Er zit een uitsparing in voor het zadel. Door een uitrijdeken te gebruiken bij het uitstappen, voorkom je snelle afkoeling van de rugspieren.

Regendekens

Een regendeken houdt de staldeken droog. Het is dan ook erg nuttig voor paarden die veel buiten staan. Een regendeken kan overigens ook zonder onderdeken gebruikt worden, bijvoorbeeld als het gezien de buitentemperatuur niet nodig is om het paard warm te houden. Regendekens zijn vaak ongevoerde dekens.

Vliegendekens

Vliegendekens bieden, zoals de naam al zegt, bescherming tegen insecten. Met een bijbehorend kapje lopen de paarden ook minder risico op oogontstekingen door vliegen. Het zijn vaak luchtige dekens, een soort gehaakte deken, die het paard verder geen warmte biedt.

Transportdekens

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 51

Page 52: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Tijdens het transport in de trailer of vrachtwagen is een lichte, wollen deken vaak aan te bevelen; het paard kan in de trailer immers niet uit de tocht gaan staan. Een transportdeken kan ook wat bescherming bieden tegen eventuele oppervlakkige wondjes

Showdekens

Deze dekens worden uitsluitend voor de show gebruikt en hebben vaak een zeer goede kwaliteit. De kleur en of uitvoering verraadt meestal de stal of sponsor die achter de paarden zit.

Opdrachten

1. Beschrijf de soorten zomerdekens. Van welke materialen zijn deze gemaakt?2a. Wat zijn voor- en najaardekens?

2b. Waar dienen deze voor?

3. Wanneer hebben paarden winterdekens nodig?

4a. Waarvoor dienen uitrijdeken?

4b. Wat doet een goede uitrijdeken/zweetdeken?

5. Maak de zin af:Regendekens zijn … dekens.

6.2 Pasvormen

Niks is zo erg als kleren die niet passen!

Een deken moet qua maat en vorm goed passen. - De deken moet voldoende ver over de schoft liggen zodat het paard

geen schoftdrukking krijgt. - De deken moet zo bij de boeg aansluiten zodat het paard daar geen kale

plekken krijgt. - De deken moet lang genoeg zijn zodat de deken niet over het kruis

naar boven schuift. Ieder paard is anders en zal een andere pasvorm nodig hebben. Denk bv aan een paard met een brede of juist smalle boeg.De maten verschillen ook nogal; een paard van 1.60m heeft een andere maat nodig dan een paard van 1.70m.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 52

Page 53: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De maat van een deken wordt meestal bepaald door de lengte van de schoft tot de staart, dit noemen ze ook wel de bovenlengte. Met de onderlengte wordt de borst tot zitbeenknobbel bedoeld.

Bij paarden zijn gangbare maten 1.95m en 2.05m.

Opdrachten1. Hoe kun je zien of een deken goed passend is?

2. Wat zijn de nadelen van een niet passende deken?

3a. Wat wordt er met de bovenlengte bedoeld?

3b. Wat wordt er met de onderlengte bedoeld?

6.3 Materialen

Paardendekens kunnen van heel veel soorten materiaal worden gemaakt. Elk materiaal heeft zijn voor –en nadelen. Het is belangrijk dat je weet wat er te koop is en waarvoor het geschikt is.

Wol

Wollen dekens worden vooral gebruikt als zweetdeken na het werk. Wol ademt en laat vocht door. Dit vocht komt boven op de deken te liggen. Laat de deken na gebruik daarom goed drogen voordat je hem weer opbergt. Een wollen deken wordt ook wel als onderdeken gebruikt. Het voordeel van wol is dat het goed vochtdoorlatend is. Een nadeel is dat de deken kan krimpen of vervilten in de was. Daarom kun je een wollen deken beter naar de stomerij brengen.

Katoen

Katoenen dekens zijn ’s zomers geschikt als staldeken of als statiedeken op concours. Meestal zit er wat kunststof in om krimpen te voorkomen bij het wassen. In de winter kunnen katoenen dekens ook heel goed dienen als onderdeken.

Nylon

Nylon dekens zijn over het algemeen sterk en gemakkelijk schoon te houden. Ze krimpen niet. Het nadeel van nylon is dat slecht ademt, dus kan er verstikking van de huid optreden. De nylon deken met een voering van katoen, voorkomt dit probleem grotendeels. Vooral in de winter is zo’n deken als staldeken zeer geschikt.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 53

Page 54: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Canvas of jute

Canvas of jute dekens zijn over het algemeen sterk. Ze zijn verkrijgbaar in ongevoerde en gevoerde uitvoering. De gevoerde uitvoering is warmer en zachter, zodat doorschuren voorkomen wordt. Vaak zijn deze deken gewaxt en dus ’s winters ideaal als buitendeken. Een nadeel is dat ze na het wassen stuf en stijf aanvoelen. Ook zal de deken na het wassen opnieuw gewaxt moeten worden om de waterdichtheid terug te krijgen.

Goretex

Goretex is een vrij nieuw materiaal en wordt veel gebruikt in de bergsport. Het is zeer licht, warm, waterdicht en ademend materiaal.

Fleece

Synthetisch materiaal dat vocht en zuurstofdoorlatend is.

Badstof

Badstof neemt goed vocht op. Het nadeel is dat deze niet zo sterk is. Dekens van badstof kunnen goed gebruikt worden als onderdeken, zweetdeken of in de zomer als concoursdeken.

Opdrachten1. Noem 5 materialen waarvan dekens gemaakt kunnen zijn en geef bij

ieder materiaal een voor en nadeel. Schrijf dit op in het onderstaande tabel.

Materiaal Voordeel Nadeel

6.4 Een deken opleggen en afdoen

Voordat je een paard een deken oplegt, maak je het paard eerst goed schoon (behalve bij een zweetdeken na het werken). Je staat aan de linkerkant van het paard en je legt de deken over de rug iets naar voren. Maak eerst de voorsluiting vast en trek de deken iets naar achteren, zodat de haren recht komen te liggen. Maak dan de buikriemen vast en daarna (eventueel) de staartriem of bilkoorden.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 54

Page 55: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Bij het afdoen van de deken maak je altijd eerst de staartriem of bilkoorden los, dan de buiksingels en dan de borstsluiting. Maak je namelijk eerst de voorsluiting los en het paard komt los, dan heb je kans dat de deken in de lies van het paard komt, met alle gevolgen van dien (schrikken). Vouw de deken op naar achteren en laat hem over de achterhand van het paard glijden. Vouw de deken netjes op en leg of hang hem op een plaats waar niemand er overheen kan lopen.

Opdrachten1a. Waar let je op als je een deken bij het paard oplegt?

1b. Hoe maak je een deken los? Waar let je op?

6.5 Hulpmiddelen

Antirolsingel

Er zijn paarden die altijd de neiging hebben om zich vast te rollen; deze paarden wordt dan een antirolsingel opgelegd. Dit is een, vaak leren, singel met een beugel van ijzer bovenaan, zodat het paard niet ‘om’ kan met rollen.

Antibijt

Er zijn paarden die de neiging hebben om aan hun deken te trekken en de deken soms ook kapot te maken. De oorzaak kan zijn;- jeuk- nieuwe geur- verveling- gewoonte

De oplossing voor jeuk is vrij simpel; goed poetsen.Indien het paard alleen aan zijn deken bijt wanneer deze net gewassen en of nieuw is dan is het een oplossing om de deken in te smeren met een vies luchtje. Veel gebruikt: cribox. Bij verveling kun je denken aan een speeltje voor het paard.

Bij gewoonte is het gebruik van een vies luchtje niet altijd even praktisch; je kunt dan beter het paard een antibijtbak of halskraag opdoen. Deze zijn in verschillende uitvoeringen te verkrijgen.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 55

Page 56: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Opdrachten1a. Waarom hebben sommige paarden de neiging om hun deken kapot te trekken?

1b. Beschrijf de voor- en nadelen van een bijtbak en halskraag. Noteer dit in het onderstaande tabel.

Type Voordeel Nadeel

6.6 Onderhoud dekens

Door een goed onderhoud kunnen dekens soms jaren meegaan.

- Dekens moeten goed schoon worden gehouden en regelmatig geborsteld en gelucht worden.

- De leren onderdelen van de deken moeten regelmatig met zadelzeep en of olie worden behandeld. De sluitingen kunnen onderhouden worden met kruipolie.

- Dunne dekens kun je zelf in de wasmachine wassen. Zorg wel dat je de deken eerst goed geborsteld hebt en maak na het wassen de machine schoon.

- Dikke dekens zijn het gemakkelijkst te wassen door ze eerst in de week te leggen en vervolgens met een hogedrukspuit schoon te spuiten. Gebruik bijvoorkeur als reinigingsmiddel betadine shampoo.

- Dekens die niet gebruikt worden dienen schoongemaakt en droog opgeborgen te worden.

In plaats van zelf wassen kun je de deken ook laten reinigen bij de stomerij. Dat is wel een stuk duurder, maar daar staat tegenover dat de deken goed wordt ontsmet en veelal veel schoner wordt doordat men gebruik maakt van aangepaste machines.

Opdrachten1. Noem een aantal manieren om een deken te reinigen. Noem bij elke manier een voor- en nadeel. Schrijf dit op in het onderstaande tabel.

Manier Voordeel Nadeel

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 56

Page 57: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2a. Je kunt dekens ook laten reinigen bij een daarvoor speciaal bedrijf. Waarom zou jij je dekens daar wel heen brengen?

2b. Waarom zou jij je dekens daar niet naar toe brengen?

7: Beweging geven, begeleiden en monsterenHet paard is van nature een steppedier en dus een bewegingsdier. In de natuur is het paarden bijna de gehele dag door in beweging om zijn voedsel bij elkaar te zoeken, dit gebeurt in een rustig temp. Daarnaast heeft het paard zijn speelkwartiertjes waarin het paard sprint en draait en in noodsituaties slaat het paard op vlucht. De mens heeft het paard uit zijn natuurlijke omgeving gehaald en moet daarom dus ook de verantwoordelijkheid nemen over het paard. Je kunt van een paard niet verlangen dat hij zonder problemen 24 uur per dag in de box kan verblijven. Het paard krijgt problemen met de spijsvertering, wordt meer blessure gevoelige en zal uit verveling stalondeugden kunnen ontwikkelen.

Kortom ‘rust roest’, zeker bij paarden.

7.1 Beweging geven

Beweging geven kan op verschillende manieren. De meest natuurlijke manier van bewegen krijg je bij het geven van vrije uitloop in groepsverband. Helaas is er dan weinig zicht op de hoeveelheid beweging. De meest arbeidsintensieve manier is beweging geven onder de man /vrouw. Longeren is wat minder arbeidsintensief, maar vraagt de nodige vakbekwaamheid. De minst arbeidsintensieve manier is trainen aan of in de stapmolen. Dit werk vraagt nog wel het nodige toezicht.

De hoeveelheid beweging die je een paard zou willen geven heeft een spanningsveld met de accommodatie en de arbeid (arbeid kost geld). De ruimte moet aanwezig zijn om het paard de beweging te geven; grond kost

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 57

Page 58: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

geld. De ruimte moet ook qua omheining voldoen aan de door het paard gestelde eisen (een hengst vraagt bijvoorbeeld een ander soort omheining dan een merrie). Een stapmolen daarentegen heeft minder ruimte nodig, maar kost meer geld qua aanschaf. Er moeten ook voldoende mensen aanwezig zijn die tijd hebben om de paarden de beweging te geven.

Opdrachten1a. Waarom is, naast sporttraining, weidegang noodzakelijk voor een paard?

1b. Moet een sportpaard alleen of met meerdere paarden weidegang krijgen? Licht je antwoord toe.

2. Waardoor zou je weidegang eventueel kunnen vervangen, noem minstens 3 manieren op.

3a. Hoe kan je een fokmerrie het beste beweging geven?

3b. Een fokmerrie kan alleen of in kuddeverband in de wei lopen. Wat zijn de voor- en nadelen van beide mogelijkheden?

3c. Hoe ziet het bewegingsplaatje eruit voor een manegepaard. Licht dit ook toe.

3d. Hoe ziet het ideale weidebeleid er voor een manegepaard eruit? Licht dit toe.

7.2 Begeleiden

Als je een paard wilt verplaatsen, zal je het paard moeten geleiden. Een paard naar de weide of stapmolen brengen kan met een halster. Het halster mag niet te strak zitten. Dat is niet prettig voor het paard en de kans bestaat dat het paard zelfs kale plekken of drukplekken krijgt. Het paard geleid je nooit zonder touw of ketting. In het onderstaande filmpje wordt uitgelegd hoe je een halster omdoet bij het paard:

https://www.ontwikkelcentrum.nl/provisioning/VSPlayer.aspx?Mode=Preview&id=OC-41156-2-44

Als je een paard uit de stal haalt, zorg je ten eerste dat de staldeur helemaal openstaat en dat er op de te lopen weg geen obstakels staan. Je loopt aan de linkerkant van het paard. Je houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet voor je uit loopt. Je kunt dan zelf klem komen te zitten tussen het paard en de deur. Loop je teveel voor het paard uit dan heb je kans dat het paard bovenop je springt als hij zou schrikken.Je leidt het paard met je rechterhand - touw in één hand - en met je linkerhand kun je het paard sturen en of iets tegen houden. Heb je een

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 58

Page 59: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

paard dat niet goed met je mee wil lopen , dan kun je dit oefenen door steeds een zweep in je linkerhand mee te nemen.

Ga je longeren, dan doe je het paard een hoofdstel aan en bevestig je daar de longe aan. Je geleidt het paard de box uit onder dezelfde voorwaarden als hierboven beschreven. Aandachtspunt is de juiste manier van het vasthouden van de longe; zorg dat de lussen niet zo groot zijn dat je er over kunt struikelen en dat de longe niet zo opgerold is dat deze in de knoop komt zodra je de longe iets laat vieren.

Ga je rijden dan heeft het paard uiteraard een hoofdstel aan. Je neemt de teugels in één hand. (Je hand zo tussen de teugels dat je het paard kunt sturen.) De afstand tussen hand en paardenmond is korter dan bij het geleiden van het paard met een touw.

Opdrachten1a. Hoe doe je een halster om bij een paard? Leg dit stap voor stap uit.

1b. Waarom mag je het paard nooit zonder touw leiden?

2. Je begeleid het paard op verschillende momenten. Schrijf in het onderstaande tabel op waar je op moet letten als je het paard in een bepaald situatie begeleid.

Manier van begeleiden Waar let je opHet paard uit de stal halenLongerenRijden

7.3 Monsteren

Wanneer je met een paard aan de hand loopt, noemen we dat monsteren. Het lijkt allemaal heel simpel, maar er komt heel wat bij kijken om een paard zo te monsteren, dat hij zo voordelig mogelijk wordt gepresenteerd. Veiligheid is hierbij belangrijk.

Een paard wordt gemonsterd bij:

- Aan- of verkoop- Keuringen- Veterinaire keuring

Het maakt natuurlijk wel verschil uit of je het paard monstert voor een dierenarts of voor een keuring. Zorg altijd dat je een goed halster hebt, maar liever nog een goed hoofdstel met een ketting of een lang touw. Loop De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 59

Page 60: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

altijd aan de linkerkant en volg de aanwijzingen op van de dierenarts of jury. Draai altijd rechtsom, tenzij anders wordt gevraagd. Loop zo, dat de dierenarts of jury het paard goed kan beoordelen. Ook voor monsteren geldt dat je het leert door het te doen, dus oefen met verschillende paarden.

Dierenarts

Als je een paard moet geleiden voor bijvoorbeeld een dierenarts, dan zul je op en neer moeten stappen en draven. Zorg dat je op de rechte lijnen zelf ook een rechte lijn loopt en dat je paard ook recht loopt. Je loopt naast je paard zodat het paard goed beoordeeld kan worden. Het omkeren gebeurt altijd rechtsom. De bocht mag niet te klein zijn; met een te kleine bocht heb je kans dat het paard het achterbeen laat staan en daardoor een blessure oploopt. Indien je het stuk in draf aflegt ga je iets voor de bocht over in stap, je draait en gaat weer over in draf. Het geleiden voor de dierenarts heeft niets te maken met hardlopen, maar meer met het in balans laten lopen van het paard. Het is vaak ook wenselijk om het paard voldoende hoofd- en halsbewegingsvrijheid te geven. Denk hierbij aan een kreupel paard die met zijn hoofd knikt.

Keuring

Als je een paard moet geleiden voor een keuring of show spelen er hele andere elementen mee. Het gaat dan om het zo voordelig mogelijk tonen van het paard. Het paard moet zich in stilstand, in stap en in draf tonen. De galop wordt tijdens het monsteren niet gevraagd, maar het wordt ook niet afgestraft indien een paard een paar passen aangaloppeert en dan weer een overgang terug maakt. Monsteren doe je met zijn tweeën: de monsteraar van het paard en een monsterknecht.

De monsteraar

Wanneer je een paard monstert voor een keuring, moet je gemakkelijk kunnen bewegen. Stevige schoenen waarmee je goed kunt hardlopen zijn een vereiste. Moet je een paard monsteren tijdens een stamboekkeuring, dan moet je er netjes en verzorgd uitzien. Draag stevige, witte sportschoenen en jodhpurs, draag lang haar in een staart, geen open jas. Er zijn stamboeken die speciaal tenue vereisen. Bij KWPN-keuringen is dit bijvoorbeeld witte kleding met een rode stropdas.

De monsterknecht

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 60

Page 61: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Het tenue van de monsterknecht is gelijk aan dat van de monsteraar. De monsterknecht bepaalt de plaats van opstellen; de monsteraar moet twee meter voor de monsterknecht opstellen. Ga correct staan en houd de chambrière midden voor het lichaam. Zorg dat het paard attent staat.

Het voorbrengen

Het voorbrengen kun je doen aan een monsterhalster of aan een hoofdstel. Een monsterhalster past bijna altijd en werkt in op de neus van het paard. Een hoofdstel daarentegen moet vaak per paard veranderd worden en werkt in op de lagen (mond) van het paard. In sommige gevallen zal de profiellijn mooier uitkomen als je een Engelse neusriem bevestigt aan het hoofdstel. De linkerteugel moet altijd door de linker trensring gehaald worden en aan de rechter trensring bevestigd worden. Je kunt ook een ketting bevestigen aan het bit.

Opstellen

Het paard moet vijf meter dwars voor de jury opgesteld worden, zodat de jury er zonder risico omheen kan lopen en het paard van alle zijden kan beoordelen. Bij het monsteren stel je een paard in principe open op, zo kan de jury alle benen bekijken. Open stand betekend dat de benen die het verste weg van de jury naar elkaar toestaan en de benen het kortste bij de jury uit elkaar staan. De voorhand mag niet lager staan dan de achterhand. Het front is naar links gesteld, alle vier benen moeten zoveel mogelijk belast zijn. Druk het hoofd niet teveel omhoog, want hierdoor zullen de rug en de lendenen zakken, waardoor de indruk van het paard ongunstig wordt.Als monsteraar loop je links naast het paard, je eigen rechter heup iets voor de boeg van het paard. De rechterarm moet je stil, maar niet stijf houden. Je schouder elleboog en pols moeten de bewegingen van het paard kunnen volgen. Pas je pas zoveel mogelijk naar het paard aan. Loop licht en laat je niet meetrekken door het paard. Dit lopen moet je van tevoren oefenen.

De monsteraar houdt het paard met de rechterhand achter de kin vast. Als het paard langer gelaten wordt, zal het zich beter kunnen tonen. Dit moet wel van tevoren getraind worden. Het is belangrijk dat er altijd contact op de teugel bewaard blijft, zo kun je beter aanvoelen of het paard weg wil springen. Houd de teugel of het touw in je rechterhand en het uiteinde in de linkerhand. Als je een zweepje nodig hebt, bijvoorbeeld bij moeilijke hengsten, neem je dit ook in de linkerhand. Bij het opstellen neem je de teugels in beide handen en loop je de laatste paar meters achterwaarts voor het paard, zodat je de beenzetting in de gaten kunt houden bij het opstelen. Als het paard is opgesteld, neem je de teugels weer in beide handen en blijf

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 61

Page 62: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

je voor het paard staan, zodanig dat de jury het paard helemaal kan bekijken. Let erop dat het paard recht blijft staan. Opstellen doe je altijd twee keer: voordat je het gangwerk van het paard toont en nadat je het gangwerk van het paard hebt getoond.

Het lopen

Tijdens een stamboekkeuring is de presentatie in stap en draf op de harde ondergrond een vast onderdeel. De baan dient vlak en verhard te zijn en moet circa vijf meter breed en dertig meter lang zijn. Hierop kunnen de gangen goed worden beoordeeld. De monsteraar loopt naast het paard en geeft het paard een dusdanige ondersteuning dat het paard niet gehinderd, maar eerder gestimuleerd wordt zich optimaal te tonen. De monsterknecht zorgt ervoor dat het paard voldoende voorwaartse drang heeft om zich optimaal te tonen. De aanjager mag het paard niet over het tempo heen jagen. De aanjager is dus medeverantwoordelijk voor de balans en cadans van het paard.Er zijn twee manieren om te lopen, beide gebeuren in een driehoek:

1. Driehoek2. Combinatie driehoek

Driehoek

Schuin naar links van de jury wegstappen, wending maken en evenwijdig met de jury draven en in schuine lijn terug naar de jury.

Combinatie

Het recht op en neer stappen van en naar de jury en vervolgens de driehoek draven.

Opdrachten

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 62

Page 63: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

1a. Wanneer wordt een paard gemonsterd? Noem 3 voorbeelden.

2a. Waar moet je op letten als je het paard voorbrengt bij de dierenarts?

2b. Waarom breng je het paard voor op een keuring, oftewel, waar moet je op letten?

3a. Welke eisen kun je aan een monsteraar stellen?

3b. Aan welke kant loopt de monsteraar en de monsterknecht?

3c. Wat is het verschil tussen een monsteraar en monsterknecht?

4a. Beschrijf de wijze van opstellen bij het monsteren.

4b. Waarom moet je een paard niet te kort voor de jury opstellen?

5. Wat is het verschil tussen de 2 manier van lopen (voorbrengen) bij een keuring?

8: LongerenIeder paard heeft regelmatig beweging nodig, daarvoor is longeren een oplossing. Er zijn verschillende redenen waarom wij het paard kunnen en willen longeren.

Het paard beweging geven

Dit doen we bij paarden die om de één of andere reden niet gereden kunnen worden, zoals bv. paarden met een zadeldrukking. Hiervoor hebben we niet perse een zadel, longeersingel of hulpteugels nodig. Ook paarden die teveel energie vertonen om ze direct te bestijgen kunnen we even longeren. Longeren is ook een manier om jonge paarden te trainen. Ze leren dan wat de hulpen van stem, teugel en zweep betekenen.

Het doel van longeren

Met longeren wordt bedoelt het laten lopen van een paard aan een lijn (longe). Degene die het paard longeert, laat het paard in een cirkel om zich heen lopen. Daarbij is het de bedoeling dat het paard onder leiding stat van degene die de longe hanteert. Het paard moet gehoorzamen aan de hulpen die de longeerder geeft met de longe, de longeerzweep en de

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 63

Page 64: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

stem, net zoals een gereden paard aan de inwerkingen van zit, kuit en teugels van de ruiter.

Het beleren

Het groene paard zadelmak en teugelwijs maken en hem vervolgens vertrouwd maken met de ruiter en hem leren te gehoorzamen. De natuurlijke volgorde om een paard de voorwaartse hulpen te leren, zijn eerst de zweep, dan de stem, en tenslotte de benen. Tijdens het longeren leren we hem dus al de voorwaartse hulpen met de longeerzweep (chambrière), terwijl de stem eveneens tot onze beschikking staat. Het ruitergewicht komt met het longeren nog niet aan de orde, het paard ervaart daaraan dus geen onrustgevoelens. Wanneer we hierbij een niet te korte bijzetteugel gebruiken, leert het paard ook het bit te accepteren zonder dat er hiermee sterk ingewerkt wordt. Het groene paard dat na enkele weken op beide handen in de drie gangen rustig aan de longe gaat en vertrouwen aan zijn ruiter (longeur) schenkt, heeft dan al een heel stuk van de basisopleiding afgelegd. Het paard heeft leren vertrouwen en leren gehoorzamen.

Het paard gymnastiseren

Met behulp van verschillende soorten hulpteugels of dubbele longe en door systematische arbeid op beide handen het paard gymnastisch ontwikkelen, waardoor hij al zijn spieren op de juiste manier gaat gebruiken. Zo wordt hij sterker en leniger en daardoor makkelijker bestuurbaar en gehoorzamer, omdat hij de gevraagde oefeningen beter aankan. Het spreekt voor zich dat de longeur hiervoor over een grote mate van rijkunstig gevoel en ervaring moet beschikken. Anders wordt het longeren al snel een kwelling voor het paard.Het verreden paard corrigeren

Soms is het beter om verreden paarden een tijdlang te longeren, voordat we ze onder het zadel gaan trainen. Zo brengen we ze tot strekken van hals en rug. Is er misbruik gemaakt van een scherp bit, dan is het beter om gebruik te maken van een kaptoom zodat het paard rust krijgt in de mond. Bij echt ongehoorzame paarden en paarden die steigeren, maken we gebruik van de dubbele longe.

Opdrachten1. Noem 4 redenen om het paard te longeren. Licht deze ook toe.

8.1 BenodigdhedenBij het longeren gebruik je een kaptoom of trenshoofdstel, longe, longeerzweep, longeersingel en eventueel hulpteugels, beenbescherming en handschoenen.

De longe

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 64

Page 65: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De longe is een lange, soepele lijn, die niet korter mag zijn dan 9 meter en niet langer dan 11 meter. Langer heeft geen nut, je bent dan buiten bereik van de zweep. Wanneer de longe te kort is, moet het paard een te kleine cirkel maken. De longe is zonder onderbrekingen (knopen) met een lus aan de ene kant (uiteinde) om aan vast te houden en aan de andere kant een bevestigingshaak (karbijn/musketon).

De longe moet je zonder slagen opgerold in grote lussen vasthouden. Zo kun je de longe makkelijk verlengen als de cirkel ruimer moet worden. De lus aan het uiteinde moet je ook in de hand houden en niet om je pols ‘slaan’. Als je de longe oprolt, begin dan altijd vanaf het paardenhoofd. Dit doe je door de lussen aan de ene hand over te pakken in de andere hand. Als je het paard naar je toe laat komen neem je de longe over in de rechterhand en breng je met de linkerhand de lussen, die bij het oprollen worden gemaakt, over de rechterhand.

De longeerzweep (chambrière)

De zweep is samen met de ‘slag’ even lang als de straal van de cirkel, ongeveer 8 meter om het paard te kunnen treffen in een cirkel van 16 meter doorsnede. In de praktijk blijkt echter dat de longeerzwepen van deze lengte bijna niet meer voorkomen. Zij zijn nog wel te koop, maar zijn ongeveer 10 maal zo duur als de meest gangbare kunststof longeerzweep.

Als het paard correct op de cirkel gaat, is de longeerzweep gericht op de achterhand van het paard. Als het paard de cirkel wil verkleinen, richt je de longeerzweep op de schouder van het paard. Als je de longeerzweep gebruikt als voorwaarts drijvende hulp, dan gebruik je ook altijd je stem erbij.

Longeersingel of zadel

Het gebruik van een zadel met longeren en bijzetten is mogelijk, maar brengt wel risico’s voor het zadel met zich mee. De longeersingel biedt meer mogelijkheden door de verschillende bevestigingspunten voor de bijzetteugels. Sommige longeersingels lijken veel tel lang, maar deze singels zijn speciaal gemaakt om over het zadel heen te gebruiken. Dit is niet altijd even ideaal voor het zadel.

Africhtinghoofdstel

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 65

Page 66: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Longeren kan met een hoofdstel. Als je een hoofdstel gebruikt, haal je de teugels eraf. Je kunt de loge op verschillende manieren aan het hoofdstel bevestigen. Bijvoorbeeld, om de neusriem en door de trensring, de longe door de binnentrensring halen en dan over het hoofd heen en de longe vervolgens bevestigen aan de buitenstetrensring of door een slag om de binnenste trensring te slaan en dan vast maken aan de buitenstetrensring. De longe kan je ook aan de binnentrensring , door beide trensringen of met gebruik van een ‘tussenstukje’ vast maken, maar deze manieren van bevestigen zijn niet prettig voor het paard. Bij deze manieren wordt het bit door de mond getrokken, ontstaat er druk aan de zijde van de mond of drukt het scharnierende gedeelte van de trens tegen het verhemelte.

Kaptoom

Het is ook mogelijk om te longeren met behulp van een kaptoom. De kaptoom kan het beste beschreven worden als een trenshoofdstel zonder teugels, meestal zonder trens en met een Engelse neusriem (hoge neusriem).

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 66

Page 67: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De neusriem is aan de boven- of buitenzijde versterkt met een ijzeren beugel. Deze bestaat meestal uit drie delen welke door scharnieren verbonden zijn. Door deze constructie is de kaptoom voor meerdere paardenneusmodellen bruikbaar. Waar de bakstukken aan de neusriem genaaid zijn, zien wij, zowel links als rechts, een D-vormige ring waaraan een los riempje met gesp behoort te zitten Hieraan kan desgewenst een bit in de kaptoom bevestigd worden. Onder de keelriem bevindt zich de kaakriem. Deze riem dient om te voorkomen dat de zware kaptoom te gemakkelijk over de oren af gestroopt kan worden. Deze kaakriem wordt -

anders dan de bovenste keelriem- wel vast aangegespt. Een niet passende kaptoom zal het paard hinderen, pijn doen en aan het hoofd beschadigen. De plaats van de neusriem is twee vingers onder het jukbeenuitsteeksel. Ligt de neusriem hoger, dan stoot de ijzeren beugel tegen dit uitstekend bot; ligt de neusriem lager, dan drukt de zware beugel op het zachte gedeelte van de neus de neusgaten dicht.

Opdrachten1. Welke benodigdheden heb je nodig om een paard te kunnen longeren?

2. Beschrijf de ideale lengte van de longe. Leg ook uit waarom die lengte ideaal is.

3. Hoelang moet een longeerzweep zijn en waarom?

4. Je kunt de longe op verschillende manieren bevestigen aan het hoofdstel. Noem minstens 6 methoden en schrijf een voor- en nadeel van deze methode op in het onderstaand tabel.

Methode Voordeel Nadeel

5. Wat is een kaptoom?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 67

Page 68: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

6. Waarom wordt het paard gehinderd door een niet passend kaptoom?

7. Hoe hoort een kaptoom te zitten?

8.2 Hulpteugels

Als je met hulpteugels wilt longeren, moet het paard een longeersingel of zadel op hebben, om daar de hulpteugels aan vast te maken. Het paard kan op verschillende manieren bijgezet worden, bijzetteugels geven wat meer contact met de mond en kunnen ook wat meer druk naar beneden geven. Er zijn een aantal verschillende mogelijkheden om het paard bij te zetten, een aantal hulpteugels zijn al behandeld in ‘hoofdstuk 6 harnachement’. Dit waren de gogue, chambon en slofteugels. Bij de gogue lopen er touwtjes of riempjes vanaf de singel tussen de voorbenen van het paard via de ringetjes aan het kopstuk naar de bitringen en vandaar weer terug naar de boeg van het paard. De chambon werkt op bijna de zelfde manier, als het paard zijn hoofd omhoog doet, druk het kopstuk op de nek, daardoor wordt het paard gevraagd om meer voorwaarts-neerwaarts te lopen. Dan kun je de volgende manieren ook gebruiken om je paard bij te zetten;

Bijzetteugels

Bijzetteugels worden met het ene uiteinde bevestigd aan de singel (of zadel) en aan het andere einde aan de zijkringen van het kaptoom of hoofdstel. De rubbers zijn iets rekbaar, maar niet teveel anders gaan de paarden hangen. De bijzetteugel hebben tot doel naar een lagere, horizontale of hogere oprichting te werken. Dit is afhankelijk van de plaats waar de bijzetteugel wordt bevestigd aan de singel.

Pessoa-teugel

De pessoa-teugel wordt als hulpteugel gebruikt om het ruggebruik te verbeteren en de achterhand extra te stimuleren. De houding en de balans van het paard kan met de pessoa-teugel worden verbeterd, de teugel kan je op verschillende posities in stellen. Doordat de teugel via het bit, longeersingel en achter de achterhand langs loopt oefent de teugel invloed op het gehele paardenlijf uit, dus niet alleen op de hoofd/halshouding. Het zorgt voor een goed achterbeen- en ruggebruik, zo ontstaat er een fijne aanleuning. Als het paard ‘tegen de hand’ komt en dus de neus naar voren of omhoog brengt (en vaak dan ook automatisch

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 68

Page 69: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

de rug wegdrukt), trekt het paard zijn eigen achterhand er onder, waardoor de rug bol wordt en het paard weer omlaag komt en ontspant. De pessoa-teugel bestaat uit twee onderdelen;

1. Een touw dat boven op de rug met en musketonhaak aan de longeersingel vastgemaakt wordt en achter de achterbenen gaat. Het stuk dat achter de benen langs gaat is elastiek met daar om heen een bontje.

2. Een touw dat samen met het andere touw ook achter de achterbenen langs gaat. Het stuk dat achter de achterbenen langs gaat is van elastiek en zit samen met het andere elastiek in 1 bontje, gaat dan via een ring in de longeersingel naar het bit en wordt daar met een musketon waar een katrol aan zit aan het bit vastgemaakt. Vanaf het bit kan je de musketonhaken helemaal op het einde van het touw vastmaken op 4 verschillende standen; Lang en laag; middelhoog; hoog; dressuurhouding.

Touwtjes

Met een touwtje longeren is een van de makkelijkste manieren om met een hulpteugel te longeren. Het touwtje is gemaakt van katoen of nylon. Er zijn veel verschillende manier om een paard bij te zetten met een touwtje, de meest gebruikte manier is als volgt:

Zorg dat je een knoopje in het midden van het touwtje legt, zodat je altijd weet waar het midden is. Vervolgens leg je het midden van touwtje op het midden van de longeersingel. Daarna haal je het touwtje door de ringen van de longeersingel. Vervolgens haal je het touwtje door de bitringen en zet hem aan de zijkant aan de singel vast. Het voordeel van het longeren met een touwtje op deze manier is dat het in een driehoek loopt en op deze manier wordt het paard niet in zijn bewegingen belemmerd.

Door welke ring je het touwtje doet ligt helemaal aan het paard en de houding waarin je hem wilt trainen. Wanneer je het touwtje door een hogere haalt zal het paard meer in de oprichting komen en als je het touwtje door een lagere ring haalt zal het de hals juist meer laten zakken. Ook kun je het touwtje tussen de voorbenen bevestigen. Het paard moet dan de hals nog meer laten zakken met als gevolg dat het de buikspieren aanspant waardoor de rug op zal bollen. Dit heeft weer tot gevolgd dat het

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 69

Page 70: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

achterbeen beter zal ondertreden waardoor het paard soepele en losser door het lijf zal gaan lopen. Wanneer het paard sterker wordt en losser door het lijf gaat lopen zal dit het rijden in positieve zin beïnvloeden. Opdrachten1. Noem alle soorten hulpteugels die je kan gebruiken bij het longeren.

2. Wat is het nadeel van rubber/elastiek aan een bijzetteugel?

3. Met welke hulpteugel kun je het makkelijkst longeren? Waarom?

8.3 Beenbescherming

Bij het longeren is het belangrijk om het paardenbeen goed te beschermen. Werkbandages ondersteunen de pezen bij arbeid in een zware bodem, beenbeschermers beschermen de benen tegen het strijken. Springschoenen kun je ook gebruiken bij het longeren, deze voorkomt het aftrappen van ijzer, of hoefbal beschadigingen.

8.4 Longeercirkel

Meestal wordt er gelongeerd in een binnen of buitenrijbaan, hierdoor kun je tegen een aantal problemen aanlopen. Het paard loopt aan de longe over het algemeen op een cirkel, terwijl de baan langwerpig is. De hoefslag die ontstaat in de bodem van de rijbaan door het longeren, is hinderlijk voor andere ruiters en het geeft extra werk om de bodem weer te egaliseren. Daarnaast is het vooral met jonge paarden en bij het leren longeren, dat het paard uit de cirkel kan breken als het niet door een omheining wordt opgesloten. Daarom is het verstandig om de cirkel af te zetten. Een cirkel kan je afzetten met staanders en hindernispalen, prikpaaltjes met schriklint, met strobalen etc. Een cirkel met een doorsnede van 16 meter is goed, een te kleine cirkel kan overbelasting van het paard veroorzaken, een te grote cirkel geeft te weinig controle over het paard.

Opdrachten1. Waarom is het belangrijk om het paardbeen/voet goed te

beschermen tijdens het longeren?

2a. Waarom is het belangrijk om een cirkel af te zetten voordat je gaat longeren?

2b. Beschrijf de nadelen van een te kleine longeercirkel?

2c. Beschrijf de nadelen van een te grote longeercirkel?

8.5 Hulpen

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 70

Page 71: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Hulpen zijn, in logisch verband met het wezen van het paard, door de mens uitgedachte tekens, die het paard moeten worden aangeleerd.

Houding van de longeerder

De longeerder staat ontspannen, rechtop, met het gezicht naar het paard toe en de ellebogen hangend langs het lichaam. De longeerder moet altijd de indruk wekken, dat hij het paard van zich afdrijft en alleen in noodgevallen mag hij achteruit lopen.De beste manier om te staan is zo dat de buitenvoet voorlangs de binnenvoet stapt, waarbij de binnenvoet op de plaats blijft. Hangt de longe te los, doordat het paard naar binnen valt, dan wordt de hand waarin men de longe vasthoudt naar achteren gebracht, langs het lichaam en niet voor de buik. De longe en de onderarm zijn samen één rechte lijn. Van de hand wordt een gesloten vuist gemaakt, die je rechtop houdt. Het contact met de mond van het paard mag niet verbroken worden. Ook mag er niet streng ingewerkt worden. Daarom is het belangrijk dat je met de hand meegaat met de beweging (de hand moet een gevende indruk maken). In de andere hand houd je de zweep vast. De onderarm wordt iets omhoog gehouden, zodat de zweep altijd schuin omhoog gericht is. Anders wordt de zweep te zwaar. Houd je bovenste vingers ontspannen en neem de zweep los en gemakkelijk in de hand, anders wordt je moe in je arm.

Zweephand en de longehand

De zweephand heeft alles te maken met de longehand. Wordt het paard linksom gelongeerd, dan houdt de ruiter de longe in de linkerhand en de zweep in de rechterhand en rechtsom is het omgekeerd. De longehand moet als het ware aan de mond van het paard geplakt worden (dit wordt het contact genoemd). Dreigt het contact verloren te gaan (bijv. omdat het paard binnendoor loopt), dan wordt de longehand naar achteren gebracht, richting de heup of achter de heup. De andere hand met de zweep drijft het paard dan weer naar buiten en vult het gat met de longeerring weer op. De samenwerking tussen longehand en zweephand is als volgt uit te leggen: het contact met de longehand vermindert en de zweephand zorgt weer voor een lichte druk in de longehand.

De stemhulp

Bij het longeren kan de stem een zeer belangrijk hulpmiddel zijn. De stem kan aanmoedigend, rustgevend, bestraffend of dringend klinken. Paarden zijn erg gevoelig voor geluiden. Door alleen maar de stem hard te laten klinken krijg het paard al een behoorlijke bestraffing. Steeds onafgebroken stemhulpen geven of klikken met de tong is niet goed, omdat het paard dan afstompt op die hulpen, ook op het moment dat de stemhulp wel van belang is.

De zweep

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 71

Page 72: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

De stemhulpen kunnen ondersteund worden door de zweep. Met de zweep kan een paard dat binnendoor loopt naar buiten worden gedreven en het tempo wordt met de zweep regelmatig gehouden, zonder dat het paard wordt opgejaagd.

De plaats van de longeerder

Alleen bij de eerste keren kan je op een kleine cirkel meelopen, daarna blijf je zoveel mogelijk op het midden van de cirkel staan. Bij teveel lopen wordt het longeren veel onrustiger. Tevens zie je vaak dat de druk van de lijn afloopt en dat de plaats van de cirkel verandert. Je staat dus hoofdzakelijk stil in het midden van de cirkel iets achter de schouder van je paard als je het paard voorwaarts wilt laten bewegen. Je zweep wijst op het zelfde moment iets achter de achterhand in horizontale positie. Om je paard af te remmen beweeg je jezelf iets naar voren ter hoogte van de schouder van je paard. Tegelijkertijd laat je de zweep zakken en neemt hem eventueel iets weg van je paard. Als je het paard wil laten stoppen beweeg je jezelf voor de schouder van je paard en wijs je met je zweep iets voor het hoofd of de voorbenen van het paard.

Een paard reageert bij een rustige ruiter anders dan bij een nerveuze ruiter, ook al lijken de hulpen die ze geven op elkaar. En ook bij longeren geldt; de beste hulpen zijn onzichtbare hulpen.

Opdrachten1a. Welke houding neemt de longeerder aan?

1b. Op welke manier kan de longeerder het beste staan?

2a. Wat wordt er verstaan onder de samenwerking tussen longehand en zweephand?

2b. Welke hulpen geef je tijdens het longeren met de zweephand?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 72

Page 73: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2c. Op welke manier laat je het paard afremmen aan de longe?

2d. Op welke manier laat je het paard voorwaarts bewegen aan de longe?4. Maak de zin af:

De beste hulpen zijn … hulpen.

8.6 De gangen

Om een paard op de goede manier te trainen, is het belangrijk dat de longeerder op de hoogte is van het bewegingsmechanisme van het paard. De beenzetting in diverse gangen van het paard worden onderscheiden. De diagonaal wordt genoemd naar het voorbeen, dat tot die diagonaal behoor. Het diagonaal benenpaar ‘rechtervoorbeen en linkerachterbeen’, noem je dus de rechterdiagonaal.

* unipedaal = één been op de grond * diagonaal = een linker- of rechterdiagonaal benenpaar op de grond* lateraal = twee linker- of twee rechterbenen op de grond* tripedaal = drie benen op de grond

Stap

De stap is een gang in vier tempi, dat betekent dat alle 4 benen afzonderlijk van elkaar worden opgetild en neergezet. In een goede arbeidsstap stapt het paard met achterhoeven over de afdruk van de voorhoeven heen waarbij de benen een vlijtige beweging vertoont.

staart hoofd

1. ○ - - - - - ● Het linkerachterbeen is opgelicht, tripedale ondersteuning.

● - - - - - ●

2. ○ - - - - - ○ Het linkervoorbeen wordt opgelicht, laterale ondersteuning.

● - - - - - ●

3. ● - - - - - ○ Het linkerachterbeen wordt neergezet, tripedale ondersteuning.

● - - - - - ●

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 73

Page 74: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

4. ● - - - - - ○ Het rechterachterbeen wordt opgelicht, diagonale ondersteuning.

○ - - - - - ●

5. ● - - - - - ● Het linkervoorbeen wordt neergezet, tripedale ondersteuning.

○ - - - - - ●

6. ● - - - - - ● Het rechtervoorbeen wordt opgelicht, laterale ondersteuning.

○ - - - - - ○

7. ● - - - - - ● Het rechterachterbeen wordt neergezet, tripedale ondersteuning.

● - - - - - ○

8. ○ - - - - - ● Het linkerachterbeen wordt opgelicht, diagonale ondersteuning.

● - - - - - ○

9. ○ - - - - - ● Het rechtervoorbeen wordt neergezet, tripedale ondersteuning.

● - - - - - ●

De stap is een voortdurende afwisseling van laterale, tripeda le, diagonale en tripedale ondersteuning.

In dit filmpje wordt de juist takt in de stap toegelicht

http://provisioning.ontwikkelcentrum.nl/objects//OC-33075-4-4d/OC-33075-4-4d.html

Draf

De draf is een gang in twee tempi, deze twee tempi worden gescheiden door een zweefmoment. De diagonale benen worden gelijkmatig opgelicht en weer neergezet. Tussen het oplichten van het ene diagonale paar en het neerzetten van het andere ligt het zweefmoment, waarbij alle vier de

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 74

Page 75: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

benen van de grond zijn. De draf wordt beoordeeld naar de totaalindruk, de regelmaat van de beweging en de veerkracht van het paard. Ook is het belangrijk dat het paard hetzelfde ritme houdt en zijn evenwicht kan bewaren, dat betekent dat hij in balans loopt. In een goede draf treden de achterbenen voldoende over.

1. ○ - - - - - ○ Zweefmoment

○ - - - - - ○

2. ● - - - - - ○ Rechterdiagonaal wordt neergezet diagonale ondersteuning 1e tempo

○ - - - - - ●

3. ○ - - - - - ○ Zweefmoment

○ - - - - - ○

4. ○ - - - - - ● Linkerdiagonaal wordt neergezet diagonale ondersteuning 2e tempo

● - - - - - ○

5. ○ - - - - - ○ Zweefmoment

○ - - - - - ○

In het onderstaande filmpje wordt de takt van de draf toegelicht

http://provisioning.ontwikkelcentrum.nl/objects//OC-33075-4-5d/OC-33075-4-5d.html

Galop

De galop is een gang in drie tempi met een zweefmoment. Bij de galop onderscheiden we de galop rechts en de galop links, naarmate bij het neerzetten de beide rechter- of de beide linkerbenen voor de nevenbenen worden geplaatst. Als de diagonale benen voor hun nevenbenen worden geplaatst, dan noemen we de galop overkruist. Een goede galop is voldoende ruim en gedragen, het vertoond een duidelijk zweefmoment en het paard galoppeert als het ware bergopwaarts. We kennen in de rijkunst ook nog de zogenaamde contragalop. Het paard galoppeert dan op de rechterhand links en op de linkerhand rechts. Aan de houding, de buiging

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 75

Page 76: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

en de gewichtsverdeling worden dan echter wel speciale eisen gesteld, ze moeten rijkunstig juist zijn.

In de rechtergalop gaat het oplichten en neerzetten van de benen na het zweefmoment in deze volgorde: linksachter, linkerdiagonaal (linksvoor + rechtsachter), rechtsvoor en daarna volgt het zweefmoment.

1. ○ - - - - - ○ Zweefmoment ○ - - - - - ○

2. ● - - - - - ○ Linkerachterbeen wordt neergezet unipedale ondersteuning

○ - - - - - ○ (1e tempo)

3. ● - - - - - ● Linkerdiagonaal wordt neergezet tripedale ondersteuning

● - - - - - ○ (2e tempo)

4. ○ - - - - - ● Linkerachterbeen wordt opgelicht diagonale ondersteuning

● - - - - - ○

5. ○ - - - - - ● Rechtervoorbeen wordt neergezet tripedale ondersteuning

● - - - - - ● (3e tempo)

6. ○ - - - - - ○ Linkerdiagonaal wordt opgelicht unipedale ondersteuning

○ - - - - - ●

7. ○ - - - - - ○ Rechtervoorbeen wordt opgelichtzweefmoment

○ - - - - - ○

Zoals gezegd is de galop een drie tempi gang. Wordt de galop uitgestrekt tot rengalop, dan vindt de beweging plaats in vier tempi. De linkerdiagonaal in de rechtergalop wordt niet meer gelijk neergezet, maar het rechterachterbeen raakt de grond eerder dan het linkervoorbeen. De

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 76

Page 77: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

voortstuwende kracht wordt meer gezamenlijk ontwikkeld door beide achterbenen.

In het onderstaande filmpje wordt de takt van de galop toegelicht.

http://provisioning.ontwikkelcentrum.nl/objects//OC-33075-4-6d/OC-33075-4-6d.html

opdrachten1. Waarom moet je als longeerder het bewegingsmechanisme van het

paard kennen?

2. De stap noemen we een 4 tempi, wat wordt daar mee bedoeld?

3. Bij de stap en galop is er sprake van een zweefmoment. Wat is dat?

4a. Wanneer spreken we van een unipedale ondersteuning?

4b. Wat wordt er met een laterale ondersteuning bedoelt?

4c. Wat wordt er met een tripedale ondersteuning bedoelt?

8.7 Licht bijzetten

Als je een paard voor het eerst longeert, dan is het verstandig om zonder hulpteugels te beginnen. Als het paard zich meer gaat ontspannen en de longeerder heeft meer controle over het paard dan kan het paard ‘bijgezet’ worden met een hulpteugel. Doordat het paard is bijgezet heb je nu ook invloed op de houding van het paard. Jonge paarden en paarden die nog nooit eerder met een bijzet zijn gelongeerd, worden eerst lang en laag bijgezet. Een paard is goed bijgezet als hij recht door de hals en over de rug loopt. De neus van het paard moet altijd voor de loodlijn blijven. Wanneer een paard te diep gaat of achter de loodlijn gaat lopen, wordt de schoudervrijheid belemmerd.

De manier van bijzetten is afhankelijk van:

1. De leeftijd 2. De graad van africhting (groen paard --> wedstrijdpaard)3. De bouw van het paard (een paard met een hoge halsaanzet en een

diepe rug wordt lager bijgezet)4. De natuurlijke souplesse van het paard5. Het vakmanschap van de longeerder (gedeeltelijk)

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 77

Page 78: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Opdrachten1. Waarom is het verstandig om zonder hulpteugels te beginnen als je

het paard voor het eerst longeert?

2. Hoe zet je jonge paarden bij?

3. De manier van bijzetten is afhankelijk van 5 dingen. Benoem deze.

8.8 Warming up – cooling down

Ook bij het longeren is het belangrijk dat het paard een goed warming up krijgt vooraf het echte werk begint. Naderhand heeft een paard ook een goede cooling down nodig, om blessures/spierpijn te voorkomen.

Warming up

De warming-up duurt ongeveer 10 minuten. Je begint met een rustige, ontspannen en ritmische arbeid. De temperatuur stijgt en er treedt een betere doorbloeding op naar de spierweefsels, waardoor het paard minder blessuregevoelig wordt. Het reactievermogen versnelt en de stofwisseling verbeterd. Daarna begin je met het inlassen van korte perioden waarbij het paard oefeningen uitvoert waarbij het paard steeds meer belast wordt. Na inspanning moet het paard wel de kans krijgen om op adem te komen.

Daarna begint men korte perioden oefeningen in te lassen waarbij het paard steeds meer belast moet worden. Geef het dier na enige inspanning wel de kans op weer op adem te komen. Oefeningen zoals fanatiek draven en galopperen, heuveltrainingen, maar ook dressuurmatig zwaardere oefeningen (achterwaarts, schouderbinnenwaarts) zijn hiervan voorbeelden. Daarna gaat men over op duurtraining, waarbij er minder intensief belast wordt, maar de tijd van werken wel langer wordt. Afhankelijk van de getraindheid van het paard kan men langer of intensiever oefenen.

Cooling down

Na afloop van een training is het van belang dat het paard goed wordt uitgereden in een "sukkel drafje" of in stap. Zorg er tevens voor dat het paard niet te snel afkoelt. Hierdoor kan spierpijn ontstaan. Een goede cooling down en verzorging na het rijden zijn alweer de warming-up voor de volgende training.

Opdrachten1. Waarom is een warming up belangrijk?De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 78

Page 79: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

2. Waarom is een cooling down belangrijk?9: Transport

Paarden worden regelmatig vervoerd. Bijvoorbeeld voor wedstrijden. Meestal wordt hiervoor gebruik gemaakt van een auto met een trailer. De chauffeur, bijrijder of begeleider zijn de ‘reisleiders’ bij het transport. Het is dus ook belangrijk dat je tijdens het transport de verantwoordelijkheid neemt over zaken die met verzorging, gezondheid en het welzijn van de paarden te maken hebben.

9.1 Klaarmaken voor transport

Wanneer je het paard gaat klaarmaken voor transport zorg je dat het een stevige halster om heeft met daaraan een stevig touw. Aan het kopstuk van het halster kan eventueel een hoofdbeschermer worden bevestigd. De benen kunnen worden beschermd met reisbandages (tot over de kroonrand) en/of transportbeschermers. Verder beschermingsmiddelen zijn springschoenen, knielappen en sprong of hakbeschermers. De staart kan worden beschermd door een staartkoker of een staartbandage (niet te strak). Of je het paard wel of geen deken moet opleggen, hangt af van de temperatuur. Denk eraan dat het paard tijdens transport niet op scherp mag staan, daarmee wordt bedoelt dat je het paard nooit met kalkoenen/stiften in de trailer mag staan. Dit is natuurlijk om verwondingen te voorkomen. Belangrijk is het om een extra halster en touw mee te nemen op transport. Ook een hoofdstel meenemen kan handig zijn. Wanneer je in een noodsituatie een paard langs de snelweg moet uitladen, is het prettig om een hoofdstel te gebruiken. Dan heb je

namelijk iets meer overwicht op een paard dan met een halster.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 79

Page 80: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Verschillende soorten transportbeschermers.

Opdrachten1. Waarom is het belangrijk om het paard te beschermen tijdens transport?

2. Er zijn veel verschillende manieren om het paard te beschermen tijdens transport. Beschrijf deze manieren en de functie van de manieren in het onderstaand tabel.

Bescherming Functie

3. Waarom is het handig om een hoofdstel mee te nemen als je het paard gaat vervoeren?

9.2 De trailer gereed maken

Voordat je het paard in de trailer zet is het belangrijk dat je alle ‘materialen’ vooraf klaar zet.

Aankoppelen van de trailer

Hieronder volgt een stappenplan voor het aankoppelen van de trailer:

- De kogel van de trekhaak is ingevet- Breng de koppeling boven de trekhaak- Zet de trailer op de handrem- Draai het wieltje in, zodat de koppeling over de kogel (trekhaak) valt- Indien nodig trek je het wieltje omhoog en draai hem extra vast- Breng de losbreekkabel aan. Deze kabel zorgt ervoor dat je trailer

remt als hij per ongeluk losschiet van de trekhaak- Doe de stekker in de contactdoos. Laat de kabel niet over de grond

slepen- Haal de handrem van de trailer eraf

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 80

Page 81: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Klaarzetten van de trailer

- Zorg voor voldoende instapruimte achter de trailer- Open de klep en laat deze aan beide kanten goed steunen op de

grond. Verrijd de combinatie (auto-trailer) indien dit niet lukt of leg een hard voorwerp onder de klep op de plaats waar hij geen steun heeft.

- Open het voordeurtje, zodat je kunt uitstappen als je paard in de trailer staat en om de trailer meer licht te geven. Zo kan het minder angstig worden voor je paard

- Indien je een langere reis gaat maken, kun je ervoor kiezen om een hooinet in de trailer te hangen.

- Maak de achterstangen los, zodat het paard er zich niet aan kan verwonden en zo kan ‘instappen’

- Zet het tussenschot scheef indien nodig- Controleer of er voldoende ventilatie is ten opzicht van de

buitentemperatuur- In het donker, het licht van de auto aanlaten, want dan is het licht

van de trailer ook aan

Opdrachten1. Waarom is het belangrijk dat de losbreekkabel vast zit?

2. De klep moet aan beide kanten goed steunen op de grond. Waarom?

3. Wat kan je doen als je een langere reis gaat maken met het paard?

4. Waarom kan je in het donker het beste de autolampen aanlaten wanneer je het paard gaat uitladen?

9.3 Inladen

Het is prettig als een paard gemakkelijk de trailer of veewagen in loopt. Belangrijk is het om hier al op jonge leeftijd mee te beginnen. Wanneer de eerste ervaringen positief zijn, zal het jonge paard hier zijn verdere leven plezier van hebben. Wanneer een paard zich slecht laat laden, kan dit komen doordat het paard er weinig ervaring mee heeft of een nare ervaring heeft (gehad). Probeer altijd rustig te blijven en stuur eventuele toeschouwers weg. Zorg bij het laden van een paard waar je eventueel problemen mee verwacht, dat je niet alleen bent.

De plaats van de trailer kan belangrijk zijn, misschien is het mogelijk dicht langs een muur te staan, zodat je aan een kant aanleuning hebt.

Staat het paard in de trailer maak dan direct de achterstang vast, zodat het paard niet meer terug kan. Daarna gaat de laadklep dicht waarbij je moet zorgen dat je naast de klep staat. Dit om te voorkomen dat je onder de klep belandt wanneer het paard onverwachts naar achteren komt.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 81

Page 82: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Wanneer de klep dicht is, kun je het paard vastzetten. Het paard moet genoeg halsruimte hebben om zijn evenwicht te kunnen bewaren en het touw mag niet te lang zijn, omdat hij zich dan kan klemzetten. Om verveling tegen te gaan kan je een hooinet ophangen, hand deze niet te laag, want dan kan het paard er met zijn been in vast komen te zitten.

Inlaadmethodes

Er zijn verschillende methodes op een paard in de trailer te krijgen. Hieronder de drie meest voorkomende methodes:

1. Voor je paard lopen en in de trailer leiden2. Je paard met licht druk van achter, in de trailer leiden3. Je paard zelf in laten stappen

Voor je paard lopen en in de trailer leiden

Het nadeel van deze methode is dat je zelf bij je paard in de trailer gaat wat voor gevaarlijke situaties kan zorgen. Vooral wanneer je niet snel genoeg bukt om onder de borststang door te gaan of wanneer je paard in de trailer dreigt te springen. Daarnaast is deze methode moeilijk als je het paard alleen in- en uit moet laden. De voordelen van deze methode is dat het snel gaat en je geeft het paard leiding, waardoor je veel onzekerheid bij het paard wegneemt. Deze methode wordt het meest gebruikt.

Je paard met lichte druk van achter, in de trailer leiden

De voordelen van deze methode zijn dat je direct de bilstang kan sluiten en je blijft zelf veilig buiten de trailer. Daarnaast is deze methode erg makkelijk als je alleen het paard moet in- en uit laden. Echter zitten er ook nadelen aan deze methode, een onzeker of juist een dominant paard is in ongewone situaties niet snel te laden. Het touw dat vast zit aan het halster komt snel onder het paard en bij het uitladen is het lastig om het touw weer in de juiste positie te krijgen. Deze methode gebruiken mensen vaak als ze twee paarden gaan inladen, het eerste paard staat er al in waardoor er weinig ruimte is om met het paard mee te lopen. Dan is deze methode, mits het paard dit snapt, een goede oplossing.

Je paard zelf in laten stappen

Deze methode wordt het minst gebruikt. Het kost namelijk veel tijd om het aan te

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 82

Page 83: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

leren en een dominant paard is in ongewone situaties minder/niet te laden. Een voordeel van deze methode is dat het makkelijk is om alleen in- en uit te laden en je blijft daarbij veilig buiten de trailer.

9.4 Uitladen

Bij het uitladen moet je altijd eerst het paard losmaken voordat je de achterstang verwijdert. Daarna leid je het paard rustig naar achter de klep af. Let erop dat het paard niet naast de klep stapt, dit kan vervelende blessures geven. Wanneer het paard op een veewagen staat, kan het meestal vooruit van de klep af lopen. Pas dan wel op dat het paard niet met een grote sprong op je nek belandt.

Opdrachten1a. Wanneer zet je het paard vast?

1b. Waarom mag je het paard niet te kort of te lang vastzetten in de trailer?

2a. Er zijn verschillende methodes om een paard op de trailer te krijgen. Welke?

2b. Schrijf van de bovenstaande methodes een voor- en nadeel op in het onderstaande tabel.

Methode Voordeel Nadeel

3. Hoe laad je het paard uit? Leg dit stap voor stap uit.

9.5 Regels

Niet iedereen mag met een willekeurige auto een trailer trekken of een vrachtwagen rijden. Dit is aan de regels gebonden en die zijn in de wet vastgelegd.

Rijbewijs

Veel bestuurder weten niet precies wanneer een E rijbewijs vereist is (een E rijbewijs geeft toestemming om met trailer te mogen rijden). Met een B rijbewijs (auto) mag je een trailer trekken tot 750 kg, ledig (lege trailer) gewicht plus laadvermogen. Zwaardere trailers mogen ook, maar dan moet het ledige gewicht van de auto hoger zijn dan het ledige gewicht plus het laadvermogen van de trailer, terwijl het totale gewicht van de De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 83

Page 84: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

combinatie niet meer dan 3500 kg mag bedragen. In de praktijk kom het dus erop neer dat je voor een combinatie altijd een rijbewijs BE nodig hebt!

Belading

Bij elk type auto geldt een maximum gewicht dat mag worden getrokken. Op deel 1 van het kentekenbewijs van alle auto’s waarvan het kenteken is afgegeven na 1998 staan de trekgegevens vermeld. Let op, dit verschilt dus per auto!

Weggedrag

De trailer moet onder alle omstandigheden het trekkende voertuig goed blijven volgen. De maximale snelheid in Nederland is 90 km/per uur, indien deze snelheid natuurlijk is toegestaan op de desbetreffende weg. Blijf zoveel mogelijk rechts rijden om hinderlijke luchtverplaatsing zo mogelijk te voorkomen wanneer je wordt ingehaald door vrachtverkeer. Veel ongelukken met trailers zijn te wijten aan over belading, stuurfouten en een te lichte auto voor de trailer.Politiecontrole

Als je aangehouden wordt voor een politiecontrole is het belangrijk dat je de volgende documenten bij je hebt:

- Rijbewijs (juiste categorie)- Kentekenbewijs van het trekkende voertuig (auto)- Aanvullingsblad (daaruit blijkt de bevoegdheid dat de auto de trailer

mag trekken)- Registratiebewijs van de trailer (boven de 750 kg)- Eventueel een APK-keuring van de auto

Daarnaast is het belangrijk dat je altijd het paardenpaspoort van het desbetreffende paard mee is op reis. Bij het vervoeren van paarden moeten deze gechipt zijn, vaccinaties zijn niet verplicht voor paarden die vervoerd worden.

Opdrachten1. Mag je met een trailer rijden als je net je B rijbewijs hebt gehaald? Waarom?

2. Waar kun je zien hoeveel gewicht een auto mag trekken?

3. Wat is de maximale snelheid die je met de trailer mag rijden?

4. Waarom moet je zoveel mogelijk rechts blijven rijden als je met een trailer rijd?

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 84

Page 85: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

5. Welke documenten moet je bij je hebben als je gecontroleerd wordt door de politie? Noem er 6.

6. Maak de zin af:Bij het vervoeren van paarden moeten de paarden … zijn, … zijn niet verplicht.

9.6 Hulpverlening

Als je op reis gaat met het paard, zorg je ervoor dat je altijd extra spullen bij je hebt voor noodgevallen. Denk hierbij aan een scherp mes, extra halster, hoofdstel en een longeerlijn kan veel nut hebben.

Wanneer je bij een ongeval betrokken bent, bel dan onmiddellijk alarmnummer 112 en zeg wat je aan hulp nodig hebt (dierenarts, ambulance etc.). Geef duidelijk plaatsaanduiding aan met een hectometerpaal. Denk aan je eigen veiligheid. Ga nooit zomaar een trailer of vrachtwagen in. Zorg dat het paard rustig blijft en houd mensen op een afstand. Maak alleen het halstertouw los. Als het paard ligt, belet het paard om op te staan door op de nek te gaan zitten. Schat de situatie goed in. Als je eigen veiligheid in gevaar komt, ga dan niet naar binnen, maar laat de klep dicht. Het paard zal in een stress situatie alleen willen vluchten, dus wees voorbereid op totaal ander gedrag dan thuis.

Wanneer je pech krijgt met de auto, probeer dan een parkeerplaats te bereiken. Wanneer dit niet lukt, rijd je zoveel mogelijk naar rechts en doe de alarmverlichting aan. Pas op voor een zachte berm.

Opdrachten1. Wat voor extra spullen neem je mee als je op reis gaat met het paard?

2. Wat doe je als je autopech onderweg krijgt?

3. Beschrijf stap voor stap wat je doet als je paard valt, doordat je betrokken bent bij een ongeval.

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 85

Page 86: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Verklarende woordenlijstAmmoniak: Sterk ruikend gas, dat vrijkomt bij (ontleding) van mest

Boeg: Schoudergewricht, voor- buitenkant van de borst

Cadans: Regelmatig ritme, het juiste ritmeCarrosseriebouw: Koetswerk van een voertuigCatch-driver: Jockey, draf en ren sportChambrière: LongeerzweepCommissionairs: Persoon/bedrijf die in opdracht van een ander inkoopt

Domesticatie: Tot huisdier maken van een wilde diersoort door de mens

Endurance: Binnen vastgestelde tijd een bepaalde afstand afleggen.

Gemoedsstand: Hoe het paard zich ‘innerlijk’ voeltGraadmeter: Iets waarmee je de waarde van iets bepaalt

Homeopathie: Alternatieve geneeswijze

Karbijn: Haak met scharnierende klep, die de haakopening afsluit

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 86

Page 87: 1 Poetsen - Wikiwijs · Web viewJe houdt het paard niet te lang of te kort vast - goed is ongeveer 30 cm. vanaf het halster- en zeker niet aan het halster! Zorg dat het paard niet

Ledematen: Delen van het lichaam, benenLendenen: Laatste deel van de rug voor het kruis

Military: Samengestelde wedstrijd, dressuur, springen en crossMusketon: Haakje met veer als sluiting

Oorschelp: Deel van het oor dat aan de buitenkant van het hoofd zit

Rangorde: Volgorde op grond van rang

Schoft drukkingen: Drukplekken op de schoftSelectief: Uitkiezen, kieskeurigStrijken: Kogels van de benen die tegen elkaar aan komen

tijdens het lopen

Temperament: Aangeboren deel dat het paard ertoe brengt op bepaalde dingen te reageren

Verhemelte: Bovenste deel van de binnenkant van de mond

De Groene Welle, verzorging van het paard, G. Schuurmans Pagina 87