1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

11
Silke Adriaensens (0495/47.60.59) Mevrouw Deknopper 1 LKO AOG2 PP1lj 2011-2012 Student Adriaensens Silke Module- begeleide r Mevr. Deknopper Module van Meneer Dewitte Stageklas Eerste leerjaar Stageschool Poelbos Lestype: actieve leervoormiddag Datum 1 maart Thema architectuur Uur 8u45-10u25 Aantal kls Max.5 Onderwerp: leergebied, domein, evt. techniek, titel activiteit Taal, Nederlands, luisteren, gedicht voorlezen Dominante doelstellingen: LEERPLAN: OVSG Nederlands - De lln kunnen genieten van poëzie. - De lln kunnen een beeld vormen bij een gedicht en dit op papier weergeven. (SCHR- DV-D5-2.4) (A) Beginsituatie Kenmerken van de kls: 8 minder sterke kinderen 17 sterke kinderen Allemaal Nederlandstalig Kenmerken van de activiteit: Het is de eerste keer dat de kls dit gedicht horen. Zij weten wel waarom we dit gedicht lezen en kennen het verhaal dat voor het gedicht werd gespeeld. Kenmerken van de ruimte: De activiteit vindt plaats in de de klas in een kring rond een tafel. Informatie en vakkennis / geraadpleegde bronnen: - LEERPLAN: OVSG Nederlands - eigen inspiratie - hulp van Yente Depaepe, Tinke Van Hove, Melissa Goossens, Nikki Verhas (projectgroep) - hulp van mevrouw Deknopper (modulebegeleider) - hulp van mevrouw Baeck Didactisch materiaal: - papier - kleurpotloden, - stiften - eventueel wasco’s Klasschikking: AL_lesontwerp vervolgactiviteit EhB Pagina 1 1

description

lesvoorbereiding vervolgactiviteit: gedicht

Transcript of 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Page 1: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

Student

Adriaensens Silke Module-begeleider

Mevr. Deknopper

Module van Meneer Dewitte Stageklas Eerste leerjaarStageschool Poelbos Lestype: actieve leervoormiddagDatum 1 maart Thema architectuurUur 8u45-10u25 Aantal kls Max.5

Onderwerp: leergebied, domein, evt. techniek, titel activiteit Taal, Nederlands, luisteren, gedicht voorlezen

Dominante doelstellingen:

LEERPLAN: OVSG Nederlands

- De lln kunnen genieten van poëzie.- De lln kunnen een beeld vormen bij een gedicht en dit op papier weergeven. (SCHR-DV-D5-2.4) (A)

BeginsituatieKenmerken van de kls: 8 minder sterke kinderen17 sterke kinderenAllemaal Nederlandstalig

Kenmerken van de activiteit: Het is de eerste keer dat de kls dit gedicht horen. Zij weten wel waarom we dit gedicht lezen en kennen het verhaal dat voor het gedicht werd gespeeld.

Kenmerken van de ruimte: De activiteit vindt plaats in de de klas in een kring rond een tafel.

Informatie en vakkennis / geraadpleegde bronnen:

- LEERPLAN: OVSG Nederlands- eigen inspiratie- hulp van Yente Depaepe, Tinke Van Hove, Melissa Goossens, Nikki Verhas (projectgroep)- hulp van mevrouw Deknopper (modulebegeleider)- hulp van mevrouw Baeck

Didactisch materiaal:- papier- kleurpotloden,- stiften- eventueel wasco’s

Klasschikking: LK = leerkrachtLL= leerling

Voor de mentor: Algemene bedenkingen bij de voorbereiding:

Handtekening van de mentor Handtekening van de vaklector / pedagoog

AL_lesontwerp vervolgactiviteit EhB Pagina 11

LK

kl

kl

kl

kl

kl

Page 2: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

Structuur verhaal Activiteiten van de KL en de kls Doelstellingen

1. Sfeerschepping Kuiken heeft idee voor gedicht ‘ oei oei oei een gedicht maken is helemaal niet gemakkelijk hé?’ zegt kabouter Tuur.

‘En dan moeten we dat nog kunnen onthouden ook?’ zegt kabouter Tuur.‘Oh maar… misschien kunnen we aan de hand van foto’s een gedicht maken.’ Zegt kabouter Tuur,‘Zo kunnen we dan beter onthouden wat we moeten zeggen.’‘Zullen we eens kijken naar de foto’s?’ vraagt kabouter Tuur.

O.D. Nederlands, Domein Spreken 2.6: de kls antwoorden op gerichte vragen in verband met betekenis, inhoud, bedoeling, mening in concrete situaties.

2. Verhaal voorlezen 2.1 Voorstelling foto’s ‘Kijk… dit zijn verschillende kamers.’ Zegt kabouter Tuur.

‘Want in een kamer voel ik mij altijd anders… jullie ook?’zegt kabouter Tuur.‘Ik voel mij altijd heel bang in een zwarte en donkere kamer…’zegt kabouter Tuur, ‘dat doet mij denken aan het donker en de nacht en ik heb schrik in het donker.’‘Wat voelen jullie bij deze prent?’ vraagt kabouter Tuur.

Kabouter Tuur bespreekt zo gevoelens bij de kamers met de kinderen.Begeleiding:- Hoe voel jij je bij deze kamer? Zou je zo een slaapkamer willen hebben?- Waarom heb je dat gevoel?- Hoe zou jij deze slaapkamer veranderen?…Na de bespreking vertelt kabouter Tuur dat er in een gedicht ook gevoelens kunnen voorkomen.Kabouter Tuur zegt dat hij een gedichtje meeheeft en dat elke leerling een tekening mag maken bij een stukje van het gedicht. Een tekening met gevoel. Zo kunnen de tekeningen ons helpen om het gedicht voor te brengen.

- LL kunnen hun gevoel bij een prent omschrijven.- LL kunnen een mondelinge boodschap begrijpen en toepassen.- LL kunnen luisteren naar elkaar.

2.2 gedicht voorlezen KrakDeed het huis van kabouter TuurEn zijn paddenstoel brak

SnikZei kabouter TuurWie doet nu zoiets…Wat een stouterik!

Grr…mijn huis is stuk

- LL kunnen luisteren naar het gedicht.- LL beleven plezier aan het luisteren naar een gedicht.- LL denken na over de gevoelens bij het gedicht.

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhBPagina 2

Page 3: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

en de dader is gaan lopenNu moet ik een nieuwe kopen

JoepieMijn vrienden gaan mij helpenWat heb ik toch geluk Mijn dag kan niet meer stuk!

3. Nagesprek 3.1 Verhaalvragen / Reconstructievragen

LK “Vonden jullie het een mooi gedicht?”LK “Welke gevoelens hadden jullie tijdens het gedicht?”LK “Waarom heb jij die tekening gemaakt?”LK “Wat staat er op jouw tekening?”…

O.D. Nederlands, Domein Spreken 2.6: de LL antwoorden op vragen in verband met de inhoud en de ervaringen van het gedicht.

3.2 Belevingsvragen LK “Zijn jullie ook soms verdrietig als jullie een droevig gedicht horen?”LK “Zijn jullie soms verdrietig als je in een speciale kamer komt?”LK “In welke kamer voel je je blij?”LK “Voel je je soms boos als je een prent ziet?”LK “Waarom?”…

O.D. Nederlands, Domein Spreken 2.2: De LL verwoorden hun eigen ervaringen.

4. Afronding Zullen we ons gedicht nog wat inoefen zodat we het straks kunnen voorbrengen voor de anderen?

Leerlingen kunnen tonen aan anderen wat zij gemaakt hebben.

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhBPagina 3

Page 4: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhB Pagina 4

Page 5: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhB Pagina 5

Page 6: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhB Pagina 6

Page 7: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhB Pagina 7

Page 8: 1 lko 1112_al_opdracht2_adriaensens_silke

Silke Adriaensens (0495/47.60.59)Mevrouw Deknopper

1 LKO AOG2 PP1lj2011-2012

AL_lesontwerp vervolgactiviteit ehb EhB Pagina 8