1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is...

38
Infographics Ruimterapport 2018 www.ruimterapport.be

Transcript of 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is...

Page 1: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

InfographicsRuimterapport 2018

www.ruimterapport.beinwoners

hoofdgebouwen

kernbebouwing

10% oppervlakte137 000 ha

13 000 kmlint

153 000gebouwen

lintbebouwing verspreide bebouwing

69%

57% 29% 12% 2%overig

25% 6%

verharding

variatie functies

51% 40% 32%

verstedelijkt gebied

oppervlakte

inwoners

hoofdgebouwen

activiteitsgraad

ruimtebeslag

verharding

randstedelijk gebied landelijk gebied

7%

40%

30%

85%

hoog

50% 25% 10%

61% 23%

laag laag

22% 48%

20% 40%

13% 80%

Om de ruimtelijke staat van Vlaanderen te bekijken, maken we een onderscheid in drie structuren van bebouwing. Opvallend is dat we binnen kernen en verspreide bebouwing diverse functies door elkaar aantreffen. Linten daarentegen zijn vaak monofunctioneel.

Om de ruimtelijke staat van Vlaanderen te bekijken, maken we een onderscheid in drie type gebieden. In Vlaanderen is er weinig verstedelijkt gebied. Tegelijkertijd is er overal veel bebouwing, ook in landelijk gebied.

activiteitsgraad =

bevolkingsdichtheid en

tewerkstelling

1. KERNBEGRIPPEN

inwoners

hoofdgebouwen

kernbebouwing

10% oppervlakte137 000 ha

13 000 kmlint

153 000gebouwen

lintbebouwing verspreide bebouwing

69%

57% 29% 12% 2%overig

25% 6%

verharding

variatie functies

51% 40% 32%

verstedelijkt gebied

oppervlakte

inwoners

hoofdgebouwen

activiteitsgraad

ruimtebeslag

verharding

randstedelijk gebied landelijk gebied

7%

40%

30%

85%

hoog

50% 25% 10%

61% 23%

laag laag

22% 48%

20% 40%

13% 80%

Om de ruimtelijke staat van Vlaanderen te bekijken, maken we een onderscheid in drie structuren van bebouwing. Opvallend is dat we binnen kernen en verspreide bebouwing diverse functies door elkaar aantreffen. Linten daarentegen zijn vaak monofunctioneel.

Om de ruimtelijke staat van Vlaanderen te bekijken, maken we een onderscheid in drie type gebieden. In Vlaanderen is er weinig verstedelijkt gebied. Tegelijkertijd is er overal veel bebouwing, ook in landelijk gebied.

activiteitsgraad =

bevolkingsdichtheid en

tewerkstelling

1. KERNBEGRIPPEN

Page 2: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Colofon

Het Ruimterapport 2018 – infographics is een uitgave van het Departement Omgeving en uitgewerkt door het Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA). Een ruimtelijke analyse van Vlaanderen. Brussel: Departement Omgeving

Verantwoordelijke uitgever: Peter Cabus, Departement Omgeving, Koning AlbertII-laan 20, bus 8, 1000 Brussel Redactie: Ann Pisman, Stijn Vanacker, Peter Willems (Departement Omgeving), Guy Engelen, Lien Poelmans (VITO)

Vragen of informatie? www.ruimterapport.be - [email protected] 02 553 83 50

Mits bronvermelding wordt overname van de teksten aangemoedigd. Wijze van citeren: Pisman, A., Vanacker, S., Willems, P., Engelen, G. & Poelmans, L. (Eds.). (2018). Ruimterapport 2018 - Infographics. Brussel: Departement Omgeving

Layout infographics: Karolien Van Dyck, Renate De Martelaere en Hanne Schoolmeesters (Common Ground)

Page 3: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

1. Kernbegrippen

Waarom is deze thematiek relevant?

Het Ruimterapport beschrijft en analyseert de toestand op basis van de beschikbare, meest recente en rele-vante kennis en cijfers. Dit leidde tot 9 hoofdstukken met telkens een eigen invalshoek: kernbegrippen, beleidsinstrumenten, wonen, economie, voorzieningen, mobiliteit, energie, open ruimte en integratie. Om over de verschillende onderwerpen heen op een consistente manier over onze ruimte te kunnen praten, hanteerden we enkele kernbegrippen en typologieën.

Kernbegrippen

Landgebruik is het effectieve gebruik van de grond voor welbepaalde activiteiten of teelten. Bodembedekking is de effectieve fysische bedekking van het land.

Ruimtebeslag is de ruimte die we innemen door onze nederzettingen: huisvesting, commerciële doeleinden,...

Verharding en gebouwen zijn artificiële bedekkingen van de bodem waardoor essentiële ecosysteemfuncties verloren gaan, denk maar aan woningen en wegen.

Typologieën

Verstedelijkte, randstedelijke en landelijke gebieden onderscheiden zich van elkaar op vlak van ruimtebeslag in combinatie met de activiteitsgraad.

Kernen, linten en verspreide bebouwing is een morfologische indeling.

Open ruimte in dit rapport omvat de gebieden die buiten de kernen liggen en niet door ruimtebeslag ingenomen worden. Omdat sommige delen van het ruimtebeslag zoals golfterreinen wel worden meegenomen als open ruimte is dit niet complementair aan ruimtebeslag, en ook niet identiek aan ‘niet-verhard’, ‘zachte bestemmingen’ of buitengebied.

Page 4: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

44%

32%

15%7%

2%

akkerland grasland bos water, moeras, braak, struikgewas

ontginning,recreatie

68,5%

open ruimte in Vlaanderen

huisvestingruimtebeslag van Vlaanderen

waarvan:

pleinen enparkeerterrein

andere onbebouwd

diensten, industriële en commerciële doeleinden

38%

32,5%

14%

recreatieve doeleinden

7%

(spoor-)wegen

18%

9%14%

akkerland

bos

struikgewasbraak water moeras

graslandverhard+10,5%

+6,5%

-13%

-5,5%-2,5% -1,5% -1%

+7,2%

Europees

gemiddelde

wegen, opritten,... huizen andere gebouwen1/3

14,2%

60%

40%

2/3

Vlaanderen heeft een hoog ruimtebeslag. We nemen veel ruimte in om te wonen, te werken en ons te verplaatsen.

In vergelijking met het Europees gemiddelde heeft Vlaanderen veel grasland en verharding, maar weinig bos.

Vlaanderen heeft weinig open ruimte.De open ruimte wordt gedomineerd door akkerland en grasland.

Vlaanderen heeft veel verharding. 2/3 bestaat uit wegen, opritten, terrassen,... en 1/3 is effectief bebouwd.

ruimtebeslag van

Vlaanderen

verharding van

Vlaanderen

Page 5: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

inwoners

hoofdgebouwen

kernbebouwing

10% oppervlakte137 000 ha

13 000 kmlint

153 000gebouwen

lintbebouwing verspreide bebouwing

69%

57% 29% 12% 2%overig

25% 6%

verharding

variatie functies

51% 40% 32%

verstedelijkt gebied

oppervlakte

inwoners

hoofdgebouwen

activiteitsgraad

ruimtebeslag

verharding

randstedelijk gebied landelijk gebied

7%

40%

30%

85%

hoog

50% 25% 10%

61% 23%

laag laag

22% 48%

20% 40%

13% 80%

Om de ruimtelijke staat van Vlaanderen te bekijken, maken we een onderscheid in drie structuren van bebouwing. Opvallend is dat we binnen kernen en verspreide bebouwing diverse functies door elkaar aantreffen. Linten daarentegen zijn vaak monofunctioneel.

Om de ruimtelijke staat van Vlaanderen te bekijken, maken we een onderscheid in drie type gebieden. In Vlaanderen is er weinig verstedelijkt gebied. Tegelijkertijd is er overal veel bebouwing, ook in landelijk gebied.

activiteitsgraad =

bevolkingsdichtheid en

tewerkstelling

1. KERNBEGRIPPEN

Page 6: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).
Page 7: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

2. Beleids- instrumenten

Waarom is deze thematiek relevant?

In Vlaanderen leven ruim zes miljoen mensen op ruim 1.350.000 hectare: per vijf Vlamingen is er dus ongeveer één hectare om te wonen, te werken, te ontspannen, te winkelen, zich te ver-plaatsen, … Omwille van de beperkte oppervlakte die we delen, is het belangrijk om belangen en verwachtingen van de ver-schillende ruimtegebruikers te verzoenen. Maar ook om actief ruimte te voorzien voor wat de maatschappij belangrijk vindt. Vanuit het ruimtelijk beleid en vanuit de maatschappij, worden korte- en lange termijn doelstellingen geformuleerd rond hoe we met onze beperkte ruimte omgaan. Door het inzetten van beleidsinstrumenten, zoals vergunningen, verkavelingen en bestemmingsplannen, kunnen abstracte doelstellingen op het terrein leiden tot concrete acties en realisaties. Ruimtelijke ontwikkelingen worden beperkt, gestimuleerd of verboden. De beleidsinstrumenten stellen de overheden op verschillende beleidsniveaus dus in staat om binnen de ruimte van het grondgebied individuele en maatschappelijke behoeften samen te brengen.

Welke evoluties verwachten we?

Doorheen de tijd ondergaat het instrumentarium continue veranderingen. Deze veranderingen worden aangestuurd door maatschappelijke wijzigingen. Algemeen kunnen we stellen dat de transformaties, zowel in het verleden als nu en in de toe-komst, zich richten op de veranderende rol van de overheden, vergroten van de rechtszekerheid, ruimte voor privaat initiatief, beleidsintegratie, burgerbetrokkenheid en transparantie.

Page 8: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

1994

2017

bos

wonen

landbouw

overig groen

industrie recreatie

766 provinciaal

gemeentelijk

4

756

gewestelijk6stedenbouwkundige

verordeningen

50% goedgekeurd

1 500 aanvragen

766 provinciaal

gemeentelijk

4

756

gewestelijk6stedenbouwkundige

verordeningen

50% goedgekeurd

1 500 aanvragen

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

wonen

landbouw 4%

55%

33%

35%

23%

10%

9%

9%

25%

25% 62%

68%

7% 13% 80%

landbouw wonen natuur

Er is vaak een verschil tussen de bestemmings-categorie en het effectief gebruik. De verschillen zijn het grootst in verstedelijkt gebied. Wellicht omdat daar de verwevenheid van functies groter is.

De grootste bestem-mingscategorieën in Vlaanderen zijn landbouw, wonen en natuur.

Doorheen de tijd veranderen bestem-mingen. Toch blijft de verhouding tussen de categorieën vrij stabiel. Vooral wonen is stabiel gebleven omdat hier rekening werd gehouden met toekomstige groei in de vorm van woon- uitbreidingsgebieden.

De meeste stedenbouw-kundige verordeningen werken op gemeentelijk niveau en geven zo een goed beeld van wat op lokaal niveau belangrijk is: groen, water en parkeren. Ook woonkwaliteit wint aan belang.

bestemd

effectief landgebruik

Zonevreemde bedrijven kunnen via het planologisch attest duidelijkheid krijgen over de mogelijkheden om op hun locatie te blijven en/of uit te breiden.

Page 9: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

75%woningbouw

25%anderestedenbouwkundige

vergunningen

45%nieuwbouw

55%renovatie

kernbebouwing lintbebouwing verspreide bebouwing

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

17%

38%

12%

27%

56%

50%

Het grootste aandeel van verkavelingen ligt in een kern of lint van het landelijk gebied.

Doorheen de tijd is het aantal verkavelingen gestabiliseerd maar is de gemiddelde oppervlakte per kavel afgenomen.

Stedenbouwkundige vergunningen hebben vooral betrekking op woningbouw. Daarbij is er een grote stijging van het aantal renovaties t.o.v. nieuwbouw.

2. BELEIDSINSTRUMENTEN

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

4%

16%

1/3 van de zonevreemde vergunningen is voor nieuwbouw

80%Het grote aantal vergunningen voor zonevreemde woningen houdt verspreide bebouwing in stand.

Page 10: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

3. Van ruimte maken naar omgeving maken

Naast hernieuwbare energie kregen ook andere omgeving gerelateerde thema’s een nadrukkelijkere plaats in het instrumentarium zoals natuur en socio-economische zaken. De verbreding van ruimte naar omgeving zorgt ervoor dat deze thema’s binnen het ruimtelijke beleidsinstrumentarium worden opgenomen en afgewogen. Het bestendigen van die verbreding gebeurde bijvoorbeeld door de integratie van de stedenbouwkundige vergunning, socio-economische vergun-ning, de natuurvergunning, de verkavelingsvergunning en de milieuvergunning in de omgevingsvergunning.

4. Een procesmatige aanpak

Tot slot krijgt ook de procesvoering steeds meer aandacht in het instrumentarium bijvoorbeeld in de vorm van overleg-momenten tussen verschillende stakeholders van een project. Het invoeren van een geïntegreerde procesaanpak rond complexe projecten is hiervan een sprekend voorbeeld.

1. Meer mogelijkheden voor het verhogen van het ruimtelijk rendement

Heel wat cijfers uit de analyse wijzen reeds op een hoger ruimtelijk rendement. Kavels worden kleiner, vernieuwbouw wordt belangrijker, meergezinswonen wordt een topic in veror-deningen, …. Verouderde voorschriften met te sterk opgedeelde zoneringen en gedetailleerde bepalingen over bouwdieptes en volumes, verhinderen echter op sommige plaatsen deze ambitie. Het wijzigingsdecreet maakt komaf maken met deze verouderde voorschriften en vergroot zo de mogelijkheden voor het verhogen van het ruimtelijk rendement.

2. Geheel van kleine/individuele belangen versus het grote/maatschappelijke belang

De decentralisatie van diverse bevoegdheden is eind 20ste eeuw ingezet en zorgt ervoor dat lokale overheden meer taken en verantwoordelijkheden krijgen. Het initiatief en de uitvoering van het ruimtelijk beleid komt daarmee ook meer en meer in handen van de markt. Deze tendens vertaalt zich in de volledige autonomie van lokale overheden bij vergunningverlening, het vrijstellen van kleine werken van een vergunningsplicht of vervangen door een meldingsplicht. Met een planologisch attest en principieel akkoord wordt eveneens het initiatief bij de burger gelegd.

Heel wat cijfers uit de analyse wijzen op het gevaar voor toe-nemende versnippering door deze private en lokale verantwoor-delijkheid; weigeren of verbieden is moeilijk, terugschroeven achteraf nog moeilijker. Zo hebben de afgelopen jaren heel wat gemeenten RUP’s gemaakt of attesten en vergunningen afgeleverd die bestaande activiteiten op hun (soms ongeweste) locatie rechtszekerheid bieden.

Page 11: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

3. Wonen

Waarom is deze thematiek relevant?

Een belangrijk aandeel van de ruimte in Vlaanderen wordt gebruikt voor wonen. Maar liefst 12% van de totale oppervlakte is ingenomen door huizen en tuinen. Daarnaast bepaalt de locatie van de woning het ruimtegebruik en het bijhorende mobiliteitsgedrag. Evoluties in dit thema hebben dus meteen een grote impact op de totale ruimtevraag.

Hoe onze woonbehoefte evolueert is afhankelijk van verschillende onderliggende processen. We onderschei-den twee types: (1) demografische processen zoals vergrijzing, vergroening en migratie en (2) economische factoren zoals welvaartsniveau, rentestand, bouwkost of woningprijzen. Een combinatie zal bepalen hoe groot we wonen, of we kiezen voor nieuwbouw of renovatie, of we kunnen investeren in een tweede verblijf,… en dus hoe groot de woonbehoefte uiteindelijk zal zijn.

Welke evoluties verwachten we?

Het komend decennium verwachten we een stijging van de woonbehoefte door de aangroei van het aantal huishoudens vanuit bevolkingsgroei, gezinsverdunning en migratie. De stijgende vraag zal overal voelbaar zijn, maar niet overal in dezelfde mate. De sterkste groei verwachten we in de Antwerpse en Limburgse Kempen, op de as Kortrijk-Gent en in enkele kustgemeenten. Beperktere groei verwachten we in de Westhoek, Brugge en de rand rond Antwerpen.

Daarnaast vergrijst de bevolking en is er een toenemende vraag en aanbod naar specifieke woonvormen voor ouderen. Hoewel er geen analyses zijn gemaakt omtrent de evolutie van een aantal economische factoren, zien we op het terrein dat het woonpatrimonium langzaam wijzigt: kavels worden gemiddeld kleiner, het aandeel appartementen neemt toe en er wordt meer dan ooit gerenoveerd. In tegenstelling tot heel wat Europese landen zijn bij ons veel woningen onderbezet. Voor de toekomst verwachten heel wat respondenten van onze bevraging dat we kleiner zullen wonen.

Page 12: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

In vergelijking met andere Europese landen heeft Vlaanderen veel inwoners t.o.v. de oppervlakte van haar grondgebied.Toch wonen we aan lage dichtheden. Verstedelijkt gebied is niet dicht bevolkt en landelijk gebied is niet dun bevolkt.

inwoners

per type gebied

oppervlakte

per type gebiedverstedelijkt gebied

33 inwoners/hectare 7 inwoners/hectare 2 inwoners/hectare

randstedelijk gebied landelijk gebied

40%

7%

20%13%

40%

80%

In landelijk gebied zijn onze huizen 1,5 keer zo groot en onze tuinen 3 keer zo groot als in verstedelijkt gebied.

Ondanks de bevolkings-groei zal in 2050 bijna 50% van de bevolking ouder zijn dan 65.Een deel van hen zal op termijn de gezins-woning inruilen voor een andere woning. Biedt dit mogelijkheden om verspreide bebouw-ing aan te pakken?

2015

2050

assistentiewoning kangoeroewoning zorgunit rusthuis

33%

50%

gemiddelde grondoppervlakte per bewoond gebouw

gemiddelde oppervlakte buitenruimte per bewoond gebouw

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

331 m2

250% 300%

84 m2

140% 150%

Page 13: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Aanwezigheid van een bakker, postkantoor, school,... enz. in de buurt

Veiligheid

Privacy

Nabijheid van een drukke weg

In een studentenbuurt

Nabijheid van een spoorweg

De komende jaren verwachten we een toename van 170.000 gezinnen.De meeste van deze zullen één of twee-persoonsgezinnen zijn.Groeit hiermee ook de vraag naar kleinere woningen?

De meeste huizen zijn te groot in verhouding tot het aantal bewoners.

Het aandeel eigenaars is wel hetzelfde als het Europese gemiddelde, maar anders dan in onze buurlanden.

In vergelijking met het Europese gemiddelde wonen er weinig men-sen in een appartement.Daardoor gbruiken we in verhouding veel ruimte voor wonen. zullen de trends van gezinsverdun-ning en vergrijzing daar verandering in brengen?

Vlaanderen

Europa

Wat maakt dat mensen ergens wel of niet graag wonen?

+ 6 500

+ 7 166

+ 84 205

+ 73 558

+ 5512017—2027+170 000

onderbezetting

72%

overbezetting

2%

35%

33%

24,1%

35%

24%

42%appartement

halfopen ofgesloten

open

NL 60%

BE 70%

FR 56%

EU 70%

3. WONEN

Page 14: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Vanuit de verwachte demografische evoluties en veranderde economische factoren blijft er een aanhoudende ruimtevraag. Toch betekent een groeiende woonbehoefte niet dat er ook open ruimte moet aangesneden worden om deze vraag in te vullen. Binnen de bestaande bebouwde omgeving zijn er immers nog tal van opportuniteiten

Transformaties van bestaande gebouwen kunnen zorgen voor een stijging in het aantal wooneenheden zonder extra ruimte aan te snijden. Het gaat dan bijvoorbeeld om het opdelen van woningen of het herbestemmen van leegstaande gebouwen. Dergelijke mogelijkheden doen zich bijvoorbeeld voor in goedgelegen klassieke woonwijken uit de jaren 60-80 waarvan de woningen niet meer voldoen aan de huidige woonwensen en huidige energienormen. Door deze te slopen en te vervangen door meerdere woningen kunnen we het ruimtelijke rendement verhogen.

Daarnaast zien we de interesse in meervoudig ruimtegebruik stijgen. Dit maakt bijvoorbeeld wonen boven een school of supermarkt mogelijk waardoor we opnieuw ruimte sparen.

Maar het zal ook belangrijk zijn om de oppervlakte die we per huishouden innemen te verkleinen en zo meer wooneenheden te kunnen aanbieden op minder ruimte. De groei aan nieuwe, meer collectieve, woonvormen, toont dat dit kan zonder aan woonkwaliteit in te boeten.

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

Page 15: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

4. Economie

Waarom is deze thematiek relevant?

Economische activiteiten zijn overal in Vlaanderen aanwezig en hun ruimtevragen zullen de komende jaren zeker wijzigen. De economische activiteiten krijgen in het ruimterapport een brede invulling. Het gaat zowel om activiteiten die een directe monetaire meerwaarde creëren als om overheidsdiensten, on-derwijs of zorgsector. We bestudeerden dus veel verschillende activiteiten: productie, logistiek, bouw, kleinhandel, restaurants, diensten, kunst, recreatie, sport, …

Welke evoluties verwachten we?

De tewerkstelling in de tertiaire en quartaire sector neemt nog steeds toe , maar ook de secundaire sector blijft belangrijk voor de Vlaamse economie. Dit leidt tot specifieke ruimtevragen maar biedt ook heel wat kansen voor de verweving van functies. Deze verweving kan zowel tot stand komen tussen diverse economische activiteiten onderling als tussen economische activiteiten en andere functies zoals wonen of energieopwek-king. Het behoud en de creatie van verweven bedrijfslocaties is belangrijk want deze zorgen ervoor dat de druk op beschikbare kavels op bedrijventerreinen niet verhoogt. Tegelijkertijd is de oppervlakte aan bedrijventerreinen de afgelopen acht jaar toegenomen terwijl de open ruimte al onder druk staat.

Page 16: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

De tewerkstelling in Vlaanderen is zeer verspreid. Voor bijna alle sectoren vinden we het grootste aandeel tewerkstelling terug in verstedelijkt gebied.

inwoners

werknemers

zelfstandigen

loontrekkenden

We zien daarbij wel dat van bepaalde activiteiten slechts een klein deel voor- komt in kernen.

aandeel vestigingen

binnen een bepaalde

economische activiteit

tewerkstelling

kantorenkinderdagverblijven

ondernemingen in landbouwgebied

houtbewerking, metaalbewerking,

transport

36% agrarische ondernemingen

64% niet-agrarische ondernemingen

1/3 2/3

-30%

-11%

tewerkstelling

landbouw-bedrijven

2005

2008

2015

2015

+12%

+2,1%

leegstand

bedrijfs-percelen

2009

2009

2017

2017

Ruimtelijke spreiding van verschillende land-bouwactiviteitenLandbouw beslaat meer dan de helft van onze oppervlakte. Toch is het een kleine economische sector an sich.

Zowel de leegstand van bedrijven als de ruimte voor bedrijven groeit jaarlijks.

Open ruimte wordt als-maar meer versnipperd door niet-agrarische ondernemingen.

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

40%37%

52%56%

20%

40% 42%

28%25%

21%20% 19%

kantoren — 69%

onderwijs, zorg e.a. diensten — 60%

detailhandel — 58%

groothandel — 56%

afvalwater — 44%

energie — 44%

lichte industrie — 36%

zware industrie — 43%

energie — 13%

landbouw — 7%

mijnbouw — 9%

zware industrie — 88%

kernen bedrijventerreinen

zware industrie — 10%

groothandel en logistiek — 46%

lichte industrie — 33%

Page 17: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

42 incubatoren

70%

op bedrijventerreinen

30%

buiten bedrijventerreinen

Aanwezigheid afzetmarkt

Nabijheid watertransport

Nabijheid weginfrastructuur

Locatie op industrieterrein

Nabijheid spoorweg

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

4,9%

26%

41%

15%

58%

27%

33%

bestemming bedrijventerreinen

effectieve tewerkstelling

in combinatie met andere activiteiten25% 75%

Bijna 5% van opper-vlakte in Vlaanderen is bestemd als be drijventerrein maar 75% van de tewerkstelling speelt zich daar buiten af.

Bedrijventerreinen zijn belangrijker voor bedrijven met een groot aantal perso-neelsleden.Kleine bedrijven situeren zich eerder verweven in het woonweefsel.

Verstedelijkte gebieden trekken het meeste starters aan.

verspreiding starters

Vlaanderen telt 42 bedrijfsverzamel- gebouwen die gericht zijn op starters (= incubatoren).

79% van het goederen-transport gebeurt over de weg. 2/3e van de grootste logistieke bedrijven bevinden zich op bedrijventerreinen.

4. ECONOMIE

Page 18: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

Verweving met andere functies kan een risico inhouden, vooral met economisch meer rendabele activiteiten. Door bijvoorbeeld wonen toe te laten, kan het gevaar bestaan dat het vastgoedmechanisme in gang wordt gezet en productie-ruimte verdrongen wordt. Vandaag zien we dit risico vooral bij brownfieldconvenanten voor bedrijventerreinen.

Een andere opportuniteit voor leegstaande bedrijventerreinen zit vervat in het geven van ruimte aan starters, al dan niet in afwachting van een nieuwe invulling. Momenteel telt Vlaanderen 42 startersomgevingen of incubatoren waarvan het merendeel op bedrijventerreinen.

3. Groei van overslagplaatsen

Tot slot, zien we in de logistieke sector vooral een verandering in het organiseren van de activiteiten; en dit met een positieve impact op de leefbaarheid van onze omgeving. Onder druk van de files zien we de laatste jaren immers meer overslagplaatsen ontstaan waar goederen van vervoersmodus wisselen. Op die manier zien we een interessante groei van het transport over water, en ook het gebruik van kleinere transportvoertuigen in stedelijk gebied winnen aan interesse in de logistieke sector. De belangrijkste hindernis in deze evolutie blijft de prijsconcurren-tie waardoor het aandeel intermodaal transport van goederen vrij klein blijft.

1. Verweving van economische activiteiten in het agrarisch gebied en woongebied

Uit de analyses blijkt onder meer dat 75% van de tewerkstelling zich buiten de bedrijventerreinen bevindt. Dit stelt grote uitdagingen aan het verwevingsvraagstuk voor werken in het woongebied, en in het agrarisch gebied.

Van oudsher bevinden zich al veel economische activiteiten verweven in het woongebied. Door de toenemende groei van de tertiaire en de quartaire sector zijn steeds meer activiteiten verweefbaar met het wonen. Het streven naar duurzame verplaatsingen maakt nabijheid en bereikbaarheid belangrijker, waardoor het werken op wandel- of fietsafstand van de woonplek voor een groeiende groep mensen mogelijk wordt.

Specifiek in het agrarisch gebied merken we recenter een grote dynamiek. Voormalige agrarische gebouwen komen leeg te staan, terreinen komen vrij, en worden vervolgens ingenomen door andere economische activiteiten. Deze zijn echter niet allemaal even goed inpasbaar in hun lokale context.

2. Verweving op (leegstaande) bedrijventerreinen

In een context van activatie van on(der)benutte terreinen en leegstaande gebouwen op bedrijventerreinen, kan verweving met andere functies of met verschillende soorten economische activi-teiten soms een betere benutting van de gronden betekenen.

Voor bedrijventerreinen met veel productieruimte ligt vooral verwe-ving met andere economische activiteiten voor de hand. Door die verweving is het mogelijk om de productieruimte te behouden. Dit is belangrijk want naast de opbrengsten van de productieve industrie zelf, zijn ook veel dienstverlenende activiteiten hiermee nauw verbonden zoals engineering en consultancy.

Page 19: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

5. Voorzieningen

Waarom is deze thematiek relevant?

De beschikbaarheid, nabijheid en bereikbaarheid van voorzie-ningen bepalen mee de levenskwaliteit van een plek. De evolutie van voorzieningen, en hoe we deze ontwikkelingen ruimtelijk opvangen hebben een belangrijke impact op de kwaliteit van onze omgeving. In die zin is het ook een interessante indicator om de ontwikkelkansen van plaatsen in te schatten.

Welke evoluties verwachten we?

Vandaag scoren we bijna overal in Vlaanderen erg goed op gebied van voorzieningen in vergelijking met de andere Europese landen. Dit dankzij een dicht netwerk van voorzie-ningen dat de verspreiding van onze bebouwing weerspiegelt. De komende jaren zal dit netwerk evolueren onder invloed van maatschappelijke en economische trends waaronder vergrijzing, vergroening, schaalvergroting en digitalisering.

Page 20: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Hoewel regionale voorzieningen zoals een ziekenhuis of zwembad meerdere kernen bedienen, komen ze even verspreid voor als de basisvoor zieningen. Daardoor zijn ze voor 77% van de Vlamingen op wandel- of fietsafstand van hun woonplaats gelegen.

Bijna 3/4 van de Vlamingen heeft een mix van basisvoor-zieningen op wandel- of fietsafstand.

aandeel inwoners met

een mix van basisvoor-

zieningen op wandel-

of fietsafstand

aandeel inwoners met

een mix van basis-

voorzieningen verder

dan wandel- of

fietsafstand.

In het verstedelijkt deel van Vlaanderen komen per inwoner meer voorzieningen voor dan in andere delen.

inwoners per gebied

verspreiding van basis

voorzieningen

verspreiding van regio

nale voorzieningen

Meer dan de helft van alle voorzieningen ligt in de kernen.

voorzieningen

in kernen

voorzieningen in

een lint

voorzieningen in

verspreide bebouwing

73% 27%

20%7%

woont in lint of verspreide bebouwing

woont in kern metbeperkte voorzieningen

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

kernen linten verspreid

56%

40%

24% 20%

16%

grote & middelgrote kern kleine kern, woonconcentratie

40%

50%

20%17,5%

40%

32,5%

51%

17%

32%

Page 21: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Landelijke gebieden beschikken over het grootste aandeel cultuur- en sport-voorzieningen. Voor de andere voor zieningen ligt het grootste aandeel in verstedelijkt gebied.

verstedelijkt

randstedelijk

landelijk

56% 44%

76% 24%

leveringen via E-commerce

aandeel inwoners

niet landelijk landelijk

zorg

woonondersteuning

onderwijs

cultuur & sport

50%

51%

55%

39% 21% 40%

16% 29%

17% 32%

18% 32%

Metropolitane voor zieningen zoals overheidsinstellingen, hogescholen & univer-siteiten, schouwburgen & concertzalen, musea en hotels kunnen op internationale schaal mensen aantrekken.Daardoor liggen deze vaak in de grotere kernen met Brussel, Gent, Antwerpen en Leuven op kop.

De toename van het aantal woonzorg-plaatsen en assistentie-woningen is groter dan de verwachte vraag vanuit de 65 plussers.

E-commerce is in België overal populair maar net iets meer in landelijke delen in ver-houding tot het aantal inwoners. Hierdoor zien we ook overal de negatieve effecten van dit trans- port op files, verkeers - on gevallen, geluidshinder en luchtvervuiling.

assistentie-woningen 65-plusserswoonzorg-

plaatsen

+16%

+11 500 +10 500 +104 500

+49%+12%

5. VOORZIENINGEN

Page 22: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

naar de stadsranden. Een andere trend die voor deze sector erg bepalend is, is de vergrijzing. Vandaag stijgt de groei van ouderenvoorzieningen zelfs sneller dan de aangroei van ouderen. Bovendien blijven heel wat 65-plussers in hun woning wonen. Dit zal vooral een invloed hebben op de vraag naar voorzieningen op wandelaf-stand en zorgverlening aan huis.

3. Onderwijsvoorzieningen

Op gebied van het toekomstige vraag- en aanbod naar onderwijsvoorzieningen verwachten we grote verschillen tussen verstedelijkt gebied en de rest van Vlaanderen. Steden zien het leerlingenaantal globaal stijgen, terwijl dit in de rest van Vlaanderen stabiliseert of afneemt.

4. Voorzieningen voor sport en cultuur

Cultuur en ontspanning zijn steeds belangrijker in onze tijdsbesteding. Tegelijkertijd wordt Vlaanderen gekenmerkt door een uitgebreid maar verspreid sport- en cultuuraanbod. Terwijl we ons vroeger het verst verplaatsten voor het werk, is dit nu voor cultuur en ontspanning.

Vanuit ruimtelijk beleid zal het belangrijk zijn om, met het oog op vergrijzing, vergroening, schaalvergroting en digitalisering de nabijheid en bereikbaarheid van voorzieningen te garanderen. Hieronder stippen we de belangrijkste trends aan, binnen de vier types van voorzieningen:

1. Woonondersteunende voorzieningen: kleinhandel, detailhandel, …

Vanaf de jaren 60 zien we steeds meer handelsactiviteiten uit de kernen verdwijnen. Vandaag is er een grote toename van het winkelvastgoed in de stadsranden tegenover een beperkte toename in stedelijke winkelkernen. Tegelijkertijd is de leegstand in die stedelijke winkelkernen sterk toegenomen, waardoor het daadwerkelijk aanbod van detailhandelsgoederen eigenlijk is afgenomen. Onder invloed van de vastgoedlogica zien we daardoor dat economische activiteiten steeds vaker plaats maken voor meer rendabele alternatieven. Door het verdwijnen van diverse voorzieningen uit de kernen, neemt zowel de beschikbaarheid als de nabijheid af.

Daarnaast hebben mondiale trends zoals digitalisering ook een impact op het aanbod van woonondersteunende voorzieningen. Bank en -postkantoren sluiten en de sector heroriënteert zijn activiteiten. Tegelijkertijd groeit de e-commerce wat gepaard gaat met nieuwe uitdagingen. Zo zijn de negatieve effecten van de versnipperde leveringen reeds overal voelbaar.

2. Zorgvoorzieningen

Schaalvergroting zet zich door in verschillende sectoren, zo ook in ziekenhuizen. We tellen daardoor minder ziekenhuizen, maar wel met een grotere capaciteit. Gekoppeld aan deze schaalvergroting zien we een verplaatsing van de stadkernen

Page 23: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

6. Mobiliteit

Waarom is deze thematiek relevant?

Mobiliteit is intrinsiek verbonden met onze omgeving door haar vermogen om plaatsen met elkaar te verbinden. Hoe onze ruim­te georganiseerd is, is dus (mee) bepalend voor de hoeveelheid transport, de keuze van vervoerswijze, alsook voor de plaatsen waar de belangrijkste nadelige effecten zich voordoen zoals luchtvervuiling, geluidshinder en verkeersongevallen.

Welke evoluties verwachten we?

Vanuit het perspectief van milieu, congestie en verkeersveiligheid lijkt het alsof mobiliteit als systeem stelselmatig tegen grenzen opbotst die enerzijds ruimtelijk van aard zijn, maar anderzijds bepaald worden door wat maatschappelijk wenselijk is.

Toch neemt de behoeft om grote en snelle verplaatsingen te maken niet af. De komende jaren verwachten we een verdere stijging van de transportvolumes met 21%. Dit onder andere door een bevolkingstoename, gezinsverdunning en een toename van de economische activiteit en de behoefte aan interactie.

Page 24: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

7% 13% 10%

70%

7%

gezinnen zonder auto:17%

gezinnen zonder auto:9%

gezinnen zonder auto:8%

45%

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

20%

35%

60%

7%15% 18%

70%

13% 10%

Het hoge autogebruik staat in conflict met de leefbaarheid van onze omgeving.Dit is het sterkst voelbaar in verstedelijkt gebied waar diverse activiteiten samen­komen rond de drukste verkeersaders.

luchtvervuiling

geluidsoverlast

spreiding van

ongevallen

Zowat twee derde van de verplaatsingen van personen in Vlaanderen gebeurt met de auto. In verstedelijkte gebieden is dit iets minder.

Vlaanderen bevindt zich geografisch heel centraal in de Europese economie. Maar net daardoor worden onze wegen steeds drukker en is Vlaanderen filekampioen.

Het grootste aandeel van het vrachtvervoer en personenvervoer verloopt in Europa over de weg. Hierdoor kam­pen we in dichtbevolkte en centrale gebieden zoals Vlaanderen met congestieproblemen.

België

Europa

Inwoners hebben de perceptie dat verplaat-singen met de auto vooral noodzakelijk zijn door de lange afstand tussen woonplaats en bestemming.

vrachtvervoer personenvervoer

over het spoor

over water

over de weg auto

trein

motorrijtuig of bus

73%

76%

15%6%

18%

12%

81%

83%

12%

9%

8%

8%

te lange afstanden 73%

duurt langer 48%

veiligheid 22%

bagage 20%

inwoners laten fiets op stal want... autobezit is voor inwoners...

noodzakelijk 51%

geen must 32%

geen mening 17%

+24%

+62%

toename lengte & duur van filesVlaamse snelwegen 2012–2016

ochtendspits avondspits

Page 25: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

nee

41%

onverschillig

30% 29%

ja

invloed woon-werk afstand bij keuze woning

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

3137 41

1,5

22%

40%

21%22%

56%

39%

1,41,2

nee

41%

onverschillig

30% 29%

ja

invloed woon-werk afstand bij keuze woning

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

3137 41

1,5

22%

40%

21%22%

56%

39%

1,41,2

Vlamingen leggen jaarlijks 1000 km meer af dan de gemiddelde Europeaan. In Vlaanderen worden de meeste kilometers gereden door mensen die in landelijk gebied wonen.

autobezit per gezin

gemiddeld afgelegde

afstand per dag per

persoon

België staat op de achtste plaats in Europa voor nabijheid van haltes van het open-baar vervoer, na onder andere Nederland en de scandinavische landen.

belangrijke haltes

De Lijn

alle stations NMBS

Volgens een peiling bij de Vlaming speelt woon-werk afstand slechts een beperkte rol bij woningkeuze, on-danks de fileproblemen.

passagierscapaciteitper seconde per lopende meter infrastructuur van 3,5 m breed

auto0,1

bus0,72

tram 1,8

trein6,3

fiets1,1

voetganger1,6

6. MOBILITEIT

De auto heeft een lage capaciteit in verhouding tot de ruimte die deze inneemt.

5,5% van de opper-vlakte in Vlaanderen bestaat uit trans port-infra structuur.

96 m2

weginfrastructuur25 m2

parkeerterrein

17 m2

spoorweg­infrastructuur

2 m2

fietsinfra-structuur

omvang van vervoersinfrastructuur per hoofd van de bevolking

Page 26: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

Het liefst gaan deze maatregelen hand in hand met het uitbou­wen van de alternatieven zoals fiets(snel)wegen, performante verbindingen van openbaar vervoer of (deel)fietsen. Specifiek voor het vrachtverkeer biedt het uitbouwen van de mogelijkhe­den voor transport over water een interessant alternatief voor het wegtransport.

Al deze maatregelen verminderen lokaal de luchtvervuiling én dragen bovendien bij tot een verhoogde leefkwaliteit.

Als we leefbaarheid voor de toekomst centraal stellen, zal het belangrijk zijn een ruimtelijk beleid te voeren dat de negatieve impact van het mobiliteitsgedrag terugdringt.

Dit beleid kan zich enerzijds richten op ons ruimtegebruik. We weten immers dat afgelegen plaatsen met een lage bevolking­dichtheid sterk aangewezen zijn op de auto. De af te leggen afstanden zijn vaak te lang voor de fiets en het aanbieden van openbaar vervoer is te duur door het beperkt aantal potentiële gebruikers. Daarom kan het lonen voor steden en gemeenten om in te zetten op kernversterking en ­verdichting rond stations.

Anderzijds kunnen maatregelen zich specifiek richten op de organisatie van de mobiliteit. Zo kunnen circulatieplannen, een gericht parkeerbeleid en ruimtelijke ingrepen waaronder het aanleggen van autoluwe en ­vrije straten, het autoverkeer lokaal beperken.

Page 27: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

7. Energie

Waarom is deze thematiek relevant?

Ruimte en energie zijn sterk met elkaar verbonden. De manier waarop we ruimte organiseren en inrichten is bepalend voor zowel het energieverbruik als de mogelijkheid tot warmte uitwisseling en energieproductie.

Vandaag zorgt ons ruimtelijk patroon voor slechte energie-prestaties dit is vooral zichtbaar in de hoge warmtevraag. Datzelfde ruimtemodel zorgt ervoor dat de beschikbare ruimte voor opwekking, opslag en transport van hernieuwbare energie beperkt is. De vraag dringt zich dus op hoe we onze ruimte kunnen organiseren om de klimaatdoelstellingen te halen.

Welke evoluties verwachten we?

Net als de rest van de wereld zet Vlaanderen stappen naar een klimaatneutrale en koolstofarme samenleving. Dit gaat gepaard met een omschakeling van centrale energiesystemen naar de-centrale energiesystemen. De infrastructuur voor de opwekking, opslag en transport van hernieuwbare energie zal daardoor meer en meer plaats moeten krijgen in onze omgeving.Tegelijkertijd is het een opgave om de bestaande infrastructuur die vaak in de jaren ’70 werd aangelegd te onderhouden, te renoveren en aan te passen.

Page 28: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

1990

2018

14%

+31%

25%

31%

44%

renovatievervangbouw

verstedelijkt gebied randstedelijk gebied landelijk gebied

40%

12%

26%

9%

36%

20% 21%

40%43%

42%

23% 21%

46%51%

70%

Vlaanderen heeft een zeer hoge warmte­vraag. Dit hangt nauw samen met hoe we wonen. Zo zijn onze huizen vaak slechter geïsoleerd en groter dan in onze buurlanden. Ook de ruimtelijke versnippering van de gebouwen met een relatief groot aandeel open bebouwing speelt hierin een rol.

Ondanks de kleinere oppervlakte staan er bijna evenveel wind­turbines in randstedelijk als in landelijk gebied.

Het Vlaamse ruimte­ model zorgt voor langere verplaatsingen met de auto waardoor het energieverbruik door transport in Vlaanderen hoog is.

Peiling bij de Vlaming: 25% van de Vlamingen denkt dat we ons patrimonium de komende 30 jaar herbouwen om het energie-effiënter te maken.

Vlaanderen heeft een centrale ligging binnen Europa. Dit biedt mogelijkheden voor energie­ uitwisseling op voorwaarde dat de nodige infrastructuur voorzien wordt.

aandeel inwoners/gebied

warmtevraag

Vlaanderen/gebied

energieverbruik door

transport

totale energievraag

energievraag voor

mobiliteit

Page 29: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

72%

21%

309%

8%

40%

30% vergund

58% gerealiseerd

5 windparken & 4 gepland

op de zee op het land

32%

energieopwekking in Vlaanderen

kernenergie

steenkool-centrales

aardgas-centrales

hernieuwbare bronnen

5%

16%

46%

Door de hoge bebouwingsgraad heeft Vlaanderen veel dakoppervlakte die kan ingezet worden voor energieopwekking met zonnepanelen waardoor er geen ruimteverlies is. Blijven we op kop in Europa?

De meeste wind­ turbines op land komen voor in landbouw­ gebieden, voornamelijk langs snelwegen en in industriegebieden vooral bij zeehavens.De verhouding gerealiseerde en vergunde windturbines in Vlaanderen is laag.

Van de energie die we vandaag in Vlaanderen opwekken is nog maar een klein percentage afkomstig van hernieuwbare bronnen. Dit zal sterk moeten groeien om de Europese klimaatdoelstellingen te halen.

bruikbare oppervlakte

voor zonnepanelen

beschikbaar

dakoppervlak

oppervlakte vandaag

in gebruik door

zonnepanelen

Het opwekken van hernieuwbare energie heeft een zeer grote ruimtevraag in verge­lijking met de klassieke energiecentrales. Dit zorgt voor een grotere zichtbaarheid in het landschap.

Oppervlakte in

Vlaan deren nodig indien

enkel deze bron wordt

ingezet voor 100%

hernieuwbare energie.

7. ENERGIE

Page 30: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Vandaag volstaat onze beschikbare ruimte niet om met her-nieuwbare energie aan onze behoefte te kunnen voldoen. Een vermindering van de vraag zal daarom een eerste cruciale stap zijn om de klimaatdoelstellingen te halen. Hierin kan ruimtelijk beleid een interessante rol spelen. Onze hoge warmtevraag, in vergelijking met de buurlanden, is immers het rechtstreeks gevolg van hoe we wonen. Zo zijn onze huizen vaak slechter geïsoleerd en groter. Maar ook de ruimtelijke versnippering van de gebouwen met een groot aandeel open bebouwing speelt hierin een rol.

Daarnaast zal het ruimtelijk beleid een rol moeten spelen in het efficient inzetten van de beperkte ruimte. Anders lopen we het risico van een verdere versnippering van ons landschap. We moeten daarom nadenken over hoe we energiesystemen kun-nen verweven met andere functies in ons bebouwde landschap. Fotovoltaïsche zonnepanelen op daken van bedrijven zijn hiervan een goed voorbeeld. Maar helemaal ideaal wordt het wanneer dit bedrijventerrein ook energie kan leveren aan een nabijgelegen woonkern.

In Vlaanderen kunnen zon en wind voor de grootste hernieuw-bare energieopbrengsten zorgen. Maar beiden zijn niet altijd beschikbaar op het tijdstip en de plaats van de vraag. In de omschakeling naar hernieuwbare energie zal inzetten op één bron dus niet volstaan. We moeten evolueren naar decentrale energienetwerken met verschillende bronnen in combinatie met opslag en transport.

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

De energietransitie kan een hefboom zijn voor een ander ruimtelijk beleid waarbij we duurzamer en collectiever ruimte-gebruik realiseren. Dit zal niet eenvoudig zijn, want tot vandaag is een groot deel van de bevolking zich niet bewust van het verband tussen ons ruimtegebruik en ons energieverbruik. Een grotere bewustwording daarvan zal dus ook belangrijk zijn. Daarnaast zien we ook veel hernieuwbare energieprojecten stranden op protest van de omgeving. Het inpassen van hernieuwbare energie in ons landschap zal dus ook hand in hand moeten gaan met het beschermen van (delen van) dit landschap in een doordacht ruimtelijk energiebeleid.

Page 31: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

8. Open ruimte

Waarom is deze thematiek relevant?

Een leefbare en veerkrachtige maatschappij heeft nood aan open ruimte. In de open ruimte komen verschillende activitei-ten voor: landbouw, energie, … Bovendien levert deze belang-rijke diensten, bijvoorbeeld op het vlak van waterhuishouding, voedselvoorziening en recreatie. Een bepaalde grootschaligheid is nodig opdat de open ruimte dit divers pallet aan diensten zou kunnen verlenen. Desondanks neemt de verharding en de versnippering nog steeds toe in Vlaanderen.

Welke evoluties verwachten we?

Ook vandaag snijden we nog altijd greenfields aan voor ontwikkeling en zien we de traditionele grenzen tussen stad en platteland, tussen open en bebouwde ruimte verder vervagen. Daardoor blijft de druk op de natuurlijke functies van de open ruimte groeien. Een ander ruimtelijk beleid dringt zich dus op.

Page 32: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

108 000 ha

+35 000 ha

paarden

windturbines

43% in het landbouwgebied

tuinen

niet-agrarisch ruimtegebruik

14 - 42% vanhet landbouwgebiedper gemeente

verblijfsrecreatie & economische

activiteiten

2 200 in eenopen ruimte bestemming

groen i.p.v. verharding

bomen en struiken i.p.v. niets

haag i.p.v. muur

onkruid gedeeltelijk laten staan i.p.v. wieden

natuurlijke bedekking i.p.v. gazon

78%

72%

63%

52%

48%

22%

28%

37%

48%

52%

8%

tuinen

Een belangrijk aandeel van de oppervlakte in Vlaanderen krijgt invul - ling als tuin. Tuinen vallen niet onder de definitie van open ruimte. Een groot deel van de mensen geeft de voorkeur aan een niet-natuurlijke invulling van hun tuin.

De fragmentering van open ruimte in Vlaanderen neemt nog steeds toe.

landbouwoppervlakte

Ja

Neen

De originele functies van open ruimte staan onder druk. Dit is onder andere het geval voor beroepslandbouw.

Landbouw is de grootste ruimtegebruiker in Vlaanderen.

51%

40%

43%

1. Benelux

2. Frankrijk

3. Duitsland

sterkst gefragmenteerde landen EU

afname clustergrootte open ruimte in Vlaanderen

1976 1988 2000

1

2 3

7 358

6 666

7 078

Page 33: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

14%

4%

11,5%

bebouwing en verharding

68%10%

95%38%

89%25%

Verharding heeft zowel een impact op overstromingen als op droogte omdat de buffercapaciteit van de bodem niet optimaal kan werken.

Vlaanderen is zeer kwetsbaar voor over-stromingen en droogte. Dit omwille van het hoge percentage verharding en de verspreide bebouwing.

Europa evolueerde de laatste 100 jaar tot 1 van de meest bosrijke regio’s van de wereld, maar in Vlaanderen beslaat dit slechts een klein percentage van de oppervlakte.

Hoewel slechts 10% van de oppervlakte bestaat uit bossen, worden ze door 77% van de Vlamingen bezocht voor recreatie.

Totale oppervlakte

Aandeel open ruimte

Aandeel open ruimte

waarvan bos

77%

wekelijks1 keer geen

bosbezoeken in 2016

15% 26% 23%

waterbeschikbaarheid m3/inwoner/jaar

Finland Vlaanderen Kroatië

20 000 m3

1 500 m31 300 m3

30%

25%ruimtebeslag

75%open ruimte

overstromingsgevoelig gebied

8. OPEN RUIMTE

Page 34: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

De urgentie voor een bescherming, verweving en herstel van open ruimte groeit ook onder druk van de klimaatverandering. We moeten immers op zoek gaan naar bijkomende ruimte voor waterberging en waterfiltratie. Deze activiteiten hebben elk een eigen ruimtevraag maar in de praktijk zijn in heel wat gebieden in Vlaanderen deze activiteiten nauw verweven met bijvoor-beeld landbouw of recreatie. Toch vormt dit een uitdaging want ook het evenwicht tussen de verschillende zachte functies of activiteiten in de open ruimte staat onder druk. De open ruimte is beperkt in oppervlakte. Een toenemende ruimtevraag voor water of voor zachte recreatie kan vanuit de andere gebruikers als een bedreiging worden ervaren.

Indien we in de toekomst gebruik willen kunnen maken van de natuurlijke functies van de open ruimte, zal het belangrijk zijn een ruimtelijk beleid te voeren dat enerzijds de resterende open ruimte beschermt en anderzijds zoekt naar mogelijkhe-den voor verweving en herstel. Beiden vereisen een aanpak van de maatschappelijke drivers die aan de oorzaak liggen van het huidige ruimtegebruik, en die tot op vandaag een stimulans vormen voor het aansnijden en transformeren van open ruimte:

• Ruim wonen is vaak betaalbaarder op het platteland dan in de stad.

• Door de grote beschikbaarheid van ruimte ontbreekt de nood om compacter te bouwen.

• Bouwen en verharding wordt standaard ‘voor altijd’ beschouwd.

• De regelgeving is niet gericht is op herontwikkeling waardoor een nieuwe ontwikkeling eenvoudiger dan de transformatie van het bestaande bouwweefsel.

• Vanuit marktmechanismen worden we geconfronteerd met schaalvergroting in (een deel van) de landbouw.

• Het toerisme in het landelijk deel van Vlaanderen zit in de lift.

Page 35: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

9. Integratie

Waarom is deze thematiek relevant?

Om de ruimte te beschrijven maken we vaak gebruik van herkenbare thema’s zoals mobiliteit of voorzieningen. Hierdoor kan de indruk ontstaan dat de ruimte bestaat uit verschillende kamers die redelijk los van elkaar staan. De werkelijkheid is natuurlijk anders. Er is slechts één en dezelfde ruimte waarin zich verschillende complexe processen voordoen die deze ruimte voortdurend veranderen. Wanneer we willen ingrijpen op deze complexe processen, bijvoorbeeld voor een beleid rond zorgvuldig ruimtegebruik, volstaat het niet om één of meer thema’s te bekijken. We moeten ook kijken naar de verbindingen tussen de verschil-lende thema’s om te weten hoe het geheel werkt; en hoe we verandering kunnen sturen.

Welke evoluties verwachten we?

Voor dit onderzoek analyseerden we vier ruimtelijke integrato-ren of ‘verbinding makers’:

• Bebouwd weefsel• Verweving of de mate waarin functies en activiteiten

samenkomen in de ruimte • Leegstand, hergebruik en transformatie• Omgevingskwaliteit

De keuze voor deze vier integratoren komt voort uit de groeiende maatschappelijke vraag naar zorgvuldig ruimte-gebruik. Maar we verwachten dat we in de toekomst tal van nieuwe integratoren zullen onderzoeken, waarin we onder meer fysische, ecologische, milieutechnische en energetische aspecten uitdiepen.

Page 36: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Gemiddelde hoogte

Peiling bij de Vlaming: Bouwen we hoger in de toekomst?

bouwlaag 1

bouwlaag 2

dak

51% 11%

8m

38%

10%

69%

Peiling bij de Vlaming: Moeten mensen die afgelegen wonen meer betalen voor infrastructuur?

29%

32%

39%

Vlaanderen kenmerkt zich door uitgespreide bebouwing met een lage bebouwingsdichtheid. Bovendien zijn de mees-te gebouwen laag. Toch heeft een meerderheid de perceptie dat we in de toekomst hoger zullen bouwen.

Vlaanderen heeft weinig bos, maar veel bomen. 10% van de op-pervlakte is bos, maar in 69% van de hectarencel-len komen bomen voor.

De spreiding van onze bebouwing maakt dat we meer kilometers nutsinfrastructuur nodig hebben zoals rioleringen. Dit heeft een maatschappelijke kost die we vandaag samen betalen.

grote kern+55 000 inwoners

middelgrote kern+5300 inwoners

kleine kern+500 inwoners

woonconcentratie+50 inwoners

7

144

711623

58%

1,5ha

landbouw

gemiddelde grootte landbouwperceel

landbouw met natuur

verweving op hectarecellen

landbouw met wonen

wonen met bomen

28%

22%

69%

Agrarisch landgebruik is dominant in Vlaan-deren. Maar toch zijn onze landbouwgebie-den sterk versnipperd. Dit blijkt ook uit de frequente verweving van landbouw en wonen.

Door de grote spreiding van de bebouwing heeft Vlaanderen meer dan 1300 kleine tot heel kleine kernen. Bovendien liggen de meeste kernen op minder dan 1 kilome-ter van elkaar.

Kunnen we sturen waar mensen gaan wonen door anders om te gaan met deze kost?

Page 37: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

verstedelijkt gebied

knooppuntwaarde

basisvoorzieningen

groenaanbod

geluidshinder

luchtvervuiling

randstedelijk gebied landelijk gebied

4 miljoen gebouwen

3,9% leegstand

156 000 gebouwen

75 000

woningen

9 000

industriëlepanden

17 000

niet-gespecificeerdegebouwen

55 000

commerciële panden

x 1,5

x 3,5

transformatie zonder verweving1 wooneenheid

1 wooneenheid transformatie met verweving

Voor zuinig ruimte-gebruik is structurele leegstand een probleem en een oplossing. Zo kan een deel van de leegstand de toenemen-de ruimtevraag voor wonen en bedrijvigheid invullen.

Leegstaande gebouwen bieden mogelijkheden voor hergebruik al zijn deze redelijk beperkt omwille van de relatief lage aantallen en lokale dynamieken die maken dat niet elke locatie geschikt is.

Een hoge of lage omgevingskwaliteit is afhankelijk van een combinatie van factoren en verschilt ook van de context.

Transformatie en verweving zorgen vandaag voor een hoger ruimtelijk rendement.

9. INTEGRATIE

Page 38: 1. KERNBEGRIPPEN - Departement Omgeving · Vlaams Planbureau voor Omgeving (VPO). Dit document is een bundeling van alle infographics opgenomen in het Ruimterapport Vlaanderen (RURA).

Wat betekent dit voor onze ruimte en ons ruimtelijk beleid?

3. Leegstand, hergebruik en transformaties

Vlaanderen telt in verhouding tot het aantal gebouwen weinig leegstand. Toch stellen we vast dat als we de hergebruik- en transformatiemogelijkheden in overweging nemen, er binnen de structurele leegstand heel wat toekomstige noden kunnen worden ingevuld, bijvoorbeeld rond wonen en bedrijvigheid. Maar om vanuit ruimtelijk beleid hierop te kunnen inspelen zal het belangrijk zijn om dit in de tijd te kunnen opvolgen. Zowel om zicht te krijgen op de mogelijkheden als om succesvolle transformaties te kennen.

4. Omgevingskwaliteit

Ruimtelijke kwaliteit is vanzelfsprekend een na te streven doel in ruimtelijke ordening. Minder vanzelfsprekend is wat een kwa-liteitsvolle omgeving is. Dit hangt immers af van een combinatie van factoren waaronder de aanwezigheid van voorzieningen, de afwezigheid van geluidsoverlast of luchtvervuiling, een groen karakter, …. Bovendien is de mate waarin deze factoren doorwegen in de beoordeling door individuen zeer persoonlijk en contextgebonden. Om ook deze aspecten van de afweging te kunnen meenemen in ruimtelijk beleid is verder doorgezet onderzoek nodig.

1. Bebouwd weefsel

De gemiddelde bouwhoogte bedraagt ongeveer acht meter. Dat is gelijk aan een huis met twee bouwlagen en een puntdak. Dit is het gevolg van lage bebouwingsdichtheden, een hoog ruimtebeslag en een hoge verhardings- en bebouwingsgraad. Daardoor zien we over heel Vlaanderen een grote mate van urban sprawl of verspreide vormen van verstedelijking. Het morfologisch verschil tussen verstedelijkt, randstedelijk en lan-delijk Vlaanderen is relatief beperkt. Zeker binnen een Europese context. Dit toont zich ook in een polycentrische structuur met veel kernen op korte afstand van elkaar en met vaak een laag aantal inwoners.

2. Verweving

In Vlaanderen komen verschillende activiteiten dicht bij elkaar voor. Dit is onder andere het geval voor wonen en werken, natuur en landbouw, landbouw en wonen. Dit zegt echter niets over de functionele relatie tussen de verschillende functies. Om meer zicht te krijgen op welke verwevingsvormen zich vertalen in een sociale of economische meerwaarde is er nood aan andersoortige data. Hetzelfde geldt voor het bekijken van verwevingsvormen doorheen de tijd: dag of nacht, dagen van de week, seizoenen in het jaar.