1 cob p13_048-14-03-2013

1
13 OPINIE Donderdag 14 maart 2013 Cobouw 48 Tussen het splinternieuwe winkelcen- trum en het stadion van NAC in Breda zijn 3 meter hoge opvouwbare stalen veiligheidsschermen aangebracht. Ze Stalen schermen bij stadion NAC wegen 400 kilo per stuk. Tijdens voetbalwedstrijden scheiden de schermen supporters van het win- kelcentrum. Foto:Erald van der Aa Juist nu investeren in goed beheer portfolio Investeren in een goede productportfolio kan belang- rijk zijn voor de winstont- wikkeling. Aan de ene kant betekent dat stoppen met verlieslatende producten, diensten en pmc’s. Aan de andere kant kunnen nieuwe producten en diensten worden ontwikkeld, waaraan juist in tijden van crisis be- hoefte bestaat, weet Wouter de Wolf. Op korte termijn wordt een opleving van de bouw niet ver- wacht. Daarom is het belangrijk niet-goed lopende producten, diensten en product-marktcombina- ties te saneren. Een boosdoener in het huidige zwakke portfoliomanagement is productproliferatie. Hierdoor worden (meestal onder druk van verkoop) meer producten aan het portfolio toegevoegd dan uitgefa- seerd. Dit is een wijdverspreid probleem dat door het wegblijven van een strategisch productportfo- lio blijft toenemen. Uit onderzoek blijkt dat veel industriële bedrijven moeite hebben met productproliferatie. Jaarlijks neemt de productrange van industriële bedrijven toe met gemiddeld 10 procent, ondanks dat het verkoopeffect door de crisis met 20 tot 40 procent afneemt. Dit komt doordat bij 60 procent van de industriële bedrijven geen expli- ciete productstrategie aanwezig is. Zonder strategisch portfolioma- nagement blijft deze structurele wildgroei onopgelost en komt het bedrijfsresultaat onnodig onder druk te staan. Er zijn in vele branches voorbeelden hoe portfoliomanagement de winstgevendheid verbeterde. Unilever ging in zijn Path to growth-programma bijvoorbeeld terug van 1600 naar vierhonderd merken. Een significante reactie op een bewustere inzet van portfolio- management. Ook bij banken dreven teruglopende marges, consumentenonbegrip en over- heidsregels tot een forse simplifica- tie van de portfolio. Om tot een goede rationalisatie van het portfolio te komen is het uitvoeren van een goede financiële analyse cruciaal. De vraag is: waar wordt het geld nu verdiend en waar ‘stroomt het eruit’? Na zo’n analyse is het de vraag welke onderdelen van het portfolio echt gesaneerd kunnen worden. Want ook slecht lopende onderdelen kunnen bijdrage hebben, omdat zij synergie hebben met andere producten in het assortiment of van belang zijn voor het merk. Kostenbeheersing is niet de enige uitkomst van goed portfolioma- nagement. Aan de andere kant moet ook worden gezocht naar nieuwe, winstgevende producten, diensten en pmc’s. Ook in tijden van crisis zijn er bedrijven die nieuwe, onderscheidende produc- ten en diensten introduceren die inspelen op wensen van klanten. Een voorbeeld daarvan zijn bouwbedrijven die goed scoren op duurzaamheid. Denk aan energie- zuinige oplossingen en gebruikma- ken van gerecycled materiaal. Steeds vaker hebben deze bedrijven een streepje voor bij opdrachtge- vers. Zeker als die duurzame oplossingen over de levensduur van het gebouw niet meer kosten. Andere bedrijven zetten sterk in op het aanbieden van goedkope producten. Zeker als een low cost assortiment wordt gecombineerd met een beheersing van eigen kosten, kan dat een interessante propositie zijn in tijden van crisis. Maar ook nieuwe proposities rond het verkopen en installeren van zonnepanelen, waar de totale financiering voor een klant wordt geregeld en alleen zijn dak wordt ‘gehuurd’, zijn voorbeelden van uitbreidingen van het portfolio die het goed doen in de crisis. Door slimme uitbreidingen van het portfolio, gericht op wensen van klanten, kunnen de omzet en de winstgevendheid sterk worden vergroot. De voordelen van goed portfolioma- nagement zullen duidelijk zijn. Echter, de weg naar een goed portfolio is niet eenvoudig. Portfo- liomanagement is een complex vakgebied en vereist begrip van strategie, marketing, supply chain management en financiën. Het organiseren van het traject om portfolio’s te rationaliseren vergt investeringen (in tijd). Het betrek- ken van de juiste mensen met de geschikte competenties bij het traject is cruciaal. Maar de opbrengsten van een goede portfolio zijn het waard om juist in deze tijden te investeren in een managment ervan. Wouter de Wolf Senior adviseur bij Berenschot. Samen met Klaas de Gier (marketing- manager Rabobank) en Martijn Laar (senior consultant RWE Consulting) schreef hij het boek ‘Succesvolle portfolio’s, portfoliomanagement in de praktijk’, onlangs verschenen bij Sdu. De weg naar een goed portfolio is complex Optimaliseer het onderhouds- en renovatiebeleid Door kennis over materiaaleigen- schappen en verouderingsgedrag te projecteren op de hele woningvoor- raad, kunnen woningcorporaties onderhoud en renovatie beter plannen en budgetteren. In een tijd dat budgetten voor onderhoud en renovatie onder druk staan, zoeken woningbouwcorpora- ties naar manieren om hun geld optimaal in te zetten. In plaats van vaste termijnen voor het schilderen van de kozijnen, zouden ze ook rekening moeten houden met de actuele staat van het materiaal en de levensduur van nieuwe verfsoorten. En uiteraard maakt het verschil wat de plannen zijn: gaan we saneren, verkopen of renoveren en op welke termijn staat dat te gebeuren? Gegevens over woningvoorraad en bewoners zijn er genoeg. Onder- houdspartijen inspecteren de staat van de kozijnen, energie-adviseurs inventariseren de kwaliteit van de installaties en de eigen woondienst meet periodiek het binnenmilieu en de klanttevredenheid. Ook inspectie- methodieken en kennis over degradatie en nieuwe materialen zijn – mede dankzij onderzoek en industrie – binnen handbereik. De ontbrekende schakel is het combine- ren van deze kennis met een be- stand van vele duizenden woningen om strategische conclusies te trekken. Daar lijkt nu verandering in te komen. In het Platform voor Renovatie- en Onderhoudsbeleid koppelt VABI expertise van woning- corporaties met kennis van TNO, waardoor de effecten op de individu- ele woningvoorraad direct inzichte- lijk zijn. Gebruikers krijgen een helder antwoord op de vraag wat de consequenties zijn van 20 procent budgetreductie: is dit een verstan- dige efficiëntieslag of zie je dat direct terug in de kwaliteit van de woningen en loop je aanzienlijke risico’s in de toekomst? Misschien kan het de rol van de corporaties veranderen. In plaats van eens per vijf jaar een schilder in te huren voor een kwast over de kozijnen, kunnen ze onderhoudspar- tijen en toeleveranciers een gegaran- deerde kwaliteit voor de komende twintig jaar vragen. De koplopers zijn er klaar voor: onder- houdspartijen zijn bereid garanties af te geven, toeleveranciers ontwik- kelen onderhoudsvrije bouwdelen, nieuwe materialen met betere eigenschappen zijn in ontwikkeling. Niet alleen bereiken we in het onderhoudsbeleid een optimum tussen kwaliteit, kosten en risico’s, we creëren ook ruimte voor rende- ment en innovatie in de bouwkolom. Ir. Dick Schmidt Algemeen directeur Gebouwde Omge- ving, TNO www.tno.nl WETENSCHAP COLUMN / VERHOEVEN Ondernemers De Explosieven Opruimingsdienst! Daar dacht ik aan toen Cobouw sensationeel kopte: ‘Bom onder Bouwend Nederland’. Zouden de vier musketiers met als woordvoerder Bertje de elektricien, wel beseffen dat ze met hun actie geen bouwers, maar slopers vertegenwoordigen? Wat dat betreft mag BAM- bestuursvoorzitter Nico de Vries een bouwpluim krijgen. Ondanks de bij hem ook beroerde jaarcijfers houdt hij tenminste zijn hoofd koel en noemt terecht de actie van zijn collega-concurrenten ‘volstrekt contraproductief’. Het is ronduit beschamend om achteraf de procedure, het zoekprofiel en de voorzitterskeuze waar ze volgens mij zelf in conclaaf bij betrokken waren, te bekritiseren. Hun wens om een ondernemer de inmiddels publicitaire strontkar te laten trekken gaat blijkbaar voorbij aan de primaire vraag waar een ideale voorzitter aan moet voldoen. Kernbegrippen en eigenschappen zoals empathie, communicatieve vaardigheden, goed kunnen luisteren, creatief, representativi- teit en niet te vergeten boerenver- stand, zouden de sleutels van het zoekprofiel moeten zijn. Nou, ik ken maar weinig ondernemers die een slot hebben waar die loper op past. Misschien is het zelfs nog wel belangrijker om gefrustreerde kikkers in de kruiwagen te kunnen houden en een creatief inspirator te zijn voor de directie, zonder op diens stoel te gaan zitten. Dat de branchevereniging (waar stille diplomatiek het toverwoord is) één ondoorzichtige versufte ambtenarenclub is, kan geen nieuw feit zijn voor de ‘grote boys’. Verhagen moet in ieder geval met zijn recente CDA-ervaring en de connecties die hij daar nog heeft, in staat zijn om te achterhalen waarom de achterban zich heeft ver- vreemd van de uitvoeringsor- ganisatie. Daarnaast lijkt het mij verstandig om de regenten in het bestuur te vervangen door aannemers die nu het grootste commentaar hebben. Hoe zou de organisatie functioneren als belangrijke posten binnen de organisatie van BN worden bezet door recalcitran- te ondernemers die zelf met hun poten in de klei hebben gestaan en zonder schroom af en toe de vakbonden venijnig een pootje durven te lichten. Het wordt hoog tijd dat ze mij eens polsen. Ik ben ervan overtuigd dat de tandem Verhagen-Verhoeven Bouwend Nederland kan hervormen tot een echte belangenorganisatie. Mogelijk moeten we wel met de vakbonden in overleg voor een afvloeiingsregeling. Het zij zo. Harry Verhoeven Studio Eyckehorst Reageer op de column via mail, twitter of www.cobouw.nl/htcobouw

description

 

Transcript of 1 cob p13_048-14-03-2013

Page 1: 1 cob p13_048-14-03-2013

13OPIN I EDonderdag 14 maart 2013Cobouw 48

Tussen het splinternieuwe winkelcen-trum en het stadion van NAC in Breda zijn 3 meter hoge opvouwbare stalen veiligheidsschermen aangebracht. Ze

Stalen schermenbij stadion NAC

wegen 400 kilo per stuk. Tijdens voetbalwedstrijden scheiden de schermen supporters van het win-kelcentrum. Foto:Erald van der Aa

Juist nu investeren in goed beheer portfolioInvesteren in een goede productportfolio kan belang-rijk zijn voor de winstont-wikkeling. Aan de ene kant betekent dat stoppen met verlieslatende producten, diensten en pmc’s. Aan de andere kant kunnen nieuwe producten en diensten worden ontwikkeld, waaraan juist in tijden van crisis be-hoefte bestaat, weet Wouter de Wolf.

Op korte termijn wordt een opleving van de bouw niet ver-wacht. Daarom is het belangrijk niet-goed lopende producten, diensten en product-marktcombina-ties te saneren. Een boosdoener in het huidige zwakke portfoliomanagement is productproliferatie. Hierdoor worden (meestal onder druk van verkoop) meer producten aan het portfolio toegevoegd dan uitgefa-seerd. Dit is een wijdverspreid probleem dat door het wegblijven van een strategisch productportfo-lio blijft toenemen. Uit onderzoek blijkt dat veel industriële bedrijven moeite hebben met productproliferatie. Jaarlijks neemt de productrange van industriële bedrijven toe met gemiddeld 10 procent, ondanks dat het verkoopeffect door de crisis met 20 tot 40 procent afneemt. Dit komt doordat bij 60 procent van de industriële bedrijven geen expli-ciete productstrategie aanwezig is. Zonder strategisch portfolioma-nagement blijft deze structurele wildgroei onopgelost en komt het bedrijfsresultaat onnodig onder druk te staan. Er zijn in vele branches voorbeelden hoe portfoliomanagement de

winstgevendheid verbeterde. Unilever ging in zijn Path to growth-programma bijvoorbeeld terug van 1600 naar vierhonderd merken. Een significante reactie op een bewustere inzet van portfolio-management. Ook bij banken dreven teruglopende marges, consumentenonbegrip en over-heidsregels tot een forse simplifica-tie van de portfolio. Om tot een goede rationalisatie van het portfolio te komen is het uitvoeren van een goede financiële analyse cruciaal. De vraag is: waar wordt het geld nu verdiend en waar ‘stroomt het eruit’? Na zo’n analyse is het de vraag welke onderdelen van het portfolio echt gesaneerd kunnen worden. Want ook slecht lopende onderdelen kunnen bijdrage hebben, omdat zij synergie hebben met andere producten in

het assortiment of van belang zijn voor het merk. Kostenbeheersing is niet de enige uitkomst van goed portfolioma-nagement. Aan de andere kant moet ook worden gezocht naar nieuwe, winstgevende producten, diensten en pmc’s. Ook in tijden van crisis zijn er bedrijven die nieuwe, onderscheidende produc-ten en diensten introduceren die inspelen op wensen van klanten. Een voorbeeld daarvan zijn bouwbedrijven die goed scoren op duurzaamheid. Denk aan energie-zuinige oplossingen en gebruikma-ken van gerecycled materiaal. Steeds vaker hebben deze bedrijven

een streepje voor bij opdrachtge-vers. Zeker als die duurzame oplossingen over de levensduur van het gebouw niet meer kosten. Andere bedrijven zetten sterk in op het aanbieden van goedkope producten. Zeker als een low cost assortiment wordt gecombineerd met een beheersing van eigen kosten, kan dat een interessante propositie zijn in tijden van crisis. Maar ook nieuwe proposities rond het verkopen en installeren van zonnepanelen, waar de totale financiering voor een klant wordt geregeld en alleen zijn dak wordt ‘gehuurd’, zijn voorbeelden van uitbreidingen van het portfolio die het goed doen in de crisis. Door slimme uitbreidingen van het portfolio, gericht op wensen van klanten, kunnen de omzet en de winstgevendheid sterk worden vergroot.De voordelen van goed portfolioma-nagement zullen duidelijk zijn. Echter, de weg naar een goed portfolio is niet eenvoudig. Portfo-liomanagement is een complex vakgebied en vereist begrip van strategie, marketing, supply chain management en financiën. Het organiseren van het traject om portfolio’s te rationaliseren vergt investeringen (in tijd). Het betrek-ken van de juiste mensen met de geschikte competenties bij het traject is cruciaal. Maar de opbrengsten van een goede portfolio zijn het waard om juist in deze tijden te investeren in een managment ervan.

Wouter de Wolf Senior adviseur bij Berenschot.Samen met Klaas de Gier (marketing-manager Rabobank) en Martijn Laar (senior consultant RWE Consulting) schreef hij het boek ‘Succesvolle portfolio’s, portfoliomanagement in de praktijk’, onlangs verschenen bij Sdu.

“ De weg naar een goed portfolio is

complex

Optimaliseer het onderhouds- en renovatiebeleid Door kennis over materiaaleigen-schappen en verouderingsgedrag te projecteren op de hele woningvoor-raad, kunnen woningcorporaties onderhoud en renovatie beter plannen en budgetteren.

In een tijd dat budgetten voor onderhoud en renovatie onder druk staan, zoeken woningbouwcorpora-ties naar manieren om hun geld optimaal in te zetten. In plaats van vaste termijnen voor het schilderen van de kozijnen, zouden ze ook rekening moeten houden met de actuele staat van het materiaal en de levensduur van nieuwe verfsoorten. En uiteraard maakt het verschil wat de plannen zijn: gaan we saneren, verkopen of renoveren en op welke termijn staat dat te gebeuren? Gegevens over woningvoorraad en bewoners zijn er genoeg. Onder-houdspartijen inspecteren de staat van de kozijnen, energie-adviseurs inventariseren de kwaliteit van de installaties en de eigen woondienst meet periodiek het binnenmilieu en de klanttevredenheid. Ook inspectie-methodieken en kennis over degradatie en nieuwe materialen zijn – mede dankzij onderzoek en industrie – binnen handbereik. De ontbrekende schakel is het combine-ren van deze kennis met een be-stand van vele duizenden woningen om strategische conclusies te trekken. Daar lijkt nu verandering in te

komen. In het Platform voor Renovatie- en Onderhoudsbeleid koppelt VABI expertise van woning-corporaties met kennis van TNO, waardoor de effecten op de individu-ele woningvoorraad direct inzichte-lijk zijn. Gebruikers krijgen een helder antwoord op de vraag wat de consequenties zijn van 20 procent budgetreductie: is dit een verstan-dige efficiëntieslag of zie je dat direct terug in de kwaliteit van de woningen en loop je aanzienlijke risico’s in de toekomst?Misschien kan het de rol van de corporaties veranderen. In plaats van eens per vijf jaar een schilder in te huren voor een kwast over de kozijnen, kunnen ze onderhoudspar-tijen en toeleveranciers een gegaran-deerde kwaliteit voor de komende twintig jaar vragen. De koplopers zijn er klaar voor: onder-houdspartijen zijn bereid garanties af te geven, toeleveranciers ontwik-kelen onderhoudsvrije bouwdelen, nieuwe materialen met betere eigenschappen zijn in ontwikkeling. Niet alleen bereiken we in het onderhoudsbeleid een optimum tussen kwaliteit, kosten en risico’s, we creëren ook ruimte voor rende-ment en innovatie in de bouwkolom.

Ir. Dick SchmidtAlgemeen directeur Gebouwde Omge-ving, TNOwww.tno.nl

WETENSCHAP

COLUMN / VERHOEVENOndernemers

De Explosieven Opruimingsdienst! Daar dacht ik aan toen Cobouw sensationeel kopte: ‘Bom onder Bouwend Nederland’. Zouden de vier musketiers met als woordvoerder Bertje de elektricien, wel beseffen dat ze met hun actie geen bouwers, maar slopers vertegenwoordigen? Wat dat betreft mag BAM-bestuursvoorzitter Nico de Vries een bouwpluim krijgen. Ondanks de bij hem ook beroerde jaarcijfers houdt hij tenminste zijn hoofd koel en noemt terecht de actie van zijn collega-concurrenten ‘volstrekt contraproductief’. Het is ronduit beschamend om achteraf de procedure, het zoekprofiel en de voorzitterskeuze waar ze volgens mij zelf in conclaaf bij betrokken waren, te bekritiseren. Hun wens om een ondernemer de inmiddels publicitaire strontkar te laten trekken gaat blijkbaar voorbij aan de primaire vraag waar een ideale voorzitter aan moet voldoen. Kernbegrippen en eigenschappen zoals empathie, communicatieve vaardigheden, goed kunnen luisteren, creatief, representativi-teit en niet te vergeten boerenver-stand, zouden de sleutels van het zoekprofiel moeten zijn. Nou, ik ken maar weinig ondernemers die een slot hebben waar die loper op past. Misschien is het zelfs nog wel belangrijker om gefrustreerde kikkers in de kruiwagen te kunnen houden en een creatief inspirator

te zijn voor de directie, zonder op diens stoel te gaan zitten. Dat de

branchevereniging (waar stille diplomatiek het toverwoord is) één ondoorzichtige versufte ambtenarenclub is, kan geen nieuw feit zijn voor de ‘grote boys’. Verhagen

moet in ieder geval met zijn recente CDA-ervaring

en de connecties die hij daar nog heeft, in staat zijn

om te achterhalen waarom de achterban zich heeft ver-vreemd van de uitvoeringsor-

ganisatie. Daarnaast lijkt het mij verstandig om de

regenten in het bestuur te vervangen door aannemers

die nu het grootste commentaar hebben. Hoe zou de organisatie functioneren als belangrijke posten binnen de organisatie van BN worden bezet door recalcitran-te ondernemers die zelf met hun poten in de klei hebben gestaan en zonder schroom af en toe de vakbonden venijnig een pootje durven te lichten. Het wordt hoog tijd dat ze mij eens polsen. Ik ben ervan overtuigd dat de tandem Verhagen-Verhoeven Bouwend Nederland kan hervormen tot een echte belangenorganisatie. Mogelijk moeten we wel met de vakbonden in overleg voor een afvloeiingsregeling. Het zij zo.

Harry VerhoevenStudio Eyckehorst

Reageer op de column via mail, twitter of www.cobouw.nl/htcobouw