1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende...

41
1

Transcript of 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende...

Page 1: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

11

Page 2: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

22

• Inleiding

• Richtlijnen

• Grenswaarden

• Prevalentie

• Diagnostiek

• Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek

• Wanneer behandelen?

• Wie komt voor behandeling in aanmerking?

Page 3: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

33

Waar doen we het allemaal voor?

Massaal bloeddrukken meten, mensen met verhoogde bloeddruk opsporen en in veel gevallen behandelen?

Page 4: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

44

SlideE972095A 3

SD3315 03/11/98

3

Atherosclerose: Atherosclerose:

•• Arteriosclerose met lipiden stapeling in de Arteriosclerose met lipiden stapeling in de vaatwandvaatwand

2L

Atherosclerose Atherosclerose van de aortavan de aorta

AtheroscleroseAtherosclerose

Page 5: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

55

SlideE972095A 12

SD3315 03/11/98

12

Plaatjes activatie en samenklontering

Plaque ruptuur

Trombogene weefselcomponenten

Plaatjes aanhechting

3

Stimulatie

TrombogeneseTrombogenese

Page 6: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

66

SlideE972095A 16

SD3315 03/11/98

16

Stabiele angina pectoris

Acuut coronair syndroom (ACS)

• instabiele angina pectoris

• non-Q-wave myocardinfarct

• Q- wave myocardinfarct

Coronaire atherotromboseCoronaire atherotrombose

Page 7: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

77

• • NHG-Standaard CV-risicomanagement, herziening november 2006• BHS-Nice richtlijnen Hypertension • Farmacotherapeutisch kompas 2007.

Page 8: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

88

• Verhoogde bloeddruk neemt toe met de leeftijd

- In de groep van 18 tot 25 jaar: 2-6%

- In de groep van 55 tot 59 jaar: 25-32%

NB: Deze cijfers zijn gebaseerd op de oude, hogere grenswaarden. Met de nieuwe grenswaarden liggen de prevalentiecijfers in alle leeftijdsgroepen hoger.

Page 9: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

99

• Vaak wordt verhoogde bloeddruk gevonden als ‘toevalsbevinding’

• ‘Case-finding’ (NHG-Standaard) versus ‘screening’ (bevolkingsonderzoek)

• Metingen door arts of assistent(e) nog sterk bepalend

• Voldoende aantal metingen is van belang (bloeddruk varieert sterk)

• Onder voorwaarden kan bij diagnostiek (en vervolgbeleid) gebruik worden gemaakt van thuismetingen door patiënt zelf

Page 10: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1010

• Anamnese (familieanamnese, beroep, beweging, roken, drop, alcohol, oestrogeentherapie,orale corticosteroïden, NSAID’s)

• Lichamelijk onderzoek (lengte/gewicht/Quetelet-index, auscultatie hart. Verder lichamelijk onderzoek op

indicatie: onderzoek longen bij dyspneu, vaatonderzoekbij claudicatioklachten)

Page 11: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1111

Bloed: nuchter glucose, totaalcholesterol (TC) enBloed: nuchter glucose, totaalcholesterol (TC) en TC/HDL-ratio, creatinine, kalium TC/HDL-ratio, creatinine, kalium

Ochtendurine op eiwit (ter uitsluiting van Ochtendurine op eiwit (ter uitsluiting van verminderde nierfunctie)verminderde nierfunctie)

ECG alleen op indicatieECG alleen op indicatie

Page 12: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1212

• Patienten met doorgemaakt HVZ of DM2.• Patienten met bekend SBD ≥ 40 mmHg.• Patienten met totaal cholesterol (TC) ≥ 6,5 mmol/l• Rokende mannen ≥ 50 jaar of rokende vrouwen ≥ 55 jaar.

Page 13: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1313

• Patienten zonder HVZ en DM2• Bij SBD ≥ 180 mmHg altijd medicatie

•Afhankelijk van 10 jaarsrisico sterfte door HVZ ≥ 10% (zie ook grafiek risicotabellen)

•Mannen (niet rokers, >60 jaar, cholesterol/HDL >6) SBD > 180 mmHg•Mannen (rokers, >60 jaar, cholesterol/HDL >6) SBD > 140 mmHg•Vrouwen (niet rokers, >65 jaar, cholesterol/HDL >8) SBD > 160 mmHg•Vrouwen (Rokers, >60 jaar, cholesterol/HDL >8) SBD > 160 mmHg

• Patienten met HVZ•SBD ≥ 140 mmHg

• Patienten met DM2•SBD ≥ 140 mmHg

Page 14: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1414

Page 15: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1515

Page 16: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1616

1. Diuretica

2. Betablokkers

3. ACE-remmers, AIIA of Calcium antagonisten

Page 17: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1717

Behandeling bij BD Behandeling bij BD ≥ 160/100 mmHg.≥ 160/100 mmHg.

Reduceer BD naar min. 140/85 mmHg.Reduceer BD naar min. 140/85 mmHg.

Bij co-morbiditeit nog belangrijker om Bij co-morbiditeit nog belangrijker om target BD te bereiken. target BD te bereiken.

Page 18: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1818

Jonger (<55 jaar *)Jonger (<55 jaar *) Ouder (>55 jaar)Ouder (>55 jaar)BlankBlank NegroïdeNegroïde

Stap 1Stap 1 A of BA of B C of DC of D Stap 2Stap 2 A (of B)A (of B) ++ C of DC of D Stap 3Stap 3 A A + + C + C + DD Stap 4Stap 4 voeg toevoeg toe

TherapieresistenteTherapieresistente of of α-blokkerα-blokkerhypertensiehypertensie of of spironolacton spironolacton

of of ander diureticum ander diureticum

A: ACE-remmer of angiotensine-II-antagonist (AII-antagonist)A: ACE-remmer of angiotensine-II-antagonist (AII-antagonist) B: bètablokkerB: bètablokker C: calciumantagonistC: calciumantagonist D: diureticumD: diureticum

* Leeftijd indeling is afhankelijk van reninesysteem welke bij het ouder worden * Leeftijd indeling is afhankelijk van reninesysteem welke bij het ouder worden minder effectief wordt.minder effectief wordt.

RAAS systeem

Page 19: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

1919

Page 20: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2020

Page 21: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2121

•Basis grenswaarden conform NHG cardiovasculair risicomanagement

•Patienten zonder HVZ en DM2• Bij SBD ≥ 180 mmHg altijd medicatie

•Afhankelijk van 10 jaarsrisico sterfte door HVZ ≥ 10% (zie ook grafiek risicotabellen)

•Mannen (niet rokers, >60 jaar, cholesterol/HDL >6) SBD > 180 mmHg•Mannen (rokers, >60 jaar, cholesterol/HDL >6) SBD > 140 mmHg•Vrouwen (niet rokers, >65 jaar, cholesterol/HDL >8) SBD > 160 mmHg•Vrouwen (Rokers, >60 jaar, cholesterol/HDL >8) SBD > 160 mmHg

Page 22: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2222

•Basis grenswaarden conform NHG cardiovasculair risicomanagement

patientengroepen 1e keus alternatief streefwaarden SBD

> 60 jaar thiazide calcium antagonist 140diabetes mellitus ace thiazide of BB 140vochtretentie of hartfalen thiazide ace 140a.p. of palpaties BB calcium antagonist 140Chronische nierziekte ace thiazide 130Negroide ras thiazide calcium antagonist 130Zwangerschap labetalol Methyldopa

nifedipineketanserine

Page 23: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2323

UKPDS: mannen 50-54 jr. alle diabetische complicaties, 10 jr. DM2

Page 24: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2424

• Meta-analyse: 10 studies, 16.164 patiënten

• 2/3 genormaliseerd met alleen diuretica,

1/3 met alleen β- blokkers

• Sterfte alle oorzaken: 14% door diuretica,

β-blokkers geen effect • Kans op CVA 39 % diuretica, β-blokkers 26%

• Myocardinfarct 26% diuretica,

β-blokkers geen effect

• Behandeling met beide: kansen tusseninMesserli et al. JAMA

1998;279:1903-1907

Page 25: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2525

Studie STOP-Hypertension-2: 6614 oudere (Studie STOP-Hypertension-2: 6614 oudere (≥≥76) patiënten76) patiënten Subgroepanalyse van 2280 patiënten met geïsoleerde systolische Subgroepanalyse van 2280 patiënten met geïsoleerde systolische

hypertensiehypertensie definitie: systolisch >160 mmHg, diastolisch <95 mmHgdefinitie: systolisch >160 mmHg, diastolisch <95 mmHg 3 behandelgroepen: bètablokkers of diuretica; ACE-remmers; 3 behandelgroepen: bètablokkers of diuretica; ACE-remmers;

calciumantagonistencalciumantagonisten

ConclusieConclusie Oudere patiënten met geïsoleerde systolische hypertensie Oudere patiënten met geïsoleerde systolische hypertensie

behandeld met calciumantagonist of ACE-remmer duidelijk behandeld met calciumantagonist of ACE-remmer duidelijk minder CVA’s vergeleken met bètablokker of diureticum minder CVA’s vergeleken met bètablokker of diureticum behandeling (statistisch significante risicoreductie, STOP-studie).behandeling (statistisch significante risicoreductie, STOP-studie).

Page 26: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2626

• Onzorgvuldige bloeddrukmeting

• Wittejashypertensie

• Onderbehandeling

• Gebrek aan therapietrouw

• Bloeddrukverhogende stoffen

• Bloeddrukverhogende omstandigheden

• Secundaire hypertensie

Page 27: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2727

Aneroïde meter of oscillometrisch, bovenarm!

Doktersassistente & zelf

Thuis! en heel

soms ambulant

1. Welk apparaat?

2. Door wie?

3. Waar?

Page 28: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2828

Page 29: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

2929

• Steroïden

• Alcohol

• Amfetaminen, vermageringsmiddelen

• Cafeïne

• Cocaïne

• Ciclosporine

• Erytropoëtine

• Drop

• NSAID’s

• Orale anticonceptie

Page 30: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3030

• Paniekstoornissen, hyperventilatie, ernstige depressie

• Delier, met onrust en sympathicusstimulatie

• Hyperinsulinisme met insulineresistentie

• Obesitas

• Pijn

• Slaapapneu (OSAS)

• Roken

Page 31: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3131

• Belaste familieanamnese

• Dyslipidemie

• Roken

• Stress

• Overgewicht

• Diabetes mellitus type 1 of 2

• Zittend bestaan

• Inname van foute stoffen (zout, drop, zoethoutthee)

Page 32: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3232

Genetische factoren spelen een rol bij het ontstaan van hypertensie en atherosclerose

Page 33: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3333

• Beïnvloedbare risicofactor

- dieet- medicatie

Geen effecten op de bloeddruk

Page 34: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3434

• Carcinoominductie: long, mond, tong, keel, maag, blaas, colon, huid

• Verdubbeling coronaire hartziekten

Stoppen geeft na één jaar reeds 50% risicodaling

Na drie jaar niet roken is het risico gelijk aan dat vanniet-rokers

• Stoppen leidt tot risicovermindering coronaire hartziekte

Page 35: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3535

• Werkt bloeddrukverhogend via adrenaline encatecholaminen

• Stressgerelateerde hypertensie is serieuze hypertensie

Page 36: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3636

• 12% van de Nederlandse bevolking heeft obesitas (BMI >30 kg/m²)

• Hangt samen met: - diabetes mellitus type 2- hypertensie- gewrichtsklachten- verlies aan productiviteit

• Oorzaak: - afname energieverbruik- toename voedselinname

• Effectief afvallen = langzaam afvallen (caloriebeperking van 400 kcal per dag) en meer bewegen

Page 37: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3737

BMI 20 24 28 30

Systolisch 138 145 151 157

Diastolisch 76 82 87 92

Page 38: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3838

• Diabetes mellitus type 1 en diabetes mellitus type 2 zijnbelangrijke additionele risicofactoren voor hart- envaatziekten

Geen directe invloed op de bloeddruk

• Bewegen- vergroot calorieënverbruik- geeft afname van de insulineresistentie met gunstige

metabole effecten als gevolg, zoals daling van debloeddruk

- 30/60 minuten stevig wandelen per dag reduceert hetsterfterisico met 47%

Page 39: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

3939

• Drop en zoethout bevatten glycyrrhizinezuur (pseudo-Conn-syndroom)

• Vegetariërs hebben gemiddeld een lagere bloeddruk

• Zout: 30-40% van de hypertensiegevallen is zoutgevoelige hypertensie

- demografische en raciale verschillen- meestal bij adipositas

Page 40: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

4040

• Omega-3-vetzuren: vis, zonnebloemolie

verbetering lipidenspectrum daling van de bloeddruk

• GISSI-trial: voedingsinterventie alleen geeft;

70% afname acute hartdood 40% afname cardiovasculaire events

Superieur aan geneesmiddelen

Page 41: 1. 2 Inleiding Richtlijnen Grenswaarden Prevalentie Diagnostiek Lichamelijk onderzoek en aanvullende diagnostiek Wanneer behandelen? Wie komt voor behandeling.

4141

Niet-medicamenteuze 'tools' bij de behandeling van hypertensie:

'lifestyle modification'

• niet roken• beperkt alcohol• afvallen• bewegen• gezond eten (2 à 3 keer per week vette vis)• weinig zout/drop/zoethout• vermijden van stress