ZOK GG Tricht-Geldermalsen

Onderzoek bestuur en school

Vierjaarlijks onderzoek

Datum vaststelling: 12 september 2018

Samenvatting

Minstens één keer in de vier jaar onderzoekt de onderwijsinspectieieder schoolbestuur in Nederland. Het vierjaarlijks onderzoek is ditjaar uitgevoerd bij ZOK GG Tricht-Geldermalsen, het bestuur van deRehobothschool (ZOK).We hebben onderzocht of het bestuur op zijn school zorgt vooronderwijs van voldoende kwaliteit en of het financieel in staat is omook in de toekomst goed onderwijs te blijven verzorgen.

Wat gaat goed?De organisatie kent een duidelijke structuur en is transparantingericht. Alle betrokkenen voeren hun taken met grotebetrokkenheid en verantwoordelijkheid uit. Het bestuur heeft zicht opde kwaliteit van het onderwijs en stelt doelen voor de school. Deschool levert ruim voldoende kwaliteit. Bovendien zien we in allelagen van de organisatie een gerichtheid op ontwikkeling. Bestuur enschool voeren het gesprek met belanghebbenden in en rond deschool. Daarbij heeft het bestuur voldoende geld om het onderwijs nuen in de nabije toekomst te verzorgen.

Wat kan beter?Er zijn kansen in alle lagen van de organisatie om meer het gesprek tevoeren over de processen die moeten leiden tot bepaalde uitkomsten.Nu ligt de aandacht vooral op de gewenste uitkomsten. Door meerover de processen in gesprek te gaan, kan de sturing op verbetering,zowel op bestuursniveau als op schoolniveau, versterkt worden.

Wat moet beter?We hebben geen zaken aangetroffen die beter moeten. Bestuur enschool voldoen aan alle wettelijke vereisten.

Bestuur: ZOK GG Tricht-GeldermalsenBestuursnummer: 42760

School onder bestuur:Rehobothschool ZOK

Totaal aantal leerlingen: 578

BRIN: 04QV

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 2/16

Inhoudsopgave

1. 4Opzet vierjaarlijks onderzoek

2. 6Resultaten onderzoek op bestuursniveau

3. 13Resultaten onderzoek op schoolniveau

4. 15Reactie van het bestuur/de directie

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 3/16

Opzet vierjaarlijks onderzoek1 .

Standaard Onderzocht

Kwaliteitszorg en ambitieKwaliteitszorg en ambitie

KA1 Kwaliteitszorg ●

KA2 Kwaliteitscultuur ●

KA3 Verantwoording en dialoog ●

Financieel beheerFinancieel beheer

FB1 Continuiteit ●

FB2 Doelmatigheid

FB3 Rechtmatigheid ●

De inspectie heeft in mei 2018 een vierjaarlijks onderzoek uitgevoerdbij het bestuur van de Rehobothschool. In een vierjaarlijks onderzoekstaat de volgende vraag centraal: is de sturing op kwaliteit op orde enis er sprake van deugdelijk financieel beheer?Het onderzoek wordt uitgevoerd aan de hand van vier deelvragen:

1. Heeft het bestuur/directie doelen afgesproken met de school,heeft het voldoende zicht op de onderwijskwaliteit en stuurt hetop de verbetering van de onderwijskwaliteit?

2. Heeft het bestuur/directie een professionele kwaliteitscultuur enfunctioneert het transparant en integer?

3. Communiceert het bestuur/directie actief over de eigenprestaties en ontwikkelingen en die van zijn school?

4. Is het financieel beheer deugdelijk?

WerkwijzeHet onderzoek is uitgevoerd op twee niveaus: op bestuursniveau enop schoolniveau.

Op het niveau van het bestuur richt het onderzoek zich met de vierdeelvragen op de standaarden binnen de kwaliteitsgebiedenKwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer.

Om deze te kunnen beoordelen doen we niet alleen onderzoek op hetniveau van het bestuur, maar onderzoeken we tevens deonderwijskwaliteit van de school waarvoor het verantwoordelijk is.

Het verificatieonderzoek is onderdeel van het onderzoek naar dekwaliteitszorg op bestuursniveau. We voeren het in de eerste plaatsuit om vast te stellen of het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg en ambitievoldoende is. Het onderzoek laat zien of het bestuur voldoendeinformatie heeft over de school en of sturing op de kwaliteit door hetbestuur ook in de praktijk werkt. Het geeft ons in de tweede plaatszicht op de onderwijskwaliteit van de school.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 4/16

Tijdens het verificatieonderzoek op de Rehobothschool onderzochtenwij de volgende standaarden: Zicht op ontwikkeling en Didactischhandelen. In overleg met het bestuur hebben we, verbonden aan degenoemde standaarden, het thema ‘verantwoording eneigenaarschap’ meegenomen in ons onderzoek.

OnderzoeksactiviteitenOm antwoord te geven op de onderzoeksvragen hebben wedocumenten geanalyseerd en gesprekken gevoerd met sleutelfigurenbinnen de organisatie. We hebben gesproken met de schoolleider, eenteamleider en intern begeleiders, leerlingen, ouders en leraren enverschillende lessen bezocht. Daarnaast hebben we het gesprekgevoerd met het bestuur, de raad van toezicht en demedezeggenschapsraad.

LeeswijzerIn hoofdstuk 2 staan de oordelen op de standaarden uit dekwaliteitsgebieden kwaliteitszorg en ambitie en financieel beheer opbestuursniveau. Ook de afspraken over het vervolgtoezicht zijnopgenomen in hoofdstuk 2. Hoofdstuk 3 gaat in op de resultaten vanhet verificatieonderzoek op de Rehobothschool. In hoofdstuk 4 is dereactie van het bestuur op het onderzoek en de rapportageopgenomen.

Legenda

Beoordelingen zoals ze in derapportages wordenweergegeven:

Kwaliteitsgebieden:

G Goed

V Voldoende

O Onvoldoende

K Kan beter

Onderwijsproces

Schoolklimaat

Onderwijsresultaten

Kwaliteitszorg en ambitie

Financieel beheer

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 5/16

Resultaten onderzoek opbestuursniveau

2 .

In dit hoofdstuk geven we de resultaten weer van het onderzoek opbestuursniveau: de oordelen op de standaarden in de gebiedenKwaliteitszorg en ambitie en Financieel beheer.

In onderstaande figuur is weergegeven in hoeverre onze oordelenovereenkomen met het beeld dat het bestuur zelf heeft van degerealiseerde kwaliteit op de school en in hoeverre het beleid van hetbestuur doorwerkt tot op schoolniveau. Omdat dit aspect samenvaltmet de kwaliteitszorg, de kwaliteitscultuur en verantwoording endialoog op schoolniveau, laten we dit aspect achterwege bij deresultaten van het verificatieonderzoek op de Rehobothschool.

Samenvattend oordeelDe sturing op kwaliteit is op orde en er is sprake van deugdelijkfinancieel beheer. Het bestuur heeft voldoende zicht op deonderwijskwaliteit van de school en stuurt op verbetering. Hetbestuur kenmerkt zich dan ook door een professionele

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 6/16

kwaliteitscultuur. Er zijn heldere afspraken over taken, bevoegdhedenen verantwoordelijkheden en betrokkenen zetten zich gezamenlijk inom deze met elkaar uit te voeren. Opvallend zijn de gerichtheid opontwikkeling en de gezamenlijkheid waarmee betrokkenen werkenaan de duurzame versterking van de organisatie. Het bestuurcommuniceert bovendien actief over de eigen prestaties enontwikkelingen en die van zijn school. Tenslotte heeft het bestuurvoldoende geld om de voortgang van het onderwijs op zijn schoolveilig te stellen.

2.1. Kwaliteitszorg en ambitie

In de onderstaande tabel geven wij de oordelen en/of waarderingenweer op de standaarden van het kwaliteitsgebied Kwaliteitszorg enambitie, waarbij wij antwoorden geven op drie deelvragen.

In het eerste vierjaarlijks onderzoek op bestuursniveau geven we inhet funderend onderwijs geen oordeel op het kwaliteitsgebiedKwaliteitszorg en ambitie. We geven alleen een oordeel op de driestandaarden afzonderlijk. Aan de hand van deze oordelen geven weeen kwalitatieve beschrijving van het kwaliteitsgebied.

Het bestuur heeft voldoende zicht op de onderwijskwaliteit op deRehobothschoolHet bestuur heeft, door zijn gestructureerde manier van werken,voldoende zicht op de kwaliteit van het onderwijs die zijn schoollevert. Gedurende tien momenten in het schooljaar levert deschoolleider, voorafgaand aan de bestuursvergadering, aan hetbestuur een schriftelijke rapportage (schoolvenster) aan. Deschoolleider en de voorzitter van het bestuur hebben daarnaastfrequent overleg om van elkaar op de hoogte te zijn over lopendezaken. Het bestuur fungeert daarmee ook als klankbord.Daarnaast bezoeken de bestuurders, kerkenraadsleden en leden vande raad van toezicht ongeveer tien keer per jaar in koppels een aantallessen op de school. Bovendien stelt de school uitkomsten vanvragenlijsten aan ouders, leerlingen en personeel beschikbaar aan hetbestuur. De school verantwoordt zich over de doelen door het bestuurtwee keer per jaar de evaluaties van het jaarplan aan te leveren.Hierdoor weet het bestuur wat er speelt op de school.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 7/16

Het bestuur bestaat uit tien leden, waarvan vier leden het dagelijksbestuur vormen. Het bestuur stuurt op afstand en op hoofdlijnen engeeft de dagelijkse leiding in handen van de schoolleider. In de praktijkis zichtbaar dat de schoolleider en het dagelijks bestuur vanuit eengezamenlijke betrokkenheid en met een eigen verantwoordelijkheidoptrekken om goed onderwijs voor de leerlingen te realiseren. De rolvan het bestuur hierbij is het uitzetten van het strategisch beleid,bijvoorbeeld door input te geven over externe ontwikkelingen, die vaninvloed zijn op de school. Dit betreft alle beleidsterreinen, waaronderde financiële (zijn onze ambities rond passend onderwijs op termijnfinancieel haalbaar?) en de onderwijskundige ontwikkelingen (leidenwe op voor de toekomst?). Via het schoolplan formuleert het bestuurhet beleid voor de school. Dit doet het vanaf deze schoolplanperiodedoor alle belanghebbenden te betrekken bij de ontwikkeling van hetplan.

De schoolleider legt op verschillende manieren verantwoording af aanhet bestuur. Ten eerste stelt hij tien keer per jaar een schoolvenster op.In deze rapportage komen vaste onderwerpen terug zoals leerlingen(inclusief resultaten en uitstroomgegevens), personeel, resultaten(waaronder tussentijdse resultaten en ouder-, leerling- enpersoneelstevredenheid) en school (waarondernotulen van teamvergaderingen, verslag van uitgevoerdeklassenbezoeken en terugkoppeling van de MR). Bestuur enschoolleider gaan hierover met elkaar in gesprek.Ten tweede gaan betrokkenen in gesprek over de jaarplannen en deevaluaties daarvan. Aanvullend aan deze vormen van schriftelijkeverantwoording zijn de lesbezoeken die bestuursleden afleggen.

Ongeveer tien keer per jaar bezoeken bestuursleden in koppelslessen. Bestuur, kerkenraadsleden en leden van de raad van toezichthouden op deze manier voeling met wat er in de klassen gebeurt. Ookbieden de lesbezoeken input om het gesprek aan te gaan overuitgangspunten en gemaakte afspraken met de leraren en deschoolleiding.

Bestuur en school denken na over criteria voor goed onderwijs om desturing en het primaire proces verder te versterkenHet bestuur van de Rehobothschool spreekt doelen af met de schoolen stelt cyclisch vast of de school deze doelen haalt. De informatie diehet bestuur van de Rehobothschool verzamelt om zicht te houden opde onderwijskwaliteit en de doelen is vooral kwantitatief van aard(gericht op resultaten). Bestuur en school zijn zich bewust van dekansen die er liggen om de sturing en het primaire proces verder teversterken door tevens gegevens te gaan verzamelen overonderliggende processen.

Het bestuur en de school werken met de systematiek van eenschoolplan met onderliggende jaarplannen. In het schoolplan stellen

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 8/16

zij vooral doelen in termen van resultaten. Zo stellen bestuur enschool bijvoorbeeld doelen voor de leerlingresultaten en voor deoudertevredenheid, de personeelstevredenheid en welbevinden enveiligheid zoals ervaren door leerlingen. Voor de kwaliteit van hetpedagogisch-didactisch handelen stellen bestuur en school nog geenconcrete doelen. Aangezien dit een belangrijke knop is om aan tedraaien denken bestuur en school na over hoe ‘goed onderwijs op deRehobothschool’ eruit ziet. Vanuit een gedeelde visie op leren enonderwijzen kan men een vertaling maken naar wat dit betekent in degroepen in termen van leerkrachtvaardigheden. Door de kwaliteit vanhet pedagogisch-didactisch handelen meer centraal te stellen, werkenbestuur en school aan meerdere sporen tegelijk: het eigenaarschapvan het team neemt toe door de helderheid over welke kwaliteit metelkaar is afgesproken in de lessen, de school kan planmatiger werkenaan de teamontwikkeling en de terugkoppeling van deprocesgegevens aan het bestuur geeft betekenis aan de behaalderesultaten en vergroot de sturingsmogelijkheden.

Een kritische blik van buiten kan bijdragen aan het versterken van desturing op onderwijskwaliteitHet bestuur kan de sturing op de onderwijskwaliteit verder versterkendoor op dit gebied op gezette tijden informatie via objectieve derdente verzamelen.Het bestuur huurt een externe partij in om mee te denken over deinrichting en versterking van de kwaliteitszorg binnen de organisatie.Wat betreft de onderwijskwaliteit is de informatie die het bestuur totzijn beschikking heeft vooral afkomstig van de school. Zoals hierbovenaangegeven, betreft het vooral informatie over de uitkomsten van hetonderwijs. De lesbezoeken die de bestuurders zelf afleggen richtenzich vooral op de identiteit en het pedagogisch klimaat. Hoewel deschool in de gesprekken en bij de lesobservaties heeft laten zien zichtte hebben op waar de school staat en waar de ontwikkelpuntenliggen, is er een risico dat de school een rooskleuriger beeld heeft vande onderwijskwaliteit dan gerechtvaardigd. Zo was het beeld dat naarvoren kwam uit de zelfevaluatie van de school (in juni 2017) positieverdan ons beeld. De school levert zeker voldoende tot ruim voldoendekwaliteit maar er zijn ook nog diverse groeimogelijkheden op deonderzochte standaarden. Door eens in de zoveel jaar eenkwaliteitsanalyse te laten uitvoeren door een onafhankelijke partij,verzamelt het bestuur informatie waarmee het de sturing opverbetering kan versterken. Daarnaast kan de school op deze manierde kwaliteit van haar zelfevaluatie toetsen.

Het bestuur heeft een professionele kwaliteitscultuur en functioneerttransparant en integerHet bestuur van de Rehobothschool heeft zijn organisatie transparanten integer ingericht. We zien een gestructureerde organisatie waarinbetrokkenen zich bewust zijn van de eigen taken,verantwoordelijkheden en bevoegdheden en deze ook uitvoeren.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 9/16

Tevens is het bestuur zich bewust van de zaken die nog aandachtbehoeven om de transparantie verder te verbeteren en de organisatieduurzaam in te richten. We beoordelen de kwaliteitscultuur daaromals voldoende.

De organisatie beschikt over een directiestatuut en een huishoudelijkreglement waarin taken, verantwoordelijkheden en bevoegdhedenvan directeur en bestuur staan uitgewerkt. Het directiestatuut is nietactueel en wordt momenteel, samen met andere documenten van hetbestuur, door een commissie van het bestuur tegen het lichtgehouden. Ondanks het ontbreken van deze schriftelijke onderleggerzien we in andere bestuursdocumenten dat er duidelijke afspraken zijnover de verantwoordelijkheidsverdeling tussen bestuur en directeur.In het huishoudelijk reglement staan onder andere de benoeming enbevoegdheden van het bestuur uitgewerkt.

Binnen de organisatie zijn bestuur en toezicht gescheiden. Deorganisatie heeft een raad van toezicht (hierna: rvt) die bestaat uit vijfpersonen. Het intern toezichtsorgaan heeft een intern toezichtkadervastgesteld. De rvt voert minimaal een keer per jaar uitgebreid overlegmet het bestuur. De rvt geeft aan dat het naleven van de afspraken uithet toezichtkader aandacht verdient; rvt en bestuur zijn in dit proceszoekend naar hun rol. Daarnaast is de rvt zoekend naar welkeinformatie zij van het bestuur wil ontvangen (hiertoe is eenjaarkalender met de informatiebehoefte per beleidsterrein opgesteld)en welke informatie zij eigenstandig wil vergaren om effectief, maartoch op afstand, toezicht te kunnen houden. Vorig jaar zijn decontacten tussen de rvt en de medezeggenschapsraad aangehaald. Dervt en de medezeggenschapsraad zijn voornemens twee keer per jaarmet elkaar in gesprek te gaan. Wanneer zij dit uitvoeren voldoenzij aan de wettelijke verplichting.

Het structureel samen leren binnen de school kan verder versterktwordenBinnen de school zijn duidelijke structuren ingericht dieondersteunend zijn aan een professionele cultuur. De schoolleidingstimuleert en faciliteert leraren om hun bekwaamheid teonderhouden en uit te breiden. Ook hebben leraren een rol in deschoolontwikkeling. De schoolleiding kan het met en van elkaar lerenverder versterken door dit schoolbreed structureel te organiseren.

Leraren op de Rehobothschool worden gestimuleerd en gefaciliteerdom hun bekwaamheid te onderhouden en uit te breiden. Voor deontwikkeling van het personeel zet de school de gesprekkencyclus in.Betrokkenen leggen afspraken over de ontwikkeling vast in hetbekwaamheidsdossier. Daarnaast krijgen leraren de mogelijkheid omzich te specialiseren door opleidingen en cursussen te volgen. Binnende school zijn er diverse overlegstructuren die bijdragen aan deontwikkeling van leraren en het samen leren en verbeteren. Naast het

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 10/16

bouwoverleg organiseert de schoolleiding analysebijeenkomstenwaarin de teamleden gezamenlijk de resultaten analyseren. Vormenvan samen leren op de Rehobothschool zijn collegiale consultatie enintervisie. Collegiale consultatie, waarbij leraren elkaar feedbackgeven naar aanleiding van een lesobservatie, vindt plaats als eenleraar daar behoefte aan heeft. In de onderbouw is de collegialeconsultatie structureel vormgegeven in het kader van het verbeterplankleuteronderwijs. Voorts werken leraren in commissies. Deverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het onderwijs ligt op dezemanier laag in de organisatie. Zo is in het kader van de kernwaardeverantwoording op dit moment de commissie ‘zelfstandigheid’ actief.Deze groep leraren bereidt een beleidsdocument voor waarin de visieop zelfstandigheid en eigen verantwoordelijkheid vorm krijgt, evenalseen voorstel voor de uitwerking ervan in de praktijk. De schoolleidingstimuleert de leraren ook om literatuur te lezen over bepaaldeschoolontwikkelingsthema’s om hier vervolgens met elkaar over ingesprek te gaan.

Samengevat zijn er structuren in de school die bijdragen aan deverdere ontwikkeling van de professionele cultuur. Er liggen kansenvoor de school om het met en van elkaar leren verder te versterken. Inhet bijzonder doelen we op het structureel stimuleren en organiserenvan lesobservaties tussen leraren, waarbij leraren samen (leren)reflecteren op hun lesgeven en elkaar feedback (leren) geven. Hetgebruiken van videobeelden, zoals de school doet bij nieuwe leraren,is een manier om het gesprek over het pedagogisch-didactischhandelen verder te verdiepen. Geven van vertrouwen enerzijds en hetstimuleren van de ontwikkeling van de leraren anderzijds kunnenhierbij hand in hand gaan.

Het bestuur communiceert over de eigen prestaties en ontwikkelingenen die van zijn schoolZowel het bestuur als de school zoeken actief de dialoog op metverschillende belanghebbenden, waaronder de kerkenraden en deouders. Het bestuur stelt jaarlijks een bestuursverslag op waarin hetzich verantwoordt aan de belanghebbenden. Ook organiseert hetbestuur tegenspraak door ouders en leraren in toenemende mate tebetrekken bij beleids-en besluitvorming, via demedezeggenschapsraad. De directie legt periodiek verantwoording afaan het bestuur over de resultaten van het gevoerde beleid. Hetbestuur legt op zijn beurt verantwoording af aan de ouders en overigebelanghebbenden over het gevoerde beleid en de behaalde resultatentijdens de jaarvergadering. Dit doet het bestuur door jaarlijks eenbestuursverslag op te stellen en hierover metouders in gesprek te gaan. Het intern toezicht heeft binnen hetbestuursverslag een eigen onderdeel waarin zij verantwoording aflegt.Ouders noemen het bestuursverslag uitnodigend om te lezen. Ookwaarderen ouders de manier waarop het bestuur de bespreking vanhet verslag vormgeeft, waarbij een externe spreker wordt

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 11/16

uitgenodigd.

De school hecht waarde aan het betrekken van ouders bij de school.Zo spreekt zij bijvoorbeeld met ouders naar aanleiding vanuitkomsten van de oudertevredenheidsenquête. De ouders die wijspraken zijn over het algemeen tevreden over de communicatie doorschool en bestuur. Ook betrekken bestuur en school de ouders enleraren in toenemende mate bij beleids-en besluitvorming doortegenspraak te organiseren. Sinds 2009 heeft de school hiertoe eenmedezeggenschapsraad. De mr is groeiend in haar rol en neemt sindshet huidige schooljaar een actievere rol richting de eigen achterban enin het gesprek met het bestuur. Bestuur, intern toezicht en mr leverenallen, passend bij hun rol, een bijdrage aan het verstevigen van dedialoog.

2.2. Financieel beheer

Wij baseren ons oordeel over het kwaliteitsgebied Financieel beheerop de beoordeling van de onderliggende standaarden voor financiëlecontinuïteit en rechtmatigheid. Vervolgens geven we antwoord opdeelvraag vier.

Is het financieel beheer deugdelijk?Op basis van de informatie uit het bestuursverslag en de beoordelingvan de accountant stellen wij vast dat het bestuur voldoende geldheeft om het onderwijs nu en in de nabije toekomst te verzorgen,verstandig met zijn geld omgaat en zich bij het verkrijgen en hetbesteden van zijn geld houdt aan wet- en regelgeving. Wij beoordelenhet financieel beheer dan ook als ‘voldoende’.

2.3 Afspraken over vervolgtoezicht

De school verwijst in haar schoolgids op pagina 30 (7.3 schorsing enverwijdering) naar artikel 24 WPO. Dit artikel is niet meer actueel. Deschool dient de paragraaf over schorsing en verwijdering te herzien inaansluiting op de huidige wettelijke vereisten. De school geeft aan datzij dit in de schoolgids van 2018-2019 heeft aangepast.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 12/16

Resultaten onderzoek opschoolniveau

3 .

3.1. Rehobothschool ZOK

De leraren hebben voldoende zicht op de ontwikkeling van hunleerlingenDe school heeft een duidelijke zorgstructuur ingericht en de lerarenhebben voldoende zicht op de ontwikkeling van hun leerlingen. Doormeer diepgaand te zoeken naar verklaringen wanneer de ontwikkelingvan een leerling opvalt, kunnen de leraren de begeleiding van hunleerlingen verder verbeteren.

Leraren nemen methodegebonden en methodeonafhankelijketoetsen af en signaleren tijdig wanneer (sub)groepen of individueleleerlingen stagneren in hun ontwikkeling. Ook voeren zij (al dan nietsamen met de intern begeleider) analyses uit wanneer leerlingenonvoldoende lijken te profiteren van het onderwijs. De lerarenverschillen in de mate waarin zij in staat zijn om de gewensteafstemming in de klas vorm te geven. De school voorziet echter involdoende ondersteuning van leerlingen door de inzet van eenremedial teacher buiten de klas. We zien net als de schoolleiding dathet eigenaarschap van de leraren op de Rehobothschool wat betrefthet handelingsgericht werken verschilt. Wanneer de school hetbelangrijk vindt dat alle leraren het basisaanbod binnen de eigen klaskunnen bieden, ligt er een rol voor de intern begeleiders om lerarendie dit nog niet beheersen hierbij te begeleiden.

De analyses zouden meer handelingsgerichte informatie kunnenopleveren wanneer de leraren bij het zoeken naar verklaringen voorresultaten van leerlingen ook nadrukkelijk het eigen didactischhandelen betrekken. De intern begeleiders en de schoolleiding spelenhierbij een rol door leraren te laten reflecteren op hun eigen handelenin relatie tot de resultaten, en door voorgenomen vervolgstappenbeter te laten onderbouwen. Daarnaast kunnen de kindgesprekkendie de leraren voeren op een meer gestructureerde manier wordenuitgevoerd. Wanneer visie, doelen en momenten van uitvoering vooralle leraren helder zijn, kunnen deze relevante (proces)gegevens overeen leerling worden benut om het aanbod optimaal aan te latensluiten op de onderwijsbehoeften van de leerlingen.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 13/16

De uitleg is duidelijk en doelgericht maar de afstemming van deinstructie kan versterkt wordenSamen met observanten van de school hebben we lesbezoekenuitgevoerd om het didactisch handelen in beeld te brengen. In delessen heerst een prettig, ondersteunend pedagogisch klimaat.Leraren geven een duidelijke en doelgerichte uitleg en hebben hunklassenmanagement op orde. Leraren zijn over het algemeen duidelijkover wat zij van hun leerlingen verwachten en zetten hierbij deafgesproken hulpmiddelen in. Ook de afstemming van de verwerkingis zichtbaar, meestal via de leerstofmethode die nauwgezet gevolgdwordt.Opvallend is de sterke leerkrachtsturing en, in een aantal groepen, debeperkte afstemming van de instructie. In de meeste lessen is vooralde leraar aan het woord. Een aantal leraren (met name in debovenbouw) geeft een lange klassikale uitleg waarbij zij de leerlingenbeperkt activeren. Sommige leerlingen dwalen daardoor zichtbaar afen raken minder betrokken naarmate de les vordert. Door deinstructie beter af te stemmen op verschillen tussen leerlingen neemtde actieve betrokkenheid van leerlingen toe. Daarnaast krijgen deleerlingen hierdoor meer ruimte om verantwoordelijkheid te nemenvoor hun eigen leren, om keuzes te leren maken en fouten te maken.Hiervan noemden de leerlingen in het gesprek met ons al enkelemooie voorbeelden. Zo mogen leerlingen in sommige groepen zelfbepalen of ze aansluiten bij de klassikale instructie of welke leerstof zegaan oefenen, op eigen initiatief elkaar buiten de klas helpen metmoeilijke opdrachten en de eigen leerdoelen bepalen. De verschillentussen leraren wat betreft de vormgeving van de afstemming biedtmogelijkheden om met en van elkaar te leren. Waar de interactie nuvooral plaatsvindt tussen leraar en individuele leerling, zou ook deinteractie tussen leerlingen onderling meer gestimuleerd kunnenworden.

In de onderbouw werkt de school sinds enkele jaren met eendoelgericht aanbod, waarbij de leraren na elk thema in hetleerlingvolgsysteem registreren in welke mate de doelen bereikt zijnen welke leerlingen extra uitdaging dan wel extra ondersteuningnodig hebben. De schoolleiding stimuleert en faciliteert de leraren omdoor te ontwikkelen. Tijdens de geobserveerde lessen in de groepen 1en 2 zien we mooie voorbeelden van het eigenaarschap van leerlingen(bijvoorbeeld de tafelbaas). Ook blijken zelfs de allerkleinsten op deRehobothschool al in staat om enige tijd zelfstandig te werken. Dekansen die we zien in de onderbouw betreffen, in aanvulling opbovengenoemde punten, het formuleren van doelen die aansluiten bijde leerlingen en het tempo van de lessen. De doelen mogenuitdagender gesteld worden, in aansluiting op de populatie.Daarnaast mag het tempo in een aantal lessen omhoog.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 14/16

Reactie van het bestuur/dedirectie

4 .

Het bestuur en de schoolleiding van de Rehobothschool hebben hetinspectiebezoek als positief ervaren. Het is goed om op deze manieronze school, ons onderwijs, tegen het licht te houden.In de achterliggende jaren is hard gewerkt om in alle geledingen vande school ontwikkeling in gang te zetten naar een professionele enlerende organisatie.Het inspectieverslag biedt een goede weergave van waar we nu staanen waar de ontwikkelpunten liggen. Voor het merendeel zijn het zakenwaar wij al op verder wilden bouwen in de nieuwe schoolplanperiode2019-2023.Het streven is dat er sprake is van eenduidigheid in afspraken enroutines.Anderzijds zoeken leidinggevenden en team naar mogelijkheden omde eigenheid van de medewerkers goed tot haar recht te laten komen.Naast vaste basisstructuren en – afspraken mogen er ook verschillenzijn.

In de komende schoolplanperiode willen wij als bestuur en teamzoeken naar een verdere vertaling van onze kernwaarden naar eenonderwijspraktijk waarin passend aanbod is voor alle leerlingengericht op kennis en vaardigheden die nodig zijn om kinderen strakshun plaats in de maatschappij in te laten nemen.

Wij danken de onderwijsinspectie voor de aandachtspunten dieaangereikt zijn.Die zullen zeker meegenomen worden in de verdere doordenking endoorontwikkeling van ons onderwijs.

INSPECTIE VAN HET ONDERWIJS - VIERJAARLIJKS ONDERZOEK 15/16

Inspectie van het OnderwijsPostbus 2730, 3500 GS UtrechtT-algemeen 088 6696000T-loket (voor vragen) 088 6696060