060627 Calamiteitenplan versie aug 2006-20070604115745

Calamiteitenplan Drinkwatervoorziening

Calamiteitenplan Drinkwatervoorziening Brabant Water versie augustus 2006 Pagina 1 van 12

Inhoudsopgave Blz.

Inleiding en Doelstelling Calamiteitenplan 2

Hoofdstuk 1 Definities en Afbakening

1.1 Definities 3

1.2 Invloedssfeer Calamiteitenplan 4

1.3 Inhoud Calamiteitenplan inclusief bijlagen 5

1.4 Inhoud Overige Leveringsgerelateerde Documenten 6

1.5 Beheer Calamiteitenplan en overige Leveringsgerelateerde Documenten 6

Hoofdstuk 2 Interne Organisatiestructuur bij Storingen en Calamiteiten

2.1 Interne Organisatiestructuur bij (ernstige) storingen, sector Productie 7

2.2 Interne Organisatiestructuur bij (ernstige) storingen, sector Distributie 7

2.3 Interne Organisatiestructuur bij Calamiteiten 7

Hoofdstuk 3 Structuur Externe Organisatie bij Extreme Bedrijfsomstandigheden

3.1 Organisatiewijze Overheid 10

3.2 Samenwerking Gemeentelijke Rampenstaf en Brabant Water Calamiteitenteam 12

Bijlagen : Bijlage 1 Telefoonnummers Bijlage 2 Alternatieve Leveringen Drinkwater, inclusief overzicht Leveringspunten Nooddrinkwatervoorziening Bijlage 3 Crisisplan Brabant Water (Alerteringssysteem Terrorismebestrijding), Segmenteringsplan Bijlage 4 Communicatieplan Bijlage 5 Toegang en Inrichting Calamiteitencentrum Hoofdkantoor



Inleiding Dit Calamiteitenplan Brabant Water bevat de noodzakelijke informatie voor de omgang met Calamiteiten betreffende de watervoorziening, namelijk enkele definities, de relatie met andere procedures rondom bijzondere bedrijfsomstandigheden, diverse bijlagen, en (in- en externe) telefoonnummers. Doelstelling van het Calamiteitenplan Kort samengevat is de doelstelling van het Calamiteitenplan: Het beschrijven van de in- en externe organisatie voor de omgang met extreme bedrijfsomstandigheden c.q. dreigingen. Tevens bevat het Calamiteitenplan diverse bijlagen die ondersteunend zijn bij de aanpak tot beperking van de gevolgen van calamiteiten. Het realiseren van een Calamiteitenplan is noodzakelijk om de organisatie voor te bereiden op en te ondersteunen bij dergelijke extreme bedrijfsomstandigheden en daarnaast in- en extern te kunnen communiceren dat we voorbereid zijn. Het Calamiteitenplan omvat geen uitgewerkte scenario’s maar bevat wel de noodzakelijke organisatorische opzet, procedures en ondersteunende gegevens die nodig zijn bij het bestrijden van calamiteiten



Hoofdstuk 1 Definities en Afbakening 1.1 Definities Het verschil tussen reguliere en extreme bedrijfsomstandigheden vraagt om nadere definiëring. Naar analogie van de VEWIN-aanbevelingen voor de leveringszekerheid worden de volgende definities gehanteerd. In afwijking van de VEWIN-aanbeveling wordt hierbij vanuit de gevolgen voor de klant gedefinieerd en niet vanuit de oorzaak in het proces. Storing Een storing is een onverwachte beperking van de waterlevering die binnen 24 uur kan worden opgeheven, waarvan maximaal 200 aansluitingen hinder ondervinden. Ernstige storing Een ernstige storing is een onverwachte beperking van de waterlevering die • binnen 24 uur kan worden opgeheven én waarvan meer dan 200 aansluitingen hinder ondervinden; of die • niet binnen 24 uur kan worden opgeheven én waarvan maximaal 2000 aansluitingen hinder ondervinden. Calamiteit Een calamiteit is een onverwachte beperking van de waterlevering die niet binnen 24 uur kan worden opgeheven én waarvan meer dan 2.000 aansluitingen hinder ondervinden. Ramp Een ramp is gedefinieerd zoals vermeld in de Wet Rampen en Zware Ongevallen: ‘Een gebeurtenis 1) waardoor ernstige verstoringen van de algemene veiligheid is ontstaan, waarbij het leven en de gezondheid van vele personen of grote materiële belangen in ernstige mate worden bedreigd of zijn geschaad, en 2) waarbij de gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken.’ Voor Brabant Water is een calamiteit het hoogste verstoringsniveau. Een ramp wordt per definitie intern beschouwd als een calamiteit. De (wettelijke) definitie van een ramp is zodanig ruim dat in feite iedere grotere verstoring of calamiteit in de watervoorziening mogelijk door externen (gemeentes) als een ramp kunnen worden beschouwd. Dit kan invloed hebben op de beleidsmatige aanpak van de calamiteit of ramp. In hoofdstuk 3 is dit aspect verder uitgewerkt. De volgende tabel geeft een overzicht van de definities. Onverwachte beperking van de waterlevering

Omvang (aantal aansluitingen)

Storing of Calamiteit?

< 200 200 < # < 2.000 > 2.000 < 24 uur

Storing Ernstige

Storing

Ernstige

Storing

Tijd

sduu

r

> 24 uur

Ernstige

Storing

Ernstige

Storing

Calamiteit



Wanneer geldt welke regeling?

1.2 Invloedssfeer Calamiteitenplan Dit Calamiteitenplan Watervoorziening betreft alleen de noodzakelijke informatie voor omgang met calamiteiten die rechtstreeks met de waterlevering hebben te maken. Naast situaties waarin de watervoorziening wordt verstoord zijn er ook situaties waarin alleen de werkomgeving wordt verstoord. Deze plannen maken geen onderdeel uit van het Calamiteitenplan Watervoorziening. Het betreft dan bijvoorbeeld: Nood-Lokatieplannen (EHBO, ontruimingen e.d.) per bedrijfslocatie, ICT Noodplannen (uitwijk mogelijkheden), e.d.

Onverwachte verstoringWaterlevering

Kwantitatieveverstoring leveringdrinkwater ≤ 24 uur ?

Kwantitatieveverstoring leveringdrinkwater ≤ 2000aansluitingen ?

Kwalitatieveverstoring leveringdrinkwater ?

ReguliereStoringsdienstRegeling

RegelingNormoverschrijdingDrinkwater

ReguliereStoringsdienstRegeling

Inzet Nood-drinkwaterVoorziening ?

Regeling Calamiteitenplan

Ja

Ja

JaJa

Nee

Nee

Nee Nee



1.3 Inhoud Calamiteitenplan (inclusief bijlagen) Het calamiteitenplan omvat: - een beschrijving van de eigen interne organisatie bij verstoringen en extreme bedrijfssituaties; - een beschrijving van de gemeentelijke organisatie bij rampen of zware ongevallen; - de onderlinge verhouding tussen de gemeentelijke organisatie en onze eigen organisatie bij calamiteiten; - Bijlage Telefoonnummers. Een overzicht van de belangrijkste organisaties en personen (in- en extern)

inclusief telefoonnummers - Bijlage Alternatieve Leveringen. (incl overzicht leveringspunten Nooddrinkwatervoorziening)

In deze bijlage wordt een overzicht gegeven van te realiseren mogelijkheden voor alternatieve leveringen van drinkwater zoals inzet van de eigen waterwagens, de levering van flessenwater, de levering van de bag-in-box via TWM, de levering van (drink)water via het distributienet onder lage druk (zgn. Noodwater) tot slot de inzet van de nooddrinkwatervoorziening (zgn. flexitanks). Bevat tevens een overzicht van potentiële leveringspunten nooddrinkwatervoorziening.

- Crisisplan Brabant Water (Alerteringssysteem Terrorismebestrijding), Segmenteringsplan. Bevat

achtergrond informatie over de opzet van het landelijk Alerteringssysteem Terrorismebestrijding en gegevens van externe adviescentra die ondersteuning kunnen bieden ingeval van een moedwillige bedreiging van de waterkwaliteit. Het Crisisplan bevat de door Brabant Water te ondernemen acties bij een aanpassingen van het dreigingniveau. Bevat ook het (preventief) Segmenteringsplan. (segmenteren van de leveringsgebieden van de wpb’s zodanig dat eenduidig bekend welk wpb wáár levert).

- Bijlage Communicatieplan. Deze bijlage geeft aan hoe en wanneer de communicatie naar onze klanten

en pers moet worden opgepakt in geval van een calamiteit of ernstige storing. - Bijlage Benodigdheden Calamiteitencentrum. Bevat een checklist voor de uitrusting van het

Calamiteitencentrum (Boardroom 6e verdieping, Hoofdkantoor Den Bosch).



1.4 Inhoud Overige Leveringsgerelateerde Documenten (inclusief bijlagen), niet tot het Calamiteitenplan behorend. Storingsdienstbundel Productie Deze bundel bevat alle informatie die van belang is voor medewerkers in de storingsdienst Productie. - telefoonnummers medewerkers regio’s; - telefoonnummers en gegevens diverse overige instanties; - geldende procedures; De Storingsdienstbundel Productie bevat de volgende bijlagen: - Beschermingsplan Waterwingebieden. Deze bijlage bevat de procedures en instructies die gelden bij de aanpak van een (mogelijke) verontreiniging binnen een waterwingebied. - Bijlage Bedrijfsvoering Calamiteiten, een overzicht van mogelijkheden voor het anders inzetten van de drinkwaterinfrastructuur (wijziging leveringen wpb’s, hogere drukken, afsluitermanipulatie) om de effecten van verstoring van wpb’s of transportleidingen zo spoedig mogelijk te verhelpen. Storingsdienstbundel Distributie Deze bundel bevat alle informatie die van belang is voor medewerkers in de storingsdienst Distributie. - telefoonnummers medewerkers regio’s; - telefoonnummers en gegevens van diverse externe instanties: gemeenten, alarmcentrales, - wegbeheerders, waterschappen, overige nutsbedrijven; - overzicht in te zetten aannemers; - overzicht van eventuele koppelingen met andere waterleidingnetten; - gegevens van bijzondere klanten (kwetsbare verbruikers, hoogbouw aansluitingen); - geldende procedures; De Storingsdienstbundel Distributie bevat de volgende bijlagen: - Bijlage Bedrijfsvoering Calamiteiten, zoals ook opgenomen in de Storingsdienstbundel Productie. - Bijlage Regeling Normoverschrijding Drinkwater. Deze bijlage bevat de formele afspraken met WLZ

betreffende de omgang met normoverschrijdingen van het drinkwater. Bevat daarvoor de noodzakelijke procedures en stroomschema’s waarbij staat aangegeven hoe te handelen (wat betreft monstername, frequentie en soort) bij overschrijdingen van de drinkwaternorm. Tevens is in deze bijlage opgenomen wanneer er extern moet worden gecommuniceerd met WLZ en/of VROM Inspectie.

- Bijlage Alternatieve Leveringen, zoals ook opgenomen in het Calamiteitenplan. 1.5 Beheer Calamiteitenplan en overige relevante documenten Het hoofd van de Vakgroep Wateradvies, (coördinator Calamiteitenplan) is verantwoordelijk voor de verstrekking en beheer van het Calamiteitenplan. Suggesties ter aanvulling of verbetering kunnen gemaild worden naar [email protected] Post adres : Brabant Water, vakgroep Wateradvies

tav Egbert Zaadstra Postbus 1068 5200 BC ’s Hertogenbosch tel 073-683 8502



Hoofdstuk 2 Interne Structuur bij Storingen en Calamiteiten 2.1 Interne organisatiestructuur bij (ernstige) Storingen, Sector Productie In onderstaande opsomming is aangegeven hoe de storingsdienst organisatie bij de sector Productie (buiten werktijd) op hoofdlijnen is georganiseerd. Het betreft hier vrijwel uitsluitend interne storingsmeldingen vanaf waterproductiebedrijven : - Technische storingsdienst ontvangt melding en onderneemt actie - Zonodig wordt Storingsdienstleider Productie geïnformeerd De storingsdienstleider is eindverantwoordelijk voor afwikkeling van storingsafhandeling. 2.2 Interne organisatiestructuur bij (ernstige) Storingen, Sector Distributie In onderstaande opsomming wordt aangegeven hoe de storingsdienst organisatie bij de sector Distributie (binnen werktijd) op hoofdlijnen is georganiseerd. Het betreft hier vrijwel uitsluitend externe meldingen van klanten en derden. - ontvangst melding bij afd. Klantenservice - zonodig directe doorschakeling naar distributieregio - regio organiseert monteursploeg - terugmelding naar regio, en zo nodig via digitaal prikbord aan Klantencontacten, naar aanleiding van

bevindingen ter plaatse - toezicht en begeleiding reparatie onder verantwoordelijkheid van regiohoofd In onderstaande opsomming wordt aangegeven hoe de storingsdienst organisatie bij de sector Distributie , (buiten werktijd), op hoofdlijnen is georganiseerd: - telefonische doorschakeling van meldingen naar (extern) Alarmcentrale Meldnet - uitvraag melding en doorgeven aan Centrale Wacht (administratief distributie medewerker, streng

gebonden dienst, thuis) - zonodig verdere uitvraag van melder door Centrale Wacht - afhankelijk van de melding wordt de storingsdienstploeg ingeschakeld, technische

ondersteuning/begeleiding van de storingsdienstploeg zonodig door storingsdienst opzichter. Indien noodzakelijk wordt een (ingeroosterde) aannemer gevraagd assistentie te verlenen.

- Afhankelijk van de melding kan ook de storingsdienstleider worden ingeschakeld. - Meldingen tussen 22.00 en 08.00 uur worden naar beoordeling van de Alarmcentrale Meldnet

rechtstreeks gemeld aan de storingsdienstploeg. Voor het afhandelen van een grote toestroom aan telefonische meldingen bij (ernstige) storingen kan zowel bij Brabant Water en bij Alarmcentrale Meldnet gebruik worden gemaakt van een Voice Response System (VCS) en telefoonbeantwoorders. Binnenkomende telefoontjes kunnen dan door middel van ‘keuze menu’s snel en direct worden beantwoord. 2.3 Interne organisatiestructuur bij Calamiteiten De normale bedrijfsvoering van de drinkwatervoorziening is geheel gericht op de continuïteit van de kwaliteit en kwantiteit van het te leveren drinkwater. Zelfs relatief grotere verstoringen hebben veelal maar effect op een beperkt gebied. Tijdens extreme bedrijfsomstandigheden (zoals een calamiteit of een ramp) zal de inzet van de organisatie eveneens primair gericht zijn op het handhaven of herstellen van de continue en betrouwbare drinkwatervoorziening. Om de operationele (technische) organisatie c.q. Storingsdienst intern volledig beschikbaar te laten zijn voor deze taak zal het Calamiteitenteam de meer beleidsmatige, coördinerende en extern gerichte taak van de Storingsdienst overnemen. Zodoende ontstaat de grootste efficiency om zo snel mogelijk terug te keren naar een reguliere drinkwatervoorziening.



Ten aanzien van de structuur van de organisatie bij extreme bedrijfsomstandigheden wordt daarom volstaan met de twee-eenheid Storingsdienst en Calamiteitenteam. Het Calamiteitenteam heeft de beleidsmatige verantwoordelijkheid (m.n. besluit aanpak calamiteit, besluit inzet nooddrinkwater, communicatie, evt. afvaardiging in gemeentelijk crisisteam, e.d.). en beantwoordt de ‘WAT doen we’ vraag. De directeur zit het Calamiteitenteam voor en is eindverantwoordelijk voor de afhandeling van de calamiteit. Daar waar in dit Calamiteitenplan gesproken wordt over ‘de directeur’ betreft het de directeur of diens aangewezen plaatsvervanger. De Storingsdienst heeft operationele verantwoordelijkheid (reparatie, inspectie, mobilisatie nooddrinkwater e.d.) en is meer gericht op de ‘HOE doen we het’ vraag . Een storingsdienstleider stuurt dit aan. De structuur is in principe sterk top-down. Met andere woorden er is sprake van een bevelstructuur. Hierbij wordt natuurlijk wel uitgegaan van de specifieke kennis/vaardigheden van betrokken medewerkers. De verantwoordelijkheden van alle medewerkers (Calamiteitenteam/Storingsdienst) liggen in het verlengde van hun taak tijdens regulier bedrijf. Het opstarten en inrichten van het Calamiteitenteam kan via twee verschillende sporen ontstaan: Intern : door een storingsdienstleider die vanuit zijn beoordeling van de bedrijfssituatie opschaling noodzakelijk acht. Extern : doordat een burgemeester van een gemeente vraagt om deelname van Brabant Water aan het zogeheten beleidsteam. Hierin zal de directeur plaatsnemen. In beide situaties zal afhankelijk van de inschatting van de directeur het Calamiteitenteam Brabant Water worden geïnstalleerd en de Storingsdienst worden geïntensiveerd. Samenstelling calamiteitenteam • directeur, voorzitter en eindverantwoordelijk; • sectorhoofd Productie; • sectorhoofd Distributie; • hoofd stafafdeling Communicatie; • directiesecretaris, verantwoordelijk voor verslaglegging; • coördinator Calamiteitenplan, verantwoordelijk voor verbetering plan. Afhankelijk van de situatie zal het Calamiteitenteam aan de rest van de organisatie verzoeken om ondersteuning (bijvoorbeeld ICT of Klantcontacten). Vastlegging Vanaf het moment van bijeenroepen van het Calamiteitenteam moeten alle besluiten en afspraken worden vastgelegd. Het verdient aanbeveling om tevens vast te leggen welke grondslagen hebben geleid tot welke beslissingen. Deze chronologische verslaglegging dient,

a) ter voorkoming van dubbelingen in de besluitvorming, b) als naslag over de reden tot besluitvorming, c) ter ondersteuning bij de overdracht aan plaatsvervangers, d) voor de evaluatie achteraf

Plaats van Samenkomst In principe zal het calamiteitenteam bijeenkomen op het hoofdkantoor te Den Bosch, in de Boardroom, 6e verdiepingen en deze ruimte gebruiken als Calamiteitencentrum. Hierbij zullen in ieder geval de benodigdheden zoals omschreven in de betreffende bijlage aanwezig moeten zijn. Een eventueel Perscentrum kan in de grote vergaderzaal (1.03 Hk, Den Bosch) worden ingericht.



Informeren Afhankelijk van de aard en omvang van een calamiteit verdient het aanbeveling de navolgende personen/instanties te informeren over de ernst en verloop van de calamiteit: - inspecteur VROM Inspectie - burgemeesters van betrokken gemeenten - WLZ - GGD’s - RIVM - VEWIN - hulpdiensten - andere Waterleidingbedrijven - energiebedrijven Vervanging Bij langdurige inzet van de storingsdienst en/of van het calamiteitenteam zal er vervanging van de betrokken medewerkers moeten plaats vinden. Hoe deze vervanging geregeld wordt zal door de directeur (Calamiteitenteam) c.q. storingsdienstleider (storingsdienstorganisatie) bepaald worden. Van belang hierbij is wel dat er - voldoende tijd wordt vrijgemaakt voor het overdragen (situatie, afspraken, lopende acties, etc); - duidelijke afspraken worden gemaakt betreffende het overdragen van taken EN bevoegdheden; - intern (en zonodig ook extern) helder wordt gecommuniceerd over de vervanging; Klantencontacten Zowel intern (sector Klantencontacten) en extern (Alarmcentrale Meldnet) kan er een telefoonteam worden ingericht. De informatieaansturing van dit team vindt plaats door Hoofd Communicatie. Het inrichten en bemensen van een intern telefoonteam wordt door het sectorhoofd Klantencontacten georganiseerd. Een intern telefoonteam heeft de voorkeur bij imagogevoelige calamiteiten (m.n. drinkwaterkwaliteit, bedreigingen etc). Voor het afhandelen van een grote toestroom aan telefonische meldingen bij (ernstige) storingen of calamiteiten kan zowel bij Brabant Water en bij Alarmcentrale Meldnet gebruik worden gemaakt van een Voice Response System (VRS) en telefoonbeantwoorders. Binnenkomende telefoontjes kunnen dan door middel van ‘keuzemenu’s’ snel en direct worden beantwoord. Met het inrichten van een telefoonteam of VRS moet men alert blijven op het opvangen van ‘niet calamiteit gerichte vragen of storingen’. Ook bij een calamiteit kan er sprake zijn van een beperkt geografisch calamiteitgebied. Storingen en klachten van hierbuiten moeten ook opgevangen en afgehandeld kunnen worden. Evaluatie Binnen vier weken na afloop van calamiteit of ramp zal er intern een evaluatierapport worden opgesteld. Dit plan zal worden opgesteld door de Directiesecretaris. Naast een chronologisch overzicht van alle ondernomen stappen zal ook een beschouwing van de calamiteitenorganisatie plaatsvinden. Het belangrijkste doel hiervan is het verbeteren van de calamiteitenorganisatie of –plan.



HOOFDSTUK 3 Structuur van de Externe organisatie bij extreme bedrijfsomstandigheden De wet Rampen en Zware Ongevallen bepaalt dat burgemeester en wethouders belast zijn met de voorbereiding op de bestrijding van rampen en zware ongevallen op haar grondgebied. De wijze waarop aan deze wettelijke plicht invulling wordt gegeven dient te worden vastgelegd in een rampenplan. Het rampenplan is de neerslag van het gemeentelijk beleid betreffende de gecoördineerde bestrijding van rampen en zware ongevallen Organisatieonderdelen die betrokken zijn bij de rampenbestrijding zijn brandweer, gemeentelijke diensten, politie en Geneeskundige Hulp bij Ongevallen en Rampen (afgekort GHOR). Procesverantwoordelijk voor de vijf hoofdprocessen bij grootschalige incidenten zijn: - Bron- en effectbestrijding Brandweer - Gezondheidszorg GHOR - Rechtsorde en Verkeer Politie - Bevolkingszorg Gemeente - Algemene Coördinatie Brandweer De bevoegdheid van de Burgemeester bij daadwerkelijke rampenbestrijding is neergelegd in de Gemeentewet, met name de artikelen 175 en 176. Deze geeft de burgemeester de bevoegdheid om in geval van een ramp of ernstige vrees voor het bestaan daarvan, alle bevelen of regels te geven die hij nodig acht. In artikel 11 eerste lid van de wet Rampen en Zware ongevallen is dit geconcretiseerd door aan te geven dat de Burgemeester bij het bestrijden van een ramp of zwaar ongeval het opperbevelheeft en dat degenen die deelnemen aan de bestrijding onder zijn bevel staan. 3.1 Organisatiewijze Overheid Indien een Burgemeester de Wet Rampen en Zware Ongevallen van toepassing verklaard wordt hij/zij formeel verantwoordelijk voor de verdere afhandeling van de ‘ramp’.(inclusief de externe voorlichting.) Ook hier zal de afhandeling op twee niveau’s plaatsvinden te weten: - Beleidsteam: (de WAT gaan we doen vraag)

Gebruikelijke bezetting: Burgemeester (vz) gemeentesecretaris, voorlichter, regionaal commandant Brandweer, korpschef politie, regionaal geneeskundig functionaris en derden

- Operationeel team: (de HOE vraag), daadwerkelijke uitvoering Veelal ondersteund door een zgn. Gemeentelijk ACTIECENTRUM waar de plaatsvervangend gemeentesecretaris en de diensthoofden van de gemeentelijk organisaties zitting hebben.

Afstemming tussen de twee niveaus (Beleidsteam en Operationeel team) vindt plaats doordat de Operationeel Leider (voorzitter Operationeel Team) ook deelneemt aan het overleg in het Beleidsteam.



Indien de ‘ramp’ meerdere gemeenten betreft behoudt iedere Burgemeester zijn volledig bevoegdheid. Voor de praktische gang van zaken zal 1 burgemeester tot Coördinerende Burgemeester worden benoemd die namens zijn collega’s het Beleidsteam zal voorzitten en het Operationeel team van instructies zal voorzien. Overigens is er voor een dergelijk bestuurlijke coördinatie geen wettelijke voorziening getroffen. Bij rampen (of dreiging van rampen) van ‘meer dan plaatselijke betekenis’ kan de Commissaris van de Koningin (CdK), op grond van artikel 12 van de Wet Rampen en Zware Ongevallen zogeheten beleidsaanwijzingen geven. Dit kan van belang zijn wanneer de verantwoordelijke Burgemeesters het niet met elkaar eens worden (bijv. strijdige belangen). Coördinatie vindt dan plaats vanuit het Provinciaal Coördinatie Centrum. De Commissaris van de Koningin beschikt echter niet over een parate operationele organisatie. Bij rampen van landelijke omvang geschiedt de coördinatie vanuit het Departementaal Coördinatie Centrum of het Nationaal Coördinatie Centrum. Hierbij kan de Minister van Binnenlandse Zaken, op grond van artikel 13 van de Wet Rampen en Zware Ongevallen eveneens beleidsaanwijzingen geven aan de betrokken Commissarissen Indien bij een ramp ondersteuning van buiten de gemeente of regiogrenzen noodzakelijk is (politie, brandweer, geneeskundige eenheden, provincie- of rijksdiensten) dan kan de Burgemeester via de Commissaris van de Koningin, bijstand aanvragen



3.2 Samenwerking Gemeentelijke Rampenstaf en Brabant Water Calamiteitenteam Er zijn in ieder geval twee situaties denkbaar waarbij een gemeente over zal gaan tot het in werking stellen van de Wet Rampen en Zware Ongevallen en het instellen van een gemeentelijk Beleidsteam. - een melding van of een poging tot het besmetten van de drinkwatervoorziening - de inzet van de nooddrinkwatervoorziening De inzet van het Brabant Water calamiteitenteam zal bij een melding van of poging tot het besmetten van de drinkwatervoorziening afhankelijk zijn van de situatie. Dit wordt in eerste instantie beoordeelt door de directeur. Indien de Burgemeester bij een ernstige storing of dreiging van de drinkwatervoorziening besluit tot het instellen van een Gemeentelijke Rampenstaf organisatie dan wordt het dringend aanbevolen de directeur van Brabant Water en de inspecteur van VROM Inspectie op te nemen in het gemeentelijk of regionale beleidsteam {als externe deskundigen). Hierdoor kan het beleidsteam slagvaardig handelen. Het Brabant Water calamiteiten team zal dan fungeren als één van de actiecentra ter ondersteuning en advisering van het Gemeentelijk Beleidsteam. Bij inzet van de Nooddrinkwatervoorziening (zgn. Flexitanks) binnen het eigen voorzieningsgebied van Brabant Water is de inrichting van de Gemeentelijke Rampenstaf organisatie van de betrokken gemeente (n) ook noodzakelijk. Dit omdat de inzet van de nooddrinkwatervoorziening middels flexitanks een gedeelde verantwoordelijkheid kent tussen gemeente en Brabant Water. De gemeente is (in kader van haar verantwoordelijkheid voor Bevolkingszorg) verantwoordelijk voor het beheer van de distributiepunten (beschikbaarheid, bewegwijzering, bewaking). Brabant Water is verantwoordelijk voor het opstellen, inrichten en bevoorraden van de distributiepunten. De feitelijke aansturing en coördinatie van de werkzaamheden vindt plaats vanuit het gemeentelijk actiecentrum. Vanuit Brabant Water zal de storingsdienstleider deelnemen aan het overleg binnen het gemeentelijk actiecentrum. De Brabant Water storingsdienstorganisatie zal bij inzet van de flexitanks de feitelijke werkzaamheden uitvoeren (bijv. segmenteren leidingnet, organisatie alternatieve leveringen e.d.). Een belangrijk aandachtspunt is dat door de formele bevoegdheid van een Burgemeester om in geval van een ‘ramp’ het opperbevel op zich te nemen, de beslissingsbevoegdheid betreffende de drinkwatervoorziening gedurende die ramp, buiten de Brabant Water organisatie kan komen te liggen. Een ander aandachtspunt is het onderling goed afstemmen van de externe communicatie tussen de gemeentelijke rampenstaf organisatie en Brabant Water.

060627 Calamiteitenplan versie aug 2006-20070604115745

Documents

Transcript of 060627 Calamiteitenplan versie aug 2006-20070604115745