001-022 FIAT 500 NL · Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en...

178
I N S T R U C T I E B O E K F I A T 5 0 0 603.81.189

Transcript of 001-022 FIAT 500 NL · Geachte cliënt, Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en...

I N S T R U C T I E B O E K

F I A T 5 0 0

De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen.

Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op milieuvriendelijk chloorvrij papier

Druknummer 603.81.189 NL-C

NEDERLANDS

os 500 Instructie 13-03-2009 11:06 Pagina 1

603.81.189

Geachte cliënt,

Hartelijk dank dat u voor een Fiat hebt gekozen en gefeliciteerd met uw keuze.

Wij hebben dit boekje samengesteld zodat u elk onderdeel van uw Fiat leert kennen en u uw auto op de juiste manier zultgebruiken.Wij raden u aan alle hoofdstukken door te lezen voordat u voor de eerste keer met de auto gaat rijden. Dit instructieboekje be-vat informatie, tips en aanwijzingen die u zullen helpen de technische kwaliteiten van uw Fiat volledig te benutten.

Wij raden u aan om de aanwijzingen en tips bij de onderstaande symbolen aandachtig te lezen:

veiligheid van de inzittenden;

conditie van de auto;

bescherming van het milieu.

In de de “Service- en garantiehandleiding” vindt u naast het schema voor het geprogrammeerd onderhoud:

❒ het garantiecertificaat en de bijbehorende voorwaarden

❒ een overzicht van de speciale aanvullende service voor cliënten.

Veel leesplezier en goede reis!

Hoewel in dit instructieboekje alle uitvoeringen van uw Fiat beschreven worden, dient u zich aan de informatie te houden met betrekking tot de uitrusting, de motoruitvoering en het model van de auto die u ge-kocht hebt.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 1

2

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

DASHBOARD ...................................................................... 3

SYMBOLEN ........................................................................... 4

FIAT CODE ........................................................................... 4

DE SLEUTELS ........................................................................ 5

INSTRUMENTENPANEEL ................................................. 9

MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY EN INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAY ..................................... 12

TRIP COMPUTER ................................................................ 21

ZITPLAATSEN ...................................................................... 23

HOOFDSTEUNEN .............................................................. 24

STUURWIEL ......................................................................... 25

SPIEGELS ................................................................................ 26

KLIMAATREGELING ........................................................... 27

VERWARMING EN VENTILATIE .................................... 28

HANDBEDIENDE AIRCONDITIONING ..................... 29

AUTOMATISCHE AIRCONDITIONING....................... 31

BUITENVERLICHTING ...................................................... 34

RUITEN REINIGEN ............................................................. 35

PLAFONDVERLIICHTING ................................................. 36

BEDIENINGSORGANEN .................................................. 37

INTERIEURUITRUSTING .................................................. 39

OPENDAK.............................................................................. 41

PORTIEREN .......................................................................... 43

RUITBEDIENING ................................................................. 45

BAGAGERUIMTE ................................................................. 46

MOTORKAP ......................................................................... 49

IMPERIAAL/SKIDRAGER ................................................... 51

KOPLAMPEN ........................................................................ 51

ABS .......................................................................................... 53

ESP-SYSTEEM ....................................................................... 54

EOBD-SYSTEEM ................................................................... 57

“DUALDRIVE” ...................................................................... 57

PARKEERSENSOREN ......................................................... 59

AUTORADIO ....................................................................... 61

TANKEN ................................................................................ 63

BESCHERMING VAN HET MILIEU ................................. 64

WWWWEEEEGGGGWWWWIIIIJJJJSSSS IIIINNNN UUUUWWWW AAAAUUUUTTTTOOOO

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 2

3

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTODASHBOARD

De aanwezigheid en de opstelling van de bedieningsorganen, de instrumenten en de controle-/waarschuwingslampjes kunnen per uit-voering verschillen.

1. Uitstroomopening aan zijkant – 2. Linker hendel: bediening buitenverlichting – 3. Instrumentenpaneel en controle-/waarschu-wingslampjes – 4. Rechter hendel: bediening ruitenwissers, achterruitwisser, trip computer – 5. Uitstroomopeningen in het midden– 6. Opbergvak/autoradio – 7. Airbag passagierszijde – 8. Dashboardkastje/verborgen documentenvakje – 9. Bediening verwar-ming/ventilatie/airconditioning – 10. Elektrische ruitbediening – 11 Opbergvak - 12. Versnellingspook – 13. Airbag bestuurderszijde.

3

CD

F0S0001mfig. 1

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 3

4

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Als het lampje Y tijdens het

rijden gaat branden

❒ Als het lampje Y gaat branden, be-tekent dit dat het systeem zichzelf con-troleert (bijv. bij een vermindering vande spanning).

❒ Als de storing blijft optreden, wendt udan tot de Fiat-dealer.

SYMBOLEN

Op of in de nabijheid van enkele onder-delen van uw auto zijn plaatjes met een be-paalde kleur aangebracht, met daaropsymbolen die uw aandacht vragen en dievoorzorgsmaatregelen aangeven die u inacht moet nemen als u met het be-treffende onderdeel te maken krijgt.

Op de binnenbekleding van de motorkapbevindt zich een plaatje met een korte sa-menvatting van de symbolen.

FIAT CODE

Voor een nog betere bescherming tegendiefstal is de auto uitgerust met een elek-tronische startblokkering. Het systeemschakelt automatisch in als de start-/con-tactsleutel wordt uitgenomen.

Als u bij het starten van de motor de sleu-tel in stand MAR draait, dan stuurt het FiatCODE-systeem een code naar de regel-eenheid van de motor die, als de codewordt herkend, de blokkering van de func-ties opheft.

Als bij het starten de code niet wordt her-kend, gaat op het instrumentenpaneel hetwaarschuwingslampje Y branden.

Draai in dat geval de sleutel in standSTOP en vervolgens in stand MAR; alsde motor geblokkeerd blijft, probeer hetdan opnieuw met de andere geleverdesleutels. Als de motor nog niet aanslaat,wendt u dan tot de Fiat-dealer.

BELANGRIJK Elke sleutel heeft een eigencode, die in de regeleenheid van het sys-teem moet worden opgeslagen. Voor hetopslaan van nieuwe sleutels (maximaalacht) moet u zich tot de Fiat-dealer wen-den.

Bij krachtige stoten kunnende elektronische componen-ten in de sleutel beschadigdworden.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 4

5

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

SLEUTEL METAFSTANDSBEDIENING (indienaanwezig) fig. 4

De metalen baard A dient voor:

❒ het start-/contactslot;

❒ de sloten van de portieren;

❒ het ver-/ontgrendelen van de tankdop.

Als u op de knop B drukt, wordt de me-talen baard in-/uitgeklapt.

fig. 2 F0S0002m

fig. 3 F0S0003m

Als de auto wordt verkocht,moeten alle sleutels en deCODE-card overhandigd wor-den aan de nieuwe eigenaar.

5

DE SLEUTELS

CODE-CARD fig. 2

Bij de auto worden twee sleutels geleverden de CODE-card waarop staat aangege-ven:

A de elektronische code.

B de mechanische code van de sleutels diebij aanvraag van duplicaatsleutels aan deFiat-dealer moet worden overhandigd.

Wij raden u aan de elektronische code vande CODE-card A altijd bij u te hebben.

BELANGRIJK Om schade aan de elektro-nische schakelingen in de sleutels te voor-komen, mogen de sleutels niet aan direc-te zonnestraling worden blootgesteld.

MECHANISCHE SLEUTEL fig. 3

De metalen baard A dient voor:

❒ het start-/contactslot;

❒ de sloten van de portieren en de ach-terklep (indien aanwezig);

❒ het ver-/ontgrendelen van de tankdop.

fig. 4 F0S0004m

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 5

6

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Portieren en achterklep

ontgrendelen

Druk kort op de knop Ë: de portieren ende achterklep worden ontgrendeld, de pla-fondverlichting wordt tijdelijk ingeschakelden de richtingaanwijzers knipperen tweekeer (bepaalde uitvoeringen/markten).

Als de brandstofnoodschakeling in wer-king treedt, worden de portieren auto-matisch ontgrendeld.

Portieren en achterklepvergrendelen

Druk kort op de knop Á : de portierenen de achterklep worden op afstand ver-grendeld, de plafondverlichting dooft ende richtingaanwijzers knipperen één keer(indien van toepassing).

Als een of meer portieren niet goed ge-sloten zijn, wordt de vergrendeling nietuitgevoerd. Dit wordt aangegeven doorhet snel knipperen van de richtingaanwij-zers (indien van toepassing). De portierenworden vergrendeld als de achterklep ge-opend is.

Als sneller dan 20 km/h wordt gereden,dan worden de portieren automatisch ver-grendeld als deze functie is ingesteld (al-leen bij uitvoeringen met een instelbaarmultifunctioneel display).

Achterklep op afstandontgrendelen/openen

Druk de knop R in om op afstand deachterklep te ontgrendelen (openen).

Het openen van de achterklep wordt aan-gegeven door het twee keer knipperenvan de richtingaanwijzers.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 6

7

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

FRONTJE AFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN fig. 6

Volg voor het vervangen van het frontjevan de afstandsbediening de in de figuur af-gebeelde procedure.

EXTRAAFSTANDSBEDIENINGENBESTELLEN

Het systeem kan maximaal 8 afstandsbe-dieningen herkennen. Als u in de loop dertijd een nieuwe afstandsbediening nodighebt, kunt u zich tot een Fiat-dealer wen-den. Neem dan de CODE-card, een iden-titeitsbewijs en het kentekenbewijs mee.

BATTERIJ VAN DE SLEUTELMET AFSTANDSBEDIENINGVERVANGEN fig. 5

Ga voor het vervangen van de batterij alsvolgt te werk:

❒ druk op de knop A en klap de meta-len baard B uit;

❒ draai de schroef C in stand :met eenkleine schroevendraaier;

❒ trek de batterijhouder D naar buitenen vervang de batterij E; let daarbijgoed op de polariteit;

❒ plaats de batterijhouder D in de sleutelen draai de schroef C in stand Á .

fig. 5 F0S0005m

fig. 6 F0S0073m

7

Lege batterijen zijn schadelijkvoor het milieu. Ze moeten ineen daarvoor bestemde che-mobox of afvalbak worden

gedeponeerd. Ze kunnen ook ingele-verd worden bij de Fiat-dealer. Diezorgt vervolgens voor de afvoer.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 7

8

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

START-/CONTACTSLOT fig. 7

De sleutel kan in 3 standen worden ge-draaid:

❒ STOP: motor uit, sleutel uitneembaaren stuur geblokkeerd. Enkele elektri-sche installaties kunnen werken (auto-radio, centrale portiervergrendelingenz.).

❒ MAR: contact aan. Alle elektrische in-stallaties werken.

❒ AVV: motor starten.

Het contactslot is voorzien van een her-startbeveiliging. Als de motor bij de eerstepoging niet aanslaat, moet u de sleutel te-rugdraaien in stand STOP en nogmaalsstarten.

Verwijder de sleutel nooit uithet contactslot als de auto

nog in beweging is. Bij de eerste stuur-uitslag blokkeert het stuur automa-tisch. Dit geldt in alle gevallen, ookals de auto gesleept wordt.

Het is streng verboden om demonta-ge-/montagewerkzaamheden uit tevoeren, waarvoor wijzigingen in destuurinrichting of de stuurkolom ver-eist zijn (bijv. bij montage van eendiefstalbeveiliging). Hierdoor kunnende prestaties van het systeem, de ga-rantie en de veiligheid in gevaar wor-den gebracht en voldoet de auto nietmeer aan de typegoedkeuring.

ATTENTIE

fig. 7 F0S0006m

STUURSLOT

Inschakelen

Zet de sleutel in stand STOP, neem desleutel uit het contactslot en draai het stuurtotdat het vergrendelt.

Uitschakelen

Draai het stuur iets heen en weer, terwijlu de sleutel in stand MAR draait.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 8

9

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOINSTRUMENTENPANEEL

9

F0S0007m

F0S0150m

Uitvoeringen met multifunctioneeldisplay

A Snelheidsmeter

B Toerenteller

C Multifunctioneel display met digitalebrandstofmeter en digitale koelvloei-stoftemperatuurmeter.

De lampjes m en c zijn uitsluitend opde dieseluitvoeringen aanwezig.

Het lampje t is uitsluitend op de uit-voeringen met Dualogic versnellingsbakaanwezig (zie het supplement “Dualogic”).

fig. 8

fig. 9 - Sport-uitvoering

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 9

10

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

F0S0009m

F0S0151m

Uitvoeringen met instelbaarmultifunctioneel display

A Snelheidsmeter

B Toerenteller

C Instelbaar multifunctioneel display metdigitale brandstofmeter en digitalekoelvloeistoftemperatuurmeter.

De lampjes m en c zijn uitsluitend opde dieseluitvoeringen aanwezig.

Het lampje t is uitsluitend op de uit-voeringen met Dualogic versnellingsbakaanwezig (zie het supplement “Dualogic”).

fig. 10

fig. 11 - Sport-uitvoering

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 10

11

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTODe achtergrondkleur en de vormgeving

van de instrumenten kunnen per uitvoe-ring verschillen.

SNELHEIDSMETER fig. 12

De meter A geeft de snelheid van de au-to aan.

TOERENTELLER fig. 12

De toerenteller B geeft het toerental vande motor aan.

fig. 12

B

A

C DF0S0140m

DIGITALE BRANDSTOFMETERfig. 12

De digitale brandstofmeter C geeft dehoeveelheid brandstof aan die in de tankaanwezig is.

Het waarschuwingslampje EK gaat bran-den als er nog ongeveer 5 liter brandstofaanwezig is.

Rijd niet met een bijna lege brandstoftank:door een onregelmatige brandstoftoevoerkan de katalysator beschadigen.

KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR-METER fig. 12

De digitale meter D geeft de temperatuuraan van de motorkoelvloeistof, zodra dekoelvloeistoftemperatuur hoger wordtdan ongeveer 50°C.

Het eerste blokje blijft altijd branden engeeft de correcte werking van het systeemaan.

Als het waarschuwingslampje F u gaatbranden (op enkele uitvoeringen ver-schijnt ook een bericht op het instelbaremultifunctionele display), dan is de koel-vloeistoftemperatuur te hoog; zet in datgeval de motor uit en wendt u tot de Fiat-dealer.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 11

12

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO MULTIFUNCTIONEEL

EN INSTELBAARMULTIFUNCTIONEELDISPLAY (indien aanwezig)

De auto kan zijn uitgerust met een multi-functioneel display of een instelbaar mul-tifunctioneel display dat tijdens de rit nut-tige informatie levert aan de bestuurderop basis van de instelling voor de gewenstegegevens.

BEGINSCHERM MULTIFUNC-TIONEEL DISPLAY fig. 13

Op het beginscherm kan het volgendeworden weergegeven:

A Informatie over Sport-functie(indien aanwezig)

B Eventuele inschakeling elektrischestuurbekrachtiging Dualdrive

C Afstand tot volgende servicebeurt

D Digitale brandstofmeter

E Buitentemperatuurmeter

F Stand koplampverstelling (alleen als hetdimlicht is ingeschakeld)

G Digitale koelvloeistoftemperatuurme-ter

H Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)

I Datum

L Melding kans op gladheid

M Tijd

BEGINSCHERM INSTELBAAR MULTIFUNCTIONEEL DISPLAYfig. 14

Op het beginscherm kan het volgendeworden weergegeven:

A Tijd

B Buitentemperatuurmeter (indien aanwe-zig)

C Melding kans op gladheid

D Datum

E Digitale brandstofmeter

fig. 13 F0S0011m

F Informatie over Dualogic versnel-lingsbak (indien aanwezig)

G Afstand tot volgende servicebeurt

H Stand koplampverstelling (alleen alshet dimlicht is ingeschakeld)

I Digitale koelvloeistoftemperatuurme-ter

L Kilometerteller (weergave kilometer-/mijltotaalteller)

fig. 14 F0S0012m

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 12

13

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

13

VEILI

GHEID

BEDIENINGSKNOPPEN fig. 15

+ Om het scherm en de keuzemogelijk-heden naar boven te doorlopen of deweergegeven waarde te verhogen.

MENU ESC Kort indrukken voor toe-gang tot het menu en/ofnaar het volgende schermte gaan of de keuze te be-vestigen.Even ingedrukt houden omterug te keren naar het be-ginscherm.

– Om het scherm en de keuzemogelijk-heden naar beneden te doorlopen ofde weergegeven waarde te verlagen.

Opmerking Bij de knoppen + en – hangtde werking van het volgende af:

– binnen het menu kunt u het menu naarboven of beneden doorlopen;

– tijdens het instellen kunt u de waardeverhogen of verlagen.

Opmerking Bij het openen van eenvoorportier wordt het display verlicht enwordt enkele seconden de tijd en de kilometer-/mijltotaalteller (indien aanwe-zig) weergegeven.

fig. 15

M E N UE S C

F0S0089m

SETUP-MENU

Het menu bestaat uit een aantal functies dat“cyclisch” wordt weergegeven. De functieskunnen met de knoppen + en – worden ge-kozen, waarna u keuzemogelijkheden kuntselecteren of instellingen (setup) kunt uit-voeren. Bij enkele onderdelen (Tijd enMeeteenheid instellen) is er een submenu.Het setup-menu kan worden geactiveerddoor de knop MENU ESC kort in tedrukken. Door de knop + of – steeds inte drukken, kunt u de lijst van het setup-menu doorlopen. De werking is afhankelijkvan het geselecteerde menupunt. Het menubestaat uit de volgende functies:– VERLICHTING – BEEP SNELHEID– GEGEVENS TRIP B– TIJD INSTELLEN– DATUM INSTELLEN– ZIE RADIO– AUTOCLOSE– MEETEENHEID– TAAL– VOLUME WAARSCHUWINGEN– VOLUME TOETSEN– BUZZER GORDELS– SERVICE– BAG PASSAGIER– DAGVERLICHTING– MENU VERLATEN

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 13

14

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Een menupunt selecteren in het hoofdmenu

zonder submenu:

– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u in het hoofdmenu de instelling se-lecteren die u wilt wijzigen;

– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kan de nieuwe instel-ling worden geselecteerd;

– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd terugkeren naar het daarvoor gese-lecteerde menupunt in het hoofdmenu.

Een menupunt selecteren in het hoofdmenumet submenu:

– als u de knop MENU ESC kort indrukt,wordt het eerste menupunt van het sub-menu weergegeven;

– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kunt u alle menupun-ten van het submenu doorlopen;

– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u het weergegeven menupunt van hetsubmenu selecteren en verschijnt hetmenu van de betreffende instelling;

– met de knop + of – (door de knop tel-kens in te drukken) kan de nieuwe instel-ling van dit menupunt in het submenuworden geselecteerd;

– als u de knop MENU ESC kort indrukt,kunt u de instelling opslaan en tegelijker-tijd terugkeren naar het daarvoor gese-lecteerde menupunt in het submenu.

MENU-FUNCTIES

Verlichting (Lichtsterkte interieurregelen)

Deze functie is beschikbaar:

– bij multifunctioneel display: met inge-schakelde verlichting ‘s nachts, voor rege-ling van de lichtsterkte van het instru-mentenpaneel, het display van de autora-dio en het display van de automatische kli-maatregeling;

– bij instelbaar multifunctioneel display: defunctie is altijd beschikbaar en regelt over-dag de lichtsterkte van het instrumenten-paneel en ‘s nachts de lichtsterkte van hetinstrumentenpaneel, het display van de au-toradio en het display van de automatischeklimaatregeling.

Bij ingeschakelde verlichting overdag, zijnhet display van het instrumentenpaneel(maximale lichtsterkte voor het multi-functionele display en de geselecteerdelichtsterkte overdag voor het instelbaremultifunctionele display), de toetsen enhet display van de autoradio en de auto-matische klimaatregeling verlicht.

Bij ingeschakelde verlichting ‘s nachts, zijnhet display van het instrumentenpaneel, detoetsen en het display van de autoradio ende automatische klimaatregeling verlichtovereenkomstig de geselecteerde licht-sterkte.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 14

15

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

15

VEILI

GHEID

Ga voor het instellen van de lichtsterkteals volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het eerder ingesteldeniveau;

– druk op knop + of – om de lichtsterk-te in te stellen;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Beep Snelheid (Snelheidslimiet)

Met deze functie kan de snelheidslimietvan de auto (km/h of mph) worden inge-steld. Als deze limiet wordt overschreden,wordt de bestuurder gewaarschuwd (ziehoofdstuk “Lampjes en berichten”).

Ga voor het instellen van de snelheidsli-miet als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt het opschrift (BeepSnelh.);

– druk op de knop + of – om de snel-heidslimiet in te schakelen (On) of uit teschakelen (Off);

– als de functie al was ingeschakeld (On),kan met de knop + of – de gewenste snel-heidslimiet worden ingesteld en wordenbevestigd door het indrukken van de knopMENU ESC;

Opmerking De waarde kan worden in-gesteld tussen 30 en 200 km/h of tussen20 en 125 mph, afhankelijk van de inge-stelde meeteenheid (zie de paragraaf“Meeteenheid instellen (Meeteenheid)”hierna). Elke keer als u de knop + of – in-drukt, wordt de waarde 5 eenheden ver-hoogd of verlaagd. Als u de knop + of –ingedrukt houdt, lopen de cijfers automa-tisch snel door of terug. Als u dicht bij dejuiste waarde bent, stelt u de exacte waar-de in door de knop telkens in te drukkenen los te laten.

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Ga als volgt te werk als u de instelling wiltannuleren:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert (On);

– druk kort op de knop –; op het displayknippert (Off);

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 15

16

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Gegevens trip B (Trip B)

Met deze functie kan de weergave vanTrip B (dagteller) worden ingeschakeld(On) of uitgeschakeld (Off).

Zie voor meer informatie de paragraaf“Trip computer”.

Ga voor het in- of uitschakelen als volgt tewerk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert On of Off, afhankelijkvan de instelling;

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Tijd instellen (Klokje instellen)

Met deze functie kan het klokje wordeningesteld in twee submenu’s: “Tijd” en“Formaat”.Ga voor het instellen als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnen de twee submenu’s“Tijd” en “Formaat”;

– druk op de knop + of – om tussen desubmenu’s te navigeren;

– druk na het selecteren van het submenudat u wilt wijzigen, kort op de knopMENU ESC;

– als u in het submenu “Tijd” zit: druk kortop de knop MENU ESC; op het displayknipperen de “uren”;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knipperen de “minuten”;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren.

Opmerking Elke keer als u de knop + of– indrukt, wordt de waarde een eenheidverhoogd of verlaagd. Als u de knop in-gedrukt houdt, lopen de cijfers automa-tisch snel door of terug. Als u dicht bij dejuiste waarde bent, stelt u de exacte waar-de in door de knop telkens in te drukkenen los te laten.

– als u in het submenu “Formaat” zit: drukkort op de knop MENU ESC; op het dis-play knippert de tijdsaanduiding;

– druk op de knop + of – voor weergavevan de tijd in “24h” of “12h”.

Druk na het uitvoeren van de instellingkort op de knop MENU ESC om terugte keren naar het scherm van het submenuof houd de knop even ingedrukt om terugte keren naar het scherm van het hoofd-menu zonder op te slaan.

– druk nogmaals lang op de knop MENU ESC om terug te keren naar hetbeginscherm of het hoofdmenu, afhanke-lijk van waar u zich in het menu bevindt.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:10 Pagina 16

17

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTODatum instellen (Datum instellen)

Met deze functie kan de datum worden in-gesteld (dag - maand - jaar).

Ga voor het instellen als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het “jaar”;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de “maand”;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de “dag”;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren.

Opmerking Elke keer als u de knop + of– indrukt, wordt de waarde een eenheidverhoogd of verlaagd. Als u de knop in-gedrukt houdt, lopen de cijfers automa-tisch snel door of terug. Als u dicht bij dejuiste waarde bent, stelt u de exacte waar-de in door de knop telkens in te drukkenen los te laten.

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Zie radio (Herhaling informatie audiosysteem)

Met deze functie kan op het display de in-formatie over de autoradio worden weer-gegeven.

– Radio: frequentie of RDS-bericht van hetgeselecteerde radiostation, automatischzoeken of AutoSTore inschakelen;

– audio-CD, MP3-CD: nummer van hetmuziekstuk;

Ga voor het inschakelen (On) of uitscha-kelen (Off) van de informatie van het au-diosysteem op het display als volgt tewerk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert On of Off, afhankelijkvan de instelling;

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Autoclose (Centrale portierver-grendeling bij rijdende auto) (indienaanwezig)

Als deze functie is ingeschakeld (On), wor-den de portieren automatisch vergrendeldals de auto sneller rijdt dan 20 km/h.

Ga voor het in- of uitschakelen van dezefunctie als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt een submenu;

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert On of Off, afhankelijkvan de instelling;

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het scherm van hetsubmenu of houd de knop even ingedruktom terug te keren naar het scherm vanhet hoofdmenu zonder op te slaan;

– druk nogmaals lang op de knop MENUESC om terug te keren naar het begin-scherm of het hoofdmenu, afhankelijk vanwaar u zich in het menu bevindt.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:11 Pagina 17

18

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Meeteenheid

(Meeteenheid instellen)

Met deze functie kunnen de meeteenhe-den worden ingesteld in drie submenu’s:“Afstand”, “Verbruik” en “Temperatuur”.

Ga voor het instellen van de gewenstemeeteenheid als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnen de drie submenu’s;

– druk op de knop + of – om tussen dedrie submenu’s te navigeren;

– druk na het selecteren van het submenudat u wilt wijzigen, kort op de knopMENU ESC;

– als u in het submenu “Afstand” zit: druk kort op de knop MENU ESC; ophet display wordt “km” of “mijl” weerge-geven, afhankelijk van de instelling;

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

– als u in het submenu “Verbruik” zit: drukkort op de knop MENU ESC; op het dis-play wordt “km/l”, “l/100km” of “mpg”weergegeven, afhankelijk van de instelling;

Als de meeteenheid afstand is ingesteld op“km”, kan de meeteenheid verbruik wor-den ingesteld op ‘’km/l’’ of ‘’l/100 km’’.

Als de meeteenheid afstand is ingesteld op“mijl”, geeft het display de hoeveelheidverbruikte brandstof aan in “mpg”.

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

– als u in het submenu “Temperatuur” zit:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display wordt “°C” of “°F” weerge-geven, afhankelijk van de instelling;

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

Druk na het uitvoeren van de instellingkort op de knop MENU ESC om terugte keren naar het scherm van het submenuof houd de knop even ingedrukt om terugte keren naar het scherm van het hoofd-menu zonder op te slaan.

– druk nogmaals lang op de knop MENUESC om terug te keren naar het begin-scherm of het hoofdmenu, afhankelijk vanwaar u zich in het menu bevindt.

Taal (Taal instellen)

U kunt de taal van het display instellen: Italiaans, Engels, Duits, Portugees, Spaans,Frans, Nederlands, Pools.

Ga om de gewenste taal in te stellen alsvolgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de ingestelde “taal”;

– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:11 Pagina 18

19

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOVolume waarschuwingen

(Volumeregelingwaarschuwingszoemer)

Het volume van het akoestische signaal(buzzer) dat klinkt voor het melden vaneen storing of waarschuwing, kan ingesteldworden op 8 niveaus.

Ga voor het instellen van het gewenstevolume als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het “niveau” van hetingestelde volume;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Volume toetsen(Volumeregeling toetsen)

Het akoestische signaal dat klinkt bij hetindrukken van de knoppen MENU ESC,+ en –, kan worden ingesteld op 8 niveaus.

Ga voor het instellen van het gewenstevolume als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert het “niveau” van hetingestelde volume;

– druk op de knop + of – om de instel-ling uit te voeren;

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm zonder op teslaan.

Buzz. Gordels (Herinschakeling buzzer voormelding SBR-systeem)

De functie wordt alleen weergegeven alshet SBR-systeem door de Fiat-dealer is uit-geschakeld (zie de paragraaf “SBR-sys-teem” in het hoofdstuk “Veiligheid”).

Service (Geprogrammeerdonderhoud)

Met deze functie kan worden weergege-ven hoeveel kilometers nog resterenvoordat een servicebeurt moet wordenuitgevoerd.

Ga voor het raadplegen van deze aanwij-zingen als volgt te werk:

– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert de afstand in km ofmijl, afhankelijk van de instelling (zie de paragraaf “Meeteenheid afstand”);

– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het menuscherm ofhoud de knop even ingedrukt om terug tekeren naar het beginscherm.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:11 Pagina 19

20

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Opmerking Het “Geprogrammeerd on-

derhoudsschema” voorziet elke 30.000km (of iedere 18.000 mijl) in een service-beurt; deze weergave verschijnt automa-tisch als de sleutel in stand MAR staat,vanaf 2.000 km (of gelijke waarde in mijl).De weergave wordt elke 200 km (of ge-lijke waarde in mijl) opnieuw weergege-ven. Onder de 200 km wordt de weerga-ve met kleinere intervallen weergegeven.De weergave is afhankelijk van de inge-stelde meeteenheid in km of mijl. Als udicht bij de volgende servicebeurt bent enu de contactsleutel in stand MAR draait,verschijnt op het display het opschrift“Service” gevolgd door het aantal kilome-ters/mijlen dat resteert tot de volgendeservicebeurt. Wendt u tot de Fiat-dealervoor het uitvoeren van de werkzaamhe-den van het “Onderhoudsschema” envoor het op nul zetten van deze weerga-ve (reset).

Bag passagierInschakeling/Uitschakeling van defrontairbag en zij-airbag (sidebag -indien aanwezig)

Met deze functie kan de airbag aan passa-gierszijde worden in- en uitgeschakeld.

Ga als volgt te werk:

– druk op de knop MENU ESC en druk,na het verschijnen op het display van hetbericht (Bag pass: Off) (voor uitschakelen)of het bericht (Bag pass: On) (voor in-schakelen) door op de knop + of – tedrukken, nogmaals op de knop MENUESC;

– op het display verschijnt het bericht om de instelling te bevestigen;

– selecteer door het indrukken van deknop + of – (Ja) (voor bevestiging van deinschakeling/uitschakeling) of (Nee) (omte annuleren);

– druk kort op de knop MENU ESC; erverschijnt een bevestiging van de gekozeninstelling en er wordt teruggekeerd naarhet menuscherm of, wanneer de knopeven ingedrukt wordt gehouden, naar hetbeginscherm zonder op te slaan.

Dagverlichting (D.R.L.)

Met deze functie kunt u de dagverlichtingin- of uitschakelen.

Ga voor het in- of uitschakelen van dezefunctie als volgt te werk:– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display verschijnt een submenu;– druk kort op de knop MENU ESC; ophet display knippert On of Off, afhankelijkvan de instelling;– druk op de knop + of – om de keuze uitte voeren;– druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het scherm van het sub-menu of houd de knop even ingedrukt omterug te keren naar het scherm van hethoofdmenu zonder op te slaan;– druk nogmaals lang op de knop MENUESC om terug te keren naar het begin-scherm of het hoofdmenu, afhankelijk vanwaar u zich in het menu bevindt.

Menu verlaten

Laatste functie waarmee de instellingen uit het menuscherm worden afgesloten.

Druk kort op de knop MENU ESC omterug te keren naar het beginscherm zon-der op te slaan.

Als u de knop – indrukt, wordt terugge-keerd naar het eerste menupunt (BeepSnelheid).

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:11 Pagina 20

21

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOTRIP COMPUTER

Algemene informatie

Met de “Trip computer” kan, als de con-tactsleutel in stand MAR staat, op het dis-play informatie worden weergegeven overde werking van de auto. Deze functie be-staat uit “Trip A” en “Trip B” die onaf-hankelijk van elkaar werken en betrekkinghebben op de hele rit van de auto.

Beide functies kunnen op nul worden ge-zet (reset - begin van de nieuwe rit).

“Trip A” geeft informatie over:

– Autonomie (actieradius)

– Afgelegde afstand

– Gemiddeld verbruik

– Huidig verbruik

– Gemiddelde snelheid

– Reistijd.

“Trip B” geeft informatie over:

– Afgelegde afstand B

– Gemiddeld verbruik B

– Gemiddelde snelheid B

– Reistijd B.

Opmerking De functie “Trip B” kanworden uitgeschakeld (zie de paragraaf“Trip B”). De gegevens “Autonomie” en“Huidig verbruik” kunnen niet op nul wor-den gezet.

Weergegeven gegevens

Autonomie (actieradius)

Geeft het aantal kilometers aan dat noggereden kan worden met de brandstof in de brandstoftank, waarbij ervan uitwordt gegaan dat de rijstijl niet verandert.Op het display verschijnt de indicatie “- -- -” als:

– de actieradius kleiner is dan 50 km (of30 mijl)

– de auto langere tijd met draaiende mo-tor stilstaat.

BELANGRIJK De waarde van de actie-radius kan door verschillende factorenworden beïnvloed: rijstijl (zie de paragraaf“Rijstijl” in het hoofdstuk “Starten en rij-den”), type traject (snelwegen, stad, ber-gen enz.), gebruiksomstandigheden van deauto (vervoerde lading, bandenspanningenz.). Houd hier bij het plannen van eenreis rekening mee.

Afgelegde afstand

Geeft de afstand aan die de auto heeft af-gelegd vanaf het begin van een nieuwe rit.

Gemiddeld verbruik

Geeft globaal het gemiddelde brandstof-verbruik aan vanaf het begin van een nieu-we rit.

Huidig verbruik

Geeft doorlopend de wijziging in het brand-stofverbruik aan. Als de auto stilstaat metdraaiende motor wordt “- - - -” op het dis-play weergegeven.

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:11 Pagina 21

22

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Gemiddelde snelheid

Geeft de gemiddelde snelheid van de au-to aan op basis van de tijd die verstrekenis vanaf het begin van een nieuwe rit.

Reistijd

Geeft de verstreken tijd aan vanaf het be-gin van een nieuwe rit.

Bedieningsknop TRIP fig. 16

Met de knop TRIP, op de rechter hendel,krijgt u, als de contactsleutel in standMAR staat, toegang tot de hiervoor be-schreven gegevens en kunnen de gegevensop nul worden gezet om een nieuwe rit tebeginnen:

– kort indrukken voor weergave van deverschillende gegevens;

– even ingedrukt houden voor het op nulzetten (reset) en het beginnen van eennieuwe rit.

Nieuwe rit

Begint als een reset is uitgevoerd:

– “handmatig” door de gebruiker d.m.v.het indrukken van de betreffende knop;

– “automatisch” wanneer de “afgelegde af-stand” de waarde 9.999,9 km bereikt ofwanneer de “reistijd” de waarde 99.59 (99uur en 59 minuten) bereikt;

– iedere keer als de accu losgekoppeld isgeweest.

BELANGRIJK Als u het systeem op nul zetterwijl het scherm van “Trip A” wordtweergegeven, dan worden alleen de ge-gevens van “Trip A” op nul gezet.

BELANGRIJK Als u het systeem op nul zetterwijl het scherm van “Trip B” wordtweergegeven, dan worden alleen de ge-gevens van “Trip B” op nul gezet.

Procedure voor het begin van een rit

Voor het op nul zetten (reset) moet u,met de sleutel in stand MAR, langer dan2 seconden op de knop TRIP drukken.

Trip verlaten

De functie TRIP wordt automatisch ver-laten, nadat alle grootheden zijn weerge-geven of als de knop MENU ESC langerdan 1 seconde is ingedrukt.fig. 16 F0S0090m

001-022 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:11 Pagina 22

23

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

Hoogteverstelling (indien aanwezig) fig. 19

Trek de hendel C uit en verplaats hier-mee het achterste deel van de zittingomhoog of omlaag voor een betere encomfortabelere zitpositie.

Rugleuning omklappen fig. 20

Ga als volgt te werk om toegang te krij-gen tot de achterzitplaatsen: bedien dehendel D (beweging a) en kantel de

rugleuning naar voren, totdat hij ver-grendelt (beweging b); laat de hendel Dlos en duw tegen de rugleuning zodat destoel naar voren schuift (beweging c).

Stoel terugplaatsen: schuif de stoel naarachteren (beweging d) in de oorspron-kelijke stand (indien van toepassing);bedien de hendel D (beweging e) omde rugleuning te ontgrendelen en kantelde rugleuning omhoog (beweging f)totdat hij hoorbaar vergrendelt.

ZITPLAATSEN

ZITPLAATSEN VOOR

fig. 17 F0S0013m

fig. 18 F0S0014m

Verstellen in lengterichting fig. 17

Trek de hendel A omhoog en schuif destoel naar voren of naar achteren: als urijdt, moeten de armen licht gebogen zijnen de handen op de stuurwielrand steunen.

Alle afstellingen mogen uit-sluitend bij een stilstaande

auto worden uitgevoerd.

ATTENTIE

Laat de hendel los en con-troleer of de stoel goed

geblokkeerd is door deze naar vorenen naar achteren te schuiven. Als destoel niet goed geblokkeerd is, kandeze onverwachts verschuiven,waardoor u de controle over de autokunt verliezen.

ATTENTIE

fig. 19 F0S0015m

fig. 20 F0S0154m

Verstellen van de rugleuning fig.18

Draai aan de knop B.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 23

24

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

24

ZITPLAATSEN ACHTER fig. 21

Rugleuning ontgrendelen

❒ Bij uitvoeringen met ondeelbare achter-bank: trek de hendels A en B omhoogen plaats de rugleuning op de zitting.

❒ Bij uitvoeringen met deelbare achter-bank: trek de hendel A of B omhoogom respectievelijk het linker of hetrechter deel van de rugleuning te ont-grendelen en plaats de rugleuning op dezitting.

Alle afstellingen mogen uit-sluitend bij een stilstaande

auto worden uitgevoerd.

ATTENTIE

fig. 21 F0S0017m

HOOFDSTEUNEN

VOOR fig. 22

De hoofdsteunen zijn in hoogte verstel-baar; ga voor het verstellen als volgt tewerk:

❒ Omhoog verplaatsen: trek de hoofd-steun omhoog totdat hij hoorbaarvergrendelt.

❒ Omlaag verplaatsen: druk op de knopA en duw de hoofdsteun omlaag.

fig. 22

Verstel de hoofdsteunenalleen als de auto stilstaat

en de motor is afgezet.

De hoofdsteunen moeten zo wordeningesteld dat ze het hoofd ondersteu-nen en niet de nek. Alleen in dezepositie bieden ze bescherming.

Voor het optimaal benutten van dehoofdsteun, moet de rugleuning zozijn ingesteld dat u rechtop zit endat uw hoofd zich zo dicht mogelijkbij de hoofdsteun bevindt.

ATTENTIE

F0S0033m

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 24

25

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ACHTER (indien aanwezig) fig. 23

Om de hoofdsteunen achter te verwij-deren, moet u gelijktijdig de knoppen Ben C aan de kant van de twee steunenindrukken en de hoofdsteunen uittrek-ken. Voor het verwijderen van de hoofd-steunen achter moet of de achterklepworden geopend of de rugleuning zijnontgrendeld en naar voren wordengekanteld. Om de hoofdsteun in degebruiksstand te zetten, moet u dehoofdsteun omhoog plaatsen totdat hijvergrendelt.

Druk voor het omlaagplaatsen van dehoofdsteun op de knop B. De bijzonde-re constructie van de hoofdsteun ver-hindert dat de passagier achter op dejuiste wijze tegen de rugleuning kan steu-nen; deze constructie is nuttig omdat depassagier gedwongen wordt de hoofd-steun voor gebruik omhoog in de juistestand te trekken.

fig. 23 F0S0034m

BELANGRIJK Als de zitplaatsen achtergebruikt worden, moeten de hoofdsteu-nen altijd volledig zijn uitgetrokken.

STUURWIEL

Dit kan verticaal worden versteld (indienvan toepassing).

Voor het verstellen moet de hendel fig.24 omlaag geplaatst worden in stand 2;zet het stuur daarna in de gewenstestand en vergrendel het in deze standdoor de hendel in stand 1 te plaatsen.

fig. 24 F0S0018m

Verstel het stuurwiel alleenals de auto stilstaat en de

motor is afgezet.

ATTENTIE

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 25

26

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

De buitenspiegels zijn bol,waardoor de afstandswaar-

neming iets wordt beïnvloed.

ATTENTIE

Tijdens het rijden moetende spiegels altijd in stand 1

staan.

ATTENTIE

fig. 25 F0S0019m

Met elektrische verstelling fig. 26

Ga als volgt te werk:

❒ kies met de schakelaar B welke spie-gel u wilt verstellen;

❒ plaats voor het verstellen van de spie-gel de joystick A in een van de vierrichtingen.

Buitenspiegels inklappen fig. 27

Indien nodig (bijv. bij nauwe doorgan-gen) kunnen de buitenspiegels wordeningeklapt door ze vanuit stand 1 (uitge-klapt) naar stand 2 (ingeklapt) te bewe-gen.

SPIEGELS

BINNENSPIEGEL fig. 25

De binnenspiegel is voorzien van eenbeveiligingsmechanisme, waardoor despiegel bij een krachtig contact met eeninzittende losschiet.

Met het hendeltje A kan de spiegel intwee standen worden gezet: normale ofanti-verblindingsstand.

ELEKTRONISCH DIMBARE BIN-NENSPIEGEL (indien aanwezig)

Enkele uitvoeringen zijn voorzien vaneen elektronisch dimbare binnenspiegelmet automatische anti-verblindingsfunc-tie. Aan de onderzijde van de spiegel iseen ON/OFF-knop aanwezig voor hetin-/uitschakelen van de anti-verblindings-functie. Bij inschakeling gaat het lampjeop de spiegel branden. Als u de achter-uit inschakelt, wordt de spiegel altijdingesteld op daggebruik.

BUITENSPIEGELS

Handbediende verstelling

De buitenspiegel is vanaf de buitenzijdeverstelbaar door licht te drukken op eenvan de vier zijden van het spiegelglas.

fig. 27 F0S0035m

fig. 26 F0S0020m

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 26

27

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOKLIMAATREGELING

LUCHTROOSTERS fig. 28

1. Luchtroosters voor ontwaseming ofontdooiing van de voorruit

2. Verstel- en regelbare luchtroostersin het midden

3. Verstel- en regelbare luchtroostersaan zijkant

4. Vaste luchtroosters voor de zijruiten5. Onderste luchtroosters

fig. 28 F0S0021m

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 27

28

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

28

fig. 29 F0S0022m

VERWARMING EN VENTILATIE

BEDIENINGSKNOPPEN fig. 29

A Draaiknop voor luchtemperatuur(rood-warm / blauw-koud)

B Draaiknop voor aanjagersnelheid

C Draaiknop voor luchtrecirculatie

… – luchtrecirculatie

Ú – luchttoevoer van buiten

BELANGRIJK Het verdient aanbevelingom de luchtrecirculatie in te schakelen inde file of in tunnels. Hiermee wordt voor-komen dat vervuilde lucht het interieurbereikt. Het is niet raadzaam dit systeemlangdurig te laten werken, omdat anders,vooral als u met meerdere personen in deauto zit, de kans aanzienlijk toeneemt datde ruiten beslaan.

D Draaiknop voor luchtverdeling¶ gericht op het lichaam en naar de

zijruitenß gericht op het lichaam, naar de zij-

ruiten en de beenruimte© gericht alleen naar de beenruimte® gericht naar de beenruimte en de

voorruit- gericht alleen naar de voorruit.

E Knop voor in-/uitschakeling ach-terruitverwarming.

Bij inschakeling gaat het lampje opde knop branden.De functie is voorzien van een tijd-schakeling om de lading van deaccu te behouden, waardoor defunctie na ongeveer 20 minutenautomatisch wordt uitgeschakeld.

Snelle ontwaseming/ontdooiingvan de voorruit en de zijruitenvoor

Ga als volgt te werk:❒ draai de knop A in het rode vlak;❒ draai de knop C in stand Ú;❒ draai de knop D in stand -;❒ draai de knop B in stand 4- (maxi-

male aanjagersnelheid).

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 28

29

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOAIRCONDITIONING,

HANDBEDIEND (indien aanwezig)

BEDIENINGSKNOPPEN fig. 30A Draaiknop voor luchtemperatuur

(rood-warm / blauw-koud)B Draaiknop voor aanjagersnelheid en

in-/uitschakeling airconditioning. Alsu de knop indrukt, schakelt de air-conditioning in en gaat gelijktijdig hetlampje op de knop branden; hier-door wordt het interieur snellergekoeld.

C Draaiknop voor luchtrecirculatie

… – luchtrecirculatieÚ – luchttoevoer van buiten

BELANGRIJK Het verdient aanbevelingom de luchtrecirculatie in te schakelen inde file of in tunnels. Hiermee wordt voor-komen dat vervuilde lucht het interieurbereikt. Het is niet raadzaam dit systeemlangdurig te laten werken, omdat anders,vooral als u met meerdere personen in deauto zit, de kans aanzienlijk toeneemt datde ruiten beslaan.

fig. 30 F0S0023m

A

E

B C D

D Draaiknop voor luchtverdeling¶ gericht op het lichaam en naar de

zijruitenß gericht op het lichaam, naar de zij-

ruiten en de beenruimte© gericht alleen naar de beenruimte® gericht naar de beenruimte en de

voorruit- gericht alleen naar de voorruit.

E Knop voor in-/uitschakeling achter-ruitverwarming.

Bij inschakeling gaat het lampje opde knop branden.De functie is voorzien van een tijd-schakeling om de lading van deaccu te behouden, waardoor defunctie na ongeveer 20 minutenautomatisch wordt uitgeschakeld.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 29

30

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

30

Snelle ontwaseming/ontdooiingvan de voorruit en de zijruitenvoor (MAX-DEF)

Ga als volgt te werk:

❒ draai de knop A in het rode vlak;

❒ draai de knop C in stand Ú;

❒ draai de knop D in stand -;

❒ draai de knop B in stand 4-

(maximale aanjagersnelheid).

BELANGRIJK De airconditioning kan goedgebruikt worden om de ruiten sneller teontwasemen, omdat de lucht drogerwordt. Stel de bedieningsknoppen in zo-als hiervoor beschreven en schakel de air-conditioning in door de knop B in te druk-ken; het lampje op de knop gaat branden.

ONDERHOUD VAN HET SYSTEEM

Schakel in de winter de airconditioning 1keer per maand gedurende 10 minutenin. Laat voor het zomerseizoen de wer-king van de airconditioning door de Fiat-dealer controleren.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 30

31

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOAIRCONDITIONING,

AUTOMATISCH (indien aanwezig)De automatische airconditioning regeltde temperatuur automatisch op basisvan de instelling die de gebruiker heeftgekozen:

❒ de temperatuur van de luchttoevoernaar het interieur;

❒ de aanjagersnelheid (traploze rege-ling);

❒ de luchtverdeling in het interieur;

❒ de in-/uitschakeling van de compres-sor (voor koelen en drogen van delucht);

❒ de in-/uitschakeling van de recircula-tie.

Deze functies kunnen handmatig wordengewijzigd, d.w.z. dat u het systeem kuntregelen door naar wens een of meerfuncties te selecteren. Als handmatig eenfunctie wordt ingesteld, blijven de ande-re functies echter automatisch geregeld,ook al dooft het lampje op de knopAUTO.

fig. 31 F0S0024m

B

E

A C

F

G

H L

D M I

BEDIENINGSKNOPPEN fig 31

Knop AUTO - AAutomatische werking airconditio-ning inschakelen

Als u de knop AUTO indrukt en u degewenste temperatuur instelt, regelt hetsysteem de temperatuur, de luchtop-brengst en de luchtverdeling in het inte-rieur en schakelt de aircocompressor in.

Knop √ - BAircocompressor in-/uitschake-len

Als u op de knop drukt als het lampje opde knop brandt, wordt de aircocom-pressor uitgeschakeld en dooft het lamp-je.

Als de compressor is uitgeschakeld:

❒ wordt de recirculatie uitgeschakeldom het eventuele beslaan van de rui-ten te voorkomen;

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 31

32

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

32

❒ kan de temperatuur van de lucht naarhet interieur niet lager worden dan debuitentemperatuur (de temperatuur-aanduiding op het display knippert alshet systeem er niet in slaagt hetgewenste klimaat te bereiken);

❒ kunt u handmatig de aanjagersnelheidop nul zetten (als de compressor isingeschakeld, dan kan de aanjagersnel-heid niet lager zijn dan een minimalewaarde (één staafje verlicht)).

Knop OFF - CSysteem uitschakelen

Als u op de knop OFF drukt, wordt hetsysteem uitgeschakeld.

Als het systeem is uitgeschakeld:

❒ zijn alle lampjes gedoofd;

❒ is het temperatuurdisplay gedoofd;

❒ is de luchtrecirculatie uitgeschakeld;

❒ is de compressor uitgeschakeld;

❒ is de aanjager uitgeschakeld.

Onder deze omstandigheden kunt u derecirculatie in- of uitschakelen zonderhet systeem te activeren.

Knop … - D Luchtrecirculatie in-/uitschakelen

Het verdient aanbeveling om de luchtre-circulatie in te schakelen in de file of intunnels. Hiermee wordt voorkomen datvervuilde lucht het interieur bereikt.

Lampje op de knop brandt = recirculatieingeschakeld.

Lampje op de knop gedoofd = recircula-tie uitgeschakeld.

Bij lage temperaturen of wanneer decompressor is uitgeschakeld, wordt derecirculatie geforceerd uitgeschakeld omhet beslaan van de ruiten te voorkomen.

BELANGRIJK Bij lage buitentemperatu-ren raden wij u aan om de recirculatie-functie niet te gebruiken omdat hier-door de ruiten sneller kunnen beslaan.

Knoppen Õ Ô - EGewenste temperatuur instellen

Als u op de knop Õ drukt, wordt detemperatuur in het interieur verhoogd,totdat de waarde HI (maximaleverwarming) is bereikt.

Als u op de knop Ô drukt, wordt de tem-peratuur in het interieur verlaagd, totdatde waarde LO (maximale koeling) is be-reikt.

BELANGRIJK Als de motorkoelvloeistofniet warm genoeg is, schakelt het systeemniet onmiddellijk de maximale aanjager-

snelheid in, om de toevoer van te koudelucht in het interieur te beperken.

Knoppen Õ Ô - FAanjagersnelheid instellen

Als u op de knop Õ of Ô drukt, wordt deaanjagersnelheid respectievelijk verhoogdof verlaagd; de aanjagersnelheid wordtweergegeven door verlichte staafjes ophet display.

De aanjager kan worden uitgeschakeld,maar alleen als u de aircocompressor hebtuitgeschakeld (knop B).

Om de automatische regeling van deaanjagersnelheid weer in te schakelen,moet u de knop AUTO indrukken.

Knoppen ´µ∂- G H ILuchtverdeling handmatig kie-zen

Als u deze knoppen indrukt, dan kunt ueen van de vijf mogelijke luchtverdelingenkiezen:´ lucht uit de luchtroosters voor

ontdooiing/ontwaseming van devoorruit en de zijruiten voor.

µ lucht uit de luchtroosters in hetmidden en aan de zijkant van hetdashboard voor een koeleluchtstroom op het lichaam en hetgezicht bij warm weer.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 32

33

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO∂ lucht uit de luchtroosters voor de

beenruimte voor. Doordat war-me lucht opstijgt, kan in een zokort mogelijke tijd de lucht in hetinterieur worden verwarmd. Ditgeeft snel een behaaglijk gevoel.

∂+µ lucht uit de luchtroosters voor debeenruimte (warmere lucht) ende uitstroomopeningen op hetdashboard (koelere lucht).

∂+´ lucht uit de luchtroosters voor debeenruimte en de luchtroostersvoor de voorruit en zijruitenvoor. Deze luchtverdeling zorgtvoor een goede verwarming vanhet interieur en voorkomt heteventuele beslaan van de ruiten.

De ingestelde luchtverdeling wordt aan-gegeven door een brandend lampje opde geselecteerde knoppen.

Om de automatische regeling van deluchtverdeling weer in te schakelen,moet u de knop AUTO indrukken.

Knop - - LSnelle ontwaseming/ontdooiingvan de voorruit en de zijruitenvoor

Als u op de knop - drukt, schakelt hetsysteem automatisch alle functies in dienoodzakelijk zijn voor het snel ontdooi-

en/ontwasemen van de voorruit en de zij-ruiten voor, d.w.z. dat het systeem:

❒ de aircocompressor inschakelt wan-neer de klimatologische omstandighe-den dit toestaan;

❒ de luchtrecirculatie uitschakelt;

❒ de maximale luchttemperatuur instelt(HI);

❒ een aanjagersnelheid inschakelt opbasis van de koelvloeistoftempera-tuur;

❒ de luchtstroom naar de voorruit ende zijruiten voor leidt;

❒ de achterruitverwarming inschakelt.

BELANGRIJK De functie blijft ongeveer3 minuten ingeschakeld nadat de koel-vloeistoftemperatuur boven 50°C isgekomen (benzine-uitvoeringen) of 35°C(dieseluitvoeringen).

ONDERHOUD VAN HET SYS-TEEM

Schakel in de winter de airconditioning 1keer per maand gedurende 10 minutenin.

Laat voor het zomerseizoen de werkingvan de airconditioning door de Fiat-dealer controleren.

De airconditioning maakt ge-bruik van het koelmiddelR134a. Bij lekkage is dit mid-del niet schadelijk voor het

milieu. Gebruik in geen geval anderemiddelen, zoals R12, omdat anders decomponenten van het systeem be-schadigd kunnen worden.

ONTWASEMING/ONTDOOIING ACHTERRUIT

Druk op de knop M voor het inschake-len van deze functie: het lampje ( op hetinstrumentenpaneel gaat branden als de-ze functie wordt ingeschakeld.

De functie is voorzien van een tijdscha-keling, waardoor de functie na 20 minutenautomatisch wordt uitgeschakeld. U kuntde verwarming eerder uitschakelen doornogmaals de knop ( in te drukken.

BELANGRIJK Plak geen stickers of ande-re plaatjes op de elektrische weerstands-draden aan de binnenzijde van de achter-ruit, om beschadiging van de achterruit-verwarming te voorkomen.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 33

34

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

34

stuk). Als de dagverlichting wordt uitge-schakeld, dan wordt met de draaiknop instand O geen enkele verlichting inge-schakeld.

DIMLICHT/BUITENVERLICHTING fig. 32

Draai de draaiknop in stand 2. Als hetdimlicht wordt ingeschakeld, schakelt dedagverlichting uit en schakelen debuitenverlichting en het dimlicht in. Ophet instrumentenpaneel gaat hetcontrolelampje 3 branden.

GROOTLICHT fig. 32

Druk de hendel naar voren in de richtingvan het dashboard, als de draaiknopreeds in stand 2 staat (vergrendeldestand). Op het instrumentenpaneel gaathet controlelampje 1 branden. Alsvervolgens de hendel naar het stuurwielwordt getrokken, dan dooft hetgrootlicht en wordt het dimlicht weeringeschakeld.

GROOTLICHTSIGNAAL fig. 32

Trek de hendel naar het stuur (standzonder vergrendeling). Op hetinstrumentenpaneel gaat het controle-lampje 1 branden.

PARKEERVERLICHTING fig. 32Draai met de contactsleutel in standSTOP of met uitgenomen sleutel, dedraaiknop van stand O in stand 2; debuitenverlichting en de kenteken-plaatverlichting schakelen in. Op hetinstrumentenpaneel gaat het controle-lampje 3 branden.

RICHTINGAANWIJZERS fig. 33Zet de hendel in de vergrendelde stand:omhoog (stand a): inschakeling rechterrichtingaanwijzer;omlaag (stand b): inschakeling linkerrichtingaanwijzer.Op het instrumentenpaneel knippert hetcontrolelampje ¥ of Î. De richtingaan-

BUITENVERLICHTINGMet de linker hendel bedient u de bui-tenverlichting. De buitenverlichtingwerkt uitsluitend als de contactsleutel instand MAR staat. Als u de buitenver-lichting inschakelt, gaan ook de verlich-ting van het instrumentenpaneel en debedieningsknoppen op het dashboardbranden.

DAGVERLICHTING (D.R.L.) (indien aanwezig) fig. 32Als u met de sleutel in stand MAR dedraaiknop in stand O zet, wordt auto-matisch de dagverlichting ingeschakeld;de andere lampen en de interieurverlich-ting blijven uitgeschakeld. De automati-sche inschakeling van de dagverlichtingkan worden in- of uitgeschakeld via hetmenu op het display (zie de paragraaf“Multifunctioneel display en instelbaarmultifunctioneel display” in dit hoofd-

fig. 32 F0S0170m fig. 33

1

2

F0S0171m

De dagverlichting is een al-ternatief voor het dimlicht tij-

dens het rijden overdag. Deze dagver-lichting is in bepaalde landen verplichten waar niet verplicht, toegestaan.De dagverlichting is geen vervangingvoor het dimlicht tijdens het rijden intunnels of in het donker.Het gebruik van de dagverlichting is af-hankelijk van de wettelijke voorschrif-ten van het land waarin u zich bevindt.Houdt u aan de voorschriften.

ATTENTIE

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 34

35

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOHet lampje gaat branden als de hendel

voor het eerst bediend wordt en blijftbranden totdat de functie automatischwordt uitgeschakeld. Telkens als de hen-del wordt bediend, wordt alleen de in-schakeltijd van de verlichting verlengd.

Uitschakelen

Houd de hendel langer dan 2 secondennaar het stuur getrokken.

RUITEN REINIGENMet de rechter hendel fig. 34 kunt u deruitenwissers/-sproeiers en achterruit-wisser/-sproeier bedienen.

RUITENWISSERS/-SPROEIERSDeze werken uitsluitend als de contact-sleutel in stand MAR staat.De hendel kan in vijf verschillende standenworden gezet (4 snelheidsniveaus):A ruitenwissers uitgeschakeld.B wissen met interval.C langzaam continu wissen.D snel continu wissen.E tijdelijk snel wissen (onvergrendelde

stand).In stand E werken de ruitenwissers, zolangu de hendel met de hand in deze standhoudt. Als u de hendel loslaat, springt dezedirect weer in stand A en schakelen de rui-tenwissers automatisch uit.

“Intelligente wis-/wasregeling”Als u de hendel naar het stuur trekt(onvergrendelde stand), schakelen deruitensproeiers in.Als u de hendel aangetrokken houdt, danworden in een beweging de ruitenwis-sers/-sproeiers ingeschakeld; de ruiten-wissers schakelen automatisch in als u dehendel langer dan een halve secondeaangetrokken houdt. De ruitenwissersblijven nog enkele slagen werken, nadatu de hendel loslaat; na enige secondenvolgt nog een “reinigingsslag”.

wijzers schakelen automatisch uit als deauto weer rechtuit rijdt.

Functie wisselen van rijbaanAls u bij wisseling van rijbaan kort rich-ting aan wilt geven, moet u de linkerhendel korter dan een halve seconde inde onvergrendelde stand zetten. Derichtingaanwijzer aan de betreffendezijde knippert 3 keer en dooft daarnaautomatisch.

“FOLLOW ME HOME” SYSTEEM

Met dit systeem kan de ruimte voor deauto een bepaalde tijd worden verlicht.

Inschakelen

U schakelt deze functie in door de con-tactsleutel in stand STOP te draaien ofuit te nemen en de linker hendel binnen2 minuten na het uitzetten van de motornaar het stuur te trekken.

Telkens als u de hendel bedient, blijft deverlichting 30 seconden langer branden,tot een maximum van 210 seconden;hierna schakelt de verlichting automa-tisch uit.

Telkens als de hendel wordt bediend,gaat het controlelampje 3 op hetinstrumentenpaneel branden enverschijnt op het display de tijd dat defunctie actief blijft.

F0S0117mfig. 34

Gebruik de ruitenwissersniet om opgehoopte sneeuwof ijs van de voorruit te ver-wijderen. In die omstandig-

heden grijpt, als de ruitenwissers tezwaar worden belast, de beveiligingin, die ervoor zorgt dat de ruitenwis-ser enkele seconden worden uitge-schakeld. Als hierna de werking nietwordt hervat, wendt u dan tot deFiat-dealer.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 35

36

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

36

Als de portieren met de afstandsbedie-ning worden ontgrendeld, gaat de verlich-ting ongeveer 10 seconden branden. Alsde portieren met de afstandsbedieningworden vergrendeld, dooft de plafond-verlichting.

Brandduurregeling van de interi-eurverlichting (middelste stand vanhet lampenglas)

Er zijn drie brandduurregelingen:

❒ iedere keer als een portier wordtgeopend, gaat de verlichting drieminuten branden;

❒ als de contactsleutel uit het contactslotwordt genomen binnen twee minutenna het uitzetten van de motor, gaat deverlichting ongeveer 10 secondenbranden;

❒ als de portieren worden ontgrendeld(met de afstandsbediening of met desleutel in het slot van het bestuurders-portier), gaat de verlichting ongeveer10 seconden branden.

De verlichting kan op twee manierenworden uitgeschakeld:

❒ als alle portieren worden gesloten,wordt de brandduurregeling van drieminuten uitgeschakeld en gaat de ver-lichting 10 seconden branden. De wer-king van de brandduurregeling wordtonderbroken als de contactsleutel instand MAR wordt gedraaid;

PLAFONDVERLICHTINGPLAFONDVERLICHTING VOORHet lampenglas kan in drie standen staan:❒ rechterzijde ingedrukt: verlichting

altijd ingeschakeld❒ linkerzijde ingedrukt: verlichting altijd

uitgeschakeld❒ middelste stand (neutraal): de verlich-

ting wordt automatisch in-/uitgescha-keld bij het openen/sluiten van deportieren.

BELANGRIJK Controleer voordat u deauto verlaat of de schakelaar in de mid-delste stand staat. Op deze manier dooftde interieurverlichting bij het sluiten vande portieren, en voorkomt u dat de accuontlaadt.Bij enkele uitvoeringen schakelt de ver-lichting alleen automatisch in of uit als hetportier aan bestuurderszijde wordt ge-opend of gesloten.

ACHTERRUITWISSER/ -SPROEIER

Deze werken uitsluitend als de contact-sleutel in stand MAR staat.

Als u de draaiknop in stand ' zet,schakelt de achterruitwisser in.

Als u bij ingeschakelde ruitenwissers dedraaiknop in stand ' zet, schakelt de ach-terruitwisser in die, in dit geval, gelijktijdigwerkt (in de verschillende standen) metde ruitenwissers voor maar met een la-gere frequentie. Als u bij ingeschakelde rui-tenwissers de achteruit inschakelt, gaat au-tomatisch ook de achterruitwisser lang-zaam continu wissen.

De werking stopt als de achteruit wordtuitgeschakeld.

“Intelligente wis-/wasregeling”

Als u de hendel naar het dashboardduwt (onvergrendelde stand), schakeltde achterruitsproeier in.

Als u de hendel aangetrokken houdt, danworden in een beweging de achterruit-wisser/-sproeier ingeschakeld; de ach-terruitwisser schakelt automatisch in alsu de hendel langer dan een halve secon-de aangetrokken houdt.

De achterruitwisser blijft nog enkele sla-gen werken, nadat u de hendel loslaat;na enige seconden volgt nog een “reini-gingsslag”.

Gebruik de achterruitwisserniet om opgehoopte sneeuwof ijs van de achterruit teverwijderen. In die omstan-

digheden grijpt, als de achterruitwis-ser te zwaar wordt belast, de beveili-ging in, die ervoor zorgt dat de wisserenkele seconden worden uitgescha-keld. Als hierna de werking niet wordthervat, wendt u dan tot de Fiat-dealer.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 36

37

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

37

❒ als de portieren worden vergrendeld(met de afstandsbediening of met desleutel in het slot van het bestuurders-portier), dooft de verlichting.

De interieurverlichting schakelt na 15minuten automatisch uit om de accu tesparen.

BAGAGERUIMTEVERLICHTING

De verlichting (indien aanwezig) schakeltautomatisch in of uit als u de achterklepopent of sluit.

BEDIENINGSORGANEN

ELEKTRISCHE STUURBE-KRACHTIGING DUALDRIVE(indien aanwezig) fig. 35Druk op de knop A voor inschakelingvan de “CITY”-functie (zie de paragraaf“Elektrische stuurbekrachtiging”). Als defunctie is ingeschakeld, dan wordt op hetinstrumentenpaneel het opschrift CITYverlicht. Druk nogmaals op de knop omdeze functie uit te schakelen.

BEDIENINGSKNOP SPORT-FUNCTIE (uitvoeringen 1.4 100 pk) fig. 35a

Als u op de SPORT-knop D-fig. 35adrukt, wordt de sport-functie ingescha-keld. Hierdoor reageert de motor snel-ler op gaspedaalbewegingen en is meer

WAARSCHUWINGSKNIPPER-LICHTEN fig. 35Druk op de schakelaar B, onafhankelijkvan de stand van de contactsleutel.Als het systeem is ingeschakeld, brandende lampjes Î en ¥ op hetinstrumentenpaneel.

Druk voor uitschakeling de schakelaar Bnogmaals in.Het gebruik van de waarschuwings-knipperlichten is afhankelijk van de wet-geving van het land waarin u zich bevindt.Houdt u aan de voorschriften.

Noodstop

Bij een noodstop schakelen automatisch dewaarschuwingsknipperlichten in en gaan ge-lijktijdig de lampjes Î en ¥ op hetinstrumentenpaneel branden.

F0S0036mfig. 35

kracht nodig voor het draaien van hetstuur voor een optimaal stuurgevoel.

Als de functie is ingeschakeld, dan wordtop het instrumentenpaneel het opschriftSPORT verlicht. Druk nogmaals op deknop om deze functie uit te schakelen ende instelling voor normaal rijden te her-stellen.

BELANGRIJK Als u de SPORT-knopindrukt, wordt de functie na ongeveer 5seconden ingeschakeld.

BELANGRIJK Als u tijdens het accelere-ren de SPORT-functie gebruikt, kunt ustoten in het stuurwiel voelen, die ken-merkend zijn voor een sportieve instel-ling.

CD

MENU

FM AS AM 1 2 3 4 5 6 AUD

MP3 RND RPT TPM CD-IN EQ LOUD AF LOC PTY TP TA RMB PB CD

D

F0S0153mfig. 35a

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 37

38

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

38

Als u na een ongeval eenbrandstoflucht ruikt of

merkt dat het brandstofsysteemlekt, schakel dan het systeem nietopnieuw in, zodat brand wordtvoorkomen.

ATTENTIE

tenpaneel het controlelampje 4 bran-den.De mistlampen voor schakelen uitslui-tend in als het dimlicht is ingeschakeld.

MISTACHTERLICHTEN fig. 36

Druk op de knop D voor inschakelingvan de mistachterlichten. Deze schake-len uitsluitend in als het dimlicht is inge-schakeld.

Bij ingeschakelde mistachterlichten gaatop het instrumentenpaneel het controle-lampje 4 branden. Druk voor uitschake-ling nogmaals op de knop.

BRANDSTOFNOOD-SCHAKELING

Deze schakelt in bij een ongeval waar-door:

❒ de toevoer van brandstof wordtgestopt en de motor afslaat;

❒ de portieren automatisch ontgrendelen;

❒ de interieurverlichting wordt inge-schakeld.

Als de brandstofnoodschakeling geacti-veerd is, verschijnt op het display hetbericht “Brandstoftoevoer afgesloten,zie instructieboekje”.

Controleer de auto zorgvuldig op brand-stoflekkage, bijvoorbeeld in de motor-ruimte, onder de auto of in de nabijheidvan de brandstoftank.

Draai na het ongeval de contactsleutel instand STOP om te voorkomen dat deaccu ontlaadt.

Om de juiste werking van de auto teherstellen, moeten de volgende hande-lingen worden uitgevoerd:❒ draai de contactsleutel in stand MAR;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer

in;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer

uit;❒ schakel de linker richtingaanwijzer in;❒ schakel de linker richtingaanwijzer uit;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer

in;❒ schakel de rechter richtingaanwijzer

uit;❒ schakel de linker richtingaanwijzer in;❒ schakel de linker richtingaanwijzer uit;❒ draai de contactsleutel in stand

STOP.

De functie schakelt automatisch uit als deremvertraging niet meer het karakter vaneen noodstop heeft.

Deze functie voldoet aan de huidige wet-telijke voorschriften.

MISTLAMPEN VOOR/MISTACHTERLICHTEN (indien aanwezig) fig. 35De mistlampen voor/mistachterlichtenkunnen op de volgende wijze met deknop C worden ingeschakeld:1 keer Indrukken: inschakeling mistlam-pen voor2 keer Indrukken: inschakeling mist-achterlichten3 keer Indrukken: uitschakeling verlich-tingBij ingeschakelde mistlampen voor gaatop het instrumentenpaneel het controle-lampje 5 branden; bij ingeschakeldemistachterlichten gaat op het instrumen-

1 2 3 4 5 6 AUD

F0S0074mfig. 36

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 38

39

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

39

INTERIEURUITRUSTING

AANSTEKER(indien aanwezig)

ZONNEKLEPPEN fig. 38

De zonnekleppen zitten aan beide zijdennaast de binnenspiegel.

Ze kunnen voor de voorruit of voor dezijruit worden gedraaid.

Op de achterzijde van de zonneklep aanpassagierszijde bevindt zich een spiegel-tje, dat verlicht kan worden door eenplafondlampje dat bediend wordt doorknop B. Op de zonneklep aan bestuur-ders- en passagierszijde bevindt zich eendocumentenvakje.

De aansteker wordt ergheet. Gebruik de aansteker

voorzichtig en voorkom dat hijgebruikt wordt door kinderen: risicoop brand en/of brandwonden.Controleer altijd of de aansteker nahet indrukken ook uitschakelt.

ATTENTIE

fig. 38

A

F0S0038m fig. 39 F0S0040m

DASHBOARDKASTJE AAN PAS-SAGIERSZIJDE(indien aanwezig) fig. 39

Trek aan de handgreep A om het dash-boardkastje te openen.

Rijd niet met geopendedashboardkastjes: bij een

ongeval zou de passagier zich kun-nen verwonden.

ATTENTIE

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 39

40

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

40

fig. 42 F0S0042m

OPBERGVAK ONDER STOEL(indien aanwezig) fig. 41

Op enkele uitvoeringen bevindt zich eenopbergvak onder de passagiersstoelvoor.

Om het te bereiken, moet u de voorzij-de van de zitting 1 omhoogtillen, zodatdeze loshaakt; til vervolgens de achter-zijde van de zitting 2 (aan de kant van derugleuning) omhoog.

Om het opbergvak te sluiten, moet u deachterzijde van de zitting omlaag enonder de rugleuning plaatsen zonderkracht te zetten; druk vervolgens op devoorzijde van de zitting totdat deze ver-grendelt.

BEKER/BLIKJESHOUDERS

Op de tunnelconsole bevinden zich tweehouders voor de zitplaatsen voor entwee voor de zitplaatsen achter waarinbekers of blikjes geplaatst kunnen wor-den.

fig. 41 F0S0039m

OPBERGVAK IN MIDDENCON-SOLE fig. 40

Om het vak te openen, moet u het bij deopening B naar buiten trekken zoalsafgebeeld in de figuur.

fig. 40 F0S0041m

Rijd niet met geopendedashboardkastjes: bij een

ongeval zou de passagier zich kun-nen verwonden.

ATTENTIE

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 40

41

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

41

OPENDAK (indien aanwezig)

Het opendak heeft een groot glazenpaneel en een zonnescherm dat met dehand kan worden bediend. Het zonne-scherm kan worden gebruikt in de standen“geheel gesloten” en “geheel geopend”(het heeft geen vaste tussenliggende stan-den). Zonnescherm openen: druk op desluiting A-fig. 44, maak het zonneschermlos en begeleid het tot het geheel geopendis. Ga voor het sluiten in omgekeerdevolgorde te werk. Het opendak kan uit-sluitend bediend worden als de contact-sleutel in stand MAR staat. Met de bedie-ningsknoppen A-B fig. 43 op het paneelnabij de plafondverlichting voor, kunt u hetdak openen/sluiten.

STEKKERDOOS (indien aanwezig) fig. 42De stekkerdoos is in de tunnelconsolegeplaatst en wordt gevoed met de con-tactsleutel in stand MAR.Om de stekkerdoos te gebruiken, moetu het beschermdekseltje A openen.De juiste werking is alleen gegarandeerdals de accessoires die erop worden aan-gesloten, voorzien zijn van goedgekeur-de stekkers. Alle accessoires uit het FiatLineaccessori-programma zijn van dezestekkers voorzien.BELANGRIJK Als bij uitgezette motoren de contactsleutel in stand MARaccessoires met een hoog stroomver-bruik langdurig gebruikt worden (bij-voorbeeld langer dan 1 uur), kan de accugeleidelijk ontladen en de motor nietmeer starten.

Op de stekkerdoos kunnenaccessoires worden aange-sloten met een vermogenvan maximaal 180W (maxi-

male stroomsterkte 15A).

fig. 43 F0S0096m

Openen

Druk op de knop B-fig. 43 en houd deknop ingedrukt om het ruitpaneel in“kantelstand” te zetten; druk nogmaalsop de knop B-fig. 43 en houd de knopingedrukt om het paneel geheel te ope-nen; de beweging van het ruitpaneelstopt zodra u de knop loslaat.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 41

42

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

42

INITIALISATIEPROCEDURE

Als de accu losgekoppeld is geweest ofals een zekering is doorgebrand, moetde werking van het opendak opnieuwingesteld worden.

Ga als volgt te werk:

❒ druk de knop A-fig. 43 in de sluit-stand;

❒ houd de knop ingedrukt totdat hetdak stapsgewijs geheel is gesloten;

❒ wacht nadat het dak geheel geslotenis, tot de elektrische motor van hetdak uitschakelt.

fig. 44 F0S0097m

Verwijder altijd de contact-sleutel uit het contactslot als

u de auto verlaat, om te voorkomendat het opendak per ongeluk inbeweging wordt gebracht en zogevaar kan opleveren voor de ach-tergebleven inzittenden: onzorgvul-dig gebruik van het opendak kangevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-dens de bediening van het opendakaltijd of de passagiers niet verwondkunnen worden door de bewegingvan het opendak zelf of door inbeweging gebrachte voorwerpen.

ATTENTIE

Als er een imperiaal gemon-teerd is, is het raadzaam hetopendak alleen in “kantel-stand” te gebruiken.

Open het dak niet bij sneeuw of ijs:het kan dan beschadigd worden.

Sluiten

Druk als het ruitpaneel geheel geopendis, op de knop A-fig. 43 en houd deknop ingedrukt om het ruitpaneel in“kantelstand” te zetten; de beweging vanhet ruitpaneel stopt zodra u de knoploslaat; druk nogmaals op de knop A-fig.43 en houd de knop ingedrukt om hetruitpaneel geheel te sluiten.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 42

43

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

43

PORTIEREN

VER-/ONTGRENDELEN VANBUITENAF fig. 46

Openen

Draai de sleutel in stand 1 en trek dehandgreep omhoog.

Als u bij uitvoeringen met centrale ver-grendeling de sleutel draait, worden ge-lijktijdig alle portieren ontgrendeld.

Met afstandsbediening (indien aanwezig):druk op knop Ë om de portieren te ope-nen.

Voordat u een portieropent, moet u controleren

of u dat op een veilige manier kuntdoen.

ATTENTIE

Verwijder altijd de contactsleutel uit hetcontactslot als u de auto verlaat, om tevoorkomen dat het opendak per onge-luk in beweging wordt gebracht en zogevaar kan opleveren voor de achterge-bleven passagiers: onzorgvuldig gebruikvan het opendak kan gevaarlijk zijn.Controleer voor en tijdens de bedieningvan de schakelaar altijd of de passagiersniet verwond kunnen worden door debeweging van het opendak zelf of doorin beweging gebrachte voorwerpen.

SLUITEN IN NOODGEVALLEN

Als het opendak niet elektrisch bediendkan worden, dan kan het handmatigworden bediend; ga hiervoor als volgt tewerk:

❒ verwijder de beschermdop A-fig. 45op de binnenbekleding, achter hetzonnescherm;

❒ neem de zeskantige sleutel uit degereedschaphouder in de bagageruim-te;

❒ steek de sleutel in de zitting en draaide sleutel:– rechtsom om het dak te openen;– linksom om het dak te sluiten.

fig. 45 F0S0098m

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 43

44

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

44

Open de portieren alleen als de autostilstaat.

Vergrendelen

Draai bij goed gesloten portieren desleutel in stand 2.

Bij uitvoeringen met centrale vergrende-ling moeten alle portieren goed geslotenzijn.

Met afstandsbediening (indien aanwezig):druk op knop Á om de portieren tevergrendelen.

Als een portier niet goed gesloten is,werkt de centrale portiervergrendelingniet.

BELANGRIJK De centrale portierver-grendeling werkt niet als een portier nietgoed gesloten is of als er een storing in hetsysteem is. Na 10/11 pogingen snel na el-kaar schakelt het systeem ongeveer 30 se-conden uit.

fig. 46 F0S0099m fig. 47 F0S0029m

VER-/ONTGRENDELEN VANBINNENUIT fig. 47

OpenenTrek aan het bedieningshendeltje A. Als u bij uitvoeringen met centrale ver-grendeling het hendeltje A op hetbestuurdersportier bedient, worden alleportieren ontgrendeld. Bij uitvoeringenmet afstandsbediening wordt als het hen-deltje A op het passagiersportier wordtbediend, alleen dat portier ontgrendeld.Bij uitvoeringen zonder afstandsbedieningworden als het hendeltje A op het passa-giersportier wordt bediend, alle portie-ren ontgrendeld.

Vergrendelen

Duw het bedieningshendeltje A naar hetportier. Als u het hendeltje A op hetbestuurdersportier bedient, worden alleportieren vergrendeld.

Bij uitvoeringen met afstandsbedieningwordt als het hendeltje A op het passa-giersportier wordt bediend, alleen datportier vergrendeld.

Bij uitvoeringen zonder afstandsbedie-ning worden, als het hendeltje A op hetpassagiersportier wordt bediend, alleportieren vergrendeld.

Met mechanisch slot, bij uitvoeringenzonder centrale vergrendeling, moetende hendeltjes afzonderlijk bediend wor-den.

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 44

45

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

45

HANDBEDIEND RUITMECHANISME

Op enkele uitvoeringen moeten de ruitenmet de hand worden bediend.

Open of sluit de ruiten met de daarvoorbestemde slinger.

RUITBEDIENING

ELEKTRISCHE RUITBEDIENINGVOOR (indien aanwezig) fig. 48

De elektrische ruitbediening werkt metde contactsleutel in stand MAR enongeveer twee minuten nadat de sleutelin stand STOP is gedraaid of is uitgeno-men.

Naast de versnellingspook bevinden zichtwee drukschakelaars (één per zijde)waarmee u de zijruiten bedient:

A Openen/sluiten van de portierruitaan bestuurderszijde.

B Openen/sluiten van de portierruitaan passagierszijde.

Als u de schakelaar enkele secondeningedrukt houdt, sluit of opent de ruitautomatisch (alleen met de sleutel instand MAR).

fig. 48 F0S0030m

Onzorgvuldig gebruik vande elektrische ruitbediening

kan gevaarlijk zijn. Controleer vooren tijdens het bedienen van de ruitaltijd of de passagiers niet kunnenworden verwond door de bewegen-de ruiten, hetzij direct door contactmet de ruit, hetzij door voorwerpendie door de ruit worden meege-sleept of geraakt.

ATTENTIE

Verwijder altijd de sleuteluit het contactslot als u de

auto verlaat, om te voorkomen dateen onverwachtse inschakeling vande elektrische ruitbediening gevaaroplevert voor de achtergeblevenpassagiers.

ATTENTIE

023-045 FIAT 500 NL 19-09-2007 16:26 Pagina 45

46

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

Met de sleutel met afstandsbedie-ning (indien aanwezig)

Druk op de knop R.

Als de achterklep wordt ontgrendeld,knipperen de richtingaanwijzers tweekeer.

Elektrisch bediende handgreep (softtouch) (indien aanwezig) fig. 51

Bij enkele uitvoeringen kan de achter-klep (indien ontgrendeld) alleen vanaf debuitenkant worden geopend met deelektrisch bediende handgreep B diezich onder de rand bevindt.

De achterklep kan bovendien altijd wor-den geopend als de portieren van deauto ontgrendeld zijn.

Om de achterklep met deze handgreepte kunnen openen, moet eerst een vande portieren worden geopend of deportieren ontgrendeld zijn met deafstandsbediening of met de mechani-sche sleutel.

Als de achterklep niet goed gesloten is,brandt het waarschuwingslampje ´ op hetinstrumentenpaneel (indien aanwezig).

BAGAGERUIMTE

ACHTERKLEP OPENEN

Met de mechanische sleutel fig. 50

Ontgrendel het slot met de metalenbaard van de contactsleutel A.

De achterklep gaat dankzij de gasverengemakkelijk open.

Als u de achterklep opent, gaat bijbepaalde uitvoeringen de bagageruimte-verlichting branden: de verlichting gaatautomatisch uit als u de achterklep sluit.

De verlichting blijft bovendien ongeveer15 minuten branden nadat de contact-sleutel in stand STOP is gedraaid: alsbinnen deze 15 minuten een portier ofde achterklep wordt geopend, gaat detijdsperiode opnieuw in.

fig. 50 F0S0100m fig. 51 F0S0101m

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 46

47

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ACHTERKLEP SLUITEN fig. 52

U sluit de achterklep door de achterklepte laten zakken en ter hoogte van hetslot te drukken, totdat u de vergrende-ling hoort.

Aan de binnenzijde van de achterklep ziteen koordje B waarmee u de achterklepmakkelijker kunt sluiten.

fig. 52 F0S0031m

Het maximum laadvermo-gen van de auto mag nooit

overschreden worden (zie hoofdstuk“Technische gegevens”). Controleerbovendien of de bagageruimte goedgeladen is, om te voorkomen dateen voorwerp bij bruusk remmennaar voren schiet en letsel veroor-zaakt.

Rijd niet met een geopende achter-klep: het uitlaatgas kan in het inte-rieur dringen.

ATTENTIE

Als u in een gebied rijdtwaar brandstof moeilijk

verkrijgbaar is en u daarom reserve-brandstof in een jerrycan wilt ver-voeren, dan dient u zich aan de gel-dende wetgeving te houden. Gebruikalleen een goedgekeurde jerrycan enbevestig deze op de juiste wijze.Toch zal bij een ongeval de kans opbrand groter zijn.

Let er op dat u niet tegen voorwer-pen op het imperiaal stoot als u deachterklep opent.

ATTTENTIE

fig. 52a F0S0135m

ACHTERKLEP IN GEVAL VANNOOD OPENEN fig. 52a

Om de achterklep vanuit het interieur teopenen (bij een lege accu of bij een sto-ring in het elektrische systeem van deachterklep zelf), moet als volgt te werkworden gegaan (zie “Bagageruimte ver-groten” in dit hoofdstuk):

❒ verwijder de hoofdsteunen achter;

❒ klap de rugleuningen naar voren;

❒ voor het mechanisch ontgrendelenvan de achterklep, moet u vanuit debagageruimte het hendeltje A bedie-nen.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 47

48

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

BAGAGERUIMTE VERGROTEN

Gedeeltelijke vergroting (50/50)(indien van toepassing) fig. 53-54

Het is mogelijk de bagageruimte te ver-groten door de deelbare achterbankgedeeltelijk of geheel neer te klappen.

Ga als volgt te werk:

❒ verwijder de hoofdsteunen van deachterbank (indien aanwezig); voorhet verwijderen van de hoofdsteunenachter, moet de rugleuning zijn neer-geklapt richting het interieur of bijgeopende achterklep;

❒ controleer of de gordels niet gespan-nen zijn of gedraaid zitten;

❒ trek het hendeltjes A of B-fig. 53omhoog om respectievelijk het linkerof het rechter deel van de rugleuningte ontgrendelen en plaats de rugleu-ning op de zitting.

BELANGRIJK Bij het terugplaatsen vande rugleuning raden wij aan vanaf de bui-tenzijde van de auto (bij geopende por-tieren) te werk te gaan.

Maximale vergroting fig. 55

Als de achterbank wordt neergeklapt, isde bagageruimte maximaal vergroot.

fig. 53 F0S0017m fig. 54 F0S0043m

fig. 55 F0S0044m

Ga als volgt te werk:

❒ verwijder de hoofdsteunen van deachterbank (indien aanwezig);

❒ controleer of de gordels niet gespan-nen zijn of gedraaid zitten;

❒ trek de hendeltjes A en B-fig. 53omhoog om de rugleuningen te ont-grendelen en klap ze op de zittingneer.

BELANGRIJK Bij het terugplaatsen vande rugleuning raden wij aan vanaf de bui-tenzijde van de auto (bij geopende por-tieren) te werk te gaan.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 48

49

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOMOTORKAP

Openen fig. 56-57-58

Ga als volgt te werk:

❒ trek de hendel A in de richting van depijl;

❒ plaats het hendeltje B naar rechtszoals aangegeven in de figuur;

❒ til de motorkap op en trek gelijktijdigde steunstang C uit de klem D; steekvervolgens het uiteinde van de stangin de grote opening E in de motorkapen druk de stang in de veilige stand(kleine opening) zoals afgebeeld.

Achterbank terugplaatsen

Plaats de rugleuningen omhoog en drukde leuningen naar achteren, totdat beideborgmechanismen hoorbaar inklikken.

Plaats de gespen van de veiligheidsgor-dels omhoog en zet de zitting weer in denormale gebruiksstand.

BELANGRIJK Als de rugleuning in denormale gebruiksstand wordt gezet,controleer dan of de rugleuning hoor-baar vergrendelt.

Controleer of de rugleuning aan beidezijden goed vergrendeld is om te voor-komen dat in geval van bruusk remmen,de rugleuning naar voren kan klappen ende passagiers kan verwonden.

HOEDENPLANK VERWIJDERENOm de hoedenplank te verwijderen,moet de hoedenplank uit de twee pennenaan de zijkant worden losgemaakt.

fig. 56

A

F0S0045m

Als de steunstang verkeerdgeplaatst wordt, kan de

motorkap onverwacht dichtvallen.Voer deze handelingen alleen uit alsde auto stilstaat.

ATTENTIE fig. 57 F0S0046m

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 49

50

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

Controleer of de armen vande ruitenwissers tegen de

ruit aanstaan voordat u de motor-kap optilt.

ATTENTIE

fig. 58 F0S0047m

Sluiten fig. 58

Ga als volgt te werk:

❒ Houd de motorkap met een handomhoog, trek met de andere hand destang C uit de zitting E en plaats desteunstang terug in de klem D.

❒ Laat de motorkap tot op ongeveer 20cm van de motorruimte zakken, laat demotorkap vallen en controleer of demotorkap goed is gesloten door dezeop te tillen. De motorkap mag nietalleen door de beveiliging vergrendeldzijn. Druk in dit laatste geval de motor-kap niet dicht, maar til hem opnieuwop en herhaal de handeling.

Om veiligheidsredenenmoet de motorkap tijdens

het rijden altijd goed gesloten zijn.Controleer daarom altijd of demotorkap goed vergrendeld is. Als utijdens het rijden merkt dat demotorkap niet goed is vergrendeld,stop dan onmiddellijk en sluit demotorkap op de juiste wijze.

ATTENTIE

Wees voorzichtig als u werk-zaamheden in de motor-

ruimte moet verrichten en de motornog warm is, om brandwonden tevoorkomen. Kom niet met uw handenin de buurt van de elektroventilateur:de elektroventilateur kan, ook bij uit-geschakeld contact, onverwachtinschakelen. Wacht tot de motor isafgekoeld.

ATTENTIE

Pas op met sjaals, dassen ofloszittende kledingstukken

omdat ook deze door de bewegendeonderdelen kunnen worden gegre-pen.

ATTENTIE

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 50

51

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOKOPLAMPEN

KOPLAMPEN AFSTELLEN

Goed afgestelde koplampen zijn belang-rijk voor het comfort en de veiligheidvan uzelf en de overige weggebruikers.Bovendien zijn er wettelijke voorschrif-ten met betrekking tot de koplampaf-stelling.

Voor optimaal zicht en zichtbaarheidmoeten de koplampen op de juiste wijzezijn afgesteld.

Wendt u voor controle of afstelling totde Fiat-dealer.

Controleer de afstelling van de koplam-pen telkens als het gewicht of de plaatsvan de lading wijzigt.

IMPERIAAL/SKIDRAGER

BEVESTIGINGSPUNTEN

De bevestigingspunten bevinden zich opde in fig. 59 aangegeven plaatsen.

Om de bevestigingspunten voor tegebruiken, moet de dop A worden ver-wijderd, die bereikbaar is bij geopendportier. De bevestigingspunten achter Bzijn te vinden overeenkomstig de matendie zijn afgebeeld in fig. 59a.

In het Lineaccessori-programma is eenimperiaal/skidrager opgenomen die speci-aal voor de achterklep is ontwikkeld.

BELANGRIJK U dient zich strikt aan deaanwijzingen te houden die in het pakketzijn meegeleverd. De montage moet altijddoor deskundige personen worden uitge-voerd.

fig. 59 F0S0136m

Controleer na enkelekilometers opnieuw of de

bevestigingsbouten nog goed vast-zitten.

ATTENTIE

Overschrijd nooit het maxi-mum draagvermogen (ziehoofdstuk “Technischegegevens”).

Verdeel de lading gelijkmatigen houd tijdens de rit reke-ning met een verhoogde zij-windgevoeligheid.

Houdt u strikt aan de wette-lijke bepalingen betreffende

de maximale afmetingen.

ATTENTIEfig. 59a

30 mm

130 mm

F0S0152m

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 51

52

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

KOPLAMPVERSTELLING fig. 60

De auto is uitgerust met een elektrischekoplampverstelling, die werkt met decontactsleutel in stand MAR en inge-schakeld dimlicht.

Als de auto beladen is, helt hij achter-over. Het gevolg is dat de lichtbundelmeer naar boven schijnt.

In dit geval moeten de koplampen wor-den versteld met de knoppen + en –.

Het display toont de stand gedurende dekoplampverstelling.

MISTLAMPEN VOOR AFSTELLEN (indien aanwezig)

Wendt u voor controle of afstelling totde Fiat-dealer.

KOPLAMPAFSTELLING IN HETBUITENLAND

De dimlichten zijn afgesteld voor gebruikin het land waarin de auto is verkocht. Indie landen waarin aan de andere zijdevan de weg wordt gereden, moet om hettegemoetkomende verkeer niet te ver-blinden, een gedeelte van de koplampenworden afgeplakt overeenkomstig dewetgeving van het land waarin u rijdt.

fig. 60

M E N UE S C

F0S0089m

Correcte standen op basis van debeladingsgraad

Stand 0 - een of twee personen op devoorstoelen.

Stand 1 - vier personen.

Stand 2 - vier personen + bagage.

Stand 3 - bestuurder + maximale ladingin de bagageruimte.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 52

53

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOACTIVERING VAN HET

SYSTEEM

Als het ABS in werking is getreden, merktde bestuurder dit aan een trilling in hetrempedaal, die gepaard gaat met eniggeluid: dit geeft aan dat het noodzakelijkis uw snelheid aan te passen aan debeschikbare grip op het wegdek.

ABS

Het ABS dat geïntegreerd is in het rem-systeem, voorkomt dat tijdens het rem-men de wielen blokkeren, ongeacht deconditie van het wegdek en de pedaal-druk, en verhindert daarmee het door-slippen van een of meerdere wielen.Hierdoor blijft de auto bestuurbaar, zelfsbij noodstops.

Het systeem wordt gecompleteerd meteen elektronische remdrukverdelingEBD (Electronic Braking ForceDistribution), die de remdruk verdeelttussen de voor- en achterwielen.

BELANGRIJK Voor een maximale wer-king van het remsysteem is een inrijpe-riode nodig van ongeveer 500 km: indeze periode moet bruusk, herhaaldelijken langdurig remmen worden vermeden.

Als het ABS in werkingtreedt, merkt u dat aan een

trilling in het rempedaal. Verlaag deremdruk niet maar houd het rempe-daal juist goed ingetrapt; op dezemanier hebt u de kortste remweg inrelatie tot de conditie van het weg-dek.

ATTENTIE

Als het ABS in werkingtreedt, dan is de grip van de

banden op het wegdek beperkt: udient uw snelheid te verlagen enaan te passen aan de beschikbaregrip.

ATTENTIE

Het ABS maakt zoveelmogelijk gebruik van de

beschikbare grip maar kan deze nietverhogen. Daarom moet op gladdeweggedeelten altijd voorzichtig wor-den gereden en mogen er geenonnodige risico’s worden genomen.

ATTENTIE

STORINGSMELDINGEN

Storing in ABS

Bij een storing brandt het waarschu-wingslampje > op het instrumenten-paneel en verschijnt er een bericht(indien aanwezig) op het instelbaremultifunctionele display (zie hethoofdstuk “Lampjes en berichten”).

In dat geval blijft het remsysteem normaalwerken, maar zonder de mogelijkhedenvan het ABS. Rijd voorzichtig naar dedichtstbijzijnde Fiat-dealer om het systeemte laten controleren.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 53

54

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

Als alleen het waar-schuwingslampje x op het

instrumentenpaneel gaat brandenen op het instelbare multifunctio-nele display (indien aanwezig)verschijnt ook een bericht, stop danonmiddellijk en wendt u tot de Fiat-dealer. Als er vloeistof lekt uit hethydraulische systeem, wordt dewerking van zowel hetconventionele remsysteem als hetABS in gevaar gebracht.

ATTENTIE ESP-SYSTEEM(Electronic StabilityProgram) (indien aanwezig)

Dit systeem bewaakt de stabiliteit van deauto als de wielen hun grip verliezen,waardoor de auto beter op koers blijft.

De werking van het ESP is uitermate nut-tig als de grip op het wegdek wisselt.

Het ESP beschikt naast ASR (anti-door-slipregeling van de aangedreven wielendie werkt op de remmen en de motor)en HILL HOLDER (automatisch werken-de wegrijhulp op hellingen) ook overMSR (regeling van het afremmen op demotor tijdens terugschakelen) en HBA(automatische remdrukverhoger bijnoodstops).

ACTIVERING VAN HET SYSTEEM

Bij activering gaat het lampje á op hetinstrumentenpaneel knipperen, om debestuurder er op te wijzen dat de autode stabiliteit en de grip dreigt teverliezen.

Storing in EBD

Bij een storing branden de waar-schuwingslampjes > en x op hetinstrumentenpaneel en verschijnt er eenbericht (indien aanwezig) op hetinstelbare multifunctionele display (ziehet hoofdstuk “Lampjes en berichten”).

In dit geval kunnen bij krachtig remmen deachterwielen vroegtijdig blokkeren waar-door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-zichtig naar de dichtstbijzijnde Fiat-dealerom het systeem te laten controleren.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 54

55

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

De prestaties van het ESP-systeem mogen de bestuur-

der er niet toe verleiden onnodige enonverantwoorde risico’s te nemen.De rijstijl moet altijd zijn aangepastaan het wegdek, het zicht en het ver-keer. De verantwoordelijkheid voorde verkeersveiligheid ligt altijd enoveral bij de bestuurder van de auto.

ATTENTIE

Inschakeling van het systeem

Het ESP wordt automatisch ingeschakeldals de motor wordt gestart en kan nietworden uitgeschakeld.

Storingsmeldingen

Bij een storing in het ESP wordt hetsysteem automatisch uitgeschakeld, gaathet lampje á op het instrumen-tenpaneel continu branden, verschijnt ereen bericht op het instelbaremultifunctionele display (indienaanwezig) en gaat het lampje op deknop ASR OFF branden (zie hethoofdstuk “Lampjes en berichten”).Wendt u in dit geval tot de Fiat-dealer.

HILL HOLDER SYSTEEM (indien aanwezig)

Dit systeem is geïntegreerd in het ESP-systeem en schakelt automatisch in als:

❒ omhoog: de auto stilstaat op een hel-ling van meer dan 2% met draaiendemotor, ingetrapt rem- en koppelings-pedaal en versnellingsbak in vrij, of alseen andere versnelling dan de achter-uit is ingeschakeld;

❒ omlaag: de auto stilstaat op een hel-ling van meer dan 2% met draaiendemotor, ingetrapt rem- en koppelings-pedaal en als de achteruit is ingescha-keld.

Tijdens het wegrijden zorgt de regeleen-heid van het ESP ervoor dat de wielengeremd blijven, totdat het noodzakelijkemotorkoppel is bereikt om weg te rijden(of maximaal 2 seconden), zodat u meertijd heeft om uw rechter voet van hetrempedaal naar het gaspedaal te ver-plaatsen.

Als u na 2 seconden niet bent weggere-den, schakelt het systeem automatischuit en wordt de remdruk geleidelijk ver-laagd. Tijdens deze fase kunt u eentypisch schurend geluid horen. Dit geluidbetekent dat de auto ieder moment inbeweging kan komen.

Storingsmeldingen

Bij een storing in het systeem brandt hetwaarschuwingslampje á op het instru-mentenpaneel en verschijnt er eenbericht op het instelbare multifunctione-le display (indien aanwezig) (zie hoofd-stuk “Lampjes en berichten”).

BELANGRIJK Het Hill Holder-systeemis geen handrem; verlaat dus nooit deauto zonder de handrem aan te trekken,de motor uit te zetten en de eerste ver-snelling in te schakelen.

Als eventueel met hetnoodreservewiel wordt

gereden, dan blijft het ESP inge-schakeld. Blijf er echter rekeningmee houden dat het noodreserve-wiel kleiner is dan de normale banden dat daarom de grip lager is danbij de andere banden van de auto.

Voor de juiste werking van het ESP-en ASR-systeem is het noodzakelijkdat de banden van alle wielen vanhetzelfde merk en type zijn. De ban-den moeten in perfecte conditie zijnen de voorgeschreven afmetingenhebben.

ATTENTIE

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 55

56

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

MSR-systeem (regeling van motor-remwerking)

Dit systeem, dat geïntegreerd is in deASR, verhoogt bij bruusk terugschakelenhet motorkoppel, zodat overmatige ver-traging van de aangedreven wielenwordt voorkomen. Dit heeft vooralvoordelen op een wegdek met weiniggrip, waarop de stabiliteit van de autosnel verloren kan gaan.

In-/uitschakeling van het ASR-systeem fig. 61

Het ASR-systeem schakelt automatischin als de motor wordt gestart.

Tijdens het rijden kan het systeem wor-den uitgeschakeld en vervolgens weeringeschakeld door de knop C ASR OFFin te drukken.

Als het systeem is ingeschakeld, ver-schijnt er een bericht op het instelbaremultifunctionele display (indien aanwe-zig).

Bij uitschakeling van het systeem brandthet lampje op de knop ASR OFF en ver-schijnt er een bericht op het instelbaremultifunctionele display (indien aanwe-zig). Als de ASR tijdens het rijden wordtuitgeschakeld, schakelt deze automatischweer in als de auto opnieuw wordtgestart.

Schakel het ASR-systeem uit als u metsneeuwkettingen rijdt: onder dezeomstandigheden levert het doorslaanvan de aangedreven wielen juist meertrekkracht op.

ASR (Antislip Regulation)(indien aanwezig)

Dit systeem is geïntegreerd in het ESP-systeem en grijpt automatisch in als eenof beide aangedreven wielen dreigendoor te slippen, zodat de bestuurder decontrole over de auto kan behouden.

Het ASR-systeem is vooral nuttig onderde volgende omstandigheden:

❒ doorslippen van het binnenste wiel inbochten, door verandering van dewielbelasting of door te felle accelera-tie;

❒ te hoog vermogen naar de wielen,ook in samenhang met de conditiesvan het wegdek;

❒ acceleratie op gladde wegen en bijsneeuw en ijzel;

❒ verlies van grip op natte weggedeel-ten (aquaplaning).

fig. 61 F0S0102m

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 56

57

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOBELANGRIJK Na het verhelpen van de

storing moet de Fiat-dealer voor eencomplete controle van het systeem,tests uitvoeren op een testbank en, zonodig, een proefrit maken die eventueeleen langere afstand kan omvatten.

ELEKTRISCHE STUUR-BEKRACHTIGING“DUALDRIVE” (indien aanwezig)

Enkele uitvoeringen zijn uitgerust met deelektrische stuurbekrachtiging “Dual-drive”. De elektrische stuurbekrachti-ging werkt alleen als de contactsleutel instand MAR staat en de motor draait.Met het systeem kan de bestuurder dehulpkracht voor het verdraaien van hetstuur aanpassen aan de rij-omstandighe-den.

BELANGRIJK Als de contactsleutel snelwordt gedraaid, kan de volledige wer-king van de stuurbekrachtiging na 1-2seconden worden bereikt.

Bij de uitvoeringen 1.4 16V is de bedie-ningsknop voor het inschakelen van deelektrische stuurbekrachtiging Dualdrivevervangen door de bedieningsknop voorhet inschakelen van de SPORT-functie(zie de paragraaf “Bedieningsorganen” indit hoofdstuk).

EOBD-SYSTEEM

Met het EOBD-systeem (European OnBoard Diagnosis) kan een doorlopendediagnose worden uitgevoerd op diecomponenten op de auto die vaninvloed zijn op de emissie. Bovendienmeldt het systeem, door het brandenvan het lampje U op hetinstrumentenpaneel en het verschijnenvan een bericht op het instelbaremultifunctionele display (indienaanwezig) (zie het hoofdstuk “Lampjesen berichten”) dat de betreffendecomponenten defect zijn.

Het doel is:

❒ de werking van het systeem controle-ren;

❒ signaleren wanneer door een storingde emissies boven de wettelijk vastge-stelde drempelwaarde uitkomen;

❒ signaleren wanneer het noodzakelijkis defecte componenten te vervangen.

Het systeem beschikt verder nog overeen diagnosestekker die het mogelijkmaakt, na het aansluiten van specialeapparatuur, de door de regeleenheidopgeslagen storingscodes en de specifie-ke parameters voor de diagnose en wer-king van de motor te lezen.

Deze controle kan ook worden uitge-voerd door de verkeerspolitie.

Als u de contactsleutel instand MAR draait en hetlampje U gaat niet brandenof het gaat branden of

knipperen tijdens het rijden (erverschijnt ook een bericht op hetinstelbare multifunctionele display -indien aanwezig), wendt u dan zosnel mogelijk tot de Fiat-dealer. Dewerking van het lampje U kanworden gecontroleerd met behulpvan speciale apparatuur van deverkeerspolitie. Houdt u aan dewetgeving van het land waarin urijdt.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 57

58

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STORINGSMELDINGEN

Eventuele storingen in het systeemworden aangegeven door het brandenvan het lampje g op hetinstrumentenpaneel (er verschijnt ookeen bericht op het instelbaremultifunctionele display - indienaanwezig) (zie het hoofdstuk “Lampjesen berichten”).

Bij een storing in het systeem blijft de au-to mechanisch bestuurbaar.

BELANGRIJK In bepaalde omstandighe-den kan door externe factoren het lamp-je g op het instrumentenpaneel gaanbranden.

IN-/UITSCHAKELEN CITY-func-tie fig. 62

Druk voor het in-/uitschakelen van defunctie op de knop A.

De inschakeling van de functie wordtaangegeven door het brandende CITY-lampje op het instrumentenpaneel.

Met ingeschakelde CITY-functie draaithet stuur heel licht, waardoor makkelij-ker kan worden geparkeerd: deze instel-ling van de stuurbekrachtiging is dus zeergeschikt voor het rijden in de stad.

fig. 62

CD

FM AS AM 1 2 3 4 5 6 AUD

MP3 RND RPT TPM CD-IN EQ LOUD AF LOC PTY TP TA RMB PB CD

F0S0032m

Het is streng verboden omde-/montagewerkzaamhe-

den uit te voeren, waarvoor wijzi-gingen in de stuurinrichting of destuurkolom vereist zijn (bijv. bijmontage van een diefstalbeveili-ging). Hierdoor kunnen de presta-ties van het systeem, de garantie ende veiligheid in gevaar wordengebracht en voldoet de auto nietmeer aan de typegoedkeuring.

ATTENTIE In dat geval moet u onmiddellijk de autostilzetten, de motor ongeveer 20 secon-den uitzetten en vervolgens de motorweer starten. Als het lampje g blijft bran-den en het bericht op het instelbare mul-tifunctionele display (indien aanwezig) blijftweergegeven, wendt u dan zo snel moge-lijk tot de Fiat-dealer.

BELANGRIJK De benodigde stuurkrachtkan toenemen bij langdurige parkeer-manoeuvres; dit is een normaal verschijn-sel om oververhitting van de motor voorde stuurbekrachtiging te voorkomen. Indeze situatie zijn er geen reparaties ver-eist. Als u de auto een volgende keer weergebruikt, zal de stuurbekrachtiging weernormaal werken.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 58

59

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOPARKEERSENSOREN

(indien aanwezig)

Deze bevinden zich in de achterbumpervan de auto fig. 63 en attenderen debestuurder via een repeterend geluids-signaal op de aanwezigheid van obstakelsachter de auto.

ACTIVERING

De sensoren worden automatisch geac-tiveerd als de achteruit wordt ingescha-keld. Als de afstand tot het obstakel ach-ter de auto kleiner wordt, neemt de fre-quentie van het geluidssignaal toe.

AKOESTISCH WAARSCHU-WINGSSYSTEEM

Als u de achteruit inschakelt en er eenobstakel achter de auto aanwezig is,klinkt er een akoestisch signaal waarvande frequentie afhankelijk is van deafstand van het obstakel tot de achter-bumper.

De frequentie van het geluidssignaal:

❒ neemt toe als de afstand tot hetobstakel kleiner wordt;

❒ klinkt ononderbroken als de afstandtot het obstakel minder is dan onge-veer 30 cm en stopt onmiddellijk alsde afstand tot het obstakel groterwordt;

❒ blijft constant als de afstand tot hetobstakel constant blijft.

Meetbereik

Meetbereik in het midden: 140 cm

Meetbereik aan de zijkanten: 60 cm

Als de sensoren meerdere obstakels sig-naleren, dan reageren zij alleen op dieobstakels die zich het dichtst bij de autobevinden.

STORINGSMELDINGEN

Eventuele storingen in de parkeersen-soren worden bij het inschakelen van deachteruit aangegeven door het brandenvan het lampje è op het instrumenten-paneel (op het multifunctionele displayverschijnt ook een bericht - indien aan-wezig) (zie het hoofdstuk “Lampjes enberichten”).

fig. 63 F0S0103m

Zet altijd de motor uit enverwijder de contactsleutel

uit het contactslot, waardoor hetstuurwiel wordt vergrendeld, voor-dat er onderhoudswerkzaamhedenworden uitgevoerd, vooral als deauto met de wielen los van de grondstaat. Als dit niet mogelijk is (als desleutel in stand MAR moet staan ofde motor moet draaien), moet dehoofdzekering van de elektrischestuurbekrachtiging worden verwij-derd.

ATTENTIE

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 59

60

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO ALGEMENE OPMERKINGEN

❒ Controleer tijdens parkeermanoeu-vres of zich geen obstakels op ofonder het sensorsysteem bevinden.

❒ Obstakels die zich dicht bij de autobevinden, worden onder bepaaldeomstandigheden niet door het sys-teem gesignaleerd en kunnen dus deauto beschadigen of zelf beschadigdworden.

Hierna staan enkele omstandighedenvermeld die de prestaties van het par-keersysteem kunnen beïnvloeden:

❒ Een verminderde gevoeligheid van desensor en een vermindering van deprestaties van het parkeerhulpsys-teem kunnen veroorzaakt wordendoor de aanwezigheid op de sensorvan: ijs, sneeuw, modder, meerderelaklagen

❒ De sensor signaleert een nietbestaand object (“echo-storing”); ditwordt veroorzaakt door mechanischestoringen, bijvoorbeeld: wassen vande auto, regen (met veel wind) enhagel.

❒ De metingen van de sensor kunnenbeïnvloed worden/zijn door ultrasonesystemen (bijv. luchtdrukremmen vanvrachtwagens of pneumatische hamers)die zich in de nabijheid bevinden.

WERKING MET AANHANGER

De werking van de sensoren wordt auto-matisch uitgeschakeld als de stekker vande elektrische kabel van de aanhangerwordt aangesloten op de stekkerdoosvan de trekhaak.

De sensoren worden automatischopnieuw ingeschakeld als u de aanhan-gerstekker loskoppelt.

Voor een juiste werking vanhet systeem mag er geenmodder, vuil, sneeuw of ijsop de sensoren zitten. Wees

voorzichtig bij het reinigen van desensoren om krassen of beschadigin-gen te voorkomen; gebruik geendroge, grove of harde doek. De sen-soren moeten worden gereinigd metschoon water, waaraan eventueelautoshampoo is toegevoegd. Inwastunnels waar gebruik wordtgemaakt van stoom of hogedrukreini-ging, moeten de sensoren kort wor-den gereinigd. Houd hierbij de straal-pijp op meer dan 10 cm afstand.

De verantwoordelijkheidtijdens het parkeren en

andere gevaarlijke handelingen ligtaltijd en overal bij de bestuurder.Controleer als u de auto parkeert ofzich geen personen (in het bijzonderkinderen) of dieren in de buurt vande auto bevinden. De parkeersen-soren moeten als een hulpmiddelvoor de bestuurder beschouwd wor-den. De bestuurder moet tijdenseventueel gevaarlijke parkeer-manoeuvres altijd volledig zijn aan-dacht behouden, ook als demanoeuvres met lage snelheid wor-den uitgevoerd.

ATTENTIE

❒ De prestaties van het parkeerhulpsys-teem kunnen ook beïnvloed wordendoor de positie van de sensoren.Bijvoorbeeld als de stand van de autowordt gewijzigd (door slijtage vanschokdempers, wielophanging) ofdoor de banden te verwisselen, deauto te zwaar te beladen of door spe-ciale aanpassingen waardoor de autoverlaagd wordt.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 60

61

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

INBOUWVOORBEREIDING (indien aanwezig)

Naast de standaarduitrusting is de autoaf fabriek uitgerust met:

❒ twee mid-woofer luidsprekers in deportieren met een diameter van 165mm en met elk een vermogen van 40W;

❒ twee tweeter luidsprekers in devoorstijlen met een diameter van 38mm en met elk een vermogen van 30W;

❒ kabel voor voeding van de antenne;

❒ kabels voor voeding van de luidspre-kers voor;

❒ kabels voor voeding van de autoradio;

❒ antenne op het dak van de auto.

AUTORADIO (indien aanwezig)

De complete installatie bestaat uit:❒ twee mid-woofer luidsprekers in de

portieren met een diameter van 165mm en met elk een vermogen van 40W;

❒ twee tweeter luidsprekers in de voor-stijlen met een diameter van 38 mm enmet elk een vermogen van 30 W;

❒ twee full range luidsprekers in de zij-panelen achter met een diameter van165 mm en met elk een vermogen van40 W;

❒ antenne op het dak van de auto;❒ autoradio met MP3 CD-speler (zie

voor de eigenschappen en werking hetsupplement “Autoradio” dat bij ditboekje wordt geleverd).

Bij een hifi-audiosysteem (optional):❒ twee mid-woofer luidsprekers met

een diameter van 165 mm en met elkeen vermogen van 60 W;

❒ twee tweeter luidsprekers in de voor-stijlen met elk een vermogen van 40 W;

❒ twee full range luidsprekers in de zij-panelen achter met elk een vermogenvan 40W;

❒ een subwoofer van 60 W onder derechter voorstoel;

❒ een versterker 4x30 W in het zijpa-neel rechtsachter;

❒ antenne op het dak;❒ autoradio met MP3 CD-speler (zie

voor de eigenschappen en werking hetsupplement “Autoradio” dat bij ditboekje wordt geleverd).

Als u direct na aankoop vande auto een autoradio wiltinstalleren, moet u eerst con-tact opnemen met de Fiat-

dealer; deze zal u instructies geven omde levensduur van de accu te behou-den. Als de accu bij uitgezette motorte zwaar wordt belast, beschadigt deaccu en kan de garantie op de accuvervallen.

AUTORADIO (indien aanwezig)Raadpleeg voor de werking van de auto-radio met MP3 CD-speler (indien aan-wezig) het supplement dat bij dit instruc-tieboekje is geleverd.

STANDAARDUITRUSTING

Het pakket bestaat uit:

❒ kabels voor voeding van de autoradio;

❒ een inbouwplaats voor de autoradio;

❒ inbouwplaatsen voor de luidsprekersvoor en achter.

Het is raadzaam de luidsprekers door deFiat-dealer te laten installeren.

De autoradio wordt ingebouwd op deplek van het opbergvak. Na verwijderingvan het opbergvak zijn de voedingskabelsbereikbaar.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 61

62

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE

SYSTEMEN MONTEREN

De elektrische/elektronische systemendie na aankoop van de auto en binnen deaftersales-service worden gemonteerd,moeten voorzien zijn van het merkteken:

Fiat Auto S.p.A. autoriseert de montagevan zend-/ontvangstapparatuur op voor-waarde dat de montagewerkzaamhedenop de juiste wijze bij een gespecialiseerdbedrijf worden uitgevoerd, waarbij de aan-wijzingen van de fabrikant in acht moetenworden genomen.

BELANGRIJK Als door de montage vansystemen de kenmerken van de autoworden gewijzigd, kan het kentekenbe-wijs worden ingenomen door debevoegde instanties en eventueel degarantie komen te vervallen bij defectendie veroorzaakt zijn door de bovenge-noemde modificatie of op defecten diedirect of indirect daarvan het gevolg zijn.

Fiat Auto S.p.A. is op geen enkele wijzeverantwoordelijkheid voor schade diehet gevolg is van de installatie van acces-soires die niet door Fiat Auto S.p.A. zijngeleverd of aanbevolen en die niet con-form de geleverde instructies zijn geïn-stalleerd.

RADIOZENDAPPARATUUREN MOBIELE TELEFOONS

Radiozendapparaten (mobiele telefoons,27 mc en dergelijke) mogen alleen in deauto worden gebruikt met een aparteantenne aan de buitenkant van de auto.

BELANGRIJK Het gebruik van dergelijkeapparaten in de auto (zonder buitenan-tenne) kan niet alleen schadelijk zijnvoor de gezondheid van de inzittenden,maar kan ook storingen in de elektrischesystemen van de auto veroorzaken.Hierdoor wordt de veiligheid in gevaargebracht.

Bovendien wordt de zend- en ontvangst-kwaliteit aanzienlijk beperkt door de iso-lerende eigenschappen van de carrosse-rie.

Houdt u bij het gebruik van mobieletelefoons (GSM, GPRS, UMTS) met hetofficiële EU-keurmerk, strikt aan deinstructies die door de fabrikant van demobiele telefoon zijn bijgeleverd.

EXTRA ACCESSOIRES

Als u na aanschaf van uw auto accessoi-res wilt monteren die constante voedingnodig hebben (diefstalalarm, navigatie-systeem met anti-diefstalsatellietbewa-king enz.), of accessoires die de elektri-sche installatie zwaar belasten, dient ucontact op te nemen met de Fiat-dealer.Deze kan u de meest geschikte installa-ties aanraden uit het Fiat Lineaccessori-programma en controleren of de elektri-sche installatie van de auto geschikt isvoor het extra stroomverbruik of dathet noodzakelijk is een accu met eengrotere capaciteit te monteren.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 62

63

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTODIESELMOTOREN

Werking bij lage temperaturen

Bij lage buitentemperaturen kan devloeibaarheid van de dieselbrandstofverminderen door de vorming van paraf-fine, waardoor het brandstofsysteemniet meer goed werkt.

Om dit probleem te voorkomen wordt er,afhankelijk van het seizoen, dieselbrandstofgeleverd die speciaal voor de zomer, voorde winter en voor zeer lage temperaturen(bergachtige/koude gebieden) is ontwik-keld. Als dieselbrandstof wordt getankt dieniet toereikend is voor de gebruikstempe-ratuur, raden wij aan de dieselbrandstof temengen met het vorstbeveiligingsmiddelTUTELA DIESEL ART in de verhouding diein de gebruiksaanwijzing van het middel isaangegeven. Doe eerst het middel in detank en voeg daarna de dieselbrandstof toe.

Als de auto lange tijd wordtgebruikt/stilstaat in bergachtige/koudegebieden, is het raadzaam dieselbrand-stof te tanken die ter plaatse beschikbaaris.

In dat geval is het bovendien raadzaameen hoeveelheid brandstof in de tank tehouden die groter is dan 50% van denuttige inhoud.

TANKEN

BENZINEMOTOREN

Tank uitsluitend loodvrije benzine meteen octaangetal van ten minste 95 RON.

BELANGRIJK Een beschadigde katalysa-tor laat schadelijke stoffen in het uitlaat-gas achter, waardoor het milieu wordtvervuild.

BELANGRIJK Tank met de auto nooit,niet in noodgevallen en ook niet eenklein beetje, loodhoudende benzine. Uzou de katalysator onherstelbaarbeschadigen.

Tank bij auto’s met diesel-motor uitsluitend diesel-brandstof voor motorvoer-tuigen die voldoet aan de

Europese specificatie EN590. Hetgebruik van andere producten ofmengsels kan de motor onherstelbaarbeschadigen en het vervallen van degarantie tot gevolg hebben. Mocht uonverhoopt een ander type brandstoftanken, dan mag de motor niet wor-den gestart en moet de brandstoftankworden afgetapt. Ook als de motorslechts kort heeft gedraaid, moetnaast de brandstoftank, ook allebrandstof uit de brandstofleidingenworden afgetapt.

TANKINHOUD

Om te zorgen dat de tank volledig gevuldwordt, moet u twee keer bijvullen nadathet vulpistool voor de eerste keer afslaat.Vul niet nog een keer bij om storingen inhet brandstofsysteem te voorkomen.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 63

64

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO BESCHERMING VAN

HET MILIEU

De emissiereductiesystemen voor benzi-nemotoren zijn:

❒ driewegkatalysator (katalysator);

❒ lambdasondes;

❒ benzinedamp-opvangsysteem.

Laat de motor nooit, ook niet tijdenstestwerkzaamheden, met losgenomenbougiekabels draaien.

De emissiereductiesystemen voor die-selmotoren zijn:

❒ oxidatiekatalysator;

❒ uitlaatgasrecirculatie-systeem (E.G.R.);

❒ roetfilter (DPF).

TANKDOP fig. 64

De tankdop B is voorzien van een koordC dat aan klepje A vastzit, om verliesvan de dop te voorkomen.

Draai de dop B los met de contactsleu-tel. Door de hermetische afsluiting vande tank kan de druk in de tank iets ver-hoogd zijn. Het is daarom normaal als ubij het losdraaien van de tankdop eensissend geluid hoort. Plaats tijdens hettanken de dop in de uitsparing op hettankklepje, zoals afgebeeld in de figuur.

fig. 64 F0S0104m

Kom niet dicht bij de vulope-ning met open vuur of eenbrandende sigaret: brandge-vaar. Houd uw hoofd ook

niet dichtbij de vulopening om tevoorkomen dat u schadelijke dampeninademt.

Onder normale bedrijfsom-standigheden bereikt de ka-

talysator hoge temperaturen. Parkeerdaarom niet boven brandbare mate-rialen (gras, droge bladeren, dennen-naalden enz.): brandgevaar.

ATTENTIE

DPF-ROETFILTER (DIESEL PAR-TICULATE FILTER) (voor uitvoe-ringen 1.3 Multijet 75 pk)

Het DPF-roetfilter (Diesel ParticulateFilter) is een mechanisch filter in het uit-laatsysteem dat de partikels in het uitlaat-gas van dieselmotoren opvangt. Het filtervangt bijna de totale hoeveelheid roet-deeltjes op, waardoor voldaan wordt aande huidige/toekomstige wettelijke nor-men. Tijdens het normale gebruik van deauto registreert de inspuitregeleenheideen aantal gegevens met betrekking tothet gebruik (gebruiksduur, type traject,bereikte temperatuur enz.) en berekentde hoeveelheid verzameld roet in het fil-ter. Het filter verzamelt de roetdeeltjesen moet periodiek worden geregene-reerd (schoongemaakt) door de roetdeel-tjes te verbranden. De regeneratieproce-dure wordt geregeld door de regeleen-heid van de motor op basis van de hoe-veelheid opgevangen roetdeeltjes en debedrijfsomstandigheden van de auto.Tijdens de regeneratie kan het volgendeworden waargenomen: een beperkte toe-rentalverhoging, inschakeling van de elek-troventilateur, een beperkte toename vande rook uit de uitlaat en een hogere tem-peratuur bij de uitlaat. Dit zijn geen sto-ringen en deze situatie heeft geen invloedop het milieu of het gedrag van de auto.Als de bijbehorende melding op het dis-play verschijnt, zie dan de paragraaf“Lampjes en berichten”.

046-064 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:34 Pagina 64

65

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

VEILIGHEIDSGORDELS .................................................... 66

SBR-SYSTEEM ........................................................................ 66

GORDELSPANNERS ........................................................... 67

KINDEREN VEILIG VERVOEREN.................................... 69

MONTAGEVOORBEREIDING VOOR“ISOFIX”-KINDERZITJE .................................................... 73

FRONTAIRBAGS ................................................................. 75

ZIJ-AIRBAGS (Sidebags - Headbags) ............................... 77

VVVVEEEEIIIILLLLIIIIGGGGHHHHEEEEIIIIDDDD

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 65

66

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

Als de auto op een steile helling staat,kan de rolautomaat blokkeren; dit is eennormaal verschijnsel. Bovendien blok-keert de rolautomaat als u de gordelsnel uittrekt. Hij blokkeert ook bij hardremmen, botsingen en bij hoge snelhe-den in bochten.

De achterbank is voorzien van drie-punts-veiligheidsgordels met rolauto-maat.

SBR-SYSTEEM (indien aanwezig)

De auto is uitgerust met het SBR-sys-teem (Seat Belt Reminder), dat debestuurder en de passagier voor op devolgende wijze waarschuwt als de veilig-heidsgordel niet is omgelegd.

❒ de eerste 6 seconden gaat lampje <continu branden en klinkt er eenononderbroken akoestisch signaal;

❒ de daaropvolgende 96 seconden knip-pert het lampje < en klinkt er eenonderbroken akoestisch signaal.

Wendt u tot de Fiat-dealer om het sys-teem permanent uit te schakelen.

Het SBR-systeem kan ook via het setup-menu van het display weer worden geac-tiveerd.

VEILIGHEIDSGORDELS

GEBRUIK VAN DE VEILIGHEIDSGORDELS fig. 1

Ga goed rechtop zitten, steun tegen derugleuning en leg dan de gordel om.

Trek de gordel uit en maak de gordelvast door de gesp A in de sluiting B tedrukken, totdat hij hoorbaar blokkeert.Als tijdens het uittrekken van de gordelde rolautomaat blokkeert, laat dan degordel een stukje teruglopen en trek degordel vervolgens weer geleidelijk uit.

Druk, om de gordel los te maken, op deknop C. Begeleid de gordel tijdens hetteruglopen om te voorkomen dat degordelband draait. Via de rolautomaatwordt de lengte van de gordel automa-tisch aangepast aan het postuur van dedrager, waarbij voldoende bewegings-ruimte overblijft.

fig. 1 F0S0077m

Druk tijdens het rijden nietop de knop C.

ATTENTIE Bedenk dat achterpassagiersdie geen gordel dragen, tij-

dens een ernstig ongeval niet alleenzelf aan gevaar worden blootgesteldmaar ook gevaar opleveren voor deinzittenden voor.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 66

67

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

GORDELSPANNERS

Voor een nog effectievere beschermingzijn de veiligheidsgordels van de autovoorzien van gordelspanners. Dit sys-teem trekt bij een heftige botsing degordel enige centimeters aan. Op dezewijze worden de inzittenden veel beterop hun plaats gehouden en wordt devoorwaartse beweging beperkt. Hetblokkeren van de veiligheidsgordel geeftaan dat de gordelspanner in werking isgeweest; de gordel wordt niet meeropgerold, ook niet als hij wordt begeleid.

Deze auto is bovendien uitgerust meteen tweede gordelspanner (ter hoogtevan de dorpel). Een ingekorte metalenkabel geeft aan dat het systeem in wer-king is getreden.

BELANGRIJK Voor een maximalebescherming door de gordelspannermoet de veiligheidsgordel zo wordenomgelegd dat hij goed aansluit op borsten bekken.

Tijdens de werking van de gordelspan-ner kan er een beetje rook ontsnappen.Deze rook is niet schadelijk en duidt nietop brand. De gordelspanner behoeftgeen enkel onderhoud of smering. Elkeverandering van de oorspronkelijke staatzal de doelmatigheid verminderen. Alsde gordelspanner door extreme natuur-lijke omstandigheden (bijv. overstromin-gen en vloedgolven) met water en mod-der in contact is geweest, dan moet despanner worden vervangen.

TREKKRACHTBEGRENZERS

Om de veiligheid bij een ongeval te ver-groten, zijn de oprolautomaten van degordels voorzien van trekkrachtbegren-zers die tijdens een frontale aanrijding depiekbelasting op de borst en schoudersbeperken.

ALGEMENE OPMERKINGEN OVER HET GEBRUIK VAN VEILIGHEIDSGORDELS

De bestuurder is verplicht zich te hou-den aan de wettelijke voorschriften metbetrekking tot het verplichte gebruik vande veiligheidsgordels (en de inzittendenerop attent te maken). Leg de veilig-heidsgordel altijd om voordat u vertrekt.

Ook vrouwen die in verwachting zijnmoeten een gordel dragen: ook voorhen (zowel voor de aanstaande moederals het kind) is de kans op letsel bij eenernstig ongeval kleiner als ze een gordeldragen. Uiteraard moeten zwangerevrouwen het onderste deel van de gor-del meer naar beneden omleggen, zodatde gordel over het bekken en onder debuik langs loopt (zoals in fig. 2 is aange-geven).

De gordelspanner werktslechts eenmaal. Als de gor-

delspanners hebben gewerkt, moet uzich tot de Fiat-dealer wenden om zete laten vervangen. De geldigheid vanhet systeem staat vermeld op eenplaatje dat zich op de portierstijlbevindt: laat voor het verstrijken vandeze termijn het systeem door de Fiat-dealer vervangen.

ATTENTIE

Werkzaamheden waarbij sto-ten, sterke trillingen of verhit-ting (maximaal 100°C gedu-rende ten hoogste 6 uur)

optreden, kunnen de gordelspannersbeschadigen of activeren: bij dieomstandigheden horen niet trillingendie voortgebracht worden door eenslecht wegdek of door contacten metkleine obstakels zoals trottoirbanden.Wendt u altijd tot de Fiat-dealer.

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 67

68

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

fig. 2 F0S0078m

Voor maximale veiligheidmoet u de rugleuning recht-

op zetten, tegen de leuning aangaan zitten en de gordel goed latenaansluiten op borst en bekken.Draag altijd veiligheidsgordels zowelvoor als achter in de auto! Rijdenzonder veiligheidsgordels vergroothet risico op ernstig letsel of dodelij-ke afloop bij een ongeval.

Het is streng verboden onderdelenvan de veiligheidsgordels of gordel-spanners te demonteren of open temaken. Werkzaamheden aan deveiligheidsgordels en gordelspannersmoeten worden uitgevoerd doorgekwalificeerd personeel. Wendt ualtijd tot de Fiat-dealer.

ATTENTIE BELANGRIJK Iedere gordel dient slechtster bescherming van een enkel persoon:gebruik de gordel niet voor een kind datbij een volwassene op schoot zit, waarbijde gordel beiden zou moeten bescher-men fig. 4. Plaats bovendien geen enkelvoorwerp tussen de gordel en hetlichaam van een inzittende.

BELANGRIJK De gordelband mag nooitgedraaid zijn. Het diagonale gordelge-deelte moet via het midden van deschouder schuin over de borst liggen.Het horizontale gordelgedeelte moetover het bekken (zoals aangegeven infig. 3) en niet over de buik liggen.Gebruik geen voorwerpen (wasknijpers,klemmen enz.) die een goed aansluitenvan de gordel op het lichaam verhinde-ren.

fig. 3 F0S0079m fig. 4 F0S0080m

Als de gordel aan een zwarebelasting wordt blootge-

steld (bijvoorbeeld tijdens een onge-val), dan moet de gordel samen metde verankeringen, bevestigingspun-ten en de gordelspanners wordenvervangen. Ook als de schade nietzichtbaar is, dan kan de gordel tochverzwakt zijn.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 68

69

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

HOE U DE VEILIGHEIDSGOR-DELS IN OPTIMALE STAATHOUDT

Voor het juiste onderhoud van de veilig-heidsgordels moeten de volgende aan-wijzingen zorgvuldig worden opgevolgd:

❒ zorg dat de gordel goed uitgetrokkenen niet gedraaid is; controleer ook ofde oprolautomaat zonder haperingenwerkt;

❒ vervang de gordels na een ongeval,ook al zijn ze ogenschijnlijk nietbeschadigd. Vervang de gordels ookals de gordelspanners in werking zijngeweest;

❒ u kunt de gordels met de hand was-sen met water en een neutrale zeep.Spoel ze uit en laat ze in de schaduwdrogen. Gebruik geen bijtende, ble-kende of kleurende middelen.Vermijd het gebruik van alle chemi-sche producten die het weefsel van degordel kunnen aantasten;

❒ voorkom dat vocht in de oprolauto-maat komt: de werking van de oprol-automaten is alleen gegarandeerd, alsze niet nat zijn geweest;

❒ vervang de gordels bij tekenen vanslijtage of beschadigingen.

KINDEREN VEILIG VER-VOEREN

Voor optimale bescherming bij eenongeval moeten alle inzittenden zittendreizen en beschermd worden doorgoedgekeurde veiligheidssystemen.

Dit geldt met name voor kinderen.

Dit is een wettelijk voorschrift volgensrichtlijn 2003/20/EU in alle lidstaten vande Europese Unie.

Het hoofd van kleine kinderen is in ver-houding met de rest van het lichaam gro-ter en zwaarder dan dat van volwasse-nen, terwijl spieren en botstructuur nogniet volledig zijn ontwikkeld.

Daarom moeten kleine kinderen doorandere systemen beschermd wordendan door de veiligheidsgordels.

De resultaten van het onderzoek overde optimale bescherming van kleine kin-deren zijn opgenomen in de EuropeseECE/R44-voorschriften die wettelijk ver-plicht zijn. De systemen zijn onderver-deeld in vijf groepen:Groep 0 gewicht tot aan 10 kgGroep 0+ gewicht tot aan 13 kgGroep 1 gewicht: 9-18 kgGroep 2 gewicht: 15-25 kgGroep 3 gewicht: 22-36 kg

ZEER GEVAARLIJK: Monteerabsoluut geen kinderzitjeachterstevoren op de passa-giersstoel voor als de front-airbag aan passagierszijde isingeschakeld. Als bij een

ongeval de airbag in werking treedt(opblaast), kan dit ernstig letsel en zelfsde dood tot gevolg hebben. Wij raden uaan kinderen altijd op de zitplaatsenachter te vervoeren, omdat die plaatsenbij een ongeval de meeste beschermingbieden. Kinderzitjes mogen beslist nooitop de voorstoel gemonteerd worden bijauto’s die zijn uitgerust met een airbagaan passagierszijde. Als bij een ongevalde airbag in werking treedt (opblaast),kan dit ernstig letsel en zelfs de doodtot gevolg hebben, ongeacht de zwaartevan het ongeluk. Als er geen anderemogelijkheid is, kunnen kinderen op devoorstoel aan passagierszijde wordenvervoerd bij auto’s die zijn uitgerust meteen uitschakelbare frontairbag aanpassagierszijde. In dit geval moet u erabsoluut zeker van zijn dat de airbag isuitgeschakeld door te controleren ofhet waarschuwingslampje “ op hetinstrumentenpaneel brandt (zie“Frontairbag aan passagierszijde” in hethoofdstuk “Frontairbags”). Bovendienmoet de stoel zo ver mogelijk naarachteren zijn geschoven om tevoorkomen dat het kinderzitjeeventueel in aanraking komt met hetdashboard.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 69

70

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

Alle systemen moeten zijn voorzien vande typegoedkeuring en van een goedvastgehecht plaatje met het controle-merk, dat absoluut niet mag worden ver-wijderd.

Kinderen met een lengte van meer dan1,50 m worden, met betrekking tot deveiligheidssystemen, gelijkgesteld metvolwassenen en moeten dan ook nor-maal de veiligheidsgordels omleggen. Inhet Fiat Lineaccessori-programma zijnkinderzitjes opgenomen voor elkegewichtsgroep.

Deze zijn speciaal ontworpen en ontwik-keld voor de Fiat-modellen.

GROEP 0 en 0+

Kinderen tot 13 kg moeten in babyzitjesworden vervoerd die achterstevorenzijn geplaatst, waardoor het achterhoofdwordt gesteund en bij plotseling rem-men de nek niet wordt belast.

Het babyzitje moet op zijn plaats wordengehouden door de veiligheidsgordel, zoalsin fig. 5 is aangegeven, en het kind moetop zijn beurt worden beschermd door degordel van het zitje zelf.

fig. 5 F0S0081m

GROEP 1

Kinderen met een gewicht tussen 9 en18 kg moeten worden vervoerd in kin-derzitjes met een kussen die naar vorenzijn gekeerd, waarbij de veiligheidsgordelvan de auto zowel het kinderzitje als hetkind op zijn plaats moet houden fig. 6.

fig. 6 F0S0082m

De afbeeldingen dienen alleen ter illustratie van de bevestiging.Houdt u voor de montage van het kinderzitje aan de instructies. De

fabrikant is verplicht deze instructies bij te leveren.

Er bestaan kinderzitjes die geschikt zijn voor de gewichtsgroepen 0 en 1. Dezekinderzitjes hebben aan de achterzijde een aansluiting voor bevestiging aan deveiligheidsgordels van de auto en hebben zelf gordels om het kind te bescher-men. Vanwege het gewicht kan het gevaarlijk zijn als ze verkeerd wordengemonteerd (bijvoorbeeld als een kussen tussen het kinderzitje en de veilig-heidsgordels van de auto wordt geplaatst). Houdt u voor de montage strikt aande bijgeleverde instructies.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 70

71

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

GROEP 3

Bij kinderen met een gewicht tussen 22en 36 kg is de borstomvang van dienaard dat de kinderen gewoon tegen derugleuning kunnen steunen en niet meerin een kinderzitje hoeven te worden ver-voerd.

In fig. 8 wordt een voorbeeld gegevenvan de juiste positie van het kind op deachterbank.

Kinderen die langer zijn dan 1,50 m kun-nen net zoals volwassenen de veilig-heidsgordels omleggen.

fig. 8 F0S0084m

De afbeeldingen dienenalleen ter illustratie van de

bevestiging. Houdt u voor de mon-tage van het kinderzitje aan deinstructies. De fabrikant is verplichtdeze instructies bij te leveren.

ATTENTIE

GROEP 2

Kinderen met een gewicht tussen 15 en25 kg kunnen direct door de veiligheids-gordels van de auto worden beschermdfig 7.

Kinderen moeten zo in de kinderzitjesworden geplaatst, dat het diagonale gor-delgedeelte schuin over de borst en nietlangs de nek ligt. Het horizontale gordel-gedeelte moet over het bekken en nietover de buik van het kind liggen.

fig. 7 F0S0083m

De afbeeldingen dienenalleen ter illustratie van de

bevestiging. Houdt u voor de mon-tage van het kinderzitje aan deinstructies. De fabrikant is verplichtdeze instructies bij te leveren.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 71

72

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VANDE KINDERZITJES

De Fiat voldoet aan de nieuwe Europese 2000/3/EU-richtlijnen voor demontage van kinderzitjes op de verschillende plaatsen in de auto. Zie de volgendetabel:

Hieronder zijn de richtlijnen voor eenveilig vervoer van kinderen aangegeven:

❒ Wij raden u aan de kinderzitjes altijdop de zitplaatsen achter te monteren,omdat die plaatsen bij een ongeval demeeste bescherming bieden.

❒ Als de frontairbag aan passagierszijdebuiten werking wordt gesteld, moetaltijd gecontroleerd worden of deairbag daadwerkelijk is uitgeschakeld:het betreffende lampje “ (geel) ophet instrumentenpaneel moet continubranden.

❒ Houdt u bij de montage van het kin-derzitje strikt aan de instructies. Defabrikant is verplicht deze instructiesbij te leveren. Bewaar de instructiessamen met het instructieboekje in deauto. Monteer geen gebruikte kinder-zitjes waarvan de gebruiksaanwijzin-gen ontbreken.

❒ Controleer of de gordels goed zijnvastgemaakt door aan de gordelband tetrekken.

PassagierszitplaatsGroep Gewicht voor achter

Groep 0, 0+ tot 13 kg U U

Groep 1 9-18 kg U U

Groep 2 15-25 kg U U

Groep 3 22-36 kg U U

Legenda:

U = geschikt voor “Universele” kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-voorschriften voor de aangegeven “groepen”.

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 72

73

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

❒ Ieder veiligheidssysteem is bedoeldvoor slechts een kind: vervoer nooittwee kinderen in een systeem.

❒ Controleer altijd of de gordel nietlangs de nek van het kind loopt.

❒ Zorg er tijdens de rit voor dat hetkind geen afwijkende houding aan-neemt of de gordels losmaakt.

❒ Vervoer kinderen nooit in uw armen,ook geen pasgeboren kinderen.Niemand is sterk genoeg om ze bij eenongeval vast te houden.

❒ Na een ongeval moet het zitje dooreen nieuw exemplaar worden vervan-gen.

Monteer geen kinderzitje opde voorstoel aan de passa-

gierszijde als deze is uitgerust meteen frontairbag, omdat kinderennooit op de voorstoel vervoerdmogen worden.

ATTENTIE

In het Fiat Lineaccessori-programma iseen Isofix Universeel “Duo Plus”-kinder-zitje beschikbaar.

Zie voor meer informatie over de mon-tage en/of het gebruik van het kinderzit-je, het “Instructieboekje” dat bij het kin-derzitje wordt geleverd.

MONTAGEVOORBEREI-DING VOOR ISOFIX-KINDERZITJE

De auto is voorbereid op de montage van“Isofix Universeel”-kinderzitjes; een nieuwgestandaardiseerd Europees systeem voorhet vervoeren van kinderen.

Er kan ook een mengvorm wordengekozen, een traditioneel kinderzitje eneen Isofix-kinderzitje. In fig. 9 is eenvoorbeeld gegeven van het kinderzitje.Het Isofix Universeel-kinderzitje is ervoor drie gewichtsgroepen: 0, 0+ en 1.Voor de andere groepen is er een speci-fiek Isofix-kinderzitje dat alleen kan wor-den gebruikt als het speciaal voor dezeauto ontworpen, getest en goedgekeurdis (zie de lijst met auto’s die bij het kin-derzitje geleverd wordt).

Vanwege het verschillende bevestigings-systeem, moet het kinderzitje aan de daar-voor bestemde onderste metalen beugelsA-fig. 10 worden bevestigd. Deze bevin-den zich tussen de rugleuning en zitting vande achterbank. Verwijder daarna de hoe-denplank en bevestig de bovenste riem (bijhet kinderzitje geleverd) aan de beugel B-fig. 11 tussen de rugleuning van de achter-bank en de bekleding van de bagageruimte.

Bedenk dat bij Isofix Universeel-kinder-zitjes, alle zitjes gebruikt kunnen wordendie goedgekeurd zijn volgens de ECER44/03-richtlijn “Isofix Universeel”.

fig. 9 F0S0132m

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 73

74

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

Monteer het kinderzitjealleen als de auto stilstaat.

Het kinderzitje is op de juiste wijzeaan de beugels bevestigd als u hethoort vergrendelen. Houdt u inieder geval aan de instructies voorde montage, de demontage en deplaatsing. De fabrikant van het kin-derzitje is verplicht deze instructiesbij te leveren.

ATTENTIE

fig. 10 F0S0133m

fig. 11 F0S0134m

Tegen de rijrichting in

Tegen de rijrichting in

Tegen de rijrichting in

Tegen de rijrichting in

Tegen de rijrichting in

Tegen de rijrichting in

In de rijrichting

In de rijrichting

In de rijrichting

E

E

D

C

D

C

B

B1

A

IUF: geschikt voor Isofix-kinderzitjes uit de universele klasse (met een derde bevesti-gingspunt boven) die in de rijrichting bevestigd moeten worden en goedgekeurdzijn voor het gebruik door die gewichtsgroep.

IL: geschikt voor Isofix-kinderzitjes, die speciaal ontworpen en goedgekeurd zijn voordit type auto. Het kinderzitje kan gemonteerd worden door de voorstoel naar vo-ren te schuiven.

X: Isofix-plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of de-ze maatklasse.

GESCHIKTHEID VAN DE ZITPLAATSEN VOOR HET GEBRUIK VAN DE ISOFIX UNIVERSEEL-KINDERZITJES

In de volgende tabel worden, conform de Europese wetgeving ECE 16, de mogelijk-heden weergegeven van de montage van de Isofix Universeel-kinderzitjes op de stoe-len die zijn uitgerust met Isofix-beugels.

Gewichtsgroep Richting Maat- Plaats Isofixkinderzitje klasse Isofix zijkant achter

Groep 0 tot 10 kg

Groep 0+ tot 13 kg

Groep I tot 9tot 18 kg

X

X

X

X

X

X

IUF

IUF

X

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 74

75

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

AIRBAG

De auto is uitgerust met frontairbags aanbestuurders- en passagierszijde voor,een knie-airbag aan bestuurderszijde enzij-airbags voor (sidebags - headbags).

FRONTAIRBAGS

De frontairbags (bestuurder, passagier,knie-airbag bestuurder) beschermen deinzittenden voor bij middelzware enzware frontale botsingen, door hetopblazen van een luchtkussen tussen deinzittende en het stuurwiel of het dash-board.

Als de airbags niet worden geactiveerdbij andere soorten botsingen (zijdelings,van achter, over de kop slaan enz), bete-kent dit niet dat het systeem niet goedfunctioneert.

Bij een frontale botsing zorgt een regel-eenheid ervoor, indien nodig, dat hetkussen wordt opgeblazen.

Het kussen blaast onmiddellijk op, waar-door het lichaam van de inzittendenvoor wordt opgevangen en de kans opletsel beperkt wordt. Direct daarnaloopt het kussen weer leeg.

De frontairbags (bestuurder, passagier,knie-airbag bestuurder) zijn geen vervan-ging voor de veiligheidsgordels, maareen aanvulling. Draag dus altijd veilig-heidsgordels. Bovendien is het dragen

van veiligheidsgordels wettelijk verplichtin Europa (en in de meeste landen daar-buiten).

Bij een ongeval kan een inzittende diegeen veiligheidsgordel heeft omgelegd, incontact komen met een airbag die nogniet volledig opgeblazen is. Hierdoorwordt de inzittende minder door de air-bag beschermd.

De frontairbags kunnen in de volgendegevallen niet worden geactiveerd:

❒ bij frontale botsingen, met een anderdeel van de auto dan het front, tegenmakkelijk vervormbare objecten (bijv.als het voorspatbord tegen de vang-rail komt);

❒ als de auto onder andere auto’s ofveiligheidsvoorzieningen schuift (bij-voorbeeld onder vrachtwagens of devangrail);

omdat geen enkele aanvullende bescher-ming wordt geboden op de veiligheids-gordels. Als de airbags in deze gevallenniet geactiveerd worden, betekent ditniet dat het systeem niet goed functio-neert.

Plaats geen stickers ofandere objecten op het

stuurwiel, op het dashboard terhoogte van de airbag aan passa-gierszijde of op de zijkant van dehemelbekleding en de stoelen.Plaats geen voorwerpen op hetdashboard aan de passagierszijde(bijv. een mobiele telefoon), omdatdeze het correct openen van de air-bag aan passagierszijde kunnen hin-deren en de inzittenden ernstig kun-nen verwonden.

ATTENTIE

De frontairbags aan bestuurders- en pas-sagierszijde en de knie-airbag aanbestuurderszijde zijn ontworpen vooreen optimale bescherming van de inzit-tenden voor met omgelegde veiligheids-gordels.

Als de airbags volledig opgeblazen zijn,vullen zij het grootste deel van de ruim-te tussen het stuurwiel en de bestuur-der, tussen de onderste beschermingvan de stuurkolom en de knieën van debestuurder en tussen het dashboard ende voorpassagier.

Bij lichte frontale aanrijdingen (waarbij dewerking van de veiligheidsgordel voldoen-de is) worden de airbags niet geactiveerd.Daarom moeten de veiligheidsgordelsaltijd worden gedragen; ook omdat ze bijfrontale aanrijdingen er altijd voor zorgendat de inzittende in de juiste stand wordtgehouden.

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 75

76

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

ZEER GEVAARLIJK:Monteer absoluut geen kin-derzitje achterstevoren opde passagiersstoel voor alsde airbag aan passagiers-zijde is ingeschakeld. Als bij

een ongeval de airbag in werkingtreedt (opblaast), kan dit ernstig let-sel en zelfs de dood tot gevolg heb-ben. Als er geen andere mogelijk-heid is, moet in ieder geval de airbagaan passagierszijde uitgeschakeldworden als het kinderzitje op depassagiersstoel voor wordtgeplaatst. Bovendien moet de stoelzo ver mogelijk naar achteren zijngeschoven om te voorkomen dat hetkinderzitje eventueel in aanrakingkomt met het dashboard. Ook alshet niet wettelijk verplicht is, radenwij u aan, voor een optimalebescherming van de volwassenen, deairbag onmiddellijk weer in te scha-kelen zodra geen kinderen meer ver-voerd worden.

ATTENTIE

FRONTAIRBAG AAN BESTUUR-DERSZIJDE fig. 12

Deze bestaat uit een opblaasbaar kussendat in een daarvoor bestemde ruimte inhet midden van het stuurwiel isgeplaatst.

fig. 12 F0S0085m fig. 13 F0S0086m

FRONTAIRBAG AAN PASSA-GIERSZIJDE fig. 13

Deze bestaat uit een opblaasbaar kussenmet een groter volume dan dat aanbestuurderszijde. Het kussen is in eendaarvoor bestemde ruimte in het dash-board geplaatst.

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 76

77

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

KNIE-AIRBAG AAN BESTUUR-DERSZIJDE (indien aanwezig) fig. 14

Deze bestaat uit een opblaasbaar kussendat in een daarvoor bestemde ruimteonder de onderste kap van de stuurko-lom is geplaatst, ter hoogte van deknieën van de bestuurder, voor extrabeveiliging van de bestuurder bij eenfrontale aanrijding.

FRONTAIRBAG EN SIDEBAG (indien aanwezig) AAN PASSAGIERSZIJDE HAND-MATIG UITSCHAKELEN

Als het absoluut noodzakelijk is een kindop de passagiersstoel voor te vervoeren,moeten de frontairbag en de sidebag(indien aanwezig) aan passagierszijdeworden uitgeschakeld.

Het waarschuwingslampje “ op het dash-board blijft continu branden totdat defrontairbag en de zij-airbag (sidebag) (in-dien aanwezig) aan passagierszijde op-nieuw worden ingeschakeld.

BELANGRIJK Raadpleeg voor het hand-matig uitschakelen van de frontairbag enzij-airbag (sidebag) (indien aanwezig) aanpassagierszijde, de paragrafen “Multifunc-tioneel display” en “Instelbaar multifunc-tioneel display” in het hoofdstuk “Weg-wijs in uw auto”.

ZIJ-AIRBAGS(Sidebags - Headbags) (indien aanwezig

SIDEBAG fig. 15

De sidebag is een kussen dat zich snelopblaast en bevindt zich in de rugleuningvan de voorstoel. De sidebag heeft totdoel het bovenlichaam en het bekkenvan de inzittenden te beschermen bijmiddelzware en zware zijdelingse aanrij-dingen.

fig. 14 F0S0105m

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 77

78

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

Steun niet met het hoofd,de armen of de ellebogen

tegen het portier, de ruiten of in hetgebied van de headbag om verwon-dingen tijdens het opblazen te voor-komen.

Steek nooit het hoofd, de armen ofde ellebogen uit het raam.

ATTENTIEHEADBAG fig. 16

De headbag is een “gordijn”-systeem,dat zich aan de zijkant in de hemelbekle-ding bevindt en dat is afgedekt met eenafwerklijst. De headbags bieden bescher-ming aan het hoofd van de inzittendenvoor tijdens een zijdelingse botsing,dankzij het grote effectieve oppervlakvan de kussens.

BELANGRIJK De inzittende wordt bijeen zijdelingse botsing optimaal door hetsysteem beschermd als hij/zij in de juistepositie in de stoel zit. Hierdoor kan deheadbag op de juiste wijze worden opge-blazen.

BELANGRIJK De frontairbags en/of zij-airbags kunnen worden geactiveerd bijkrachtige stoten aan de onderzijde van decarrosserie, bijvoorbeeld bij zware bot-singen tegen drempels of stoepranden ofobstakels op het wegdek, of als de autoterecht komt in grote gaten of verzakkin-gen in het wegdek.

BELANGRIJK Als de airbags in werkingtreden, ontsnapt een beetje rook. Dezerook is niet schadelijk en duidt niet opbrand; bovendien kan het oppervlak vanhet opgeblazen kussen en het interieurvan de auto bedekt zijn met een laagjepoeder: dit poeder kan de huid en deogen irriteren. Als u hiermee in aanra-king bent gekomen, moet u zich metneutrale zeep en water wassen. De gel-digheidsduur van de pyrotechnischelading en die van het spiraalmechanismezijn vermeld op het betreffende plaatjeop het bestuurdersportier. Laat voorhet verstrijken van deze termijn het sys-teem door de Fiat-dealer vervangen.

BELANGRIJK Na een ongeval waarbijeen of meerdere veiligheidssystemen zijngeactiveerd, dient u contact op tenemen met de Fiat-dealer om de geacti-veerde onderdelen te laten vervangen

fig. 16 F0S0106m

fig. 15 F0S0087m

en de werking van het systeem te latencontroleren.

Alle controlewerkzaamheden, reparatiesen de vervanging van de airbag moetendoor de Fiat-dealer worden uitgevoerd.Aan het einde van de lange levensduurvan uw auto, moet u contact opnemenmet de Fiat-dealer om het systeem bui-ten werking te laten stellen. Bovendienmoet bij verkoop van de auto de nieuweeigenaar op de hoogte gesteld wordenvan het gebruik en de instructies, enmoet hij het instructieboekje ontvangen.

BELANGRIJK Het in werking treden vande gordelspanners, de frontairbags en dezij-airbags wordt door de elektronischeregeleenheid bepaald, afhankelijk van hettype ongeval. Als een van deze onderde-len niet in werking treedt, dan duidt datniet op een storing in het systeem.

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 78

79

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

ALGEMENE OPMERKINGEN

Als u de contactsleutel instand MAR draait en het

lampje “ gaat niet branden of blijftbranden tijdens het rijden, dan is ermogelijk een storing in deveiligheidssystemen; in dat gevalkunnen de airbags of gordel-spanners niet geactiveerd wordenbij een ongeval of, in een zeerbeperkt aantal gevallen, niet op dejuiste wijze geactiveerd worden.Voordat u verder rijdt, dient ucontact op te nemen met de Fiat-dealer om het systeem direct telaten controleren.

ATTENTIE

Bedek de rugleuning van devoorstoelen niet met hoezen

of kleden als de auto is uitgerust met sidebags.

ATTENTIE

Reis niet met voorwerpen opschoot of voor de borst en

houd vooral geen pijp, potlood enz.in de mond. Bij een ongeval waarbijde airbag in werking treedt, kan diternstig letsel veroorzaken.

ATTENTIE

Rijd altijd met beide handenop de stuurwielrand, zodat

bij het in werking treden van de air-bag, het systeem niet wordt gehinderddoor obstakels. Rijd niet met voor-over gebogen lichaam maar ga goedrechtop zitten en steun tegen de rug-leuning.

ATTENTIEBedenk dat als de contact-sleutel in stand MAR staat,

ook bij uitgezette motor de airbagsgeactiveerd kunnen worden als de au-to wordt aangereden door een ande-re auto. Daarom mogen, ook als deauto stilstaat, absoluut geen kinderenop de passagiersstoel voor worden ge-plaatst. Als de contactsleutel echterin stand STOP staat, wordt bij eenongeval geen enkel beveiligingssys-teem (airbag of gordelspanners) ge-activeerd; als een systeem niet in wer-king treedt, betekent dit niet dat hetsysteem niet goed werkt.

ATTENTIE

Laat bij diefstal of een po-ging tot diefstal, bij bescha-

diging of als de auto bij een overstro-ming onder water is geweest, het air-bagsysteem door een Fiat-dealer con-troleren.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 79

80

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

VEILI

GHEID

De stoelen mogen niet metwater worden afgenomen of

met stoom worden gereinigd (met dehand of in een automatisch was-apparaat).

ATTENTIE

De frontairbag treedt in wer-king als de botsing zwaarder

is dan een botsing waarbij alleen degordelspanners worden geactiveerd.Bij aanrijdingen die tussen die tweedrempelwaarden in liggen, treden al-leen de gordelspanners in werking.

ATTENTIE

Haak geen harde voorwer-pen aan de kledinghaakjes

en aan de steunhandgrepen.

ATTENTIE

De airbag is geen vervangingvoor de veiligheidsgordels,

maar een aanvulling. Omdat de frontairbags niet worden geactiveerdbij frontale botsingen bij lage snel-heid, bij zijdelingse aanrijdingen en alsde auto van achter wordt aangeredenof over de kop slaat, worden in dezegevallen de inzittenden uitsluitenddoor de veiligheidsgordels beschermd.De gordels moeten dus altijd gedra-gen worden.

ATTENTIEAls u de contactsleutel instand MAR draait, gaat het

lampje “ enige seconden branden envervolgens enige seconden knipperen,om aan te geven dat de airbag aanpassagierszijde bij een ongeval wordtgeactiveerd. Hierna moet het lamp-je doven.

ATTENTIE

065-080 FIAT 500 NL 19-09-2007 10:38 Pagina 80

81

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

MOTOR STARTEN ............................................................ 82

HANDREM............................................................................. 84

GEBRUIK VAN DE HANDGESCHAKELDE ................VERSNELLINGSBAK ........................................................... 85

BRANDSTOFBESPARING ................................................ 85

TREKKEN VAN AANHANGERS .................................... 87

WINTERBANDEN .............................................................. 88

SNEEUWKETTINGEN ....................................................... 89

AUTO LANGERE TIJD STALLEN .................................. 89

START & STOP..................................................................... 91

SSSSTTTTAAAARRRRTTTTEEEENNNN EEEENNNN RRRRIIIIJJJJDDDDEEEENNNN

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 81

82

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

BENZINEMOTOR STARTEN

Ga als volgt te werk:

❒ trek de handrem aan;

❒ zet de versnellingspook in de vrij-stand;

❒ trap het koppelingspedaal geheel in,zonder het gaspedaal in te trappen;

❒ draai de contactsleutel in stand AVVen laat de sleutel los zodra de motoris aangeslagen.

Als de motor bij de eerste poging nietaanslaat, moet u de sleutel terugdraaienin stand STOP voordat u opnieuw start.

Als met de contactsleutel in stand MARhet controlelampje Y samen met hetwaarschuwingslampje U blijft branden,raden wij u aan de sleutel in standSTOP te draaien en vervolgens weer instand MAR; als het lampje nog steedsblijft branden, probeer het dan met deandere geleverde sleutels.

Als de motor nog niet aanslaat, wendt udan tot de Fiat-dealer.

MOTOR STARTEN

De auto is uitgerust met een elektroni-sche startblokkering: zie bij startproble-men de paragraaf “Fiat CODE” in hethoofdstuk “Wegwijs in uw auto”.

Direct na het starten van de motor,vooral als de auto langere tijd niet isgebruikt, kan de motor iets meer geluidproduceren. Dit geluid, dat niet schade-lijk is voor de werking van de motor,wordt veroorzaakt door de hydraulischeklepstoters: het distributiesysteem opde benzinemotor van de auto dat bij-draagt aan een vermindering van deonderhoudswerkzaamheden.

Het is raadzaam om gedu-rende de eerste gebruikspe-riode geen maximale presta-ties van uw auto te verlan-

gen (bijv. snel accelereren, langdurigrijden met hoge toerentallen enkrachtig remmen).

Laat de contactsleutel nietin stand MAR staan als demotor is uitgezet, om tevoorkomen dat de accu ont-

laadt.

Het is zeer gevaarlijk om demotor in afgesloten ruim-

ten te laten draaien. De motor ver-bruikt zuurstof en produceert kool-dioxide, koolmonoxide en anderegiftige gassen.

ATTENTIE

Houd er rekening mee datde rem- en de stuurbe-

krachtiging niet werken zolang demotor niet is aangeslagen, waar-door meer kracht nodig is voor debediening van het rempedaal en hetstuur.

ATTENTIE

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 82

83

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

Als de motor bij de eerste poging nietaanslaat, moet u de sleutel terugdraaienin stand STOP voordat u opnieuw start.

Als met de contactsleutel in stand MARhet lampje Y op het instrumentenpa-neel blijft branden, raden wij u aan desleutel in stand STOP te draaien en ver-volgens weer in stand MAR; als hetlampje nog steeds blijft branden, pro-beer het dan met de andere geleverdesleutels.

Als de motor nog niet aanslaat, wendt udan tot de Fiat-dealer.

MOTOR OPWARMEN NA HETSTARTEN

Ga als volgt te werk:

❒ rijd rustig weg, laat de motor niet methoge toerentallen draaien en trap hetgaspedaal niet bruusk in;

❒ verlang de eerste kilometers geenmaximale prestaties. Wij raden u aante wachten tot de wijzernaald van dekoelv loeistoftemperatuurmeterbegint te bewegen.

DIESELMOTOR STARTEN

Ga als volgt te werk:

❒ trek de handrem aan;

❒ zet de versnellingspook in de vrij-stand;

❒ draai de contactsleutel in stand MAR:op het instrumentenpaneel gaan decontrolelampjes m en Y branden;

❒ wacht tot de lampjes Y en mgedoofd zijn. Hoe warmer de motor,hoe sneller het lampje dooft;

❒ trap het koppelingspedaal geheel in,zonder het gaspedaal in te trappen;

❒ draai de contactsleutel in stand AVVdirect nadat het lampje m gedoofdis. Als u te lang wacht, zijn de voor-gloeibougies weer afgekoeld.Laat desleutel los zodra de motor is aange-slagen.

BELANGRIJK Bij een koude motor maghet gaspedaal niet worden ingetrapt als ude contactsleutel in stand AVV draait.

Als het lampje m geduren-de 60 seconden gaat knippe-ren na het starten of tijdenseen langdurige startpoging,

dan duidt dat op een storing in hetvoorgloeisysteem. Als de motor aan-slaat, kunt u de auto op de gewonemanier gebruiken, maar wendt u zosnel mogelijk tot de Fiat-dealer.

Probeer auto’s nooit te star-ten door ze aan te duwen, teslepen of van een helling afte laten rijden. Op die wijze

kan er onverbrande brandstof in dekatalysator terechtkomen, waardoordeze onherstelbaar zal beschadigen.

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 83

84

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

HANDREM

De handrem bevindt zich tussen devoorstoelen.

Om de handrem in te schakelen, moet ude hendel omhoog trekken zodat deauto blokkeert.

PARKEREN

Ga als volgt te werk:

❒ zet de motor uit en trek de handremaan;

❒ schakel een versnelling in (de 1e als deweg omhoog loopt, de achteruit alsde weg omlaag loopt) en zet de voor-wielen iets uitgestuurd.

Als de auto op een steile helling staat,blokkeer de wielen dan met stenen ofwiggen.

Laat de contactsleutel nooit in standMAR staan omdat hierdoor de accuontlaadt. Neem bovendien de sleutelaltijd uit het contactslot als u de autoverlaat.

Laat kinderen nooit alleen achter in deauto. Neem de sleutels altijd uit het con-tactslot als u de auto verlaat en neem desleutels mee.

MOTOR UITZETTEN

Draai de contactsleutel in stand STOPterwijl de motor stationair draait.

BELANGRIJK Het is beter om de motorna een zware rit even “op adem” telaten komen. Zet de motor niet onmid-dellijk uit, maar laat hem even stationairdraaien. Hierdoor kan de temperatuurin de motorruimte dalen.

fig. 1 F0S0048m

Gasgeven voordat u demotor uitzet heeft geenenkel nut, verspilt brandstofen is, vooral voor motoren

met turbocompressor, schadelijk.

De auto moet geblokkeerdzijn als de handrem enkele

tanden is aangetrokken. Als dit niethet geval is, laat dan de Fiat-dealerde handrem afstellen.

ATTENTIE

Als de handrem is aangetrokken en decontactsleutel in stand MAR staat, gaatop het instrumentenpaneel hetwaarschuwingslampje x branden.

Handrem uitschakelen:

❒ trek de hendel iets omhoog en drukop de ontgrendelknop A-fig. 1;

❒ houd de knop A ingedrukt en laat dehendel zakken. Het lampje x op hetinstrumentenpaneel dooft.

Om onverwachtse bewegingen van de au-to te voorkomen, moet bij het bedienenvan de handrem het rempedaal worden in-getrapt.

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 84

85

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

GEBRUIK VAN DEHANDGESCHAKELDEVERSNELLINGSBAK

Om de versnellingen in te schakelen,moet u het koppelingspedaal geheelintrappen en vervolgens de versnellings-pook in de gewenste stand plaatsen (hetschakelschema staat op de knop van depook fig. 2).

Bij uitvoeringen met een zes-versnel-lingsbak, moet voor het inschakelen vande 6e versnelling de pook naar rechtsworden gedrukt om te voorkomen datper ongeluk de 4e versnelling wordtingeschakeld. Dit geldt ook voor hetschakelen van de 6e naar de 5e versnel-ling.

BELANGRIJK De achteruit kan alleen bijeen stilstaande auto worden ingescha-keld. Wacht bij een draaiende motor eneen geheel ingetrapt koppelingspedaalminstens 2 seconden, voordat u de ach-teruit inschakelt. Hiermee wordt voor-komen dat de tandwielen beschadigen.

Om de achteruit R vanuit de vrijstand inte schakelen, moet de schuifring Aonder de knop omhoog worden getrok-ken en de pook naar rechts en vervol-gens naar achteren worden verplaatst.

fig. 2 F0S0076m

Om op de juiste wijze teschakelen, moet u het kop-

pelingspedaal geheel intrappen.Daarom mag er niets onder hetpedaal liggen dat dit kan verhinderen:let erop dat de vloermatten niet zijndubbelgevouwen, waardoor de slagvan de pedalen kan worden beperkt.

ATTENTIE

Laat uw hand tijdens het rij-den niet op de pookknoprusten omdat door de uitge-oefende druk, ook als deze

licht is, de interne onderdelen van deversnellingsbak na verloop van tijdkunnen slijten.

BRANDSTOF-BESPARING

Hierna volgen enkele nuttige tips, waar-door het brandstofverbruik zo laag moge-lijk blijft en de uitstoot van schadelijke uit-laatgassen, zowel CO2 als andere schade-lijke stoffen (stikstofoxiden, onverbrandekoolwaterstoffen, fijn stof (PM) enz.)zoveel mogelijk beperkt wordt.

ALGEMENE OPMERKINGEN

Onderhoud van de auto

Zorg voor een goed onderhoud van deauto door de controles en registraties diein het “Geprogrammeerd Onderhouds-schema“ staan vermeld, te laten uitvoe-ren.

Banden

Controleer regelmatig, ten minste eenkeer per maand, de spanning van de ban-den: als de spanning te laag is, wordt deweerstand groter en neemt het verbruiktoe.

Overbodige bagage

Rijd niet met een overbeladen bagage-ruimte. Het gewicht van de auto (vooralin stadsverkeer) en de wieluitlijning heb-ben grote invloed op het brandstofver-bruik en de stabiliteit.

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 85

86

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

Airconditioning

De airconditioning gebruikt zeer veelenergie, waardoor het brandstofver-bruik sterk toeneemt (tot gemiddeld20%): gebruik wanneer de buitentempe-ratuur het toelaat, bij voorkeur de func-ties van het ventilatiesysteem.

Aerodynamische accessoires

Het gebruik van niet goedgekeurdeaerodynamische accessoires kan deaerodynamica negatief beïnvloeden,waardoor het brandstofverbruik zal toe-nemen.

RIJSTIJL

Starten

Laat de motor als de auto stilstaat, nietwarmdraaien met stationair toerental enook niet met een hoog toerental: onderdeze omstandigheden warmt de motorveel langzamer op, terwijl het verbruiken de schadelijke uitlaatgasemissie toe-nemen. Het is beter om rustig weg te rij-den en geen hoge toerentallen te gebrui-ken: op deze manier warmt de motorsneller op.

Overbodige handelingen

Trap het gaspedaal niet in als u stilstaatvoor een stoplicht of voordat u demotor afzet. Deze handeling heeft even-als het overschakelen met tussengas,geen enkel nut. Het kost brandstof enverhoogt de uitstoot van schadelijke uit-laatgassen.

Keuze van de versnellingen

Gebruik als het verkeer en de weg hettoelaten de hoogste versnelling. Hetinschakelen van een lage versnelling vooreen snelle acceleratie verhoogt hetbrandstofverbruik.

Bij het oneigenlijke gebruik van een hogeversnelling neemt het verbruik en deschadelijke uitlaatgasemissie toe.Bovendien slijt de motor hierdoor snel-ler.

Accessoires gemonteerd op dakrails

Verwijder accessoires zoals: dwarssteu-nen, skidrager, bagagebox, van het dakals u ze niet meer gebruikt. Ze vermin-deren de aerodynamica van de auto,waardoor het brandstofverbruik toe-neemt. Gebruik voor het vervoer vanvolumineuze voorwerpen bij voorkeureen aanhanger.

Stroomverbruikers

Gebruik de elektrische installaties alleenals u ze nodig hebt. De achterruitver-warming, de verstralers, de ruitenwis-sers en de aanjager vragen veel stroom,waardoor het brandstofverbruik toe-neemt (tot aan 25% in stadsverkeer).

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 86

87

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN

Koude start

Bij korte ritten en regelmatig koud star-ten bereikt de motor niet de optimalebedrijfstemperatuur. Hierdoor neemtniet alleen het brandstofverbruik toe (van15 tot aan 30% in stadsverkeer), maarook de uitstoot van uitlaatgassen.

Verkeerssituatie en conditie vanhet wegdek

Op een drukke weg bijvoorbeeld bij file-rijden, waarbij overwegend lage versnel-lingen worden gebruikt, of in de stadwaar zich veel verkeerslichten bevinden,zal het brandstofverbruik aanzienlijkhoger zijn. Bochtige trajecten, bergwe-gen en een slecht wegdek verhogeneveneens het brandstofverbruik.

Stilstaan in het verkeer

Als u langere tijd stilstaat (bijv. spoorweg-overgangen), is het raadzaam de motoruit te zetten.

Maximum snelheid

Het brandstofverbruik neemt aanzienlijktoe bij een hogere snelheid. Rijd daaromzoveel mogelijk met een gelijkmatigesnelheid, vermijd overbodig remmen enoptrekken. Dit kost brandstof en ver-hoogt de uitstoot van schadelijke uitlaat-gassen.

Acceleratie

Met vol gas optrekken kost veel brand-stof en verhoogt de uitstoot van schade-lijke uitlaatgassen: het is beter geleidelijkop te trekken.

TREKKEN VAN AANHANGERS

BELANGRIJKE AANWIJZINGEN

Voor het trekken van aanhangwagens ofcaravans moet de auto uitgerust zijn meteen trekhaak van een goedgekeurd typeen een adequate elektrische installatie.De montage van de trekhaak moet doorgespecialiseerd personeel worden uitge-voerd. Ook moet documentatie wordenoverhandigd m.b.t. het rijden met eenaanhanger.

Monteer zo nodig speciale en/of extraachteruitkijkspiegels, waarmee u voldoetaan de geldende verkeerswetgeving.

Let er op dat het maximum klimvermo-gen van de auto door het gewicht vaneen aanhanger of caravan wordtbeperkt. Ook de remweg wordt langeren u hebt langer de tijd nodig om in tehalen.

Schakel een lage versnelling in tijdens hetafdalen om te voorkomen dat u constantmoet remmen.

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 87

88

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

WINTERBANDEN

Gebruik winterbanden die dezelfde maathebben als de standaard geleverde ban-den.

De Fiat-dealer kan u adviseren welkeband het meest geschikt is voor het doelwaarvoor u hem wilt gebruiken.

Houdt u voor de bandenmaat, de ban-denspanning en de winterbanden exactaan de aanwijzingen die staan aangege-ven in de paragraaf “Wielen” in hethoofdstuk “Technische gegevens”.

De specifieke eigenschappen van winter-banden verminderen aanzienlijk als deprofieldiepte minder is dan 4 mm. In datgeval is het veiliger ze te vervangen.

Door de specifieke eigenschappen vanwinterbanden zijn de prestaties onderniet-winterse omstandigheden of wan-neer er lange afstanden op de snelwegworden gereden, minder dan die van destandaard gemonteerde banden. Beperkhet gebruik van winterbanden tot dieomstandigheden waarvoor ze zijn goed-gekeurd.

Het ABS waarmee de autokan zijn uitgerust, werkt

niet op het remsysteem van de aan-hanger. Wees daarom extra voor-zichtig op gladde wegen.

ATTENTIE

Voer in geen geval modifi-caties aan het remsysteem

van de auto uit. Het remsysteemvan de aanhanger moet geheelonafhankelijk van het hydraulischremsysteem van de auto wordenbediend.

ATTENTIE

Het gewicht van de aanhanger dat op detrekhaak rust, moet worden afgetrokkenvan het laadvermogen van de auto. Omer zeker van te zijn dat u het maximumtoelaatbaar aanhangergewicht niet over-schrijdt, moet u er rekening mee houdendat het maximum betrekking heeft ophet totale gewicht van de aanhangwagenof caravan, inclusief accessoires en bagage.

Houdt u aan de snelheidsbeperkingendie voor auto’s met aanhanger gelden. Umag in geen geval harder rijden dan 100km/h.

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 88

89

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

BELANGRIJK Als u winterbanden gebruiktwaarvan de maximum toegestane snelheidlager is dan de topsnelheid van de auto(met een marge van 5%), dan dient u in hetinterieur van de auto een voor de bestuur-der duidelijk zichtbaar waarschuwingsplaat-je te plaatsen met de maximum toegestanesnelheid wanneer met die winterbandenwordt gereden (overeenkomstig de EU-normen).

Monteer op alle vier de wielen dezelfdebanden (zelfde merk en profieldiepte) voormeer veiligheid tijdens het rijden en rem-men en voor een betere bestuurbaarheid.

Keer de draairichting van de banden nietom.

SNEEUWKETTINGEN

Het gebruik van sneeuwkettingen isafhankelijk van de voorschriften van hetland waar wordt gereden.

De sneeuwkettingen mogen alleen op devoorwielen gemonteerd worden (aange-dreven wielen).

Controleer na enkele tientallen metersrijden of de kettingen nog goed gespan-nen zijn.

BELANGRIJK Op het noodreservewielkan geen sneeuwketting worden gemon-teerd. Als u een lekke voorband hebt,kunt u het noodreservewiel op de ach-teras plaatsen en het achterwiel op devooras. Zo hebt u op de vooras tweenormale wielen waarop u sneeuwkettin-gen kunt monteren.

Bij winterbanden met deindicatie “Q” mag niet

sneller worden gereden dan 160km/h, echter geldende snelheidsbe-perkingen overeenkomstig de natio-nale wegenverkeerswetgeving moe-ten altijd worden gerespecteerd.

ATTENTIE

Beperk de snelheid als usneeuwkettingen gebruikt;rijd niet harder dan 50 km/h.Vermijd kuilen, stoepranden

en andere obstakels en rijd, om deauto en het wegdek niet te beschadi-gen, geen lange stukken op sneeuw-vrije wegen.

AUTO LANGERE TIJD STALLEN

Tref de volgende maatregelen als deauto enkele maanden niet wordtgebruikt:

❒ zet de auto in een overdekte, drogeen goed geventileerde ruimte;

❒ schakel een versnelling in;

❒ zorg ervoor dat de handrem is aange-trokken;

❒ maak de minkabel los van de accu encontroleer de acculading (zie de para-graaf “Accu - Acculading en elektro-lytniveau controleren” in het hoofd-stuk “Onderhoud en zorg”);

❒ maak de gespoten plaatdelen schoonen behandel ze met een beschermen-de was;

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 89

90

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

❒ breng de bandenspanning 0,5 barboven de normaal voorgeschrevenspanning en controleer deze regelma-tig;

❒ tap het koelsysteem van de motorniet af.

❒ reinig en conserveer de glimmendemetalen delen met daarvoor geschik-te middelen;

❒ smeer de wisserrubbers van de rui-tenwissers en achterruitwisser in mettalkpoeder en laat ze los van de ruitstaan;

❒ zet de ruiten een klein stukje open;

❒ dek de auto af met een stoffen of eenademende kunststof hoes. Gebruikgeen dichte plastic hoes, omdat het inen op de auto aanwezige vocht danniet kan verdampen;

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 90

91

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

S T A R T & S T O P S Y S T E E M

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 91

92

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

VOORWOORD

Het Start&Stop-systeem schakelt automa-tisch de motor uit telkens als de auto tot stil-stand wordt gebracht en start de motor weerals de bestuurder de rit voortzet.Hierdoor wordt de werking van de auto ver-beterd, omdat het brandstofverbruik wordtverlaagd, de uitstoot van schadelijke stoffenwordt beperkt en minder geluid wordt gepro-duceerd.Het systeem wordt ingeschakeld als het con-tactslot wordt ingeschakeld.

fig. 1 F0S0270m

fig. 2 F0S0271m

WERKING

Uitschakelen van de motor

Met handgeschakelde versnellingsbakBij stilstaande auto wordt de motor uitgescha-keld als de versnelling in vrij staat en het kop-pelingspedaal niet is ingetrapt.

Met automatische versnellingsbakDe motor wordt uitgeschakeld als de auto stil-staat en het rempedaal is ingetrapt.

De motor wordt ook uitgeschakeld als hetrempedaal niet is ingetrapt, maar als de selec-torhendel in de stand N staat.

Opmerking: De motor wordt alleen auto-matisch uitgeschakeld als daarvoor met eensnelheid hoger dan ongeveer 10 km/h is gere-den, om herhaaldelijk afslaan van de motor tij-dens de rit te voorkomen als stapvoets wordtgereden.

De uitgeschakelde motor wordt aangegevenmet het lampje fig. 1 op het instrumentenpa-neel, afhankelijk van de uitvoering.

Opnieuw starten van de motor

Met handgeschakelde versnellingsbakTrap het koppelingspedaal in om de motor op-nieuw te starten.

Met automatische versnellingsbakZet de selectorhendel vanuit de stand N in eenwillekeurige versnelling, of laat het rempedaallos of zet de selectorhendel in de stand (+), (–)of R.

HANDMATIG IN- ENUITSCHAKELENHet systeem kan met de knop A-fig. 2 op hetdashboard worden in- en uitgeschakeld. De uit-schakeling wordt met het lampje “Start&StopOFF” fig. 3 op het instrumentenpaneel aan-gegeven.Bovendien verschijnt bij bepaalde uitvoeringenhet bericht op het display dat Start&Stop is uit-of ingeschakeld.

fig. 3 F0S0272m

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 92

93

VEILI

GHEID

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

STAR

TEN

ENRI

JDEN

OMSTANDIGHEDEN WAARONDERDE MOTOR NIET WORDTUITGESCHAKELDAls het systeem is ingeschakeld, wordt onderbepaalde omstandigheden, vanwege het com-fort, de uitlaatgasemissie en de veiligheid, hetsysteem niet uitgeschakeld; tot deze omstan-digheden behoren:

nog koude motor;onvoldoende geladen accu;ingeschakelde achterruitverwarming;op de hoogste snelheid werkende ruiten-wissers;regeneratie van het roetfilter (alleen bij die-selmotoren);niet gesloten bestuurdersportier;bestuurdersgordel niet omgelegd;ingeschakelde achteruit (bijvoorbeeld bijachteruit inparkeren);werkende klimaatregeling, als nog niet de ge-wenste comfortabele temperatuur is be-reikt.tijdens het eerste gebruik als het systeemmoet worden geïnitialiseerd

In bovenstaande gevallen verschijnt een berichtop het display en knippert (waar voorzien) hetlampje fig. 1 op het instrumentenpaneel.

OMSTANDIGHEDEN WAARINOPNIEUW WORDT GESTARTDe motor kan zonder tussenkomst van de be-stuurder opnieuw worden gestart, vanwege hetcomfort, de uitstoot van schadelijke stoffen ofveiligheidsredenen onder de volgende omstan-digheden:

onvoldoende geladen accu;op de hoogste snelheid werkende ruiten-wissers;verminderde druk in het remsysteem, bij-voorbeeld omdat het rempedaal enkele ma-len is ingetrapt;een rijdende auto, bijvoorbeeld omdat deauto op een helling stond;als de motor door het Start&Stop-systeemlanger dan ongeveer drie minuten geledenis uitgeschakeld.

Als een versnelling is ingeschakeld, kan de mo-tor alleen automatisch opnieuw worden gestartals het koppelingspedaal geheel is ingetrapt. Hetsysteem verzoekt hierom m.b.v. een bericht ophet instrumentenpaneel en, waar voorzien,door het knipperen van het lampje fig. 1 ophet instrumentenpaneel.Opmerking: Als het koppelingspedaal niet isingetrapt en er zijn ongeveer drie minuten ver-streken sinds het uitschakelen van de motor,kan de motor alleen met de sleutel opnieuwworden gestart.Opmerking: Als de motor ongewenst wordtuitgeschakeld, bijvoorbeeld door het bruusk la-ten opkomen van het koppelingspedaal als eenversnelling is ingeschakeld, en het Start&Stop-systeem is actief, dan kan de motor opnieuwworden gestart door het koppelingspedaal ge-heel in te trappen en de versnellingsbak in destand vrij te laten staan.

VEILIGHEIDSFUNCTIESAls de motor door het Start&Stop-systeemwordt uitgeschakeld, de bestuurder de eigenveiligheidsgordel afdoet en het bestuurders- ofpassagiersportier wordt geopend, kan vervol-gens de motor alleen m.b.v. de sleutel opnieuwworden gestart.Dit wordt aangegeven m.b.v. een zoemer, eenbericht op het display en, waar voorzien, doorhet knipperen van het lampje fig. 1 op het in-strumentenpaneel.

“ENERGY SAVING” (bij bepaalde markten/uitvoeringen)Als na het opnieuw starten van de motor de be-stuurder gedurende ongeveer 3 minuten geenactie onderneemt, schakelt Start&Stop de mo-tor uit om ongewenst brandstofverbruik tevoorkomen. In dat geval kan de motor vervol-gens alleen m.b.v. de sleutel worden gestart.

Opmerking: Schakel het Start&Stop-systeemuit, als u niet wilt dat de motor wordt uitge-schakeld. Dit is altijd mogelijk.

ONREGELMATIGE WERKINGAls een storing in het Start&Stop-systeem aan-wezig is, wordt het systeem uitgeschakeld. De be-stuurder wordt geïnformeerd over de storingdoor het branden van het algemene waar-schuwingslampje A-fig. 4, waar voorzien, eenbericht en het storingssymbool B-fig. 4 vanhet systeem op het instrumentenpaneel.

Wendt u in dat geval tot het Fiat Servicenet-werk.

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 93

AUTO STALLEN fig. 5Als de auto wordt gestald, moet vooral aan-dacht worden geschonken aan het onderbre-ken van de accuspanning. Hierbij moet de snel-koppeling van de minklem A aan de valse min-pool B worden losgenomen, omdat op de min-pool C van de accu een sensor D is gemon-teerd die de conditie van de accu controleert;deze mag nooit worden losgenomen, behalveals de accu moet worden vervangen.

Wendt u voor het vervangen vande accu tot het Fiat Servicenet-

werk. Vervang de accu door een accu vanhetzelfde type (HEAVY DUTY) en met de-zelfde specificaties.

OPGELET

NOODSTART fig. 6Als een noodstart moet worden uitgevoerd meteen hulpaccu, sluit dan nooit de minkabel (-) vande hulpaccu aan op de minpool C van de accuin de auto, maar op de valse pool B of op eenmassa-aansluiting van de motor/versnellingsbak.

fig. 5 F0S0274m

fig. 6 F0S0275m

fig. 7 F0S0276m

WAARSCHUWINGEN

Controleer voordat de motorkapwordt geopend of de motor is uit-

geschakeld en de contactsleutel in de standOFF staat. Neem de voorschriften op de stic-ker nabij de fronttraverse in acht fig.7. Hetverdient aanbeveling om de sleutel te ver-wijderen als andere personen in de autoachterblijven. De auto mag pas worden ver-laten als de sleutel is uitgenomen of in destand OFF is gezet. Tijdens het tanken moetde motor zijn uitgeschakeld door de sleutelin de stand OFF te draaien.

OPGELET

Bij auto’s met automatische ver-snellingsbak moet, als de motor

wordt uitgeschakeld op een helling, de motoropnieuw worden gestart door de selectorhen-del in de stand (+) of (-) te zetten zonder hetrempedaal los te laten. Bij auto’s met auto-matische versnellingsbak, waarbij ook de HillHolder functie aanwezig is, moet, als de motorautomatisch wordt uitgeschakeld op een hel-ling, de motor opnieuw worden gestart door deselectorhendel in de stand (+) of (-) te zettenzonder het rempedaal los te laten, zodat deHill Holder functie beschikbaar blijft (dezewerkt alleen bij draaiende motor).

OPGELET

Als u de voorkeur geeft aan de kli-maatregeling, kan het Start&Stop-

systeem worden uitgeschakeld, zodat de kli-maatregeling continu kan werken.

OPGELET

fig. 4 F0S0273m

STAR

TEN

ENRI

JDEN

WEG

WIJS

INUW

AUT

OAL

FABE

TISCH

REGI

STER

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSON

DERH

OUD

EN ZO

RGNO

OD-

GEVA

LLEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

VEILI

GHEID

94

081-094 FIAT 500 NL 23-03-2009 12:27 Pagina 94

95

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ALGEMENE OPMERKINGEN .......................................... 96TE LAAG REMVLOEISTOFNIVEAU .............................. 96AANGETROKKEN HANDREM ...................................... 96STORING AIRBAGSYSTEEM ........................................... 96AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD ........ 97TE HOGE KOELVLOEISTOFTEMPERATUUR ............ 97ACCU WORDT NIET VOLDOENDE OPGELADEN ....................................................................... 98STORING ABS ..................................................................... 98STORING EBD .................................................................... 98TE LAGE MOTOROLIEDRUK ........................................ 98OLIEKWALITEIT ONVOLDOENDE ............................. 98STORING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” .................. 99NIET GOED GESLOTEN PORTIEREN ......................... 99STORING INSPUITSYSTEEM (MULTIJET-UITVOERINGEN) ......................................... 99STORING MOTORMANAGEMENTSYSTEEM(EOBD) (BENZINE-UITVOERINGEN) ........................ 99

VERSTOPT ROETFILTER .................................................. 100BRANDSTOFRESERVE ...................................................... 100VOORGLOEIBOUGIES ..................................................... 100STORING VOORGLOEI-INSTALLATIE ....................... 100WATER IN BRANDSTOFFILTER ................................... 101STORING ELEKTRONISCHE STARTBLOKKERING - FIAT CODE ............................. 101DEFECTE BUITENVERLICHTING .................................. 101MISTACHTERLICHTEN .................................................... 101

ALGEMENE STORINGSMELDING ................................ 101

STORING MOTOROLIEDRUKSENSOR ...................... 101

WATER IN BRANDSTOFFILTER ................................... 102

INSCHAKELING BRANDSTOFNOODSCHAKELING 102

STORING ESP ...................................................................... 102

STORING HILL HOLDER ................................................. 102

BUITENVERLICHTING EN DIMLICHTEN .................. 102

FOLLOW ME HOME ......................................................... 102

MISTLAMPEN VOOR ......................................................... 103

RICHTINGAANWIJZER LINKS ...................................... 103

RICHTINGAANWIJZER RECHTS .................................. 103

INSCHAKELING ELEKTRISCHE STUURBEKRACHTIGING “DUALDRIVE” .................. 103

GROOTLICHT .................................................................... 103

KANS OP GLADHEID ....................................................... 103

SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN .......................... 103

BEPERKTE ACTIERADIUS ................................................ 103

ASR-SYSTEEM ...................................................................... 103

STORING AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK ... 104

MAXIMUM OLIETEMPERATUUR IN AUTOMATISCHE VERSNELLINGSBAK............................................................ 104

VERSLETEN REMBLOKKEN ............................................ 104

INSCHAKELING SPORT-FUNCTIE ................................ 104

NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS............... 104

LLLLAAAAMMMMPPPPJJJJEEEESSSS EEEENNNN BBBBEEEERRRRIIIICCCCHHHHTTTTEEEENNNN

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 95

96

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

LAMPJES EN BERICH-TEN

ALGEMENE OPMERKINGENNaast het branden van het lampje, ver-schijnt er bij bepaalde uitvoeringen ookeen specifiek bericht en/of klinkt er eenakoestisch signaal. Deze meldingen zijnkort en uit voorzorg en moeten alseen aanvulling worden gezien en niet alsalternatief voor de informatie in ditinstructieboekje. Wij raden u daaromaan dit instructieboekje goed door telezen. Houdt u bij een storing altijd aande aanwijzingen die in dit hoofd-stuk beschreven worden.BELANGRIJK De storingsmeldingen dieop het display verschijnen, zijn onder-verdeeld in twee categorieën: ernstigestoringen en minder ernstige storin-gen.De ernstige storingen worden langdu-rig “cyclisch” herhaald.De minder ernstige storingen wordengedurende een kortere tijd “cyclisch”herhaald.U kunt de weergavecyclus van beidecategorieën onderbreken door op deknop MODE te drukken. Het lampje ophet instrumentenpaneel blijft brandentotdat de storing is verholpen.

TE LAAGREMVLOEISTOF-NIVEAU (rood)

AANGETROKKENHANDREM (rood)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Te laag remvloeistofniveau

Het lampje gaat branden als het rem-vloeistofniveau in het reservoir onderhet minimum niveau is gedaald, bijvoor-beeld door lekkage in het remsysteem.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

x

Als het lampje x tijdenshet rijden gaat branden (op

enkele uitvoeringen verschijnt ookeen bericht op het display), stopdan onmiddellijk en wendt u tot deFiat-dealer.

ATTENTIE

Aangetrokken handrem

Het lampje gaat branden als de handremwordt aangetrokken.

Als de auto in beweging is, hoort u bijenkele uitvoeringen ook een akoestischsignaal.

BELANGRIJK Als het lampje tijdens hetrijden gaat branden, controleer dan ofde handrem niet is aangetrokken.

STORING AIRBAGSYS-TEEM (rood)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Het lampje gaat constant branden bij eenstoring in het airbagsysteem.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

¬

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 96

97

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

Als u de contactsleutel instand MAR draait en het

lampje ¬ gaat niet branden ofblijft branden tijdens het rijden,dan is er mogelijk een storing inde veiligheidssystemen; in datgeval kunnen de airbags of gor-delspanners niet geactiveerdworden bij een ongeval of, ineen zeer beperkt aantal geval-len, niet op de juiste wijzegeactiveerd worden. Voordat uverder rijdt, dient u contact opte nemen met de Fiat-dealerom het systeem direct te latencontroleren.

ATTENTIE

Een defect lampje ¬(lampje gedoofd) wordt

aangegeven doordat het lamp-je voor de uitgeschakelde frontairbag aan passagierszijde“ langer dan de normale 4seconden knippert.

ATTENTIE

AIRBAG PASSAGIERSZIJDE UITGESCHAKELD(geel)

Het lampje “ brandt als de frontairbagaan passagierszijde is uitgeschakeld.

Als u bij ingeschakelde frontairbag aan pas-sagierszijde de contactsleutel in standMAR draait, gaat het lampje “ ongeveer4 seconden branden en vervolgens 4 se-conden knipperen. Hierna moet het lamp-je doven.

Het lampje “ geeftbovendien eventuele

storingen van het lampje ¬aan. Dit wordt aangegevendoor het langer knipperen vanhet lampje “ dan de normale 4seconden. In dit geval kan hetlampje ¬ geen storingen in deairbag-/gordelspannersystemenaangeven. Voordat u verderrijdt, dient u contact op tenemen met de Fiat-dealer omhet systeem direct te laten con-troleren.

ATTENTIE

TE HOGE KOELVLOEI-STOFTEMPERATUUR(rood)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Het lampje gaat branden als de motor tewarm is.

Als het lampje gaat branden, moeten devolgende maatregelen worden genomen:

❒ bij normale rij-omstandigheden:stop de auto, zet de motor uit encontroleer of het niveau van de koel-vloeistof in het reservoir niet onderhet MIN-merkteken staat. Als dit welhet geval is, wacht dan enkele minu-ten zodat de motor kan afkoelen,open vervolgens langzaam en voor-zichtig de dop, vul koelvloeistof bijen controleer of de koelvloeistoftussen het MIN- en MAX-merktekenop het reservoir staat. Controleerook of er geen vloeistof weglekt. Alsbij het starten van de motor hetlampje opnieuw gaat branden, wendtu dan tot de Fiat-dealer;

u

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 97

98

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

❒ als de auto onder zware bedrijfs-omstandigheden wordt gebruikt(bijvoorbeeld het bergopwaartstrekken van een aanhanger of metvolbeladen auto): verlaag de snelheiden breng, als het lampje blijft bran-den, de auto tot stilstand. Wacht 2tot 3 minuten met draaiende motoren geef iets gas voor een snellere cir-culatie van de koelvloeistof. Zet ver-volgens de motor uit. Controleerhet vloeistofniveau zoals hiervoorbeschreven.

BELANGRIJK Bij zware bedrijfsomstan-digheden is het raadzaam de motorenkele minuten te laten draaien met ietsingetrapt gaspedaal voordat u de motoruitzet.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

ACCU WORDT NIET VOLDOENDEOPGELADEN (rood)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Hetmoet doven nadat de motor is gestart(als de motor stationair draait, kan hetvoorkomen dat het lampje iets laterdooft).

Als het lampje blijft branden, wendt udan onmiddellijk tot de Fiat-dealer.

w

STORING ABS (geel)

Als u de contactsleutel instand MAR draait, gaat het

lampje branden. Na enkele secon-den moet het lampje doven.

Het lampje gaat branden als het systeemdefect of niet beschikbaar is. In dat gevalblijft het remsysteem normaal werken,maar zonder de mogelijkheden van hetABS. Rijd voorzichtig verder en wendt uzo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

>

STORING EBD(rood) (geel)

Als bij een draaiende motor tegelijkertijdde waarschuwingslampjes x en >gaan branden, dan is er een storing inhet EBD-systeem of is het systeem nietbeschikbaar; in dat geval kunnen bij hardremmen de achterwielen vroegtijdigblokkeren waardoor de auto kan slip-pen. Rijd direct zeer voorzichtig naar dedichtstbijzijnde Fiat-dealer om het sys-teem te laten controleren.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

x >

TE LAGE MOTOR-OLIEDRUK (rood)

OLIEKWALITEITONVOLDOENDE(Multijet-uitvoeringenmet DPF - rood)

Te lage motoroliedruk

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Hetmoet doven nadat de motor is gestart.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

v

Als het lampje v tijdenshet rijden gaat branden

(op enkele uitvoeringen verschijntook een bericht op het display),zet dan onmiddellijk de motor uiten wendt u tot de Fiat-dealer.

ATTENTIE

Oliekwaliteit onvoldoende

Het lampje gaat knipperen en er ver-schijnt een bericht op het display als hetsysteem motorolie van onvoldoendekwaliteit constateert.

Na de eerste constatering zal iederekeer bij het starten van de motor hetlampje v 60 seconden knipperen endaarna iedere 2 uur totdat de oliewordt ververst.

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 98

99

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

U kunt onder deze omstandighedendoorrijden zonder te veel van de motorte eisen of met hoge snelheid te rijden.Wendt u in dit geval zo snel mogelijk totde Fiat-dealer.

Storing motormanagement-systeem EOBD

Als u onder normale omstandigheden decontactsleutel in stand MAR draait, gaathet lampje branden. Na het starten vande motor moet het lampje doven. Hetlampje gaat eerst branden om de juistewerking ervan aan te geven. Als het lamp-je blijft branden of tijdens het rijden gaatbranden:

❒ continu branden: duidt op een defect inhet inspuit-/ontstekingssysteem. Ditkan tot gevolg hebben dat schadelijkeuitlaatgasemissie toeneemt, de presta-ties verminderen, de auto slechter gaatrijden en het brandstofverbruik toe-neemt.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

U kunt onder deze omstandighedendoorrijden zonder te veel van de motorte eisen of met hoge snelheid te rijden.Als lang met een brandend waarschu-wingslampje wordt doorgereden, kunnenbeschadigingen ontstaan. Wendt u zo snelmogelijk tot de Fiat-dealer. Het lampjedooft als de storing verdwijnt. De storingwordt door het systeem in het geheugenopgeslagen.

STORING INSPUIT-SYSTEEM (Multijet-uit-voeringen - geel)

STORING MOTOR-MANAGEMENTSYSTEEM EOBD(benzine-uitvoeringen - geel)

Storing in inspuitsysteem

Als u onder normale omstandigheden decontactsleutel in stand MAR draait, gaathet lampje branden. Na het starten vande motor moet het lampje doven.

Als het lampje blijft branden of tijdens hetrijden gaat branden, dan duidt dit op eenstoring in het inspuitsysteem. Dit kan totgevolg hebben dat de prestaties vermin-deren, de auto slechter gaat rijden en hetbrandstofverbruik toeneemt.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

U

NIET GOED GESLOTENPORTIEREN (rood)

Als een of meerdere portie-ren of de achterklep niet goed

gesloten zijn, gaat het lampje branden(bepaalde uitvoeringen).

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

Als de auto in beweging is met geopen-de portieren/achterklep, dan klinkt ereen akoestisch signaal (alleen bij uitvoe-ringen met instelbaar multifunctioneeldisplay).

´

STORING ELEKTRI-SCHE STUURBE-KRACHTIGING “DUAL-DRIVE” (rood)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Als het lampje blijft branden, werkt deelektrische stuurbekrachtiging niet meeren is meer kracht nodig voor het draai-en van het stuur: wendt u tot de Fiat-dealer.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

g

Als het lampje v knip-pert, wendt u dan onmid-

dellijk tot de Fiat-dealer voor deverversing van de motorolie en hetuitschakelen van het betreffendelampje op het instrumentenpa-neel.

ATTENTIE

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 99

100

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

Als u de contactsleutel instand MAR draait en hetlampje U gaat niet bran-den of het gaat branden of

knipperen tijdens het rijden (er ver-schijnt ook een bericht op het dis-play), wendt u dan zo snel mogelijktot de Fiat-dealer. De werking vanhet lampje U kan worden gecon-troleerd met behulp van specialeapparatuur van de verkeerspolitie.Houdt u aan de wetgeving van hetland waarin u rijdt.

KRESERVEBRANDSTOF(geel)

Als u de contactsleutel instand MAR draait, gaat het lampje bran-den. Na enkele seconden moet hetlampje doven.

Het lampje gaat branden als er nog onge-veer 5 liter brandstof aanwezig is.

BELANGRIJK Als het waarschu-wingslampje knippert, dan is er een sto-ring in het systeem. Wendt u in dit gevaltot de Fiat-dealer om het systeem telaten controleren.

VERSTOPTROETFILTER(uitvoeringen1.3 Multijet 75

pk -geel)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Na enke-le seconden moet het lampje doven. Het lampje gaat branden als het roetfilterverstopt is en de rijomstandigheden ver-hinderen dat de regeneratieprocedure au-tomatisch wordt uitgevoerd.

Voor de regeneratieprocedure en vervol-gens het reinigen van het filter raden wij uaan te blijven rijden, totdat het lampjedooft.

Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.

VOORGLOEI-INSTALLATIE (Multijet-uitvoeringen - geel)

STORING VOORGLOEI-INSTAL-LATIE (Multijet-uitvoeringen - geel)

Voorgloeibougies

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Hetlampje dooft als de voorgloeibougies devooraf ingestelde temperatuur hebbenbereikt. Start de motor zodra het lamp-je gedoofd is.

BELANGRIJK Bij een hoge buitentempe-ratuur kan het lampje zeer kort branden.

Storing in voorgloei-installatie

Het lampje gaat knipperen als er eenstoring is in de voorgloei-installatie.Wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.

Op enkele uitvoeringen verschijnt de bij-behorende melding op het display.

m❒ knipperend: duidt op een mogelijke

beschadiging van de katalysator (zie“EOBD-systeem” in het hoofdstuk“Wegwijs in uw auto”).

Als het lampje knippert, moet het gaspe-daal worden losgelaten zodat de motormet lage toerentallen draait en het lamp-je niet meer knippert; u kunt met matigesnelheid doorrijden waarbij rij-omstan-digheden moeten worden vermeden diekunnen leiden tot het opnieuw gaanknipperen van het lampje. Wendt u zosnel mogelijk tot de Fiat-dealer.

h

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 100

101

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

WATER IN BRAND-STOFFILTER AAN-WEZIG (Multijet-uitvoeringen - geel)

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Het lampje c gaat branden als er waterin het dieselfilter zit. Op enkeleuitvoeringen gaat het lampje èbranden.

Op enkele uitvoeringen verschijnt debijbehorende melding op het display.

c

Water in het brandstofsys-teem kan het inspuitsysteemernstig beschadigen en de mo-tor kan onregelmatig gaan

draaien. Als het lampje c gaat bran-den (bij bepaalde uitvoeringen gaat hetlampje è branden en verschijnt er eenbericht op het display), wendt u dan zosnel mogelijk tot de Fiat-dealer om decondens te laten aftappen. Als hetlampje direct na het tanken gaat bran-den, bestaat de mogelijkheid dat er tij-dens het tanken water in de brand-stoftank is gekomen: zet in dat gevalonmiddellijk de motor uit en wendt utot de Fiat-dealer.

DEFECTE BUITENVER-LICHTING (geel)

Het lampje gaat branden(bepaalde uitvoeringen) als er een sto-ring is in een van de volgende systemen: – buitenverlichting– remlichten (behalve derde remlicht)– mistachterlichten– richtingaanwijzers– kentekenplaatverlichting.De storing kan betreffen: doorbrandenvan een of meer lampen, doorbrandenvan de bijbehorende zekering of eenonderbreking in de elektrische verbin-ding. Op het display verschijnt de bijbe-horende melding.

W

MISTACHTERLICHTEN(geel)

Het lampje gaat branden alsde mistachterlichten worden ingescha-keld.

4

STORING ELEKTRO-NISCHE STARTBLOK-KERING - FIAT CODE(geel)

Als u de contactsleutel in stand MARzet, dan gaat het lampje één keer knip-peren en dooft vervolgens.

Als het lampje, met de contactsleutel instand MAR, constant gaat branden, danduidt dit op een mogelijke storing (zie“Fiat CODE” in het hoofdstuk “Wegwijsin uw auto”).

BELANGRIJK Als de lampjes U en Ytegelijk branden, dan is er een storing inde Fiat CODE.

Als bij een draaiende motor het lampjeY knippert, dan wordt de auto niet be-veiligd door het systeem (zie de paragraaf“Fiat Code” in het hoofdstuk “Wegwijs inuw auto”).

Wendt u tot de Fiat-dealer om alle sleu-tels in het geheugen te laten opslaan.

Y

ALGEMENE STORINGS-MELDING (geel)

Het lampje gaat bij de volgende omstan-digheden branden.

Storing motoroliedruksensor

Het lampje gaat branden bij een storingin de motoroliedruksensor. Wendt u zosnel mogelijk tot de Fiat-dealer om destoring te laten verhelpen.

è

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 101

102

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

BUITENVERLICHTINGEN DIMLICHTEN(groen)

FOLLOW ME HOME(groen)

Buitenverlichting en dimlichten

Het lampje gaat branden als de buiten-verlichting of het dimlicht wordt inge-schakeld.

Follow me home

Het lampje gaat branden als dit systeemwordt gebruikt (zie “Follow me home”in het hoofdstuk “Wegwijs in uw auto”).

Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.

3STORING ESP-SYSTEEM/STORINGHILL HOLDER(geel)

Storing ESP-systeem

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Als het lampje niet dooft of tijdens hetrijden blijft branden en het lampje op deknop ASR OFF gaat branden, wendt udan tot de Fiat-dealer.

Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.

Opmerking Als het lampje knippert tij-dens het rijden, dan geeft dit aan dat hetESP in werking is getreden.

Storing Hill Holder

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje branden. Naenkele seconden moet het lampjedoven.

Als het lampje gaat branden, is er eenstoring in het Hill Holder-systeem.Wendt u in dat geval zo snel mogelijk totde Fiat-dealer.

Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.

áWater in dieselfilter

Zie hetgeen beschreven is bij het lampjec.

Inschakeling brandstofnoodschake-ling/brandstofnoodschakeling nietbeschikbaar

Het lampje gaat branden als de brand-stofnoodschakeling inschakelt of als debrandstofnoodschakeling niet beschik-baar is.

Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.

Storing buitenverlichting

Het lampje gaat branden als er een sto-ring is geconstateerd in de buitenverlich-ting.

Storing parkeersensoren

Het lampje gaat branden en er verschijnteen bericht op het display als er een sto-ring is in de parkeersensoren. Wendt uin dit geval tot de Fiat-dealer.

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 102

103

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

MISTLAMPEN VOOR(groen)

Het lampje gaat branden alsde mistlampen voor worden ingescha-keld.

5

RICHTINGAANWIJZERLINKS (groen - knippe-rend)

Het lampje gaat branden als de richting-aanwijzerhendel omlaag wordt gezet of,tegelijkertijd met het lampje van derechter richtingaanwijzer, als de druk-knop voor de waarschuwingsknipper-lichten wordt ingedrukt.

F

RICHTINGAANWIJZERRECHTS (groen - knip-perend)

Het lampje gaat branden als de richting-aanwijzerhendel omhoog wordt gezetof, tegelijkertijd met het lampje van delinker richtingaanwijzer, als de drukknopvoor de waarschuwingsknipperlichtenwordt ingedrukt.

D

INSCHAKELING ELEKTRISCHE STUUR-BEKRACHTIGING“DUALDRIVE”

Het opschrift CITY gaat branden op hetmultifunctionele/instelbare multifunctio-nele display als deze stand van de elek-trische stuurbekrachtiging “Dualdrive”wordt ingeschakeld door het indrukkenvan de betreffende bedieningsknop. Alsopnieuw op de knop wordt gedrukt,dooft het opschrift CITY.

CITY

GROOTLICHT (blauw)

Het lampje gaat branden alshet grootlicht wordt ingescha-

keld.

1

SNELHEIDSLIMIET OVERSCHREDEN

Op het display verschijnt een bericht alsde ingestelde snelheidslimiet wordt over-schreden (zie “Instelbaar multifunctioneeldisplay” in het hoofdstuk “Wegwijs in uwauto”).

BEPERKTE ACTIERADIUS(uitvoeringen met instelbaar mul-tifunctioneel display)

Op het display verschijnt een bericht omde gebruiker te waarschuwen als deactieradius van de auto kleiner wordtdan 50 km.

ASR-SYSTEEM (uitvoeringen metinstelbaar multifunctioneel display)

Het ASR-systeem kan worden uitgescha-keld door het indrukken van de knopASR OFF.

Op het display verschijnt een bericht dataangeeft dat het systeem is uitgescha-keld; gelijktijdig gaat het lampje op deknop branden.

Als opnieuw op de knop ASR OFFwordt gedrukt, dooft het lampje op deknop en verschijnt op het display eenbericht dat aangeeft dat het systeemweer is ingeschakeld.

KANS OP GLADHEID

Als de buitentemperatuur gelijk is aan oflager wordt dan 3°C, dan knippert detemperatuuraanduiding om aan te gevendat er kans op gladheid bestaat.

Op het display verschijnt de bijbehorendemelding.

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 103

104

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NIET OMGELEGDE VEILIGHEIDSGORDELS(rood)

Het lampje op het instrumenten-paneel gaat continu branden als bij stil-staande auto de veiligheidsgordel aanbestuurderszijde niet goed is omgelegd.Als bij een rijdende auto de veiligheids-gordels voor niet goed zijn omgelegd,gaat het lampje branden en klinkt er eenononderbroken akoestisch signaal (zoe-mer) gedurende de eerste 6 seconden; dedaaropvolgende 90 seconden knipperthet lampje en klinkt er een onderbrokenakoestisch signaal (zoemer). Het akoesti-sche signaal (zoemer) van het SBR-sys-teem (Seat Belt Reminder) kan perma-nent worden uitgeschakeld door de Fiat-dealer. Het systeem kan weer wordeningeschakeld via het setup-menu. Op hetdisplay verschijnt de bijbehorende mel-ding.

VERSLETEN REMBLOK-KEN (geel)

Het lampje op het instrumen-tenpaneel gaat branden (op het

display verschijnt ook een bericht) als deremblokken voor versleten zijn; laat dezezo snel mogelijk vervangen.

INSCHAKELINGSPORT-FUNCTIE (uitvoeringen 1.4 100 pk)

Het opschrift SPORT gaat branden ophet multifunctionele/instelbare multi-functionele display als deze functiewordt ingeschakeld door het indrukkenvan de betreffende bedieningsknop. Alsopnieuw op de knop wordt gedrukt,dooft het opschrift SPORT.

Wendt u bij een storing in deversnellingsbak zo snelmogelijk tot de Fiat-dealerom het systeem te laten con-

troleren.

STORING AUTOMA-TISCHE VERSNEL-LINGSBAK/MAXIMUMOLIETEMPERATUUR INAUTOMATISCHE VER-SNELLINGSBAK (rood)

Storing in automatische versnel-lingsbak

Als u de contactsleutel in stand MARdraait, gaat het lampje op het instrumen-tenpaneel branden. Na enkele secondenmoet het lampje doven.

Het lampje op het instrumentenpaneelgaat knipperen (op het display verschijntook een bericht en er klinkt een akoes-tisch signaal) als er storing is in de ver-snellingsbak.

tTe hoge olietemperatuur in auto-matische versnellingsbak

Het lampje op het instrumentenpaneelgaat constant branden (op het displayverschijnt ook een bericht en er klinkteen akoestisch signaal) bij een te hogetemperatuur van de transmissie-olie.

d

<

SPORT

095-104 FIAT 500 NL 23-03-2009 13:32 Pagina 104

105

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

MOTOR STARTEN ............................................................. 106

WIEL VERWISSELEN .......................................................... 108

SNELLE BANDENREPARATIESET FIX&GO automatic 114

GLOEILAMP VERVANGEN .............................................. 118

GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN 121

GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTING VERVANGEN ....................................................................... 124

ZEKERINGEN VERVANGEN ........................................... 126

ACCU OPLADEN ............................................................... 131

OPKRIKKEN VAN DE AUTO ......................................... 132

SLEPEN VAN DE AUTO ................................................... 132

NNNNOOOOOOOODDDDGGGGEEEEVVVVAAAALLLLLLLLEEEENNNN

In geval van nood raden wij u aan het gratis nummer te bellen dat in de Service- en garantiehandleiding vermeld staat.

U kunt ook de site www.fiat500.com raadplegen voor de dichtstbijzijnde Fiat-dealer.

105-132 FIAT 500 NL 24-03-2009 13:17 Pagina 105

106

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

STARTEN MET EEN HULPACCUfig. 1

Als de accu leeg is, kan de motor wor-den gestart met een hulpaccu, die tenminste dezelfde capaciteit moet hebbenals de lege accu.

fig. 1

MOTOR STARTEN

Als het lampje Y op het instrumen-tenpaneel constant blijft branden, wendtu dan onmiddellijk tot de Fiat-dealer.

Gebruik voor een noodstartbeslist nooit een accusnella-der: de elektronische syste-men kunnen beschadigen; in

het bijzonder de regeleenheden vande ontsteking en de inspuiting.

Laat deze procedure doorgespecialiseerd personeel

uitvoeren. Onjuiste handelingen kun-nen leiden tot vonken. De vloeistof inde accu is giftig en corrosief. Vermijdhet contact met de huid en de ogen.Kom ook niet dicht bij een accu metopen vuur of een brandende sigareten veroorzaak geen vonken.

ATTENTIE

F0S0093m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 106

107

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

Ga voor het starten als volgt te werk:

❒ verbind de pluspolen (+ teken nabijde pool) van de beide accu’s met eenstartkabel;

❒ sluit een tweede startkabel aan opde minpool – van de hulpaccu en opde massa-aansluiting E op de motorof de versnellingsbak van de auto diegestart moet worden;

❒ start de motor;

❒ neem als de motor draait, de kabels inde omgekeerde volgorde los.

Als de motor na enkele pogingen nietaanslaat, blijf dan niet proberen maarwendt u tot de Fiat-dealer.

BELANGRIJK Verbind de minklemmenvan de twee accu’s niet direct metelkaar: eventuele vonken kunnen hetexplosieve gas ontsteken dat uit de accukan ontsnappen. Als de hulpaccu is geïn-stalleerd aan boord van een andere auto,mogen tussen deze auto en de auto metde lege accu niet per ongeluk metalendelen met elkaar in verbinding staan.

ROLLEND STARTEN

Probeer auto’s nooit te starten door zeaan te duwen, te slepen of van een hel-ling af te laten rijden.

Op die wijze kan er onverbrande brand-stof in de katalysator terechtkomen,waardoor deze onherstelbaar zalbeschadigen.

BELANGRIJK Houd er rekening mee datde rem- en stuurbekrachtiging (indienaanwezig) niet werken zolang de motorniet is aangeslagen, waardoor meerkracht nodig is voor de bediening vanhet rempedaal en het stuur.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 107

108

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

Het reservewiel (indienaanwezig) behoort bij de

auto waarbij het geleverd is.Gebruik het reservewiel niet bijandere auto’s en monteer geenreservewielen van andere auto’s.Het noodreservewiel mag alleen innoodgevallen worden gebruikt. Hetnoodreservewiel moet zo kortmogelijk gebruikt worden en er magniet sneller dan 80 km/h mee wor-den gereden. Op het noodreserve-wiel is een oranje sticker aange-bracht waarop de belangrijkste aan-wijzingen en de beperkingen staanvermeld met betrekking tot hetgebruik van het reservewiel. Dezesticker mag absoluut niet wordenverwijderd of afgedekt. Op hetnoodreservewiel mag nooit eenwieldeksel worden gemonteerd. Opde sticker staan de volgende aanwij-zingen in vier talen vermeld: atten-tie! alleen voor tijdelijk gebruik!max. 80 km/h! vervang zo snelmogelijk door een normaal wiel.Bedek deze aanwijzingen niet. Als u het gemonteerde velgtype wiltvervangen (lichtmetalen velgen inplaats van stalen of omgekeerd),moeten tevens alle wielbouten wor-den vervangen door bouten met eenlengte die aangepast is aan het velg-type.

ATTENTIEWIEL VERWISSELEN

ALGEMENE AANWIJZINGEN

De auto kan zijn uitgerust (optional) meteen normaal reservewiel of een kleinnoodreservewiel.

Voor het verwisselen van het wiel envoor het juiste gebruik van de krik enhet noodreservewiel moeten de onder-staande voorzorgsmaatregelen in achtworden genomen.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 108

109

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

Attendeer het overige weg-verkeer op de stilstaande

auto m.b.v.: de waarschuwingsknip-perlichten, de gevarendriehoek enz.Tijdens het verwisselen van een wielmoeten alle inzittenden de auto heb-ben verlaten, vooral als de autozwaar beladen is, en op een veiligeafstand van het verkeer wachten,totdat het wiel verwisseld is.Blokkeer de wielen met stenen ofandere voorwerpen als de autoschuin op een helling of op een slechtwegdek staat.Bij een gemonteerd noodreservewielveranderen de rij-eigenschappen vande auto. Vermijd met vol gas optrek-ken, bruusk remmen en hoge snelhe-den in de bochten. Het noodreserve-wiel heeft een levensduur van onge-veer 3000 km. Na deze afstand moetde band van het noodreservewielvervangen worden door een nieuweband van hetzelfde type. Monteernooit een normale band op de velgvan het noodreservewiel. Laat hetverwisselde wiel zo snel mogelijkrepareren en monteren. Gebruiknooit twee of meer noodreservewie-len. Smeer de schroefdraad van dewielbouten niet met vet in, voordat uze monteert: de bouten kunnenloslopen.

ATTENTIE

De krik dient uitsluitendvoor het verwisselen van

een wiel van de auto waarbij de krikgeleverd is of voor auto’s van het-zelfde model. Gebruik de krik nietvoor het opkrikken van andereauto’s. En beslist nooit voor het uit-voeren van werkzaamheden onderde auto. Als de krik niet juistgeplaatst wordt, kan de opgekrikteauto van de krik vallen. Op een sticker op de krik is het maximumhefvermogen aangegeven; de krikmag nooit voor een zwaardere lastworden gebruikt. Het noodreserve-wiel is niet geschikt voor de montagevan sneeuwkettingen. Als u een lekkevoorband (aangedreven wiel) hebten er moet met sneeuwkettingenworden gereden, dan moet u eenwiel van de achteras afhalen endaarvoor in de plaats het noodreser-vewiel monteren. Zo hebt u op devooras twee normale wielen waaropu sneeuwkettingen kunt monteren.

ATTENTIE

Door een verkeerde mon-tage kan het wieldeksel tij-

dens het rijden loslaten. Maak hetventiel absoluut niet open. Plaatsgeen enkel stuk gereedschap tussenvelg en band. Controleer regelmatigde spanning van de banden en vanhet noodreservewiel en houdt udaarbij aan de waarden die beschre-ven staan in het hoofdstuk“Technische gegevens”.

ATTENTIE

Het is nodig te weten dat:

❒ de krik 1,76 kg weegt;

❒ de krik geen afstelwerkzaamheden ver-eist;

❒ de krik bij beschadiging vervangenmoet worden door een krik van het-zelfde type;

❒ buiten de slinger geen enkel andergereedschap op de krik gemonteerdmag worden.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 109

110

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

❒ verwijder bij auto’s die zijn uitgerustmet lichtmetalen velgen, het geklem-de wieldeksel met behulp van de bij-geleverde schroevendraaier;

❒ draai met de bijgeleverde sleutel E-fig. 4 de wielbouten van het te ver-wisselen wiel ongeveer een slag los;

❒ draai de slinger van de krik zo, dat dekrik iets omhoog komt;

❒ draai de blokkeerschroef B-fig. 3 los;

❒ neem de gereedschaphouder C uit enzet de houder dicht bij het te verwis-selen wiel;

❒ neem het noodreservewiel D uit;

❒ verwijder met de bijgeleverde schroe-vendraaier het geklemde wieldekselbij de inkeping op de rand van hetdeksel;

fig. 4 F0S0128m

fig. 3 F0S0127m

Ga voor het verwisselen van een wiel alsvolgt te werk:

❒ zet de auto stil op een plaats waar hetverkeer niet in gevaar wordt gebrachten in alle veiligheid het wiel kan wor-den verwisseld. Zet de auto zo moge-lijk op een vlakke en stevige onder-grond;

❒ zet de motor uit en trek de handremaan;

❒ schakel de eerste versnelling of deachteruit in;

❒ til de bekleding op de vloer van debagageruimte A-fig. 2 op;

fig. 2 F0S0126m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 110

111

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

❒ plaats de slinger H in de krik I en zetde auto omhoog, totdat het wielenige centimeters los van de grond is.Als u de slinger draait, moet u zorgenvoor voldoende werkruimte, zodat ugeen schaafwonden aan uw handoploopt door contact met de grond.Ook de bewegende delen van de krik(schroefdraad en scharnieren) kunnenletsel veroorzaken: vermijd contactmet deze onderdelen. Reinig uw han-den zorgvuldig als deze met vet incontact zijn geweest;

❒ zorg ervoor dat de boutgaten en allecontactvlakken van het noodreserve-wiel schoon zijn en geen onzuiverhe-den bevatten, omdat hierdoor na ver-loop van tijd de wielbouten kunnenloslopen;

❒ plaats de krik dicht bij het teverwisselen wiel, bij het teken O opde chassisbalk;

❒ controleer of de groef F-fig. 5 van dekrik goed om de rand G van de chas-sisbalk valt;

❒ waarschuw eventuele omstanders datde auto wordt opgekrikt; zorg ervoordat ze zich niet in de nabijheid van deauto bevinden en de auto vooral nietaanraken totdat deze weer geheel opde grond staat;

fig. 5 F0S0129m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 111

112

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

NORMALE WIEL MONTEREN

Volg de hiervoor beschreven procedure,krik de auto op en demonteer hetnoodreservewiel.

Uitvoeringen met stalen velgen

Ga als volgt te werk:

❒ zorg ervoor dat de boutgaten en allecontactvlakken van het normale wielschoon zijn en geen onzuiverhedenbevatten, omdat hierdoor na verloopvan tijd de wielbouten kunnen loslo-pen;

❒ monteer het normale wiel door de 4wielbouten in de boutgaten te plaat-sen;

❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten handvast aan;

❒ monteer het geklemde wieldeksel,waarbij de inkeping (op het wieldek-sel) moet samenvallen met het ven-tiel;

❒ laat de auto zakken en verwijder dekrik;

❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten kruiselings vast, in devolgorde die eerder is afgebeeld.

Uitvoeringen met lichtmetalenvelgen

❒ plaats het wiel op de naaf en draaimet de bijgeleverde sleutel de bou-ten vast;

❒ laat de auto zakken en verwijder dekrik;

❒ draai met de bijgeleverde sleutel dewielbouten vast in de volgorde die isaangegeven in fig. 8;

❒ monteer het geklemde wieldeksel enzorg ervoor dat het referentiegat ophet wiel samenvalt met de referen-tiepen op het wieldeksel.

BELANGRIJK Door een verkeerdemontage kan het wieldeksel tijdens hetrijden loslaten.

❒ monteer het noodreservewiel, waar-bij de centreerpen N-fig. 7 in een vande gaten O in het wiel moet vallen;

❒ draai de 4 wielbouten handvast;

❒ draai de slinger van de krik zodat deauto zakt, en verwijder de krik;

❒ draai de wielbouten kruiselings vast,in de volgorde die in fig. 8 is aange-geven.

fig. 7 F0S0130m fig. 8 F0S0131m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 112

113

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

BELANGRIJK Als u het gemonteerdevelgtype wilt vervangen (lichtmetalen inplaats van stalen of omgekeerd), moetentevens alle wielbouten en het reserve-wiel door het passende type wordenvervangen.

Het is raadzaam de vervangen wielbou-ten en het vervangen reservewiel tebewaren voor als u in de toekomst hetoriginele velgtype weer wilt monteren.

Ter afsluiting

❒ plaats het noodreservewiel D-fig. 3op de daarvoor bestemde plek in debagageruimte;

❒ druk de half geopende krik stevig inde houder C om rammelen tijdenshet rijden te voorkomen;

❒ berg het gebruikte gereedschap op inde houder;

❒ plaats de gereedschaphouder in hetreservewiel en draai de blokkeer-schroef B vast;

❒ plaats de bekleding op de juiste wijzeop de vloer van de bagageruimte.

BELANGRIJK In tubeless banden mogengeen binnenbanden gebruikt worden.Controleer regelmatig de spanning vande banden, ook van het noodreserve-wiel.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 113

114

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

Als u een lekke band krijgt,kan de band gerepareerdworden als de diameter vanhet lek niet groter is dan 4 mm.

Het is niet mogelijk lekkenaan de zijkanten van de

band te repareren. Gebruik de repa-ratieset niet als de band beschadigdis geraakt door het rijden met eenlege band.

ATTENTIE

SNELLE BANDENREPA-RATIESET FIX & GOautomatic

De snelle bandenreparatieset Fix & Goautomatic bevindt zich in de bagageruim-te.

De set fig. 11 bevat:

❒ een spuitbus A met afdichtvloeistof,die voorzien is van:

– een vulbuis B;

– een sticker C met het opschrift“max. 80 km/h”. Na het reparerenvan het wiel moet deze sticker opeen voor de bestuurder goedzichtbare plaats worden aange-bracht (op het dashboard);

❒ een informatiefolder (zie fig. 12),voor een correct gebruik van de snel-le reparatieset. De folder moet over-handigd worden aan het personeeldat de behandelde band repareert;

❒ een compressor D-fig. 11 met mano-meter en verbindingsstukken, die inhet vak zijn te vinden;

fig. 12 F0S0119mfig. 11

D

F0S0118m

Overhandig de informatie-folder aan het personeel

dat de band repareert die behan-deld is met de bandenreparatieset.

ATTENTIE

❒ een paar werkhandschoenen die inhet zijvak van de compressor zijn tevinden;

❒ adapters voor het oppompen vandiverse voorwerpen.

In de houder (die zich in de bagageruim-te onder de bekleding bevindt) van debandenreparatieset zijn ook de schroe-vendraaier en het sleepoog te vinden.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 114

115

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

Vervang de spuitbus met deafdichtvloeistof als dezedatum verstreken is.Spuitbussen en afdichtvloei-

stof zijn schadelijk voor het milieu.Houdt u voor het afvoeren van dezeproducten aan de wettelijke normen.

Bij schade aan de velg(zodanige vervorming van

het kanaal dat er lucht wegloopt)kan de band niet gerepareerd wor-den. Verwijder de eventueel in deband binnengedrongen voorwerpen(schroeven of spijkers) niet.

ATTENTIE

De compressor mag nietlanger dan 20 minuten ach-

ter elkaar worden ingeschakeld.Gevaar voor oververhitting. Dereparatieset is niet geschikt voorpermanente reparatie; de gerepa-reerde banden mogen daaromslechts tijdelijk worden gebruikt.

ATTENTIE

HET IS NOODZAKELIJK TEWETEN DAT:

De afdichtvloeistof bij buitentempera-turen tussen –20 °C en +50°C werkt.

De afdichtvloeistof een houdbaarheids-datum heeft.

De spuitbus bevat ethyleen-glycol. Bevat latex: kan een

allergische reactie veroorzaken.Schadelijk bij inslikken. Irriterendvoor de ogen. Kan overgevoeligheidveroorzaken bij inademing en con-tact. Vermijd contact met ogen, huiden kleding. Spoel bij contact onmid-dellijk overvloedig met water.Vermijd braken bij inslikken, spoel demond uit, drink veel water en raad-pleeg onmiddellijk een arts. Houdbuiten het bereik van kinderen. Hetproduct mag niet gebruikt wordendoor astmatische patiënten. Ademde dampen niet in tijdens het vullenen oppompen. Raadpleeg onmiddel-lijk een arts bij allergische reacties.Bewaar de spuitbus in de daarvoorbestemde ruimte, ver verwijderd vanwarmtebronnen. De afdichtvloeistofheeft een houdbaarheidsdatum.

ATTENTIE

fig. 13 F0S0120m

OPPOMPEN VAN DE BAND

❒ Trek de handrem aan. Draai deventieldop van de band los, neem devulbuis A-fig. 13 uit en draai de ringB op het ventiel van de band;

Doe de handschoenen aandie bij de snelle bandenre-

paratieset zijn geleverd.

ATTENTIE

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 115

116

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

fig. 14 F0S0121m

fig. 15 F0S0122m

fig. 16 F0S0123m

❒ controleer of de schakelaar D-fig. 14van de compressor in stand 0 (uitge-schakeld) staat, start de motor, steekde stekker E-fig. 15 in de contact-doos en schakel de compressor indoor schakelaar D-fig. 14 in stand I(ingeschakeld) te zetten. Pomp deband op tot de juiste bandenspanningis bereikt (zie de paragraaf“Bandenspanning” in het hoofdstuk“Technische gegevens”).

Controleer de bandenspanning opde manometer F-fig. 14. Voor eennauwkeurige aflezing moet de com-pressor worden uitgeschakeld;

❒ als u er niet in slaagt binnen 5 minu-ten de bandenspanning op ten minste1,5 bar te krijgen, koppel dan de com-pressor los van het ventiel en de con-tactdoos en verplaats vervolgens deauto ongeveer 10 meter naar vorenof naar achteren, zodat de afdicht-vloeistof in de band verdeeld wordt;pomp de band vervolgens weer op;

❒ als u er ook dan niet in slaagt om, bin-nen 5 minuten na inschakeling van decompressor, de spanning op ten min-ste 1,8 bar te brengen, mag niet ver-der worden gereden, omdat de bandte erg beschadigd is en de reparatie-set de vereiste wegligging niet kangaranderen; wendt u tot de Fiat-dealer;

❒ als de band op de juiste spanning isgebracht (zie de paragraaf“Bandenspanning” in het hoofdstuk“Technische gegevens”), vertrek danonmiddellijk;

Plaats de sticker op eenvoor de bestuurder goed

zichtbare plaats om aan te gevendat de band behandeld is met desnelle bandenreparatieset. Rijdvoorzichtig vooral in bochten. Rijdniet harder dan 80 km/h. Vermijdbruusk accelereren en remmen.

ATTENTIE

❒ stop na ongeveer 10 minuten en con-troleer opnieuw de bandenspanning;vergeet niet de handrem aan tetrekken;

Als de bandenspanningonder 1,8 bar is gedaald,

mag niet verder worden gereden: desnelle reparatieset Fix & Go auto-matic kan de vereiste wegliggingniet garanderen omdat de band teerg beschadigd is. Wendt u tot deFiat-dealer.

ATTENTIE

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 116

117

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

❒ als een spanning van ten minste 1,8bar wordt gemeten, herstel dan decorrecte bandenspanning (met draai-ende motor en aangetrokken hand-rem) en rijdt verder;

❒ rijd zeer voorzichtig naar de dichtst-bijzijnde Fiat-dealer.

U moet absoluut aangevendat de band is gerepareerd

met de snelle bandenreparatieset.Overhandig de informatiefolder aanhet personeel dat de band repareertdie behandeld is met de bandenre-paratieset.

ATTENTIE

fig. 17 F0S0124m fig. 18 F0S0125m

ALLEEN VOOR HET CONTROLEREN EN HERSTELLEN VAN DESPANNING

De compressor kan ook wordengebruikt voor het herstellen van de ban-denspanning. Maak de snelkoppeling losen verbind de koppeling direct met hetventiel van de band fig. 17; op dezemanier wordt de spuitbus niet met decompressor verbonden en wordt deafdichtvloeistof niet in de band gespoten.

PROCEDURE VOOR HET VERVANGEN VAN DE SPUIT-BUS

Ga als volgt te werk voor het vervangenvan de spuitbus:

❒ maak de koppeling A-fig. 18 los;

❒ draai de te vervangen spuitbus links-om en trek de spuitbus omhoog;

❒ plaats de nieuwe spuitbus en draai despuitbus rechtsom;

❒ sluit de koppeling A aan op de spuit-bus en plaats de doorzichtige vulbuisB in het daarvoor bestemde vak.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 117

118

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

GLOEILAMP VERVANGEN

ALGEMENE AANWIJZINGEN

❒ Controleer voordat u een lamp ver-vangt of de contacten niet zijn geoxi-deerd;

❒ vervang een defecte lamp door eenexemplaar van hetzelfde type en ver-mogen;

❒ als u een gloeilamp in de koplamphebt vervangen, controleer dan omveiligheidsredenen altijd of de afstel-ling nog goed is;

❒ als een lamp niet brandt, controleerdan eerst of de zekering niet doorge-brand is, voordat u de lamp vervangt:zie voor de plaats van de zekeringende paragraaf “Zekeringen vervangen”in dit hoofdstuk.

Modificaties of reparatiesaan de elektrische installa-

tie die niet correct worden uitge-voerd en waarbij geen rekeningwordt gehouden met de technischespecificaties van het systeem, kun-nen storingen in de werking en zelfsbrand veroorzaken.

ATTENTIE

Halogeenlampen bevattengas onder druk. Bij breuk

kunnen er glassplinters wegschieten.

ATTENTIE

Halogeenlampen mag u uit-sluitend aanraken op hetmetalen gedeelte. Als u debol met uw vingers aan-

raakt, zal de lichtopbrengst van delamp teruglopen en kan ook delevensduur beperkt worden. Als u debol per ongeluk toch hebt aange-raakt, moet u de bol schoonwrijvenmet een doekje met alcohol en daar-na laten drogen.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 118

119

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

TYPEN GLOEILAMPEN fig. 19

Op de auto zijn verschillende typengloeilampen gemonteerd:

A Glasfittinglampen: deze zijn voor-zien van een klemfitting. Verwijderde lamp door de lamp uit de houderte trekken.

B Gloeilampen met bajonetfitting:verwijder de lamp uit de houderdoor hem iets in te drukken en links-om te draaien.

C Buislampen: verwijder de lampdoor hem uit de veercontacten loste maken.

D Halogeenlampen: verwijder delamp door de borgveer los te hakenuit de zitting.

E Halogeenlampen: verwijder delamp door de borgveer los te hakenuit de zitting.

F0S0049mfig. 19

Wij raden u aan defectegloeilampen, indien moge-lijk, door de Fiat-dealer telaten vervangen. De juiste

werking en afstelling van de buiten-verlichting zijn van essentieel belangvoor de rijveiligheid en bovendienwettelijk verplicht.

BELANGRIJK Aan de binnenzijde kan dekoplamp een beetje beslagen zijn: ditduidt niet op een defect, maar is eennatuurlijk verschijnsel dat veroorzaaktwordt door een lage temperatuur en deluchtvochtigheidsgraad, en verdwijntsnel als de koplampen worden ingescha-keld. De aanwezigheid van druppels aande binnenzijde van de koplamp duidtdaarentegen op het binnendringen vanwater: wendt u tot de Fiat-dealer.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 119

120

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

H1

H7

W21/5W

WY21W

W5W

PY21W

R10W

P21W

P21W

P21W

C5W

W5W

C5W

H1

W5W

55W

55W

5/21W

21

5

21

10

21

21

21

5

5

5

55

5

D

D

A

B

A

B

B

B

B

B

C

A

C

E

A

Lampen Type Vermogen Figuur

Grootlicht

Dimlicht

Buitenverlichting voor/dagverlichting

Richtingaanwijzers voor

Richtingaanwijzers op flanken

Richtingaanwijzers achter

Achterlichten

Remlichten

Achteruitrijlicht

Mistachterlicht

Interieurverlichting

Bagageruimteverlichting

Kentekenplaatverlichting

Mistlampen voor

Derde remlicht

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 120

121

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

RICHTINGAANWIJZERS

Voor

Gloeilamp vervangen:

❒ verwijder de rubber dop, zoals hier-voor beschreven is;

❒ draai de lamphouder A-fig. 22 links-om en verwijder hem;

❒ verwijder de geklemde lamp en ver-vang hem;

❒ monteer de lamphouder A, draai delamphouder rechtsom en controleerof de houder goed vastzit;

❒ bevestig de rubber dop.

GLOEILAMP BUITENVERLICHTING VERVANGEN

Zie voor het type lamp en het bijbeho-rende vermogen de paragraaf “Gloei-lamp vervangen”.

KOPLAMPUNITS

In de koplampunits zijn de gloeilampenvoor de buitenverlichting, het dimlicht,het grootlicht en de richtingaanwijzeropgenomen.

Verwijder vanuit de motorruimte derubber dop A-fig. 20 om de lampen vande richtingaanwijzers te bereiken; ver-wijder de rubber dop B-fig. 20 om delampen van de dimlichten te bereiken.

fig. 20 F0S0050m

fig. 21 F0S0051m

Om de lampen van de buitenverlich-ting/dagverlichting en het grootlicht tebereiken, moet u, nadat de wielen volle-dig uitgestuurd zijn gezet, het klepje C-fig. 21 in de wielkuipbescherming terhoogte van de verlichtingsunit openenen vervolgens de rubber dop D-fig. 21verwijderen.

fig. 22 F0S0052m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 121

122

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

GROOTLICHT

Gloeilamp vervangen:

❒ verwijder de rubber dop, zoals hier-voor beschreven is;

❒ haak de twee borgveren van de lampA-fig. 25 los;

❒ verwijder en vervang de lamp;

❒ monteer de nieuwe lamp; hierbijmoet de nok van het metalen deel val-len in de uitsparing in de reflector;haak vervolgens de borgveren vast.

❒ bevestig de rubber dop.

DIMLICHT

Gloeilamp vervangen:

❒ verwijder de rubber dop, zoals hier-voor beschreven is;

❒ druk op het hendeltje A-fig. 24 enverwijder de lamphouder;

❒ verwijder de geklemde lamp en ver-vang hem;

❒ monteer de lamphouder en contro-leer of de houder goed vastzit;

❒ bevestig de rubber dop.

fig. 24 F0S0053m fig. 25 F0S0054m

Op de flanken

Gloeilamp vervangen:

❒ druk op het door de pijl aangegevenpunt, zodat de borgveer wordt inge-drukt, en verwijder de verlichtingsunitB-fig. 23;

❒ draai de lamphouder linksom, verwij-der de geklemde lamp en vervanghem;

❒ plaats de lamphouder in het lampen-glas, monteer de verlichtingsunit B encontroleer of de borgveer goedgeborgd is.

fig. 23 F0S0138m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 122

123

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

BUITENVERLICHTING/DAGVERLICHTING

Gloeilamp vervangen:

❒ verwijder de rubber dop, zoals hier-voor beschreven is;

❒ draai de lamphouder B-fig. 25 links-om en verwijder hem;

❒ verwijder de geklemde lamp en ver-vang hem;

❒ monteer de lamphouder B, draai delamphouder rechtsom en controleerof de houder goed vastzit;

❒ bevestig de rubber dop.

MISTLAMPEN VOOR (indien aanwezig)

BELANGRIJK Wendt u voor het vervan-gen van een defecte mistlamp tot deFiat-dealer.

❒ verwijder de lampen door ze iets in tedrukken en linksom te draaien.

De lampen zijn op de volgende wijzegeplaatst:

C – Richtingaanwijzers

D – Remlicht

E – Buitenverlichting

F – Achteruitrijlicht (rechterzijde)/mistachterlicht (linkerzijde)

ACHTERLICHTUNITS

Gloeilamp vervangen:

❒ open de achterklep;

❒ draai de twee bevestigingsschroevenA-fig. 26 los en trek de lichtunitrecht naar achteren zonder deze tekantelen;

❒ maak de lamphouder los uit de beves-tigingslippen B-fig. 27 en verwijderde lamphouder uit de zitting;

fig. 26 F0S0055m

fig. 27 F0S0056m

fig. 28 F0S0057m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 123

124

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

GLOEILAMP INTERIEURVERLICHTINGVERVANGEN

Zie voor het type lamp en het bijbeho-rende vermogen de paragraaf“Gloeilamp vervangen”.

INTERIEURVERLICHTING

Gloeilamp vervangen:

❒ maak met de bijgeleverde schroeven-draaier de plafondverlichting A-fig.32 bij het door de pijl aangegevenpunt los;

KENTEKENPLAAT-VERLICHTING fig. 31

Gloeilampen vervangen:

❒ verwijder het lampenglas A op hetdoor de pijl aangegeven punt;

❒ maak de lamp los uit de veercontac-ten aan de zijkant en vervang hem;controleer of de nieuwe lamp goedvastzit in de veercontacten;

❒ monteer het lampenglas.

fig. 30 F0S0059m

DERDE REMLICHT fig. 29-30

Gloeilamp vervangen:

❒ verwijder de twee doppen en draai detwee bevestigingsschroeven A los;

❒ trek de verlichtingsunit naar buiten;

❒ maak de stekker B los;

❒ druk op de borging C en open delamphouder;

❒ verwijder de geklemde lamp en ver-vang hem;

❒ sluit de lamphouder en controleer ofde borging goed vastzit;

❒ draai de twee bevestigingsschroevenvast en bevestig de rubber doppen.

fig. 29 F0S0058m

fig. 31 F0S0139m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 124

125

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

❒ open het dekseltje B-fig. 33 zoalsaangegeven;

BAGAGERUIMTEVERLICHTING(indien aanwezig)

Gloeilamp vervangen:

❒ open de achterklep;

❒ maak met de bijgeleverde schroeven-draaier de verlichtingsunit A-fig. 35bij het door de pijl aangegeven puntlos;

fig. 32 F0S0060m

fig. 33 F0S0061m

fig. 34 F0S0062m fig. 35 F0S0063m

❒ maak de lamp C-fig. 34 los uit deveercontacten aan de zijkant en ver-vang hem; plaats de nieuwe lamp encontroleer of de nieuwe lamp goedvastzit in de veercontacten;

❒ sluit het dekseltje en monteer hetlampenglas.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 125

126

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

ZEKERINGEN VERVANGEN

ALGEMENE AANWIJZINGEN fig. 37

Het elektrische systeem wordt door zeke-ringen beveiligd: de zekering brandt doorbij een storing of bij oneigenlijk gebruik vanhet systeem.

Als een elektrisch onderdeel niet werkt,controleer dan eerst of de zekering niet isdoorgebrand: de verbindingsstrip A magniet onderbroken zijn. Is dit wel het geval,dan moet u de zekering vervangen dooreen exemplaar met dezelfde stroomsterk-te (zelfde kleur).

B zekering in goede staat.

C zekering met doorgebrande strip.

Gebruik het tangetje D voor het vervangenvan de zekeringen. Dit tangetje is vastge-haakt aan de binnenzijde van het dekseltjevan het zekeringenkastje links van het dash-board.

De componenten die door de zekeringenworden beveiligd, staan in de tabellen opde volgende pagina’s aangegeven.

❒ open de bescherming B-fig. 36 envervang de geklemde lamp C;

❒ sluit de bescherming B op het lam-penglas;

❒ monteer de verlichtingsunit doordeze eerst aan een zijde in de juistestand te plaatsen en vervolgens deandere zijde aan te drukken, totdat deborging inklikt.

fig. 36 F0S0064m fig. 37 F0S0065m

Vervang een defecte zeke-ring nooit door ander mate-riaal.

Vervang een zekering nooitdoor een zekering met een

hogere stroomsterkte (ampère);BRANDGEVAAR.

Als een hoofdzekering (MEGA-FUSE, MIDI-FUSE, MAXI-FUSE)doorbrandt, wendt u dan tot deFiat-dealer.

Controleer, voordat u een zekeringvervangt, of de contactsleutel uithet contactslot is genomen en allestroomverbruikers uit staan en/ofzijn uitgeschakeld.

ATTENTIE

Als de zekering opnieuwdoorbrandt, wendt u dan

tot de Fiat-dealer.

ATTENTIE

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 126

127

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

PLAATS VAN DE ZEKERINGEN

Zekeringen op het dashboard

De zekeringen zijn bereikbaar nadat degeklemde kap E is verwijderd.

De 5A-zekering voor de verwarming vande buitenspiegels bevindt zich bij dediagnosestekker, zoals afgebeeld in fig.38.

Aan de onderzijde naast de pedalenbevindt zich de zekeringenkast die isafgebeeld in fig. 39.

fig. 38

E

F0S0066m

fig. 39 F0S0172m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 127

128

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

Zekeringenkast in motorruimte fig. 40 en 41

Een tweede zekeringenkast bevindt zichrechts in de motorruimte, naast de accu.Om deze te bereiken, moet u op de bor-ging I drukken, de lippen M losmaken enhet deksel L verwijderen.

De nummers die op de binnenzijde vanhet deksel zijn aangebracht, geven deelektrische componenten aan die doorde betreffende zekering worden bevei-ligd.

fig. 40

fig. 41

F0S0068m

F0S0069m

Als de motorruimte moetworden uitgespoten, zorgdan dat de waterstraal nietdirect op de zekeringenkast

in de motorruimte wordt gericht.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 128

129

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

F12F13F31F32F36F37F38F43F47F48F49F50F51F53

7,57,55

7,5105201520205

7,57,55

F08F09F10F11F14F15F16

F17F18F18

3015151015207,5

107,57,5

ZEKERINGENTABEL

Zekeringenkast dashboard - fig. 39 ZEKERING AMPÈRE

Voeding dimlicht rechtsVoeding dimlicht links en regeleenheid koplampverstellingSchakelaar zekeringen- en relaiskast motorruimtePlafondverlichting voor en achter, bagageruimte- en dorpelverlichtingDiagnosestekker, autoradio, airconditioning, EOBDSchakelaar remlichten, knooppunt instrumentenpaneelCentrale portiervergrendelingRuitensproeier-/achterruitsproeierpompRuitbediening bestuurderszijdeRuitbediening passagierszijdeParkeersensor, symboolverlichting schakelaars, elektrisch verstelbare spiegelsKnooppunt airbagSchakelaar autoradio, convergenceregeleenheid, airconditioning, remlichten, koppelingKnooppunt instrumentenpaneel

Zekeringenkast in motorruimte - fig. 41 ZEKERING AMPÈRE

AanjagerAanhangerClaxonsMotormanagementsysteem (secundaire verbruikers)GrootlichtMotor elektrisch bedienbaar dak+15 Regeleenheid motormanagementsysteem, automatisch bediende versnellingsbak Dualogic, spoel van relais T20Regeleenheid motormanagementsysteemRegeleenheid motormanagementsysteem (1.2 8V)Regeleenheid motormanagementsysteem, spoel van relais T09 (1.3 Multijet, 1.4 16v)

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 129

130

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

20202030

50303020203030305030

T02T03T05T06

T07T08T09T10T14T17T19T20T30T31

F19F20F21F22F22F23F24F30F84F85F87

7,530151520207,51510157,5

Zekeringenkast in motorruimte - fig. 41 ZEKERING AMPÈRE

AircocompressorAchterruitverwarming, verwarming buitenspiegels BrandstofpompBobine ontsteking, inspuitventielen (1.2 8V)Regeleenheid motormanagementsysteem (1.3 Multijet)Remsysteem (regeleenheid, kleppen)+15 Remsysteem, elektrische stuurbekrachtiging, gierhoeksensorMistlampen voorDualogic versnellingsbak (regeleenheid, magneetkleppen)Stekkerdoos voor (met of zonder aansteker)+15 voor achteruitrijlichten, luchtkwantummeter, waterdetectiesensor in brandstoffilter,spoelen van relais T02, T05, T14 en T19

Zekeringenkast in motorruimte - fig. 41 RELAIS AMPÈRE

GrootlichtClaxonsAircocompressorElektroventilateur motorkoelsysteem met één snelheid - Lage snelheid elektroventilateur motorkoelsysteemHoge snelheid elektroventilateur motorkoelsysteemAanjagerMotormanagementsysteem (hoofdrelais)BeschikbaarMistlampen voorBrandstofpompOntwasemingStartblokkering voor automatisch bediende versnellingsbakPomp Dualogic versnellingsbakStekkerdoos voor (met of zonder aansteker)

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 130

131

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

ACCU OPLADEN

BELANGRIJK De beschrijving voor hetopladen van de accu dient slechts terinformatie. Wendt u bij voorkeur toteen Fiat-dealer om deze werkzaamhe-den uit te laten voeren.

We raden u aan de accu langzaam enmet een lage stroomsterkte (ampère)gedurende ca. 24 uur op te laden. Als ude accu langer oplaadt, kan de accu wor-den beschadigd.

Ga voor het opladen als volgt te werk:

❒ maak de klem los van de minpool opde accu;

❒ sluit de kabels van het laadapparaataan op de accupolen; let hierbij op depolariteit;

De vloeistof in de accu isgiftig en corrosief. Vermijd

het contact met de huid en de ogen.Het opladen van de accu moet wor-den uitgevoerd in een goed geventi-leerde ruimte, ver verwijderd vanopen vuur en vonkvormende appa-raten: brand- en ontploffingsgevaar.

ATTENTIE

Probeer een bevroren accuniet op te laden: eerst moet

de accu ontdooid worden, andersloopt u het risico dat de accu ont-ploft. Als de accu bevroren isgeweest, moet door deskundig per-soneel worden gecontroleerd of decellen niet beschadigd zijn en of debak geen scheuren vertoont, waar-door de giftige en corrosieve vloei-stof kan weglekken.

ATTENTIE❒ schakel de acculader in;

❒ aan het einde van het opladen: schakeleerst de acculader uit en koppel dande accu los;

❒ sluit de klem weer aan op de minpoolvan de accu.

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 131

132

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

TECH

NISC

HEGE

GEVE

NSAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

ONO

OD-

GEVA

LLEN

OPKRIKKEN VAN DEAUTO

Als de auto opgekrikt moet worden,moet u zich tot de Fiat-dealer wenden.Deze beschikt over een garagekrik ofhefbrug.

SLEPEN VAN DE AUTO

Bij de auto is een sleepoog geleverd. Hetsleepoog bevindt zich in de gereedschap-houder onder de bekleding in de bagage-ruimte.

SLEEPOOG BEVESTIGEN fig. 42-43

Ga als volgt te werk:

❒ verwijder de dop A;

❒ neem het sleepoog B uit de zitting inde gereedschaphouder;

❒ draai het sleepoog geheel op deschroefdraadpen voor of achter.

fig. 42

A BF0S0107m

Draai voor het slepen desleutel in stand MAR en

vervolgens in STOP zonder de con-tactsleutel uit het slot te verwijde-ren. Als de contactsleutel uit hetcontactslot wordt genomen, scha-kelt automatisch het stuurslot inwaardoor het onmogelijk wordt deauto te besturen.

ATTENTIE

Houd er rekening mee datde rembekrachtiging en de

elektrische stuurbekrachtiging nietwerken zolang de motor niet is aan-geslagen, waardoor meer krachtnodig is voor de bediening van hetrempedaal en het stuur. Gebruikvoor het slepen geen elastischekabels en rijd zo gelijkmatig moge-lijk. Controleer tijdens het slepen ofde sleepkabel geen carrosseriedelenkan beschadigen. Houdt u bij hetslepen van een auto aan de wettelij-ke voorschriften. Dit geldt zowelvoor het slepen zelf als voor hetgedrag naar andere weggebruikers.

Start de motor niet als de autowordt gesleept.

ATTENTIE

fig. 43 F0S0108m

105-132 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:18 Pagina 132

133

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUD ......................... 134

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMA ..... 135

PERIODIEKE CONTROLES............................................... 137

ZWAAR GEBRUIK VAN DE AUTO............................... 137

NIVEAUS CONTROLEREN ............................................. 138

LUCHTFILTER ..................................................................... 143

POLLENFILTER .................................................................... 143

ACCU ..................................................................................... 143

WIELEN EN BANDEN ...................................................... 145

RUBBER SLANGEN ............................................................ 146

RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER ..................... 147

CARROSSERIE ..................................................................... 148

INTERIEUR ............................................................................ 150

OOOONNNNDDDDEEEERRRRHHHHOOOOUUUUDDDD EEEENNNN ZZZZOOOORRRRGGGG

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 133

134

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

BELANGRIJK De servicebeurten van hetGeprogrammeerd Onderhoud zijn doorde fabrikant voorgeschreven. Het nietuitvoeren van deze servicebeurten kanhet vervallen van de garantie tot gevolghebben.

De werkzaamheden van hetGeprogrammeerd Onderhoud kunnendoor alle Fiat-dealers tegen vaste tarief-tijden worden uitgevoerd.

Eventuele reparaties die nodig blijken tij-dens het uitvoeren van de diverseinspecties en controles van het gepro-grammeerd onderhoud, worden uitslui-tend na toestemming van de klant uitge-voerd.

BELANGRIJK Het is raadzaam eventuelekleine defecten onmiddellijk door deFiat-dealer te laten verhelpen en daar-mee niet te wachten tot de volgendeservicebeurt.

Als de auto vaak wordt gebruikt voorhet trekken van aanhangers, moeten erkortere intervallen worden aangehou-den voor de werkzaamheden van hetgeprogrammeerd onderhoud.

GEPROGRAMMEERDONDERHOUD

Doelmatig onderhoud is een beslissendefactor voor een lange levensduur, debeste prestaties en een zo zuinig moge-lijk gebruik van de auto.

Om dit te realiseren heeft Fiat een reekscontrole- en onderhoudsbeurtensamengesteld die iedere 30.000 kmmoeten worden uitgevoerd.

Onthoud echter dat het geprogram-meerd onderhoud niet volledig toerei-kend is om de auto in optimale staat tehouden: zowel in de beginperiode voorde servicebeurt bij 30.000 kilometer alsdaarna, tussen twee servicebeurten in,moet regelmatig wat aandacht aan deauto worden geschonken. Controleerbijvoorbeeld regelmatig de bandenspan-ning en de vloeistofniveaus en vul dezelaatste zo nodig bij.

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 134

30 60 90 120 150 180

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ●

● ●

● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ●

● ● ●

● ● ● ● ● ●

135

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

GEPROGRAMMEERD ONDERHOUDSSCHEMADe onderhoudsbeurten moeten iedere 30.000 km worden uitgevoerd

x 1000 km

Banden op conditie en slijtage controleren en bandenspanning eventueel herstellen

Werking verlichting (koplamp- en achterlichtunits, richtingaanwijzers, waarschuwingsknipperlichten, bagageruimte, interieur, waarschuwings-/controlelampjes enz.) controleren

Werking ruitenwissers/-sproeiers voor/achter controleren en sproeiermonden afstellen

Stand wisserbladen voor/achter controleren en wisserbladen op slijtage controleren

Remblokken voor (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren

Remschoenen achter (trommelremmen) op conditie en slijtage controleren

Visueel de conditie controleren van: buitenzijde carrosserie, bodemplaat-bescherming, uitlaat, brandstof- en remleidingen, rubber delen (stofkappen, hoezen enz.), en rubber slangen van het rem- en brandstofsysteem

Vergrendelmechanismen van de motorkap en achterklep op vervuiling controleren en mechanismen smeren

Spanning van diverse aandrijfriemen voor hulporganen controleren en eventueel afstellen (behalve uitvoeringen met automatische riemspanners)

Conditie van diverse aandrijfriemen voor hulporganen visueel controleren

Aandrijfriemen voor hulporganen vervangen

Klepspeling controleren/afstellen (benzine-uitvoeringen 1.2 8V)

Handrem controleren/afstellen

Benzinedamp-opvangsysteem controleren (benzine-uitvoeringen)

Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren

Remblokken achter (schijfremmen) op conditie en slijtage controleren (1.4-uitv.)

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 135

136

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

30 60 90 120 150 180

● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ● ● ● ●

● ● ●

Als de auto overwegend in stadsverkeer gebruikt wordt en in elk geval als de auto jaarlijks minder dan 10.000 kmrijdt, dan moet de motorolie en het oliefilter iedere 12 maanden worden vervangen.

x 1000 km

Luchtfilterelement vervangen (iedere 30.000 km bij 1.3 Multijet-uitvoering)

Vloeistofniveaus bijvullen (motorkoelsysteem, remsysteem, ruitenwissers, accu enz.)

Getande distributieriem controleren (behalve 1.3 Multijet-uitvoering)

Getande distributieriem vervangen (*)(behalve 1.3 Multijet-uitvoering)

Bougies vervangen (benzine-uitvoeringen)

Inspuiting/ontsteking controleren (m.b.v. diagnosestekker)

Oliepeil in versnellingsbak controleren

Motorolie en oliefilter vervangen (benzine-uitvoeringen)

Motorolie en oliefilter vervangen (Multijet-uitvoering met DPF) (**)

Remvloeistof vervangen (of elke 2 jaar)

Pollenfilter vervangen (of in ieder geval elk jaar)

Uitlaatgasemissie controleren (benzine-uitvoeringen)

Uitlaatgasemissie/roetuitstoot controleren (1.3 Multijet-uitvoering)

Brandstoffilterelement vervangen (Green filter) (1.3 Multijet-uitvoering)

(*) Of iedere 4 jaar bij zware gebruiksomstandigheden (koud klimaat, in stadsverkeer met langdurig stationair draaiende motor)Of iedere 5 jaar, onafhankelijk van het aantal afgelegde kilometers

(**) De motorolie en het oliefilter moeten worden vervangen bij een brandend waarschuwingslampje op het instrumentenpa-neel (zie het hoofdstuk “Lampjes en berichten”) of in ieder geval om de 2 jaar.

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 136

137

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

ZWAAR GEBRUIK VANDE AUTO

Als de auto overwegend onder zwarebedrijfsomstandigheden rijdt, zoals:

❒ trekken van aanhangers of caravans;

❒ rijden op stoffige wegen;

❒ veel korte ritten (minder dan 7-8km) en bij buitentemperaturenonder nul;

❒ veel langdurig stationair draaiendemotor of lange ritten bij lage snelhe-den (bijv. bij huis-aan-huis bezorging)of als de auto lang stilstaat;

❒ in de stad;

is het noodzakelijk de volgende contro-les vaker uit te voeren, dan in hetOnderhoudsschema staat aangegeven:

❒ remblokken voor (schijfremmen) opconditie en slijtage controleren;

❒ vergrendelmechanismen van demotorkap en achterklep op vervui-ling controleren en mechanismensmeren;

❒ visueel de conditie controleren van:motor, versnellingsbak, aandrijfassen,uitlaat, brandstof- en remleidingen,rubber delen (stofkappen, hoezenenz.) en rubber slangen van rem- enbrandstofsysteem;

❒ acculading en niveau van het elektro-lyt in de accu controleren (zie deparagraaf “Accu - Acculading enelektrolytniveau controleren” in dithoofdstuk);

❒ conditie van diverse aandrijfriemenvoor hulporganen visueel controle-ren;

❒ pollenfilter controleren en eventueelvervangen; dit is vooral raadzaam alseen beperking in de capaciteit van deventilatie wordt geconstateerd;

❒ luchtfilter controleren en eventueelvervangen.

PERIODIEKE CONTROLES

Iedere 1.000 km of voor een lange reiscontroleren en eventueel bijvullen:

❒ niveau van de motorkoelvloeistof;

❒ niveau van de remvloeistof;

❒ niveau van de ruitensproeier-vloeistof;

❒ conditie en spanning van de banden;

❒ werking verlichting (koplamp-/achterlichtunits, richtingaanwijzers,waarschuwingsknipperlichten enz.);

❒ werking ruitenwissers/-sproeiersvoor/achter en stand/slijtage wisser-bladen voor/achter.

Iedere 1.000 km controleren en eventu-eel bijvullen: motoroliepeil.

Gebruik bij voorkeur producten van FL Selenia omdat die speciaal zijn afge-stemd op de Fiat-modellen (zie de“Vullingstabel” in het hoofdstuk“Technische gegevens”).

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 137

138

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

NIVEAUS CONTROLEREN

A. Olievulopening

B. Oliepeilstok

C. Motorkoelvloeistof

D. Ruitensproeiervloeistof

E. Remvloeistof

F. Accu

fig. 1 - 1.2-uitvoeringenRook nooit tijdens werk-zaamheden in de motor-

ruimte: er kunnen licht ontvlambaregassen aanwezig zijn; brandgevaar.

ATTENTIE

Belangrijk; tijdens het bijvul-len mogen de vloeistoffenmet verschillende specifica-ties niet gemengd worden:

als de specificaties van de vloeistof-fen verschillen, kan de auto ernstigbeschadigd worden.

F0S0070m

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 138

139

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

A. Olievulopening

B. Oliepeilstok

C. Motorkoelvloeistof

D. Ruitensproeiervloeistof

E. Remvloeistof

F. Accu

fig. 2- uitvoeringen 1.4 F0S0071m

fig. 3 - uitvoeringen Multijet F0S0072m

A. Olievulopening

B. Oliepeilstok

C. Motorkoelvloeistof

D. Ruitensproeiervloeistof

E. Remvloeistof

F. Accu

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 139

140

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

Motorolieverbruik

Als richtlijn geldt een maximaal motor-olieverbruik van ongeveer 400 gram per1000 km.

De motor van een nieuwe auto moetnog worden ingereden. Dit betekent dathet motorolieverbruik pas na de eerste5.000 ÷ 6.000 km stabiliseert.

BELANGRIJK Het motorolieverbruikhangt af van de rijstijl en de gebruiksom-standigheden van de auto.

BELANGRIJK Na het bijvullen of hetverversen van de olie, moet u de motorenige seconden laten draaien, vervolgensde motor uitzetten en na enige minutenhet oliepeil controleren.

MOTOROLIE fig. 1-2-3

Controleer het oliepeil als de auto opeen vlakke ondergrond staat en enigeminuten (circa 5) na het uitzetten van demotor.

Het oliepeil moet altijd tussen het MIN-en MAX-merkteken op de oliepeilstok Bstaan.

Het verschil tussen het MIN- en MAX-merkteken komt overeen met ongeveer1 liter.

Als het olieniveau dicht bij of onder hetMIN-merkteken staat, moet via de olie-vulopening A motorolie tot aan hetMAX-merkteken worden bijgevuld.

Het olieniveau mag nooit het MAX-merkteken overschrijden.

Wees bij het uitvoeren vanwerkzaamheden in de

motorruimte extra voorzichtig alsde motor nog warm is: gevaar voorverbranding. Onthoud dat bij eenwarme motor de elektroventilateuronverwacht kan inschakelen: kansop verwonding. Pas op als u sjaals,dassen of loszittende kledingstukkendraagt: deze kunnen door de bewe-gende onderdelen worden gegrepen.

ATTENTIE

Vul nooit olie bij met anderespecificaties dan de oliewaarmee de motor is gevuld.

Afgewerkte motorolie en hetvervangen motoroliefilterbevatten stoffen die schade-lijk zijn voor het milieu. Het

is raadzaam om het verversen van deolie en het vervangen van het oliefil-ter door de Fiat-dealer te laten uit-voeren. De dealer beschikt over deuitrusting voor het op milieuvriende-lijke wijze en conform de wettelijkebepalingen verwerken van afgewerk-te olie en oliefilters.

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 140

141

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

RUITENSPROEIERVLOEISTOFfig. 1-2-3

Verwijder voor het bijvullen de dop Dm.b.v. het lipje.

Gebruik een mengsel van water enTUTELA PROFESSIONAL SC35 in devolgende mengverhouding:

30% TUTELA PROFESSIONAL SC35 en70% water in de zomer.

50% TUTELA PROFESSIONAL SC35 en50% water in de winter.

Bij temperaturen onder –20°C, TUTELAPROFESSIONAL SC 35 onverdundgebruiken.

Controleer visueel het niveau van devloeistof in het reservoir.

Sluit de dop D door op het midden vande dop te drukken.

KOELVLOEISTOF fig. 1-2-3

Het niveau van de koelvloeistof moetgecontroleerd worden bij een koudemotor en moet tussen het MIN- enMAX-merkteken op het expansiereser-voir staan.

Een te laag niveau bijvullen door eenmengsel van gedemineraliseerd water en50% PARAFLU UP van FL Selenia lang-zaam via vulopening C van het expansie-reservoir te gieten, totdat het niveaudicht bij het MAX-merkteken staat.

Een mengsel van PARAFLU UP en gede-mineraliseerd water in een mengverhou-ding van 50% beveiligt tot een tempera-tuur van –35°C.

Onder extreem koude klimatologischeomstandigheden raden wij een mengselaan van 60% PARAFLU UP en 40% gede-mineraliseerd water.

Het motorkoelsysteemgebruikt PARAFLU UP-koel-vloeistof. Gebruik voor heteventueel bijvullen vloeistof

met dezelfde specificaties als waar-mee het motorkoelsysteem is gevuld.PARAFLU UP-koelvloeistof kan nietworden gemengd met welke anderekoelvloeistof dan ook. Als dit tochgebeurt, mag de motor absoluut nietworden gestart en moet u zich tot deFiat-dealer wenden.

Het koelsysteem staatonder druk. Vervang de dop

zo nodig alleen door een exemplaarvan hetzelfde type, anders kan dewerking van het systeem in gevaarworden gebracht. Draai bij eenwarme motor de dop van hetexpansiereservoir nooit los: gevaarvoor verbranding.

ATTENTIE

Rijd niet met een leeg rui-tensproeierreservoir: de rui-

tensproeiers zijn van fundamenteelbelang voor een optimaal zicht.

Enkele in de handel verkrijgbare rui-tensproeiervloeistoffen zijn lichtontvlambaar. In de motorruimtebevinden zich warme onderdelendie bij contact de vloeistof kunnendoen ontbranden.

ATTENTIE

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 141

142

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

REMVLOEISTOF fig. 1-2-3

Draai de dop E los: controleer of hetremvloeistofniveau nog op het maximumniveau staat.

Het niveau mag nooit het MAX-merk-teken overschrijden.

Als vloeistof moet worden bijgevuld, danraden wij u aan de remvloeistof tegebruiken die staat vermeld in de tabel“Vloeistoffen en smeermiddelen” (ziehet hoofdstuk “Technische gegevens”).

OPMERKING Maak de dop van hetreservoir E en het omringende opper-vlak zorgvuldig schoon.

Wees bij het openen van de dop bijzon-der voorzichtig zodat er geen vuil in hetreservoir komt.

Gebruik voor het bijvullen altijd eentrechter met een ingebouwde filterzeefvan maximaal 0,12 mm.

BELANGRIJK De remvloeistof is hygro-scopisch (trekt water aan). Daarom ver-dient het aanbeveling, als de auto over-wegend wordt gebruikt in gebieden meteen hoge luchtvochtigheid, de vloeistofvaker te vervangen dan in het“Onderhoudsschema” staat aangegeven.

Voorkom contact tussen dezeer corrosieve vloeistof ende lak. Als remvloeistofwordt gemorst, moet de lak

onmiddellijk met water worden afge-spoeld.

De remvloeistof is giftig enzeer corrosief. Als per onge-

luk remvloeistof wordt gemorst, moe-ten de betreffende delen onmiddellijkworden gewassen met water en neu-trale zeep en daarna met veel waterworden afgespoeld. Bij inslikken dientonmiddellijk een arts te worden ge-raadpleegd.

ATTENTIE

Het symbool π op het re-servoir geeft aan dat synthe-

tische remvloeistof en geen mineralevloeistof moet worden gebruikt. Hetgebruik van minerale vloeistoffenmoet absoluut worden vermeden,omdat de rubbers in het remsysteemdoor deze vloeistoffen worden be-schadigd.

ATTENTIE

De remvloeistof is giftig enzeer corrosief. Als per onge-

luk remvloeistof wordt gemorst,moeten de betreffende delenonmiddellijk worden gewassen metwater en neutrale zeep en daarnamet veel water worden afgespoeld.Bij inslikken dient onmiddellijk eenarts te worden geraadpleegd.

ATTENTIE

Het symbool π op hetreservoir geeft aan dat

synthetische remvloeistof en geenminerale vloeistof moet wordengebruikt. Het gebruik van mineralevloeistoffen moet absoluut wordenvermeden, omdat de rubbers in hetremsysteem door deze vloeistoffenworden beschadigd.

ATTENTIE

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 142

143

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

Water in het brandstof-systeem kan het inspuit-systeem ernstig beschadigenen de motor kan onregel-

matig gaan draaien. Als het lampje cgaat branden, wendt u dan zo snelmogelijk tot de Fiat-dealer om hetsysteem te laten aftappen. Als hetlampje direct na het tanken gaatbranden, bestaat de mogelijkheid dater tijdens het tanken water in debrandstoftank is gekomen: zet in datgeval onmiddellijk de motor uit enwendt u tot de Fiat-dealer.

LUCHTFILTER/POLLENFILTER

Laat het luchtfilter of het pollenfilter ver-vangen door de Fiat-dealer.

DIESELFILTER

CONDENS AFTAPPEN (Multijet-uitvoeringen)

ACCU

De accu van de auto is “onderhouds-arm”: onder normale omstandighedenhoeft het elektrolyt niet bijgevuld teworden met gedestilleerd water.

ACCULADING EN ELEKTRO-LYTNIVEAU CONTROLEREN

De controlewerkzaamheden mogen uit-sluitend door gekwalificeerd personeelworden uitgevoerd bij de kilometerstan-den en op de wijze die beschreven staanin dit instructieboekje. Het eventueel bij-vullen mag uitsluitend worden uitge-voerd door gespecialiseerd personeelvan de Fiat-dealer.

De vloeistof in de accu isgiftig en corrosief. Voorkom

contact met de huid en de ogen.Houd open vuur en vonkvormendeapparaten verwijderd van de accu:brand- en ontploffingsgevaar.

ATTENTIE

Als de accu werkt met eenzeer laag vloeistofniveau,

ontstaat onherstelbare schade aande accu en kan de accu openbar-sten.

ATTENTIE

ACCU VERVANGEN

Als de accu vervangen wordt, moet eenoriginele accu met dezelfde specificatiesworden geïnstalleerd.

Als de accu vervangen wordt door eenaccu met andere specificaties, vervallende onderhoudsintervallen die in het“Onderhoudsschema” staan aangegeven.

Voor het onderhoud van de nieuwe accudient u zich strikt te houden aan de aan-wijzingen van de fabrikant van de accu.

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 143

144

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

BELANGRIJK Een accu die gedurendelangere tijd minder dan 50% geladen is,raakt door sulfatering beschadigd.Hierdoor loopt de capaciteit en hetstartvermogen terug.

Ook is de accu dan gevoeliger voorbevriezing (reeds bij temperaturen vancirca –10°C). Als u de auto langere tijdniet gebruikt, zie dan “Auto langere tijdstallen” in het hoofdstuk “Starten en rij-den”.

Als u na aanschaf van uw auto accessoi-res wilt monteren die constante voedingnodig hebben (diefstalalarm enz.), ofaccessoires die de elektrische installatiezwaar belasten, raden wij u aan contactop te nemen met de Fiat-dealer. Dezekan u de meest geschikte installaties uithet Fiat Lineacccessori-programma aan-raden en controleren of de elektrischeinstallatie van de auto geschikt is voorhet extra stroomverbruik of dat hetnoodzakelijk is een accu met een grote-re capaciteit te monteren.

Enkele van deze stroomverbruikers blij-ven continu stroom verbruiken ook bijeen uitgezette motor, waardoor de accugeleidelijk ontlaadt.

PRAKTISCHE TIPS OM DELEVENSDUUR VAN DE ACCUTE VERLENGEN

Om het snel ontladen van de accu tevoorkomen en de levensduur te verlen-gen, dient u de volgende aanwijzingennauwkeurig op te volgen:

❒ wanneer u de auto parkeert, contro-leer dan of de portieren, de motorkapen de achterklep goed gesloten zijn.Hiermee wordt voorkomen dat deinterieurverlichting blijft branden;

❒ schakel de interieurverlichting uit: deauto is in ieder geval uitgerust met eensysteem voor automatische uitscha-keling van de interieurverlichting;

❒ voorkom zoveel mogelijk het gebruikvan stroomverbruikers als de motoruitstaat (autoradio, waarschuwings-knipperlichten enz.);

❒ maak voordat werkzaamheden aan deelektrische installatie van de autoworden uitgevoerd, eerst de klem vande minpool van de accu los;

❒ de klemmen moeten altijd goed zijnbevestigd.

Onoordeelkundige montagevan elektrische en elektroni-sche apparatuur kan ernsti-ge schade toebrengen aan

de auto. Als u na aanschaf van uwauto accessoires wilt monteren dieconstante voeding nodig hebben(diefstalalarm, mobiele telefoonenz.), raden wij u aan contact op tenemen met de Fiat-dealer. Deze kanu de meest geschikte installaties aan-raden en controleren of het noodza-kelijk is een accu met een groterecapaciteit te monteren.

Accu’s bevatten zeer schade-lijke stoffen voor het milieu.Het verdient aanbevelingeen defecte accu door de

Fiat-dealer te laten vervangen, omdatdeze beschikt over de uitrusting voorhet op milieuvriendelijke wijze enconform de wettelijke bepalingen,verwerken van defecte accu’s.

Als u de auto langere tijdstalt in extreem koude

omstandigheden moet, om bevrie-zing te voorkomen, de accu wordenverwijderd en op een verwarmdeplaats worden bewaard.

ATTENTIE

Bij werkzaamheden aan deaccu of in de buurt van de

accu, moet u uw ogen altijdbeschermen met een speciale bril.

ATTENTIE

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 144

145

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

WIELEN EN BANDEN

De spanning van de banden, inclusief hetnoodreservewiel, moet regelmatig, omde twee weken en voor een lange rit,worden gecontroleerd: de bandenspan-ning moet bij koude banden wordengecontroleerd.

Tijdens het rijden neemt de bandenspan-ning toe; zie voor de juiste waarde vande bandenspanning de paragraaf“Wielen” in het hoofdstuk “Technischegegevens”.

fig. 4 F0S0094m

BELANGRIJKE AANWIJZINGEN

❒ Voorkom bruusk remmen, met spin-nende wielen optrekken, harde con-tacten tussen banden en stoepranden,kuilen en andere obstakels. Het lang-durig rijden op een slecht wegdek kande banden beschadigen;

❒ controleer de banden regelmatig opscheuren in de wangen en bulten ofslijtplekken op het loopvlak. Als udeze gebreken constateert, wendt udan tot de Fiat-dealer;

❒ rijd nooit met een te zwaar beladenauto: hierdoor kunnen de banden ende velgen ernstig beschadigd worden;

❒ stop zo snel mogelijk bij een lekkeband en verwissel het wiel ombeschadiging van de band, de velg, dewielophanging en de stuurinrichting tevoorkomen;

Een onjuiste bandenspanning veroor-zaakt een onregelmatige slijtage van debanden fig. 4:

A juiste spanning: gelijkmatige slijtagevan het loopvlak.

B te lage spanning: te grote slijtage aande zijkanten van het loopvlak.

C te hoge spanning: te grote slijtage inhet midden van het loopvlak.

Banden moeten worden vervangen alsde profieldiepte van het loopvlak minderis dan 1,6 mm. Houdt u echter altijd aande bepalingen van het land waarin u rijdt.

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 145

146

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

RUBBER SLANGEN

Houd voor de rubber slangen van hetrem- en brandstofsysteem zeer nauw-keurig de voorschriften van het“Onderhoudsschema” in dit hoofdstukaan.

Ozon, hoge temperaturen en het gedu-rende langere tijd ontbreken van vloei-stof in een systeem zorgen ervoor datde slangen uitdrogen en scheuren, waar-door het betreffende systeem kan gaanlekken. Daarom is zorgvuldige controlenoodzakelijk.

❒ banden verouderen, ook als zij weinigof nooit gebruikt zijn. Scheurtjes inhet loopvlak en op de wangen gevenaan dat de band verouderd is. Bandendie langer dan zes jaar onder een autogemonteerd zijn, moeten dan ookdoor een specialist worden gecontro-leerd. Dit geldt in het bijzonder voorhet noodreservewiel;

❒ monteer nooit gebruikte banden ofbanden, waarvan de herkomst onbe-kend is;

❒ bij de montage van een nieuwe bandmoet ook het ventiel vernieuwd wor-den;

❒ om een gelijke slijtage van de bandenop de vooras en de achteras te ver-krijgen, is het raadzaam de banden omde 10.000 / 15.000 km van as te ver-wisselen. Hierbij moeten de bandenaan dezelfde zijde van de auto gemon-teerd blijven, zodat een omkering vande draairichting wordt voorkomen.

Bedenk dat ook de weglig-ging afhankelijk is van een

juiste bandenspanning.

ATTENTIE

Door een te lage banden-spanning wordt de band te

heet, waardoor er onherstelbareinwendige schade aan de band kanontstaan.

ATTENTIE

Verwissel de banden nietkruiselings, waarbij de ban-

den van de rechterzijde aan de lin-kerzijde en omgekeerd wordengemonteerd.

ATTENTIE

Voer bij lichtmetalen velgengeen spuitwerkzaamheden

uit die een temperatuur vereisenboven 150°C. De mechanischeeigenschappen van de wielen kun-nen hierdoor in gevaar wordengebracht.

ATTENTIE

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 146

147

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

RUITENWISSERS/ACHTERRUITWISSER

WISSERBLADEN

Maak de wisserbladen regelmatig schoonmet een schoonmaakmiddel; wij radenTUTELA PROFESSIONAL SC 35 aan.

Vervang de wisserbladen als het rubbervervormd of versleten is. Het verdientaanbeveling ten minste één maal per jaarde wisserbladen te vervangen.

Met enkele simpele voorzorgsmaatregelenis het mogelijk beschadigingen van het rub-ber te voorkomen:

❒ wanneer de temperatuur onder 0°C isgedaald, moet gecontroleerd wordenof er geen ijs tussen wisserblad en ruitzit. Maak de wissers zo nodig vrij meteen anti-vriesmiddel;

❒ verwijder eventueel opgehooptesneeuw van de ruit: om de wisserbladente beschermen en oververhitting van deruitenwissermotor te voorkomen;

❒ schakel de ruitenwissers/achter-ruitwisser niet op een droge ruit in.

Wisserbladen voor vervangen fig. 5

Ga als volgt te werk:

❒ til de wisserarm B van de voorruit enplaats het wisserblad onder een hoekvan 90° ten opzichte van de arm;

❒ druk op de knop A en verwijder hetwisserblad C uit de arm B;

❒ monteer het nieuwe wisserblad encontroleer of het geborgd is.

fig. 5 F0S0137m

Rijden met versleten ruiten-wisserbladen is gevaarlijk,

omdat hierdoor het zicht onderslechte atmosferische omstandighe-den aanzienlijk wordt beperkt.

ATTENTIE

Wisserblad achter vervangen fig. 6

Ga als volgt te werk:

❒ kantel het dopje A omhoog, draai demoer B los, waarmee de wisserarmaan de as is bevestigd, en neem dearm van de as;

❒ plaats de nieuwe wisserarm in de juis-te stand en draai de moer zorgvuldigvast;

❒ kantel het dopje naar beneden.

fig. 6 F0S0109m

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 147

148

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

CARROSSERIE

BESCHERMING TEGEN ATMOSFERISCHE INVLOEDEN

De belangrijkste oorzaken van roest zijn:

❒ luchtverontreiniging;

❒ zoutgehalte in de lucht en luchtvoch-tigheid (gebieden aan zee, warm envochtig klimaat);

❒ omgevings-/seizoensinvloeden.

Ook de invloed van schurende elemen-ten, zoals stoffige omgeving, opwaaiendzand, modder en steenslag op de lak ende onderzijde moet niet worden onder-schat.

Fiat heeft voor uw auto de beste tech-nologische oplossingen toegepast om decarrosserie efficiënt tegen roest tebeschermen.

De belangrijkste zijn:

❒ de toepassing van aangepaste spuit-technieken en lakproducten die deauto de benodigde weerstand tegenroest en schurende elementen verle-nen;

❒ het gebruik van verzinkte (of voorbe-handelde) plaatdelen met een hogecorrosiebestendigheid;

❒ het aanbrengen van een gespotenbeschermende waslaag op de onder-

RUITENSPROEIERS

Voorruit (ruitensproeiers) fig. 7

Als de ruitensproeiers niet werken, con-troleer dan eerst het niveau in het rui-tensproeiertankje (zie de paragraaf“Niveaus controleren” in dit hoofdstuk).

Controleer vervolgens of de ruiten-sproeiermonden niet verstopt zijn. Dezekunnen zonodig met een speld wordendoorgeprikt.

De stralen van de ruitensproeiers kunt urichten door de sproeiermonden af testellen.

De stralen moeten op ongeveer 1/3 vande bovenkant van de ruit wordengericht.

BELANGRIJK Zorg bij de uitvoeringenmet opendak dat het dak gesloten is,voordat u de ruitensproeiers voorinschakelt.

Achterruit (achterruitsproeier) fig. 8

De sproeiermonden van de achterruit-sproeier kunnen niet worden afgesteld.

De sproeier is ingebouwd boven de ach-terruit.

fig. 7 F0S0110m fig. 8 F0S0111m

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 148

149

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

zijde, in de wielkuipen, in de motor-ruimte en verschillende holle ruimtes,met een hoog beschermend vermo-gen;

❒ het aanbrengen van een beschermen-de kunststof laag op kwetsbare delen:onderzijde van de portieren, binnen-zijde van de spatborden, naden, ran-den enz.;

❒ toepassing van “open” holle ruimtesom condensvorming te voorkomenen binnendringend water af te voeren,waardoor roest van binnenuit wordtvoorkomen.

CARROSSERIEGARANTIE

Bij de auto is de carrosserie tegen door-roesten van alle originele componentenvan de carrosserie en van alle dragendedelen gegarandeerd.

Voor de specifieke voorwaarden vandeze garantie wordt verwezen naar de“Service- en garantiehandleiding”.

TIPS VOOR HET BEHOUD VANDE CARROSSERIE

Lak

De lak heeft behalve een esthetischefunctie ook een beschermende functie.

Daarom moeten beschadigingen van delaklaag, zoals krassen, onmiddellijk wor-den bijgewerkt om roestvorming te voor-komen. Het bijwerken dient met de origi-

nele lak te worden uitgevoerd (zie“Plaatje met informatie over de carrosse-rielak” in het hoofdstuk “Technischegegevens”).

Het normale onderhoud van de autobeperkt zich tot wassen, waarbij de fre-quentie afhankelijk is van het gebruik vande auto en van de omgeving. Het is raad-zaam de auto vaker te wassen bij sterkeluchtverontreiniging of bij het rijden overwegen met strooizout.

De juiste wasmethode:

❒ verwijder de antenne van het dak alsu de auto in een wastunnel wast, omte voorkomen dat deze beschadigt;

❒ spoel de auto eerst met een water-straal onder lage druk af;

❒ was de auto met een zachte sponsmet een oplossing van neutrale zeep;spoel daarbij de spons regelmatig uit;

❒ spoel de auto af met schoon water endroog de auto met warme lucht ofeen schone, zachte zeem.

De minder zichtbare delen zoals de ran-den van de portieren, de achterklep, demotorkap en de koplampranden moetentijdens het drogen niet vergeten wor-den, omdat daar water kan blijven staan.Het verdient aanbeveling de auto na hetwassen niet onmiddellijk binnen te zet-ten, maar de auto nog even buiten telaten staan, zodat waterresten buitenkunnen verdampen.

Was de auto nooit in de zon of als demotorkap nog warm is: de glans van delak kan afnemen.

De kunststof carrosseriedelen kunnenop dezelfde wijze worden gewassen alsde gespoten carrosseriedelen.

Parkeer de auto niet onder bomen, aan-gezien harsdruppels bij langere inwer-king de lak kunnen beschadigen, waar-door de kans op roestvorming wordtvergroot.

BELANGRIJK Vogeluitwerpselen dienenzo snel en zo goed mogelijk van de lakverwijderd te worden, omdat door deagressieve bestanddelen de lak kanbeschadigen.

Schoonmaakmiddelen ver-ontreinigen het water.Daarom moet de auto bijvoorkeur worden gewassen

op een plaats waar het afvalwaterdirect wordt opgevangen en gezuiverd.

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 149

150

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

ONDE

RHOU

D EN

ZORG

STOELEN EN STOFFEN BEKLEDING

Verwijder stof met een zachte borstel ofeen stofzuiger. Voor een nog betere rei-niging van de stoffen bekleding raden wiju aan de borstel vochtig te maken.

Reinig de zittingen met een vochtigespons en een oplossing van water enneutrale zeep.

KUNSTSTOF INTERIEURDELEN

Wij raden u aan om de kunststof interi-eurdelen op de normale manier te reini-gen met een doek bevochtigd met wateren een neutrale zeep zonder schuurmid-del. Voor het verwijderen van vet- ofhardnekkige vlekken moeten specialeschoonmaakmiddelen zonder oplosmid-delen worden gebruikt, die geschikt zijnvoor het reinigen van kunststof en diehet visuele effect en de kleur van decomponenten niet wijzigen.

BELANGRIJK Gebruik nooit alcohol ofbenzine om het glas van het instrumen-tenpaneel schoon te maken.

INTERIEUR

Controleer af en toe of er onder devloerbedekking geen water is blijvenstaan (dooiwater van sneeuwresten aanschoenen, lekkende paraplu’s enz.),waardoor roestvorming op de bodemveroorzaakt zou kunnen worden.

Ruiten

Gebruik voor het schoonmaken van de ruiten een daarvoor geschikt schoonmaak-middel.

Gebruik een schone, zachte doek om kras-sen en beschadigingen te voorkomen.

BELANGRIJK Let er bij het schoonmakenvan de binnenzijde van de achterruit op datde elektrische weerstandsdraden van deachterruitverwarming niet worden bescha-digd. Veeg voorzichtig in de richting van dedraden.

Motorruimte

Het verdient aanbeveling de motorruimtena het winterseizoen zorgvuldig te latenuitspuiten. Hierbij mag de waterstraal nietdirect op de elektronische regeleenhedenen de zekeringen- en relaiskast links in demotorruimte (gezien in de rijrichting) wor-den gericht. Laat deze werkzaamhedenverzorgen door een gespecialiseerd bedrijf.

BELANGRIJK Voor het uitspuiten vande motorruimte moet de contactsleutelin stand STOP staan en de motor koudzijn. Controleer na het reinigen of deverschillende beschermingen (rubberkappen, deksels enz.) nog op hun plaatszitten en niet beschadigd zijn.

Koplampen

BELANGRIJK Gebruik voor het reinigenvan het kunststof lampenglas van de kop-lampen geen aromatische producten(bijv. benzine) of ketonen (bijv. aceton).

Gebruik nooit ontvlambareproducten zoals petroleum

of wasbenzine voor het reinigen vande interieurdelen van de auto. Deelektrostatische lading die tijdenshet reinigen door het wrijven ont-staat, kan brand veroorzaken.

ATTENTIE

Bewaar nooit spuitbussenin de auto: ontploffings-

gevaar. Spuitbussen mogen nietworden blootgesteld aan tempera-turen boven 50°C. In de zomer kande temperatuur in het interieur verboven deze waarde oplopen.

ATTENTIE

133-150 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:40 Pagina 150

151

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

IDENTIFICATIEGEGEVENS ............................................. 152

MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN 154

MOTOR ................................................................................. 155

BRANDSTOFSYSTEEM ...................................................... 156

TRANSMISSIE ....................................................................... 156

REMMEN ................................................................................ 157

WIELOPHANGING ............................................................ 157

STUURINRICHTING ......................................................... 157

WIELEN ................................................................................. 158

AFMETINGEN ...................................................................... 161

PRESTATIES .......................................................................... 162

GEWICHTEN ....................................................................... 163

VULLINGSTABEL ................................................................ 164

VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN ....................... 165

BRANDSTOFVERBRUIK ................................................... 167

CO2-EMISSIE ......................................................................... 167

AFSTANDSBEDIENING MET RADIOFREQUENTIE (Conformiteitsverklaring).................................................... 168

TTTTEEEECCCCHHHHNNNNIIIISSSSCCCCHHHHEEEE GGGGEEEEGGGGEEEEVVVVEEEENNNNSSSS

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 151

152

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

TYPEPLAATJE MET IDENTIFICATIEGEGEVENS fig. 1

Het typeplaatje is links op de bodem-plaat in de bagageruimte aangebracht enbevat de volgende informatie:

B Nummer typegoedkeuring.

C Identificatiecode van het autotype.

D Chassisnummer.

E Max. toelaatbaar totaalgewicht vande auto.

F Max. toelaatbaar totaalgewicht vande auto met aanhanger.

G Max. toelaatbare vooras belasting.

H Max. toelaatbare achteras belasting.

I Motortype.

L Code van de carrosserie uitvoering.

M Nummer voor de onderdelen.

N Correctiewaarde voor de uitlaat-rookgasmeting (alleen bij dieselmo-toren).

IDENTIFICATIEGEGEVENS

Wij raden u aan om nota te nemen vande identificatiegegevens. De identificatie-gegevens zijn op de volgende typeplaat-jes ingeslagen:

❒ Typeplaatje met identificatiegegevens.

❒ Chassisnummer.

❒ Plaatje met informatie over de car-rosserielak.

❒ Motorcode.

fig. 1 F0S0112m

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 152

153

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

CHASSISNUMMER fig. 3

Het typeplaatje is rechts op de bodem-plaat in de bagageruimte aangebracht enbevat de volgende informatie:

❒ type van de auto;

❒ oplopend productienummer.

MOTORCODE

De motorcode is in het cilinderblokingeslagen, en bestaat uit het motortypeen een oplopend productienummer.

PLAATJE MET INFORMATIEOVER DE CARROSSERIELAK fig. 2

Het plaatje is op de buitenstijl (linkerzij-de) van de achterklep aangebracht enbevat de volgende informatie:

A Fabrikant van de lak.

B Kleurbenaming.

C Kleurcode.

D Kleurcode voor bijwerken en over-spuiten.

fig. 2 F0S0113m fig. 3 F0S0114m

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 153

154

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

MOTORCODES - CARROSSERIE-UITVOERINGEN

Uitvoeringen Motorcode Code van de carrosserie-uitvoering

1.2 8V 69 pk 169A4000 312AXA1A

1.4 16V 100 pk 169A3000 312AXC1B

1.3 16V Multijet 75 pk 169A1000 312AXB1A

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 154

155

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

1.2 8V 69 pk

169A4000

Otto

4 in lijn

70,8 x 78,86

1242

11,1:1

5169

5500

10210,43000

NGK DCPR7E-N-10

Loodvrije benzine 95R.O.N.

1.4 16V 100 pk

169A3000

Otto

4 in lijn

72 x 84

1368

10,8:1

73,51006000

13113,44250

NGK DCPR7E-N-10

Loodvrije benzine 95R.O.N.

1.3 Multijet 75 pk

169A1000

Diesel

4 in lijn

69,6 x 82

1248

17,6:1

5575

4000

14514,81500

Diesel voor motorvoertuigen

(specificatie EN 590)

MOTOR

ALGEMEEN

Typecode

Cyclus

Aantal en opstelling cilinders

Boring en slag mm

Cilinderinhoud cm3

Compressieverhouding

Max. vermogen (EU) kWpk

bijbehorend toerental min-1

Max. koppel (EU) Nmkgm

bijbehorend toerental min-1

Bougies

Brandstof

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 155

156

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

BRANDSTOFSYSTEEM

1.2 8V 69 pk - 1.4 16V 100 pk 1.3 16V Multijet 75 pk

Brandstofsysteem Elektronische sequentiële, Elektronisch geregelde directe gefaseerde Multipoint inspuiting, inspuiting Multijet “Common Rail”

returnless-systeem met turbocompressor en intercooler

Modificaties of reparaties aan het brandstofsysteem die niet correct worden uitgevoerd en waarbij geen rekeningwordt gehouden met de technische specificaties van het systeem, kunnen storingen in de werking en zelfs brand ver-

oorzaken.

ATTENTIE

TRANSMISSIE

1.2 8V 69 pk - 1.4 16V 100 pk - 1.3 16V Multijet 75 pk

Versnellingsbak

Koppeling

Aandrijving

Vijf/zes gesynchroniseerde versnellingen vooruit en een versnelling achteruit

Zelfstellend met koppelingspedaal zonder vrije slag

Voor

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 156

WIELOPHANGING

1.2 8V 69 pk - 1.4 16V 100 pk - 1.3 16V Multijet 75 pk

Voor

Achter

157

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

STUURINRICHTING1.2 8V 69 pk - 1.4 16V 100 pk - 1.3 16V Multijet 75 pk

Type

Draaicirkel (tussen stoepranden) (uitvoeringen 1.2 8V en 1.3 Multijet) m

Draaicirkel (tussen stoepranden) (uitvoeringen 1.4 16V) m

onafhankelijke wielophanging, type McPherson; bestaande uit een traverse, schokdempers, schroefveren en bij de uitvoeringen met elektrische stuurbekrachtigingmet een stabilisatorstang

met via torsieas gekoppelde wielen; bestaande uit torsieas en twee buisvormige armenmet schokdempers en schroefveren.

tandheugelstuurhuis met elektrische stuurbekrachtiging (indien aanwezig)

9,2

10,6

schijfremmen (geventileerd bij 1.3 en 1.4 Multijet-uitvoeringen)

trommelremmen met zelfstellende remschoenen en een remcilinder per wiel/schijfremmen bij 1.4-uitvoering

bediend met handremhefboom, werkend op de achterwielen

REMMEN1.2 8V 69 pk - 1.4 16V 100 pk - 1.3 16V Multijet 75 pk

Voetrem:

– voor

– achter

Handrem

BELANGRIJK Water, ijs en strooizout op de wegen kunnen zich afzetten op de remschijven waardoor de gewenste rem-vertraging iets later wordt bereikt.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 157

158

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

VERKLARING VAN DE CODERING OP DE BANDEN fig. 4

Voorbeeld: 175/65 R 14 82H

175 = Nominale breedte (S, afstand inmm tussen de flanken).

65 = Hoogte/breedte-verhouding(H/S) (percentage).

R = Radiaalband.

14 = Diameter van de velg (in inch)(Ø).

82 = Beladingsindex (draagvermogen).

H = Snelheidsindex.

WIELEN

VELGEN EN BANDEN

Geperst stalen of lichtmetalen velgen.Tubeless radiaalbanden. Op de type-goedkeuring zijn bovendien alle goedge-keurde banden aangegeven.

BELANGRIJK Als de gegevens in hetinstructieboekje afwijken van die van detypegoedkeuring, dient u zich altijd aande gegevens van de typegoedkeuring tehouden.

Voor de rijveiligheid is het noodzakelijkdat alle wielen zijn voorzien van bandenvan hetzelfde merk en hetzelfde type.

BELANGRIJK In tubeless banden mogengeen binnenbanden gebruikt worden.

fig. 4 F0S0095m

NOODRESERVEWIEL

Geperst stalen velg. Tubeless band.

WIELUITLIJNING

Toespoor gemeten tussen de velgrandenvan de voorwielen: 0,5 ± 1 mm

De waarden zijn van toepassing op eenonbelaste auto in rijklare staat.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 158

159

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

VERKLARING VAN DE CODE-RING OP DE VELGEN fig. 4

Voorbeeld: 5,00 B x 14 H2

5,00 = breedte van de velg in inch 1.

B = velgbedprofiel(deel aan de zijkanten waarop deband steunt) 2.

14 = montagediameter in inch (komt overeen met die van deband die gemonteerd moet wor-den) 3 = Ø.

H2 = vorm en aantal “humps” (vorm van de velgrand die dewang van de tubeless band opzijn plaats houdt).

Beladingsindex (draagvermogen)

70 = 335 kg 81 = 462 kg

71 = 345 kg 82 = 475 kg

72 = 355 kg 83 = 487 kg

73 = 365 kg 84 = 500 kg

74 = 375 kg 85 = 515 kg

75 = 387 kg 86 = 530 kg

76 = 400 kg 87 = 545 kg

77 = 412 kg 88 = 560 kg

78 = 425 kg 89 = 580 kg

79 = 437 kg 90 = 600 kg

80 = 450 kg 91 = 615 kg

Snelheidsindex

Q = tot 160 km/h.

R = tot 170 km/h.

S = tot 180 km/h.

T = tot 190 km/h.

U = tot 200 km/h.

H = tot 210 km/h.

V = tot 240 km/h.

Maximum snelheid bij winterbanden

QM + S = max. 160 km/h.

TM + S = max. 190 km/h.

HM + S = max. 210 km/h.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 159

160

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

4J R14-ET43

4J R14-ET43

4J R14-ET43

4J R14-ET43

4J R14-ET43

4J R14-ET43

135/80 R14 84P

135/80 B14 84M

135/80 R14 84P

135/80 B14 84M

135/80 R14 84P

135/80 B14 84M

165/65 R14 79 T (*)175/65 R14 82 T

185/55 R15 82 T (▲)195/45 R16 84 T (▲)

175/65 R14 82 H185/55 R15 82 H (▲)185/55 R15 82 H (▲)195/45 R16 84 H (▲)

175/65 R14 82 T185/55 R15 82 T (▲)195/45 R16 84 T (▲)

165/65 R14 79 Q (M+S) (*) 175/65 R14 82 Q (M+S)185/55 R15 82 Q (M+S)195/45 R16 84 Q (M+S)

175/65 R14 82 Q (M+S)185/55 R15 82 Q (M+S)185/55 R15 82 Q (M+S)195/45 R16 84 Q (M+S)

175/65 R14 82 Q (M+S)185/55 R15 82 Q (M+S)195/45 R16 84 Q (M+S)

BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde.Controleer de spanning opnieuw bij koude banden.

Banden Bij gemiddelde belading Volbeladen NoodreservewielVoor Achter Voor Achter (indien aanwezig)

165/65 R14 79 T 2,0 2,0 2,2 2,2

175/65 R14 82 T 2,0 (❍)/2,2 (�) 2,0 2,2 (❍)/2,3 (�) 2,2

175/65 R14 82 H 2,2 2,0 2,3 2,2

185/55 R15 82 T 2,2 2,1 2,3 2,3 2,8

185/55 R15 82 H 2,2 2,1 2,3 2,3

195/45 R16 84 T 2,2 2,1 2,4 2,3

195/45 R16 84 H 2,2 2,1 2,4 2,3

(❍) Uitvoeringen 1.2 8V(�) Uitvoeringen 1.3 Multijet

Uitvoering Velgen Standaard- Winter- Noodreservewiel (indien aanwezig)banden banden Velgmaat Bandenmaat

1.2 8V

1.4 16V

1.3 Multijet

(*) Alleen beschikbaar voor uitvoeringen zonder elektrische stuurbekrachtiging(▲) Ongeschikt voor sneeuwkettingen(●) Lichtmetalen velg

51/2 Jx14H2-ET35(*)51/2 Jx14H2-ET356 Jx15H2-ET35 (●)61/2 Jx16H2-ET35 (●)

51/2 Jx14H2-ET356 Jx15H2-ET35 (●)6 Jx15H2-ET40 61/2 Jx16H2-ET35 (●)

51/2 Jx14H2-ET356 Jx15H2-ET35 (●)61/2 Jx16H2-ET35 (●)

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 160

161

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

AFMETINGENDe afmetingen zijn aangegeven in mm enhebben betrekking op een auto die is uit-gerust met standaard banden.

De hoogte heeft betrekking op eenonbelaste auto.

Inhoud bagageruimte

Inhoud bij onbeladen auto (VDA-norm) ............................... 185 liter

F0S0088mfig. 5

Uitvoeringen A B C D E F G I1.2 8V 69 pk 3546 703 2300 543 1488(*) 1413 1627 1407

1.4 16V 100 pk 3546 703 2300 543 1488(*) 1413/1414(▲) 1627 1408

1.3 Multijet 75 pk 3546 703 2300 543 1488(*) 1413 1627 1407

(*) Afhankelijk van de velgmaat kunnen er kleine verschillen zijn in de maten.(▲) Met bandenmaat 195/45 R16

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 161

162

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

PRESTATIESMaximale snelheid na de inrijperiode in km/h.

1.2 8V 69 pk 160

1.4 16V 100 pk 182

1.3 16V Multijet 75 pk 165

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 162

163

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

1.3 16V Multijet 75 pk

980

440

8306401420

800400

60

1.4 16V 100 pk

930

440

8306401370

800400

60

1.2 8V 69 pk

865

440

7706401305

800400

60

GEWICHTEN

Gewichten (kg)

Rijklaargewicht (met alle vloeistoffen, brandstoftank voor 90% gevuld en zonder optionals)

Nuttig laadvermogen (*) inclusief de bestuurder:

Max. toelaatbaar gewicht (**)– vooras:– achteras:– totaal:

Trekgewichten– geremd:– ongeremd:

Max. gewicht op de trekhaak(geremde aanhanger):

(*) Als er speciale accessoires zijn gemonteerd (opendak, trekhaak enz.), dan stijgt het rijklaar gewicht, waardoor het totalelaadvermogen met hetzelfde gewicht daalt.

(**) Maximum waarden die niet mogen worden overschreden. Het is de verantwoordelijkheid van de gebruiker dat de autozodanig wordt beladen dat deze limieten niet worden overschreden.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 163

164

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

1.2 8V 69 pk

355

4,85

2,5

2,8

1,65

0,55

2,5

1.4 16V 100 pk

355

4,4

2,75

2,90

1,65

0,55

2,5

1.3 16VMultijet 75 pk

35 (▲)5 (▲)

6,3

2,5 (●)

2,8 (●)

1,65

0,55

2,5

Voorgeschreven brandstof en originele smeermiddelen

Loodvrije superbenzine metoctaangetal van ten minste 95R.O.N

(▲) Diesel voor motorvoertui-gen (specificatie EN590)

Mengsel van gedestil. water en50% PARAFLU UP (❑)

SELENIA K P.E.

(●) SELENIA WR P.E.

TUTELA CAR TECHNYX

TUTELA TOP 4

Mengsel van water enTUTELA PROFESSIONALSC 35

VULLINGSTABEL

Brandstoftank: literinclusief een reserve van: liter

Motorkoelsysteem:

liter

Carter: liter

Carter en filter: liter

Versnellingsbak en differentieel:

liter

Hydraul. remcircuit:

kg

Vloeistofreservoir ruitensproeiers en achterruitsproeier: liter

(❑) Bij extreem koude klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLU UP en 40% gedemineraliseerd water.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 164

165

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

Volgensonderhouds-schema

Volgensonderhouds-schema

SELENIA K P.E.

SELENIA WR P.E.

Motorolie SAE 5W-40 op synthetische basis met kwalificatie FIAT 9.55535-S2of specificatie ACEA C3.

Motorolie SAE 5W-30 op synthetische basis met kwalificatieFIAT 9.55535-S1.

VLOEISTOFFEN EN SMEERMIDDELEN

AANBEVOLEN PRODUCTEN EN HUN SPECIFICATIES

Gebruik Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen Vloeistoffen en smeer- Vervangings-voor een correct functioneren van de auto middelen (originele) interval

Smering voor benzinemotoren

Smering voordieselmotoren (uitvoeringen 1.3 Multijet)

Gebruik voor een correcte werking van de Multijet-uitvoeringen met DPF uitsluitend het originele type smeermiddel. In geval vannood, als het originele product niet beschikbaar is, vul dan maximaal 0,5 liter bij en wendt u zo snel mogelijk tot de Fiat-dealer.Als u niet de originele SAE 5W/40-producten gebruikt, moeten de smeermiddelen minimaal voldoen aan de specificaties ACEAB4 voor de dieselmotoren; in dit geval zijn de optimale prestaties van de motor niet gegarandeerd.Het gebruik van producten die niet voldoen aan de specificaties ACEA C3 en ACEA B4 kan beschadigingen aan de motor ver-oorzaken die niet door de garantie gedekt worden.Vraag bij extreem koude klimatologische omstandigheden de Fiat-dealer om het juiste product uit de Selenia-lijn.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 165

166

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

Mechanische versnel-lingsbak en differen-tieel

Homokinetische kop-pelingen wielzijde

Homokinetische kop-peling differentieelzijde

Hydraulisch remsys. enkoppelingbediening

Motorkoelsysteem.Mengverhouding: 50%gedemineraliseerdwater en 50% PARAF-LU UP (❑)

Onverdund of metwater gebruiken

Vermengen met diesel-olie (25 cc per 10 lit.)

TUTELA CAR TECHNYX

TUTELA ALL STAR

TUTELA STAR 325

TUTELA TOP 4

PARAFLU UP (*)

TUTELA PROFESSIONALSC 35

TUTELADIESEL ART

Synthetische olie SAE 75W-85Voldoet ruimschoots aan de specificaties API GL4PLUS, FIAT 9.55550

Vet met molybdeenbisulfide, bestand tegen hoge tem-peraturen. Indringingsgetal N.L.G.I. 1-2

Synthetisch vet op basis van polyureum voor hogetemperaturen. Indringingsgetal N.L.G.I.2.

Synthetische remvloeistof FMVSS nr. 116 DOT 4,ISO 4925 SAE J1704, CUNA NC 956- 01

Roodgekleurd beschermingsmiddel met antivries opbasis van glycol-monoethyleen voor koelsysteem,corrosiewerend met organische formule gebaseerdop de O.A.T.-technologie.Voldoet ruimschoots aan de specificaties CUNA NC956-16, ASTM D 3306

Mengsel van alcoholen, water en oppervlakte-actievestoffen CUNA NC 956-II

Toevoeging voor dieselbrandstof met beschermendewerking voor dieselmotoren

Gebruik Specificaties van de vloeistoffen en smeermiddelen Vloeistof en smeer- Toepassingvoor een correct functioneren van de auto middelen (originele)

Olie en vettenvoor krachtover-brengingen

Remvloeistof

Antivries voor radiateur

Vloeistof voor ruitensproeiers/achterruitsproeier

Toevoeging voor dieselbrandstof

(*) BELANGRIJK Nooit bijvullen of mengen met vloeistoffen waarvan de specificaties afwijken van hetgeen is voorgeschreven.(❑) Bij extreem koude klimatologische klimatologische omstandigheden raden wij een mengsel aan van 60% PARAFLU UP en 40% gedemine-raliseerd water.

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 166

167

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

� een rit buiten de stad: waarbij veel-vuldig wordt geaccelereerd in alleversnellingen en waarmee een nor-maal gebruik van de auto buiten destad wordt gesimuleerd. De snelheidvarieert tussen de 0 en 120 km/h;

� gecombineerd: hierbij telt de waardevan de stadsrit mee voor 37% en dewaarde van de testrit buiten de stadvoor 63%.

BRANDSTOFVERBRUIK

Het brandstofverbruik dat in de tabellenis opgenomen, is gemeten volgens eenvastgestelde testmethode die in EU-nor-men is vastgelegd.

Het brandstofverbruik is gemeten vol-gens onderstaande procedure:

� een stadsrit: opgebouwd uit eenkoude start gevolgd door een gesimu-leerde, normale testrit in stadsver-keer;

BELANGRIJK Het soort wegdek, ver-keerssituatie, atmosferische omstandig-heden, rijstijl, algemene conditie van deauto, uitrustingsniveau, gebruik van deairconditioning, lading van de auto, impe-riaal op het dak en andere situaties diede aerodynamica kunnen beïnvloeden,leveren een ander brandstofverbruik opdan hier vermeld.

Brandstofverbruik volgens EU-normen 2004/3 (liter x 100 km)

Uitvoeringen Stadsverkeer Buitenweg Gecombineerd

1.2 8V 69 pk 6,4 4,3 5,1

1.4 16V 100 pk 8,2 5,2 6,3

1.3 16V Multijet 75 pk 5,3 3,6 4,2

CO2-EMISSIE

De CO2-emissie, vermeld in de volgende tabel, is gemeten op een gecombineerd traject.

Uitvoeringen CO2-emissie volgens EU 2004/3-normen (g/km)

1.2 8V 69 pk 119

1.4 16V 100 pk 149

1.3 16V Multijet 75 pk 110

151-168 FIAT 500 NL 24-03-2009 13:20 Pagina 167

168

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGAL

FABE

TISCH

REGI

STER

WEG

WIJS

INUW

AUT

OTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

151-168 FIAT 500 NL 23-03-2009 14:51 Pagina 168

169

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO

- frontairbag passagierszijde .............. 76- zij-airbags (sidebags-headbags) ... 77-78Airconditioning, automatisch ............ 31Airconditioning, handbediend ........... 29ASR ......................................................... 56Auto langere tijd stallen ..................... 89Autoradio .............................................. 61

Bagageruimte....................................... 46- openen................................................. 46- sluiten .................................................. 47- vergroten ............................................ 48Bagageruimteverlichting...................... 46- gloeilamp vervangen ......................... 125Banden ................................................... 160- bandenspanning ................................. 160- onderhoud.......................................... 145- standaard............................................. 160- verklaring van banden-

codering .............................................. 158- verwisselen......................................... 108- winterbanden ..................................... 160Bandenspanning.................................... 160Bedieningsorganen............................... 37Bekerhouders ....................................... 40Bescherming van het milieu............... 64

Bougies................................................... 155Brandstof ............................................... 164- brandstofmeter.................................. 11- brandstoftoevoeronderbreking...... 38- brandstofverbruik ............................. 167- tankinhoud.......................................... 164- vullingstabel ........................................ 164Brandstofbesparing.............................. 85Brandstofmeter .................................... 11Brandstofnoodschakeling

(toevoeronderbreking) .................... 38Brandstofsysteem ................................ 156Buitenverlichting .................................. 34- gloeilamp achter vervangen ............ 123

Carrosserie.......................................... 148- bescherming ....................................... 148- carrosseriecodes ............................... 153- garantie................................................ 149- onderhoud.......................................... 149Centrale portiervergrendeling .......... 43Chassisnummer.................................... 153CO2-emissie ......................................... 167Code Card ............................................ 5

Dagverlichting...................................... 34

Aansteker............................................. 39ABS ......................................................... 53Accu........................................................ 143- accu opladen ...................................... 131- acculading controleren..................... 143- nuttige tips.......................................... 144- starten met een hulpaccu................ 106- vervangen............................................ 143Achterklep............................................. 45Achterruitsproeier .............................. 36- bediening............................................. 36- vloeistofniveau ................................... 141Achterruitverwarming ............. 28-29-31Achterruitwisser .................................. 35- achterruitsproeier............................. 148- bediening............................................. 35- wisserblad ........................................... 147Achteruitrijlicht .................................... 123Afmetingen ............................................ 161Afstandsbediening met

radiofrequentie .................................. 168- batterij vervangen ............................. 7- extra afstandsbedieningen

bestellen .............................................. 7Airbag ..................................................... 75- frontairbag bestuurderszijde........... 76

AAAALLLLFFFFAAAABBBBEEEETTTTIIIISSSSCCCCHHHH RRRREEEEGGGGIIIISSSSTTTTEEEERRRR

169-176 FIAT 500 NL 24-03-2009 13:33 Pagina 169

170

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Gordelspanners.................................... 67

Grootlicht.............................................. 34- bediening............................................. 34- gloeilamp vervangen ......................... 122- grootlichtsignaal................................. 34Grootlichtsignaal.................................. 34

Handrem.............................................. 84Hill Holder (systeem) ......................... 55Hoofdsteunen....................................... 24

Identificatiegegevens........................... 152Imperiaal/skidrager .............................. 51Instrumenten ........................................ 9Instrumentenpaneel............................. 9Intelligente wis-/wasregeling.............. 35Interieur................................................. 150Interieuruitrusting................................ 39Interieurverlichting .............................. 36- bagageruimte...................................... 46- bediening............................................. 36- gloeilampen vervangen..................... 124- voor ..................................................... 36Isofix (kinderzitje)................................ 73

Kentekenplaatverlichting................... 124Kinderen veilig vervoeren.................. 69Kinderzitjes (geschiktheid

voor gebruik) ..................................... 72

Klimaatregeling..................................... 28Koelvloeistoftemperatuurmeter....... 11Koplampen ............................................ 51- aanpassen aan het buitenland ......... 52- koplampen afstellen .......................... 51- koplampverstelling ............................ 52- mistlampen voor afstellen ............... 52Koppeling............................................... 156Krik ......................................................... 109

Lak ......................................................... 149Lampjes en berichten.......................... 91Luchtfilter .............................................. 143Luchtrecirculatie......................... 28-29-31Luchtroosters ....................................... 27

Mechanische sleutel ........................... 5Mistachterlicht...................................... 37- bedieningsknop.............................. 37-38- gloeilamp vervangen ......................... 123Montagevoorbereiding voor

"Isofix"-kinderzitje............................. 73Motor ..................................................... 155- code ..................................................... 153- identificatiecode ................................ 154- specificaties......................................... 155Motor starten....................................... 82- benzinemotor starten ...................... 82- dieselmotor starten.......................... 83

- bediening............................................. 34- gloeilamp vervangen ......................... 123Dashboard............................................. 3Dashboardkastje .................................. 39Derde remlicht..................................... 124Dimlicht ................................................. 34- bediening............................................. 34- gloeilamp vervangen ......................... 122Dop van brandstoftank....................... 64Dualdrive (elektrische stuur-

bekrachtiging)..................................... 57

EBD (systeem) .................................... 54Elektrische stuurbekrachtiging

“Dualdrive”......................................... 57EOBD (systeem) .................................. 57ESP (systeem) ....................................... 54Extra accessoires ................................. 62

Fiat CODE (startblokkering) ........... 4Fix & Go

(snelle bandenreparatieset)............. 114Follow me home (systeem) ............... 35

Gebruik van de handgeschakelde versnellingsbak................................... 85

Gewichten............................................. 163Gloeilamp (vervangen van een) ........ 118- algemene aanwijzingen ..................... 118- lamptypen ........................................... 119

169-176 FIAT 500 NL 24-03-2009 13:33 Pagina 170

171

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOOpbergvak............................................. 40

Opendak ................................................ 41Opkrikken van de auto....................... 132

Parkeerlichten..................................... 34Parkeersensoren .................................. 59Parkeren ................................................ 84Pollenfilter ............................................. 143Portieren ............................................... 43Portierontgrendeling........................... 43Portiervergrendeling ........................... 43Prestaties ............................................... 162

Radiozendapparatuur en mobiele telefoons ............................................. 62

Remmen................................................. 157- specificaties......................................... 157- vloeistofniveau ................................... 142Richtingaanwijzers ............................... 34- bediening............................................. 34- gloeilamp achter vervangen ............ 123- gloeilamp op flanken vervangen ..... 122- gloeilamp voor vervangen ............... 121Rubber slangen.....................................Ruitbediening ........................................ 45Ruiten reinigen ..................................... 150Ruitensproeiers.................................... 35- bediening............................................. 35- vloeistofniveau ................................... 141

Ruitenwissers........................................ 35- bediening............................................. 35- ruitensproeiers .................................. 148- wisserbladen....................................... 147

Slepen van de auto............................. 132Sleutel met afstandsbediening ........... 5- batterij vervangen ............................. 7- extra afstandsbedieningen

bestellen .............................................. 7Sneeuwkettingen.................................. 89Snelheid (maximum)............................ 162Snelheidsmeter..................................... 11Spiegels................................................... 26- binnenspiegel...................................... 26- buitenspiegels..................................... 26- elektrisch ............................................ 26Start-/contactslot ................................. 8Startblokkering Fiat CODE ............... 4Starten en rijden .................................. 81Start en Stop......................................... 91Stoelen ................................................... 23- reinigen................................................ 150Stoelen instellen ................................... 23Stuurinrichting ...................................... 157Stuurslot ................................................ 8Stuurwielverstelling ............................. 25Symbolen ............................................... 4

- motor opwarmen na het starten... 83- motor uitzetten................................. 84- rollend starten ................................... 107- start-/contactslot............................... 8- starten met een hulpaccu................ 106Motorkap............................................... 49Motorolie - niveau controleren ........................... 140- specificaties......................................... 165- verbruik............................................... 140Motorruimte (reinigen) ...................... 154MSR (systeem)...................................... 56Multifunctioneel display en instelbaar

multifunctioneel display ................... 12

Niveau motorkoelvloeistof .............. 141Niveau motorolie ................................ 140Niveau remvloeistof............................ 142Niveau ruitensproeiervloeistof ......... 141Niveaus controleren ........................... 138Noodgevallen........................................ 105

Onderhoud en zorg........................... 133- geprogrammeerd onderhoud......... 134- geprogrammeerd

onderhoudsschema........................... 135- klimaatregeling............................... 29-31- periodieke controles ........................ 137- zwaar gebruik van de auto.............. 137

169-176 FIAT 500 NL 24-03-2009 13:33 Pagina 171

172

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTO Vloeistoffen en smeermiddelen ........ 165

Vullingstabel .......................................... 164

Waarschuwingsknipperlichten ........ 37Wiel verwisselen.................................. 108Wielen.................................................... 158- reservewiel ......................................... 158- verwisselen......................................... 108Wielophanging...................................... 157Wieluitlijning ......................................... 158Wisserbladen voor en achter ........... 147

Zekeringen (vervangen) ..................... 126Zonnekleppen....................................... 39

Tankklepje............................................ 64Technische gegevens........................... 151Toerenteller.......................................... 11Transmissie ........................................... 156Trekken van aanhangers..................... 87Trekkrachtbegrenzers ........................ 67Trip computer...................................... 21Typeplaatjes .......................................... 152- carrosserielak..................................... 153- identificatiegegevens ......................... 12

Veiligheid.............................................. 65Veiligheidsgordels ................................ 65- algemene opmerkingen.................... 67- gebruik................................................. 66- gordelspanners .................................. 67- onderhoud.......................................... 69- trekkrachtbegrenzers....................... 67Velgen..................................................... 158- verklaring van velgencodering ........ 158Ventilatie................................................ 28Verbruik................................................. 167- brandstof............................................. 167- motorolie............................................ 140Versnellingsbak..................................... 85- gebruik van de handgeschakelde

versnellingsbak................................... 85- specificaties......................................... 156Verwarming en ventilatie ................... 28

169-176 FIAT 500 NL 24-03-2009 13:33 Pagina 172

173

VEILI

GHEID

STAR

TEN

ENRI

JDEN

LAMP

JES E

NBE

RICH

TEN

NOOD

-GE

VALL

ENON

DERH

OUD

EN ZO

RGTE

CHNI

SCHE

GEGE

VENS

ALFA

BETIS

CHRE

GIST

ERW

EGW

IJS IN

UW A

UTOBEPALINGEN VOOR HET VERWERKEN VAN DE AUTO AAN HET EINDE

VAN ZIJN LEVENSDUURAl jaren werkt Fiat hard aan de bescherming van het milieu door de doorlopende verbetering van de productieprocessen en deontwikkeling van producten die steeds milieuvriendelijker zijn. Om de cliënten de best mogelijke service te garanderen in over-eenstemming met de milieunormen en conform de verplichtingen die voortvloeien uit de 2000/53/EU-richtlijn voor auto’s die aanhet einde van hun levensduur zijn, biedt Fiat aan haar cliënten de mogelijkheid de eigen auto* aan het einde van zijn levensduurin te leveren zonder extra kosten.De Europese richtlijn voorziet er namelijk in dat de auto kan worden ingeleverd zonder kosten voor de laatste houder en/of eige-naar als de auto geen of een negatieve marktwaarde heeft. In bijna alle EU-landen is tot 1 januari 2007 de inname alleen koste-loos voor auto’s die vanaf 1 juli 2002 zijn geregistreerd, terwijl vanaf 2007 de inname kosteloos is onafhankelijk van het registra-tiejaar op voorwaarde dat de auto nog beschikt over de essentiële onderdelen (met name motor en carrosserie) en vrij is vanbijkomende afvalstoffen.Voor de afgifte van uw auto aan het einde van zijn levensduur kan u zich zonder aanvullende verplichtingen tot de Fiat-dealerwenden of tot een van de inzamelings- en verwerkingsbedrijven die door Fiat zijn goedgekeurd. Dergelijke bedrijven zijn zorg-vuldig uitgekozen en bieden een kwaliteitservice voor de inzameling, de verwerking en het hergebruik van onderdelen van bui-ten gebruik gestelde auto’s met respect voor het milieu. Voor informatie over de inzamelings- en verwerkingsbedrijven kunt u terecht bij de Fiat-dealer of bel het gratis nummer 00800 3428 0000 of raadpleeg de Fiat internetsite.

* Auto voor personenvervoer met maximaal 9 zitplaatsen, voor een maximaal toelaatbaar totaalgewicht van 3,5 t.

169-176 FIAT 500 NL 23-03-2009 15:15 Pagina 173

Vraag uw dealer naar

De kracht achter uw motor.

169-176 FIAT 500 NL 23-03-2009 15:15 Pagina 174

Selenia: de perfecte keuze voor uw auto

De motor van uw nieuwe auto is ontwikkeld met Selenia; een motorolielijn die voldoet aan de meest geavanceerde internationale specificaties.

Tijdens specifieke tests blijkt dat door de hoge technische specificaties Selenia het smeermiddel is om de prestaties van uw motor optimaal en betrouwbaar te houden.

SELENIA WR

Specifieke olie voor common rail of Multijet dieselmotoren

voor een optimale koude start, maximale bescherming

tegen slijtage, optimale werking van hydraulische klep-

stoters, beperking van het verbruik en stabiliteit bij hoge

temperaturen.

SELENIA DIGITECH

Volledig synthetische motorolie voor benzine- en diesel-

motoren. Geavanceerde technologie voor de motor; de

garantie voor maximale bescherming, brandstofbespa-

ring en betrouwbaarheid onder extreme klimatologische

omstandigheden.

Selenia omvat een reeks technologisch geavanceerde producten:

SELENIA PERFORMER MULTIPOWER

Ideale olie voor bescherming van de nieuwe generatie

benzinemotoren zelfs onder de zwaarste bedrijfssituaties

en extreemste klimatologische omstandigheden. Garan-

deert een beperking van het brandstofverbruik (Energy

conserving) en is bijzonder geschikt voor motoren op

alternatieve brandstoffen.

SELENIA K

Een synthetisch smeermiddel op basis van een nieuwe

technologie, dat bij benzinemotoren de koude start ver-

betert en maximale bescherming biedt, ook als de auto

overwegend in stadsverkeer wordt gebruikt. Dankzij een

viscositeit van 5W-40 en de speciale formule wordt bij-

zonder effectief voldaan aan de nieuwe Europese emis-

sie-eisen en moeiteloos de zwaarste internationale spe-

cificaties overtroffen.

De Selenialijn wordt gecompleteerd door Selenia StAR, Selenia Racing, Selenia 20K Alfa Romeo, Selenia TD, Selenia Performer 5W-40.

Bezoek voor verdere informatie over de Selenia producten de site www.flselenia.com

169-176 FIAT 500 NL 23-03-2009 15:15 Pagina 175

BRANDSTOFTANK (liters)1.2 8V 69 pk 1.4 16V 100 pk 1.3 16V Multijet 75 pk

Tankinhoud 35 35 35

Reserve 5 5 5

De benzinemotoren zijn uitsluitend geschikt voor loodvrije benzine met een minimum octaangetal van ten minste 95 RON (specificatie EN 228).De dieselmotoren zijn uitsluitend geschikt voor dieselbrandstof voor motorvoertuigen (specificatie EN 590).

Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. - B. U. After Sales. Importeur voor Nederland: Fiat Group Automobiles Netherlands B.V. -Singaporestraat 92-100 - 1175 RA Lijnden - Druknummer 603.81.189NL - 03/2009 - 3e editie

Gedrukt door Hoogcarspel Grafische Communicatie - Middenbeemster

MOTOROLIE VERVERSEN (liter)1.2 8V 69 pk 1.4 16V 100 pk 1.3 16V Multijet 75 pk

Carter 2,5 2,75 2,5

Motorcarter en filter 2,8 2,90 2,8

BANDENSPANNING IN KOUDE TOESTAND (bar)Bij warme banden moet de bandenspanning 0,3 bar hoger zijn dan de voorgeschreven waarde.Controleer de spanning opnieuw bij koude banden.

Banden Bij gemiddelde belading Volbeladen NoodreservewielVoor Achter Voor Achter (indien aanwezig)

165/65 R14 79 T 2,2 2,0 2,2 2,2

175/65 R14 82 T 2,2 2,0 2,2 2,2

175/65 R14 82 H 2,2 2,0 2,3 2,2

185/55 R15 82 T 2,2 2,0 2,3 2,3 2,8

185/55 R15 82 H 2,2 2,0 2,3 2,3

195/45 R16 84 T 2,2 2,0 2,4 2,3

195/45 R16 84 H 2,2 2,0 2,4 2,3

169-176 FIAT 500 NL 23-03-2009 15:15 Pagina 176

NEDERLANDS

De gegevens in deze publicatie zijn uitsluitend indicatief bedoeld. Fiat behoudt zich het recht voor op elk moment de in deze publicatie beschreven modellen om technische of commerciële redenen te wijzigen.

Wendt u voor nadere informatie tot het Fiat Servicenetwerk. Gedrukt op houtvrij milieuvriendelijk papier.