· Web viewVraag is ook of bij de vroeg gedetecteerde een oftalmo jaarlijks echt zo ... Spiro...

44
Jaarrapport 2006 Jaarrapport 2006

Transcript of   · Web viewVraag is ook of bij de vroeg gedetecteerde een oftalmo jaarlijks echt zo ... Spiro...

Jaarrapport 2006Jaarrapport 2006

HUISARTSENPRAKTIJK ‘DE BURG’Neerstraat 78810 Lichtervelde 051/72.42.81www.deburg.be

Dr. Piet Vanden BusscheDr. Hilde Vandamme

Inhoudstafel:

A. praktijkbeschrijving:1.1 voorwoord1.2 visie

B. populatie 1.Contactgroep en populatieparameters2.Inschrijving3.Overlijdens4.Geboortes

C. Praktijkvoering1.. preventie parameters

1.1primaire preventie: 1.1.1 vaccinaties 1.1.2 rookstop

1.2secundaire preventie:1.2.1 gynaecologisch 1.2.2 cholesterol

1.3tertiaire preventie: 1.3.1 diabetes

2. doelen richtlijnen standaarden en afspraken rond goede zorg

3.verwijsgedrag :

4.Voorschrijfgedrag4.1 medicatie4.2 radiologie4.3 biologie4.4 paramedici

5. foutmeting critical incident

D. ondersteuning van de praktijkvoering1. samenwerking en delegatie2. toegankelijkheid en dienstverlening3. structurele kenmerken van de praktijkvoering4. vorming en opleiding5. financiën: verslag, begroting en planning

E. besluit1. evaluatie2. planning

A. Inleiding: praktijkbeschrijving

A.1. voorwoord(Hilde) Vorig jaar werd het jaarrapport ingeleid met ‘2005 een moeilijk jaar’. Ik zou geneigd zijn dit te herhalen voor 2006. Een zwangerschap voor mij dit jaar, de praktijk 10 weken alleen voor Piet tijdens de griepperiode, de herrie rond de verkiezingen in domus medica en de opgedrongen gerechtelijke verwikkelingen ervan . Gelukkig geen overstroming dit jaar, wel nog wat naweeen ervan. Bij de herstelwerken van de vloer in de wachtkamer en het secretariaat, was er tengevolge van het gulle watergebruik terug serieuze waterschade aan de nieuwe deuren en vernieuwd meubilair in het secretariaat en de wachtkamer. Dit kon niet zo gelaten worden en in mei werden de beschadigingen hersteld.Tegenover de hogergenoemde moeilijkheden staat er weliswaar een heuse verbetering voor de praktijk wat betreft de administratieve ondersteuning en de secretariaatsfunctie. Katelijn deed per 2 januari haar intrede als administratieve hulp. Dit is een serieuze ontlasting voor beide artsen van de papierberg en creeert wat tijd voor andere zaken. Deze service wordt door vrijwel alle patiënten positief onthaald. Vooral het horen rinkelen van de telefoon zonder de consultatie te moeten onderbreken… luxe!De overlegmomenten met de verpleegkundigen blijven doorgaan, maar de opkomst van de zorgverleners binnen de eerste lijn neemt af, duidelijk bewijs dat de formule waarop het overleg nu gebeurt aan aanpassing toe is.De Gili-momenten blijven we in ere houden, het blijven nog steeds momenten om eens stil te staan bij het praktijkvoeren klinisch en praktisch, om ons handelen kritisch te aanschouwen en om bepaalde onderwerpen te doorgronden.In Handzame blijven we actief, tijdens mijn zwangerschapsverlof nam Peter Pype een groot deel voor zijn stuk. Ook hier blijven we stilletjes hopen op wat meer ondersteuning, maar er wordt in het instituut ‘voorlopig’ nog geen oor aan gegeven.In december hadden we ook weer een stagiair van het derde jaar voor 1 dag bij ons op bezoek. Een gevuld jaar!

A.2 visie en missie :

We willen dit in 2007 herevalueren: moet in de planning

B. populatie van de praktijk

B.1 contactgroep en populatieparameters

Populatie 2006

Accrimed heeft een totaal aantal (actieve en niet actieve) dossiers van 43583113 worden als actieve patiënt weerhouden

Dit is natuurlijk een grove overschatting van de praktijkgrootte Voor een betere schatting verwijzen we naar populatie 2005

populatie 2005

Na opkuisen van bestanden weerhielden we 2377 actieve patiënten (opkuis gebeurde vnl via 3 jaarscontactcontrole maar niet uitsluitend ) mogelijks betreft het hier toch eerder een overschatting van de echte praktijkpopulatie (cfr aantal GMD’s)

Toch probereen we op basis van die actieve patiëntentgroep een populatieoverzicht op te maken

Leuk is om eens te vergelijken met 1998

En dan zien we wel een toename van de relatief jonge populatie én zoals te verwachten een toenemende verschuiving met een kleine tien jaar naar hoger leeftijd, dat volgt dus het profiel van beide artsen

Het aantal nieuwe dossiers aangemaakt jaar 2006

accrimed vertelt ons dat er in 2006 319 nieuwe dossiers zijn aangemaakt dit is zeker een overschatting 265 werden weerhouden als actieve patiënt daarvan waren er al 33 dubbels bij het overlopen van de lijst Daarnaast een belangrijke groep 1 malige contacten

Laatste dossiernummer 2005: 3678 +117(wel nieuwe berekeningswijze via accrimed generiekenrooster aanmaakdatum voor 01.01.2006)Laatste dossiernummer 2004: 3561 +172Laatste dossiernummer 2003: 3389 +172Laatste dossiernummer 2002: 3217 +206Laatste dossiernummer 2001: 3011 +232 (laatste dossiernummer 2000: 2779 +202 (1e dossiernummer 2000:2577))

Overzicht van het aantal prestaties: via de boekjes geattesteerd2006: 8550 piet 5750 hilde 2800De bevallingsrust van Hilde is dé verklaring voor de andere verhouding en vermoedelijk ook voor de milde daling met 150 eenheden (1,7 %)Globaal zien we ook in België een daling van aantal huisartsprestaties vnl aantal huisbezoeken in de laatste jaren ten voordele van aantal raadplegingen bij specialsiten, we volgen hier dus de trend In vergelijking met 2004 (ook een jaar van zs van hilde toch forse vooruitgang van 270 prestaties)

2005: 8697 piet 5165 hilde 3532 (een 60/40) dus toch fors vooruit gegaan ivgl met vorig jaar maar nog niet op niveau 2003 (dit betekent toch dat ondanks de wegenwerken de praktijk gegroeid is en dit minder doorweegt dan de afwezigheid van Hilde owv ZS verlof) 2004: 8279 totaal //uitgesplitst per arts: piet 5420 hilde 2859daling met 6.4% !!!(2003: 8847 piet: 5458 hilde: 3389(2002: 8442 prestaties (2001: 8132 prestaties)

B.2 inschrijving

B.2.1 Populatie Ingeschreven patiënten

In 2006 hadden we 1342 inschrijvingen volgens accrimed Als we de groep geldig ingeschreven patiënten bekijken (vanaf 01.01.2004) dan komen we op 1752 (of +3,8% of 64 patiënten)

B 3 Overlijdens

In 2006 slechts 6 overlijdens !!! (- 50 % ivgl. met andere jaren)4 vrouwen 2 mannen5 65 plussers (oa onze oudste patiënt ooit 104) en 1 vrouw van 63Gemiddelde leeftijd 84,3 jaar

1 thuis (pallatief) en 3 in thuisvervangend milieu // 2 in het ziekenhuis overleden

Drie CA als oorzaak (borst, ovarium en maag)1 dementie 1 copd 1 op zeer hoge leeftijd /copd ?

B.4 geboortes

Het was min of meer te verwachten aan de hand van het hoge aantal zwangere patiënten op het eind van 2005 dat de praktijk ook een hoog aantal geboortes zou tellen. 34 patiënten (mezelf meegerekend) zijn bevallen (2005: 18 en 2004:22). Op het eind van 2006 zijn er 15 patiënten zwanger.34 bevallingen, 15 zwangerschappen maakt samen 49 (2005: 45, wat al een recordjaar was)Bij 2 van de 34 patiënten was er gedurende de zwangerschap geen enkel contact. Bij 11 van de 49 vrouwen of 22.4% gebeurde een preconceptie onderzoek, dit cijfer is wat lager dan vorig jaar. Ik vermoed gewoon door het feit dat het bij velen een tweede of derde zwangerschap betrof.28 van de 34 baby’tjes werden toch minstens 1 keer gezien in 2006. 6/34 of 17.6% baby’s werden niet gezien, dit is een veel beter cijfer dan vorig jaar toen werden er 6 van de 18 baby’s niet gezien of 33%. Er werden 7 dossiers aangemaakt van baby’s met geboortejaar 2006. Wat ook een goed cijfer is.28 baby’s van bestaande patiënten, 7 baby’s van nieuwe patiënten, zorgt ervoor dat er 35 nieuwe babydossiers zijn tov 15 in 2005. Jammer dat de patiënten nog steeds de weg niet vinden naar de huisarts voor de babyvaccinaties en het preventief onderzoek. Meerwaarde van kind en gezin tov huisartsenpraktijk? Verpleegkundige die voedingsadvies geeft? Gratis service?

C. Praktijkvoering

C.1 Preventie:

C.1.1 Primaire preventie

C1.1.1 Vaccinaties

Ook dit jaar werd het monnikenwerk van ‘patiënten aanschrijven’ terug opgevat. De patiënten werden persoonlijk aangeschreven met een uitnodiging voor vaccinatie tegen influenza, pneumokokken en tetanus.

Dit jaar telde de praktijk net voor de vaccinatieperiode 226 GMD-houdende 65+ patiënten.

Wanneer we een zelfde vergelijking maken met de voorbije jaren voor de aangeschreven = GMD-houdende patiënten :

2001 2002 2003 2004 2005 2006Aangeschreven 65+

171 180 201 207 209 226

Influenza 144 of 84.2%

146 of 81.1 %

173 of 86.06%

173 of 83.8%

181 of 86.6%

188 of 83.2%

Pneumokokken 133 of 77.7%

142 of 78.8%

165 of 82.08%

162 of 78.3%

172 of 82.3%

183 of 81%

Tetanus 133 of 77.7%

146 of 81.1%

157of 78.11%

161 of 77.8%

173 of82.8%

179 of 79.2%

Alle 3 de vaccinaties

131 of 72.1%

152 of 72.7%

163 of 72.1%

Als er enkel naar de ingeschreven patiënten gekeken wordt dan wordt de groep in aantal 17 patiënten groter en is er tov vorig jaar ook een toename van 7 griep- vaccinaties.Waardoor het percentage zakt van 86.6% naar 83.2%.(ook het vogelgriepeffect was dit jaar niet zo sterk in de media)

PneumokokkenVan de 226 65+ plussers zijn 183 met vaccinatiestatus in orde of 81%( 82.3 % in 2005 en 78.3% in 2004.)

Tetanus

Van de 226 ingeschreven patiënten zijn er momenteel 179 beschermd of 79,2% . (82,8% in 2005 en 77;8% in 2006)

Besluit:We bemerken een lichte terugval van het vaccinatiepercentage zowel wat griep, tetanus als pneumokokken betreft. 2005 was weliswaar een superjaar. Vermoedelijk komt dit ook wel doordat de totale groep GMD-houdende 65- plussers tov vorig jaar wel sterk uitgebreid is van 209 naar 226, we zien de cijfers nog niet echt volgen.Bizar, het percentage GMD-houdende personen dat voor alle vaccinaties in orde is, blijft min of meer status quo 72,1% tov 72,7% vorig jaar ondanks de toename in absoluut aantal..De personen die zich laten vaccineren, doen het vollediger!Toch scoren we zeker niet slecht. Volgens het Rapport van het Intermutualischt Agentschap van de griepvaccinatie tijdens de winter van 2004-2005 zou 66,6% van de GMD-houdende 65 plussers gevaccineerd zijn tegen griep tov 83.8% hier in de praktijk, dus toch 17.2% meer dan gemiddeld.Als we ons profileren tov ons arrondissement is het ook niet slecht, Roeselare dekt slechts een vaccinatiegraad van 55.3%. De vaccinatiegraad in Lichtervelde was 63.1%.

C 1.1.2 Analyse van rookgedrag bij 20-25 jarigen

In 2002 werd een registratie gedaan in functie van project icho In 2003 werd een registratie gedaan bij de volledige 3 jaars contactgroep In 2004 hebben we een controle gedaan op de lijst GMD patiënten van 20 tem 24 jaarIn 2005 blijkt bij eerste nazicht de overdracht van rookgegevens niet vlot gelopen bij omzetting dossier: blijft een probleem omdat er ook in accrimed geen vaste plaats is om rookgedrag te registrerenAfwachten van verdere updates en proberen zo mogelijk gegevens te recupererenIn 2006 niet uirgevoerd er is wel een permanente aandacht om dit item maximaal te noteren Maar het blijft een punt waar verbetering verder kan bkomen worden

C.1.2 secundaire preventie

C.1.2.1 gynaecologische preventieC.1.2.1.1 mammografie

In 2005 en 2006 gebeurden er 82 mammografieen bij de 154 vrouwen uit de 3 jaarscontactgroep 50- 70 jarigen. Dit is 7 meer dan vorig jaar. 5 ervan gebeurden in follow up van een mammacarcinoom. 82/154 is een percentage van 53,2% (tov 2005 46,3% en 2004 42,7%). Als we enkel de ingeschreven vrouwen in die groep bekijken dan zijn het er 135. 80 mammografieen bij 135 patientes, maakt een percentage van 59,3% ( tov 2005 : 57,3% en 2004 : 48,3%).135 van de 154 patientes in die groep hebben een GMD of 87,7% ( 2005 : 76,5% en 2004 : 84,9%)

Besluit: Een stijging van het percentage vrouwen 50-70 jaar die een mammografie kreeg.Een stijging van het percentage ingeschreven vrouwen 50-70 jaar die een mammografie kreeg.Een stijging van het aantal ingeschreven vrouwen 50 -70 jaar.Deze cijfers zijn vooral het resultaat van de administratieve hulp die erbij gekomen is in de praktijk. Zij zoekt op wie er in aanmerking komt voor een mammografie, stuurt een uitnodigingsbrief en zij volgt de inschrijving beter op en checht de registratie ervan.

Vermoedelijk zullen deze cijfers volgend jaar nog meer verzilverd worden. Katelijn is dan 2 jaar aan het werk en alle vrouwen die in aanmerking komen om een mammografie te krijgen zullen dan ook allen 1 persoonlijke uitnodiging ontvangen hebben.

PS voor 2001 tot 2004 kregen we feed back gegevens van de NRKP

Periode 2003-2004

Hilde Piet Totaal

Doelpopul 47 73 120 (3 jaarlijks ctct 2004 186)Screenmam 25 33 58Diagn mam 1 9 10Tot 26 42 68 (onze registr 65)% 55% 58% 56,6% (eigen cijfers 48,3)

Zelf vs screen 8% 15%Gyaneco scree13% 13%

Onderschatting van de doelgroep in feed back (omdat die gelijkgeschakeld wordt met de jaarlijks contactgroep= 80 % van de populatie) zorgt voor hoger percent Registratie van de mammografie gebeurde wel goed (65 van de 68 gevallen)In 2006 loopt dit absolute cijfers op naar 80

C.1.2.1.2 uitstrijkjesDit jaar maakten we samen 39 uitstrijkjes in de praktijk. Dit is een terugval tov vorig jaar 51, wat ook een recordjaar was. Mogelijke verklarende factoren? Mijn afwezigheid door zwangerschap? Minder tijd voor preventie bij toenemende werklast? De terugval is zowel bij Pie t(-4 ) als bij mij (-8) aanwezig, mogelijks dus ook door andere factoren.

Het aantal uitstrijkjes per persoon: Piet Hilde totaal2003 12 37 492004 9 26 352005 17 34 51 2006 13 26 39

Het blijft voor ons nog steeds vervelend dat de beoordeling van het uitstrijkje gebeurt aan de hand van dePapanicolau methode en niet volgens de Bethesda methode zoals de vlaamse richtlijnen.De kwaliteit van de uitstrijkjes zal dit jaar vermoedelijk wat onderschat zijn als gevolg van een onvolledigheid ten gevolge van omschakeling naar nieuw dossier. In vorig computerdossier konden we aanvinken of het een pap smear was met al dan niet visualisatie van de cervix. Terwijl in het nieuwe dossier enkel de term pap smear op gestandariseerde manier weergegeven wordt. Het hangt dus een beetje van de willekeur af of er in het consult genoteerd staat of de cervix al dan niet gevisualiseerd werd. Dit is vooral een probleem bij de uitstrijkjes waar endocervicalen ontbreken.Bij Piet 10 van de 13 van goede kwaliteit of 76,9%, bij 2 van de 3 uitstrijkjes waar endocervicalen ontbraken was er geen info over het al dan niet visualiseren van de cervix.De kwaliteit zal dus ergens liggen tussen 76.9% zijn in de ‘worst case’ en 92,3% in de ‘best case’.Bij Hilde 24 van de 26 van goede kwaliteit of 92.3% en bij 1 van de 2 uitstrijkjes zonder endocervicalen geen info over de cervix. Dus is het evt mogelijk dat het cijfer ook een onderschatting is. Leerpunt : aanpassen van de termen in het computerdossier

Een screening naar chlamydia gebeurde bij 6 van de 39 of 15.4% ( tov 23,5% vorig jaar), dus ook weer gerichter ipv systematisch bij de jonge populatie zoals vóór 2005.

C.1.2.2 secundaire preventie hypercholesterolemie

Door de overgang naar nieuw programma, het gigantische werk en de gebrekkige ondersteuning soft ware matig doen we dit dit jaar niet. We blijven dit natuurlijk in ons klinisch handelen opvolgen en maximaal realiseren

Ook 2006 kondigt zich aan als een overgangsjaar We zouden patiënten maximaal moeten kunnen aanduiden zodat we ze met de computer vlotter terugvinden De framingham verandert in de score evaluatie wat ook nieuwe vaardigheden meebrengt en NHG en Domus medica kondigen nieuwe richtlijnen aan. Deze zulen we moetne leren implementeren Misschien helpt de erisk calculator van pfizer ons ook in de opvolging van de materie.

Maar voor 2005 en 2006 geen cijfers bij gebrek aan tijd.

C.1.3 tertiaire preventie

C.1.3.1 de preventie van de verwikkelingen van diabetespatiënten

Voor het eerst in jaren stijgt onze diabetespopulatie niet !We zitten nu op 103 diabetespatiënten (-6.3 %)Daling te wijten aan Overlijdens: zes patiënten niet meer in de lijst opgenomen/ Verhuis 5Veranderen van huisarts vermoedelijk 3 (geen dossier opgevraagd)Onbekend mogelijks gewoon niet op controle gekomen 1 Totaal 15 van de lijst geschrapt en dus 8 nieuwe namen op de lijst

(ter info) In 2005 110 +13, 4 % dus 16 bijkomende diabetespatiënten (er waren er 3 gestorven in 2004 die dan nog werden meegerekend) (In 2004 97 diabetespatiënten (+22.7%)).

Voor maximale praktijkgrootte van 2377 mogelijke actieve patiënten is dit een prevalentie van 4,3 %

(2005 110/2377= 4.6% 2004: 97/2257= 4.3 %) 2003 3.5% (2000: 3.05% en 1999 3.3%) in een relatief ‘jonge’ praktijkpopulatie.

Hieronder de cijfers van de audit uitgevoerd eind 2006 op de voor handen zijnde dossiers:

Na analyse van gegevens over de gekende diabetespatiënten in de praktijk stelden we het volgende vast : (cijfers 05/04/03/02/01/00/99 tussen haakjes)

- de praktijk telt in het totaal 103 (110/97/79/69/69/70)/68) diabetespatiënten met volgende verdelingen:

1. 52 (57/47/35/28/27/27/24) mannen en 51 (53/50/44/41/43/43/40)vrouwen

2. 96 (101/91/73/63/64/63/57) type 2 patiënten, 2(2/2/2/2/3) mody (maturity onset diabetes of de young), 3 (4/2/2/2/2/2/1) type 1 (1/ 1/1/1/1) door chronische pancreatitis en 1 (1/1/1/1)als sequel na acute pancreatitis.

3.1.3.1.1 bloeddrukregeling :

volgens de Vlaamse NIDDM-consensus was de bloeddrukregeling voor 2004:uitstekend (< 140/90) bij 64 (64/55/44/ 51/46 /39) patiënten 58 % (69.6 %(63.7%)behoorlijk (< 160/95) bij 27 (29 /19/23/15/21/20) patiënten 26,3 % (24% 33 %)onvoldoende (> 160/95) bij 8 (11/4/2 /4/1/5) patiënten 10 %(5% /2.8 %)onbekend bij 4/ 5 (1 /0) patiënten 1.2%

sindsdien zijn de cijfers herzien en voor diabetespatiënten naar beneden gehaald vanaf 2004 hanteren we uitstekend (<= 135/85) bij 46 (2005 43 2004 57 of 58%)

matig (<= 160/90) bij 44 (2005 44 (33 of 33.%)slecht (> 160 of 90) bij 9 (2005 10 ( 5 of 5%)onbekend bij 4 (2005 8 (2 bij 2%)

deze cijfers blijven nu al enkele jaren stabiel je kan het om onszelf wat moed te geven ook omkeren en zeggen dat minder dan 10% van onze diabetespatiënten met een slecht geregelde bloeddruk rondlopen natuurlijk is er ook slechts 43 procent perfect geregeld.

3.1.3.1.2 BMI en gewicht: er ontbreken bij 2 (2005:10 2004:3 2003: 3 2002: 3 2001: 5 2000 nog 7) patiënten gegevens van het gewicht bij de mensen in rvt, st jan de deo probleem van overdracht van info uit dossiers lokaal daar eerder dan niet genoteerder ontbreken bij 13 (2005:18 2003:17 2002:12 in 2001 20) mensen lengtegegevens vooral dus ook patiënten die we niet op consult zien (bijvoorbeeld in het rusthuis verblijven) en de nieuwe diabetespatiënten

- BMI is gekend bij 89 patiënten van de 103 dat is 86, 4 % (2005 82,7 % (2004:85.56 %(2003 62/79 78.4%) ( 2002 79% )

- Obesitas blijft bij voor de meeste diabetespatiënten het majeur probleem: 50 van de 103 of 48,5 % (2005 62,6 % 2004 65 % (in 2002 en 2003 61%) gekende zitten boven bmi van 28

Op praktijkniveau zien we dus dit jaar een opvallende verbetering van het gewicht mogelijks dit jaar dan een duidelijk effect van de diëtiste naar lichaamsgewicht én er zijn zowel bij de 25 als min 28 opnieuw patiënten bijgekomen.

3.1.3.1.3 HbA1c :

nieuwe waarden sinds 2002 normaal 4-6.0

- Bij 6 (7/7/4/3/5/ 8/2) patiënten was de waarde van HbA1c niet gekend.uitstekend <7 : 66 (70/ 60/40/45/52/38/44)behoorlijk 7-9: 27 (30/27/28/17/7/18/12)

onvoldoende >9: 4 (3/3/7/3/6/6/6)

globaal status quo, de tabel toont iets lager owv lager absoluut cijfer

het gemiddeld hgbA1c van de 103 patiënten was 6.71 (6.73 in 2005 /6.99 in 2004// 7.09 in 2003)

Ook hier stabilisatie van de waarschijnlijk zeer goede cijfers

3.1.3.1.4 cholesterol:

We schakelen hier nu volledig over naar nieuwe grenswaarde 190 voor uitstekend

De gemiddelde concentratie totaal cholesterol is 190,7 (192.86/193.4/(202.23 /210.3/201.4/209.5/214) dus lager dan ooit

cholesterol : uitstekend (< 190) : 52/ (50 /47/34) behoorlijk (190-250) :37 (35/32/34) onvoldoende (>250) : 6 (6/ 6/7/3/6/6/10)

onbekend : 8 (19/12/4/5/7 /1/4)

Dit lijkt toch wel, dankzij de beschikbaarheid van de statines, de vlotst aan te pakken parameter. De registratie was veel beter en het gemiddelde daalde opnieuw met 1 % ook hier is actief durven aanpassen van de behandeling tot het beoogde resultaat bereikt wordt waarschijnlijk de voorwaarde voor succes.Voornaamste beperking blijft de drempelvrees om op te starten gezien de polymedicatie van de patiëntenWe volgen nog de richtlijn niet om bij alle diabetespatiënten standaard een statine op te starten, maar blijven dit bekijken in kader van cholesterolgehalte. In elk geval zou elke patiënt die ooit boven de 190 stond best een statine krijgen. Bovendien legt de richtlijn ons nieuwe indicatoren op met bname een target to treat van LDL ipv totaal cholesterol van <100 en van < 70 na cardiovasculair incident

Aantal statine-gebruikers op totaal diabetespatiënten in 2006: 50 op 103 (48.5 %)Er is ons geen ideaal cijfer bekend of een cijfer uit andere praktijken maar dit lijkt al een acceptabel niveau. Kan waarschijnlijk nog wat opgedreven worden gezien een nog belangrijk aantal slechts matig geregelde patiënte. Polyfarmacie wordt in deze groep echt problematisch en dan dringen keuzes zich op. Er zijn nog 2 patiënten die fibraat gebruiken Voorlopig streefdoel voor 2007: 60% van onze diabetespatiënten gebruiken een statine?

De richtlijn raadt ook aan om bij diabetespatiënten een laag gedoseerd preparaat met acetylsalicylzuur op te starten. Ook deze parameter is nieuw. Op basis van retrospectief nazicht van de chronische medicatie en dus onder voorbehoud dat dit niet voorschriftplichtig medicament genoteerd staat (mogelijk dus onderschatting): 33 op saicylzuur / 4 op plavix/2 op ticlid en 3 op marcoumar totaal 42 op een of andere vorm van antistolling (40.7%)Hier blijkt bij nogal wat patiënten toch ook contra-indicaties te bestaan oa. chronisch gebruik van NSAID bij (poly)arthrose of rheumapatiënten. Dus ook hier zou een cijfer van 100 % of zelfs 80 waarschijnlijk geen goede kwaliteit zijn. (optimum niet gekend en waarschijnlijk afhankelijk van case mix in de praktijk) Toch lijkt het cijfer nog wat omhoog te moeten kunnen (voor onszelf (natte vingerwerk) leggen we het streefdoel op 60%)

3.1.3.1.5 roken2006 2005 2004: 20036 rokers 6 6 478 niet rokers 61 62 4719 onbekend 43 29 28

Aantal rokers lijkt stabiel, op zes en de registratie is al veel beter

3.1.3.1.6 creatinine en microalbuminurie : Creatinine in 2006 bij 95 van 103 gekend en bij 8 niet gekend (92,2%) Dus bij 8 niet gekend(2005 :12 //2004: 8 in 2003: 3 in 2002 7 en 6 in 2001en 6 in 2000 en slechts bij 1 patiënt in 1999) hier geen cijfer van gekend.

Microalbuminurie: sinds dit jaar zijn we gestart met de systematische opsporing van microalbuminurie(dit wordt sterk geadviseerd in de herziene richtlijn en de nadruk wordt gelegd op het dan obligaat starten van ACE

Bij 44 patiënten werd in 2006 al microalbuminurie bepaald (dit is zeker nog voor verbetering vatbaar maar ook hier is 100% niet het na te streven getal gezien een aantal hoogbejaarde en zelfs terminale patiënten of co-morbiditeit met andere pathologie tot keuzes noopt Bij 22/44 was de micoralbuminurie minder dan 3Bij 17/44 minder dan 20 wat normaal genoemd wordt Bij 1/44 twijfelachtig (tussen 20 en 50)Bij 4/44 meer dan 50 dus nefropathie Bij nazicht blijkt de persoon met twijfelachtig resultaat inderdaad een ace te nemen Maar slechts 1 op de 4 met nefropathie een sartaan en de anderen wel antihypertensieve medicatie maar geen ace !!

Dus is hier toch zeker verbetering aan te brengen !!Werkpunt 1 meer screenen op microalbuminurie Werkpunt 2 bij stoornis systematisch ace of sartaan opstarten tenzij contraindicatie

3.1.3.1.7 diabetesmedicatie :

36 (49/38/25/23/23/21/32) nemen geen medicatie, volgen alleen dieet52 (37) nemen metformine alleen of in combinatie21 (19/17/16/16/16/19/12) patiënten spuiten zich in met insuline

Dit jaar is er dus nogal wat medicatie en dan vooral metformine opgestart Dat verklaart (al zijn er dan dit jaar minder nieuwe gevallen) waarom we de fast hgb onder controle houden. De treat to target strategie lijkt hierin dus weerspiegeld en voorlopig relatief succesvol. Het bewijst wel dat een continue awareness nodig is om dit te realiseren.

3.1.3.1.8 griepvaccinatie : In 2006 79 gevacc /21 niet /3 onbekend (76,7 %)wat opniuew een normaal cijfer isBewustwording in deze groep blijft iets lager dan bij 65 + ers

In 2005 109 patiënten komen in aanmerking: 72 gevaccin/34 niet/ 3 onbek: 66% vaccinaties of een duidelijke achteruitgang:nooit zo laag geweest!in 2004 er komen slechts 94 patiënten in aanmerking, er waren er 3 overleden:totaal 73/94 is 77.6 %

in 2003 64/78 is 82% vaccinatie tegen griep want 1 patiënte was al gestorven deze zomer in 2002 51 van de 66 diabetespatiënten (77.2%) in 2001 50 van de 70 of 71.4% toen een dalende trend in 2000 52 van de 70 diabetici gevaccineerd: 74.2 %in 1999 (76%) wat vergelijkbaar is.

3.1.3.1.9 voetcontrole : in 1999 slechts bij 12 patiënten (18.75 %) werd voetcontrole genoteerd in het dossierin 2000 kunnen we dankzij het praktijkproject een resultaat van 52/70 of 74.2 % voetcontroles voorleggenvoor 2001 49/70 of 71%voor 2002 46/69 of 66% voor 2003 59/79 of 74.7%voor 2004 74/97 of 76.2 % en dit ondanks veel nieuwe in de loop van het jaar die vaak pas in januari van het opvolgende jaar hun voetcontrole krijgen voor 2005 87/110 of 79.1 % we naderen de ‘magische grens’ van de 80 %

in 2006 69 op 103 of 67 % wat een zeer slecht resultaat is !!!!!!!absoluut te remediëren in 2007mogelijke verklaring is dat Hilde niet goed wist hoe ze het in het diabetesdossier moest ingeven

3.1.3.1.10 oogonderzoek: In 2001 15 (14/10) patiënten In 2002 kregen minstens 16 patiënten een oftalmologisch nazicht.(23%) en op drie jaar tijd krijgt dan minstens 16+11+6 = 33 verschillende patiënten een oftalmologische controle (48%)In 2003: 26/79 of 33% (+10%) voor de drie laatste jaren samen 41/79 of 48.1%In 2004: 34/94 of 36% en op 3 jaar tijd 51/97 is 52.6 % en het zijn er in feite meer, maar de oftalmologen sturen ons niet altijd een verslag, of laat ons zeggen, eerder niet dan wel. Vraag is ook of bij de vroeg gedetecteerde een oftalmo jaarlijks echt zo zinvol is. Is dit geen opgedrongen parameter vanuit de type 1 en reeds zwaar behandelde patiënten? Misschien moeten we dit voorbehouden voor de medicamenteus behandelde groepIn 2005 32/110 (29.1%) en op 3 jaar 57 of 51.8 % In 2006 26/103 (25,2) en op 3 jaar 55 of 53,4%

De verslaggeving van de oftalmologen blijft gebrekkig dus dit cijfer is een onderschatting

Besluit :

HGB A1c controle blijft goed maar dat vraagt duidelijk inspanningen want gemiddeld is het gewicht beter onder controle én is er beduidend meer hypo-glycemiërende medicatie gegeven dit jaar.

We pasten de opvolging van de cijfers aan aan de nieuwe richtlijn wat vooral betekent dat we nu microalbuminurie/ statinegebruik en asperinevoorschrift opvolgen. Dit zorgt voor nieuwe aandachtspunten

- Bloeddrukcontrole blijft belangrijker dan ooit- Voorlopig streefdoel voor 2007: 60% van onze diabetespatiënten gebruiken een statine?

- Ook meer screenen op microalbuminurie - De indicator cholesterol wordt LDL cholesterol

En bij stoornis systematisch ace of sartaan opstarten tenzij contraindicatie

Zeer ontgoochelend is de voetcontrole in 2006 69 op 103 of 67 % wat een slecht resultaat is absoluut te remediëren in 2007

PS Voornemens van2005 ivm diabetespatiënten1 betere registratie rookstatus: is opgeklommen tot ¾ van de diabetespatiënten2 betere bloeddrukcontrole blijft een continue aandachtspunt 3 griepvaccinaties zijn weer op normaal niveau4. microalbuminurie bepalen is goed gestart maar toont kwaliteitsprobleem 5. vragenlijst symptomen invoeren is gebeurd maar wordt niet systematisch gedaan of genoteerd

C.2. doelen, richtlijnen en afspraken rond goede zorg

Het wekelijks overlegmoment en de 3 maandelijkse GILI ontmoetingen zijn de kern van allerlei initiatieven om de kwaliteit van de praktijk verder op peil te houden en te verbeteren

enerzijds voor concrete organisatorische afspraken anderzijds als start van talrijke inhoudelijke discussies en de praktische uitwerking ervan in praktijkafspraken en richtlijnen

De voornaamste realisaties staan hieronder opgesomd

C.2.1 herziening praktijkrichtlijn diabetes

De nieuwe richtlijn diabetes van Domus Medica werd doorgenomen en de praktijkrichtlijn werd aangepast (cfr supra)

C.2.2 endocarditis profylaxe

Er werd in de praktijk en op GILI overleg nagekeken wat de richtlijnen zijn en of die haalbaar zin in de praktijk. Hoewel de evidentie beperkt is tot niveau C en vooral expert opinie is kan er niet omheen dat hier een veilige benadering nodig is. Risico patiënten werden opgelijst, afspraak over noteren in dossier werden gemaakt en een therapeutische richtlijn werd bij de consensussen ingevoegd.

C.2.3 in verband met medicatievoorschriften waren er meerdere afspraken

- een aantal magistrale voorschriften werden in de medicatiemodule ingevoerd- een kort formularium ivm. hooikoorts werd opgemaakt en ingevoerd (consensusvergadering)- het formularium hypertensie werd geüpdatet met vnl. een overschakelen van atenolol naar metoprolol als vnste verandering

- het formularium van astma behandeling werd herbekeken owv. verschijnen van generieken. Probleem blijft de steeds veranderende devices die steeds nieuwe inhalatietechnieken vereisen - afspraken rond maagprotectie bij NSAID gebruik bij risico patiënten

C.2.4 Astma COPD en Spirometrie Interpretatie kwam steeds aan bod in het GILI overleg Spiro werd progressief meer geïntegreerd in de praktijkvoering en word nu al regelmatig uitgevoerd De herwerkte gina en gold richtlijnen werden geëvalueerd

C.2.5 het gebruik van de telkamer bij microscopie werd ingevoerd om dit te doen conform aan de terugbetalingcriteria van de overheid

C.2.6 aanpak van de ziekte van Paget werd in Gili uitgebreid bekeken

C.2.7 aanpak van vermoeden van meniscuslijden (GILI)

C.2.8 bekkeninstabiliteit tijdens zwangerschap

C.2.9 nierinsufficiëntie als project in GILI werd aangepakt en zal in 2007 verder uitgewerkt worden

C.2.10 discussie en literatuurnazicht over preventie colonca

C.2.11 last but not least werd het systematisch aanschrijven van vrouwen voor preventie mammografie opgestart ism met het secretariaat (cfr supra)

C.3.verwijsgedrag :

C.3.1. specialisten en ziekenhuizen Voor 2006: 3062 “specialistenbrieven” geklasseerd of een toename met 30 % Het secretariaat zorgt dus blijkbaar voor meer papier en door de verwerking ervan voor een enorme verlichting van ons werkDe procedure zorgt er nu wel voor dat ook alle elektronsich verstuurde brieven worden afgeprint en zeker worden gelezen Dit cijfer is ons inziens niet te vergelijken met voorgaande jaren

2005: 2013: min 223 voor het eerst een daling: mogelijke verklaring: minder patiënten ?? waarschijnlijk een aantal electronische brieven die niet meer worden opgestuurd en daardoor niet meer manueel geklasseerd worden

2004: 2234 plus 294 (+15%) dit lijkt een continue ongelooflijke evolutie die nog versnelt +47% in laatste vijf jaar 2003: 1940 opnieuw fors toegenomen !! ( 11%) op vijf jaar tijd neemt het aantal brieven dus met 31% toe 2002: 1739, een verdere stijging met 3.7% wat mogelijks licht onderschat is omdat van sommige ziekenhuizen geen brief meer toekomt en we de elektronische versie soms vergeten uitprinten. 2001: 1676 +10.1% een angstwekkende stijging (betere verslaggeving van de specialist of veel hoger (rechtstreekse?) consultatiegraad?)) (2000: 1521// 1999 1474 //1998 1507// 1997 1462 )

C.4.Voorschrijfgedrag

C.4.1 Medicatie

C.4.2 Biologie Op basis van cijfers die ons door het labo bezorgd zijn

Cijfers 2006 werden opgevraagd op het labo, men kon ons slechts de tweede helft bezorgen Aantal aanvragen Piet 523/ Hilde 422 totaal 945 Dus nog steeds een verdere stijging (cfr grafiek)Gemiddeld bedrag bij piet 25.37 bij Hilde 25.07Globaal bedrag Piet 13270 Hilde 10577,6 samen 23847.6 euro Aantal analyses per staal niet gekend.

C.4.3. ander voorschrijfgedrag: kine en verpleegkundig:

We kregen voor het eerst een feedback van de profielcommissie. Deze monitort ons voorschrijfgedrag van alles behalve geneesmiddelenHet betreft een zeer algemeen cijfer dat weinig wordt toegelicht en niet gedetailleerd zodat het meer vragen oproept dan antwoorden

2004 Mediaan profiel ‘uw’groep €/pp

Profiel piet €/pat tov media

Profiel hilde €/pat tov media

Medische beeldv 22,08 14.04 0.64 9.90 0.45

Klin biol 33,26 44.03 1.32 37.88 1.14verpleegk 14,73 20.04 1.36 16.19 1.10kine 29.00 42.40 1.46 30.78 1.06Totaal 103.86 120.51 1.16 94.75 0.91

Dit roept heel veel vragen op Bijvoorbeeld de cijfers klinische biologie :In 2006 in de 2e helft van het jaar verzetten we samen 25000 euro volgens het laboStel dat we 1800 patiënten krijgen toegewezen Dan is het gemiddelde voor de praktjk 25000*2/1800= 27,777 wat zelfs ruim onder de mediaan uitkomt Voor Piet bekomt men hier een cijfer dat 37% hoger ligt dan wat we zelf intern schattenBovendien blijkt uit de labo feedback dat er een minimaal verschil zit tussen het voorschrijfgedrag van piet en hilde terwijl uit het cijfer van de profielcommissie blijkt dat er toch een belangrijk verschil zou zijnOok het verschil in kine voorschrift lijkt abnormaal hoog

Bijkomende vragen zijn onder meer1. wat onze verhouding is tov. andere collega’s uit de regio. Misschien is de densiteit

van verpleegkundigen of kinesisten in onze regio mee verantwoordelijk voor het relatief hoge gebruik.

2. of we voor meer patiënten onderzoeken of hulp aanvragen of bij evenveel patiënten als ander collega’s maar voor hogere bedragen?

3. Doen wij meer dingen in eigen regie? Dit zou zeker ook eens moetne bekeken worden in het licht van bijvoorbeeld het verwijsgedrag.

C.5. foutmeting critical incidentOok dit jaar maakten we weer af en toe een visgraatanalyse bij een probleem uit de praktijk.

C.5.1 INR patiënt met plotse daling HGb werd niet dringend doorverwezen

C.5.2 peni allergie niet genoteerd in specialistenbrief (klacht familie)

C.5.3 klacht secretariaat: overvolle wachtzaal terwijl 1 van de artsen niemand ziet omdat er geen afspraken opstaan

C.5.4 map boekhouding is zoek

C.5.5 GSM niet opgeladen op moment van permanentie

Algemene conclusie: blijvend werken aan een kwalitief goed dossierbeheer blijft prioritair Een aantal procedures ism secretariaat moeten verder op punt gezet worden .

D. ondersteuning van de praktijkvoering

D.1 samenwerking en delegatie

De grote vernieuwing dit jaar is de installatie en opstart van een administratieve ondersteuning in de praktijk

D.1.1 overleg tussen de artsen

D.1.1.1 overleg binnen de praktijk:

Het wekelijks praktijkoverleg op dinsdagmiddag blijft een vast kwaliteitsmoment. Met heel veel praktische afspraken maar steeds opnieuw ook leuke ideeën en projecten; Het houdt ons scherp en goed bewust van het feit dat we aan onze praktijk willen blijven werken voor verbetering. De nota’s ervan worden door Piet ingeschreven in de agenda van de praktijk (dit maakt het vlotter om het terug te vinden) op basis van herwerkt schema. Het is geen echte verslaggeving maar eerder een opsomming van wat gezegd is met concrete afspraken en opdrachten.

Er waren enkele centrale thema’s die we langdurig hebben ontwikkeld:1. de opstart van een secretariaatsondersteuning in de praktijk vanaf 01.01.2006:

er werd gekozen om stap voor stap de secretariaatsmedewerkster te laten groeien in haar job en verantwoordelijkheden en dit volgens de prioriteiten die zich aandienden

- eerst werd de administratie van het GMD (met de nieuwe partner ATD die elektronische ingave via internet aanbiedt) aangeleerd en gerealiseerd. De opvolging van de administratie, het verzamelen van kleefbriefjes en rijksregisternummers,….

- Tegelijk werd gestart met de telefoon-ondersteuning en het opvolgen van de afspraken. Over de laatste werd al terug gerapporteerd en overlegd om de afspraken te verfijnen en verbeteren.

- De administratieve verwerking van de specialistenbrieven Dankzij de overdracht hiervan voor Hilde in bevallingsrust ging kon de praktijk administratief overleven in die 3 zeer drukke maanden.

- Nadien werd de administratie rond arbeidsongevallen overgedragen - Hieraan gekoppeld ook het dagelijks beheer van de financiën: boekjes tellen,

facturen ingeven, Handzame verrekenen,….- Het stock beheer van labo en medisch materiaal - Dan werd gestart met het aanschrijven van patiënten voor mammo screening - In september volgde de opdracht van het aanschrijven voor griepvaccinatie - Ten slotte werd stap voor stap de praktijkgebonden administratie: sita, reprobel

etc overgenomen.

2. andere procedures die werden bekeken dit was vooral de permanente aandacht voor beter dossierbeheer:

correct chron medicatie, probleemlijst en antecedenten, allergie en risico’s gecodeerd ingeven van diagnose

De patiëntenoverlegsessies zijn elke dag voorzien op de momenten van de telefoonconsultaties en worden ook gebruikt voor het nazien van de agenda en het overleg rond laboresultaten en specialistenbrieven. (vooral dit laatste wordt soms wel eens vergeten) We hebben op dit moment geen behoefte om dit te veranderen.

D.1.1.2. met andere huisartsen

Het 2 tot 4 maandelijks GILI overleg tussen de praktijk van Peter Pype eerst nog met HIBO nadien met nieuwe associé (Fleur) blijft zeer motiverend en inspirerend. Dit gebeurt op een vrijdagmiddag met broodjeslunch afwisselend bij 1 van de participanten. Hiervan is wel een officiële verslaggeving. nog steeds komen we tijd tekort om al wat we wilden bespreken af te werken. Veel aandacht voor zowel praktijkorganisatorische als inhoudelijke discussie, ondersteunt en activeert het inhoudelijk overleg in de praktijk.

Zie ook C.2

De samenwerking rond de nachtpermanentie voor beide praktijken waarbij we afwisselend elk 1 nacht van de week voor ons rekening nemen loopt zeer goed en we zijn daar allen zeer tevreden mee. Daarnaast is er het jaarlijks wachtdienstoverleg om de regeling van het komende jaar te bespreken en zijn er ook af en toe vergaderingen vanuit het rustoord op initiatief van de CRA.

D.1.2 verpleegkundig overleg

Het gemeentelijk overleg bleef doorgaan met wisselende opkomst. De ondersteuning vanuit het SIT en de gemeente blijft zeer primitief en beperkt. Na het aanvankelijk succes lijkt het nu eerder wat te verminderen.

D.1.3 andere zorgverleners

D.1.3.1. thuiszorg Zie hoger (onder verpleegkundig overleg)

De twee 2 psychiatrische thuiszorgsituaties blijven lopen met af en toe teamvergaderingen aan huis bij de patiënten.

D.1.3.2.rustoordenIn het rustoord van lichtervelde was er een multidisciplinair overleg. We komen in de loop van 2006 in 5 rustoorden Lichtervelde (7), Zwevezele (1), Gits(1) en Torhout (1) en Kortemark(1 die overleden is )Totaal 11 patiënten (+3-1=+2)

D.1.3.3. Handzame

We begeleiden nog steeds 60 matig en zwaar mentaal gehandicapte volwassenen in het sint Jan de deo instituut in handzame..Hier is de toestand niet veranderd ivgl met andere jaren Bovendien doet een belangrijke groep mentale gehandicapten ambulant beroep op onze praktijk. Zij wonen in een aantal afdelingen van Tordale; in 2006 was er een info-avond waaraan wij participeerden voor de huisartsen op initiatief van 1 van de interne artsen.

D.2 toegankelijkheid en dienstverlening

Hier proberen we vooral de dingen die naar patiënten toe belangrijk waren wat te bundelen en samen te vatten: daartoe werd oa in de GILI nagedacht over patiëntenparticipatie Hieronder de tekst en de procedure

“ zijn voorzien in kwaliteitshandboek als onderdelen

3.6 bekendmaking en patiëntenparticipatie 3.6.1 website3.6.2 patiëntenfolders3.6.3 klachten en opmerkingen

1e discussie in de praktijk (18.10.2005):

nu ligt de nadruk vnl bekendmaking en informatieverstrekkingdat is belangrijk voor goede afspraken en een correct verwachtingspatroon te creeëren maar eigenlijk is dit geen echte participatie.

Voor onszelf hadden we een vierveldentabel opgemaakt

Organisatorisch Medisch-inhoudelijk Passief: Informatief Folder/

websiteFolder/website

Actief: Participatie Klachten (CI)/ ideeënbus

Klachten (CI) zelfevaluatie/monitoring

Het eerste is al wat uitgebouwd maar ook hier kan nog meer systematiek ingebracht worden Het tweede vraagt ook van ons een grotere inbreng en het is nodig daar voor onszelf toch ook eigen grenzen te stellen.Zo leek het idee van een patiëntenraad voor de praktijk ons wel aan te spreken maar anderzijds niet op korte termijn uitvoerbaar en rijst dan de vraag of inspanning en meerwaarde voldoende tegen mekaar opwegen.

Op basis van deze discussie kunnen we hoofdstuk herindelen

1. folders en website2. actieve patiëntenparticipatie 2.1 klachten opmerkingen en ideeën 2.2 zelfevaluatie

Procedure patiënteninformatie

Datum overleg en 1e opmaak 24.11.2005

Datum bekrachtiging -

Doelstellingen

De doelstelling van deze procedure is correcte informatie ter beschikking te stellen van onze patiënten zowel over het functioneren van de praktijk als over hun gezondheid(sproblemen).

Toepassingsgebied

We beschrijven in deze procedure de afspraken in de praktijk ivm. schriftelijke en electronische communicatie met patiënten: vooral de folders die gebruikt worden in de praktijk en de website

Termen en definities

Website: www.deburg.be

Praktijkfolder: toont openingsuren, bevat de missie tekst en de voornaamste praktische afspraken

Folders met informatie vooral in het kader van medische aandoeningen, bepaalde onderzoeken, aanbod van diensten in de praktijk. Hierbij zijn er folders die aangemaakt zijn in de praktijk zelf en externe folders die we gebruiken.

Electronische nieuwsbrief: een thematisch bericht met info voor patiënten dat naar de ons bekende e mail adressen wordt opgestuurd.

Communicatie via e mail en internet: tot nu werd de optie niet genomen om tweeweg-communicatie via het internet te promoten en aan te moedigen. Enerzijds is het gebruik ervan nog te weinig uitgebreid in ons patiëntele en anderzijds zien we dit momenteel eerder als extra verplichting met bijkomende organisatorische moeilijkheden dan als kans. Dit betekent niet dat er vragen komen en dat die waar mogelijk en opportuun beantwoord worden (in principe komen die vragen bij piet terecht). Preciese regelgeving hierover is nog niet opgesteld.

Praktijkoverleg: wekelijks moment op dinsdagmiddag waarop met beide artsen wordt overlegd en concrete afspraken worden gemaakt

Verantwoordelijkheden en bevoegdheden

We hebben een webmaster: Simon, die door Piet wordt aangesproken en instructies krijgt.

Piet is verantwoordelijk voor de inhoud van de website en de opstelling en verzending van de nieuwsbrief

Folders worden meestal projectmatig opgemaakt door de verantwoordelijke van het project

Het secretariaat is verantwoordelijk voor het verzamelen van de e mail adressen (oa via GMD vragenlijst)

Verwante documenten en hulpmiddelen

Werkwijze 1. praktijkfoldernaar aanleiding van ofwel herdrukken van folderofwel veranderingen in de praktijkvoeringwordt de praktijkfolder kritisch herlezen door beide artsen en op het praktijkoverleg besproken en eventueel aangepast.De aanpassingen moeten ook op de teksten beschikbaar op de website gebeuren.

2. andere folders opgemaakt binnen de praktijknav projecten, concrete vragen of afspraken kan de nood gevoeld worden om patiënteninfo beschikbaar te stellen via een folder en/of de website.

De projectverantwoordelijke kan die opmaken op basis van beschikbare info: richtlijnen, externe voorbeelden. Dit voorstel wordt op het praktijkoverleg besproken en na eventuele herwerking gefinaliseerd.Deze folders worden op de website geplaatst en kunnen nav een consult worden afgedrukt en meegegeven.We spreken af enkel nog electronisch beschikbare folders te gebruiken gezien dit een sterke vereenvoudiging vormt voor het klasseren en bewaren ervan.

Vraag hierbij- moeten alle folders op de website of houden we er nog intern op de computer?- moeten we de folders niet aftoetsen op leesbaarheid en informatieve kwaliteit bij niet

artsen/patiënten? - Moeten we geen oefening doen naar prioriteiten? Welke folders gebruiken we, welke

niet en welke hebben we eigenlijk nog nodig?

3. regelmatig wordt op het praktijkoverleg de nood geëvalueerd voor een elektronische informatiebrief

4. indien dit zinvol blijkt wordt nagedacht over te behandelen thema’s en een ontwerp tekst door Piet opgemaakt, nagelezen door Hilde en secretariaat en na goedkeuring aan de webmaster ter beschikking gesteld voor publicatie en verzending.

5. De website wordt jaarlijks begin juli globaal geëvalueerd en eventuele aanpassingen worden voorgesteld

RegistratieOp dit moment kan via een teller het aantal bezoekers aan de website worden geëvalueerd

Mogelijke andere parameters:Aantal en aard van de folders die worden geraadpleegd/afgedrukt en meegegevenProcent patiënten dat elektronisch bereikt wordt

2.Procedure patiëntenparticipatie

Dient nog verder te worden uitgewerktIets voor 2007?

D.2.1. Consultatie-uren en afspraken

Er werd voorzien om zo nodig ook afspraken te kunnen geven aan patiënten tussen 15.45 en 16.30 (voor het patiëntenoverleg

Dit wordt niet bekendgemaakt op de website of de folder maar als oplossing/reservemogelijkheid aangeboden bij concrete vragen en dient bekeken te worden afhankelijk van de andere activiteiten s’middags

D.2.2 website

Overzicht bezoekers

Totaal voor 2006: 1391 2005: 873Dus een duidelijke stijging van het aantal bezoekers in 2006 met 59, 3 % !!

Overzicht volgens maanden

D.2.3 telefoon

a. De telefoonpermanentie

Het uitbesteden van de telefoonpermanentie aan een administratieve kracht is een verademing.Je hoort de telefoon nog rinkelen maar hoeft hem tijdens de consultaties s’morgens niet meer op te nemen. Voor de secretariaatsmedewerker is het niet altijd eenvoudig om naar de

telefoonconsultaties door te verwijzen maar de afspraak dat er niet gestaard wordt maar desnoods terug gebeld wordt door de arts als hij vrij is lijkt goed te lopen als eventueel alternatief.Er is dus een drempel bijgekomen naar telefonische bereikbaarheid van de artsen maar daardoor is er een belangrijke kwaliteitsverhoging van de consultaties. b. telefoonconsultatiezijn vaak intensieve momenten soms al klachten dat telefoon (dubbele lijn) continu bezet lijkt te zijn.Het zijn altijd dezelfde beperkte groep patiënten die hier geen correct gebruik van maken en dan toch de avondconsultaties storen.

D.3 structurele kenmerken van de praktijkvoering

D.3.1 Informatica

Met het nieuwe dossiersysteem zijn er bijna nooit problemenHet is betrouwbaar, de uitwisseling van gegevens loopt perfect en continue op de achtergrond.

We hebben de elektronisch wachtverslag opgestart voor de patiënten die we tijdens de vakanties van andere collega’s zien. En ook parallelmet het bestaande rapporteringssysteem tijdens de wachtdiensten.1 van de collega’s vraagt kort nadien om zijn gegevens niet elektronisch door te sturen. D.3.2 Materiaal en uitrusting voor de praktijk

Er werd geen nieuw materiaal gekocht gezien de belangrijke investering in de uitbouw van het secretariaat. Er werd wel geexperimenteerd met ambulante bloeddrukmeting dat we via een medische firma 2 x 14d in bruikleen kregen.

D.4: vorming opleiding en literatuur

D.4.1 literatuur

De abonnementen op Hanu en Huisarts en Wetenschap werden verlengd. Ook minerva en folia pharmaceutica blijven op onze leeslijst staan.

D.4.2 vorming en opleidingHilde: volgde vooral de vormingsmomenten via de kring en de lokale ziekenhuizen Daarnaast ook participatie aan ELS

Piet: vooral via enkele internationale congressenWonca Europe in Firneze was interessant Equip invitational meeting in Barcelons eveneens boeiend en stimulerendVerder het Eerste lijns symposium als klassiek doe en luistermomentEn een work shop QM in het begin van het jaar Ethiek en economy ging over de voordracht van Y. Leterme

Proberen in 2007 systematischer de vorming te inventariseren via ons computerprogramma

D.4.3 opleiding navorming geven

Piet :De voordracht omgaan met fouten op de terugkomdag van de cursus QM van de Domus Medica en voor de kring van Kortijk Lessen QM voor de UA ism Luc Seuntjens en Roy Remmen, de evaluatie van dit project werd dan in november in Barcelona op het equip congres gepresenteerd

voordracht voor IFB cursus: de huisarts als voorschrijver.En in de reeks Topapotheek van het UAMS een work shop over kwaliteit

Voor de dag van de epilepsie was er een voordracht over urgenties en acute opvang bij een aanval.Bovendien was er het lidmaatschap van de jury voor het KCE rapport over labo-aanvragen door de huisarts

Hilde en Piet samenEn tot slot gaven we een drietal namiddagen een leuke interactieve training aan het personeel in Handzame over EHBO

D.5: Financiën: verslag begroting en planning

Financieel verslag 2006

Hilde was 11w afwezig wegens bevallingsrust

inkomsten

Globaal inkomen 2006 2005 2004

Praktijk 251.839,18 (+6%) 238.336.83(+7%) 222.154,04 (+8%)

Hilde 87.220,99 (-11 %) 97.514,05 (bevallinsrust)

Piet 164.618,19 (+17 %) 140.822,78

Verdeling 65/35 59/41 65/35

1: verdeling inkomsten 2006

2 inkomsten 2005

Besluit toename inkomsten vnl. via GMD en arbeidsongevallen Duidelijk aandeel van de secretariaatsondersteuning die op die manier ongeveer zichzelf terug verdiend heeft

Uitgaven voor de praktijk via de gemeenschappelijke rekening

1. huur praktijk 867 x 12 = 10404

2. onderhoud praktijkruimtes netto 915 soc last 635 15503. secretariaatspersoneel netto 6830 soc last 3000 9830

4. computer

a. software 2250b. hardware 0c. website 32

5. elektriciteit en verwarming 20106. telefoon 1108

7. medisch materiaal 17088. papierwaren/bureaumateriaal 3839. kleine uitgaven piet 619,27 hilde 42.71 662,41

10. lidmaatschap verenigingen abonnement tijdschrift H&W 54011. afvalverwerking 3012. investeringen

a. inrichting praktijk /secretariaat 3532.72

Totaal 34040 euro

buitengewone uitgaven uit sociale reserve:bevallingsrust Hilde 5984

de inkomsten op de gemeenschappelijke rekening waren ten belope van 42700

Begroting 2007

Inkomsten

We verwachten een toename van de GMD’s met ongeveer 2000 euro Een status quo voor rusthuis en ocmw

Wat betreft de boekjes blijft de ambitie om te groeien maar in een dalende vrij concurrentiele markt is dat mogelijks optimistisch Als we qua prestaties gelijk blijven dan kunnen we het inkomen gewoon indexeren (+1.38 %)

255314 euro

Verwachte inkomsten 2007 257000 euro

Dit betekent dat we de inkomsten uit de gemeenschappelijke rekening kunnen begroten op +/- 44.800 euro Mogelijkse bonus is een vergoeding vanuit impulseo 2 maar dat lijkt slechts vanaf 2008 realistisch

Begroting uitgaven 2007 voor de gemeenschappelijke rekening

huur 10404

personeel : Marleen 1550Katelijn 11000

Onderhoud lokalen elektriciteit klein med. materiaalBureau materiaal telefoon etc etc 7000

Software abonnement 2278

Reserve voor sociale risico’s ziekte bevalling 5000

Totaal 37232

Blijft over voor eventuele Investeringen: 7550

Mogelijke besparing administratiekosten GMDDoor ATD ipv LTD 250

Mogelijke keuzes worden op het praktijkoverleg besproken

1 aankoop van 24 uurs bloeddrukregistratie: zeer positieve evaluatie qua haalbaarheid in de praktijk dankzij proef met toestel van een firma Voldoende grote doelgroepNadeel : geen vergoeding in riziv nomenclatuur

2 aankoop van onderzoekstafel (compact model) voor secretariaat Doel: ECG op afspraak via secretariaat/ patiënt die onwel wordt in de wachtzaal/ uitzonderlijk als ‘ontsnapping’ als de twee andere ruimtes volzet zijn (bv. inspuiting voor vaccinatie tussenin/ als diëtiste een praktijkruimte bezet )……..

Wat dan nog overblijft kan eventueel gebruikt worden als forfait/ristorno (soort vakantiegeld) uit te betalen aan beide artsen

E.besluit

E.1 Evaluatie

De eenvoudige maar zeer spannende oefening wat deden we echt in 2006 van de Planning voor 2006 die we vorig jaar opmaakten

Planning 2006 “Opnieuw eerder als een menukaart te bekijken (teveel om het allemaal te kunnen doen)” :

Medisch inhoudelijk:

1. procedure rond endocarditis-profylaxe uitwerken is uitgevoerd 2. patiënteninfo en –dagboek bij risicomedicatie: marcoumar, amiodarone, digitalis,

antiepileptica,.…niet echt geimplementeerd wel warm gehouden 3. magistraal formularium integreren in ons voorschrijfgedrager is een aanzet gegeven, het formularium is geupdate maar wordt slechts beperkt gebruikt4. hypertensie betere detectie, agressiever behandelenmet kleine stapjes, blijft permanent aandachtspunt, formularium werd herwerkt 5. spiro en COPD een praktijkrichtlijn implementerenlijkt in 2006 echt van de grond te komen6. netwerk psychiatrische diensten evalueren en uitbouwen is gerealiseerd 7. implementatie Cognitieve gedragstherapie verder realiserendaarrond werd weinig actie gevoerd8. rookstatus vooral bij diabetes en cardiovasculaire preventie beter noterenis gelukt 9. automatisch uitnodigen patiënten voor screening mammografie is gelukt 10. in de computer de mensen met verhoogd cardiovasculair risico (secundiare preventie)

aanduiden nog niet geimplenteerd11. diabetespatiënten:

1 betere registratie rookstatus ja2 betere bloeddrukcontrole neen3 griepvaccinaties okee4. microalbuminurie bepalen in 50 % vd gevallen al5. vragenlijst symptomen invoeren neen

Kwaliteitsbewaking en praktijkmanagement:1. Vorming Geen echte plannen voor 20062. Kwaliteitshandboek

a. herevaluatie missie en visie na 5 tal jaar b. procedures herschrijven in kader van opstart secretariaatsondersteuning :

uitgesteld 3. Feed back gegevens verzamelen via profielcommissie radiologie biologie TVP, kine.

Kwam vanzelf op ons af

4. Alle contacten , dus ook Huisbezoeken noteren in medisch dossierVermoedelijk halen we toch score boven de 90-95% hievoor 5. Aantal GMD’s opdrijven naar 1500We bleven hangen rond 13426. nadenken over externe praktijkvisitatie: ingaan op kansen die we daarvoor krijgen

niet gerealiseerd

samengevat 9 topics werden goed gerealiseerd 3 werden er partieel gerealiseerd 8 werden er niet gerealiseerd

Planning 2007

1. visie en missie evalueren en herformuleren, daar doelstellingen aan toevoegen en op basis daarvan prioriteiten in de planning selecteren

2. werken aan een kwaliteitsvol dossier a. alle contacten in dossier invoeren b. rookstatus bij alle GMD patiënten vanaf 18 jaar invoeren c. up to date houden en opkuisen chron medicatie d. bijhouden en aanvullen antecedenten en probleemlijst

met zeer specifieke aandacht voor cardiovasculaire risico patiënten (oplijsten)e. correcte allergie en risico lijstf. gecodeerd ingeven diagnose indien mogelijk g. pap smear aanpassen termen in computer

2. projectwerking a. vaccinatie: verbeteren vaccinatiegegevens tetanos door aanschrijven patiënten

op 25/35/45/55 jaar /// gebruik vaccinet voor bijhouden vaccinatiegegevens en bestelling vaccins

b. cognitieve gedragstherapie

3. doelgroepwerking a. diabetespatiënten

Bloeddrukcontrole blijft belangrijker dan ooitVoorlopig streefdoel voor 2007: 60% van onze diabetespatiënten gebruiken een statine? Idem voor asperineIndicator LDL <100 en <70 bij cardiovasc. incidentScreenen op microalbuminurie bij stoornis systematisch ace of sartaan opstarten tenzij contraindicatie voetcontrole moet bij meer patiënten vragenlijst symptomen systematisch noteren

b. zuigelingen c. astma copd .

4. voorschrijvena. medicatie :

i. magistrale medicatie implementeren ii. goedkope medicatie.

iii. patiënteninfo en –dagboek bij risicomedicatie: marcoumar, amiodarone, digitalis, antiepileptica

b. laboc. kine en thuisverpleging

5. . uitwerken van kwaliteitshandboeka. Patiëntenparticipatieb. Andere procedures herbekijken in functie van secretariaatsondersteuning c. voorbereiden extern praktijkvisitatie in 2008d. vorming planmatig aanpakken via portfolio systeem

6. investeringen a. aankoop van 24 uurs bloeddrukregistratie: zeer positieve evaluatie qua

haalbaarheid in de praktijk dankzij proef met toestel van een firma b. aankoop van onderzoekstafel (compact model) voor secretariaat