janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun...

19
NATUUR – AANPASSING AAN DE OMGEVING Verschillende soorten leefmilieus of biotopen Wat is een biotoop? Een biotoop is een gebied met éénzelfde landschapstype waarin bepaalde dieren kunnen leven. Binnen een biotoop kunnen habitats worden onderscheiden. Een habitat is de specifieke plaats binnen een biotoop waar een organisme / dier leeft. Bijvoorbeeld in de biotoop bos is de bodem de habitat van een regenworm. Dit dier heeft zich aangepast Dieren zijn aangepast aan hun habitat (= het gebied waarin ze leven) maar ze zijn ook aangepast aan de omstandigheden om zich te beschermen tegen andere dieren en om aan voedsel te geraken. Roofdieren en prooidieren: Roofdieren, zoals een vos, kunnen door de plaats van hun ogen goed verte zien. Prooidieren, zoals het konijn, hebben een minder ruim en wijd beeld maar hebben een ruimer gezichtsveld. Zo kunnen ze veel beter zien wat er rond hen heen gebeurt en kunnen ze een roofdier op tijd zien.

Transcript of janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun...

Page 1: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – AANPASSING AAN DE OMGEVING

Verschillende soorten leefmilieus of biotopen

Wat is een biotoop? Een biotoop is een gebied met éénzelfde landschapstype waarin bepaalde dieren kunnen leven. Binnen een biotoop kunnen habitats worden onderscheiden. Een habitat is de specifieke plaats binnen een biotoop waar een organisme / dier leeft. Bijvoorbeeld in de biotoop bos is de bodem de habitat van een regenworm.

Dit dier heeft zich aangepast

Dieren zijn aangepast aan hun habitat (= het gebied waarin ze leven) maar ze zijn ook aangepast aan de omstandigheden om zich te beschermen tegen andere dieren en om aan voedsel te geraken. 

Roofdieren en prooidieren: Roofdieren, zoals een vos, kunnen door de plaats van hun ogen goed verte zien. Prooidieren, zoals het konijn, hebben een minder ruim en wijd beeld maar hebben een ruimer gezichtsveld. Zo kunnen ze veel beter zien wat er rond hen heen gebeurt en kunnen ze een roofdier op tijd zien.

 

Tanden : Vleeseters  knipkiezen om vlees te kunnen verscheuren (vb: leeuwen)Planteneters plooikiezen om de taaie planten te kunnen fijnmalen (vb: zebra)Alleseters  knobbelkiezen om zowel vlees als planten te kunnen malen en scheuren (vb: mens)

Page 2: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

Snavels:

Kegelvormige snavel: Dit gebruiken ze om zaadjes te eten.

Haaksnavel: Met deze snavel kunnen roofvogels hun prooi verscheuren.

Boorsnavel: Een lange, smalle en beetje gebogen snavel om mee in de modder en de grond te boren.

Speervormige snavel: Met deze snavel kunnen de vogels pikken naar vissen in het water.

Kromme snavel:Vb een papegaai.

Pincentvormige snavel: Deze snavel is erg handig om insecten te vangen.

Zeefsnavel: Met deze snavel haal je de viezigheid weg en hou je de lekkere waterdiertje over.

Page 3: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

Deze plant heeft zich aangepast

Net als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een waterrijke omgeving leven erg grote bladeren. Het maakt immers niet uit of ze veel water verliezen door verdamping via hun bladeren, want er is water genoeg. Planten die dan weer in erg droge gebieden staan, hebben eerder kleine bladeren. Voor hen is het belangrijk dat ze niet te veel water verliezen door verdamping. 

Een waterlelie leeft in het water en mag dus grote bladeren hebben. 

Dit heideplantje heeft piepkleine blaadjes. Het leeft in een droog gebied waardoor het niet te veel water mag verliezen door verdamping. 

Page 4: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – ETEN EN GEGETEN WORDEN

Een voedselketen

 Een voedselketen laat zien hoe dieren in een biotoop in relatie tot elkaar staan. Kortom: wie wordt opgegeten door wie? 

Elke voedselketen start bij de producenten (= planten). De planten worden dan weer gegeten door planteneters. Deze worden dan weer gegeten door vleeseters. Als het dier dat bovenaan de voedselketen staat, sterft wordt het ‘opgeruimd’ door schimmels, bacteriën, … Die noemen we de opruimers. De resten worden opgenomen in de bodem waar dan weer planten opgroeien en zo is de keten rond. 

Een voorbeeld: De veldmuis knabbelt van de maïsplant. De veldmuis wordt opgegeten door de slag. De slang wordt dan weer opgepikt door de havik; Als de havik op zijn oude dag sterft, wordt hij verteerd. De reststoffen van de ooit zo trotse havik komen in de bodem terecht waar de maïsplanten sterk op groeien. 

Een voedselweb

Een voedselweb bestaat uit meerdere voedselketens die sommige delen gemeenschappelijk hebben. De meeste voedselketens in een biotoop zijn op deze wijze met elkaar verweven. Dit komt doordat de meeste organismen niet slechts één voedselbron aanspreken maar een min of meer gevarieerd dieet hebben. Op hun beurt kunnen de organismen ook meer dan één andere soort tot voedsel dienen.

Page 5: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – INDELING VAN DE DIEREN

Dieren kun je in twee groepen verdelen. De ene groep heeft een wervelkolom, deze dieren noemen we gewervelde dieren. Vissen, amfibieën, reptielen, vogels en zoogdieren zijn gewerveld. Hun botten vormen het skelet. Het skelet zorgt voor de vorm,  stevigheid en bescherming van hun lichaam. 

De andere groep is de groep van ongewervelde dieren: ze hebben geen wervelkolom. Deze dieren hebben geen inwendig skelet, maar proberen zich op een andere manier te beschermen. Weekdieren (zoals  de slak) gebruiken bijvoorbeeld een schelp om hun zachte lijf te beschermen en geleedpotigen (zoals de krab) worden beschermd door een harde schaal, die we uitwendig skelet (of exoskelet) noemen. 

Bacteriën zijn geen dieren. Ze vormen een heel aparte groep. 

Dierlijke kenmerken

Ademhaling Verschillende dieren ademen op een andere manier bijvoorbeeld met longen, kieuwen, door de huid, met tracheeën,...

Voedsel Planten kunnen hun eigen voedsel maken, maar dieren moeten op zoek naar hun eten. Dieren die planten eten noemen we herbivoren. Dieren die andere dieren eten, heten carnivoren (vleeseters).

Leefmilieu Op elk leefmilieu leven andere dieren. De drie leefmilieus zijn in het water, in de lucht en op het land.

Lichaamsdelen Dieren zien er niet allemaal hetzelfde uit, je hebt verschillende soorten die zich van elkaar kunnen onderscheiden door bijvoorbeeld het aantal poten, het hebben van een skelet, een snavel of antennes,...

Warmbloedig Warmbloedige dieren zijn dieren met een vaste lichaamstemperatuur. Die temperatuur verandert niet bij warm of koud weer. Mensen zijn ook warmbloedig: wij hebben een lichaamstemperatuur van 37°C .

Om de koude temperaturen in de winter te overleven hebben een aantal dieren een plan. Sommige vogels trekken naar het zuiden en andere warmbloedige dieren houden een winterrust of winterslaap. Zij brengen hun activiteiten in de winter op een minimum om krachten te sparen. Dieren die een winterrust houden, zoals dassen, eekhoorntjes en beren brengen hun lichaamstemperatuur een paar graden naar beneden, worden vaak wakker en eten dan.

Koudbloedig Koudbloedige dieren hebben een veranderlijke lichaamstemperatuur. Ze nemen de temperatuur aan van de omgeving waarin ze leven. Zo komt het dat zij in de zomer heel actief en levendig zijn en dat zij naar de winter toe loom lui tot zelfs bewegingloos worden. Bij een zeer strenge winter zullen vele koudbloedige dieren niet overleven.

Voortplanting Ook de voortplanting is bij vele dieren verschillend. Zo zijn er dieren die eieren leggen en andere baren hun kinderen levend. We noemen deze dieren dan ook levendbarend. 

Ongewervelden

Page 6: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

De ongewervelde dieren worden onderverdeeld in 8 klassen:

wormen spinnen weekdieren insecten schaaldieren stekelhuidigen holtedieren duizend- en miljoenpoten

Gewervelden

De gewervelde dieren worden onderverdeeld in 5 klassen:

 zoogdieren vogels vissen reptielen amfibieën

Determineren

Page 7: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – INDELING VAN DE PLANTEN

Onderdelen van een plant en hun functie

Bomen determineren

De stengel zorgt voor vervoer. Opwaarts wordt water met mineralen vervoerd. Neerwaarts is het vervoer van voedingstoffen in water opgelost. 

De bladeren vangen licht op. Ze maken van water en koolstofdioxide voedsel voor zichzelf (glucose). Het restproduct, zuurstof, scheiden ze terug af. ( = fotosynthese)  

De wortels zuigen water en mineralen op uit de grond en zorgen voor vasthechting.   

Page 8: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – WERKING VAN DE MENS

Ademhaling

Spijsvertering

In je mond wordt het voedsel fijngemalen en vermengd met speeksel. Daarna gaat het door naar de slokdarm die het fijngemalen eten verder naar beneden duwen tot aan de maag. 

In de maag wordt het voedsel vermengd met maagsappen. De elastische maagwand blijft ondertussen het voedsel verder kneden tot het fijn genoeg is om door  te reizen naar de dunne darm. Hier worden de voedingsstoffen opgenomen in het bloed. 

In de dikke darm wordt het water en ander vocht uit de onverteerbare resten gehaald. Vervolgens scheid je lichaam het uit als uitwerpselen.  

Page 9: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

Bloedsomloop

Het hart werkt als een pomp. In de boezems komt bloed toe en uit de kamers wordt bloed weggepompt. De rechterboezem ontvangt het zuurstofarme bloed uit het lichaam via de lichaaamsader. De rechterkamer duwt dit bloed naar de longen  waar het opnieuw van zuurstof wordt voorzien. Daarna wordt dat bloed naar de linkerboezem gestuurd en vervolgens naar de linkerkamer. Van hieruit wordt het via de aorta naar het lichaam gepompt. 

Zintuigen

Het oog: Lichtstralen komen door de lens ondersteboven op het netvlies terecht. De oogzenuw stuurt het beeld naar de hersenen. Die hebben geleerd dat ze het andersom moet terugdraaien. Zo zie je het voorwerp.  

Het oor: Buitenoor:Geluiden worden opgevangen door de oorschelp.Via de gehoorgang worden ze naar het trommelvlies geleid.Middenoor:Dit deel van het oor is gevuld met lucht.  De buis van Eustachius zorgt ervoor dat de luchtdruk langs beide zijden van het trommelvlies gelijk blijft.Binnenoor:De geluidstrillingen worden via het slakkenhuis en de gehoorzenuw doorgestuurd naar de hersenen.

Page 10: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

De neus: De geur verspreidt zich door de lucht. Bij het ruiken komt die lucht boven in de neus langs speciale haartjes. Die haartjes zijn de uiteinden van zenuwen. Je kunt het beste ruiken als je de lucht diep opsnuift. De geurberichten gaan door de zenuwen naar de hersenen. Dan weten we wat we ruiken.

De smaak / tong:

De huid:

Je huid is gevoelig voor de aanrakingen van andere dingen. Je hele lichaam zit vol met cellen. De cellen geven prikkels door aan je hersenen. Die zorgen ervoor dat je iets gaat doen. Als iets jeukt weten je hersenen precies waar het jeukt, en ga je krabben.

Page 11: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

Geraamte

Het geraamte heeft drie functies: 

1) Bescherming van de organen2) Verstevigen van het lichaam, steun3) Aanhechting voor spieren

Spieren

Ouder worden

Doorheen ons leven groeien en veranderen we. We doorlopen in ons leven verschillende levensstadia: 

- baby 0 – 1,5 jaar- peuter  1,5 – 4 jaar- kleuter 4 – 6 jaar- kind 6 – 12 jaar- puber 12 – 18 jaar- volwassene 18 – 65 jaar- bejaarde 65 - … jaar

Triceps trekt samen en laat de voorarm zakken terwijl de biceps ontspant. 

Triceps ontspant en biceps trekt samen om de bovenarm op te tillen.  

Page 12: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – VOORTPLANTING

Planten

Veel bloemen hebben gekleurde bloemblaadjes en ruiken erg lekker. Met die mooie kleuren en lekkere geurtjes proberen ze insecten te lokken. Deze insecten zorgen er voor dat de plant zich kan voortplanten. In bloemen zitten meeldraden en een of meer stampers. De meeldraden zijn mannelijke voortplantingsorganen en stampers zijn vrouwelijke voortplantingsorganen. Het stuifmeel dat de insecten verplaatsen komt van de meeldraden. De plant is bevrucht als het stuifmeel in contact komt met de stamper. Een deel van de stamper heet het vruchtbeginsel. Dit kan uiteindelijk veranderen in een vrucht. In een vrucht worden de zaden rijp. Er zijn ook bloemen, waar de wind zorgt voor de bevruchting. Die bloemen missen de mooie kleuren. Ze ruiken trouwens ook niet lekker.

Dieren

Levendbarend:  In het woord zoogdieren, zit het woord ‘zogen’. Dit wil zeggen dat net als bij de mens, deze dieren hun jongen levend baren. Het vrouwelijk dier zet het jong op de wereld en voorziet het van melk en voedsel. 

Eieren: Vogels, reptielen, vissen, amfibieën en de ongewervelde dieren leggen eieren. Dit wil zeggen dat het jong zich ontwikkeld in een ei. Eens het jong groot en sterk genoeg is, komt het uit het ei. 

Mensen

Na de geslachtsgemeenschap zwemmen miljoenen zaadcellen door de vagina naar de baarmoeder. Als een zaadcel een rijpe eicel binnendringt, versmelten ze met elkaar. Dit noemen we de bevruchting. De eicel is veel groter dan de zaadcellen. Ze bevat de informatie die de baby van mama kan krijgen. Er zit ook reservevoedsel in voor de eerste dagen na de bevruchting. Zaadcellen bestaan uit een kop en een staart. De staart zorgt ervoor dat de zaadcel erg beweeglijk is. Zaadcellen zijn immers topzwemmers. In de kop van de zaadcel zit informatie voor de kenmerken die de baby van papa krijgt. 

1 = baarmoederhals2 = placenta3 = vruchtwater4 = navelstreng5 = baarmoederwand

Page 13: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – DE AARDE, DE ZON EN DE MAAN

Dag en nacht en de seizoenen

De aarde draait om zijn eigen as en rond de zon. De aarde draait in tegenwijzerzin rond haar eigen as. Hiervoor heeft ze 24 uur de tijd nodig, wat wij 1 dag noemen. Doordat de aarde draait gebeuren er 2 dingen bij ons:  - het wordt dag en nacht- het wordt warmer en kouder  de seizoenen

De aarde draait ook in tegenwijzerzin rond de zon. Hiervoor heeft ze 365 dagen de tijd nodig, wat wij 1 jaar noemen. Eigenlijk draait de aarde zelfs nog net iets sneller dan een jaar rond de zon, zo'n vierde van een dag. Daarom wordt er elke 4 jaar een schrikkeljaar gehouden: dit is een jaar met een extra dag, namelijk 29 februari, dan telt het jaar 366 dagen. 

De getijden

De aarde en de maan. Waarvoor zorgt de aantrekkingskracht van de maan?  Wel, stel je even voor dat de hele aarde volledig uit water zou bestaan, dan zal het water in een bult komen te staan aan de kant waar de maan zich bevindt. Dit noemen we de vloed. 

Doordat de aarde draait rond zijn as (1omwenteling is een dag), verandert de plaats op aarde waar zich die bult bevindt dus constant. Op een bepaald moment raak je dan ook aan de zijkanten van de aarde met relatief weinig water. Dit zijn plaatsen waar er eb is.

Page 14: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – WEER EN KLIMAAT

Weerselementen

Weer is dat wat we buiten aan de lucht merken. Het bestaat uit 5 elementen: - temperatuur, wind, luchtdruk, bewolking en neerslag.

Weerselementen meten we met een pluviometer(regen), barometer(luchtdruk), thermometer(temperatuur) en een windwijzer en windsnelheidsmeter. 

Weer vs Klimaat

Klimaat is het gemiddelde weer op een bepaalde plaats op de wereld gedurende 30 jaar. Er zijn soorten klimaten: tropisch klimaat, landklimaat, zeeklimaat, woestijnklimaat, poolklimaat, …

Klimaattypes en hun kenmerken

Mensen passen

zich aan het klimaat waarin

ze leven aan. Denk maar aan: - kledij- huizen- gewassen en geteelde dieren- leefritmes (siësta, donkere en lichte uren)

Page 15: janicewout.files.wordpress.com file · Web viewNet als dieren zijn planten ook aangepast aan hun biotoop (= leefomgeving). Zo hebben planten die in een . waterrijke. omgeving leven

NATUUR – MILIEU

Milieuvervuiling en de gevolgen

Milieuvervuiling is de aantasting van het milieu door de mens, zoals de vervuiling van de lucht (luchtvervuiling), water (watervervuiling) en grond (grondvervuiling). Milieuvervuiling zorgt voor beschadiging van de natuur en voor aantasting van het leefgebied van dieren. Het ene soort vervuiling zorgt vaak ook voor een ander soort vervuiling. Luchtvervuiling kan bijvoorbeeld ook grondvervuiling veroorzaken.

De oorzaak van luchtvervuiling is bijvoorbeeld CO2 uitstoot, asbest, smog en zure regen. CO2-uitstoot komt uit de uitlaat van auto's. Er komen dan giftige stoffen uit de uitlaat. Dat vervuilt de natuur en er kan een gat in de ozonlaag komen. Een ozonlaag is de laag die om de aarde zit. Hierdoor kunnen wij op aarde leven. Er zit bijvoorbeeld zuurstof in, en hij beschermt ons tegen de zon. Hierdoor wordt het warmer op aarde en smelten de ijskappen van de Noordpool. Zure regen komt doordat er giftige stoffen in de lucht komen. Als het regent worden die giftige stoffen opgenomen in de regen en vallen naar beneden. Zure regen zorgt voor zure grond en kan bij veel zure regen zelfs zorgen voor het massaal doodgaan van planten.

Vervuiling van het water gebeurt door bijvoorbeeld fabrieken die vervuild water lozen in sloten, rivieren of meren en mensen die afval in het water gooien. Door het vuil in het water wordt veel van wat in het water leeft, zoals vissen, ziek of gaan zelfs dood. Dieren die van die vissen leven krijgen de giftige stoffen ook binnen via de vissen en worden ook ziek of gaan dood.

Grondvervuiling, planten nemen de giftige stoffen op via hun wortels. Mensen en dieren eten hiervan en worden hiervan ziek. Vervuiling van de grond kan dus zorgen voor het sterven van planten, maar ook dieren en mensen. Regen die door vervuilde grond sijpelt, neemt giftige stoffen mee en dat komt uiteindelijk in het grondwater. 

Milieuvriendelijke energie

Er zijn verschillende manieren waarop groene stroom opgewekt kan worden: met behulp van: - Aardwarmte: elektriciteit opwekken door middel van aardwarmte - Biomassa: het verbranden van plantaardig materiaal zoals snoeiafval of afvalhout uit de bouw of                      industrie, of het vergisten van plantaardige materiaal zoals mest - Waterkracht: waterturbines, werken bij een sluis in een rivier, golfslagenergie,getijdenenergie- Windenergie: met windturbines- Zonne-energie, zonnestroom: elektriciteit uit zonlicht- Windmolens 

DE OVERHEID EN MILIEUVREINDELIJKHEID

De overheid probeert mensen aan te sporen na te denken over het milieu door onder andere mee te werken aan energieprijzen en reclamecampagnes.