Themales karaktertrekjes instructie

Nodig: werkblad dierenkaarten, bord/flap en stiften, werkblad fabel

Opwarming: Vraag aan de cursisten welk dier ze zouden willen zijn als ze over een uur in een dier zouden veranderen en waarom ze dat dier zouden willen zijn. Vraag wat voor betekenis bepaalde dieren in andere culturen hebben. Voorbeeld: in Nederland staat een uil voor wijsheid.

Vervolgens de kaarten omgekeerd op tafel leggen met de afbeelding naar beneden. Dan draait een cursist een kaart om en vertelt wat voor dier het is. De naam schrijf je op de flap/bord. Welke eigenschappen/karaktertrekken horen volgens de cursisten bij dat dier? Die schrijf je erachter en zo verder. Met de blanco kaarten kan worden aangevuld.

Daarna een kaart laten kiezen en vertellen waarom je voor die kaart hebt gekozen. Als de cursisten elkaar redelijk goed kennen kunnen ze ook voor elkaar een kaart kiezen en vetellen waarom ze voor die kaart hebben gekozen.

Vervolgens de fabel voorlezen zonder de samenvatting. Waar staat een fabel voor? Daarna uitdelen en samen lezen. Kennen ze nog meer dierenverhalen met een betekenis?

Groepjes maken en elk groepje twee dieren laten kiezen. Dat mogen ook dieren zijn die niet op de kaarten staan. In groepjes een fabel maken waarbij de volgende onderwerpen ter sprake komen:- eigenschappen van de dieren: vb slim, gevaarlijk, sterk etc.- een plaats: vb het bos, een fabriek, een winkel etc.- een seizoen- een tijd: vb ochtend, middag, etc. - verbindingswoorden om alinea’s te koppelen zodat er een verhaaltje ontstaat: vb toen, nadat, daarna, etc

Als laatste de verhaaltjes aan elkaar voorlezen en de betekenis uit laten leggen.

Alternatief is het werkblad: waar gaat deze fabel over? Kunnen ze er een verhaaltje bij maken?

Werkblad fabel cursist

Zuster gans en broer vos – Een Amerikaans verhaal over rassendiscriminatieZuster gans zwom op een dag in het meer, en de oude broer vos verborg zich achter de struiken aan de oever. Langzaam zwom zusje gans naar de kant. Toen ze er dicht genoeg bij was, sprong broer vos uit zijn schuilplaats tevoorschijn om haar te vangen: "Zo zusje gans," sprak hij, "nu heb ik je eindelijk. Je hebt in mijn meer gezwommen, en dat was niet de eerste keer. Vandaag heb ik je te pakken. Ik ga je nu je nek omdraaien en je dan oppeuzelen."

"Kalm, kalm, broer vos," antwoordde de gans, "ik heb toch zeker evenveel recht om in dit meer te zwemmen als jij! Mocht je daaraan twijfelen dan gaan we naar de rechtbank, en daar zullen ze dan wel uitmaken, of jij het recht hebt, mij mijn nek om te draaien en me op te eten."

En zo gingen ze naar de rechtbank. Maar wat bleek de gans daar te wachten te staan! De sheriff was een vos, de rechter was een vos, de advocaten waren vossen en de getuigen waren vossen. Ze verhoorden de gans, veroordeelden haar, lieten haar terechtstellen en kloven gezamenlijk de ganzenbotjes af. Welnu kinderen, luister goed naar me, wanneer alle mensen, die je bij een rechtbank aantreft, vossen zijn, en je bent zelf maar een doodgewone gans, dan hoef je ook geen gerechtigheid voor een arme gans te verwachten.

SamenvattingEen Amerikaans verhaal over rassendiscriminatie. Een gans en een vos gaan naar de rechtbank om te kijken wie er gelijk heeft. Maar wat blijkt? De advocaten, de getuigen en de rechters zijn allemaal vossen en de gans krijgt geen eerlijk proces.

Toelichting

Afro-Amerikaanse verteltraditie.

Bron:volksverhalen almanak

Werkblad eigen fabel cursist

Maak met je groepje een fabel waaruit de karaktereigenschappen van de dieren die je gebruikt blijken. Gebruik verbindingswoorden om er een goedlopend verhaaltje van te maken zoals:- toen- daarna- nadat- vervolgens- tenslotte etc.

Maak ook gebruik van de volgende onderwerpen. Noem in je verhaaltje: - eigenschappen van de dieren: vb slim, gevaarlijk, sterk etc.- een plaats: vb het bos, een fabriek, een winkel etc.- een seizoen- een tijd: vb ochtend, middag, etc.

Werkblad: waar gaat deze fabel over? cursist