Naam: ………………………………………………….

Klas: …………………

19.12.2012

DerdeGraad

2

“Neem je eigen lot in handen voor iemand anders het doet.”

(Jack Welch, ex-CEO General Eelectric, 2004)

3

Inhoudstafel

1. Voorwoord p. 04

2. Inspirerende tekst p. 05

3. Opdrachten p. 06

4. Evaluatie p. 15

4

1. Voorwoord van de directie

Beste leerlingen

Vandaag besteden we de hele voormiddag aan een zoektocht naar jullie talenten! Dankzij onze

deelname aan het project Go4talent en de inzet van onze leerkrachten beschikken jullie nu over een

handig instrument om jullie talenten te ontdekken.

De Martinusschool bezit een belangrijke troef in haar schoolcultuur: door de aanwezige diversiteit

kunnen er méér kansen geboden worden om onze studenten op te voeden tot “wereldburgers”!

De jongere ontmoet op het schoolterrein een publiek uit verscheidene onderwijsvormen, provincies,

levensbeschouwingen, culturen, sociale klassen… met een divers aanbod aan talenten.

Onze studenten intensief begeleiden om de best mogelijke kansen voor elk kind te creëren, is voor

elke leerkracht een boeiende maar zware opgave. Alléén in een kindvriendelijke cultuur kan een

jongere zijn talenten ontwikkelen en open staan voor de begeleidingsinitiatieven van de leerkracht.

De student blijft beter gemotiveerd om te leren in een leeromgeving waarin aandacht besteed wordt

aan zijn betrokkenheid bij en aan een positieve belevenis van het leerproces.

Daarom heeft de school in het verleden al een aantal maatregelen genomen om de

talentontwikkeling van de studenten te bevorderen. Jullie kennen hiervan reeds de A,B,C-

evaluatiemethode, het seminarie-aanbod, het vrij podium, de talentgerichte oneliners op facebook

en de individuele enquêtes op het einde van het schooljaar. Vorig schooljaar werd dit al aangevuld

met de huidige zoektocht en een culturele avond in de Kimpel op woensdag 28 maart 2012 om de

talenten van onze studenten te laten schitteren.

Samen hopen we op een gelukkig en gezond 2013, waarin we met vernieuwde moed en een fris

hoofd jullie talenten trachten te stimuleren en alzo de vereiste leerwinst bereiken om een maximale

realisatie van jullie toekomstdromen te kunnen verwezenlijken.. .

Van harte, Elisabeth Vanrusselt, directeur campus Martinus Bilzen.

5

2. Inspirerende tekst: “Laat talent je inspireren”

Ontdek talent en ontwikkel het. Dat is de boodschap van Michiel Schoemaker, hoogleraar talentmanagement aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. “Scholen hebben de afgelopen tien jaar de nadruk gelegd op wat leerlingen moeten kunnen en weten. Een goede zaak, maar nu is het tijd voor talent.”

“Mensen zijn het meest gemotiveerd en geïnspireerd als ze het gevoel hebben met hun talenten bezig te zijn”, stelt hoogleraar Michiel Schoemaker. Hij promoveerde eind jaren ‘90 op zijn onderzoek naar de relatie tussen individu en organisatie. Als vervolg hierop werd hij in hoogleraar aan de leerstoel ‘Identiteit en talent in netwerkorganisaties’ aan de Radboud universiteit in Nijmegen. “Als mensen met hun talent bezig zijn, voelen ze passie voor hun studie of werk. Automatisch leveren ze dan betere prestaties.” Hij onderschrijft het belang van competenties, maar hoopt dat werkgevers de komende tijd meer de nadruk leggen op talent. “Ook gezien de naderende krapte op de arbeidsmarkt. Het wordt steeds belangrijker om talent aan te trekken en te behouden.”

Iedereen heeft het

Iedereen heeft talent. Je moet het alleen op de goede manier inzetten en dat heeft soms tijd nodig. “Zeker als je als midden 20-er na je studie de markt instroomt”, vult Schoemaker aan. “Je moet verkennen, ontdekken. Stel jezelf de vraag: ‘Wat vind je leuk om te doen en wat vind je minder leuk?’ Als het goed is, komt je talent rond je 30e tot een wasdom en maak je de keuzes voor je loopbaan.” Maar wat als blijkt dat je rond je 40e de verkeerde keuzes hebt gemaakt? “Dan is het gelukkig nog niet te laat het roer om te gooien en je talent alsnog te vinden”, besluit de hoogleraar. “Want talent mag dan wel aangeboren zijn, je kunt het ook naar je hand zetten. Dat leidt tot inspiratie en dus een tevreden en gelukkig gevoel. Daar is uiteindelijk iedereen bij gebaat: jij, je collega’s en je werkgever.”

6

3. OpdrachtenDit zijn de vakoverschrijdende doelstellingen die we vandaag willen bereiken met jullie.

Overloop deze 14 doelstellingen kort.

01. De leerlingen brengen belangrijke elementen van communicatief handelen in praktijk21. De leerlingen verwerven inzicht in de eigen sterke en zwakke punten.11. De leerlingen kunnen gegevens, handelwijzen en redeneringen ter discussie stellen aan de hand van relevante criteria.12. De leerlingen zijn bekwaam om alternatieven af te wegen en een bewuste keuze te maken.16. De leerlingen houden rekening met ontwikkelingen bij zichzelf en bij anderen, in samenleving en wereld.22. De leerlingen ontwikkelen een eigen identiteit als authentiek individu, behorend tot verschillende groepen.13. De leerlingen kunnen onderwerpen benaderen vanuit verschillende invalshoeken.02. De leerlingen kunnen originele ideeën en oplossingen ontwikkelen en uitvoeren

15. De leerlingen houden rekening met hun interesses en mogelijkheden bij hun studie- of beroepskeuze.12. De leerlingen erkennen de invloed van hun interesses en waarden op hun motivatie.16. De leerlingen kunnen reflecteren over hun studie- of beroepskeuze.14. De leerlingen zijn bereid alle studierichtingen en beroepen naar waarde te schatten.10. De leerlingen kunnen feedback geven en ontvangen over hun leerervaringen.11. De leerlingen kunnen het eigen aandeel in slagen en mislukken inschatten.

Vul in met een kruisje. Je mag maar één keuze maken.

Ik overschat mijzelf nogal vaak

Ik onderschat mijzelf nogal vaak

Ik schat mijzelf nogal vaak juist in

Doe dit nu voor de leerling die rechts van je zit. Naam: ______________________________

De leerling overschat zichzelf nogal vaak

De leerling onderschat zichzelf nogal vaak

De leerling schat zichzelf nogal vaak juist in

Bespreek de resultaten van beide tabellen met elkaar.

7

Zoektocht naar talent

Opdracht 1 Een goede eigenschap herkennenVandaag gaan we alleen maar goede eigenschappen van mensen zien. Kan jij dat ook? Probeer dat maar eens uit op je vriend of vriendin.Je krijgt van de leerkracht een zelfklever. Schrijf op deze zelfklever de positieve eigenschappen van de leerling rechts van jou. Plak die sticker op hem/haar.

Achteraf kan je de ontvangen stickers hieronder plakken of overschrijven.………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

We vormen nu een “talentenhaag”. We gaan 2 rijen vormen die tegenover elkaar staan. Twee leerlingen staan dus steeds tegenover elkaar. Rij A begint met vragen te stellen. De eerste leerling uit rij A stelt de vragen aan de eerste leerling uit rij B, de tweede leerling uit rij A stelt de vragen aan de tweede leerling uit rij B enz. Bij een oneven aantal leerlingen zal de leerkracht meespelen.

A A A A A A A A A A A A AB B B B B B B B B B B B B

Als de vragen zijn gesteld zal de leerling uit rij A de leerling uit rij B vertellen welke talenten hij/zij ontdekt heeft bij de leerling uit rij B. Daarna worden de rollen omgedraaid en zullen de leerlingen uit rij B de vragen stellen aan de leerlingen uit rij A, om daarna te vertellen welke talenten zij hebben ontdekt bij die leerlingen. Veel succes.

“Vragen”1. Bij welke gelegenheid kreeg je de laatste keer een mooi compliment? Wat deed je

toen? 2. Bij welke activiteit verloor je de tijd uit het oog? Je ging helemaal op in datgene wat

je aan het doen was zodat de uren voorbij vlogen.3. Zijn er activiteiten die je doet, waar je “energie” uit haalt. Met andere woorden je

spant je in voor deze activiteit en toch voel je achteraf dat je extra energie hebt gekregen.

4. Wat kan je goed? Je zet je hiervoor extra in. Het speelt geen rol dat je eigenlijk een beetje moe bent, deze activiteit wil je echt niet missen.

5. Waar ben je echt fier op. Je hebt dit gedaan en het was echt de moeite. Je zult zeker nog eens deze activiteit doen.

Noteer hieronder hetgeen je bent te weten gekomen over jezelf.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………

8

Opdracht 2 De dierenschoolLees onderstaande tekst en bespreek deze met je buurman of buurvrouw.

Inspirerend verhaal: de dierenschoolOp een dag kwamen de dieren uit het bos bijeen en zeiden: “We moeten een school stichten. Een school voor dieren om echt en volledig DIER te kunnen worden.” En ze vroegen een klein groepje uit hun midden om een leerplan te maken voor de school.De commissie ging meteen aan het werk. Het konijn stond er op dat ‘hardlopen’ in het programma werd opgenomen. De torenvalk vond ‘kunstvliegen’ het belangrijkste. De karper maakte duidelijk dat ‘geruisloos zwemmen’ erbij moest en de eekhoorn maakte zich sterk voor het onderdeel ‘klimmen tegen kaarsrechte stammen van torenhoge bomen’. En zo geschiedde. De school werd opengesteld. De schoolleiding zei dat de dieren zich in alle vakken moesten bekwamen. Om echt DIER te kunnen zijn. Toen ging er iets verschrikkelijks fout. Het konijntje was wereldkampioen hardlopen. Geen dier kon zo snel wegsprinten enholen graven als hij. De schoolleiding vond dat het voor het konijntje belangrijk was, voor lichaam en geest, dat hij zich ook bekwaamde in het vliegen. Men zette het konijntje op een hoge tak en zei: “Toon ons je vliegkunsten.” Het arme dier sprong, tuimelde naar beneden, brak een achterpoot en kreeg tijdens het vallen een gat in z’n hoofd. Zo kwam het dat hij voor het hardlopen toch niet meer dan een 6 kreeg in plaats van een 10. Maar voor vliegen kreeg hij een 3 in plaats van een 1. Want hij had het toch maar geprobeerd. De schoolleiding was zeer tevreden. Met open mond zagen de dieren hoe de torenvalk - tijdens de opwarming- zijn acrobatische kunsten in de lucht vertoonde. Toch merkte de schoolleiding, dat het voor een valk van grote waarde was als hij, net als het konijn, holen kon graven in de grond. De valk deed nu zijn uiterste best, brak jammer genoeg zijn snavel en kneusde zijn vleugels. Waardoor hij nauwelijks nog kon vliegen en in plaats van een 10 met een 5 eindigde. Maar op holen graven haalde hij een 4 in plaats van een 1. En evenzo verging het alle andere dieren. En wie haalde ten slotte de beste cijfers? Dat was de hersenloze kwal, die zwibbelend en zwabbelend alle proeven redelijk wist te doorstaan. Haar botten breken kon zij niet - ze had er immers geen. En zo werd zij, zwibbel de zwabbel tot het beste dier van de klas uitgeroepen …Uit: ‘Bijna iedereen kon omvallen’, Querido, Amsterdam, 1993 (Toon Tellegen)

Iedereen heeft van bij de geboorte verschillende talenten meegekregen. Maar dat wil niet zeggen dat we die ook allemaal inzetten. Het is mogelijk dat je jezelf niet bewust bent van een talent. We geven een voorbeeld om dit te illustreren.

“Stel dat je geboren bent met een talent voor houtbewerking. Maar je groeit op in een erg intellectueel milieu waar men van jou verwacht dat je vooral veel studeert en in de boeken duikt. Niemand uit je omgeving is erg handig of heeft belangstelling in handenwerk. Je wordt dus nooit geprikkeld om je handen te gebruiken, laat staan om het materiaal en de vaardigheden die met houtbewerking gepaard gaan, te leren kennen. Jij doet wat men van jou verwacht, je bent bezig met de dingen die je kent en studeert voor advocaat. Je moet daar hard voor werken, maar het lukt en je ouders zijn tevreden. Wanneer je heel wat ouder bent en zelf kinderen hebt, vraagt je zoon, die net een huis gekocht heeft, om te helpen met de renovatie ervan. Hij wil een ingebouwde kast maken ter grootte van een hele wand en hij is een handige man, maar heeft toch wat hulp nodig. Hoewel je hier absoluut geen ervaring mee hebt, ga je toch op zijn vraag in. Je wilt je zoon helpen. Door samen aan het werk te zijn,

9

merk je plots dat je dit graag doet. Je zoon geeft je uitleg, je gaat ermee aan de slag en merkt dat je eigenlijk weinig moeite moet doen om ermee weg te zijn. Na een tijdje breng je zelf suggesties voor verbeteringen aan. En die werken, tot je eigen grote verbazing. Je hebt een talent ontdekt! Je bent je hier voor het eerst in je leven bewust van geworden. Soms duurt het lang om een talent te ontdekken, soms bots je er al snel op, naargelang de prikkels die je tegenkwam en de ruimte die ervoor bestond. Soms ben je jezelf wel bewust van je talent, maar ga je het niet delen of is er geen ruimte voor. Dan zal het ook niet ingezet worden. Om terug te keren naar ons voorbeeld, misschien wist je als kind wel dat je graag met je handen werkte en het liefst van al met hout, maar liet je dit nooit aan je ouders weten omdat je aanvoelde dat zij dit niet belangrijk vonden. Misschien liet je het wel aan je ouders weten talent delen), maar besloten zij dat dit niet goed voor je was, dat je beter kon studeren voor advocaat. Of misschien heb je dit overwogen bij je studiekeuze, maar besloot je zelf dat je dit voor je vrije tijd zou houden en als beroep voor advocaat zou gaan. Eens je aan het studeren was en je in de job rolde, was er nog weinig tijd om er mee bezig te zijn (geen ruimte voor je talent) en zo verwaterde je hobby. Het is dus mogelijk dat je jezelf bewust bent van je talenten, maar dat er andere prioriteiten of omstandigheden zijn die maken dat er geen ruimte voor is. Of dat je jouw talenten nooit kenbaar maakte, zodat er geen ruimte voor gemaakt kon worden.Ten slotte is het mogelijk dat je jezelf bewust bent van een talent, dat je het deelt met je omgeving en dat er ruimte voor is, maar dat je er geen werk van maakt. Als je de ingebouwde kast met je zoon hebt afgewerkt, maar je doet de rest van je leven niets meer met je pas ontdekte talent, dan zal dit jou weinig opleveren. Een talent maakt dat je dingen makkelijker leert, dat je een stapje voor hebt op anderen, dat je plezier hebt in wat je doet, maar dat betekent niet dat je er niet voor moet werken. Je moet jezelf blijven inzetten, blijven oefenen en je talent aandacht blijven geven om het tot zijn recht te laten komen.

Opdracht 3 Talent versus competentieBespreek samen met je buurman/buurvrouw onderstaand verschil tussen talent en competentie en noteer hieronder de grote verschillen tussen beide.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

10

11

Opdracht 4 Blik op jong talentWe spelen het spel “Blik op jong talent”. Noteer na het spel hieronder wat je hebt geleerd over jezelf.

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Opdracht 5 GodentestSurf naar www.ohmygods.be. Als eerste test zie je de godentest staan. Vul deze in. Na de test vul je onderstaande vraagjes in. Welke godheid kom je uit? …………………………………………………………………………………………………………………………… Wat zijn je sterke kanten? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… Welke moeilijkheden zal je ondervinden? …………………………………………………………………………………………………………………………… …………………………………………………………………………………………………………………………… Op welk gebied liggen je beroepskansen? …………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………

12

Opdracht 6 Kijk naar jezelfVoor deze opdracht is het van belang om goed naar jezelf te kijken. De examens zijn net voorbij. Hopelijk viel het allemaal mee. Voor sommige vakken behaalde je een mooi resultaat. Andere vakken brachten extra kopzorgen met zich mee. Je hebt je uitslag nog niet gekregen, maar probeer eens terug te kijken en vul de tabel in. Wat zijn je verwachtingen.

Noteer in de eerste kolom 3 vakken waarvoor je denkt dat je goed scoorde. Beschrijf in de tweede kolom hoe het komt dat net deze vakken zo goed meevielen.

Naam vak Waarom was het resultaat zo goed, denk je?

Noteer in de eerste kolom 3 vakken waarvoor je denkt dat je niet zo goed scoorde. Misschien haalde je wel een onvoldoende? Beschrijf in de tweede kolom hoe het komt dat net deze vakken niet zo goed meevielen.

13

Naam vak Waarom was het een minder goed resultaat, denk je?

Opdracht zelfevaluatie studiekeuzeNoteer hier hetgeen je volgend jaar hoopt te gaan studeren. __________________________

Hoe komt het dat je deze keuze maakt?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Wat zijn je sterke punten, die je volgend jaar zullen helpen tijdens deze studie?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Wat zijn je werkpunten voor volgend jaar tijdens deze studie? Waar zal je extra aandacht voor moeten hebben om volgend jaar goed mee te kunnen?

___________________________________________________________________________

___________________________________________________________________________

Opdracht zelfevaluatie “Attitude doorzettingsvermogen”Een attitude is een houding.

14

Doorzettingsvermogen wil zeggen dat je krachtig vasthoudt aan een bepaald idee of een actie. Je stopt pas als je je doel hebt bereikt. Tenzij dit redelijkerwijs niet haalbaar is.

Andere woorden voor doorzettingsvermogen zijn: vasthoudendheid, standvastigheid en vastberadenheid.

Wat betekent dat nu concreet?

Je laat je niet door tegenstand of kritiek van anderen van je ideeën en je werk afbrengen. Integendeel, als anderen er allang de brui aan hebben gegeven, zet jij door. Je geeft niet vlug op. Ook al is het moeilijk, gaat het langzaam, lukt het niet dadelijk, je geeft niet op.

Niettemin weet je ook wanneer je moet stoppen. Zijn je doelen niet realistisch, dan laat je het erbij.

Doorzettingsvermogen, of doorzetten totdat je iets bereikt hebt is voor een heleboel mensen best moeilijk. Het ligt er natuurlijk aan wat je wilt bereiken en in hoeverre hiervoor je doorzettingsvermogen wordt aangesproken. Als je een pak melk bij de supermarkt moet halen zal dit je niet zoveel moeite kosten en zal je dit gewoon uitvoeren en uiteindelijk dat pak melk kopen, maar als je doel is om dit jaar te slagen wordt het al een heel ander verhaal. Dan spreken we nog niet van een doel zoals: “Ik wil mijn diploma halen”.

Als we onszelf als doel stellen om een pak melk te kopen in de supermarkt, doen we dit zonder probleem. We gaan gewoon naar de winkel en onmiddellijk hebben we het pak melk. Met andere woorden de beloning volgt vrij snel nadat we ons doel hebben gesteld. Omdat we op korte termijn tevreden worden gesteld, hebben we niet zo’n probleem om dit soort zaken uit te voeren. We kunnen dit OVERZIEN! Bij een doel waarvan we pas op langere termijn een beloning ontvangen, ligt het gevaar dat we onderweg uit balans worden gebracht door een aantal zaken. Er zijn vb. andere dingen die nu veel leuker zijn, of het valt een beetje tegen. Het lukt niet dadelijk. Dan maar nog een uurtje op het internet surfen en

daarna zal ik de toets wel leren. Die taak maken? Buiten spelen is toch veel gezonder. Onderweg naar het einde van een geslaagd schooljaar, als tussenstap naar het behalen van een diploma kom je allerlei “hindernissen” tegen die onmiddellijk voor een beloning zorgen. Hierdoor onderbreken we soms onze reis naar ons doel. We moeten ons hiervoor gaan “wapenen” met passie (overgave, grote inzet), geloof in eigen kunnen, geduld.

Als je passie hebt voor iets, helpt dit je enorm om je doel te bereiken. Daarnaast is het geloof in je eigen kunnen zeer belangrijk. “Ik kan het wel, ik kan het omdat ik het wil!” Het spreekt vanzelf dat geduld hebben er zeker bij hoort. Niet opgeven. Blijven volharden. Desnoods de opdracht in kleinere stukjes verdelen, om zo vlugger je “beloning” te krijgen. Dit allemaal samen helpt je om door te zetten.

15

Wat moet je nu doen?

1. Omcirkel een getal tussen 0 (geen enkel doorzettingsvermogen) en 5 (zeer groot doorzettingsvermogen). Welke score geef je jezelf?

2. Als iedereen dit heeft gedaan, vergelijk je de antwoorden met deze van de persoon rechts van jou. Kijk eens wat hij/zij invulde. Bespreek de antwoorden met elkaar. Ben je akkoord met de punten die de persoon zichzelf gaf? Zo leer je van elkaar iets over jezelf.

3. Noteer hieronder hetgeen je van elkaar leerde over jezelf.

Attitude doorzettingsvermogen 0 1 2 3 4 5

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

__________________________________________________________________________________

Opdracht 6 ComplimentenrondjeWe maken een cirkel met een lege stoel in het midden. We spelen het complimentenrondje. Om de beurt neemt een leerling plaats op die stoel. Je mag nu een compliment geven aan de leerling die in het midden zit. Benoem het talent of de talenten die je vandaag hebt leren kennen van hem/haar. Welk talent heb je in actie gezien? Denk aan de eerste opdracht. We houden het positief. We kijken door een roze bril en zien het waardevolle in iedere leerling. We doen dit alfabetisch en beginnen bij de Z en gaan zo naar de letter A.Als iedereen is geweest noteer je hieronder het compliment dat jij kreeg van je klasgenoten.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Opdracht 7 EvaluatieNoteer hieronder je bedenkingen.

1. Wat vond je van deze dag? 2. Wat was leuk, minder leuk of zelfs helemaal niet leuk? 3. Wat zal je zeker bijblijven? 4. Wat heb je geleerd over jezelf?5. Beschrijf voor één medeleerling wat je bent te weten gekomen over zijn/haar

talenten? Noteer de naam en hetgeen je opviel.

………………………………………………………………………………………………………………………………………………

16

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………