- kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

5

Click here to load reader

description

De Amersfoortse verdedigingswerken hebben in de loop der eeuwen weinig nut gehad. Er waren slechts enkele belegeringen, die maar kort duurden. Meestal leverde de stad zich zonder slag of stoot over aan de vijand.

Transcript of - kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

Page 1: - kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

AMERSFOORT VESTINGSTAD Geschiedenis van de stad De naam Amersfoort verwijst naar het ontstaan bij een voorde (doorwaadbare plaats) in de rivier de Amer (Eem). Daar vestigde zich de vertegenwoordiger van de bisschop van Utrecht. Rondom zijn hoeve (hof) groeide een nederzetting, die in 1259 stadsrechten kreeg. Vanaf dat moment moest de stad Amersfoort zichzelf verdedigen. Een stadsmuur werd gebouwd omstreeks 1300, met drie landpoorten en twee waterpoorten en omgeven door een dubbele gracht. Door een bloeiende handel groeide Amersfoort uit haar jasje. Tussen 1380 en 1450 werd rondom de oude stad een tweede stadsmuur gebouwd, met vijf landpoorten, een waterpoort en de Koppelpoort, een gecombineerde land- en waterpoort. De eerste stadsmuur werd afgebroken en op de fundamenten werden vanaf 1510 muurhuizen gebouwd. De Amersfoortse verdedigingswerken hebben in de loop der eeuwen weinig nut gehad. Er waren slechts enkele belegeringen, die maar kort duurden. Meestal leverde de stad zich zonder slag of stoot over aan de vijand. Zoals ook andere steden liet Amersfoort in het begin van de 19e eeuw de oude vestingwerken afbreken. In de plaats kwamen lommerrijke plantsoenen. De waterpoort Monnikendam en de Koppelpoort bleven behouden. In de loop van de vorige eeuw ging een deel van de plantsoenen op de schop. Het overgrote deel van het Zocherplantsoen bleef behouden en is in oude luister teruggebracht. Bijzonder Amersfoort: Muurhuizen Toen de tweede stadsmuur klaar was, werd de eerste muur afgebroken. Vanaf ongeveer 1500 werden ter plaatse van de verdwenen stadsmuur woonhuizen gebouwd, muurhuizen. Zij staan met hun voorgevels op de plaats van de stadsmuur en soms zelfs op de oude fundamenten. Muurhuizen hebben een brede voorzijde. De panden konden niet zo diep zijn, omdat de grond direct buiten de (afgebroken) stadsmuur te slap was. Daar lag vroeger immers een stadsgracht. De meeste muurhuizen hebben een begane grond boven straatniveau. Daar bevindt zich een hoog vertrek, waar de welgestelde bewoner zijn gasten ontving. Licht was er door kleine raamopeningen en middels kaarsen, opgesteld in kaarsennissen.

Page 2: - kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

(De wandelroute) Amersfoort heeft twee stadsmuren gehad. Dat is duidelijk te zien in het stratenplan en in de stad zelf. Het tracé van de eerste, vroeg-14de-eeuwse muur is terug te vinden in de ring van indrukwekkende muurhuizen. De gordel van 19de -eeuwse plantsoenen volgt de tweede stadsmuur, waarin zich twee laat-middeleeuwse stadspoorten bevinden. Loop vanaf het VVV-kantoor richting de binnenstad langs de Stationsstraat en de Van Asch van Wijckstraat. Wanneer u de Stadsring oversteekt bij het stadhuis, steekt u eigenlijk de tweede stadsgracht over. Loop rechtdoor, ga de eerste stadsgracht (Westsingel) over en sla rechts de Breestraat in. 1. Onze-Lieve-Vrouwetoren De Onze-Lieve-Vrouwetoren was onderdeel van een 15de-eeuwse bedevaartskerk. Deze kerk, de Onze- Lieve-Vrouwekapel, werd omstreeks 1460 gebouwd voor het Mirakel van Amersfoort. De 12de-eeuwse kapel die er al stond, werd het koor van de nieuwe kerk. De toren, iets lager dan de Utrechtse Domtoren, stond apart en schuin ten opzicht van de kerk. Na de Reformatie in 1579 kreeg het kerkgebouw andere functies, bijvoorbeeld die van munitieopslagplaats. Door een buskruitontploffing in 1787 stortte de kerk in, maar de toren bleef staan. De omtrekken van het kerkgebouw zijn zichtbaar in de straatstenen van het Lieve Vrouwekerkhof. Loop de Krankeledenstraat in en sla rechts de Langestraa in. Ga op de Varkensmarkt naar links en loop langs de Zuidsingel, langs de buitenzijde van de eerste stadsmuur en de achterzijde van enkele grote muurhuizen. Sla rechts de Kleine Haag in en loop na De Mariënhof links het plantsoen in naar de Monnikendam. 2. Waterpoort Monnikendam Omstreeks 1420 werd de waterpoort Monnikendam gebouwd als onderdeel van de tweede stadsmuur. Hier stroomt de Heiligenbergerbeek uit de Gelderse Vallei de stad binnen. Behalve voor de verdediging, was Monnikendam dus ook van belang voor de waterhuishouding. Door het neerlaten van een waterschot kon men bij hoog water de poort afsluiten en het water buiten de stad houden. De poort is waarschijnlijk genoemd naar de Augustijner monniken die op de Sint Andrieskamp gevestigd waren. Loop nu terug richting Zuidsingel, ga rechtsaf de Zuidsingel op en de eerste brug links, de Muurhuizen in. Aan uw linkerhand ziet u muurhuis Bollenburg, waar landsadvocaat Johan van Oldenbarnevelt opgroeide. Rechts ziet u Huis Tinnenburg. 3. Huis Tinnenburg Toen de stad na 1259 ommuurd werd, stroomde aan de oostzijde van de stad het water van de Heiligenbergerbeek de ommuurde stad in. Ter verdediging van deze waterdoorgang werd in de 14de-eeuw Huis Tinnenburg gebouwd. Tinnenburg vormde samen met Huis Rommelenburg aan de overzijde van het water de waterpoort in de stadsmuur. De doorsnede van die stadsmuur is in de zijgevel van muurhuis Tinnenburg duidelijk te zien. De muur was circa zeven meter hoog en 60 cm dik en aan stadszijde voorzien van een weergang op bogen en met kantelen (tinnen). Na de aanleg van de tweede stadsmuur was de waterpoort bij Tinnenburg niet langer nodig en werd omstreeks 1450 afgebroken. Huis Tinnenburg werd verbouwd tot woonhuis en Rommelenburg verdween in 1848. Volg de Muurhuizen, waarvan de geschiedenis terug gaat tot begin 16de eeuw.

Page 3: - kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

4. Dieventoren De vierkante, hoge Dieventoren wordt ook wel Plompetoren genoemd. Hij dateert uit de 14de eeuw en was, gezien zijn ligging in het tracé van de eerste stadsmuur, mogelijk onderdeel van de stadsverdediging. In 1554 werd hier de enige stadsgevangenis ondergebracht, een functie die de toren tot het midden van de 19de eeuw behield. Sinds 1880 hangt in het torentje het Latijntje, de klok uit de oude Latijnse school in het Sint Agnietenklooster. De poortdoorgang is een foutieve restauratie uit de jaren 1941-1942.

Aan het einde van de Muurhuizen gaat u rechts naar de Kamperbinnenpoort 5. Kamperbinnenpoort De Kamperbinnenpoort was een eenvoudige, rechthoekige poort in de eerste stadsmuur uit de tweede helft van de 13de eeuw. De oorspronkelijke naam was Viepoort of Martenspoort. Buiten de stadsgracht stond een voorpoort, met twee smalle, achthoekige torens en een boog ertussen. Deze was met de hoofdpoort verbonden door een brug. De naam van de poort verwijst naar het ‘ vie’ (vee), dat van stadsboerderijen door deze poort naar buiten de muren werd gebracht. Daar lagen weilanden die het bezit waren van de Utrechtse Sint Maartensabdij. Met de aanleg van de tweede stadsmuur en de Kamperbuitenpoort in het begin 15de eeuw raakte de Viepoort zijn verdedigingsfunctie kwijt. In de eerste helft van de 16de eeuw werd de hoofdpoort grotendeels afgebroken en bleef alleen de voorpoort staan. De boog tussen de torens werd in 1827 gesloopt, maar in 1931-1933 opnieuw aangebracht. Ga rechts de Zuidsingel op en links de Sint Andriesstraat in. 6. Sint Andriespoort Aan het einde van de straat stond de Sint Andriespoort. Deze poort, ook wel Triesgens- of Triesjespoort genoemd, werd in 1388 gebouwd als onderdeel van de tweede stadsmuur. Het was een eenvoudige rechthoekige toren met een onderdoorgang. Het was een van de eerste delen van de tweede stadsmuur, die werd gebouwd. Eeuwen later, begin 19de eeuw, waren stadsmuren en poorten alleen nog maar een kostenpost. In 1831 werden plannen gemaakt om militaire stallingen te bouwen bij de Beestenmarkt. Goedkoop bouwmateriaal werd gevonden in de stadsmuren: de Sint Andriespoort en omliggende stadsmuren leverden in 1831 de stenen voor de nieuwbouw bij de Beestenmarkt. In 1975 werd de kazerne gesloopt. Sla nu linksaf Plantsoen Oost in.

7. Plantsoen Oost. Aan uw linkerhand ziet u resten van de tweede stadsmuur. De bouw van de tweede stadsmuur begon na 1380 ten noordoosten van de stad. Vanuit Gelre werd de meeste dreiging verwacht. De muur bleef bestaan tot 1831, toen de stenen van de stadsmuur, net als van de Sint Andriespoort, herbruikt werden voor de bouw van militaire stallen. Toen in 1974 de kazerne aan de Beestenmarkt werd afgebroken, kwamen de fundamenten van de stadsmuur weer aan het licht. Deze werden opgemetseld en zijn nu te zien in dit plantsoen.

8. Stadsmuur Achter de Kamp Sinds 1978 staat hier een reconstructie van een stuk tweede stadsmuur. Tot 1969 was de situatie Achter de Kamp te vergelijken met de huidige situatie aan de Sint Annastraat. In dat jaar werden Achter de Kamp de bomen op de wal achter de stadsmuur gerooid en de wal afgegraven. In 1972 deed Bureau Monumentenzorg onder leiding van Cor van de Braber uitgebreid onderzoek en maakte in 1973-1978 een reconstructie van de stadsmuur volgens de situatie tussen ca 1380 en 1560, voordat aan de binnenzijde een aarden wal was opgeworpen.

Page 4: - kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

De stadsmuur is ongeveer 7 meter hoog. Om kostbare bakstenen te sparen is de muur opgebouwd met spaarbogen, zodat niet overal de muur een maximale dikte van 80 cm. heeft. In de muur zitten schietgaten, waardoor een haakbus (middeleeuws handvuurwapen) op de vijand kon schieten. Aan stadszijde loopt over de bogen een weergang met kantelen, waarachter de verdedigers van de stad zich konden verschansen. Op oude fundamenten is aan de buitenzijde een muurtoren opgemetseld met een leien puntdak (zie stadsgezicht 1671). Ook heeft de muur een arkeltorentje, een kleine uitkijktoren, die ook beschutting aan de wakers bood. Muurtorens en arkeltorentjes zaten afwisselend op min of meer vaste afstand van elkaar in de muur.

Steek de Kamp over naar de stadsmuur achter de St. Annastraat. U kunt over de wal aan de binnenzijde van de muur lopen of onderlangs aan de buitenzijde. 9. Sint Annastraat Rond 1560 werd aan de binnenzijde van de stadsmuur aan de Sint. Annastraat een aarden wal opgeworpen. Dit versterkte de stadsmuur, die door de toegenomen vuurkracht van kanonnen niet langer weerstand kon bieden aan kanonskogels. Vanaf 1657 tot 1935 stonden de hooibergen van de stadsboerderijen buiten de stadsmuur. Na een stadsbrand in 1657 mochten ze in verband met brandgevaar niet langer in de stad staan. Toegang tot de hooibergen was er via de Coninckspoort, die in 1658 werd aangelegd en in 1842 afgebroken. De muur bleef toen staan, omdat er bedrijfjes tegen aan waren gebouwd. In 1934 stortte een deel van de stadsmuur in, maar werd weer hersteld. Een nieuwe restauratie volgde in 1973-1978 en in 2009 wordt de stadsmuur bij de Sint Annastraat, inmiddels een rijksmonument, opnieuw gerestaureerd. Loop door de parkachtige plantsoenen, langs theater De Flint tot aan de Bloemendalsestraat 10. Bloemendalsebuitenpoort. De Bloemendalsebuitenpoort werd kort na 1380 min of meer gelijktijdig met de stadsmuur gebouwd. Eind 16de eeuw werd volgens het plan van Adriaen Anthonisz uit 1594 voor de poort een driehoekig aarden bolwerk opgeworpen. Eind 17de eeuw had het bolwerk zijn defensieve functie verloren en werd in gebruik genomen als joodse begraafplaats. Op de plaats van de Bloemendalsebuitenpoort verrees omstreeks 1840 een accijnshuisje, voor het innen van de stedelijke belastingen. Ga links de Bloemendalsestraat in, richting de vermoedelijke plek van de voorde. 11. Bloemendalsebinnenpoort De Bloemendalsebinnenpoort heette oorspronkelijk de Havickerpoort, genoemd naar het Havik, de binnenhaven van het oude Amersfoort. De weg door de poort leidde naar Hoogland en liep door het gebied Bloemendal. De poort was een zware vierkante toren met een onderdoorgang. De toren is aan het einde van de 13de eeuw gebouwd, kort na de stadsrechtverlening. Omstreeks 1425 raakte de poort buiten gebruik door de aanleg van de nieuwe Bloemendalse Buitenpoort in de tweede stadsmuur. Toch heeft de poort nog tot 1660 in de stad gestaan: zo is de poort nog goed te zien in 1657 op de stadsplattegrond van Janssoinius / De Wit. Het enige wat nu nog rest is de straatnaam. Sla nu rechtsaf de straat Muurhuizen in, waar u enkele fraaie muurhuizen ziet. Aan het einde van de straat gaat u rechtsaf. U gaat linksaf en meteen weer rechts het Grote Spui in.

Page 5: - kort historisch verhaal met aandacht voor het vestingverleden

12. Koppelpoort. Aan het einde van de straat ziet u de Koppelpoort. De Koppelpoort, onderdeel van de tweede stadsmuur (1380-1451), kwam gereed in 1427. Het is een gecombineerde land- en waterpoort, waar het water vanuit de stad in de Eem stroomt. De Koppelpoort werd tijdens de belegering van 1427 voor het eerst aangevallen. Amersfoortse vrouwen wierpen kokend bier vanaf de muren naar beneden en de aanval werd afgeslagen. In de waterdoorgang zit een houten schot, die, behalve de vijand, ook hoog water uit de Eem tegenhield. Het werd op en neer getakeld middels twee tredmolens, die nog aanwezig zijn. Toen omstreeks 1840 alle verdedigingswerken werden afgebroken bleef de Koppelpoort gespaard en werd in 1886 gerestaureerd. Ruim honderd jaar later, 1996-1998, is de poort opnieuw gerestaureerd, waarbij bijzondere muurplanten zijn behouden. Hiermee won Amersfoort de Europa Nostra Award, een belangrijke restauratieprijs. Loop langs het Kleine Spui terug en sla rechtsaf. 13. Muurhuizen van Museum Flehite Tot 1425, toen de tweede stadsmuur gereed was, verliet het water de ommuurde stad door een waterpoort naast Museum Flehite. Van deze waterpoort is niets bekend, maar bij opgravingen in de 20ste eeuw is gebleken dat de achtermuur van Breestraat 80 (het linker muurhuis van Museum Flehite) op een zeer zware fundering staat van ruim twee 2 meter dik. Mogelijk zijn dit muurresten van deze onbekende waterpoort. Na 1425 werd deze waterpoort afgebroken en omstreeks 1540 verrees op die plek het muurhuis Breestraat 80. Dit pand vormt samen met de muurhuizen Breestraat 78 en 76 Museum Flehite. In het museum staat een grote maquette van een deel van de stad, zoals die er in 1671 uitzag. De maquette is geïnspireerd op het grote stadsgezicht van Matthias Withoos, dat ernaast hangt. Bent u geïnteresseerd in de nog zichtbare geschiedenis van deze drie muurhuizen, dan is er in het museum de rondwandeling Sporen in Huis. Deze is ook te downloaden van www.museumflehite.nl. Loop langs de Westsingel terug richting het stadhuis. Als u voor de Johanneskerk rechts gaat, loopt u weer richting VVV.