> Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is...

5
1. Ordonnantie ertoe strekkende een opendatabeleid uit te stippelen en houdende omzetting van de Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie, B.S. 10/11/2016. 2. “De administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Agentschap voor administratieve vereenvoudiging - Eerste verslag aan de regering - 24 maart 2016”: op pg. 8 wordt gesproken over open data. Sindsdien verscheen ook “De administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Agentschap voor administratieve vereenvoudiging - verslag aan de regering - 11 mei 2017”, waar op pg. 24 over open data gesproken wordt. 3. De stad Brussel was een pionier in ons gewest op het vlak van open data en stelt haar datasets al sinds februari 2012 ter beschikking. U vindt ze op https://opendata.brussel.be. Lees ook «Brussel goes ICT» in Nieuwsbrief 2014/4 (beschikbaar op www. brulocalis.brussels of op ISSUU). Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data? Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie van oktober 2016 1 verscheen, ging de werkgroep ‘administratieve vereenvoudiging’ van start op initiatief van Brulocalis. Op het moment van de eerste samenkomst had ik juist de gewestelijke verslagen in verband met administratieve vereenvoudiging 2 gekregen, waarin de kwestie van de open data aan bod kwam. Bovendien heeft het college me aangesteld als SPOC voor open data en administratieve vereenvoudiging. Aangezien de problematiek me interesseerde, ben ik de opendatapraktijken in andere landen gaan onderzoeken. Frankrijk staat op dat vlak bijvoorbeeld al veel verder dan wij. Het CIBG, dat het opendataplatform ontwikkelt, ging op zoek naar testgemeenten om als eerste de door de gemeenten samengestelde datasets en de precieze inhoud van de sets te bepalen en te inventariseren. In ruil daarvoor bood het CIBG begeleiding bij het opmaken van de inventaris en de implementatie van tools om de gegevens vlotter te verspreiden. Enthousiast en overtuigd als ik was, heb ik het college een korte presentatie over open data gegeven en voorgesteld dat Evere zo’n testgemeente zou worden. Mijn voorstel kreeg de steun van het directiecomité en nadien ook van het college. Naast Evere hebben nog drie andere gemeenten zich kandidaat gesteld als testgemeente bij het CIBG: Oudergem, Sint-Gillis en de stad Brussel 3 . Ik sta in voor de opstart van het project tot de publicatie van de eerste datasets. Daarna zal het college bepalen welke dienst het beheer zal overnemen en wie ‘data officer’ wordt. Om dit heel transversale project later over te nemen, is er volgens mij iemand nodig die proactief is en die de informatie zelf gaat zoeken in plaats van te wachten tot die bij hem komt, die de diensten motiveert en een impuls geeft en die verder gaat dan het traditionele beheer van een gemeentebestuur …” Wat is het nut van open data? Michèle Hoeck: “Volgens mij heeft iedereen baat bij zo’n project. Het vraagt enkele veranderingen qua beheer, maar open data kunnen het werk EVERE KIEST RESOLUUT VOOR OPEN DATA Gesprek met Michèle Hoeck, verantwoordelijke van de cel Kwaliteit en belast met het Open Data- project in Evere > Interview door Philippe Delvaux HET STANDPUNT VAN HET COLLEGE VAN EVERE Evere is trots een ‘Brusselse testgemeente’ te zijn in het kader van het gewestelijke opendatabeleid� Ondertussen stelt ze haar datasets ter beschikking van iedereen� Iedereen moet toegang kunnen hebben tot honderden data over de gemeentelijke infrastructuur, cultuur, toerisme, mobiliteit, groene ruimten, enz� De lijst kent geen echte grenzen en wordt iedere dag langer� De politieke uitdagingen van open data zijn bijzonder groot: doordat de burger nu in volledige transparantie een directe en vlottere toegang tot gegevens heeft, staat hij dichter dan ooit bij de gemeentelijke instanties die hem iedere dag van dienst zijn� De uitdagingen om gegevens tussen de gemeentelijke instanties en de burgers vrij ter beschikking te stellen, maken van de gemeente een echte partner die toegankelijk is en zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt� Verenigingen, bedrijven en startups zullen nieuwe diensten en applicaties kunnen ontwikkelen om beter te beantwoorden aan de behoeften van de burger� De kweekvijver voor ideeën die een opendataplatform vormt, biedt de gemeente ook de kans om burgers te inspireren door de uitwisseling van ideeën en goede praktijken die de basis vormen van de opendatafilosofie bij het beheer van openbare gegevens� Door echte uitwisselingen met de burgers zal het gemeentebeleid een impuls krijgen� Niets is zo bemoedigend en inspirerend voor de gemeentelijke overheden� Voor een gemeente zijn alle portaalsites die ontstaan door het delen van open data, grote catalogi die een flink aantal multisectorale data centraliseren die anders versnipperd waren� Het potentieel van deze data schuilt zeker in hun hergebruik, maar het is vooral de koppeling van de data die nog bestudeerd moet worden in de ontwikkeling van het gemeentelijk beheer door de politieke autoriteiten� Evere maakt vandaag dus al een keuze voor de toekomst! NIEUWSBRIEF SEPTEMBER-OKTOBER 2017 53 ONZE GEMEENTEN

Transcript of > Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is...

Page 1: > Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data? Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie

1. Ordonnantie ertoe strekkende een opendatabeleid uit te stippelen en houdende omzetting van de Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie, B.S. 10/11/2016.

2. “De administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Agentschap voor administratieve vereenvoudiging - Eerste verslag aan de regering - 24 maart 2016”: op pg. 8 wordt gesproken over open data. Sindsdien verscheen ook “De administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Agentschap voor administratieve vereenvoudiging - verslag aan de regering - 11 mei 2017”, waar op pg. 24 over open data gesproken wordt.

3. De stad Brussel was een pionier in ons gewest op het vlak van open data en stelt haar datasets al sinds februari 2012 ter beschikking. U vindt ze op https://opendata.brussel.be. Lees ook «Brussel goes ICT» in Nieuwsbrief 2014/4 (beschikbaar op www.brulocalis.brussels of op ISSUU).

Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data?

Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie van oktober 20161 verscheen, ging de werkgroep ‘administratieve vereenvoudiging’ van start op initiatief van Brulocalis. Op het moment van de eerste samenkomst had ik juist de gewestelijke verslagen in verband met administratieve vereenvoudiging2 gekregen, waarin de kwestie van de open data aan bod kwam.

Bovendien heeft het college me aangesteld als SPOC voor open data en administratieve vereenvoudiging.

Aangezien de problematiek me interesseerde, ben ik de opendatapraktijken in andere landen gaan onderzoeken. Frankrijk staat op dat vlak bijvoorbeeld al veel verder dan wij.

Het CIBG, dat het opendataplatform ontwikkelt, ging op zoek naar testgemeenten om als eerste de door de gemeenten samengestelde datasets en de precieze inhoud van de sets te bepalen en te inventariseren. In ruil daarvoor bood het CIBG begeleiding bij het opmaken van de inventaris en de implementatie van tools om de gegevens vlotter te verspreiden.

Enthousiast en overtuigd als ik was, heb ik het college een korte presentatie over open data gegeven en voorgesteld dat Evere zo’n testgemeente zou worden. Mijn voorstel kreeg de steun van het directiecomité en nadien ook van het college.

Naast Evere hebben nog drie andere gemeenten zich kandidaat gesteld als testgemeente bij het CIBG: Oudergem, Sint-Gillis en de stad Brussel3 .

Ik sta in voor de opstart van het project tot de publicatie van de eerste datasets. Daarna zal het college bepalen welke dienst het beheer zal overnemen en wie ‘data officer’ wordt.

Om dit heel transversale project later over te nemen, is er volgens mij iemand nodig die proactief is en die de informatie zelf gaat zoeken in plaats van te wachten tot die bij hem komt, die de diensten motiveert en een impuls geeft en die verder gaat dan het traditionele beheer van een gemeentebestuur …”

Wat is het nut van open data?

Michèle Hoeck: “Volgens mij heeft iedereen baat bij zo’n project. Het vraagt enkele veranderingen qua beheer, maar open data kunnen het werk

EVERE KIEST RESOLUUT VOOR OPEN DATAGesprek met Michèle Hoeck, verantwoordelijke van de cel Kwaliteit en belast met het Open Data-project in Evere

> Interview door Philippe Delvaux

HET STANDPUNT VAN HET COLLEGE VAN EVEREEvere is trots een ‘Brusselse testgemeente’ te zijn in het kader van het gewestelijke opendatabeleid�

Ondertussen stelt ze haar datasets ter beschikking van iedereen� Iedereen moet toegang kunnen hebben tot honderden data over de gemeentelijke infrastructuur, cultuur, toerisme, mobiliteit, groene ruimten, enz� De lijst kent geen echte grenzen en wordt iedere dag langer�

De politieke uitdagingen van open data zijn bijzonder groot: doordat de burger nu in volledige transparantie een directe en vlottere toegang tot gegevens heeft, staat hij dichter dan ooit bij de gemeentelijke instanties die hem iedere dag van dienst zijn� De uitdagingen om gegevens tussen de gemeentelijke instanties en

de burgers vrij ter beschikking te stellen, maken van de gemeente een echte partner die toegankelijk is en zich in de onmiddellijke nabijheid bevindt�

Verenigingen, bedrijven en startups zullen nieuwe diensten en applicaties kunnen ontwikkelen om beter te beantwoorden aan de behoeften van de burger�

De kweekvijver voor ideeën die een opendataplatform vormt, biedt de gemeente ook de kans om burgers te inspireren door de uitwisseling van ideeën en goede praktijken die de basis vormen van de opendatafilosofie bij het beheer van openbare gegevens�

Door echte uitwisselingen met de burgers zal het gemeentebeleid

een impuls krijgen� Niets is zo bemoedigend en inspirerend voor de gemeentelijke overheden�

Voor een gemeente zijn alle portaalsites die ontstaan door het delen van open data, grote catalogi die een flink aantal multisectorale data centraliseren die anders versnipperd waren�

Het potentieel van deze data schuilt zeker in hun hergebruik, maar het is vooral de koppeling van de data die nog bestudeerd moet worden in de ontwikkeling van het gemeentelijk beheer door de politieke autoriteiten�

Evere maakt vandaag dus al een keuze voor de toekomst!

NIEUWSBRIEF SEPTEmBER-OkTOBER 2017 53

ONZE GEMEENTEN

Page 2: > Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data? Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie

vereenvoudigen en van nut zijn als het maar goed gedaan wordt. Open data komen burgers en bedrijven van pas, dat valt niet te ontkennen. Maar daarnaast kunnen ze ook het beheer van de gemeente zelf vereenvoudigen, enerzijds omdat de informatie afkomstig zal zijn van de dienst die ze geproduceerd heeft en andere diensten zal bereiken voor wie de informatie nuttig kan zijn, en anderzijds omdat de informatie gestructureerd wordt voor gebruik.

Het publiek zal zich aansluiten naarmate de data hun leven vergemakkelijken, hetzij rechtstreeks door de data te raadplegen, hetzij via nieuwe webdiensten of mobiele applicaties. Dat is de uitdaging.

Open data bieden transparantie en bevorderen de betrokkenheid van de burger door de toe-eigening van gegevens.

Die transparantie, een aandachtspunt in een modern beleid, is net wat het college overigens zo aantrok.

Een andere reden houdt verband met de modernisering van de gemeentelijke processen. Het beheer van open data moet zoveel mogelijk geautomatiseerd verlopen. Momenteel zijn de geautomatiseerde processen nog te fragmentarisch in onze gemeenten.”

Elke dataset is een project op zich en het is belangrijk dat voor elke dataset een projectverantwoordelijke aangeduid wordt.

Welke onbekenden zijn verbonden aan de ordonnantie?

Michèle Hoeck: “Momenteel moeten de open data in de praktijk nog ontdekt worden op gemeentelijk niveau: de ordonnantie legt een beginsel vast, maar niet de toepassingsmogelijkheden. Het is een abstracte verplichting, waarvan de contouren nog afgebakend moeten worden: wat moet het bestuur verstrekken, wat vindt de burger eigenlijk interessant, welke applicaties zullen

voortkomen uit de vrije toegankelijkheid van gegevens … Dat zijn allemaal nog grote vraagtekens.

Wij van onze kant moeten de grote lijnen van open data nog schetsen en beslissen wat we zullen publiceren.

Het hele project zal de nodige tijd in beslag nemen, want niet alleen moeten we alles op dat vlak nog uitwerken, maar om zover te komen, moeten we ook vele verschillende beroepen samenbrengen.”

Welke angsten wekken open data?

Michèle Hoeck: “Sommigen vrezen dat ze lijsten zullen moeten maken die eigenlijk al bestaan, anderen dat het extra werk voor hen zal meebrengen om die datasets te maken … En dan is er nog het probleem van de regelmatige actualiseringen.

Sommige diensten, die het nu al heel druk hebben, wijzen erop dat het moeilijk zal zijn om datasets samen te stellen of gewoon zelfs te verstrekken binnen de tijd die ze daarvoor krijgen. En het ene gegeven is het andere niet: sommige data zijn complexer en vragen meer inspanning om te verzamelen of te verwerken.

Maar ons doel is niet de ambtenaren nog meer werk te bezorgen. Onze contactpersonen willen dan ook bekijken wat mogelijk is en binnen welke termijn.

Op een ander niveau doet het feit dat burgers vrije toegang hebben tot gegevens, vragen rijzen, aangezien sommige gegevens tot een gekleurde interpretatie kunnen leiden. Sommigen vrezen dat wanneer gegevens in de vorm van statistieken geaggregeerd worden, bijvoorbeeld voor kinderdagverblijven of bevolkingsgegevens, ze slechts in een bepaalde richting gebruikt zullen worden.”

Dat is een onvermijdelijke angst. Allemaal interpreteren we statistieken op onze eigen manier!

Michèle Hoeck: “Ja, maar het is belangrijk om zo ruw mogelijke gegevens te verstrekken. Ook al zijn zulke gegevens minder aangenaam om te raadplegen. Het probleem van een gegeven is dat er geen context bij is, waardoor de interpretatie moeilijker wordt. Neem nu de gegevens over het elektriciteitsverbruik van gebouwen. Het verschil in verbruik tussen het ene gebouw en het andere kan soms verklaard worden aan de hand van technische bouwelementen, die niet in de dataset opgenomen zijn.”

En de uitdagingen?

Michèle Hoeck: “Een uitdaging die zich duidelijk voordoet en tegelijk ook angst meebrengt, is dat de perimeter van de datasets nog onbekend is: welke soort informatie moet er verstrekt worden? Hoe precies moeten de verstrekte datasets zijn?

API’S OM MEERDERE CODERINGEN TE VERMIJDENWe willen vermijden dat het beheer van de datasets extra werk meebrengt� Als er bijvoorbeeld een lijst van de gemeentelijke mandatarissen gemaakt wordt, zou het niet mogen dat de wijziging van een gegeven een extra codering vereist� Dankzij API’s zullen de datasets op het Opendatastore-platform en op onze website automatisch geactualiseerd worden zodra het bronbestand gewijzigd wordt�

Op termijn zal er nog maar één bron zijn voor een specifieke dataset�

API’s zijn dus bruggen die gecreëerd worden om de gegevens te synchroniseren en dubbel codeerwerk te vermijden� Vanuit één enkele bron wordt er naar de datasets geëxporteerd� Het basisbeginsel is dat er nog maar één codering nodig zal zijn, waarvan allerlei soorten applicaties gebruik maken�

> Michèle Hoeck

NIEUWSBRIEF SEPTEmBER-OkTOBER 201754

ONZE GEMEENTEN

Page 3: > Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data? Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie

Ik geef een voorbeeld: mogen we van het bestuur eisen dat het een dataset met een lijst van de hoogtes van elke trottoirband verschaft?

De voetpaden van de gemeentewegen worden aangelegd door de gemeente, dat is waar. Maar daarom zijn die technische specificaties nog niet opgelijst in een bestand of zelfs op papier. Hoe specifieker we gaan, hoe kleiner de kans dat de gegevens bekend zijn bij het bestuur, laat staan dat ze in exhaustieve en bruikbare vorm opgelijst zijn. Hoe meer we de perimeter van de data willen vergroten, hoe meer werk het zal vragen om de dataset samen te stellen maar ook up-to-date te houden.

De uitgebreidheid en de precisie van de data houden dus duidelijk tegelijk een uitdaging en een angstgevoel in.

In september zullen de proefgemeenten de perimeters van de eerste vijftiental datasets bepalen. Zodra de eerste datasets en hun perimeters vastliggen, zal het college ze nog moeten goedkeuren. Aangezien het om externe communicatie gaat, is die goedkeuring essentieel.

Een andere uitdaging is de harmonisering van de data die we publiceren. Ik haal het voorbeeld van de hondentoiletten aan. Opdat de set zou werken, moet als norm bepaald worden dat overal dezelfde term gehanteerd wordt (niet nu eens ‘hondentoilet’, dan weer ‘hondenuitlaatplaats’) en dat de gegevens van hetzelfde type zijn (niet nu eens de ligging, dan weer de afmetingen). De uitdaging zit ‘m dus in de harmonisering en structurering.”

De perimeter bepalen, de terminologie en de inhoud harmoniseren … dit vraagt ongetwijfeld enige coördinatie tussen de gemeenten?

Michèle Hoeck: “Dat is ons doel voor de eerste vijftiental datasets. Nu moeten we dat doel nog bereiken.”

Wat werd er al gerealiseerd?

Michèle Hoeck: “Eerst en vooral hebben we alle data geïnventariseerd die in de gemeente verwerkt worden. Tijdens vergaderingen met alle diensten hebben we gevraagd om de datasets waarover ze beschikten zo precies mogelijk op te lijsten.

In Evere hebben we bijvoorbeeld zo’n 240 datasets geregistreerd. Sint-Gillis, ook een proefgemeente, heeft er bijna dubbel zo veel geïnventariseerd. Die inventarissen liggen dus niet vast en kunnen evolueren. Zo een inventarisering biedt ook een voordeel op het vlak van beheer, want we hebben vastgesteld dat sommige gegevens door meerdere diensten bijgehouden werden.

Samen hebben de proefgemeenten op basis van hun inventaris een vijftiental datasets geselecteerd, die we tegen het eind van het jaar als open data willen aanbieden op het gewestelijke platform (opendatastore.brussels). Eerst moeten we de perimeters nog bepalen: welke gegevens zullen voor elke dataset gepubliceerd kunnen worden?

De inventaris van elke proefgemeente geeft al een goed beeld van het werk voor de andere gemeenten die voor het grootste deel

hetzelfde type gegevens hebben. Zij zullen die datasets dus vlotter kunnen bepalen.

Vervolgens zullen die sets in de praktijk verfijnd worden afhankelijk van de interesse voor elk van onze datasets of van wat er van ons gevraagd wordt qua type of detailniveau.

De kwestie van de regelmaat van de actualisering doet ook vragen rijzen. Die zal bepaald moeten worden volgens het type set maar ook volgens onze mogelijkheden om de gegevens up-to-date te houden.

Het zou daarentegen moeilijk zijn om mogelijk heel interessante datasets samen te stellen zijn zonder bronnen die alle gegevens centraliseren. Neem nu de subsidies die de gemeente krijgt. Alle dossiers zijn inderdaad op een gegeven moment gecentraliseerd bij de dienst Financiën, al is het maar via de boekhouding, maar daarom wordt er nog geen specifieke set met financiële gegevens samengesteld zodat de gegevens vlot uitgelicht kunnen worden. Voor het overige wordt elke subsidie hoofdzakelijk verwerkt door de dienst die de gesubsidieerde materie beheert. Er moet dus een systeem komen om de subsidiegegevens te centraliseren.”

Pleegt u overleg met ontwikkelaars of andere producenten van gegevens?

Michèle Hoeck: “We hebben samen met Electrabel stappen ondernomen om uit hun lijsten relevante gegevens over het gemeentelijk verbruik te halen. Maar momenteel wil Electrabel een gecoördineerd verzoek van alle gemeenten om geen datasets te moeten produceren waarvan

DE ORDONNANTIE VAN 2016

In oktober 2016 verscheen de

ordonnantie die de richtlijn betreffende

open data omzet� Het kader is

vastgelegd en is onder meer van

toepassing op de gemeenten�

De kern van de materie staat in artikel

13, dat met name het volgende bepaalt:

“§ 1� De overheid stelt documenten ter

beschikking in een bestaande vorm

en taal zonder dat dit de verplichting

met zich meebrengt om uittreksels uit

documenten te moeten aanmaken,

aanpassen of aanleveren die een

onevenredig grote inspanning

zou vereisen die verder gaat dan

een eenvoudige handeling�

§ 2� In de mate van het mogelijke

stelt de overheid documenten ter

beschikking in open formaten en

machinaal leesbaar met de bijhorende

metadata� Deze formaten en

metadata dienen te beantwoorden

aan de formele open standaarden

in de zin van deze ordonnantie�”

Artikel 6 verduidelijkt bovendien

dat de gemeenten binnen een

verlengbare termijn van ten hoogste 20 werkdagen gehoor moeten geven aan verzoeken om hergebruik�

BRON

Ordonnantie van 27 oktober 2016 ertoe strekkende een opendatabeleid uit te stippelen en houdende omzetting van de Richtlijn 2013/37/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (BS 10/11/2016)

NIEUWSBRIEF SEPTEmBER-OkTOBER 2017 55

ONZE GEMEENTEN

Page 4: > Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data? Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie

de benadering voor elke gemeente zou verschillen.”

U hebt dus externe producenten van gegevens geïdentificeerd en vastgesteld dat er nood is aan coördinatie tussen de gemeenten om datasets van deze producenten te krijgen!

Michèle Hoeck: “Voor de bevolkings-gegevens werken vele gemeenten met software die door dezelfde provider ontwikkeld is. Gezien het persoonlijke karakter van die gegevens kunnen zij niet zomaar openbaargemaakt worden. Maar we zouden ze wel in geaggregeerde en geanonimiseerde

vorm kunnen publiceren. We zouden dan een soort statistieken krijgen die wel ter beschikking van het publiek gesteld kunnen worden. Daarvoor zouden we moeten samenzitten met de provider van de software en indien mogelijk een verzoek indienen in naam van meerdere gemeenten.

Kortom, we moeten op gemeentelijk niveau de krachten bundelen wanneer we onze verzoeken tot de privésector of een andere sector richten, om te weten te komen welke datasets interessant kunnen zijn voor het publiek.

Hoewel de meeste gemeenten voor de bevolkingsgegevens dezelfde software

gebruiken, wordt er voor de gemeentelijke boekhouding en voor HR een beroep gedaan op verschillende providers. Het zal dan moeilijker zijn om sets te verkrijgen die de gegevens voor vele gemeenten aggregeren.”

Voor sommige datasets wordt het dus ingewikkeld om een gemeenschappelijke geaggregeerde set te verkrijgen.

Michèle Hoeck: “Maar dat kan perfect vermeden worden: zodra de sets voor elke gemeente gepubliceerd zijn, zou een ontwikkelaar de negentien sets die voor hetzelfde type gegevens geproduceerd zijn, kunnen laten ‘matchen’.”

DEFINITIE VAN ‘OPEN DATA’Open gegevens (open data in het Engels) zijn ruwe openbare data die vrij toegankelijk en herbruikbaar zijn� De praktische filosofie van open data dringt aan op een vrije beschikbaarheid voor iedereen, zonder beperking door copyright, patenten of andere controlemechanismen�

In de IT-wereld zijn open data publieke of private – al dan niet gestructureerde – gegevens die doorgaans niet gebruikt kunnen worden door mensen maar die wel geïnterpreteerd kunnen worden door machines�

Openbare gegevens worden beschouwd als open data als ze aan

de volgende acht principes voldoen: compleet, primair, tijdig, toegankelijk, bruikbaar, niet-discriminerend, vrij van eigenaar en vrij van rechten�

De vrije toegankelijkheid van data vormt een nieuw model voor uitwisselingen tussen burgers, politici en bestuur�

In 2016 hebben Brulocalis en het Brussels agentschap voor administratieve vereenvoudiging Easybrussels een overeenkomst gesloten in het kader waarvan Brulocalis de gemeenten in hun eigen of de gewestelijke vereenvoudigingsinitiatieven ondersteuning geeft�

De werkgroep ‘administratieve vereenvoudiging’, die sinds oktober 2016 een feit is, houdt zich onder meer met open data bezig�

INFO

Jaarverslag 2016 van Brulocalis (p� 30), beschikbaar op www�brulocalis�brussels

Zie ook “De administratieve vereenvoudiging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest - Agentschap voor administratieve vereenvoudiging - verslag aan de regering - 11 mei 2017”�

DE VERENIGING IN ACTIE

WERKGROEP ‘ADMINISTRATIEVE VEREENVOUDIGING’

Op 29 juni vond de vijfde vergadering

van de werkgroep ‘administratieve

vereenvoudiging’ plaats� Ter

herinnering: deze werkgroep bestaat

uit vertegenwoordigers van de

negentien gemeenten en staat in

voor de supervisie, identificatie en

ontwikkeling van diverse procedures

binnen het lokale bestuur�

Tijdens de vergadering kwamen de

volgende onderwerpen aan bod:

• De nieuwe wetgeving inzake

overheidsopdrachten werd

bestudeerd vanuit het oogpunt

van de dagelijkse administratieve

vereenvoudiging in de gemeenten

(zie ook www�brulocalis�brussels >

documenten > Overheidsopdrachten:

wat verandert er op 30 juni 2017)�

• De voortgang van de opmaak van de inventaris van de open data in de gemeenten werd besproken�

• Er werd een recent project aangekondigd en kort toegelicht, dat bijzonder nuttig is voor zowel de Brusselse burgers als de bedrijven: de gewestelijke stappen-catalogus� Deze catalogus centraliseert alle stappen en nuttige informatie om zich te vestigen of activiteiten op te starten in het Brussels Gewest, in één portaalsite�

NIEUWSBRIEF SEPTEmBER-OkTOBER 201756

ONZE GEMEENTEN

Page 5: > Interview door Philippe Delvaux EVERE KIEST RESOLUUT VOOR … · Hoe komt het dat Evere zich is beginnen bezig te houden met open data? Michèle Hoeck: “Net toen de ordonnantie

4. Voor de Federatie Brussel-Wallonië verwijzen we naar de website www.enseignement.be, waar een overzicht gegeven wordt van onder andere alle scholen in de vorm van csv-bestanden.

Waarover gaan de eerste vijftien sets waaraan u nu werkt?

Michèle Hoeck: “De lijst met de leden van de gemeenteraad en het college, de lijst met mandaten in de intercommunales, de agenda van de zittingen, de lijst met kinderdagverblijven, scholen (wellicht van het gemeentelijk netwerk alleen), sportclubs (althans de clubs waarvan wij weet hebben omdat ze infrastructuur huren of subsidies krijgen), verenigingen, bibliotheken, begraafplaatsen, markten, sportinfrastructuur … en misschien speelpleinen.

De uitdaging zal zijn om de perimeter van elke set vast te leggen. Er moet meer gegeven worden dan enkel namen, adressen en contactpersonen, er moeten nuttige gegevens bij komen. Neem nu het voorbeeld van de scholen: we kunnen denken aan het aantal leerlingen, plaatsen, de onderwijsmethode … Voor kinderdagverblijven kan dat de gemiddelde leeftijd, het gemiddelde tarief, … zijn. Dat moet allemaal nog besproken worden met de andere gemeenten.”

Gaat u voor deze laatste twee voorbeelden coördineren met de gemeenschappen, die wellicht ook rond open data en misschien op hetzelfde type segment werken?4

Michèle Hoeck: “We rekenen op de steun van Easybrussels en het CIBG … maar we moeten zelf wel vooruitgaan. De ordonnantie dateert al van oktober 2016. De eerste datasets moeten binnenkort dus klaar zijn om te tonen dat de gemeenten ermee bezig zijn.”

Hoe zult u met het publiek communiceren over de terbeschikkingstelling van de datasets? En welk contact onderhoudt u met de eerste verwachte gebruikers van de gegevens, nl. app-ontwikkelaars? Geven zij hun wensen te kennen?

Michèle Hoeck: “Als gegevensleverancier was ik uitgenodigd op de beurs Open Belgium, wat een kans had kunnen zijn om in gesprek te gaan met app-ontwikkelaars. Maar het contact blijft nog te beperkt. De sector van de ontwikkelaars was er onvoldoende aanwezig.”

Misschien omdat de Belgische markt te nieuw en te weinig gekend is, maar misschien ook omdat het een te kleine markt is voor ontwikkelaars, in tegenstelling tot de Franse markt?

Michèle Hoeck: “Zodra de datasets samengesteld zijn, zullen we er werk van moeten maken om de ontwikkelaars maar ook de bevolking ermee te laten kennismaken.

Aangezien de open data in België nog in de kinderschoenen staan, zullen we alvast beginnen door datasets samen te stellen en ter beschikking te stellen. We kunnen niet voorspellen of er interesse voor zal zijn. We zullen dus achteraf analyseren wat werkt en wat niet. We vertrekken niet helemaal met

een wit blad, want we kunnen ons uiteraard baseren op wat er gebeurt in landen die al verder staan op het gebied van open data, zoals Frankrijk.

Er is nog werk aan de winkel … maar open data is een project waarin ik geloof.”

NIEUWSBRIEF SEPTEmBER-OkTOBER 2017 57

ONZE GEMEENTEN