‘ Ik werd vaak op't matje geroepen’

4

Transcript of ‘ Ik werd vaak op't matje geroepen’

Page 1: ‘ Ik werd vaak op't matje geroepen’
Page 2: ‘ Ik werd vaak op't matje geroepen’

interview  17 

Ab Klink heeft het druk als wij in december afspreken voor dit interview. Te druk eigenlijk. Dat blijkt al uit

het feit dat hij de eerste afspraak op het laatste moment af moet zeggen. De oud-minister heeft een afscheidsdiner met ex-collega’s bij de Koningin. Dat wist hij al wel, maar nu is hij zojuist gebeld door Mark Rutte. Minister-president Mark Rutte, welteverstaan. Klink wordt eerder dan op het afgesproken tijdstip verwacht, want de ‘oude’ ploeg zal geridderd worden. Als de Koningin je ontbiedt, dan ga je. En dus moeten we de afspraak verzetten.Een week later ben ik voor een nieuwe poging op de afge-sproken plaats. Ik heb net geparkeerd als de telefoon gaat. Of ik het vervelend vind om bij hem thuis af te spreken, want er moet nog een zoon uit bed geroepen worden, er is geen auto voorhanden en er volgen vanmiddag nog afspraken. Een half uur later, zit ik – telefonisch binnengeloodst door een oud-minister die tussendoor zijn kind maant om uit bed te komen – met een kop koffie op de bank. Druk heeft hij het, heel druk, te druk eigenlijk, maar lang zo erg niet als toen hij nog minister was. “Als minister had ik het vele malen druk-ker”, zegt Klink. “Naast het structurele werk dat onder meer bestaat uit zo’n vier à vijf debatten per week en de voorberei-dingen daarop, hangt er altijd wel iets in de lucht. H1N1, Q-koorts, een dreigend conflict over de bekostiging. En altijd weer die stukken bestuderen. De keren dat ik naar de Kamer werd geroepen, zijn talrijk. Ernst Hirsch Ballin (justitie, red.) en ik moesten het vaakst opdraven. Terecht natuurlijk, want je hebt als minister verantwoording af te leggen, maar soms

dacht ik weleens: ‘Jongens, moet ik nou alweer?’. De verant-woordingslast van een minister is enorm. Die druk is nu ver-dwenen. Samen met de baan. Een heel mooie baan overi-gens. Op een belangrijk ministerie, want gezondheidszorg raakt uiteindelijk iedereen.”

Debatteren met WouterToen Ab Klink bijna vier jaar geleden aantrad als minister van VWS, had hij weliswaar aan de wieg gestaan van het nieuwe zorgstelsel, maar was hij betrekkelijk onervaren als het om de sector zelf ging. Dat hij snel zo gefascineerd zou raken door de gezondheidszorg als totaal dossier, had hij ‘eerlijk gezegd’ niet verwacht. En dat de bekostiging ervan zo oneindig meer complex was dan hij op grond van zijn ervaring al wist, eigenlijk ook niet. Het kostte de oud-minister, die bekend staat om zijn volstrekte up-to-date dossierkennis, langer dan hij zelf had gedacht om de financiering van de gezondheidszorg in Nederland en alles wat daarbij komt kijken te doorgronden. Maar dat lukte wel. “En het was nodig om in het kabinet te overleven”, legt hij uit. “Het was er het kabinet niet naar om het snel eens te worden en ik had te maken met zware jongens als Wouter Bos. Ook iemand die heel goed weet waar hij over praat. Ondanks spanningen en soms onderlinge verwijde-ring heb ik veel gehad aan de debatten met Wouter. Ongewild wellicht, hielden we elkaar scherp en de botsing van politieke standpunten leverde soms ook nieuwe ideeën op. Gaandeweg kwamen we verder. Bijvoorbeeld

Voor een mens dat moeilijk nee kan zeggen, zei Ab Klink in september van het afgelopen jaar toch zeer nadrukkelijk ‘nee’ tegen de voorgenomen gedoogsamenwerking van zijn partij met de PVV. Een ‘nee’ dat voor zoveel opschudding zorgde en zulke grote gevolgen had dat je bijna zou vergeten dat daarvoor ook nog sprake was van een ministerschap. Op het mooiste, ingewikkeldste en misschien wel belangrijkste departement. Oud-minister van VWS, Ab Klink, heeft geen spijt.

tekst Marjan Enzlin Beeld VincEnt Boon

‘ Ik werd vaak op ’t matje geroepen’

KlinK KijKt terug op veelbeWogen ministerschap

Page 3: ‘ Ik werd vaak op't matje geroepen’

18  interview mednet 01i2011

op het enorm complexe punt van de vrije prijsvoering en de prestatiebekostiging. Het probleem in Nederland is bijvoor-beeld dat ons stelsel nog te veel kwantita-tief gericht is en nog te weinig kwalitatief. Heel graag was ik verder gegaan om, onder meer samen met de Orde van Medisch Specialisten, te kijken hoe we concreet via de lijnen van kwaliteit tot substantiële kostenreductie zouden kun-nen komen. Het is de enige manier en ik geloof er in. Maar het proces is bijzonder ingewikkeld en vergt een lange adem. Wat dat betreft, kijk ik met veel aandacht naar de VS die met Obama uit ons stelsel een aantal belangrijke principes heeft overge-nomen en nu de tijd neemt een manier te vinden om bijvoorbeeld overbehandeling en daarmee overbekostiging tegen te gaan.

Via kwaliteitsverbetering en juist daardoor ook efficiency-slagen. Ik weet zeker dat het kan. Nederland heeft in dit opzicht last van de Wet van de remmende voorsprong. Het omgekeerde geldt nu voor de VS.”De oud-minister lag tijdens zijn ministerschap zoals bekend geregeld in de clinch met de artsen in het land. Met de huis-artsen maakte hij uiteindelijk een belangrijke omslag, maar met de medisch specialisten bleef het moeilijk. Als erfenis van de afgelopen periode speelde onlangs het conflict over de tariefbeschikking van de NZa. Door de kortingen op DBC-tarieven, waarin de overschrijdingen van 2008 (512 miljoen) en 2009 (94 miljoen) zijn doorberekend, zal een flink aantal specialisten er in inkomen op achteruit gaan en daar maken ze gezamenlijk heftig bezwaar tegen. Klink, die met terugwerkende kracht min of meer als de boosdoener wordt gezien, heeft begrip voor de gevoelens van de specia-

listen, maar zegt beslist: “De kortingen zijn niet alleen echt nodig, ze zijn ook rechtvaardig. Je kunt niet aan de samenle-ving vragen elk jaar miljoenen extra te betalen die vervolgens in salarissen gaan zitten. Er is iets mis met de normtarieven en de normtijden, die voor de verschillende specialismen verschillend uitpakken. Daarbij is overigens nooit sprake geweest van kwade wil. Op dit dossier had ik het liefst nog de tijd gehad om samen naar oplossingen te zoeken. Langs de lijnen van kwaliteitsverbetering en gain sharing zodat de winsten uit kostenbesparingen ook ten goede kunnen

komen aan de specialisten en de ziekenhuizen.”Naast de salarissen speelt ook de herijking en het terug-brengen van de DBC’s van 30.000 naar 3000. Klink: “Dat is praktisch gezien noodzakelijk, maar de nieuwe product-structuur betekent op onderdelen tegelijkertijd ook een stap terug. Vrije prijsvorming en nacalculatie bij de risicovereve-ning moeten daarop worden afgestemd.”

geen spijtDe tijd om een en ander gezamenlijk goed af te ronden, is Klink als minister niet gegeven, want in september 2010 zei de op dat moment nog demissionaire minister zeer overtuigd ‘nee’ tegen mogelijke gedoogsamenwerking van zijn partij het CDA met de PVV in een nieuw te vormen kabinet met de VVD. Het halve land viel over hem heen en de druk vanuit de eigen partij om ‘erbij’ te blijven, was groot. Klink deed het niet en hoewel het kabinet er toch kwam, heeft hij geen moment spijt gehad van zijn stand-vastigheid. “Afgezien van het feit dat ik graag de kans had gehad mijn werk verder af te ronden, ben ik ben blij dat ik er niet bij hoor”, zegt hij. “De concessie die gedaan moest worden, was groot. In mijn ogen te groot. Gaande-weg de onderhandelingen zag ik dat deze samenwerking voor het CDA ongeloofwaardig moest worden. Ik voelde dat het niet goed was op deze manier. Maar voelen en intuïtie zijn niet concreet genoeg. Je kunt op dit niveau niet zeggen: ‘Ik stop ermee, want het voelt niet goed’. Ik moest dus mijn argumenten helder krijgen, juist ook omdat ik natuurlijk wel aan die onderhandelingstafel was gaan zitten. Het CDA had tijdens de campagne immers de PVV niet uitgesloten. Ik verwachtte toen ook nog een goede uitkomst. Maar die verwachting raakte ik steeds meer kwijt. Ik realiseerde me dat het een kabinet zou wor-den van dubbele boodschappen. Een kwetsbaar kabinet met een verhaal waaraan ik me niet kon conformeren; met een agenda waar de PVV met enig gemak een de-islamise-ringsstrategie aan kon ontlenen. Die concessie was te groot. Bovendien nam het CDA afstand van zijn hervor-mingsagenda op het gebied van de arbeidsmarkt. Toen voor mezelf duidelijk was dat deze weg voor mij definitief onbegaanbaar was, ben ik gaan zitten om de argumenten daarvoor helder te krijgen, op papier te zetten en uitein-delijk de bewuste brief te schrijven. Wat er daarna gebeurde, is inmiddels iedereen bekend.”

haagse spoKenHoewel de druk groot was, heeft Klink zich niet alleen gevoeld in bovenbeschreven periode. Vanuit het hele land ontving hij, veelal per e-mail, brieven en reacties die hij als belangrijke steun in de rug heeft ervaren. Daarnaast werd hij ondersteund door (politieke) vrienden. Ernst Hirsch Ballin, die zich eveneens publiekelijk en vierkant tegen de

curriculum vitaeDr. abraham (ab) Klink (1958) was

sinds begin 2007 tot oktober 2010 minister van volksgezondheid in het kabinet balkenende iv. Daar­

voor was hij directeur van het Wetenschappelijk instituut van het cDa en zat hij namens die partij in de eerste Kamer. gedurende zeven jaar, beginnend in 1992 werkte hij

voor het ministerie van justitie, uiteindelijk in de functie van

plaatsvervangend directeur rechtspleging. Klink werd geboren in Stellendam op Goeree-Overflak­

kee en doorliep de mavo, havo en het vWo alvorens sociologie aan

de erasmus universiteit te gaan studeren. in 1991 promoveerde hij

aan de juridische faculteit van de rijksuniversiteit leiden op een

onderzoek naar christen­democratie en overheid.

‘ Ik wilde echt weg en ik ben blij dat ik er nu niet meer bij hoor’

Page 4: ‘ Ik werd vaak op't matje geroepen’

interview  19 

‘De gezondheidszorg zal langs de lijnen van kwaliteit

kostenreductie moeten bewerkstelligen’

samenwerking keerde, was daarin heel belangrijk. “We wis-ten natuurlijk dat het flink kan spoken in Den Haag”, zegt Klink. “Wat dat betreft hadden we samen al genoeg meege-maakt, ook in de periode voor mijn ministerschap. Ik wist het dus en ik was er ook niet bang voor. If you can’t stand the heat, stay out of the kitchen. Ik heb die hitte ook nooit willen ontlopen. Ik mag dan iemand zijn die moeilijk nee zegt, maar als het mij eenmaal duidelijk is waarom ik ergens nee tegen zou moeten zeggen, dan gebeurt dat ook. Dan sta ik erachter en blijf ik erbij. Ik ben dus niet echt geraakt of gekwetst in die periode.”En dan is daar nu dus de drukke postministeriële periode. Waarmee heeft een oud-minister het eigenlijk zo druk? “Met het afhandelen van klussen, met de media gezien alle terugblikken aan het einde van het jaar, het voeren van gesprekken over nieuwe banen, het af en toe houden van lezingen en met het thuisfront bijvoorbeeld”, vertelt Klink, die onderaan de trap nog maar eens naar zijn zoon roept dat hij nu echt in actie moet komen. “Toen ik hier na bijna vier jaar weer ‘terugkwam’, bleken mijn drie

zonen bij wijze van spreken ineens ook vier jaar ouder geworden te zijn”, zegt hij. “Ze voetbalden niet meer voor het huis, maar zaten achter de computer te MSN’en en zijn druk met dingen waarmee jongeren bezig zijn. Ik dacht dat ik met mijn pedagogische methoden van vier jaar geleden nog een heel eind zou komen, maar dat blijkt dus niet het geval. Ik heb kennelijk toch een hoop gemist terwijl ik eigenlijk niet eens echt weg ben geweest en in huis nog vrij veel deed.”Als eerder genoemde zoon zich beneden meldt en om een boodschap is gestuurd, moet de oud-minister rennen rich-ting metrostation. De volgende afspraak dient zich aan en omdat de auto van huis is, moet hij met het openbaar ver-voer. Ik bied hem een lift in mijn nogal groezelige auto aan en breng hem naar het station. “Weet je wat ik eigenlijk het meeste mis?”, vraagt Klink, als hij in keurig pak op de pas-sagiersstoel tussen de broodkruimels zit. “Niet het gereden worden, maar wel mijn chauffeurs. Ik had de beschikking over geweldige chauffeurs die gaandeweg kameraden wer-den. Het vergt even wat aanpassing zonder de luxe door hen elke dag te worden afgehaald.”