Zwangerschap Bevalling Kraam

Post on 24-Jan-2015

3.577 views 1 download

description

 

Transcript of Zwangerschap Bevalling Kraam

Zwangeren, barenden en kraamvrouwen

Geslachtsorganen

Mannelijke geslachtsorganen

GESLACHTSORGANEN BIJ DE MAN

Uitwendige geslachtsorganen:

- Penis

- Balzak (scrotum)

- Teelballen

Inwendige geslachtsorganen

Vrouwelijke geslachtorganen

Inwendige geslachtsorganen

Inwendige geslachtsorganen

Voorbehoedsmiddelen

•Anticonceptiepil •Condoom/vrouwencondoom•Pessarium

•(Hormoon)spiraaltje ( 5 jaar) •Prikpil/ implantaat (Implanon) (3mnd -3 jaar )

Niet veilig •Periodieke onthouding: 3 à 4 dagen niet vrijen. Bijhouden van temperatuur vrouw. •Coïtus interruptus: voor het zingen de kerk uit.

De weg van de spermacel

• Via de testis (testes= meervoud) gaat het sperma via afvoergangen van het mannelijk voortplantingsorgaan naar “buiten”

De weg van de spermacel

• Testis (geslachtsklier, bal) spermatogenese

• Epididymis (bijbal) opslag

• Zaadleider 40-45 cm

• Ejaculatiekanaal 2 cm en gaat door de prostaat heen

• Urinebuis afvoer naar buiten

De weg van de spermacel

• Organen die gedurende het traject ook producten afgeven aan het ejaculatietraject en de urethra zijn:– Zaadblaasjes (produceert 60 % v/h zaadvocht.

vocht is basisch)

– Prostaatklier (produceert 20-30% zaadvocht)

– Cowperklieren (kleverig slijm dat urinezuur neutraliseert)

Eicel Oögenese

• Vorming van eicellen begint voor de geboorte en eindigt tijdens de menopauze.

• Van de 2 miljoen bij de geboorte, zijn er in de ovaria aan het begin van de pubertijd nog zo’n 400.000 over.

Eicel en spermacel

• Spermatelling zo’n 20-110 miljoen per ml.

• Gezonde spermatozoa kunnen zo’n 3 dagen overleven in het lichaam van de vrouw)

• De eicel is na de ovulatie 6-12 uur bevruchtbaar.

• Tocht van de zaadcel naar de eicel duurt zo’n 12-24 uur

Foliumzuur

• Foliumzuur is vitamine B11

• Foliumzuur verkleint de kans op neurale-buis defecten (b.v: open ruggetje of een open schedel.

• Start 1 maand voor bevruchting tot 2 maanden na de zwangerschap

Menstruatiecyclus

• Bestaat uit de volgende onderdelen:– Rijping van het follikel (folliculaire fase)– Ovulatie– De luteale fase

• Deze processen herhalen zich iedere 4 weken (28dagen).

• 1ste dag van de menstruatie is dag 1 v/d cyclus.

Rijping van het follikel (folliculaire fase)

• Stijging van LH(luteïniserend hormoon) en FSH(Follikelstimulerend hormoon) o.i.v. hypofysevk.

• Onder invloed van FSH rijpt het follikel tot Graafse follikel

• Rond dag 10-14 is de Graafse follikel ontwikkelt.

• LH zorgt voor de celdeling (meiose) en vochtopname in de follikel, deze barst uiteindelijk; ovulatie.

oestrogenen

• FSH stimuleert de productie van oestrogenen in de ovaria

• Ook groeiende follikkels produceren oestrogenen

• Oestrogenen zorgen dat het baarmoederslijmvlies dikker wordt.

• Dit wordt ook wel de proliferatiefase genoemd

Ovulatie

• Rond de 14de dag geeft de Graafse follikel de eicel af; ovulatie (o.i.v. LH)

• De eicel komt terecht in de bekkenholte.

• Hier wordt de eicel door de uitlopers van de eileiders “opgevangen” en komt de eicel in de eileider terecht.

Ovulatie

Gele lichaam (corpus luteum)

• Onder invloed van LH veranderd het lege Graafse follikel in het gele lichaam.

• Het gele lichaam gaat onder invloed van het LH oestrogeen en progesteron vormen.

HCG (Humaan Chorion Gonadotrofine)

• Wordt geproduceerd door de chorionvlokken.

• Dit is meetbaar in de urine en bloed.

• Wordt gebruikt om te kijken of een vrouw zwanger is.

Zonder bevruchting

• Zonder bevruchting degenereert het gele lichaam zo’n 12 dagen na de ovulatie.

• Hierdoor daalt de productie van progesteron en kan het dikke baarmoederslijmvlies niet intact blijven.

• Het laat los en wordt via de vagina uitgestoten. Dit is het begin van een nieuwe cyclus

De bevruchting• Het gele lichaam blijft nog zo’n 15 weken

progesteron produceren o.i.v. HCG (Humaan Chorion Gonadotrofine), totdat de placenta deze taak overneemt.

• Het baarmoederslijmvlies blijft nu natuurlijk intact en de productie van FSH en LH worden geremd.

• Ook wordt door de zwangerschap en door de progesteron de productie van oxytoxine en prolactine geremd

De bevruchting

1 zaadcel dringt binnen en bevrucht eicelSamensmelting

De bevruchting

Versmelting van kern eicel en zaadcel23 + 23 chromosomen totaal 46

Zygote ontstaan

Delingen

Zygote gaat delenVervoer van blastula naar baarmoederslijmvlies

(m.b.v.trilhaartjes eileider)

Naam Wat is het? Tijdstip na bevruchting

zygote bevruchte eicel 0

morula massief bolletje cellen

ca. 3 - 4 dagen

blastula/ cellen met holte in het midden

ca. 4 -14 dagen

gastrula cellen vormen 3 kiemlagen ecto endo en mesoderm

ca. 2 - 3 weken

Vroege ontwikkeling van het embryo

Blastula

baarmoederslijmvlies

blastocyste

binnenste cel massa

holte

Kiemlagen

bevruchting zygote

dag 2

dag 4

dag 6:massief bolletje cellen

dag 8ontwikkelingstadiumop moment van innesteling

dag 10

cellen dieembryo gaan vormen

cellen die placenta gaan vormen

kiemlagen: primaire weefsels:zenuw

spier

bindweefsel

epitheel

14-11-2006

Ontwikkeling van weefsels

mesoderm endoderm

De placentaplacenta

baarmoederwand

navelstreng

slagadersvan moeder

adersvan moeder

moederlijk deel van placenta

foetaaldeelvan placenta(chorion)

navelstrengslagaders

navelstrengadernavelstreng

foetalechorionvlokmetcapillairen

foetaalslagadertje foetaal

adertje

Placenta

Functie van de placenta

• Productie oestrogenen en progesteron.

• Opname voedingsstoffen en bouwstoffen.

• Regulering en samenstelling vruchtwater.

• Bescherming tegen infecties• Uitwisseling O2 en CO2

Navelstreng

• Navelstreng zit meestal in het midden van de placenta en bestaat uit twee slagaders en 1 ader.

• De vena umbilicalis brengt zuurstofrijk bloed van de placenta naar de foetus.

• De beide a umbilicalis lopen vanuit de a. iliacae interna terug naar de placenta.

Placenta met navelstreng

Kenmerken foetale circulatie

• Tussen linker en rechter boezem zit het foramen ovale. (Bloed gaat direct naar de linker harthelft ten bate van de zuurstofvoorziening van de hersenen)

• Tussen longslagader en de aorta zit ook een verbinding; ductus arteriosus of ductus Botalli (Hierdoor wordt de longcirculatie grotendeels overgeslagen)

•  Prenatale diagnostiek wordt toegepast als er een verhoogd risico bestaat op de geboorte van een kind met een ernstige aangeboren afwijking.

Er is een verhoogd risico als:

• de moeder ouder is dan 36

• de vader ouder is dan 55

• de vrouw al enkele malen een miskraam heeft gehad

• er al eerder een kind is geboren met afwijkingen

• één of beide ouders of familieleden een erfelijke afwijking hebben

Een voorbeeld

Leeftijd moeder Kans op Down-syndroom:

20 jaar 1: 1528

25 jaar 1 : 1351

30 jaar 1 : 909

35 jaar 1 : 384

40 jaar 1 : 112

45 jaar 1 : 28

Manieren

• Invasieve methoden:– Vlokkentest– Vruchtwaterpunktie– Navelstrengpunctie.

• Niet invasieve methoden: (Dit zijn vaak risicobepalingen, dus géén diagnostiek)

– Bloedonderzoek – echoscopische nekplooimeting (NT)

Vlokkentest

• De vlokkentest, chorionvillusbiopsie, kan gedaan worden als de foetus10 weken oud is. Met een naald wordt een stukje van de vlokken van de placenta opgenomen, vandaar vlokkentest.

Onderzoek:

• Chromosoomonderzoek kunnen afwijkingen in de chromosomen, aantallen of vorm, worden vastgesteld.

• Biochemisch onderzoek kunnen een aantal stofwisselingsziekten worden opgespoord.

• De uitslag is na ongeveer acht dagen bekend.

Vruchtwaterpunctie

• Als de foetus ongeveer 16 weken oud is, kan een vruchtwaterpunctie gedaan worden.

• Een dunne, holle naald wordt in de vruchtwaterholte gebracht en vervolgens wordt 20 ml vruchtwater opgezogen.

• In het vruchtwater zitten cellen die afkomstig zijn van het embryo.

vruchtwaterpunctie

• De uitkomst van het onderzoek is na 2 á 3 weken bekend.

• De kans op een miskraam door de punctie is 0,5%

Navelstrengpunctie.

• Vanaf de 18e week van de zwangerschap kan een navelstrengpunctie worden verricht.

• Met een dunne, holle naald wordt de navelstreng aangeprikt en ongeveer 3 tot 4 ml bloed van het embryo afgenomen.

• De uitslag is binnen twee tot drie dagen bekend.

Zwangerschap in

Trimesters

zwangerschap in trimesters

• eerste trimester: Week 1 – 12– zygote blastula gastrula– vorming van placenta– vorming van organen:

• 4e week:hartje klopt• 8e week: alle organen in aanleg aanwezig (embryo

foetus)

– productie van HCG door embryo gele lichaam blijft bestaan

Innesteling

Blastula zet zich stevig vast in baarmoederslijmvliesSlijmvlies wordt dikker

Slijmprop ontstaat in baarmoedermond

3 weken

2 mmEmbryo ligt in vruchtwater bescherming tegen schokken

Placenta & Navelstreng ontstaan (voor uitwisseling stoffen met moeder)

4 weken

6 mmBegin hersenen / ruggegraat

StaartHart (zakje onder hoofd)

5 weken

10 mmOgen, neus en mond ontwikkelen

Start ontwikkeling ledematen

6 weken

15 mmGezicht steeds duidelijker

Ontstaan ribben

8 weken

4 cmAlle organen aanwezig

Begin vorming zenuwstelselSpieren beginnen te werken

Embryo heet nu FOETUS!

zwangerschap in trimesters

• tweede trimester: 13 – 26– snelle groei van de foetus – eerste bewegingen voelbaar– HCG daalt; placenta produceert progesteron

13 weken (3 maanden)

8 cm / 28 gramLichaam produceert zelf bloedlichaampjes

Spieren sterker ‘schoppen’

16 weken (4 maanden)

15 cm / 125 gramFoetus bedekt met laagje donzig haarHuidcellen maken huidsmeer (bescherming)Geslachtsorganen ontstaan (zien via

echoscopie)

Zwangerschap in trimesters

• derde trimester: week 27 – 40– snelle groei van de foetus– verminderde activiteit foetus (ruimtegebrek)

5 maanden

23 cm / 380 gramZintuigelijke reacties bijv reacties op licht, geluid en

bewegingen moederFoetus kan draaien

7 – 9 maanden

7 mnd: 38 cm / 1300 gram8 mnd: 40 cm / 2500 gram9 mnd: 3000 – 4000 gram

Foetus ligt steeds vaker met hoofdje naar beneden

Bevalling

De start

• Waarom start de bevalling? Theorie:– Kwaliteit placenta neemt af hierdoor minder

progesteron– Hormoon spiegel oxytoxine gaat omhoog

Baringskanaal

Benige deel:• Onderste deel

wervelkolom; staart- en heiligbeen

• Bekken

Weke deel:• Uterus; baarmoeder• Cervix;

baarmoederhals• Vagina

Indalen

1.Hoofd

2.Baarmoeder

3.Bekken

4.Voor het indalen

5.Na het indalen

6.Hoofd zit in het bekken

Aankondigen bevalling:

• Tekenen; verliezen van de slijmprop die de baarmoeder afsloot. ( bloederig slijm)

• Terugkerende weeën.

• Breken van de vliezen ( verlies van al dan niet helder vruchtwater.

Baring in 4 tijdperken

1. Ontsluitingsperiode; begin baring tot volledige ontsluiting (VO)

2. Uitdrijvingsperiode; VO tot geboorte van de baby.

3. Geboren worden van de placenta en de vliezen

4. De eerste 2 uur na de bevalling (post partum)

Verstrijken van

de baarmoeder-wand

Onsluitingsperiode

• Verstrijken van de portio of baarmoederhals

• Check door vaginaal toucher

• De weeënactiviteit gaat van om de 5-7 minuten naar iedere 1-2 minuten

uitdrijvingsperiode

• VO

• De baby wordt door de moeder m.b.v. persweeën naar buiten geperst.

• Persweeën zijn er om de 2-3 minuten en duren ongeveer 1 minuut.

Na de geboorte:

• De Apgar score

Apgar score

• De test wordt gescoord één minuut, vijf minuten en tien minuten na de geboorte en geeft inzicht in de conditie van de baby op vijf vitale criteria:– Ademhaling– Pols- en hartslag– Spiertonus– Kleur van de huid– Reactie op prikkels

Apgar score

Nageboorte tijdperk

• De placenta komt los van de baarmoederwand en wordt geboren.

• Hierna mogen (pas) de ouders gefeliciteerd worden.

Termen

• A terme (AT) Voldragen (à terme geboren) pasgeborene.– Kind geboren na zwangerschapsduur van37

of meer complete weken en voor 42weken.

Termen

• Premature/ Vroeggeborene. – prematuur kind geboren na

zwangerschapsduur korter dan 37 complete weken en langer dan 28 complete weken.

• Immature/ Tevroeggeborene.– immatuur kind geboren na

zwangerschapsduur korter dan 28 complete weken en langer dan 16 complete weken.

Termen

• Postmature Serotien geborene.– Kind geboren na een zwangerschapsduur

langer dan 42 complete weken.

• Dysmature/ Onderontwikkelde geborene– Kind van wie het geboortegewicht te laag is

ten opzichte van het bij de zwangerschapsduur gebruikelijk voorkomend gewicht.

Termen

• Gravida/ zwangere – het getal dat hier wordt ingevuld verwijst naar

het aantal keren dat de zv zwanger is geweest.

• Para/ gebaard– het aantal kinderen die de zv gebaard heeft

• Amenorrhoe– periode dat de zv niet meer menstrueert