Post on 25-Jun-2015
r e l a t i e m a g a z i n e , f e b r u a r i 2 0 1 3
JE MoET oUTPErForMEnJohan Krijgsman
Waal
DoorDrenkt met passie
HET niEUwE bankiErEn draaiT niET MEEr oM gEld scHUiVEnCoert Beerman
Rabobank Rotterdam
waal in gEsPrEk MET diMiTri roElsVlaamsch Broodhuys
cocrEaTiE aVanT la lETTrEPi de Bruijn
De Architekten Cie
1ws
4
8
10
22
14
28
bOUwERsiN sPagaaT
Of misschien ligt het wel aan mij, dat ik
het idee heb dat het niet hard genoeg
gaat. Wat is nu eigenlijk de stand van
zaken? Die vraag lag op tafel toen we
deze editie - de eerste - van ons
vernieuwde relatiemagazine ‘WS’
bespraken. De antwoorden op die vraag
vindt u terug in de inhoud, uit heel
uiteenlopende monden. Conclusie:
iedereen ziet de noodzaak in van
verandering. We staan allemaal
enthousiast ons verhaal te doen in
koplopersgroepen voor ketenintegratie
en op netwerkbijeenkomsten. Maar
één voor één merken we elke dag de
spagaat waar we als bouwer in zitten. Je
wilt aan de ene kant waarde toevoegen
in de keten, zodat je je onderscheidend
vermogen in de markt duidelijk maakt en
partijen je weten te vinden. Aan de
andere kant is nog steeds de laagste
prijs de enige parameter die telt. Of het
gaat in een aanbesteding om de EMVI,
de Economisch Meest Voordelige
Inschrijving, waarin de echte prestatie-
indicatoren voor innoveren ontbreken.
Die aanpak werkt innovatie niet in
de hand.
Misschien willen we te veel ineens.
Procedures veranderen is niets
vergeleken bij een cultuur veranderen.
En daar staan we voor. Cultuur is ook
visie ontwikkelen, strategie opstellen en
implementeren. Goed of soms met een
kanttekening. Lees verder en vorm
uw eigen opinie!
Johan Krijgsman
Innovatieve bouwer
“De bouw moet anders”, wordt vaak geroepen.
Ik zeg dan altijd: “Nee, de bouw gáát al anders.”
Alleen gaat het niet altijd even hard.
cOlOFON
WS is een uitgave voor alle relaties van Waal.
TekstenJan Luyendijk
FotografieMichael van OostenKees StuipFrank KraftErno Wientjens
EindredactieJohan KrijgsmanJanneke Alblas
Concept en productieWubbe CC, Delft
WaalSchiedamsedijk 22Postbus 1653130 AD VlaardingenTel. 010 - 248 28 28info@waal.nlwww.waal.nl
4 Alleen de entourage doet al watertanden Dimitri Roels
6 Cocreatie avant la lettre Pi de Bruijn
8 Het Nieuwe Bankieren draait niet meer om geld schuiven Coert Beerman
10 Je moet outperformen Johan Krijgsman
12 Marktpartijen weten het beste wat er leeft Hans Versluijs
13 Column: Na de crisis Hennes de Ridder
14 Klein is het nieuwe groot Phillip Smits
16 De zorg voor een andere manier van samenwerken Guus Verduijn
18 Nieuw aan de horizon: De Kameleon
19 Kan het beter goedkoper of efficienter? Henk Lammers
20 10 vragen aan Marjet Rutten
22 De nieuwe werkelijkheid is er gewoon Henk Homberg
24 Nieuw aan de horizon: De Furie
25 MaakiQ Daan van Norel, Ebert van der Wal en Joris Raaijmaakers
26 Het Nieuwe Calculeren Joris van der Velden
27 Nieuw aan de horizon: MFA Oudeland
28 Op herhaling bij de FD Gazellen
29 Nieuw aan de horizon: Centrumplan en Sint Jan de Doper
30 Een beter product voor Woonplus
31 Nieuw aan de horizon: De Duinpieper
31 Overlevingspakken voor KNRM
32 Waal.nl/nieuws
3ws
Het idee voor een nieuw
businessconcept ligt soms
op straat. Als kok Dimitri Roels
in Parijs zuurdesembrood
proeft, is hij verkocht.
Hij moet en zal het brood
ook in Nederland gaan
introduceren. Het is het begin
van een succesformule:
het Vlaamsch Broodhuys.
Het is een concept dat perfect past in de
hang naar authenticiteit van vandaag.
Maar beschuldig eigenaar Dimitri Roels er
niet van dat hij een slimme marketing-
jongen is die boven op de Zeitgeist zit.
“Achteraf is het een schot in de roos
gebleken. Je ziet het aan het aantal
ambachtelijke bakkerijen dat als
paddenstoelen uit de grond schiet. Het is
gewoon toeval dat we zijn begonnen in
een tijd waarin eco hoogtij ging vieren.
Je had eerst 9/11, toen kwam die crisis er
nog eens overheen. Daardoor is er hang
naar authenticiteit ontstaan. Wij faciliteren
dat gevoel met een oprecht verhaal.
Natuurlijk zijn we óók ondernemers en
willen we ook geld verdienen, maar niet
ten koste van alles.”
al de entourage doet watertanden. “Onze
inspiratie halen we uit cosmopolitische
steden als Londen en New York. Maar we
leveren ook aan de tophoreca. Dat zijn
toppers, die zijn zó met hun vak bezig dat
je daar vanzelf geïnspireerd van raakt.”
‘Beleving’ is het sleutelwoord voor de
toekomst. “Mensen weten dat we
excellent brood bakken en dat de
entourage goed is. Dan moet ook het
serviceniveau kloppen. Als mensen naar
buiten stappen, moeten ze zeggen:
leuke winkel, maar vooral wát een service,
dat zie je nergens meer. Daar ga je op
termijn de oorlog mee winnen.” Die
beleving mist hij bij andere ondernemers.
“Ik spreek regelmatig andere ondernemers
die vaak vele malen groter zijn. Dan kan ik
wel eens jaloers zijn op hun perfecte
organisatie. Maar zij missen altijd wat wij
hebben: een mooi product dat met
passie wordt gemaakt. Ons product is
ervan doordrenkt. Vraag jezelf regelmatig
af: waarom doen we het altijd zoals het
nu gaat? Ik heb het er wel eens over met
een bevriende aannemer. Dan verbaas ik
me er altijd over hoe inefficiënt de bouw
georganiseerd is en wat er verspild wordt.”
Verziekte brancheAuthentiek. Eerlijk. Puur. Het zijn woorden
die Dimitri Roels regelmatig gebruikt.
Zoals zuurdesembrood ook ‘eerlijk’ brood
is. Het gisten van het brood is een
natuurlijk proces, door de bacteriën en
schimmels in het deeg. Het levert een
compleet ander brood op dan het brood
dat de gemiddelde Nederlander eet.
Dimitri: “De Nederlandse broodbranche is
verziekt. Van de Nederlandse consumen-
ten eet 85, 90 procent hetzelfde brood.
Dat komt allemaal bij drie, vier grote
fabrieken vandaan. Daar is het niet de
bakker meer die de smaak van het brood
bepaalt, maar de retailer. Brood is er een
volumeproduct geworden. Als je dat nu
eens vergelijkt met landen als Frankrijk en
België: daar koopt 60, 75 procent van de
consumenten nog gewoon bij de warme
bakker. Daar hoort brood nog echt in de
cultuur thuis. Als er in brood ooit een keer
een voedselschandaal komt, dan gaat de
consument misschien weer naar de
specialisten toe.”
Of naar één van de vestigingen van het
Vlaamsch Broodhuys. Op 24 plaatsen in
de Randstad is het brood te koop. Alleen
authentiekeerlijkpuur
Dimitri RoelsVlaamsch Broodhuys
@VlaamschBrood
4 ws 5ws
Nee, met een rondje door een willekeu-
rige nieuwbouwwijk doe je Pi de Bruijn
geen plezier. De inmiddels 70-jarige
architect (“je bent een creatieveling en
dat houdt nooit op”) beziet de
architectuur van de laatste decennia
met gemengde gevoelens. De omslag
in de bouw naar een meer vraaggerichte
aanpak omarmt hij enthousiast.
“De laatste twintig jaar is er enorm veel
gebouwd, maar wel met de focus op
efficiency”, constateert hij. “Ook als
architecten hebben we veel kwaliteit
laten liggen. We moeten weer dichter bij
elkaar komen als bouwpartners, en daar
schaar ik de architecten nadrukkelijk ook
bij. In de ogen van velen zijn wij ver van
het eigenlijke vak af komen te staan. Veel
architecten zijn veredelde ontwerp-
studio’s. Handige jongens met een
computer, die met één druk op de knop
een ander geveltje genereren. Dat is
architectuur van de lopende band. Vaak
beperkte, cynische architectuur, waar
soms een hoop geld mee verdiend is.”
Zelf heeft Pi de Bruijn meer de dialoog met
gebruikers gezocht. De wijk Roombeek in
Enschede, herbouwd na de vuurwerkramp
van 2000, was een schoolvoorbeeld van
cocreatie avant la lettre. Pi de Bruijn:
“Roombeek staat voor afwisseling, het is
geen eenheidsworst. Dat maakt het heel
bijzonder, iedereen valt ervoor. Maar de
traditionele gemeenten en ontwikkelaars
durven deze benadering vaak niet aan.
Ze kiezen liever voor de bestaande aanpak,
want daar zit hun verdienmodel: dènken ze!”
Veel grote projecten sieren zijn cv, als
architect of als supervisor. De Zuidas,
de ArenA Boulevard, de Beurstraverse,
de nieuwbouw van de Tweede Kamer.
Zijn bureau, de Architekten Cie., is flink op
weg in de omslag naar vernieuwing.
“Je moet mensen er wel eens van
overtuigen dat je geen oppervlakkige
vormpjesmaker bent, maar dat je breder
georiënteerd bent. Maar niet altijd
hebben opdrachtgevers daar behoefte
aan. Nog te vaak zijn gebouwen voor hen
uitsluitend financiële producten.”
De AchtSamen met Waal realiseert De Bruijn
in Amsterdam De Acht, een
appartementengebouw in opdracht van
de Maarsen Groep. “Waal is heel
vernieuwend. Voor de grote balkons
kwamen ze bijvoorbeeld met het
idee van verzonken consoles die
worden opgenomen in de balkonplaat.
Ook pasten zij een afzinkkelder toe:
dat was in deze afmetingen nog niet
eerder gebeurd. Heel spectaculair.
In het verleden maakten wij het ontwerp
en bouwde de aannemer het.
Ik zie de nieuwe samenwerking als
een proces met veel meer integratie.
En de toekomst? “Het toverwoord is:
ontwikkelen met een kleinere korrel,
veel meer vraaggestuurd. De gebouwen
worden veel meer maatkostuums.
Dat gaat leiden tot tevreden klanten
en een afwisselend straatbeeld. Het is
een type vastgoed dat in de toekomst
ook zijn waarde zal blijven behouden.”
Zie ook de visie van Monique Maarsen van Maarsen Groep op WaalTV
Bekijk de film over de afzinkkelder van het project De Acht op WaalTV
Pi de BruijnDe Architekten Cie
@architektencie
6 ws 7ws
Zie ook Rabobank Portret Coert Beerman
Aan de borreltafel zijn de schuldigen voor de huizencrisis snel
gevonden: de banken. Die verstrekken geen enkele hypotheek
meer. Zo is het toch, directievoorzitter Coert Beerman van
Rabobank Rotterdam? “Mensen reageren inderdaad vaak in de
trant van: is het loket van de bank dicht? Nee integendeel, het
loket is nog steeds open, maar als Rabobank hebben wij te maken
met normen en regels die strenger zijn geworden. En ook wij
hebben met het economisch tij te maken. Die factoren maken het
evident dat wij niet meer één op één hypotheken verstrekken.”
Tegelijkertijd constateert hij dat het aantal aanvragen ook sterk
is gedaald. Coert Beerman: “Hoeveel trek heeft de markt nog om
te kopen? Je kunt het niet allemaal op het bord van de bank
schuiven dat er minder hypotheken worden verstrekt. Er is veel
te lang onduidelijkheid geweest over de hypotheekrenteaftrek en
de overdrachtsbelasting. Dan is de consument niet bereid tot
investeren.” Rabobank Rotterdam is nog een positieve uitschieter,
rekent hij voor. Ons marktaandeel in de regio is gegroeid van
25 naar rond de 35 procent. “Dat betekent dat ons loket vaker
opengaat dan de loketten van andere banken.”
Dubbele petAls bankier heeft hij een dubbele pet op. Enerzijds is hij gebonden
aan de normen en regelgeving, anderzijds is de bank van groot
belang voor de regionale economie. “Een hypotheek is het begin
van een lange keten. Die hypotheek leidt tot vervolgtransacties bij
makelaars, notarissen, schilders, loodgieters, woninginrichters,
noem maar op. Ik ben daarom voor het stimuleren van de
onderkant van de markt. De groep van de eerste starters moeten
wij zo veel mogelijk faciliteren. Als zij weer gaan kopen, komt
ook de rest van de keten op gang. Die doorstroming is
essentieel. Want de markt zit pas echt vast bij de tweede en
derde woningen.”
Andere financieringsvormen Banken zouden zich ook moeten gaan oriënteren op andere
financieringsvormen, oppert hij. “Het nieuwe bankieren zal in de
toekomst niet altijd meer draaien om het schuiven van geld.
Er zal op een meer creatieve wijze moeten worden omgegaan
met een financieringsaanvraag. Er is bijvoorbeeld heel veel
spaargeld in de markt. Kunnen wij spaarders niet interesseren
voor crowd funding, met andere woorden: om te beleggen in
hypotheken?” De pijn zit vooral in het hier en nu. “Tot en met
2016 is er een tekort van 127.000 woningen. Er is bovendien een
scheve woningvoorraad. Laten wij vooral vraaggestuurd te werk
gaan. Er komen meer eenpersoonshuishoudens, mensen stellen
andere eisen. Een appartement zonder balkon verkoopt niet.
Onlangs was er ophef over de zogenoemde halalwoning in
Amsterdam. Nou en? Als de markt daar om vraagt, dan dienen wij
daar naar te luisteren. Dat is een tijdlang niet gebeurd. Het idee
leefde in de markt: wij hebben een stuk grond, wij gaan bouwen
en de kopers komen vanzelf. Dat is voorbij.”
Coert BeermanRabobank Rotterdam
@Raborotterdam
8 ws 9ws
Integrale verantwoordelijkheidMaar ketenintegratie kan ook succesvol zijn aan de vóórkant van
het traject. Johan Krijgsman: “Dan neem je als bouwer de
verantwoording voor onderaannemers, architecten, constructeurs
en bouwfysici. Die gaan in de maakketen onder regie van de
aannemer opereren. Nu wil de opdrachtgever dat nog allemaal
bij zich houden, maar het stimuleert niet de innovatie in de sector.
In de toekomst zal een opdrachtgever de integrale verantwoorde-
lijkheid kwijt willen, maar ook alle risico’s zoals de ontwerprisico’s.
Het komt nu al voor dat wij een polis afsluiten voor de ontwerp-
verantwoording in geval van constructieve of bouwfysische
fouten in het ontwerp. Maar in het huidige model klopt dat niet.
Als je verantwoordelijkheid toeneemt en je risico’s stijgen, moet
je daarvoor worden beloond.”
Twee groentekramenIn de laatste jaren heeft Waal afscheid genomen van een groot
aantal toeleveranciers. “Onvermijdelijk om innovatie ruim baan
te geven”, zegt Krijgsman. “Anders kun je niet projectoverstijgend
werken en je werkplannen steeds beter maken. Dat betekent
voor een opdrachtgever niet dat hij altijd maar met diezelfde
bouwpartner moet werken. Hij kan heel goed met meerdere
ketens samenwerken. Op elke markt staan ook twee groente-
kramen naast elkaar. Dat houdt de markt mooi in evenwicht.
Als de insteek maar niet de laagste prijs is, want dan krijg je weer
die vechtcultuur. Die waardecreatie krijg je pas als je kennis en
kunde van alle partners samenvoegt. Als je daarin slaagt, kun
je duurzame continuïteit bieden. Daar heb je misschien wel
vijf stappen voor nodig. Als ik eerlijk ben, hebben we pas de
eerste stap gezet.”
Afzetrisico bottleneckDe ontwikkelende bouwer van de toekomst moet misschien
nog wel een stapje verder gaan. Waarom zou die bouwer
ook niet een rol gaan spelen in het verkooptraject? Johan
Krijgsman sluit het niet uit. “Het afzetrisico is nu nog de grootste
bottleneck om te gaan bouwen. We kunnen dat risico voor
een initiatiefnemer verkleinen. Ik ben ervan overtuigd dat
een goede woning op de juiste plek altijd wordt verkocht.
Dat zien we nu ook bij een project in Leidschendam, dat we
zonder makelaar en zonder reclamebureau ‘branden’.
We laden de locatie, we ontsluiten het proces via internet,
we zijn bezig met het werven van ambassadeurs. Zo hebben
we een groep mensen gemobiliseerd die we meenemen
in klantenpanels. Zij hebben invloed op het plan. Het resultaat
is dat we nu al tweehonderd inschrijvingen hebben voor
zeventig woningen.”
Andere competentiesWie de bouw wil veranderen, moet vooral de cultuur veranderen.
Onderdeel van een nieuwe aanpak is daarom een instroom van
nieuwe medewerkers. “We nemen tegenwoordig andere mensen
aan. Soms mensen die helemaal niets met bouwen hebben, maar
wel iets kunnen toevoegen. Dan gaat het niet over een andere
mindset: dat zit wel goed bij onze mensen. Het gaat om heel
andere competenties. De lat ligt heel hoog. Voor onze mensen,
voor ons als organisatie. Je moet outperformen. De crisis is een
mooie versneller van onze drijfveer om doorbraken in de
bouwsector te realiseren.
Vooruit, nog maar zo’n relativering, halverwege de koffie in zijn
werkkamer in Vlaardingen. “Van een grijze muis zijn we een iets
sneller muisje geworden. Maar we zijn nog steeds een muis.”
Die uitspraken maken duidelijk dat de 40-jarige directeur van
Waal niet op zijn lauweren rust, ondanks alle lof die hij krijgt
toegezwaaid. “We hebben een aantal stapjes gezet. Maar de
grote resultaten liggen nog voor ons. Het woord ‘ketenintegratie’
wordt te pas en te onpas gebruikt. Ik zie het als een hype van
bouwers en corporaties. Ketenintegratie vind ik een misplaatst
woord. Het gaat niet om anders samenwerken, maar om het
toevoegen van meer waarde.”
Echte ketenintegratie gaat daarom verder, doceert hij.
“Waar ik in geloof, is achterwaartse ketenintegratie met
maakpartners. Dat is ook het idee van maakiQ. Van alle
materialen kopen we zeventig procent in. We willen naar een
structuur toe waarin open source innovation kan gedijen.
Waar het om gaat, is dat een hoofdaannemer met zijn hele
keten innoveert en de beste propositie nastreeft. Zodat je niet
elke keer het wiel hoeft uit te vinden als je iets inkoopt. Anders
samenwerken met een klant noem ik nog geen ketenintegratie.
De echte ketenintegratie zit aan de achterkant: waarde
toevoegen aan de zeventig procent die je als bouwer inkoopt.”
Voor iemand die van zichzelf zegt gauw verveeld te zijn (“Ik ben liever met
vernieuwing bezig dan dat ik regulier werk doe”) zijn het leuke tijden in de bouw.
Stap voor stap gaat Johan Krijgsman met Waal verder op de weg van verandering.
Relativerend: “We hebben pas de eerste stap gezet.”
Johan KrijgsmanWaal
@JDKrijgsman
Met project De Wielslag bouwt Waal mee aan de vernieuwing van Rotterdam Zuid.
de cr isis als versneller
10 ws 11ws
cOlUMN
Na dE cRisisDe bouwsector komt nu snel tot een totale stilstand. Na een
wat ongelukkig regeerakkoord wachten alle ‘bouw’partijen met
ingehouden adem tot het overgaat. Wachten is sowieso niet
verstandig, omdat het altijd langer lijkt dan het werkelijk duurt.
Maar wachten op iets dat definitief voorbij is (groei, groei en
nog eens groei) of de huizenprijzen zo’n 25% gedaald zijn, is dom.
We kunnen daarom beter de stagnatie aangrijpen om de
bouwsector te hervormen. Weg uit de idiotie dat opdrachtgevers
definiëren wat ze willen hebben, waardoor aannemers in een
dodelijke prijscompetitie zitten en gedwongen worden om
ambachtelijk eenmalige, unieke bouwwerken te maken.
Het aardige is dat juist de bouw iets kan bewerkstelligen waar
Nederland op wacht: een stimulering van de economie die
tegelijkertijd een bezuiniging is. Dat is dat (semi)publieke
opdrachtgevers in de bouw ophouden te specificeren wat ze
willen hebben. De directe publieke besparing is zo’n 10% op de
totale bouwomzet. De stimulering is dat aannemers eindelijk met
zelf ontwikkelde bouwwerken kunnen komen en die industrieel
gaan produceren. Daardoor krijg je een competitie, die maakt
dat ze investeren in bouwwerken die twee keer beter, de helft
goedkoper en twee keer sneller te leveren zijn. Dat komt door
leercurven en repetitie-effecten. Indien deze bouwwerken ook
nog eens parametrisch van klein naar groot - dus van wc, via
keuken, badkamer, installaties, vloeren, plafond, wanden naar dak
en fundering - zowel digitaal als in het echt worden doorontwikkeld
in plaats van de huidige van groot naar klein benadering, dan
kunnen deze producten in elke omgeving worden geleverd.
We spreken dan van hoogwaardig - industrieel gemaakt - maatwerk
van superieure kwaliteit en architectuur. Weg met de saaiheid,
gelijkvormigheid, faalkosten en overlast. De nieuwe bouw onder-
nemers hebben een gestandaardiseerde bouwdoos waarmee
ze elk denkbaar bouwwerk kunnen maken maar ook makkelijk
kunnen aanpassen. Hiermee kunnen ze lekker aan de slag in de
gigantische markt van herstructurering, renovatie en transformatie.
Maar ook in de GWW ligt er een enorme markt met tunneltjes,
rotondes, viaducten, geluidsschermen, rioleringen en wegen.
Er zijn helaas enkele woningbouwcorporaties die weer de totaal
andere kant uitgaan. Onder het mom van ketenintegratie gaan
zij ”samenwerken” met een paar aannemers om te renoveren.
Niks competitie. Lekker alles met geitenwollen sokken samen doen
en vooraf 2,5% winst en 6% AK op de omzet afspreken. Als deze
aannemers niet iets met elkaar afspreken, zijn ze zo dom dat ik ze
nog niet eens op een werk zou willen hebben. In ieder geval gaan
deze jongens en meisjes het in de nieuwe wereld niet meer redden.
Em. Prof. dr. ir. Hennes de Ridder
@Hennesderidder
Hans Versluijs Gemeente Vlaardingen
@hversluijs
De veranderingen in de bouw raken ook
de gemeenten. Hun positie als regisseur
van projecten staat onder druk. Hoe gaan
gemeenten met die uitdaging om?
De gemeente Vlaardingen deed ervaring
op met een project dat op de traditionele
wijze, met een Europese aanbesteding,
niet van de grond kwam. Wethouder
Hans Versluijs besloot daarom het roer
om te gooien. “Toen de aanbesteding
voor het Buizengat-Oost niet tot een
voor ons acceptabel resultaat leidde,
hebben we een aantal partijen gevraagd
hun gedachten te laten gaan over het
plan. We moeten meer de dialoog gaan
voeren, maar dan wel binnen de regels
van de aanbestedingsprocedure.
De partijen waren verder helemaal vrij
het plan in te vullen naar hun eigen
inzichten. Voor ons is dat wel een
moment geweest dat wij hebben
geleerd dat we niet meer in de positie
zijn om heel strakke randvoorwaarden
en veel eisen neer te leggen.”
SamenwerkingDe procedure is nog niet afgerond,
maar de resultaten zijn veelbelovend.
“Wij merken dat we door frisse en
nieuwe ideeën geïnspireerd raken om
het op een geheel andere manier aan te
pakken. Ik geloof in samenwerking.
Het was de starre regelgeving die ons
aanvankelijk in die voorzichtige rol
heeft geduwd. Nu weten we dat we ook
creatiever in onze aanpak kunnen zijn
als gemeente.” Ook het gefaseerd
aanpakken van projecten past in de
huidige marktomstandigheden,
concludeert hij. “Je moet ervoor zorgen
dat je genoeg ruimte overhoudt om
een plan in een later stadium helemaal
in te vullen. En dat moet je aan de
marktpartijen overlaten. Want het is
toch wel duidelijk dat zij het beste
weten wat er in de markt leeft.”
Marktpartijen betrekken bij bestemmingsplanHet eerder betrekken van marktpartijen
bij het opstellen van bestemmings-
plannen is een andere oplossing.
Wethouder Versluijs: “Met kleine post-
zegellocaties doe je dat uiteraard niet,
wel met grote plannen. Als wij bezig zijn
met een nieuw plan, dan richten we de
planprocedure zo in dat er eigen inbreng
mogelijk is voor partijen. Dus je houdt
je plannen zo functioneel en zo globaal
mogelijk. Dat heeft natuurlijk ook zijn
grenzen, je wilt niet dat je ontwikkelin-
gen faciliteert waar je later niet gelukkig
mee bent. Maar het komt er wel op neer
dat je de partij waar je mee in zee gaat
daadwerkelijk bij het plan betrekt.
Aangezien je bij het opstellen van een
bestemmingsplan tegenwoordig ook
de uitvoerbaarheid moet aantonen,
heeft het grote voordelen om markt-
partijen erbij te betrekken: zij voeren
de plannen uit.” iets bewerkstelligen waar
nederland op wacht12 ws 13ws
“Begin 2008 dachten sommige partijen in de bouw dat we
failliet zouden gaan. Nu is het: jullie hebben de afgelopen jaren
wel visie getoond! Zo betrekkelijk is het allemaal.” Phillip Smits
stond vijf jaar terug aan de basis van de nieuwe Blauwhoed
Groep. Onder zijn leiding ging de ontwikkelaar om, maar niet
zonder slag of stoot. “Om de omslag te maken, zijn we ons heel
sterk gaan afvragen: wat is nu onze toegevoegde waarde, wat
is ons DNA? Wat ik zag, was dat we de maximale toegevoegde
waarde aan de voorkant van het ontwikkelproces moesten
zoeken: concepting, marketing en verkoop, dus beleving.
Voor taken aan de achterkant van het ontwikkelproces konden
we beter aansluiten door aannemers vroeger in het proces te
betrekken om hun expertise maximaal uit te nutten. Hier is het
nieuwe Businessmodel voor Blauwhoed uitgekomen. Daarbij is
begin 2008 de consument, de klant, nog meer op nummer 1
komen te staan en niet langer de architect, de stedenbouw-
kundige of gemeenten.”
KopersstakingBegin 2008 begon hij als COO aan het karwei bij Blauwhoed,
begin 2010 werd hij CEO. In die rollen keek Phillip Smits kritisch
naar projecten, organisatie en kostenstructuur. “Al snel was de
conclusie dat een deel van de projecten niet meer aan het
nieuwe perspectief voldeed. Deze projecten hebben we voor
de bouwvak van 2008 verkocht, niet wetende dat Leeman
Brothers in oktober 2008 zou vallen.” Vervolgens kon hij gaan
reorganiseren. Het personeelsbestand kromp fors: van 110 naar
uiteindelijk 35 medewerkers om flexibel te blijven. “Uiteindelijk
zijn er nog maar tien medewerkers van voor de crisis werkzaam
bij Blauwhoed. De cultuuromslag kon niet groter zijn.”
Inspiratie uit andere branchesOok initieerde hij het concept voor Blauwhoed Studio, dat alle
bestaande afdelingen verving. “We hebben hierdoor het bedrijf
kunnen ontmanagen om het ondernemende karakter van
de mensen beter tot uitdrukking te laten komen. ‘Klein is het
nieuwe groot’ is mijn credo. We werken graag samen met groot
en gaan partnerships aan met klein.”
Zijn inspiratie haalt Phillip Smits uit andere branches. “Ik ben lid
van een aantal netwerken, waarvan een aantal buiten de
branche. Daar hoor ik de meest inspirerende verhalen. Het is
niet dat je het allemaal zo kunt kopiëren naar je eigen bedrijf,
maar je kunt wel ideeën opdoen die je weer verder helpen.
Ik ben bijvoorbeeld bij Google geweest om te kijken hoe zij
georganiseerd zijn en welke strategieën ze hanteren. Heel
inspirerend allemaal. In de bouwbranche ben ik dat de laatste
jaren veel minder tegengekomen. “
Wat is onZe toeGeVoeGDe WaarDe
Phillip SmitsBlauwhoed B.V.
@Phillipsmits
Bekijk de visie van Phillip Smits op WaalTV
14 ws 15ws
Guus Verduijn Woonzorg Nederland
@WoonzorgNL
Lees het artikel ‘Tweede’ start bouw Sola Gratia
Gebouwen met waslijsten vol oplever-
punten. Opleveringen met legionella-
besmetting. Ellenlange procedures. Voor
directeur Guus Verduijn van Woonzorg
Nederland is de maat vol. Is het niet het
veranderende zorglandschap in Nederland
dat vraagt om anticiperen, dan toch zeker
de traditionele rolverdeling in de bouw.
Via ketenintegratie wil Woonzorg
Nederland - dat wonen en zorgdiensten
aanbiedt voor senioren - afscheid nemen
van het foutenfestival uit het verleden.
“Dat begint al bij het programma van eisen
waarin je lukraak maar aannames doet.
Vervolgens huren we een architect in,
die er meestal ook niet bedreven in is om
klantwensen in te vullen, maar wordt
ingehuurd voor zijn kunstenaarschap.
Dan heb je met een bouwer te maken die
in het bouwproces zijn eigen gang gaat.
Alles was leidend, behalve de klant. Iedereen
opereert vanuit zijn eigen perspectief,
maar er is niemand die over het grote
geheel gaat. Op een andere manier willen
we naar een hogere kwaliteit en lagere
kosten. Het is toch te gek dat de bouw
rekent met tien, vijftien procent faalkosten?”
Samenwerken is ook écht samenwerken,
maakt hij duidelijk aan de hand van een
recent project. “In het begin van het
traject hebben we fors geïnvesteerd in
de samenwerking. Het verantwoordelijke
team bij ons en bij de aannemer hebben
we een dag lang stage laten lopen in
de keuken van een verzorgingshuis.
De verantwoordelijke man daar dacht dat
ze een taakstraf hadden. Die heeft ze
echt het snot voor de neus laten werken.
Dan kweek je wel een band!”
Transparant procesToch staat niet iedereen juichend langs
de lijn, weet hij. “Je ontmoet heel veel
scepsis, hoe lager je komt. Ook bij
onderaannemers, bijvoorbeeld de
installateurs. Voor onze projecten is dat
de helft van het gebouw. Uiteindelijk
hebben we de scepsis kunnen overwinnen.”
Woonzorg Nederland maakt ook
dankbaar gebruik van BIM. “Een revolutie
in de aannemerij wat betreft de manier
van werken. Je bent gewend altijd je
kaarten op de borst te houden. Je weet
nooit wat je nog tegenkomt gaandeweg
het proces. Maar dat kan dus niet meer
met BIM. Het is een heel transparant
proces, je creëert een open relatie met
elkaar. Met een functioneel goed
gebouw, met minder fouten en tegen
lagere kosten als resultaat.”
De maat is vol
16 ws 17ws
Je kunt nog zo’n innovatieve bouwer zijn: zonder partners met
dezelfde mentaliteit houdt het op. Daarom zijn Lammers Beton
en Waal blij met hun wederzijdse relatie. De betonelementen-
leverancier uit Weert is in alles de tegenpool van een traditionele
betonfabriek. “Bij een betonfabriek denkt iedereen aan herrie en
stof”, lacht naamgever en oprichter Henk Lammers. “Dat stadium
zijn we al lang voorbij. Wist je dat we hier maar twee mensen
hebben die daadwerkelijk beton storten? Het maken van een mal
is soms wel honderd uur werk, het echte storten een half uurtje.”
Vijftig man telt het bedrijf. Die werken zes dagen per week, om
alle orders te kunnen verwerken. Maar het succes heeft Henk
Lammers niet minder kritisch gemaakt. “Een aannemer wordt een
organisatiebureau, die het hele proces regisseert. Wij moeten hem
ondersteunen. Kan het beter, goedkoper of efficiënter? Dat vraagt
een goede relatie met elkaar.” En die heeft Lammers Beton met
Waal. “Een heel open relatie”, kenschetst hij. “We zijn bezig met
een plan waarvoor we al drie maanden aan het tekenen zijn,
zonder dat we er prijstechnisch uit zijn. Al die tijd ben je bezig
met de vraag: hoe kan het slimmer? Soms wordt metselwerk zelfs
vervangen door in de fabriek vervaardigd prefab metselwerk.”
Lammers Beton is gewend kritisch mee te kijken of ontwerpen
constructief en in vorm goed zijn. “Meedenken kan grote
voordelen bieden. In de fabriek bijvoorbeeld, doordat je minder
maluren en minder storturen nodig hebt. Ook kijken we of het
verantwoord kan worden gemonteerd. Dat levert een beter
product op tegen een lagere prijs. Waal is bereid naar ons te
luisteren. We gaan er samen vanaf het begin naar kijken, soms al
in de fase vóór de aanbesteding.”
LeanpartnersNatuurlijk heb je wel eens verschillen van mening. Dan merk je
dat we in feite te weinig van elkaars business af weten. Zij komen
te weinig bij ons in de fabriek, wij te weinig bij hen op de bouw.
Maar als leanpartners krijg je de kans wel. Wij snappen waarom ze
bij de montage bepaalde details willen hebben. Zij snappen dat
we voor elementen een bepaalde maatvoering hanteren omdat
we het anders niet omkist krijgen.”
Henk LammersLammers Beton
Plaats: Amsterdam
Opdrachtgever: De Key
Architect: NL Architects
18 ws 19ws
Marjet RuttenVernieuwer voor de bouw-, installatie- en vastgoedsector
@MarjetRutten
Ze is - in volstrekt willekeurige volgorde -
schrijfster van boeken, marketingadviseur,
spreker, aanjager van veranderingen
en nog veel meer. Marjet Rutten heeft
vooral een opvallende visie over de bouw.
Hoog tijd voor dé 10 vragen.
1. Hoe komt een keurig meisje als jij in een mannenwereld als de bouw terecht?
“Ha! Dat was nu net de reden dat ik hier
wilde werken. Vrouwen zijn meer op het
proces en de communicatie gericht.
Ik wilde werken in een mannensector die
meer doel- en doengericht is.”
2. Beseft ‘de sector’ dat het voorbij vijf voor twaalf is?
“Ik heb me erover verbaasd hoe snel
duurzaamheid door de sector is opgepikt.
Als je dat vergelijkt met de manier
waarop de bouw de omslag maakt naar
klantgericht werken: dat duurt veel
langer. Iedereen weet dat het nooit meer
zoals vroeger wordt. Maar bedrijven
worstelen ermee, ja.”
3. Gaan we die omslag voor elkaar krijgen met de huidige generatie?
“Ik denk ook dat de omslag in de bouw
een heel ander type mensen vraagt, naast
de bestaande inhoudelijke specialisten.
Een goede balans van verschillende
typen mensen met verschillende
achtergronden maakt bedrijven aantoon-
baar succesvoller. Het is goed om in je
organisatie een vertegenwoordiging te
hebben van de mensen die tot je
doelgroep behoren.”
4. Meer vrouwen in de bouw, bijvoorbeeld?
“Als het om wonen gaat, heeft de vrouw
vaak een belangrijke stem.
Een kleine kamer als walk-inkast kan net
datgene zijn waardoor een vrouw verliefd
wordt op een pand, zoals domotica dat
voor een man kan zijn. Op die emotie
inspringen wordt steeds belangrijker.”
8. Wat doen we met de architecten, die je in een van je boeken ‘een eigenzinnige beroeps-groep’ noemt?
“Architecten mogen van mij best eigenwijs
zijn, als het maar niet storend wordt. Een
architect moet inspireren. Die architect
moet veel meer beseffen voor wie hij het
doet. Dat wil niet zeggen dat hij alleen maar
jarendertig-architectuur moet ontwerpen,
omdat de consument dat toevallig mooi
vindt. Dat wil geen enkele architect, die
wil iets nieuws maken. Maar hij kan die
wens van de klant wel vertalen in goede
architectuur die vernieuwend is. En kom
bij mij niet aan met verhalen over de
kwaliteit van de gebouwde omgeving die
achteruit gaat als de consument het voor
het zeggen krijgt. Dan heb je het echt nog
niet begrepen en doe je zelf iets niet goed.”
9. Is er ruimte voor nieuwe spelers in de markt?
“Ik zie regelmatig nieuwe ideeën of
bedrijven voorbijkomen waarvan ik zeg:
wauw! Maar die slagen er soms niet in
een markt te vinden. Het is ook een
moeilijke markt. Bijna alle partijen acteren
vanuit onzekerheid. Dat is ook des bouws.
Je wilt toch de zekerheid: is die toeleve-
rancier er over twintig jaar ook nog?”
10. Wat is je indruk van Waal?“Ik vind het heel
gedurfd, de weg die zij zijn ingeslagen.
Waal zegt ook heel eerlijk: we zijn aan het
veranderen, maar wij weten ook niet wat
de uitkomst zal zijn. Maar we geloven wel in
de nieuwe aanpak. Ik denk niet dat er op dit
moment veel bouwers zijn die het beter
doen. Het is een dilemma voor de bouw: als
je verandert, ga je een onzekere toekomst
tegemoet. Maar als je niet verandert, heb je
weer geen bestaansrecht.”
5. Zie je voorbeelden van bedrijven die het goed doen?
“Kleinere spelers op de markt, familie-
bedrijven. Die zijn vaak al klantgericht uit
zichzelf, maar hebben weer heel andere
uitdagingen. Bijvoorbeeld om het
technisch en technologisch allemaal bij
te benen en te adapteren. Of omgaan
met vernieuwingen zoals BIM. Dat kunnen
grotere bedrijven weer sneller oppakken.”
6. En zijn er al projecten-nieuwe-stijl?
“Corporatie Portaal heeft
conceptaanbieders laten inschrijven
op een project van vijftig woningen,
niaNesto. Die moesten aan de slag met
een paar flinke uitdagingen.
Een maximumhuur, een energienotaloze
woning, een vast bedrag voor onderhoud.
Uiteindelijk gaan vijf partijen elk tien
woningen bouwen. Dat heeft elk van die
partijen een hoop geld gekost, maar als je
nieuwe dingen doet, moet je altijd leren.”
7. Stel, de crisis wááit een keer over. Gaat de bouw op de oude voet verder?
“Ik denk niet dat bedrijven op de oude
voet verder gaan. Vinex-locaties komen er
niet meer, van die projecten met grote
aantallen. Bouwers zullen veel meer met
elkaar in concurrentie moeten. Een paar
jaar terug dachten we dat een woning
140.000 euro moest kosten. Als je toen
had gezegd: we gaan naar een energie-
notaloze woning van 80.000 euro toe,
had niemand je geloofd. Die is er nu.
Straks blijkt het misschien wel voor
50.000 euro te kunnen. Als er maar één
partij is die het doet, volgt de rest vanzelf.”
20 ws 21ws
Henk Homberg ERA Contour B.V.
@HenkHomberg
Voor ERA Contour was het C-woord niet de reden om een
verandering in gang te zetten. De crisis was hooguit de bevestiging
dat het concern op de goede weg was, constateert Henk Homberg.
“Al voor de crisis zijn we gestart met cocreatie - het woord
bestond nog niet eens - en ketenintegratie, om de integrale
kosten van een project omlaag te krijgen. Daarom zijn we binnen
het bedrijf aan een veranderingsproces begonnen. Ketensamen-
werking veronderstelt dat je op een optimale manier samenwerkt
met externe partners. Dat kan in onze visie alleen maar als je die
samenwerking ook intern helemaal goed hebt geregeld. Dit jaar
hebben we een nieuw kantoor betrokken voor onze organisatie,
geheel ingericht op die samenwerking. Niemand heeft in het
kantoor een vaste plek. ERA Contour is ook niet langer
georganiseerd in afdelingen, we werken samen binnen
projecten. Zo hebben we stappen gezet om daadwerkelijk
te veranderen.”
Procedures veranderen is één. Maar is daarmee de ‘oude’ cultuur
ook overboord? De directievoorzitter gaat er eens goed voor
zitten. ”Wij hebben er een tijd aan moeten sleuren intern.
Continu de mensen overtuigen: de bouw moet anders.
Als straks de crisis voorbij is, is die nieuwe werkelijkheid
er gewoon. Daarom hebben we ingegrepen in onze eigen
organisatie. Neem inkoop. Je zag het traditionele gedrag om
vanuit een machtspositie te onderhandelen er nog steeds inzitten.
We hebben een tijdlang een supply chain manager ingehuurd,
iemand van buiten de branche. Die heeft zich bij ons mogen
verbazen over onze manier van werken!”
Klimaatneutrale wijkERA Contour werkt veel in opdracht van corporaties. Met een van
die corporaties, Eigen Haard, werkt de ontwikkelaar aan het
unieke project Co-Green. “We willen van Overtoomse Veld in
Amsterdam de eerste klimaatneutrale wijk maken. Dat mag niets
meer kosten dan een gewone woning. De meerkosten financieren
we door ketensamenwerking te zoeken. We gaan daar zelfs
nog verder in: door een gedeeld partnership af te spreken.
Iedere partij participeert in het resultaat, positief òf negatief.
Dit soort projecten wordt in corporatieland met argusogen
bekeken. Dankzij de crisis snapt iedereen ondertussen wel dat
de integrale kostprijs omlaag moet.”
Lean and meanERA Contour en Waal mogen dan op één lijn zitten: verschillen
zijn er ook, constateert hij. “Waal is beter in de productiestroom.
Die hebben ze heel goed georganiseerd, heel lean and mean.
Wij zijn daar ook mee bezig, maar Waal heeft een voorsprong.
Dat komt ook doordat wij echt aan de consumentenkant zitten,
de focus ligt bij ons op de klant. Als je met partijen goed samen-
werkt, valt daar nog heel veel winst te behalen. Je bent toch veel
dingen dubbel aan het doen. Je bent elkaar aan het controleren.
Als je dat er nou eens uit haalt, ben je een heel eind. Zo hebben
we bij een project nu een projectleider van een corporatie die
onze mensen aanstuurt. Dan bespaar je dus al op mankracht.”
BIM-regisseursEn waar Waal de expertise van BIM binnenboord houdt, kiest ERA
Contour voor samenwerking met uitwerkbureaus. Henk Homberg:
“We hebben geen modelleurs, maar werken samen met comakers.
Wel hebben we BIM-regisseurs in eigen huis. Die modelleren niet
zelf, maar controleren wel de resultaten en doen de clash control.
Zo houd je het proces toch in eigen hand.”
Onderscheidend blijvenVolgen de bedrijven elkaars verrichtingen?
“Waarom zou je geen kennis uitwisselen? Iedereen mag hier van
mij langskomen om te kijken hoe wij het doen. Je kunt elkaars
organisatie toch niet kopiëren. Ik weet hoe Waal is georganiseerd.
Voor een deel vergelijkbaar, maar voor een deel ook verschillend.
Dat is alleen maar goed, zo blijf je onderscheidend in de
branche. Wij betrekken heel nadrukkelijk de klant erbij. In de
reputatiemonitor van Building Business staan we nummer 1
bij de ontwikkelaars. Het is de combinatie van klantfocus en
ketensamenwerking die ERA Contour typeert.”
Onder leiding van directievoorzitter Henk Homberg
kwam ontwikkelaar ERA Contour als eerste uit
de reputatiemonitor van Building Business.
Resultaat van een heldere, consequente filosofie.
“Wij zitten echt aan de consumentenkant,
de focus ligt bij ons op de klant.”
FoCUs op De kLant
22 ws 23ws
MaakiQZou het niet mooi zijn als de bouw sprekend leek op de
‘gewone wereld’ om ons heen? Waarin falen, verspilling en
lange doorlooptijden tot het verleden behoren en er veel meer
kwaliteit op maat wordt geleverd tegen een lagere integrale
kostprijs. Een branche waarin echt waarde wordt toegevoegd,
partijen duurzaam projectoverstijgend met elkaar samen-
werken en werken aan integrale innovatieve huisvestings-
oplossingen. Oplossingen die beproefd zijn, gezamenlijk
ontwikkeld en steeds worden doorgeïnnoveerd. Die industrieel
en modulair geproduceerd worden om vervolgens te worden
geassembleerd tot maatwerk om in te wonen, zorgen, leren,
werken, winkelen of recreëren. “MaakiQ staat voor deze manier
van industrieel produceren”, vertelt Ebert van der Wal.
“MaakiQ richt zich op standaardisatie, innovatie en continu
verbeteren. Het open source ontwikkelen van industrieel te
vervaardigen componenten waarmee we alle gebouwen
op maat kunnen configureren. Om dit te bereiken, hebben
we een keten van innovatieve producenten georganiseerd
die continu gedreven samenwerkt aan de beste op maat
huisvestingsoplossing. Een oplossing die uiteindelijk veel
meer waarde voor de klant genereert.”
“Het uitgangspunt is een basis te creëren voor repetitie
en het elke keer samen weer beter doen. Dan voegen we
echt kwaliteit toe!”, zegt Daan van Norel enthousiast.
De gebouwcomponenten zijn zo ontwikkeld dat we zeer
flexibel en snel kunnen inspelen op de vraag van de klant, met
een hoge kwaliteit tegen lage kosten. Omdat we niet elke keer
over 80% van de dingen die voor elk project hetzelfde zijn
hoeven na te denken. Zo creëren we industrieel maatwerk.”
“Ons eigen 3D-model fungeert als de dynamische bron van
kennis.”, vertelt Joris Raaijmaakers van het team dat al veel
grondgebonden woningen op deze wijze heeft geproduceerd.
Het virtuele gebouwmodel is een database waarin al onze
afspraken met betrekking tot de modules en de verwerking
hiervan is opgeslagen. Dit model voorziet onze hele keten van
klant tot leverancier van maatwerk informatie, zodat iedereen
zijn werk optimaal kan doen en steeds kan verbeteren.
“Met maakiQ hebben wij een methodiek in handen waarmee
we mensen stimuleren en inspireren om sámen steeds
beter te bouwen.”, aldus Van der Wal. “Vertrouwen hebben
in de kwaliteiten van vaste maakpartners. Wij durven een
integrale en multidisciplinaire aanpak te kiezen, waarbij we
over grenzen heen kijken. Afrekenen met de verspillende
vechtcultuur. Waal maakt die verbindingen in een open sfeer van
transparantie, gelijkwaardigheid en gezonde concurrentie.
Voor een gestroomlijnde keten die werkplezier en échte
meerwaarde toevoegt.”
Plaats: Maassluis
Opdrachtgever: Het Balkon C.V. (Bouwfonds/Maasdelta)
Architect: Theo Verburg Architecten
Daan van Norel
@DaanvanNorel
Ebert van der Wal
@EbertvanderWal
Joris Raaijmaakers
@JGRaaijmaakers
Bekijk maakiQ op De Polder van Nesselande op WaalTV
24 ws 25ws
NiEUw aaN dE HORizON MFa OUdElaNd
Plaats: Rotterdam
Opdrachtgever: Woonbron
Architect: Venhoeven CS Amsterdam
Villa Vonk wordt hét ontmoetingspunt in Oudeland‘Villa Vonk’, zo heet de pas geopende multifunctionele
accommodatie (MFA) in de Hoogvlietse wijk Oudeland.
De basisschoolleerlingen, de buitenschoolse opvang en de
peuters hebben als eersten hun intrek genomen in de nieuwe
lokalen. Binnenkort gonst het ook in de andere ruimten van
de activiteiten. Programmeur Wietske Abma helpt toekomstige
gebruikers op weg. Zij vindt Villa Vonk een heel toepasselijke
naam voor de MFA. “Het is een naam die vonkt. Dit mooie
moderne gebouw is hèt ontmoetingspunt voor jong en oud
in de wijk Oudeland.” Villa Vonk staat aan de Othelloweg,
pal naast het oude schoolgebouw van de Notenkraker.
Op deze school werkte Wietske Abma jaren als ‘schoolmate’.
Nu is ze programmeur voor Villa Vonk, een nieuwe functie.
“Heerlijk, dat pionieren. Ik houd ervan nieuwe dingen op te
zetten en kansen te creëren voor de gebruikers.”
Een impuls voor OudelandDe bouw van de MFA is een van de
pijlers van de herstructurering in de wijk
Oudeland in Hoogvliet. Villa Vonk geeft
een impuls aan de wijk en maakt de
buurt aantrekkelijk voor nieuwkomers.
Op 30 augustus 2012 is de Villa feestelijk
geopend. De deelgemeente Hoogvliet,
Dienst Jeugd Onderwijs en Samenleving
van de gemeente Rotterdam en
Plein nul10 huren ruimte in Villa Vonk.
Het gebouw is gerealiseerd door
Woonbron, in samenwerking met Waal.
‘K ostendeskundige’ is Joris van der Velden bij Waal. En nee,
kostendeskundige is geen nieuwe, modieuze term voor calculator.
Want, legt hij in één zin uit: “Het gaat er niet om waarvoor je iets
hebt ingekocht, maar om wat het uiteindelijk heeft gekost.” In de
starre bouw is dat geen nuance, maar een wéreld van verschil.
“In de traditionele calculatie vragen we offertes aan en zoeken we
de goedkoopste aanbieder uit. Ik doe het anders. Ik wil weten:
welke voorgaande projecten sluiten hierop aan en wat heeft het
toen gekost? Van de grondgebonden woningen is tachtig procent
hetzelfde. Twintig procent is variabel. Dan heb je het over een
gevel van baksteen in plaats van een met houten afwerking.
Maar een binnendeur is een binnendeur, spuitwerk is spuitwerk.
Waarom dan toch steeds weer offertes aanvragen? Om de prijs te
bepalen? We vragen nu alleen nog een offerte aan om onze prijs
te toetsen aan die van de markt. Een toeleverancier die dan
duurder aanbiedt, moet met een goede verklaring komen.
We moeten naar het stadium dat Waal zelf weet wat een bouw-
deel kost. Dat kan, gewoon door te meten wat iets op een ander
project heeft gekost.” Ook kan hij heel snel een voorlopige offerte
presenteren. “Een ochtendje werk en je kunt een opdrachtgever
bij benadering vertellen wat iets gaat kosten. Is dat interessant?
Dan duiken we er graag verder in voor de exacte prijs.”
Niet uitknijpenJoris van der Velden denkt dat er nog meer winst te behalen is
met een scherpere focus op kosten. “De volgende stap is dat we
met onze toeleveranciers gaan uitsplitsen wat de manuren en de
materiaalkosten zijn geweest. Hoe lang ben je nu bezig geweest
met monteren? En hoe lang op de fabriek om te fabriceren?
De kunst is dan dat je partners ervan moet overtuigen dat je ze
niet aan het uitknijpen bent. We willen sámen verder. Dat kan
alleen maar door lagere kosten dan de concurrent te hebben,
zonder concessies te doen aan de kwaliteit. Deze werkwijze levert
dus werk op voor Waal en haar partners. ”Ook die vernieuwing in
de bouw kost tijd”, realiseert hij zich. “We laten een begroting op
Stabu-indelingen helemaal los. Ik kijk: hoe wordt tijdens de inkoop
met de begroting gewerkt? Dat heeft niets met de Stabu-codering
te maken. Zoiets moet even landen: het is een hele omslag. Zeker
als het een ex-uitvoerdertje met een paar jaar ervaring is die dit
allemaal roept.”
Joris van der VeldenWaal
@de_Joris
26 ws 27ws
Een bouwbedrijf in de top 5 van snelstgroeiende ondernemingen
in Zuid-Holland. Dat mag in een tijd als deze gerust een unicum
heten. Daarom is Waal heel trots op de FD Gazelle Award 2012,
een initiatief van het Financieele Dagblad. Vorig jaar mochten
we zelfs de Gouden Gazelle mee naar huis nemen, uitgereikt
aan de snelste groeier in de categorie grote ondernemingen in
Zuid-Holland. Ook dit jaar kregen we lof toegezwaaid voor de
indrukwekkende expansie. Die resulteerde in 2011 in een groei
van 64 procent, van 70,1 miljoen euro naar 115,4 miljoen euro.
Onze top 5 notering in de Cobouw top 50 ranglijst best
renderende bouwbedrijf was een kroon op ons jaar.
Op donderdag 22 november werden de awards uitgereikt.
Leuk detail: dat gebeurde bij Waal in Vlaardingen. Circa 200
ondernemers kwamen op het event af, dat werd gepresenteerd
door Petra Grijzen en Martine Wolzak, bekend van o.a.
BNR Nieuwsradio. Alle aanwezigen waren, net als Waal, al
uitgeroepen tot FD Gazelle 2012.
Plaats: De Lier
Opdrachtgever: C1000 Vastgoed B.V.
Architect: Roeleveld-Sikkes Architects
NiEUw aaN dE HORizON cENTRUMPlaN
Plaats: Amsterdam
Opdrachtgever: Vereniging Far West
Architect: Architectenbureau Paul de Ruiter B.V.
Waal gastheer FD Gazelle Award 2012
28 ws 29ws
NiEUw aaN dE HORizON dE dUiNPiEPER
Sinds oktober 2012 wonen Bianca van Alfen en
Dennis van der Meer in De Duinpieper, een project van
zeventien eengezins-woningen in Hoek van Holland.
“Het zag er op papier al meteen heel aantrekkelijk uit.
Ook dat het een klein projectje in een bestaande wijk is,
vonden we plezierig. Bij die grote nieuwbouwwijken
duurt het meestal twintig jaar voordat de wijk echt
af is”, zegt Bianca. Vooral de gevels vallen op, met een
fraaie raamverdeling en een doorlopende kroonlijst
met verholen dakgoot. “Leuke mensen”, omschrijft
Bianca de bouwploeg. “Heel behulpzaam. Ze namen
altijd de tijd voor je. Even een ruimte inmeten was nooit
een probleem.” Daarom werd de oplevering ook niet met
angst en beven tegemoet gezien. “Bij ons was er heel
weinig aan de hand. Een raam dat wat moeilijk dicht
ging, dat soort dingen. Die heeft Waal super opgelost!”
‘Overleven’ is het credo in de bouw. Tijdelijk, want er zullen
zeker andere tijden komen. Op andere gebieden draait het
echter altijd om overleven. Letterlijk zelfs. Zoals bij de vrijwilligers
van de KNRM, die regelmatig moeten uitrukken om reddend
op te treden. De KNRM moet het doen zonder overheidssteun
en is daarom afhankelijk van vrijwilligers en van vrijwillige
bijdragen van particulieren en bedrijven. Daarom heeft Waal
ook dit jaar besloten niet te investeren in relatiegeschenken,
maar in een goed doel. Waal doneerde zeven overlevingspakken
inclusief instructielessen aan de bemanning van reddingsboot
George Dijkstra in Ter Heijde. Waal heeft haar relaties gevraagd
ook bij te dragen aan de actie. Op het moment van het ter
perse gaan van dit magazine is het totale bedrag van
deze actie € 15.000,-.
Een opvallende pilot voor Woonplus
in Schiedam: de woningcorporatie
koos voor de 29 grondgebonden
huurwoningen niet voor de traditionele
aanbesteding, maar voor een keten-
samenwerking met Waal. Senior
projectmanager vastgoed Eline Busser:
“Waal wilde bewijzen dat het met minder
geld mogelijk is een woning met meer
kwaliteit te bouwen. Dat is ook de
uitdaging voor corporaties de komende
jaren, want de investeringsruimte wordt
kleiner, maar de eisen van huurders
nemen toe.” Al in een vroeg stadium
dacht Waal mee over technische
oplossingen. Eline Busser: “Dan merk je
dat een bouwer heel praktisch denkt.
Waal elimineert alle kostprijsverhogende
zaken die de kwaliteit niet ten goede
komen.” Bijkomend voordeel was dat het
project in een recordtijd is gerealiseerd.
“Na het storten van de begane-grond-
vloeren heeft het twaalf weken geduurd.
Wij hebben nog nooit met zo’n snelle
doorlooptijd een project gebouwd.”
En ook foutloos? “Nagenoeg foutloos!
Wij zijn ervan overtuigd dat de manier
van werken van Waal leidt tot minder
faalkosten. Waal werkt met vaste
onderaannemers. En er valt nog meer
winst te behalen, door de lucht uit
het proces te laten lopen. Ik ben
ervan overtuigd dat ook corporaties
als wij toe moeten naar vaste bouw-
partners. Dat leidt uiteindelijk tot een
beter product.”
OvERlEviNgsPakkEN vOOR kNRM
V.l.n.r. Sjaak van der Tak (voorzitter plaatselijke commissie KNRM), André Muilwijk (penningmeester plaatselijke commissie KNRM), directie Waal.
30 ws 31ws
Reputatiemonitor bouwbedrijven Nederland: Waal met stip op nummer 10
Lezing keteninnovatie op Nyenrode Business Universiteit
Brede School Fiep Westendorp wint FSC keten award 2012
Meer bewustwording en betrokkenheid op bouwplaatsen van Waal door startwerkfilm
Spanning en slingers op De Grote Vaart
Scan de QR-code om het artikel te lezen
Vooraankondiging
Glorend aan de horizon dient zich aan: een inspirerende relatiemiddag in april. Vol boeiende sprekers over thema’s die ertoe doen. U leest er alles over in de uitnodiging die u binnenkort ontvangt.