Verrekijkers 26

Post on 10-Mar-2016

228 views 4 download

description

Universiteit Antwerpen proeft van Bio 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie Onrust in Oekraïne UAct, de duurzame studentengroep van de UA

Transcript of Verrekijkers 26

VERREKIJKERSjouw focus op de wereld!

maart 2014 # 26 — jaargang VIII — www.verrekijkers.org

UNIVERSITEIT ANTWERPEN PROEFT bio

UNIEKE FOTOREPORTAGE

VAN

50 JAAR TURKSE EN MAROKKAANSE

MIGRATIE

ONRUST IN OEKRAÏNE – ONZE STUDENT VERTELT

UACT STELT ZICHZELF VOOR

De eerste “duurzame” studentengroep op UA

2 ― Verrekijkers2 ― Verrekijkers

INHOUDSTAFEL

UA PROEFT VAN BIO FOTOREPORTAGE OP PAGINA 14Wat gebeurt er als je enkele proffen en UA-medewerkers met een hoop groenten voor de camera zet? Je krijgt een heerlijke fotoreportage, afgewerkt met wat peterselie!

Gert Van Langendonck is pastoraal medewerker. Je kent hem misschien

ook als zijn alter ego “Bierman”.

4 VERREKIJKERSSPRAKMETJAN BEDDEGENOODTS, MAKER VAN THANK GOD IT’S FRIDAY

7 DEWERELDANDERSBEKEKEN DOKTERS VAN DE WERELD70% van de daklozen heeft geen vaste huisarts, 54% heeft geen toegang tot de algemene zorg. Dokters van de Wereld probeert elke winter de meest hulpbehoevende daklozen een hand te reiken met eerstelijnszorg. Verrekijkers draaide enkele weken mee met de organisatie.

12 NIEUWOPUASTUDENTENGROEP UACT

12 REVOLUTIEINKIEVEEN OEKRAÏENSE IN ANTWERPEN

14 FOTOREPORTAGE UA PROEFT VAN BIO

18 50JAARMIGRATIEPIONIER IN MIGRANTENWERKINGVerrekijkers sprak met zuster Andrea, die Turkse en Marokkaanse gastarbeiders bijstond op het Antwerpse Kiel.

22 WERELD.COM25 TERUGBLIK

SPORTSTAGE IN KAMEROEN26 ORGANISATIEINDEKIJKER

HUMAN RIGHTS TATTOOSKunstenaar Sander van Bussel wil de volledige Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens tatoeëren: letter per letter dichter bij een ideale wereld.

29 RECENSIE DE CONGO CODES

30 CULTUURAGENDA

Met de steun van:

Verrekijkers ― 3

ROOD LICHT Schuifelend komt ze dichterbij. Een ogenblik lijkt ze te aarze-len, haar blik flitst van het rode licht tegenover haar naar de studenten die haar haast geërgerd voorbij lopen. Haar twij-fels zijn echter meteen weer verdwenen en de vrouw houdt halt op enkele centimeters van de stoeprand. De bestuurder van een bestelbusje kijkt nog meewarig in haar richting als hij de straat indraait. Maar de vrouw blijft staan, haar khi-mar wapperend in de wind. Pas als het licht naar een groene tint verspringt, komt ze in beweging en wandelt ze zelfverze-kerd naar de andere kant van de straat.

We schrijven op een grijze maandagochtend in februari aan de Antwerpse Rooseveltplaats. Aan het kleine, haast figura-tieve zebrapad aan het begin van de Molenbergstraat blijft een tot haar middel gesluierde moslima keurig staan voor het verkeerslicht, terwijl tientallen pendelaars – inclusief onder-getekende – zonder nadenken de straat oversteken.

De enkele honderden gastarbeiders die hier een halve eeuw geleden aankwamen voor een tijdelijk werkverblijf, zijn uit-gegroeid tot een gemeenschap van zo’n half miljoen Belgen met Turkse en Marokkaanse roots. Het proces was om diverse redenen moeilijker dan aanvankelijk gedacht. ‘Wij hoopten altijd dat de tweede generatie het gemakkelijker zou hebben en dat bij de derde generatie alle problemen opge-lost zouden zijn. Maar in praktijk hadden de tweede en derde generaties het ontzettend moeilijk.’ Aan het woord is Andrea Meire, non in het Antwerpse Kiel in de jaren ’60 en één van de pioniers van de Belgische migrantenwerking. (p. 18)

Door de migratieboost van de afgelopen decennia en de onge-ziene globale connectiviteit, is onze samenleving complexer dan ooit. De term “superdiversiteit” lijkt nieuw licht te wer-pen op de situatie: etnische, religieuze, leeftijdsgebonden en vele andere soorten verschillen, zijn de realiteit. Er is niet langer zoiets als “de gemiddelde burger”, bijgevolg is het niet meer zinvol om te denken in functie van een “niet-gemid-delde burger”. Hoewel de wij-zijpolarisatie voorbijgestreefd is, betrappen we onszelf er nog steeds op in die denkpatronen te vervallen. Er blijft een spanning bestaan, een soort onge-makkelijkheid zelfs, ten opzichte van al te grote verschillen in de samenleving.

Migratie heeft onze samenleving veranderd, misschien wordt het tijd dat wij ons idee over “samenleving” verande-ren. Een gesluierde vrouw die wacht aan het zebrapad, is toch vooral een vrouw die het verkeersreglement respecteert?

COLOFON VOORWOORDHoofdredactie: Margot Cassiers

Eindredactie: Margot Cassiers, Janus Verrelst

Lay-out: Wouter Moons

Redactie: Jolanda Brandt, Lenie Hollants, Anne-Katrien Frans, Chaima Laattar, Jill Lamberts, Charlotte Lievens, Syren Korthouwer, Saskia Rademaker, Barbara Rodrigus

Werkten mee: Iv Bogdan, Dries Luyten, Nina Verbruggen

Verantwoordelijke uitgever: Janus Verrelst

Boekhouding: Hans Moens

Webmaster: Zowie Kokx

Volg ons via: www.verrekijkers.org of www.facebook.com/Verrekijkers

Wil je meewerken of adverteren? Stuur een mail naar info@verrekijkers.org.

Tekst: Margot Cassiers

4 ― Verrekijkers

THANK GOD IT’S FRIDAYEen documentaire over de wekelijkse strijd voor erkenning

Ik had daarvoor al de eer kennis te maken met Jan Beddegenoodts toen ik zijn documentaire zag in De Roma. Thank God It’s Friday is een portret van het Palestijnse dorp Nabih Saleh en het tegenoverlig-gende Israëlitische settlement Halamish, een kolonie in Palestijns grondgebied. Sinds vier jaar or-ganiseren de inwoners van Nabih Saleh elke vrijdag protesten omdat de kolonie land van hen heeft ingepalmd. Maar de inwoners van het settlement Halamish vinden dat zij recht hebben op dit grond-

VERREKIJKERSSPRAKMETJAN BEDDEGENOODTS

contact gekomen. Zij voerden op dat moment actie tegen het voormalige Dexia dat geld leende aan illegale Israëlitische kolonies. Dexia stond mee in voor hun wapenfinanciering. Het plan was om 8 maanden in Israël te gaan wonen om deze illegale con-structie in beeld te brengen. Een week voor ik vertrok, ging Dexia failliet. Ik ben dan gedurende acht maanden de protesten in Palestina beginnen volgen en de psychedelische Rave-cultuur in Israël. Deze tocht leidde tot de fototentoonstelling The Taste Of Freedom.

gebied. De documentaire confronteert de kijker met twee eerlijke visies die recht tegenover elkaar staan.

Een onbekende wereldWat heeft u ertoe aangezet deze documentaire te maken?Nadat ik ben afgestudeerd als journa-list Televisie ben ik een jaar gaan rei-zen. Eerst India, dan Cuba en daarna het Burning man festival in de Black Rock Desert van Nevada in Amerika. Vrijheid was altijd al een rode draad doorheen mijn werk. Op een gegeven moment ben ik met de ngo Intal in

O p een vroege maandag-ochtend over een koffie in Caffènation interviewde

ik Jan Beddegenoodts. Een intri-gerende journalist die onlangs zijn eerste documentaire maakte, Thank God It’s Friday. Hij werkte voordien aan projecten in Cuba, Congo, India en Suriname. Ik heb een wandelende bron van informatie voor me zitten.

Verrekijkers ― 5

THANK GOD IT’S FRIDAY

Tekst: Charlotte Lievens — Foto's: Jan Beddegenoodts

Tijdens dit eerste verblijf in Palestina ging ik wekelijks naar protesten en ben ik in Nabih Saleh beland. Ik werd hier omvergeblazen door de intensiteit van de protesten. Hierdoor heb ik besloten om een documentaire te maken over deze manifestaties in Nabih Saleh, maar ook over het leven in het tegenoverlig-gende Israëlitische settlement om een contrastrijk beeld weer te geven.

Wat is het doel van de documentaire Thank God It’s Friday?Voor ik doorheen Israël en Palestina reisde was het voor mij moeilijk om de situatie daar te begrijpen. Ter plekke werd ik enorm geraakt door

de uitzichtloosheid van het conflict. Ik heb de documentaire onder andere gemaakt om mijn ervaringen en de emoties die ermee gepaard gingen, te verwerken. Daarbij wou ik ook een zinvolle bijdrage leveren aan het debat over het Palestijns-Israëlitisch conflict. Daarnaast hoop ik dat mensen zich bewust worden van de illegale woning-bouw van Israëlitische settlements in Palestijns grondgebied en de gevolgen die hieraan vasthangen.

Hoe heb je de documentaire kunnen organiseren?Zowel The Taste Of Freedom als Thank God It’s Friday heb ik volledig onafhan-kelijk gemaakt. Ik heb de postproduc-

tie van The Taste Of Freedom kunnen realiseren door crowdfunding. Ik heb dus mijn informatie over het conflict, die ik op dat moment verzameld had, gebruikt om sponsors te zoeken. Voor de rest moesten we zien dat we van alles een back-up maakten. De reden hiervoor was dat onze harde schijven en camera’s al eens in beslag werden genomen. Het was dus niet aangewezen om te koop te lopen met het feit dat je een documentaire aan het maken bent. We werkten ook met nagemaakte perspassen. We hadden deze in België gemaakt voor noodgevallen. Maar al bij al hebben we weinig serieuze problemen gehad tijdens het draaien. Het is er niet zoals

Palestijnse kinderen slaan op de vlucht,

op zoek naar veiligere oorden.

6 ― Verrekijkers

in de Gazastrook, waar constant oorlog wordt gevoerd.

De rand van de samenlevingIs de situatie in het dorp uniek?Er zijn nog zogenaamde “vrijdagpro-testen” in andere dorpen. Maar Nabih Saleh is echter wel de hot spot voor deze protesten tegen Israëlitische

bezetters. Er zijn in dit Palestijnse dorp de afgelopen jaren 2 martelaars gevallen. Maar neem nu de grootste stad van Palestina, Ramallah, daar zijn de wekelijkse protesten echter niet te vinden. Veel Palestijnse jongeren

zien er geen meerwaarde in om elke vrijdag te gaan protesteren. Je merkt dat er een grote moedeloosheid heerst, hetgeen begrijpelijk is na zoveel gene-raties van conflict.

Waarom vinden de protesten telkens op vrijdag plaats?In Palestina leven voornamelijk moslims. Het vrijdagsgebed is erg belangrijk in de Islam. De protesten zijn een wekelijks evenement dat na het vrijdagsgebed van start gaat. Je kan vrijdag als belangrijke dag vergelijken met zaterdag voor het jodendom en zondag voor het chris-tendom. Op vrijdag beginnen de joden zich voor te bereiden voor de sabbat, die bij zonsondergang begint. Het is een rustdag voor de joden. Dit leidt natuurlijk tot een groot contrast op vrijdagavond. Je vindt er in het settle-ment op de heuvel moeders die vredig taart bakken terwijl er een paar meter verder gewelddadige protesten aan de gang zijn.

Over de grenzen heenHeeft de documentaire Thank God It’s Friday succes gekend in het buitenland?De documentaire heeft de eerste prijs gewonnen op het Festival on Human Rights in Buenos Aires, Argentinië. De

komende maanden wordt de documen-taire in Berlijn en Oslo getoond. Het is zo dat de documentaire meer en meer internationale belangstelling krijgt.

Voor welke zijde van het conflict heb jij meer begrip?De basis van het conflict is niet in evenwicht, aangezien je een bezet-ter en een bezet gebied hebt. De documentaire Thank God It’s Friday probeert beide kanten van het conflict aan het woord te laten. Ik profileer me niet voor de ene of de andere zijde. Het is een moeilijke situatie. Ik hoop dat diegenen die de documentaire zien, beide partijen zullen begrijpen.

Hoe denk je dat de situatie verder zal evolueren?Op het moment zijn er weinig signalen die een mogelijke oplossing in de nabije toekomst voospellen. Het is een situatie om moedeloos van te worden. Al bij al zijn het mijn Palestijnse vrien-den die me geleerd hebben dat we altijd hoopvol moeten blijven. w

Je vindt in het settlement op de heuvel moeders die vredig taart bakken, terwijl op hetzelfde ogenblik een paar meter verder geweld-dadige protesten aan de gang zijn.

SPEELDATA

De documentaire is nog te zien in De Roma en KVS Brussel. • De Roma, maandag 24 maart om 20u30 • KVS Brussel, vrijdag 28 maart om 20u

Het Israëlisch leger schiet met traangas naar Palestijnse demonstranten.

Verrekijkers ― 7

‘WIJ VERZORGEN DE SCHADUWZIJDE

VAN ONZE MAATSCHAPPIJ’

Verrekijkers ging op bezoek bij Dokters van de Wereld

70% van de daklozen heeft geen vaste huisarts, 54% heeft geen toegang tot de algemene zorg. Het aantal dakloze vrouwen stijgt elk jaar, alsook het

aantal “gewone” Belgen zonder thuis. Deze patiënten krijgen zeer moeizaam toegang tot ziekenhuizen, dikwijls enkel en alleen omdat ze dakloos zijn.

Dokters van de Wereld probeert elke winter de meest hulpbehoevende daklozen een hand te reiken met eerstelijnszorg. Verrekijkers ging

kijken hoe ze dat doen. Voor deze gelegenheid stuurden we onze studente geneeskunde op pad. Zij draaide een aantal dagen mee met de werking.

DEWERELDANDERSBEKEKEN Tekst: Lenie Hollants — Foto's: Dries Luyten

De winter is geen pretje, zeker niet voor daklozen. De hulp die Dokters van de Wereld biedt, kan ruim gaan: van een consultatie bij een arts of verzorging door een verpleger, tot pedicure of psychosociale bijstand. In 2012 passeerde er tijdens de win-teropvang in Antwerpen en Brussel 8116 maal iemand over de vloer. Het kan dus druk zijn in de wachtkamers van Dokters van de Wereld.

Voor we verder gaan, even wat meer

uitleg over de organisatie. Dokters van de Wereld ontstond in 1980 uit Artsen zonder Grenzen. Wat het verschil is tussen die twee? Kathleen Debruyne, coördinator van de projecten in Antwerpen, legt uit: ‘Dokters van de Wereld kiest heel duidelijk voor de meest kwetsbaren in de samenleving. Zij die geen of moeilijk toegang hebben tot de gezondheidszorg, behoren tot onze doelgroep. Het grote verschil is dat wij ook voor de kwetsbaren in het “rijke” Westen werken, bijvoorbeeld

in België. Daarnaast leggen we de klemtoon op duurzaamheid. Ook al zijn we tien jaar weg uit een land, toch gaat de medische zorg aan de kwetsbare bevolking verder. Dit realiseren we door opleidingen te organiseren voor de zorgverleners ter plaatse, door aan beleidsbeïnvloeding te doen, te getuigen, et cetera. Ook in België doen we het zo.’

Dokters van de Wereld steunt voor-namelijk op de inzet van vrijwilligers

8 ― Verrekijkers

en ik vraag me af of dat de organisatie soms niet beperkt in het werk dat ze doet. Debruyne antwoordt hierop: ‘Werken met vrijwilligers is een doelbewuste keuze: door hun kennis te vergroten en hen te laten getuigen over hun ervaring, kunnen we hen inscha-kelen in het bewustmakingsproces in de maatschappij. Met vrijwilligers kom je in aanraking met heel diverse competenties en talenten, waardoor je veel breder zorg kan verlenen. Dat engagement is echter niet vrijblijvend. Soms haken vrijwilligers snel af en dan gaan sommige consultaties niet door. Werken met vrijwilligers vraagt ook veel tijd van de betaalde krachten die

zorgen voor de coaching, organisatie en planning.’

DaklozenPatiënten worden vaak doorverwezen naar voedselbanken, plaatsen waar kleren of meubels gratis of goedkoop te verkrijgen zijn, socioculturele organi-saties waar ze vrijwilligerswerk kun-nen doen en andere opvangplaatsen. Die opvangplaatsen zijn broodnodig, want het leven van een dakloze kan hard zijn. Het ontzeggen van toegang tot de reguliere gezondheidszorg heeft zo zijn gevolgen voor de daklozen: vermijdbare wonden en andere huidletsels op benen en voeten evenals

luchtweginfecties zijn zeer frequent. Ook problemen aan de gewrichten door het voortdurende gaan en staan en een gebrek aan hygiëne komen vaak voor, alsook een achteruitgang van de mentale toestand (vooral ook te verkla-ren door het harde leven op straat met eenzaamheid, geweld, verslavingen,…).

Elke winter zetten Stad Antwerpen, het OCMW en de CAW een winterwerking op poten waarbij het aanbod aan dag- en nachtopvang voor daklozen aanzien-lijk wordt uitgebreid. Dokters van de Wereld houdt consultaties in meerdere gebouwen die instaan voor deze dag- en nachtopvang. Eén van die gebouwen is

Ook in Antwerpen kunnen mensen zonder toegang tot de reguliere gezondheidzorg bij Dokters van de Wereld terecht.

Verrekijkers ― 9

de Victor, waar ik als student genees-kunde terechtkom. De daklozen kunnen hier slapen en er is ook een refter, een keuken en sanitaire faciliteiten.

Geoliede machineDe werking van Dokters van de Wereld lijkt een goed geoliede machine: een onthaalmedewerker ontvangt de patiënt en maakt een dossier op, verpleegkundigen bevragen de klacht en kunnen een aantal kwesties zelf-standig afhandelen. Een dokter krijgt informatie van de verpleegkundigen en behandelt patiënten die niet door de verpleegkundigen alleen kunnen worden verder geholpen.

Ik word overweldigd door de trieste verhalen van de patiënten. Vele van hen hebben lichamelijke klachten die het gevolg zijn van stress: slecht slapen, stresshoofdpijn, buikpijn, diarree. Een voorbeeld is dat van K., een klein jongetje dat plots op één van de wachtstoelen buiten de consulta-tieruimte zit te wachten. Hij is door zijn mama naar de consultatieruimte verwezen omdat hij steeds maar last heeft van buikpijn en soms ook direct na het eten moet braken. De dokter onderzoekt het jongetje, maar vindt niets. K. lijkt ook niet erg ziek, zijn grote expressieve ogen gloeien op als hij probeert te vertellen over zijn vriendjes en hij gaat erg op in het spelen met zijn maatjes als we even de aparte gezinsruimte op de vierde verdieping binnenlopen. Maar hij eet weinig volgens mama, en zijn sympto-men zouden wel eens verklaard kun-nen worden door stress, hetgeen vaak buikpijn veroorzaakt bij kinderen.

Ook psychische problemen komen vaak voor. Zo is er het verhaal van J., een vrouw van middelbare leeftijd die al jaren dakloos is. Ze wil zich nuttig maken en werken, maar het hele systeem zorgt ervoor dat ze niet uit de dakloosheid geraakt, dat ze steeds terug in de put wordt geduwd waar ze wanhopig wil uitkruipen. Ze wordt er zo moedeloos en depressief van. Vele bezoekers zitten met angsten. Sommigen, vooral diegenen die hier alleen zijn, vragen zich af hoe het

verder moet na het winterplan. Wordt het terug de straat op, de aprilse grillen doorstaan op vochtige bankjes in het park?

Een andere zorg is de zoektocht naar werk. De mensen op de vierde verdie-ping in de Victor zijn in het bezit van de nodige papieren en zouden dus in theorie aan werk kunnen geraken met behulp van de nodige instanties. In de praktijk blijkt het vaak af te hangen van welke begeleider ze hebben of de men-sen naar de juiste instellingen worden gestuurd. Voor velen voelt het alsof niemand hen echt helpt, ze worden van het kastje naar de muur gestuurd.

Vicieuze cirkelHet is een vicieuze cirkel: je kan alleen maar aan werk geraken als je een adres hebt (en papieren natuurlijk), maar zonder geld kan je geen woning huren en zo blijven sommigen voor altijd in de schaduw van de dakloos-heid vastzitten.

Een man vroeg me hoeveel een Belg gemiddeld verdient. Ik was een beetje verrast door de plotselinge vraag en antwoordde dat ik bij mijn studen-tenjob tien euro per uur verdien. Hij knikte en mompelde dat hij vier euro per uur betaald werd om gevaarlijk dakwerk uit te voeren. Hij vroeg me wat zijn leven eigenlijk nog waard was. Hij had geen familie meer, was 55 en vroeg zich af hoe lang hij dit leven van een hond nog langer kon volhouden.

Tekst: Lenie Hollants — Foto's: Dries Luyten

WIE ZIJN DE DOKTERS VAN DE WERELD?

• Internationale medische ontwikkelingsorganisatie

• Ontstaan uit Artsen zonder Grenzen in 1980

• Doel: het geven van medische hulp aan kwetsbare groepen in Noord én Zuid

• Bevorderen van toegang tot gezondheidszorg

• Doorverwijzen naar groeps- praktijk, tandarts, geestelijke gezondheidszorg of specialist indien mogelijk

10 ― Verrekijkers

Ik antwoordde dat hij moest blijven vechten, maar ergens had ik het gevoel dat ik hem het antwoord schuldig bleef. Vechten, ja, maar voor wat dan?

Sommigen komen hier terecht met een traumatische ervaring. Psycho-sociaal medewerkster Priya vertelt: ‘Vele mensen zijn gevlucht nadat hun familie uitgemoord werd tijdens een oorlog. Ik sprak met een man uit Tsjetsjenië die toeschouwer was van de executie van zijn moeder. Enkele jaren later moest hij toekijken hoe zijn vader werd omge-bracht. Een ander, eveneens schrijnend verhaal komt van een jongen die beide ouders heeft weten sterven toen hij in het station sliep. Nu heeft hij erg veel angst ook te sterven in een station. Deze mensen hebben soms zoveel nood aan een gesprek en een luisterend oor. Iets wat het gesprek bemoeilijkt is natuurlijk het taalverschil. Je zegt iets, maar je ziet dat de persoon het niet begrijpt. Je probeert het anders te zeggen, met gebaren. Ik versta ook niet altijd waar ze naartoe willen, wat hen bezighoudt, ...’

Warme bibliothekenIk vraag aan Priya wat er met de bewo-ners van de Victor gebeurt overdag. Ze mogen dan wel in de Victor slapen,

’s ochtends moeten ze de straat weer op met hun spullen. Priya: ‘Ik weet dat er enkele inloopcentra zijn waar mensen 's morgens binnen kunnen zitten. Ze krijgen dan gratis ontbijt en soep. Die inloopcentra sluiten echter vaak al rond één à twee uur in de

namiddag. Dan moeten mensen een hele dag buiten rondhangen totdat de Victor terug opent rond half acht ’s avonds. Vele mensen proberen overdag wat samen te blijven maar vele buurten willen natuurlijk geen daklozen, met als gevolg dat ze overal worden weg-gejaagd. Sommigen zoeken hun heil in

bibliotheken, maar ook daar worden ze vaak weggestuurd. Dus dat betekent dat ze vijf tot zes uur lang in de kou moeten ronddolen en voortdurend moeten rondstappen om het toch een beetje warm te krijgen.’

Dat doet me denken aan het verhaal van de Poolse M., die op consultatie kwam met een zware verkoudheid. Omdat ze wilde voorkomen dat de verkoudheid erger werd, probeerde ze inderdaad de warmte op te zoeken in de bib, maar steeds weer werd ze terug de kou ingejaagd.

Ik hoor ook van Priya dat sommige bewoners wel een appartement heb-ben, maar dat opzeggen in de winter omdat er dan slaapopvang en gratis eten wordt gegeven in de Victor, waardoor ze weer een beetje kunnen sparen doordat de kost van de huur wegvalt. Priya vindt het pijnlijk om te ontdekken dat mensen bereid zijn hun appartement, dat toch wel heel wat comfortabeler en warmer is dan de accommodatie in de Victor, op te geven. Ze trotseren overdag de kou met de gedachten aan een beter leven met meer kansen eens ze genoeg gespaard hebben.

Het is een bont allegaartje, de pa-tiënten die we tegenkomen, en dat maakt het werk eens zo interessant. Ik kom warme, hartelijke mensen tegen, zoals de vriendelijke jonge vrouw M., die regelmatig daklozen van Oost-Europese afkomst helpt door bij te springen met vertaalwerk. Tijdens de consultatie zie je ook vaak groepjes van twee binnendruppelen: de één is de patiënt en de ander probeert ervoor te zorgen en heeft hem meegenomen naar de consultatieruimte.

AgressiefAls je door de gangen loopt is iedereen erg aardig: glimlachjes, knikjes, vrien-delijke begroetingen.Natuurlijk is niet altijd alles rozengeur en maneschijn. De eerste keer dat ik in de Victor ging meehelpen, zorgde meneer M. ervoor

Tekst: Lenie Hollants DEWERELDANDERSBEKEKEN

Ik kom warme, hartelijke mensen tegen, zoals de jonge vrouw M., die regelmatig daklozen van Oost-Europese afkomst helpt door bij te springen met vertaalwerk.

In Victor kunnen daklozen slapen, eten en gebruik maken van sanitaire faciliteiten.

Verrekijkers ― 11

dat ik die eerste keer nooit meer vergeet. Hij komt de consultatieruimte binnen met een begeleider, waarbij hij voortdurend over haar heen hangt en een beetje loopt te gniffelen. Dat er psychisch iets niet pluis is, merken we direct: hij loopt rond zijn stoel, graait in zijn zakken naar allerlei papiertjes en gooit deze samen met tramkaarten op het bureau van de arts. Hij kan ook opeens heel erg agressief worden: zo houdt hij de dokter even strak bij de polsen vast als die hem iets om te kalmeren wil geven. Hij is opgepakt omdat hij samen met anderen op punt stond om iemand aan te randen, en had misschien in de eerste plaats nooit naar de Victor mogen doorver-wezen worden volgens zijn begeleid-ster. Zo denken ook een paar andere bewoners van de Victor erover die ongerust zijn over de veiligheid van de mensen die op de verdieping slapen. Uiteindelijk zal meneer M. gecollo-queerd worden om verder gevaar voor zichzelf en anderen te voorkomen.

Werken met dakloze patiënten is een unieke ervaring. Natuurlijk zijn er de minder leuke verhalen, waarbij de schaduwzijde van de maatschappij die zo vaak verscholen ligt, achter het gor-dijn vandaan komt. Anderzijds zorgt de sympathie die sommige mensen uitstralen en de manier waarop velen zo hard hun best doen om hun levens-situatie te verbeteren, voor hoop. De dankbaarheid die je krijgt als je een eenvoudig probleem weet op te lossen, is hartverwarmend.

Ik hoop alleszins, ook al is het mis-schien maar een klein drupje in een eindeloze oceaan, dat dit artikel iets overdraagt van mijn ervaring rond dakloosheid en misschien wat meer mensen doet beseffen hoe nijpend dit probleem nog steeds is vandaag de dag. Eerstelijnshulp is een begin, maar we verwaarlozen vaak wat daarop volgt. Zoals Shakespeare het mooi samenvat: ‘het is niet genoeg de zwakke op te helpen; men moet hem ook daarna nog steunen.’

— Foto's: Dries Luyten NIEUWOPUA Tekst & Foto: Tine Belmans

UACT, DE NIEUWE DUURZAME

STUDENTENGROEP!Dinsdagavond 25 februari. De eerste activiteit van UAct is een feit. UAct, zegt u?! UAct is een spiksplinternieuwe studentengroep die werkt rond duurzaamheid. We organiseren activiteiten rond verschillende thema’s, liefst met een actief tintje en al dan niet ludiek of serieus. Daarbij willen we Antwerpse studenten en de universiteit prikkelen om mee duurzaam te denken en te doen.

Die dinsdagavond kwamen een 50-tal studenten samen voor een avondje rond duurzame voeding van de toekomst. Twee workshops stonden op het programma. Jeff vertelde in geuren & kleuren over “dumpster diving”, zoe-ken naar eten dat door winkels wordt weggegooid wegens vervallen of ge-blutst. Zijn verhaal werd ondersteund door appeltaart, pizza’s en een massa aan ander lekkers, gevonden en gekregen enkele uren voordien. Tijdens de andere workshop werden smaakgrenzen verlegd, daar stonden insecten op het menu. Na de uitleg “waarom insecten eten”, werd er gekokkereld met lekkere meelwormenbeignets en chocoladesprinkhanen als resultaat.

Zin om naar een activiteit te komen, of wil je zelf meedoen? Neem een kijkje op onze facebookpagina UAct of stuur een mailtje naar uactantwerpen@gmail.com. w

De eerste activiteit van UAct was een groot succes. Meer dan 50 studenten kwamen proevenvan de (h)eerlijke meelwormen.

12 ― Verrekijkers

O ekraïne is niet weg te slaan uit de jour-naals. De politieke onlusten gaan van kwaad naar erger en er lijkt – ten min-

ste toch bij het schrijven van dit artikel – niet meteen een oplossing in zicht. Op welke manier ervaren de Oekraïners in België het protest? Verrekijkers vroeg tekst en uitleg aan Tetiana Shevchuk, 25jarige studente politieke weten-schappen aan de Universiteit Antwerpen en Oekraïense.

VERREKIJKERSSPRAKMET Tekst: Anne-Katrien Frans — Foto's: Tetiana Shevchuk & Iv Bogdan

Velen hier hebben een stereotiep beeld van Oekraïne: overdadige wodka, corrupte politici, maar ook: ongerepte natuur. Kloppen die ideeën?Haha, de Wodkaconsumptie ligt inderdaad een beetje hoger dan in de meeste andere landen, maar dat blijft natuurlijk een vrij beperkt clichébeeld. Dat er prachtige natuur is kan ik zeker beamen, al zijn er uiteraard ook sterk geïndustrialiseerde zones. In West-Europa blijven veel mensen Oekraïne nog altijd gelijkstellen als satellietstaat van Rusland met een bijhorend cor-rupt systeem. Dat het overheidsappa-

raat in Oekraïne omkoopbaar is staat evenwel vast. Vanuit eigen ervaring kan ik spreken over de universiteiten. Als je als Oekraïense student welge-steld bent, dan zal het weinig tot geen probleem vormen om goede cijfers te halen in bepaalde universiteiten.

Waarom wordt die associatie met Rusland volgens jou nog zo snel gemaakt? Oekraïne is nog maar sinds 1991 onafhankelijk en maakte voordien deel uit van de Sovjet-Unie. Bovendien is bijna elke Oekraïner perfect tweetalig wat betreft Russisch en Oekraïens. Je

zou kunnen zeggen dat in dit talige verhaal de kiem van de huidige poli-tieke revolutie schuilt. De grenzen van het huidige Oekraïne komen immers niet overeen met de “Oekraïense be-volking” of “identiteit” Als we naar de geschiedenis van Oekraïne kijken, zijn bepaalde streken namelijk lang gedo-mineerd door Russische veroveringen. Vooral in het Oosten is deze Russische inmenging sterk voelbaar. Ondanks hun Oekraïense nationaliteit sluit de bevolking in het Oosten van Oekraïne erg nauw aan met Rusland op politiek, economisch en cultureel vlak. Zij zijn ook minder snel geneigd Oekraïens te

Oekraïense Tetiana volgt de revolutie in Kiev vanuit Antwerpen

‘IK HEB MIJN LAND BETER LEREN KENNEN DOOR NAAR BELGIË TE KIJKEN‘

Tetiana Shevchuk

Verrekijkers ― 13

spreken, hoewel dat dit nog steeds de enige officiële taal van het land is.

Wat vond jij van de beslissing van de Oekraïense president om het Europese associatieakkoord af te wijzen?Mijn land slingert al een tijdje tussen Oost en West. Ikzelf vond het jammer dat President Janoekovitsj onder de Russische politieke druk is bezweken wat betreft een toenadering tot de EU. Het grote probleem is dat Oekraïne vast zit tussen twee vuren. Enerzijds blijft Rusland de belangrijkste handelspartner, maar anderzijds kan economische verandering enkel vanuit het Westen komen.

Gaan de protesten vandaag enkel over de patstelling Oost of West? Nee, zeker niet. Het is een veel com-plexer proces. Er is een sterk geloof aanwezig in de democratische kracht van Europa zonder meer, maar het gaat vooral om het terugwinnen van

het recht op een eigen identiteit denk ik. Eigenaardig is wel dat ik mijn eigen land beter heb leren kennen door naar de mechanismen in België te kijken. Ook hier worstelen jullie met de iden-titeit van twee talen. In België heb ik vaak het gevoel dat identiteit primeert op economische belangen. In Oekraïne is de context uiteraard heel verschillend maar ook daar heb ik het idee dat men met het politieke beleid een soortgelijke richting zou willen uitgaan. Ik vind nochtans dat er geen voorrang moet worden gegeven aan de Oekraïense talenkwestie, maar wel aan het tekort schieten van het huidige politieke re-gime. Het lijkt mij van prioritair belang om bijvoorbeeld eerst de heersende armoedekloof op te lossen, persvrijheid te creëren enz. Dit, in plaats van te kijken hoe Oekraïne culturele verschil-len mogelijk zou kunnen overbruggen.

De vonk van het huidige protest wortelt dus in de politieke onvrede over het huidige regime?

Het probleem ligt niet alleen bij corrupte politici maar ook bij het niet informeren van de bevolking. Het wordt gereduceerd tot de vraag: ‘kies je voor de EU of voor Rusland?’ terwijl dat niet de kern van het debat mag zijn. Zonder grondige politieke hervormingen zie ik de toekomst voor de Oekraïense jongeren ook heel duister. Om een simpel voorbeeld te geven, als er in België buschauffeurs ontevreden zijn over hun salaris, dan komen ze op straat om te betogen. In Oekraïne wordt er schouderophalend geaccepteerd dat er geen verandering komt. De ontgoocheling en teleurstel-ling lijken als het ware ingebakken in onze politieke cultuur. Dat is waarom ik denk dat de huidige revolutie zo halsstarrig is. Op het laatste moment het Europese associatieakkoord afwijzen bracht een enorme golf van verontwaardiging teweeg. Ditmaal lijkt de Oekraïense bevolking niet van plan een dergelijk gevoel van onrechtvaar-digheid zomaar te aanvaarden. w

Een man overschouwt het Maidanplein. Op 1 december vorig jaar was er veel volk komen opdagen om vredevol te protesteren.

14 ― Verrekijkers14 ― Verrekijkers

FOTOREPORTAGEUA PROEFT VAN BIO

WALTER WEYNS animeert de lessen sociologie voor studenten Politieke en Sociale Wetenschappen (PSW) en Letteren en Wijsbegeerte.

‘Of jullie ons BIO-marktje mee in de kijker willen zetten,’ vroegen

de studenten van USOS.

De BIO-boer in ons kwam boven en we stuurden

onze fotografe op pad. Gewapend

met groenten en fruit legden we studenten en personeel

op de gevoelige plaat. Ziehier het

resultaat.

Verrekijkers ― 15 Verrekijkers ― 15

Tekst: Janus Verrelst — Foto's: Jolanda Brandt

UNIVERSITEIT ANTWERPEN

PROEFT VAN bio

GUIDO ERREYGERS doceert een hele reeks vakken binnen de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen.

16 ― Verrekijkers

FOTOREPORTAGEUA PROEFT VAN BIO

MO BOULASSA & MARLENE BLANCO PEREZ helpen mee in de keuken van Komida@stadsCAMPUS

LOUIS WARLOP behartigt als voorzitter van de studentenraad mee de belangen van de UA-studenten. Hij studeert politieke communicatie.

DANNY CASSIMON brengt zijn passie voor ontwikkelingsstudies over aan studenten IOB en PSW.

Tekst: Janus Verrelst — Foto's: Jolanda Brandt

ALAIN VERSCHOREN staat als rector aan het roer van

Universiteit Antwerpen.

DIRK DE BIÈVRE staat garant voor de lessen

internationale betrek-kingen en internationale

economie (PSW).

JANUS VERRELST is wetenschappelijk medewerker bij de Universitaire Stichting voor Ontwikkelingssamenwerking (USOS)

18 ― Verrekijkers

50JAARMIGRATIE

W anneer je vandaag als nieuwkomer in België aankomt, staat er een heel apparaat klaar om je integratie te bevorderen. Je kan een inburgeringscursus volgen in

je eigen taal en er zijn lessen Nederlands voor traag- en snelleren-den. Zelfs sport- en jeugdwerking behoren tot de mogelijkheden. Doorheen de jaren is die migrantenwerking op punt gesteld. Maar hoe zat het met die allereerste migranten? Op welke manier werden zij bijgestaan? Of werden ze gewoon aan hun lot overgelaten?

VIJFTIGJAAR

WELKOM IN ‘T STAD Zuster Andrea Meire

vertelt over het ontstaan van de migrantenwerking

in Antwerpen

Verrekijkers ― 19

‘Arbeiders, welkom in België’. Deze slogan stond bovenaan de brochure

waarin deze mannen aangespoord werden om in België te komen

werken. Ze kwamen echter terecht in een vreemde cul-

tuur, waar ze geen hulp van hogerhand kregen. Geluk-

kig waren er mensen die zich het lot van deze nieuwkomers aantrok-ken en hen hielpen waar mogelijk. Ver-rekijkers sprak met zuster Andrea, één van deze “Vlaamse pioniers van de migrantenwerking”, die de gastarbeiders bijstond op het Antwerpse Kiel.

Was het een bewuste keuze om

arbeidsmigranten te helpen, of bent u er

min of meer ingerold? Ik woonde op het Kiel

en ik mocht niet werken omdat ik net lang ziek was

geweest. We spreken nu van het jaar 1968, het begin van de

gezinsherenigingen. De mannen die hier werkten lieten hun vrouwen en kinderen overkomen. In het huis waar ik samen met enkele andere zusters woonde, hadden we een dispensarium. Op een bepaalde dag vroeg iemand me om te helpen bij het naaien. De vrouw des huizes had zo’n oude naaimachine, met een trapper, en ze kon er niet mee werken. Haar man was daardoor nogal slecht gezind. Ik kon naaien, dus ik wou dat wel, maar dat gaat niet op één, twee, drie natuurlijk, dus ik moest nog een paar keer terug komen (lacht). Ze vroegen ook mijn hulp met brieven van de school en de mutualiteit, die waren allemaal in het Nederlands, dus dan vulde ik die in. Niet veel later vroegen hun buren en familie me ook om hulp. Op termijn was ik zo vijf dagen per week elke namiddag bezig in de buurt.

Dus u ging voornamelijk op huisbezoek. Waren er ook ontmoetingsplaatsen waar deze mensen bij elkaar terecht konden?Die hulp op vraag was goed en ik hielp een aantal mensen, maar dat zijn er nooit veel natuurlijk. Begin ’69 heb ik samen met enkele andere zusters besloten om naailes te geven. De Marokkaanse vrouwen mochten niet bij elkaar op bezoek komen, tenzij ze familie waren, maar in ons klooster kwamen geen mannen, dus daar konden ze elkaar wel ontmoeten. We zochten wat oude machines en stoffen bij elkaar en hadden een goed groepje. Dit was naast naailes ook een echte ontmoetingsplaats, waar ze met elkaar konden babbelen. Ik sprak een beetje Frans, maar niemand van de vrouwen sprak Nederlands, dus dat was niet gemakkelijk. Daarom begonnen we ook al snel met Nederlandse lessen. We vonden twee leerkrachten die Nederlands wilden geven, maar dat was een echt probleem, want er be-stond nog geen materiaal! Alles moest nog gemaakt worden, dus zochten we prenten en leerden hen het woord dat erbij hoorde. Dat was echt nog met handen en voeten!

We moesten ook altijd rekening houden met hun mannen. Alles wat we organi-seerden moest praktisch zijn, zowel bij het Nederlands als bij het naaien. We konden niet alleen maar wat oefenen, na een paar weken moesten ze toch al eens een “pyjamake” meebrengen naar huis, dan was het goed. (lacht) Toch konden we hen met de Nederlandse lessen veel moeilijker motiveren dan met de naailes. De Turkse vrouwen waren meestal een aantal jaren naar school geweest, maar vele Marokkanen waren analfabeet en vielen dus snel uit omdat het te moeilijk was.

Waren die lessen uitsluitend bedoeld voor vrouwen?Ik heb het altijd belangrijk gevonden om iets te doen voor de vrouw, want als zij kansen krijgt, voelt ze zich goed en is ze de hoedster van het hele gezin. Maar nee, we begonnen ook met Nederlandse lessen voor mannen. Studenten van de (toenmalige) UFSIA gaven drie keer per week les aan de mannen. Dat was lang niet gemak-kelijk, want die mannen werkten in een ploegensysteem. Dat was dus een behoorlijk gepuzzel. De mannen hielpen we ook vaak met het zoeken van huizen. Want een huis zoeken voor

Tekst: Barbara Rodrigus — Foto's: Jolanda Brandt & Andrea Meire

50 JAAR TURKSE EN MAROKKAANSE MIGRATIE

WAT? België ondertekende in 1964 een akkoord met Marokko en Turkije om gastarbeiders aan te werven.

WIE? Ongeschoolde arbeidskrach-ten konden in Antwerpen terecht in de metaal- en voedingssector en bij wegenbouw.

WERVING? Brochures en posters in het thuisland overtuigden de man-nen om in België te komen werken.

BELOFTES? Een goed loon, een comfortabel huis, de mogelijkheid om je vrouw te laten overkomen en gra-

tis medische zorg voor de kinderen. Het zou een grote aanpassing zijn, maar de Belgen zouden je gastvrij ontvangen. Je moest alleen niet ver-geten je regenjas mee te nemen!

EVEN OF VOOR ALTIJD? Bij veel mensen leefde heel lang het idee om een aantal jaren hard te werken en dan terug te keren, maar voor hun kinderen was België hun thuis gewor-den. De groep groeide uit van enkele honderden mannen in de jaren ’60 tot een gemeenschap van ongeveer 250.000 mensen met Marokkaanse of Turkse roots in Vlaanderen (2011).

20 ― Verrekijkers

een gezin met zes à zeven kinderen, dat was niet zo evident. Maar ik ging niet mee zoeken hoor, ik zei ‘kijk zelf maar rond’ en als ze dan iets gevonden hadden, dan belde ik wel met de patron. Het huis inrichten was ook niet vanzelfsprekend. Ik ging mee naar spullenhulp, want als ik zei ‘spullen-hulp dat is in de Volkstraat, hier is een plannetje’, dan kwam er nog niet veel van terecht. Eens een paar mensen op weg geholpen waren, konden ze elkaar weer verder helpen.

Ik hielp de mensen ook met hun zoek-tocht naar werk. Als je een arbeidskaart kreeg in een bepaalde sector, dan moest je vijf jaar in die sector blijven. Soms werden ze afgedankt of was er een dipje in de economie. Ik moet eerlijk zeggen, in die tijd, als ik naar Metallur-gie in Hoboken belde, was er een grote kans dat ze daar aan de slag konden. Daarna is dat allemaal veranderd en moeilijker geworden natuurlijk.

Rond de vasten of rond Kerstmis organiseerden scholen één à twee keer per week spelnamiddagen voor de kinderen. Ook hier kwamen studenten gemotiveerd en goed voorbereid helpen, maar na die periodes haakten de vrijwilligers weer af en dan bleven de kinderen een beetje bedeesd achter. Hieruit ontstond onze naschoolse be-geleiding, waar ze Nederlands konden leren en hun huiswerk maken.

Dat klinkt als een druk programma. Met hoeveel personen zorgden jullie voor deze werking?Ik was de enige zuster die dit deed, maar ik werd wel altijd bijgestaan door vrijwilligers. Vaak waren dat stu-

denten en die waren heel gemotiveerd, maar vanaf mei begonnen ze met “de blok” en dat duurde meestal toch tot oktober. Na hun kandidatuur van twee jaar, gingen ze vaak naar een andere universiteit, dus het was moeilijk om met een vaste kern te werken. Uitein-delijk was dit een echte sociale dienst aan het worden en werd het te groot. In 1976 kregen we een erkenning en mochten we stagiairs van de sociale school en opvoeders met een A1-graad

aannemen. Op die manier kregen we telkens hulp voor zes maanden, dus daar konden we wel iets mee doen. Er bleven ook nog altijd studenten meewerken. Dat was heel belangrijk, zeker voor de naschoolse begeleiding, want die kinderen geraakten in het middelbaar en hadden dan hulp nodig voor Latijn en wiskunde en dergelijke.

Hoe ervoer je de culturele verschillen die er ongetwijfeld waren?We hadden een meisjes- en jongens-werking voor sport en spel. De jongens

waren altijd wel te vinden voor een partijtje voetbal, basketbal of tafelten-nis. Met de meisjes speelden we ook tafeltennis, maar deden we meer wat zij wilden (lacht), toneel spelen bij-voorbeeld! De ouders van die kinderen kwamen controleren of jongens en meisjes echt wel apart speelden. Dat is iets waar we rekening mee hielden, want alles wat tegen de cultuur of de ouders inging, strafte uiteindelijk toch alleen maar de kinderen, want dan mochten ze niet meer komen.

Ik merkte ook dat veel dingen die voor ons zo vanzelfsprekend zijn, dat niet waren voor deze mensen. De gootsteen en de wc bijvoorbeeld, wat ze daar al-lemaal ingoten! De huizen werden hier vroeger verwarmd met kolenkachels en dat kenden ze niet. De vrouwen, die de hele dag thuis zaten, kwamen me dan zeggen ‘koud hier, koud’. Dus dan ging ik mee en legde hen uit dat ze geduld moesten hebben en eerst met papier en hout de stoof moesten aan-maken en er dan pas kolen opleggen.

Hoe was het voor uzelf om in contact te komen met deze toch wel wat vreemde cultuur en op uw eentje uit te zoeken wat u voor hen kon betekenen?Ja, zij kwamen naar hier en wij wisten niets over hun gewoontes en over de islam, hé. Over de islamitische cultuur heb ik ontzettend veel geleerd uit romans. We hadden op dat moment zusters in Marokko en ik ben daar ooit twee maanden op bezoek geweest. We werden uitgenodigd op trouwfeesten en leerden zo de cultuur van binnenuit kennen. Als zusters mochten we ook binnen bij de mannen, iets wat vrouwen normaal niet mogen. Zo kon

Ik sprak een beetje Frans, maar niemand van de vrouwen sprak Nederlands, dus dat was niet gemakkelijk. Daarom begonnen we ook al snel met Nederlandse lessen.

50JAARMIGRATIE Tekst: Barbara Rodrigus — Foto's: Jolanda Brandt & Andrea Meire

Verrekijkers ― 21

ik zelf zien waar en hoe de mensen vroeger woonden en het moet gezegd: dat was vaak in nogal primitieve omstandigheden. Tijdens mijn verblijf in Marokko heb ik ook een Arabisch dialect geleerd. Alleen leren spreken hé, schrijven is nog iets helemaal anders! Ik volgde een intensieve cursus voor anderstaligen. Ik had zo’n boekje met fonetisch schrift en tussen de middag en ’s avonds studeerde ik al die woordjes, want de volgende dag gingen we gewoon verder met wat we geleerd hadden en die leraar sprak geen Frans!

Terwijl ik dit allemaal aan het doen was, startten andere mensen in andere steden hetzelfde soort projecten op. In Borgerhout bijvoorbeeld deed Marc van Mol dat, maar ook in Brussel en Charleroi werden er werkgroepen opgericht. Vanaf het begin van de jaren

zeventig hadden we regelmatig contact met elkaar. Dan kwamen we samen om te bespreken hoe we bepaalde zaken moesten aanpakken en waar we reke-ning mee moesten houden. Ik heb veel gehad aan die bijeenkomsten.

En dan misschien een heikel punt: hoe zat het in die vroege jaren met discriminatie en racisme, iets wat de laatste jaren erg actueel is?Die eerste jaren was er nog heel weinig sprake van racisme. Vrijwel iedereen was vriendelijk en er waren genoeg mensen hier op het Kiel die hun telefoon lieten gebruiken of hielpen met allerhande zaken. Het is pas halfweg de jaren tachtig dat het Vlaams Blok opkwam en vooral met de verkiezingen in ’91 is er heel veel kwaad gedaan. Toen haalden ze plots bijna een derde van de stemmen…

Wij hoopten altijd dat de tweede generatie het gemakkelijker zou heb-ben en dat bij de derde generatie alle problemen opgelost zouden zijn. Maar in praktijk had de tweede generatie het ontzettend moeilijk, omdat werk vin-den toen een groot probleem werd. Zij gingen ook op zoek naar een huwelijks-partner in het thuisland van hun ou-ders, waardoor er opnieuw een eerste generatie migranten binnenkwam. En ook vandaag komen er nog altijd veel eerstegeneratiemigranten aan.

Heel erg bedankt voor het gesprek, zuster Andrea! w

MEER WETEN?

Wie meer wil weten over 50 jaar Turkse en Marokkaanse migratie kan terecht op de website van De Nieuwe Antwerpenaar: www.dna.be/50jaarmigratie. Nog het hele jaar worden er activiteiten georganiseerd om die halve eeuw migratie te vieren. De documentaire Vlaamse pioniers van de migrantenwerking wordt vertoond op het Calamartes-festival op woensdag 19 maart omstreeks 10 uur in de Spiegeltent op de binnenplaats van het Hof van Liere.

Wij hoopten altijd dat de tweede generatie het gemak-kelijker zou hebben en dat bij de derde gen-eratie alle problemen opgelost zouden zijn.

Een foto uit de oude doos: Zuster Andrea Meire serveert soep.

Alleen maar blije gezichten aan tafel.

22 ― Verrekijkers22 ― Verrekijkers

ZEG‘NEE!’TEGENVROUWELIJKE

GENITALEVERMINKINGOp 6 februari was de Internationale Dag Tegen Vrouwelijke Genitale Verminking. Met een flashmob in het Antwerpse en Brusselse Centraal Station uitten de leden van GAMS, Groupe pour l’Abolition des Mutilations Sexuelles, hun ongenoegen over dit probleem. De praktijk wordt in ver-schillende Afrikaanse landen uit religieuze en culturele overwegingen toegepast op vrouwen en meisjes. Tijdens de ingreep worden de externe geslachtorganen gedeeltelijk of volledig verwijderd. GAMS vraagt aandacht voor het feit dat ook meisjes uit België slechtoffer zijn, namelijk meisjes die op vakantie worden gestuurd naar het land waar hun ouders vandaan komen om daar een besnijdenis te on-dergaan. De organisatie vraagt dat de Europees Unie hier wat aan doet. Enkele parlementariërs hebben alvast hun handtekening geplaatst om de organisatie te steunen. w

Bron: www.dewereldmorgen.be

“NOPANTSDAY”INCOLOMBIA

Honderden Colombianen zijn de straat opgegaan in de stad Medel-lín. 300 betogers protesteerden in hun ondergoed voor vrijheid van meningsuiting, nadat vele van hun landgenoten opgepakt en gemarteld werden voor het verkondigen van een bepaalde me-ning. De oproep voor het protest werd georganiseerd via sociale media. Terwijl vorig jaar de “Dag zonder broek” nog verboden was, werd de actie dit jaar wel toegestaan. Niet alleen in Medellín komt zo een dag voor. In verschillende steden, zoals Vancouver, wordt broekloos met de metro gereisd. Alleen gaat het hier niet om een politieke, maar een ludieke actie. Ze willen hier gewoon aangeven dat je ook zonder broek of rok naar je werk kan gaan. w

Bron: www.volkskrant.nl

KNUFFELEN?VERGEETJEPORTEMONNEENIET!

De New Yorkse Ali C heeft een manier bedacht om maandelijks een inkomen te hebben: ze knuffelt mensen voor geld. Ali ver-huurt zichzelf aan anderen die depressief zijn of even een dipje doormaken. Haar onderneming Cuddle U NYC werkt volgens haar therapeutisch: ze geneest mensen die het even niet meer zien zit-ten. Ze is in november 2013 begonnen en heeft al ruim 30 klanten gehad, waarvan één vrouw. De klanten hebben verschillende re-denen om geknuffeld te worden. Ali en andere “professional cud-dlers” beweren dat aanrakingen essentieel zijn voor een individu om in een sociale context te functioneren en zij stellen ook vast dat er een heuse markt is voor “therapeutisch geknuffel” in geïn-dividualiseerde contexten en regio’s, zoals New York. Voor een uur knuffelen met Ali betaal je zo’n 60 euro. Je kan ook overnachten, maar dan lopen de kosten op tot 370 euro. Cuddle U NYC heeft wel duidelijke regels op het gebied van hygiëne en gedrag. Een klant mag bijvoorbeeld geen parfum dragen als hij of zij haar komt be-zoeken, ook verwacht Ali dat je je eerst doucht voordat je komt. w

Bron: www.cuddleunyc.com

ANTWERPSEIT-BEDRIJFKOMTMETEENGAS-APP

De GAS-boetes (Gemeentelijke Administratieve Sanc-ties) zijn geen onbesproken fenomeen in Vlaanderen. Tegenstanders vinden dat de sancties een willekeurig en ondemocratische karakter hebben. Het is vaak onduidelijk waarom je een GAS-boete krijgt. Rombit , een jong IT-be-drijf uit het Antwerpse, heeft een hulpmiddel ontwikkeld in de vorm van een “Gasapp”. De smartphone-applicatie moet duidelijkheid scheppen over de redenen om GAS-boetes uit te delen in verschillende gemeentes. De app voorziet je van verschillende informatie. Door middel van een postcode in te voeren krijg je een goed overzicht van de meeste boetes die in die gemeente zijn gegeven. Ook geeft de app een overzicht van mogelijke boete die je kan krijgen bij een strafbare daad. Na één dag was de app al 500 keer gedownload. De Gasapp is niet ontwikkeld om tegenwind te bieden naar de gemeentes toe, maar het is een informatiemiddel. Wie op de hoogte wil blijven, kan de app gratis downloaden via de Appstore of Google Play. w

Bron: www.gasapp.be

Tekst: Chaima LaattarWERELD.COM

Verrekijkers ― 23

Op sportstage naar Kameroen

Tekst: Saskia Rademaker — Foto's: Fien RademakerTERUGBLIK

KAMEROEN

VS. NEDERLAND

H oe leer je voetballes geven aan kinde-ren? Voor de Nederlandse studente Sport- en Bewegingseducatie Fien

Rademaker was het eenvoudig: ga ergens heen waar ze op school niet voetballen en start er een programma op! Fien trok voor een stage van vier maanden naar Ecôle Les petites Louh in Foumban, Kameroen. Ze leerde er veel meer dan enkel voetballes geven.

Hoe ben je erbij gekomen om in Kameroen stage te lopen?Mijn tante is een paar jaar geleden in Kameroen geweest, en zij tipte mij om er als stage sportlessen te geven.

Ik zou er de kans krijgen om echt iets voor anderen te betekenen, ik zou de kinderen meer soorten sporten kunnen leren, want op dat moment deden ze enkel kogelstoten en andere

individuele sporten. Via mijn tante ben ik in contact gekomen met Tineke, een Nederlandse vrouw die getrouwd is met de Kameroenees Louh. Ze is de directrice van Les petites Louh en woont al ongeveer 30 jaar in het stadje Foumban.

Wat was je eerste indruk van Kameroen?Ik heb wel eens op Discovery Channel gezien hoeveel armoede er is in Afrika en dat ze in krotten leven, maar dat bleek hier niet het geval. Ik had wel last van een cultuurshock toen ik aankwam. Op het vliegveld in Kame-roen was ik ongeveer de enige blanke, en iedereen wilde iets van me. Ze

24 ― Verrekijkers

TERUGBLIKOPEENSTAGEINHETBUITENLANDwilden me iets verkopen, mijn bagage dragen. Toen besefte ik pas echt dat ik in Kameroen was.

Toen we bij een restaurant aankwa-men ging Louh eerst controleren of de keuken wel proper genoeg was. Hij wilde zeker weten dat we geen koffie van drie dagen oud zouden krijgen. Ik vond dat hij nogal grof deed tegen de bedienden, maar hij wilde niet dat we al meteen ziek zouden worden.

Het viel me ook op hoe anders ze met afspraken omgaan. In mijn eerste week werd er op school een sportdag gehou-den, die om half acht zou beginnen. Dit werd tien uur. Er was nog niks klaar-gezet, niets voorbereid en de teams moesten nog gemaakt worden. Ik vond het vooral vervelend dat ik niet wist wanneer het wél zou beginnen. Hun manier van leven is een stuk langzamer.

Mijn eerste indruk was gelukkig positief, ik was van tevoren bang dat het verschil met Nederland overwel-digend zou zijn, en dat ik alleen maar negatieve dingen zou zien. Gelukkig werd ik heel goed ontvangen, en alles verliep soepeler dan ik had gedacht. Ik ontdekte ook dat ik in staat ben me in een teiltje te wassen in plaats van onder een warme douche. Het aanpas-sen kostte me geen moeite, dit ging gelukkig vanzelf.

Het grootste verschil tussen leven in Kameroen en leven in Europa, is dat ik daar de enige blanke was. Het voelt alsof je nergens kan schuilen, je wordt altijd gezien. Het is niet mogelijk om ongemerkt gewoon een rondje te wandelen. Sommigen zeiden alleen ‘bonjour’, anderen liepen een stukje mee. Ze denken dat elke blanke rijk is, en dat blanken alles weten: ze zagen mij als een soort genie, zoals Einstein.

Hoe zit het eigenlijk met de corruptie?Met een beetje omkoperij word je overal sneller geholpen. Dat bleek ook zo te zijn bij het verlengen van

mijn visum. Toen we langs een aantal mensen kwamen die met een gazelle langs de weg liepen, zei Louh tegen mij dat we zouden stoppen als we nog een keer langs een gazelle zouden komen. Ik dacht ‘gadverdamme, je gaat zo'n beest toch niet een paar dagen in je auto laten liggen’. Hij antwoordde dat we die zouden meenemen naar de mensen van het emigratiebureau, om sneller geholpen te worden. Ik zag meteen allemaal beelden voor me: dat we met een gazelle in onze armen, omringd door vliegen, meteen mijn visum in ontvangst zouden nemen. Gelukkig

kwamen we tijdens de rit geen dieren meer tegen en werden mijn gedachten geen werkelijkheid. Na afloop hebben we toch nog wat tomaten en avocado’s uitgedeeld die we onderweg hadden gekocht. Wellicht zouden we bij terugkomst dan weer gelijk geholpen worden…

Wat is je leukste herinnering aan de reis?Van mijn voetbalclub in Nederland

had ik een gesponsord tenue mee-genomen, dat slechts aan één team uitgereikt kon worden. Daarom werd hiervoor een wedstrijd gespeeld. Dit was echt de tofste dag, want de sfeer was top en beide teams waren bloedfanatiek en zelfs zenuwachtig. Het was ontzettend leuk om te zien hoe serieus ze het namen, van tevoren werden de spelregels doorgenomen met de scheidsrechter en werd er een warming-up gedaan, hetgeen ze daarvoor volgens mij nog nooit had-den gedaan. De wedstrijd was vooraf van mond tot mond gegaan, dus er was heel veel publiek aanwezig. Toen het winnende team bekend was, werd er een overwinningsdans gedaan en gingen ze trots op de foto in hun nieuwe shirts.

Wat ik ook erg leuk vond, was het geven van de sportlessen. Ik kreeg elke keer waardering voor wat ik deed: ze stonden te popelen om gymles te krijgen, waren altijd aan het lachen. Voor de school heb ik een instructieboek gemaakt voor de sportlessen, met uitleg van alle spellen, en ik heb sportmateriaal gegeven. Ik ben benieuwd of mijn energie zijn vruchten heeft afgeworpen, of dat ze niets meer gebruiken. Zullen ze in hun oude patroon vervallen of zullen ze het sportboek actief gebruiken?

Wat was je meest

Als enige blanke kan je nergens schuilen, je wordt overal gezien.

fienrademaker.wix.com/poenvoorkameroen

De eerste sportlessen zijn een feit!

[...] De manier van lesgeven is hier heel anders. Ik denk dat ik bij terugkomst nergens meer in Nederland les mag geven, als ik overneem zoals ze het hier doen. Ze den-ken namelijk dat de kinderen beter luisteren als er naar hen geschreeuwd wordt, wat misschien in dit geval ook zo is omdat ze het zo gewend zijn. De kinderen nemen de docenten niet altijd even serieus. En het is sneu om te zien, maar luisteren ze niet, dan krijgen ze nog wel eens een tik tegen het hoofd.

Verrekijkers ― 25

Ik wil graag over tien jaar terug gaan, om te kijken hoe de kinderen terecht-gekomen zijn. Hebben ze een baan? Zal ik een jongen uit Kameroen op televisie zien voetballen?

Waar kunnen wij als westerlingen nog wat van leren?Kameroenezen kunnen allereerst veel beter dansen dan wij. Daarnaast zijn ze heel vriendelijk en gastvrij, ook al heb-ben ze niet veel. Daar kunnen wij als Nederlanders nog wat van leren, hier lijkt iedereen voor zichzelf te leven.

Louh heeft een tijd in Parijs gewoond, maar hij voelde zich er niet thuis. Hij miste zijn familie, en in de westerse cultuur wordt constant iets van je ver-wacht. Kameroen is een stuk relaxter. w

Wat zou je willen veranderen in Kameroen?Ik zou het voor iedereen mogelijk wil-len maken om naar school te gaan, veel kinderen staan namelijk de hele dag op de markt. Ook zou ik willen dat er meer werkgelegenheid is in Kameroen. De jongens willen allemaal in Europa voetballen, omdat ze dit zien als de enige mogelijkheid om geld te verdie-nen en geld naar hun familie te sturen. ‘Als God het wil, word ik profvoetballer’ geloven ze.

confronterende ervaring?Ik moest een keer invallen in een peuterklas, omdat de docent ziek was. De andere docenten namen totaal geen verantwoordelijkheid om te kijken hoe het ging, hoewel ik geen idee had wat ik een hele dag met die kinderen aan moest. Een andere dag bleef een klas achter zonder leerkracht. Op een gegeven moment stonk het er zo erg dat ik ging kijken, en toen bleek dat er een op de grond had gepoept. Er was niemand die naar ze omkeek.

fienrademaker.wix.com/poenvoorkameroen

Kon ik mezelf maar vermenigvuldigen...

[...] In de pauze heb ik hordes kinderen achter me aan zitten. Soms zou ik willen dat ik 100 armen had, 100 vingers of mezelf gewoon kon vermenigvuldigen. Want één Fien en 200 kinderen in de pauze is toch niet de meest ideale situatie.

Naar de overkant met twee handen en twee voeten

zonder de grond te raken.

26 ― Verrekijkers

Human Rights Tattoo wil 6673 personen tatoeëren

B egin 2013 startte Sander van Bussel een wel heel bijzonder project. De Tilburgse kunstenaar wil over vijf jaar

de volledige Universele Verklaring voor de Rechten van de Mens, bestaande uit 6673 let-ters, getatoeëerd hebben op mensen van over heel de wereld. Kan het project Human Rights Tattoo iets betekenen voor de mensenrech-ten? Eén ding is zeker voor van Bussel: van Australië, over Afrika, tot de Antwerpse bak-ker op de hoek zou men hierover moeten praten, want mensenrechten gelden voor iedereen.

Hoe is het idee voor Human Rights Tattoo tot stand gekomen?Dingen bedenken doe ik als kunstenaar permanent. Meestal zijn het tijdelijke en luchtige projecten. In februari 2012 was ik in Kenia. Kort na thuiskomt in Nederland kreeg ik het bericht dat de kunstenaar Steven “Nyash” Nygah uit Nairobi, die ik goed kende van meer-dere samenwerkingsprojecten, in zijn stad was vermoord. Ik werkte met hem samen in mijn atelier op het Tilburgse Festival Mundial. De moord op Steven liet me niet stil. Het was voor mij het

moment waarop ik dacht: ‘daar moet ik iets mee doen’. Het was tijd voor een serieuzer project met een andere boodschap. Het idee van Human Rights Tattoo was snel geboren, de beslissing om het daadwerkelijk te doen nam meer tijd in beslag. Je kan niet begin-nen met het tatoeëren van een tekst, om vervolgens halverwege te stoppen. Beginnen is afmaken en samenwerken is dan de beste optie. Ik overlegde met Festival Mundial over het concept. Onze samenwerking startte in 2013. Nu zijn we al weer anderhalf jaar

verder en zijn er al pakweg 1500 letters vereeuwigd.

Is Steven Nyyash vermoord omdat hij uitkwam voor zijn mening?Het feit dat hij zijn stem liet horen, heeft hem spijtig genoeg zijn leven gekost. Hij was actief in de samenleving en de sloppenwijken van Korogocho, Nairobi. Steven was een mensenrechtenactivist, filmer en radiojournalist. Hij probeerde onder andere met zijn radiostation de lokale mensen te mobiliseren en hun

ORGANISATIEINDEKIJKER

EEN CENTIMETER VAN JE HUID VOOR DE MENSENRECHTEN

Verrekijkers ― 27

eigen talenten te laten ontdekken. Hij was een spilfiguur in de samenleving en bracht op die manier zijn eigen capa-citeiten tot uiting. Ook op politiek vlak was hij actief, door in dialoog te gaan met grondeigenaren. Vlak voor zijn dood ijverde hij voor de landrechten van bewoners van de sloppenwijken.

Wat zijn de concrete doelen van het project? Het is een kunstproject waarbij verbin-ding van mens tot mens een sterke rol speelt. Een manier om je verbonden te

voelen met alle 6772 andere mensen die deelnemen aan het project. Als deelnemer word je op kleine schaal, als individu, dagelijks herinnerd aan de mensenrechten. Mijn persoonlijk motief is de moord op Steven, maar er zijn nog 6772 andere motieven en die geven het project inhoud. Op die manier wordt het project van iedereen en dat maakt het zo uniek.

Hoe maak je het project zichtbaar voor de ander? Momenteel hebben mensen uit 39

verschillende landen meegedaan. Die vertellen het weer verder. Iedereen die deelneemt aan het project is een soort van ambassadeur. Het is als een inktvlekje dat zich over de wereld ver-spreidt. Laatst hadden we op Facebook een golfje “vind ik leuks” uit India. Het mooie is dat het een project van mensen is: de boodschap verspreidt zich van mens tot mens.

Welke van de dertig mensenrechten van de Universele Verklaring voor de Rechten van

Tekst: Jill Lamberts — Foto's: Nina Verbruggen

Een tattoo artist vereeuwigt één van de letters uit de Universele Verklaring van de Rechten van

de Mens op de nek van een vrouw.

28 ― Verrekijkers

de Mens is voor jou van betekenis? “Free and legal”, of “vrij en gelijk”, is voor mij het belangrijkst: daar kun je de rest uit voort destilleren. Ook het recht op onderwijs, seksuele vrijheid, het recht op meningsuiting en het recht op artistieke vrijheden hebben voor mij betekenis. Dat zijn namelijk de vrij-heden die ik volop geniet en die liggen mij dan ook bijzonder na aan het hart. Maar hoe je het ook draait of keert, alle dertig rechten zijn van groot belang. Het vormt een geheel. Je kunt er niet zomaar iets toevoegen of uithalen.

Waarom hecht je zoveel waarde aan het belang van mensenrechten? De verklaring is een soort van intentie, je kunt er geen aanspraak op maken. We hebben rechten maar in wezen is het niet wetsgeldig. Want in principe als onze rechten worden aangetast kunnen we niet zomaar aan een loketje aan-kloppen met de woorden: ‘Ho, wacht eens mijn mensenrechten zijn geschon-den.’ Je kunt leven met de gedachte dat mensenrechten groots, globaal en be-langrijk zijn. Wanneer we het andersom zien en denken: ‘Die mensenrechten zijn er en gelden voor mijn vrienden, mijn gezin, voor de samenleving en voor mezelf,’ dan haal je het meer naar jezelf toe. Ik probeer met mijn project de belofte van die rechten waar te

Tekst: Jill Lamberts — Foto's: Nina VerbruggenORGANISATIEINDEKIJKERmaken, te eerbiedigen en mensen erop te attenderen dat ze hun best moeten doen. Mensenrechten worden namelijk nooit vanzelfsprekend. Ten einde tijden moet daar voor gestreden worden. Ik geloof niet dat er een moment komt dat de mens onderuitgezakt kan gaan zitten en zeggen: ‘ja, we hebben het stadium bereikt, de mensenrechten’. Het is iets dat altijd actueel zal blijven, geen religie, al moet je er wel in geloven.

Kan Human Rights Tattoo daarin echt iets betekenen voor de mensenrechten? Ik geloof dat de overtuiging in de mensen zelf zit, dat kan en wil ik ze dan ook niet leren. Iedere individu moet zijn eigen betekenis aan men-senrechten kunnen toekennen. Daar is continue actie, betrokkenheid en respect voor gewenst. Op zich is daar geen tattoo voor nodig. Toch vind ik

het bijzonder om te zien en te horen hoe iedere letter van de verklaring een persoonlijke vertaling maakt.

Zelf heb je de letter “r” laten tatoeëren, heb je deze letter bewust gekozen? Nee dat kan niet, de letter kan je niet kiezen, het is gewoon de eerstvolgende letter van de verklaring. Wat wel moge-lijk is, is het lettertype kiezen, daar zijn formats voor. Wanneer je een letter mag kiezen, krijgt het namelijk een andere context, een tweede motief. Er zijn twee goede redenen om de verkregen letter te ruilen: omdat het de eerste letter van jouw of die van jouw ex-partner is. Hoe minder associaties je met een specifieke letter hebt, hoe meer het een Human Rights Tattoo is. Het is menselijk om een letter een betekenis te geven, maar we willen dat ze vooral met dit project geassocieerd worden. Mijn “r” staat voor mij voor “Rights”.

Hoe ziet een Human Right Tattoo-dag eruit?We hebben tatoeage-dagen, die we meestal in samenwerking organiseren. We hanteren een “pay what you want”-principe. Wil je iets betalen? Graag, zo niet is dat ook oké. Het is een vrijwil-ligersproject en ik hoop dat we dat zo kunnen houden. De laatste dagen in Nederland waren georganiseerd in Amsterdam in samenwerking met Amnesty International. Op zo’n dag is er een bepaald aantal waar we ons aan moeten houden, dat zijn meestal 60 à 70 letters. Het principe is eenvoudig: wie het eerst komt, het eerst maalt. Behoor je tot de eerste 70, dan heb je geluk. In de praktijk betekent dat: op tijd komen, en lang wachten. Tijdens die dag schrijft ieder een statement waarom hij of zij een Human Rights Tattoo laat zetten, die wordt later met foto op de website gepubliceerd. w

HUMAN RIGHTS TATTOO-DAG

Wil jij ook een “Human Rights Tattoo”-dag organiseren, of ben je benieuwd naar de statements? www.humanrightstatoo.org

Mensenrechten zullen altijd actueel blijven, geen religie, al moet je er wel in geloven.

Eén van de 6673 vrijwilligers kijkt toe hoe haar letter tot stand komt.

Verrekijkers ― 29 Verrekijkers ― 29

Een diplomaat die openhartig schrijft over zijn job, je komt zo iemand zelden tegen, al moeten we in dit geval van “ex-diplomaat” spreken. In De Congo Codes schrijft Dirk-Jan Koch over zijn periode als diplomaat bij de Nederlandse ambassade in Kinshasa (2008-2011), een functie die hij inruilde om de Congolese afdeling van een internationale ngo te leiden (2011-2013). Hij neemt je mee achter de schermen van de diplomatie en van de ontwikkelingssamenwerking. Het resultaat is een frisse, maar kritische kijk op hedendaags Congo en de rol van de internationale gemeenschap daarin.

Dirk-Jan Koch heeft de speciale gave om telkens aanwezig te zijn bij belangrijke gebeurtenissen in de recente geschie-denis van het land. Elk hoofdstuk neemt hij je mee naar een nieuw avontuur. Zo ben je de ene keer toeschouwer van de vieringen van vijftig jaar onafhankelijkheid en word je de andere keer geconfronteerd met de miserabele werkom-standigheden in de goudmijnen van Oost-Congo. Je voert mee onderzoek naar de vermoorde mensenrechtenactivist Chebeya en op het einde van het boek vlucht je uit Goma omdat de stad belegerd wordt door de rebellengroep M23.

De auteur is op zijn minst gezegd een bezige bij. Hij slaagt erin om en cours de route aangesteld te worden als profes-sor aan de Université Catholique de Congo, een universiteit waarmee onze eigen Universiteit Antwerpen een samen-werkingsverbond heeft. De passages over zijn colleges zijn

DE CONGO CODESEen persoonlijk verhaal over de zin en onzin van ontwikkelings-samenwerking.

niet alleen hilarisch, ze zijn ook zeer herkenbaar voor onze eigen studenten die op inleefreis naar Kinshasa gaan.

Dirk-Jan Koch is geen literair talent zoals David Van Reybrouck en zijn boek mist focus om journalistieke pot-ten te breken. Toch biedt dit werk een meerwaarde op eerder verschenen werk over Congo, een thema dat bij de herdenking van 50 jaar onafhankelijkheid nog tot een torpedoaanval aan publicaties leidde. Het is namelijk een eerlijk relaas over het leven en werk van een diplomaat/ngo-medewerker in Kinshasa. Zonder er veel doekjes om te winden, schrijft hij over wat scheef loopt binnen de inter-nationale samenwerking. Maar op een even eerlijke manier toont hij ook waar de diplomatie en de hulp-industrie wel successen boeken. Het levert een genuanceerde kijk op, die zijn oproep voor meer internationale samenwerking en betrokkenheid oprecht en authentiek maakt.

Tot slot nog een kleine waarschuwing: de auteur merkt op dat je elke reis naar Congo door een emotionele achtbaan slingert. Vergeet dus niet om eerst je veiligheidsgordel om te doen. Bon voyage! w

Tekst: Janus Verrelst — Foto: Dirk-Jan KochBOEKRECENSIE

Dirk-Jan Koch (midden) reisde te voet, per fiets en ook per boot door Congo.

DE CONGO CODES

Uitgegeven bij Prometheus·Bert Bakker. 272 pagina’s. 18,95 euro Dirk-Jan Koch stelt op 24 maart zijn boek voor op Universiteit Antwerpen. Meer info: www.usos.be

30 ― Verrekijkers30 ― Verrekijkers

CULTUURAGENDA

MAART50 JAAR MIGRATIEUIT MAROKKO EN TURKIJE} TENTOONSTELLING 8 EURO

} VANAF 13/03/2014

Op de vijfde verdieping van het MAS vertellen Marok-kaanse en Turkse Antwer-penaren hun verhaal over werk en een huis zoeken in een onbekende stad. Over liefde op afstand, reizen naar het geboorteland en opgroeien in Antwerpen.

Ze blikken terug op die ingrijpende ervaring met persoonlijke getuigenis-sen en voorwerpen zoals familiefoto’s, een postzegel, arbeidskaarten, een lief-desbrief, een buurtkrant en oude filmpjes…

Museum aan de Stroom Hanzestedenplaats 1, Antwerpen www.mas.be

DE HANDEN FATMA} THEATER 10/12 EURO

} 15/03/2014, 20U30.

Dit jaar staat in teken van 50 jaar migratie. Vijf jaar na Belga, een theaterstuk over de dromen en frustraties van gastarbeiders, brengt ’t Arsenaal een vervolg. In De handen van Fatma vertellen Marokkaanse vrouwen van

de eerste generatie over hoe ze hun mannen vergezelden naar hun nieuwe thuisland.

CC Berchem Driekoningenstraat 126, Berchem www.ccberchem.be

THANK GOD IT’S FRIDAY EN UPSIDE DOWN} FILM 5 EURO

} 24/03/2014, 14U.

Jan Beddegenoodts en Niel Iwens, twee docu-mentairemakers, trokken naar de Westelijke Jor-daanoever. Daar maakten zij een documentaire die toont hoe de inwoners van het Palestijnse dorp Nabi Saleh, al drie jaar elke vrijdag, protesteren tegen de inname van een grote hoeveelheid land. De inwoners van de nabijge-legen joodse nederzetting Halamish begrijpen de wekelijkse protestacties niet. Een reportage over het Palestijns-Israëlisch conflict aan de hand van persoonlijke portretten van Palestijnen en Israëli.

De documentaire Upside Down brengt het verhaal van vijf Palestijnse circusstudenten die hun weg zoeken in de dagelijkse gekheid die deze staat beheerst. De regisseur brengt de harde realiteit van het gewone

Palestijnse leven onder de Israëlische bezetting beeld. Het is vooral een positief verhaal, want de circusschool is een project van hoop, waarbij jongeren de kans krijgen om een positieve bijdrage te leveren aan een betere maatschappij.

(Lees ons interview met de maker van Thank God it's friday, Jan Beddege-noodts op pagina 4.)

De Roma Turnhoutsebaan 286, Borgerhout www.deroma.be

De documentaire Thank God it's friday speelt op 24 maart in De Roma

DEFILHARMONIE ARGENTIJNSE AVOND ONDER LEIDING VAN MARTYN BRABBINS} MUZIEK 14 EURO

} 30/03/2014, 20U30.

2104 is de postcode van Borgerhout. Samen met deFilharmonie en De Roma organiseren ze een muziekfeest voor iedereen. Drie dagen lang staat er feestelijke muziek op het programma. Muziekfeest 2140 begint met Hubert Damen die in de huid kruipt van een vioolspelende

|

Verrekijkers ― 31 Verrekijkers ― 31

UIT MET VERREKIJKERSsoldaat, een sprookje dat zelden live is gespeeld. De dag daarna worden muzi-kanten van deFilharmonie bijgestaan door Antwer-penaren met verschillende achtergronden: studenten van het Leonardo Lyceum, inburgeringsstudenten, muziekschoolstudenten, leden van amateurvereni-gingen inburgeringstra-jecten. Samen zorgen zij voor een tango-spektakel. Het Muziekfeest 2104 sluit af met zuiderse klanken onder leiding van Martyn Brabbins. Sensuele bando-neonconcerto’s, polyfone tangoritmes, verhitte vibra-foons en een vurige altviool. Het orkest zorgt voor een zwoel optreden. Waan je in een Argentijnse nachtclub.

De Roma Turnhoutsebaan 286, Borgerhout www.deroma.be

BOUZIANE} THEATER 12/15 EURO

} 29/03/2014, 20U.

Beezy Comedy heeft een primeur in België: Bouziane. Het is voor de eerste keer dat deze Riffijns-Marok-kaanse comedy ster in België optreedt. De show is geheel in het Riffijns Ber-bers gesproken. Een unieke en onvergetelijke avond om 50 jaar migratie te vieren.

Arenbergschouwburg

Arenbergstraat 28, Antwerpen www.arenbergschouwburg.be

APRILHET WK VOETBAL, HEEFT DE BRAZILIAAN ER WAT AAN?} LEZING/DEBAT 5 EURO

} 01/04/2014, 20U30.

Brazilië is gastland voor het WK voetbal, maar wat brengt dit op voor het land? Heeft de gemiddelde Brazili-aan er wat aan? Ondanks mooie economische groei-cijfers blijven de problemen gigantisch en leven grote bevolkingsgroepen in ar-moede. Tijdens deze avond wordt de documentaire Gol Contra (Tegendoelpunt) getoond. In deze docu is te zien hoe families hun huizen uit worden gezet voor de bouw van een voetbalsta-dion. Nadien gaat gastheer Paul Schrijvers in discussie met Pieter-Jan Lemmens van de werkgroepen Wervel en Cerrado, en met Lode Delputte, journalist bij De Morgen en auteur van het boek Braziliaanse bloei.

De Roma Turnhoutsebaan 286, Borgerhout www.deroma.be

DE ROMA TOONT DRIEFILMS IN HET KADERVAN 5O JAAR MIGRATIE

WELCOME} FILM 5 EURO

} 15/04/2014, 14U.

Om samen te kunnen zijn met zijn vriendin in Engeland besluit Bilal, een Koerdische jongen van 17, het Kanaal over te zwem-men vanaf de Franse kust. Hij krijgt hulp van de lokale badmeester Simon, die net aan het scheiden is.

THE INVADER} FILM 5 EURO

} 15/04/2014, 17U.

Amadou, een sterke en charismatische Afrikaanse man, spoelt aan op een strand in Europa. Het lot brengt hem naar Brussel, waar hij verstrikt raakt in de netten van mensen-handelaars die hem alle hoop ontnemen. Op een dag ontmoet hij Agnès, een intelligente zakenvrouw die zich aangetrokken voelt tot de charmante Amadou. Amadou beschouwt Agnès als zijn reddende engel en droomt al snel van een zorgeloos leven met haar. Niets is minder waar; Agnès verbreekt elk contact met Amadou, die gefrustreerd in een draaikolk van des-tructief geweld belandt.

TERRAFERMA} FILM 5 EURO

} 15/04/2014, 20U30.

Boten vol met illegale migranten verschijnen

Tekst: Syren Korthouwer — Foto: Jan Beddegenoodts

plotseling op het kleine eiland Linosa, vlak voor de kust van Sicilië. Bij wet is het de bewoners verbo-den om enig contact met nieuwkomers te hebben en zijn ze verplicht alles te melden bij de Italiaanse kustwacht. De gemeente ziet zich daarom gedwon-gen om moeilijke keuzes te maken. Moeten de lokale vissers gehoorzamen aan de wetgeving die hen verbiedt om vluchtelingen te helpen, of aan de onge-schreven wet van de zee die hen gebiedt om drenkelin-gen te redden?

De Roma Turnhoutsebaan 286, Borgerhout www.deroma.be

BITE THE HAND THAT FEEDS YOU} THEATER 10/12 EURO

} 18/04/2014, 20U30.

Zwarte schapen, volle maan en geen geld. Vier acteurs draaien de vooroordelen van de Roma-gemeenschap binnenstebuiten. Samen met enkele jonge Roma- en andere muzikanten maken zij een grappig en realistisch sprookje. Eentje waar vooroordelen de rug wordt toegekeerd.

CC Berchem Driekoningenstraat 126, Berchem www.ccberchem.be

32 ― VerrekijkersUSOS MDO

USOS MDO OB

USOS MDO OB

USOS Masterclass Welke ontwikkeling voor het Zuiden? 〉 traject water 〉 traject energie

Schrijf je in vóór maandag 17 maart op www.usos.be

28-30 maart Hoge Rielen