Tijdens een bijeenkomst Tijdens een bijeenkomst van feministen wordt van feministen wordt gevraagd of er nog gevraagd of er nog

vrouwen zijn die uit eigen vrouwen zijn die uit eigen ervaring willen vertellen.ervaring willen vertellen.

Een vrouw loopt naar de microfoon:Een vrouw loopt naar de microfoon:

““Ik heet Truus en ben 24 jaar Ik heet Truus en ben 24 jaar getrouwd met Jan. Ik streek jaren getrouwd met Jan. Ik streek jaren lang zijn overhemden maar had daar lang zijn overhemden maar had daar geen zin meer in.”geen zin meer in.”

Daverend applaus uit de zaal.Daverend applaus uit de zaal.

Ik zei vorig jaar:”Jan, strijk jij die Ik zei vorig jaar:”Jan, strijk jij die overhemden zelf maar. Ik heb er overhemden zelf maar. Ik heb er geen zin meer in.”geen zin meer in.”

Weer luid geklap uit de zaal.Weer luid geklap uit de zaal.

““De eerste dag zag ik niets De eerste dag zag ik niets veranderen. De 2e dag ook niet maar veranderen. De 2e dag ook niet maar de derde dag stond Jan ineens zelf de derde dag stond Jan ineens zelf z’n overhemden te strijken.”z’n overhemden te strijken.”

De zaal staat op zijn kop van De zaal staat op zijn kop van enthousiasme.enthousiasme.

Een tweede vrouw loopt naar de Een tweede vrouw loopt naar de microfoon:microfoon:

““Ik heet Babs en ben 10 jaar Ik heet Babs en ben 10 jaar getrouwd met Pieter. Pieter heeft getrouwd met Pieter. Pieter heeft enorme zweetvoeten en om die lucht enorme zweetvoeten en om die lucht eruit te krijgen moeten z’n sokken op eruit te krijgen moeten z’n sokken op de hand worden gewassen in de de hand worden gewassen in de Soda. Ik had daar geen zin meer in.”Soda. Ik had daar geen zin meer in.”

Luid gejuich en gejoel uit de zaal.Luid gejuich en gejoel uit de zaal.

Ik zei tegen Pieter:”Was jij je sokken Ik zei tegen Pieter:”Was jij je sokken voortaan maar zelf!”voortaan maar zelf!”

De dames staan op de banken.De dames staan op de banken.

““De eerste dag zag ik niets De eerste dag zag ik niets veranderen, de 2e ook niet, maar op veranderen, de 2e ook niet, maar op de derde dag stond Pieter mooi zelf de derde dag stond Pieter mooi zelf z’n sokken te wassen.”z’n sokken te wassen.”

De zaal wordt uitzinnig.De zaal wordt uitzinnig.

Een klein vrouwtje grijpt de Een klein vrouwtje grijpt de microfoon:microfoon:

““Iek geet Fatima en iek getraut mit Iek geet Fatima en iek getraut mit Mohammed. Hij wiel elk dag cous-Mohammed. Hij wiel elk dag cous-cous eet. Iek altijd vor hiem gekook, cous eet. Iek altijd vor hiem gekook, maar geen sien mier en iek seg:”maar geen sien mier en iek seg:”

““As jij wil iet cous-cous, ga mar As jij wil iet cous-cous, ga mar lekkur selluf maak.”lekkur selluf maak.”

De zaal is niet meer te houden.De zaal is niet meer te houden.

““De ierste dag iek sie nieks.”De ierste dag iek sie nieks.”

““De twiede dag iek sie nieks.”De twiede dag iek sie nieks.”

““Mar derde dag iek sie wier klain Mar derde dag iek sie wier klain bietje miet lienkeroog.”bietje miet lienkeroog.”