Sociologie van organisatie en beleid. Prof. J. Vilrokx.

Post on 12-May-2015

219 views 1 download

Transcript of Sociologie van organisatie en beleid. Prof. J. Vilrokx.

Sociologie van organisatie en beleid.

Prof. J. Vilrokx

Het gemene gezicht: organisaties als instrumenten

van overheersing.

Lauriane Van der Eecken

Eline Severs

Onze organisaties worden onze dood!

Voedselverontreiniging Milieuvervuiling Bedrijfsongevallen en beroepsziekten Multinationals in derde wereldlanden

-beroven gastland van natuurlijke hulpbronnen

-bevorderen afhankelijkheid

Het gemene gezicht van organisaties:

Organisaties beïnvloeden op een negatieve wijze, dankzij of ondanks zichzelf.

Organisaties als rationele onderneming is meer ideologie dan werkelijkheid.

Organiseren door domineren.

Organiseren steeds verbonden met sociale dominantie

Combinatie van prestatie en uitbuiting Asymmetrische machtsverhoudingen

slavenarbeid loonarbeid

bv. piramide van Gizeh

Radicale organisatietheoretici:

aandacht voor hoe organisatiewijzes werkgevers ertoe brengen werknemers uit te buiten

Invloeden: Karl Marx, Max Weber, Robert Michels

1) Max Webers “ijzeren kooi”.

bureaucratie als vorm van sociale dominantie

ontstaan van overheersing:

1) geweld en bedreiging

2) patronen van formeel gezag: heersers als

rechtmatige gezaghebbers en onderdanen als

natuurlijk gehoorzaam

3 types van sociale dominantie: 1) charismatische overheersing: leidersfiguur als

profeet, held, volksmenner 2) traditionele overheersing: respect voor tradities en

verleden ( bv. overerving) 3) rationeel-wettige overheersing: macht

bevestigd/beperkt door wetten, regels, reglementen en procedures

Macht/gezag hangt samen met vermogen om legitimering te vinden

Administratieve apparaat= basis van gezag brug tussen heerser en onderdrukten

-Iedere vorm van overheersing: bepaalde

legitimiteit en specifieke administratieve org.

-Bureaucratiseringsproces: = bedreiging

voor de vrijheid en vrijzinnige democratie

2) Robert Michels “ijzeren wet van de oligarchie”:

Leiders, zelfs democr. verkozen, neigen naar eigenbelang + bewaren van de eigen macht.

Oligarchische tendensen onder moderne organisaties

Subtiele processen van socialisatie en overtuiging dominantie

Onpersoonlijke principes+ streven naar efficiency= nieuwe slavendrijvers

pessimistisch over dominerend karakter vd moderne org.

3) Karl Marx

Moderne samenleving: proces van overheersing door rationalisering

Overheersing door het zoeken naar toegevoegde waarde en oppotten v kapitaal

Hoe organisaties hun werknemers gebruiken en uitbuiten:

Organisatie= steeds op klasse-onderscheid gebaseerd - eerste org. in hiërarchische samenleving (heersende klasse boeren-slaven) - moderne org. : eigenaar-manager-arbeider

Industrialisatie onwikkelde 3-klassensysteem: - fabrieksproductie, verstedelijking - arbeid als handelswaar, arbeiders afh. van beloningssysteem - loonarbeid: winst afh. van efficiënt gebruik van arbeidstijd (management)

Organisatie van arbeidsproces dmv beloningssysteem: - geïnstitutionaliseerde klasseverdeling op de werkplek - steeds meer gestandaardiseerde functies - strenger, nauwlettendere organisatie

deskilling= homogenisatie van de arbeidsmarkt - ontstaan strijdbaar klassebewustzijn - noodzaak aan nieuwe beheersstrategieën verdelingen aan brengen tss verschillende types arbeiders

Primaire en secundaire arbeidersmarkten:

ongelijk niveau van voorrechten en kansen + verdeling personeel

post arbeid afh. van conjunctuur omwille van homogenisering

primaire arbeidsmarkt: carrière maken- hoge graad van bekwaamheid- bedrijfsspecifiek-selectiemechanismen-loyaliteit

secundaire arbeidsmarkt: lager geschoolden, minder betaald personeel in kantoren, fabrieken en werk in open lucht

-weinig kapitaalinvesteringen (opleiding-bijscholing) -sterk afhankelijk van conjunctuur

Verleent organisatie controle op interne en externe omgeving:

- loyaliteit binnen 1e arbeidsmarkt zorgt voor

voorspelbaarheid

- beperkte investeringen binnen 2e arbeidsmarkt

zorgt voor flexibiliteit

Segmentatie binnen 1e en 2e arbeidsmarkt

talrijke indelingen naar beroep, ambacht en vakbond. Indeling binnen 1e markt: betrekkelijk onafhankelijke

functies werknemers in ondergeschikte rol Veroorzaakt verschillende controlemogelijkheden Oorzaak: 1) “verdeel en heers” 2) vanuit beroepsgroepen/vakbonden Bevorderde de klassemaatschappij: - concurrentie tss arbeidsmarkten - bel. invloed op het politiek bewustzijn - middenstand arme blanken & etnische

minderheden

Secundaire arbeidsmarkt en geïnstitutionaliseerde discriminatie:

2e markt= afspiegeling van sociale attitudes en patronen van vooroordeel en discriminatie

(minderheden naar 2e markt)

Institutionalisering door migranten en gastarbeiders

Moderne organisaties:

Scheppen/bevorderen secundaire arbeiders Degraderen arbeid Bevorderen ongelijkheid, segmentatie en

discriminatie Zorgen voor een patroon van

begunstiging/bevoorrechtiging Versterken sociaal-economische tegenstellingen

Beroepsrisico’s, beroepsziekten en bedrijfsongevallen:

Marx: “het kapitaal leefde als een vampier die het levensbloed vd arbeid opzoog”

Kapitaal trok zich niets aan van gezondheid en levensduur vd arbeider tenzij samenleving het daartoe dwong

efficiency veiligheid: - gebrekkige infrastructuur, onderhoud, gebrek aan veiligheidsuitrusting - proefondervindelijke methode - vb. asbestprobleem, bruine-long ziekte

Economie van gezondheid en veiligheid:

Multinationals in derde wereld landen: - niet gestoord door Westerse gezondheidswetgeving Zeer moeilijk om naleving vd wetgeving af te

dwingen 1970: Wet op de beroepsveiligheid en gezondheid

in VS en Canada = keerpunt Goedkoper vergoedingen uit te keren dan

preventiemaatregelen te treffen

Boetes niet hoog genoeg om riskante bedrijven te sluiten

Relatie veiligheidsbeamte en inspectie

- org. dringen in verslagen ernst/ aantal mogelijke

risico’s vaak terug

in het algemeen blijft efficiency voor veiligheid gaan

De geradicaliseerde organisatie

radicaal referentiekader Polarisatie arbeid kapitaal

wij zij

Segregatie op werkvloer white blue collar

Oorzaak

Combineren primaire en secundaire arbeid

geen maxime!

Kenmerken (1)

UITBUITING

Solidariteit

arbeidersbeweging

hervormingen

haat democratie

STRIJD

Kenmerken (2) POLITIEKE TACTIEKEN

Managers: Verdeel en heers

(tot confrontatie)

Arbeiders: Samen sterk

Radicale opvatting als ideologisch instrument

Pluralistische manager:

“samen sterk” ifv eenheid,

welwillendheid

Radicale werknemer:

“samen sterk” ifv strijd tegen management

MN & de wereldeconomie

MN = soevereine staten met invloed op IP

gespreide belangen

Ontstaan: hegemonie VS

na ‘70:

populariteit 3de wereld

MN: Evolutie

FASE 1: de gespecialiseerde onderneming

FASE 2: het gedifferentieerde conglomeraat

FASE 3: de financiële reus

FASE 1: Specialisatie

Einde 19e Eeuw

Bezit economische hulpmiddelen geografische spreiding

MONOPOLIE

FASE 2: Diversificatie

Risico’s spreiden

defensief beleggen

nieuwe afzetmarkten

….

FASE 3: Concentratie

1960 Vietnam: hoogconjunctuur aandelenmarkt opkopen & fusioneren drang tot concentratie

bedrijfsconcentratiecijfers vb: ITT

MN: Middelen

Sterk gecentraliseerde leiding

Monolitische macht

Kartels

Druk op politiek

Sterk gecentraliseerde leiding

CHANDLER:

“visible hand”

eerder Sovjet dan vrije markt

Monolitische macht

Benadering Weber: bureaucratische org totalitair regime belangen elite top = onaantastbaar

Verticale integratie, onderzoek, marketing bron van voorzieningen + afzetmarkt

= intern bestuurd gebied

Kartels

MIROW & MAURER

“Hunting ground” Technologie en octrooien vestiging hoofdkantoor!

Druk op Politiek

Rof afhankelijkheid gastland Belangen MN op politieke agenda MN als autoritaire macht in democratie:

pol macht zonder politieke verantwoordelijkheid

vb: ITT & CIA in Chili

Wereldeconomie beheerst door organisaties

Macht ondernemer > politicus &

mensen

MN & uitbuiting

Macht

Centrale besluitvorming

Belang MN > belang gemeenschap

Dilemma attractie beheersing

- Afhankelijkheid en overheersing

- Strijdige machtsbokken

Canada: 1974-1984 Foreign Investment Review Agency

MN & de derde wereld

CRITICI: Staat & MN als partners bij systematische

overheersing

VERDEDIGERS: Staat & MN als partners bij vooruitgang,

modernisering.

CRITICI

MN = moderne plunderaars uitbuiting plaatselijke economie uitbuiting plaatselijke bevolking kapitaaluitstroom

rol MN rol buitenlandse “hulp”

uitstroom technologie manipulatie buitensporige wisten medogenlooshandelen

VERDEDIGERS

Handelen MN binnen kader sociale verantwoordelijkheid

VN ILO ..

Handelen staat Naleven contractuele verplichtingen erkennen MN

Sterke en Zwakke punten van de metafoor

Overheersing of ongewenst effect van rationeel handelen?

Dualisme & partijdigheid

WEBER: streven naar rationaliteit = overheersing

Sterk

Ideologie, ethiek

overheersing toevallig neveneffect

organisatietheorie instrument voor sociale

verandering

legitimiteit radicaal referentiekader

Zwak

Complottheorie

uitbuitende niet-uitbuitende organisaties

moet centraal staan!

Extreme vorm linkse ideologie