SG Maastricht 2010 Streng of standvastig?/ 1 Strenger straffen helpt niet, standvastiger straffen...

Post on 14-Jun-2015

213 views 0 download

Transcript of SG Maastricht 2010 Streng of standvastig?/ 1 Strenger straffen helpt niet, standvastiger straffen...

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 1

Strenger straffen helpt niet, standvastiger straffen misschien wel

Lezing Studium Generale Maastricht, 27 oktober 2010door

prof. dr. Henk Elffershoogleraar empirische bestudering van de strafrechtpleging

Faculteit der Rechtsgeleerdheid, VU

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 2

Wat zou u doen?

• Na een avond bij vrienden loopt u naar de bushalte. Het is doodstil. Op het voetpad ziet u plotseling een portefeuille liggen. Er is geen mens te zien. U raapt de portefeuille op, doet hem open.

• Er zit 15 Euro in, en een naamkaartje van een tienermeisje bij u in de straat.

• wat doet u?– u belt de volgende dag dat meisjes dat ze haar

portefeuille kan komen ophalen– u steekt het geld bij u

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 3

Wat zou u doen?

• Na een avond bij vrienden loopt u naar de bushalte. Het is doodstil. Op het voetpad ziet u plotseling een portefeuille liggen. Er is geen mens te zien. U raapt de portefeuille op, doet hem open.

• Er zit een pak bankbiljetten in, totaal 8000 Euro, en een visitekaartje van de directeur van de ABN om de hoek.

• wat doet u?– u belt de volgende dag de bankdirecteur om te

zeggen dat hij zijn portefeuille kan komen ophalen– u steekt het geld bij u

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 4

Waarom?

• Straf?

• Afkeuring door vrienden en familie?

• Schaamte?

• Het geld bij u steken is verduistering – art.321 Sr, max. 3 jaar gevangenis

• Beide zijn strafbaar, waarom toch het ene wel, het andere niet?

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 5

Hoe werkt straf bij het voorkomen van misdrijven?

• Werken?

• Twee straffilosofieën– absoluut: straf is vergelding (“verdiende loon”)

en hoeft helemaal niet te werken– relatief: straf moet afschrikken (“mores

leren”), dus werken

• wij gaan nu in op de relatieve leer, dus of het werkt

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 6

Relatieve strafdoelen

• resocialisatie– heropvoeding

• afschrikking– specifiek: zorgen dat een gestrafte dader niet

nogmaals in de fout gaat (voorkomen recidive)– algemeen: zorgen dat anderen er lering uit trekken

• incapacitatie (onschadelijkmaking): – door opsluiting verhinderen (voor zo lang als dat

duurt) dat de gestrafte zich misdraagt– in principe effectief, maar niet realistisch

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 7

Straf schrikt niet altijd af

dat weet u

• uit uw eigen jeugd

• uit uw ervaring met uw kinderen

• uit het feit dat er veelvuldig recidive voorkomt– o.a. bij verkeersovertredingen

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 8

Vanwaar dat rotsvast vertrouwen in straf?

• uit de psychologie: straf werkt als hij – zeker, streng, en snel is– (maar dat geldt nu juist niet voor het strafrecht)

• als je toegeeft dat het niet werkt, wat dan in vredesnaam?

• te naïeve toepassing van de op zich zo aantrekkelijke theorie van de rationele afweging (rationele-keuzetheorie, RKT)

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 9

Rationele-keuzetheorie

bij keuze tussen gedragsopties:

• (impliciet) afwegen van voor- en nadelen

• die optie kiezen die het beste verwachte saldo biedt

gaat de keuze tussen wel of niet overtreden

• dan zijn aan overtreden de nadelen verbonden van het betrapt worden

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 10

Wat telt als voordelen? (geval zonder straf)

Koopt u een fles wijn van €4 of €40 voor een avondje met vrienden?

• nadeel van de laatste optie is de prijs• voordelen van de laatste optie?

– smaak– om uw vinologische partner te gerieven– om indruk te maken op uw vrienden

• persoonlijke afweging, variërend over– beslisser– momenten– sociale situaties

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 11

Wat telt als nadelen bij overtredingen?

• bestraffingskosten (BK)– kans dat autoriteit het merkt– er op reageert– en straf uitdeelt (en hoe streng die dan is)

• sociale kosten (SK)– afkeuring door belangrijke anderen uit de sociale

omgeving (schaamte)

• morele kosten (MK)– schuldgevoel, ‘naar gevoel van binnen’– wrekende gerechtigheid in het hiernamaals

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 12

Overtreden wordt al of niet voorkomen

• door de combinatie van bestraffingskosten BK, sociale kosten SK, morele kosten MK– persoonsafhankelijk: niet voor iedereen gelijk– situatieafhankelijk: niet altijd en overal gelijk

• het gaat daarbij om de perceptie door de afweger– niet of de straf (BK) hoog is– maar of hij denkt dat ie hoog is

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 13

Mijn stellingen

• bij heel veel regels zijn de SK en MK veel belangrijker dan de BK– de BK is heel klein:

• pakkans bij inbraak < 10%, straf soms nogal mild

– maar ook zijn mensen zeer gevoelig voor SK

• hogere BK helpt soms, niet altijd

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 14

BK

SKMK

V

BKSKMK

V BK

SKMK

V

hogere BK helpt niet altijd

maar soms wel

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 15

Verhouding van kosten en baten

• Soms zijn de morele kosten doorslaggevend, soms de sociale, soms de bestraffingskosten, en

• soms kunnen ze niet opboksen tegen de voordelen

• verhogen van die kosten zal in sommige gevallen net de doorslag geven, maar vaak ook niet

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 16

Regelvolgingstypen

• geïnternaliseerde regels: – worden ook gevolgd als er geen bestraffing

dreigt– de morele kosten zijn zeer hoog– andere kosten doen er daarom weinig of niet

toe– voorbeelden: de meeste zware misdrijven

voor de meeste mensen

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 17

Regelvolging wegens identificatie

• men volgt een regel omdat men zich met belangrijke anderen verbonden voelt (identificeert) die overtreding afkeuren

• regelvolging wordt door sociale kosten bepaald, morele kosten en bestraffings-kosten zijn relatief onbelangrijk

• voorbeeld: vloeken (voor a-religieuze mensen)

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 18

Regelvolging wegens zich voegen

• Geen sprake van internalisatie of identificatie

• Regel wordt al of niet gevolgd vanwege bestraffingskosten

• voorbeeld: snelheidsovertredingen– niet doen bij trajectcontrole– wel bij ‘gewone’ controle

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 19

Dus:

• Bij sommige regels is straffen belangrijk

• Bij andere niet

• Welke wel of niet?– Minoriteitsregels

• die de meeste mensen niet (meer) redelijk vinden

– Majoriteitsregels• die veruit de meeste mensen zonder meer vinden gelden

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 20

minoriteitsregels

• Regels die door een grote meerderheid niet worden geïnternaliseerd of door identificatie worden gevolgd

• Je mag ze niet overtreden “omdat ze strafbaar zijn gesteld”– niet omdat het inherent schandalig is dat te

doen

• veelal instrumentele regels – mestwet, identificatieplicht, fout parkeren

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 21

Helpt straffen bij minoriteitsregels?

• In theorie wel, mits de straf maar hoog genoeg, draconisch is

• € 10.000 voor een snelheidsovertreding?

• dat is onwaarschijnlijk in ons strafrecht– proportionaliteit– responsieve rechter (luistert naar het publiek),

en zal dat soort straffen niet opleggen

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 22

BKSK

MK

V

minoriteitsregels

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 23

SKMK

V

minoriteitsregels

BKonhaalbaar

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 24

majoriteitsregels

• Regels die door de grote meerderheid van de bevolking worden onderschreven, en die ze vanuit identificatie of internalisatie volgen

• Geldt voor veel regels uit het Wetboek van Strafrecht

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 25

Helpt streng straffen bij majoriteitsregels?

• Voor de meerderheid niet– zij worden door internalisatie of identificatie

gedreven

• wel geldt dat strafbaarheid (niet strafzwaarte) belangrijk is om de identificatie in stand te houden – “wij doen het goede”

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 26

BK

SKMK

V

majoriteitsregelbestraffingskosten irrelevant

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 27

Helpt streng straffen voor de minderheid die de majoriteits-regels niet accepteert wel?

• bijvoorbeeld veelplegers– noch morele, noch sociale kosten– alleen bestraffingkosten relevant

• maar …– kans op straf (pakkans,…) belangrijker– dan strafzwaarte

• neutralisatie: ‘dat gebeurt mij niet’• ervaring: ‘zelden gepakt’• voor hen geldt: vaker straffen werkt, niet

strenger straffen

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 28

Dus …

• Strenger straffen– lukt niet bij minoriteitsregels– hoeft niet voor de meerderheid bij majoriteitsregels– is niet de beste aanpak bij de minderheid die

majoriteitsregels verwerpt• die moet men vaker straffen, ipv zwaarder straffen

• kortom: • streng(er) straffen is zelden of nooit de

oplossing • vaker (standvastiger) straffen voor een (heel)

kleine groep wel

SG Maastricht 2010 Streng of standvastig? / 29

• H.Elffers@vu.nl

• H.Elffers (2008) Een straffe aanpak. Den Haag: Boom Juridische uitgevers

• Dank voor uw aandacht